In sommige gebieden zijn de posities van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar op de kopieerder
gemarkeerd met "I" en " " in plaats van met "ON" (AAN) en "OFF" (UIT).
Het symbool " " geeft aan dat de kopieerder niet volledig uitgeschakeld is, maar in een
stand-by toestand staat op deze positie van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar.
Indien uw kopieerder zodanig gemarkeerd is, lees dan "I" voor "ON" (AAN) en " " voor
"OFF" (UIT).
Let op!
Voor een complete elektrische scheiding van het net, dient u de hoofdstekker uit
het stopcontac t te trekken. De AC contactdoos moet in de nabijhei d van de
apparatuur geïnstalleerd zijn en eenvoudig toegankelijk zijn.
Het CE merklabel is bevestigd aan de apparatuur zodat de hierboven beschreven richtlijnen op de machine kunnen worden
toegepast. (Deze regel is niet van toepassing in landen waar de hierboven beschreven richtlijnen niet zijn vereist.)
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit
geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
Garantie
Hoewel er alles aan werd gedaan om deze gebruiksaanwijzing zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan de firma
Sharp niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in de gebruiksaanwijzing kan zonder
aankondiging vooraf worden gewijzigd. SHARP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadigingen, direct
of indirect die voortvloeien uit of verband houden met deze gebruiksaanwijzing.
Page 3
Deel 1: Algemene informatie
Page 4
Page 5
OPMERKINGEN
●
Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen
of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
●
Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of
een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
● Naast de wettelijk geregelde gevallen is SHARP niet aansprakelijk voor storingen tijdens het gebruik van het
product of de optionele producten, noch voor fouten die voortvloeien uit de verkeerde bediening van het product
en de opties, noch voor andere fouten, of schade die optreedt als gevolg van het gebruik van dit product.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de
werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
PRODUCT CONFIGURATIES
De onderstaande tabel toont de productmodellen die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
ModelProduct configuratie
AR-M351U/AR-M451U/AR-M351N/AR-M451NLaserprinter
Vanaf oktober 2004
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De volgende gebruiksaanwijzingen worden met de machine geleverd. Lees de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen om de
eigenschappen te leren kennen.
●
Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder) (deze gebruiksaanwijzing):
De eerste helft van de gebruiksaanwijzing levert algemene informatie over het apparaat, inclusief veiligheidsinformatie, het
laden van papier, het verhelpen van papierstoringen en het regelmatige onderhoud.
In de tweede helft van de gebruiksaanwijzing wordt het gebruik van de kopieerfuncties toegelicht.
● Handboek voor de hoofdoperator:
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key-operatorprogramma’s voor het beheer van het apparaat en de
gerelateerde functies beschreven. De key-operatorprogramma's voor de functies van fax, printer en
netwerkscanner worden in aparte gebruiksaanwijzingen toegelicht.
Key-operatorprogramma’s worden gebruikt door hoofdoperators om functie-instellingen zodanig te configureren
dat deze aan de wensen van de klant voldoen.
●
Gebruiksaanwijzing (voor fax)
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als fax. De faxapparaat
uitbreidingskit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
● Software-installatiegids (voor printer)
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe de machine kan worden aangesloten op uw computer, hoe de printer
driver voor Windows kan worden geïnstalleerd en hoe de printer driver instellingen kunnen worden
geconfigureerd.
● Gebruiksaanwijzing (voor printer)*
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als printer.
● Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)*
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als een netwerkscanner wanneer
de machine is aangesloten op een computer. De netwerkscanner-uitbreidingskit AR-NS3 moet zijn geïnstalleerd
om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken.
* De Gebruiksaanwijzing (voor printer) en de Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner) worden in PDF-formaat
op de CD-Rom geleverd.
Dit handboek wordt niet in gedrukte versie geleverd.
0-1
Page 6
INSTALLATIE-EISEN
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of
verplaatsing van de machine.
1.De kopieermachine moet in de nabijheid van een
toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd
voor een gemakkelijke aansluiting.
2.Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt
aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de
gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg
er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
● Zie het typeplaatje op het hoofdapparaat voor
de aan de achterkant van de vereiste
stroomvoeding.
3.Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
● vochtig, nat of erg stoffig zijn
● aan direct zonlicht worden blootgesteld
● slecht geventileerd zijn
●
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen
of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de
nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator .
30cm (11-13/16")
4.
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine
voor onderhoud en goede ventilatie.
Er wordt terwijl de machine draait een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd in de machine. Het emissieniveau
is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
OPMERKING:
De actuele aanbevolen lange termijngrens voor de blootstelling aan ozon is 0,1 ppm (0,2 mg/m
gemiddelde concentratie gedurende 8 uur.
Omdat de geringe hoeveelheid die wordt uitgestoten een verwerpelijke geur verspreidt, is het raadzaam de
kopieermachine in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
80cm
(31-1/2")
60cm (23-5/8")
60cm
(23-5/8")
3
) berekend als
0-2
Page 7
WAARSCHUWINGEN
1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen of vlekken op de drum
kunnen leiden tot vlekkerige afdrukken.
2. De fuseereenheid is zeer heet. Wees voorzichtig in dit gebied.
3. Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4.
Er worden vijf afstellingen geleverd op alle optionele rek-/papierlade-eenheden.
Deze afstellingen moeten omlaag worden gebracht totdat deze de vloer raken.
Denk er aan de afstellingen weer omhoof te brengen wanneer u de
machine met de optionele staande papierlade verplaatst. Ontgrendel ook
de twee afstellingen aan de voorkant van de optionele staande papierlade.
Breng na het verplaatsen van de machine de vier afstellingen omlaag
totdat zij de grond raken en vergrendel de twee meubelrollen.
5. Voer geen wijzigingen aan deze machine uit. Dit kan leiden tot
persoonlijk letsel of beschadigingen aan de machine.
6. Omdat de machine zwaar is, raden wij u aan deze met meerdere
personen te verplaatsen om letsel te voorkomen.
7. Wanneer u de machine op een computer aansluit, moeten zowel de
computer als de kopieermachine worden uitgeschakeld.
8. Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet
mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normaal
gesproken volgens de wet niet worden afgedrukt. Ook het kopiëren
van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
●
Geld ● Postzegels ● Obligaties ● Aandelen
●
Bankcheques ● Cheques ● Paspoorten ● Rijbewijzen
Heater eenheid
Afstelling
Vergrendelen
Ontgrendelen
Het gedeelte dat aangegeven is op de afbeelding dient alleen door een
onderhoudstechnicus behandeld te worden. Dit gedeelte absoluut niet aanraken.
Bepaalde modellen bevatten een functie voor het archiveren van de documenten, waarbij de afbeeldingen van de documenten
op de harde schijf van de machine worden opgeslagen. U kunt opgeslagen bestanden eenvoudig opgeroepen om deze af te
drukken of te verzenden. Als er een fout op de harde schijf optreedt, kunt u de opgeslagen gegevens niet meer oproepen.
Bewaar de originele bestanden of belangrijke documenten of sla deze elders op om te voorkomen dat u deze verliest na een
eventuele fout op de harde schijf.
Met uitzondering van de in de wet beschreven gevallen, kan Sharp Corporation niet aansprakelijk worden gesteld
voor beschadiging of verlies van gegevens als gevolg van verlies van opgeslagen origineelgegevens.
"BATTERIJVERWERKING"
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUM HOOFDGEHEUGEN BACK-UP BATTERIJ DIE CORRECT MOET
WORDEN VERWERKT. NEEM CONTACT OP MET UW LOKALE SHARP DEALER OF ERKENDE
KLANTENSERVICE VERTEGENWOORDIGER VOOR DE AFVALVERWERKING VAN DEZE BATTERIJ.
Dit product gebruikt tin-lood soldeerpunten en een fluorescerende lamp die kleine hoeveelheden kwik bevat.
De afvalverwerking van deze materialen kunnen zijn gereguleerd als gevolg van milieuoverwegingen.
Voor informatie over afvalverwerking of recycling kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten of de
Electronics Industries Alliance: www.eia.org
0-3
Page 8
WAARSCHUWINGEN
Informatie over de laser
Golflengte
785 nm
+10 nm
-15 nm
ImpulstijdenNoord-Amerika:35 cpm model: (4.1 µs ± 4.1 ns)/7 mm
45 cpm model: (5.7 µs ± 5.7 ns)/7 mm
Europa: 35 cpm model: (3.8 µs ± 3.8 ns)/7 mm
45 cpm model: (4.4 µs ± 4.4 ns)/7 mm
Uitgangsvermogen0.2 mW - 0.4 mW
Op de productielijn wordt het uitgangsvermogen van de scannereenheid aangepast naar 0,4 MILLIWATT PLUS
8 % en wordt constant gehouden door de werking van de automatische faseregeling (APC).
Let op!
Andere besturingen, aanpassingen, gebruik of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen leiden
tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Voor Noord-Amerika:
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Dit digitale apparaat is gewaardeerd met klasse-1 en voldoet aan de richtlijnen 21 CFR 1040.10 en 1040.11 van de CDRH
standaard. Dit betekent dat het apparaat geen gevaarlijke laserstraling produceert. Voor uw veiligheid raden wij u aan de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
● Verwijder niet de kast, het bedieningspaneel of andere panelen.
● De panelen aan de buitenkant van de machine zijn voorzien van verschillende veiligheidsschakelaars. Sla tijdens het
invoegen van wiggen of andere onderdelen in de schakelaar gleuven deze veiligheidsschakelaars niet over.
Voor Europa:
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
INVISIBLE LASER RADIATION
CAUTION
WHEN OPEN INTERLOCKS
DEFEATED. AVOID EXPOSURE
TO BEAM.
VORSICHT
UNSICHTBARE
LASERSTRAHLUNG WENN
ABDECKUNG GEÖFFNET UND
SICHERHEITSVERRIEGELUNG
ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM
STRAHL AUSSETZEN.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLNING
VED ÅBNING, NÅR
SIKKERHEDSBRYDERE ER
UDE AF FUNKTION. UNDGÅ
UDSAETTELSE FOR
STRÅLNING.
LAITTEEN KÄYTTÄMINEN
MUULLA KUIN TÄSSÄ
KÄYTTÖOHJEESSA
MAINITULLA TAVALLA SAATTAA
ALTISTAA KÄYTTÄJÄN
TURVALLISUUSLUOKAN 1
YLITTÄVÄLLE
NÄKYMÄTTÖMÄLLE
LASERSÄTEILYLLE.
OM APPARATEN ANVÄNDS PÅ
ANNAT SÄTT ÄN I DENNA
BRUKSANVISNING
SPECIFICERATS, KAN
ANVÄNDAREN UTSÄTTAS FÖR
OSYNLIG LASERSTRÅLNING,
SOM ÖVERSKRIDER GRÄNSEN
FÖR LASERKLASS 1.
Laserstrahl
VAROITUS!
VARNING
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED.
AVOID EXPOSURE TO BEAM.
CAUTION
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND
SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERERÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
VORSICHT
USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER
UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES OG SIKKERHEDSLÅS BRYTES.
UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
ADVERSEL
OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR
URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. BETRAKTA EJ STRÅLEN.
VARNING
AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTÖNTÄ
LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN.
Het apparaat gebruiken wanneer de accountregeling is ingeschakeld ..............
1-18
1-1
Page 12
INLEIDING
Dank u voor de aankoop van een SHARP digitale multifunctionele kopieermachine.
Lees voor het gebruik van de machine aandachtig de handleiding. Lees in het bijzonder "INSTALLATIE-EISEN"
voordat u deze machine gebruikt.
Houd deze handleiding bij de hand als referentie.
Deze gebruiksaanwijzing bevat algemene informatie over het gebruik van de machine, zoals regelmatig onderhoud
en procedures voor het laden van papier en het oplossen van papierstoringen. Deze handleiding beschrijft ook de
kopieermachine- en documentarchiveringfuncties.
De functies voor fax, printer en netwerkscanner worden beschreven in aparte handleidingen.
■ Origineel en papierformaten
Deze machine kan zowel standaardformaten in AB- en inchsystemen toepassen.
Deze worden getoond in de tabellen hieronder.
Papierformaten in het AB systeemPapierformaten in het inch systeem
A311" x 17" (LEDGER)
B48-1/2" x 14" (LEGAL)
A48-1/2" x 13" (FOOLSCAP)
B58-1/2" x 11" (LETTER)
A57-1/4" x 10-1/2" (EXECUTIVE)
5-1/2" x 8-1/2" (INVOICE)
■ De betekenis van "R" in het origineel en papierformaat indicaties
Sommige originelen en papierformaten kunnen in zowel de staande als de liggende afdrukstand worden
geplaatst. Om het verschil te kunnen maken tussen staand of liggend, zal de liggende afdrukstand voorzien zijn
van een "R". Deze worden aangeduid als A4R, B5R, 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"R, enz. Formaten die alleen
in de landschaporiëntatie kunnen worden geplaatst (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13") do not hebben
geen "R" in de formaataanduiding.
Afdrukstand
met "R"
Liggende
afdrukstand
Afdrukstand
zonder "R"
Staande afdrukstand
1-2
Page 13
HOOFDKENMERKEN
De digitale multifunctionele kopieermachine kan een groot aantal functies uitvoeren. Deze pagina bevat een
beschrijving van de kopieerfuncties.
●
Sorteermodus Zie pagina 1-3
●
Groepeermodus Zie pagina 1-3
●
Dubbelzijdig kopiëren Zie pagina 1-3
(Wanneer de duplexmodule is geïnstalleerd.)
●
Belichtingsaanpassing Zie pagina 1-3
●
Verkleining/ Vergroting Zie pagina 1-4
●
XY-zoom Zie pagina 1-4
●
Kantlijnverschuiving Zie pagina 1-4
●
Wissen Zie pagina 1-4
●
Boekkopie Zie pagina 1-4
●
Inbindkopie Zie pagina 1-4
●
Opdracht samenstelling Zie pagina 1-5
●
Tandemkopie Zie pagina 1-5
(AR-M351N/AR-M451N of wanneer de netwerkprinter
functie werd toegevoegd.)
●
Kaften/insteekvellen Zie pagina 1-5
●
Transparant-insteekvellen Zie pagina 1-5
●
Multishot Zie pagina 1-5
●
Boekkopie Zie pagina 1-5
●
Kaart Formaat Zie pagina 1-6
●
Werkprogramma's Zie pagina 1-6
●
Spiegelbeeld Zie pagina 1-6
●
Z/W omgekeerd Zie pagina 1-6
●
Datum Zie pagina 1-6
●
Stempel Zie pagina 1-6
●
Paginanummering Zie pagina 1-7
●
Tekst Zie pagina 1-7
●
Kopiëren onderbreken Zie pagina 1-7
●
Staffelmodus Zie pagina 1-7
(Wanneer de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
●
Sorteren nieten Zie pagina 1-7
(Wanneer de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
●
Zadelsteek Zie pagina 1-7
(Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
●
Perforatie Zie pagina 1-8
(Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid en de
perforatiemodule zijn geïnstalleerd.)
●
Documentarchivering Zie pagina 1-8
(AR-M351N/AR-M451N of wanneer de functie voor het
archiveren van de documenten werd toegevoegd.)
1
SorteermoduleZie pagina 4-9
Kopieën kunnen worden gerangschikt.
Origineel
GroepeermoduleZie pagina 4-9
Kopieën kunnen per pagina worden gegroepeerd.
OrigineelKopieren
Kopieren
Dubbelzijdig kopiërenZie pagina's 4-10, 4-13
Kopiëren op beide zijden van het papier met behulp
van de glasplaat of de automatische origineelinvoer.
Original
* Wenn die Duplexmodule installiert ist.
BelichtingsaanpassingZie pagina 4-14
Het gewenste beeldtype voor het origineel kan
worden geselecteerd.
TekstTekst/FotoFoto
Kopie
Resolutie
Belichting
ABCDE
ABCDE
DonkerderLichter
1-3
Page 14
HOOFDKENMERKEN
r
Verkleining/VergrotingZie pagina 4-15
Kopieën kunnen worden verkleind of vergroot in
het gewenste formaat.
OrigineelKopieren
VergrotingVerkleining
XY-ZoomZie pagina 4-18
Afzonderlijke kopieerfactorinstellingen kunnen worden
geselecteerd voor de lengte en de breedte van de kopie..
Origineel
Kopieren
WissenZie pagina 5-4
Schaduwen rondom de kantlijnen van kopieën vanaf
boeken of dikke originelen kunnen worden gewist.
Origineel
Kopieren
Rand wissen
Midden Wissen
Rand+Midden
wissen
BoekkopieZie pagina 5-5
De linker- en de rechterpagina's van een boek kunnen
opeenvolgend worden gekopieerd op aparte vellen
KopierenBoek origineel
.
KantlijnverschuivingZie pagina 5-3
Marges kunnen worden toegevoegd aan de kopieën.
InbindkopieZie pagina 5-6
Eenzijdige of Dubbelzijdig kopieën vanaf
dubbelzijdige originelen..
Originelen (1-zijdig)
1
2
3
4
5
6
7
8
Originelen (2-zijdig)
2
4
1
3
5
6
7
Linker rug
8
Rechter rug
De afgewerkte kopieën wo
in het midden gevouwen.
Eerste pagina
Eerste pagina
1-4
Page 15
HOOFDKENMERKEN
Opdracht samenstellingZie pagina 5-8
Wanneer u een groot aantal originelen hebt, kunnen
de pagina's in verschillende sets worden gescand..
50 vellen100 vellen50 vellen
TandemkopieZie pagina 5-9
Twee machines kunnen worden gebruikt om een
grote kopieeropdracht tegelijkertijd af te werken.
Transparant-insteekvelZie pagina 5-22
Insteekvellen kunnen automatisch worden
ingevoegd tussen transparante vellen.
Originelen (1-zijdig)
Originelen (2-zijdig)
Kopieren
Insteekvellen
MultishotZie pagina 5-23
Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een
enkelzijdige kopie volgens een eenvormig lay-outpatroon.
Originelen
(1-zijdig)
Originelen
(2-zijdig)
Kopieren
1
100 sets
kopieën
* AR-M351N/AR-M451N of wanneer de netwerk
printer functie werd toegevoegd.
50 sets
kopieën
50 sets
kopieën
Kaften/insteekvellenZie pagina 5-11
Voor- en achteromslagen en insteekvellen kunnen worden
toegevoegd. Hierop kan ook worden gekopieerd
Kopieren
Voorkaft
Insteekvellen
.
Achterkaft
2-in-1
4-in-1
BoekkopieZie pagina 5-25
Boeken en andere gebonden originelen kunnen in
een inbindstijl worden gekopieerd.
KopierenOrigineel
Linker rug
Eerste pagina
Rechter rug
Eerste pagina
Eerste pagina
Eerste pagina
1-5
Page 16
HOOFDKENMERKEN
WERKPROGRAMMA’S
DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
Kaart FormaatZie pagina 5-26
De voor- en achterzijde van een briefkaart kan op
een vel papier worden gekopieerd.
Deze functie is handig bij het maken van kopieën
voor certificatiedoeleinden en bespaart papier.
Origineel
KAART
Voorzijde
kaart
Achterzijde
kaart
Voorbeeld:
Staand A4 (8-1/2"x11")
formaat
Kopieren
KAART
KAART
Voorbeeld:
Liggend A4 (8-1/2"x11")
formaat
Werkprogramma'sZie pagina 5-41
Diverse stappen van een kopieeropdracht kunnen
worden opgeslagen als programma. Maximaal 10
programma's kunnen worden opgeslagen. Het
regelmatig opslaan van gebruikte sets instellingen in
een programma voorkomt dat u telkens deze
instellingen moet selecteren wanneer ze wilt gebruiken
Z/W omgekeerdZie pagina 5-28
Wit en zwart kunnen worden omgekeerd op een
kopie om een negatief te creëren.
OrigineelKopieren
DatumZie pagina 5-32
De datum kan worden toegevoegd aan de
kopieën.
.
SpiegelbeeldZie pagina 5-28
Hiermee kan een kopie in spiegelbeeld worden gemaakt.
OrigineelKopieren
2004/OKT/1
StempelZie pagina 5-33
Omgekeerde tekst kan worden toegevoegd aan
de kopieën ("stempel").
VERTROUWELIJK
1-6
Page 17
HOOFDKENMERKEN
AUTO
AUTO
ORIGINEE
BELICHTI
ONDERBREKEN
ORIGINEEL
A4
PaginanummeringZie pagina 5-34
Paginanummers kunnen worden toegevoegd aan de kopieën.
TekstZie pagina 5-38
Ingevoerde tekst kan worden toegevoegd aan de kopieën.
StaffelmodusZie pagina 3-8
Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte
van de andere sets om het verdelen te vergemakkelijken.
StaffelmodusNiet-staffelmodus
*Wanneer de afwerkingseenheid of de
zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
Sorteren nietenZie pagina 3-8, 3-16
Gekopieerde sets kunnen automatisch worden geniet.
Origineel
Kopieren
1
Oktober, 2004 vergadering
Kopiëren onderbrekenZie pagina 5-43
Een lopende kopieeropdracht kan worden
onderbroken om een spoedopdracht uit te voeren.
*Wanneer de afwerkingseenheid of de
zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
ZadelsteekZie pagina 3-14
Wanneer er een zadelsteek afwerkingseenheid is
geïnstalleerd kunnen de kopieën automatisch in tweeën
worden gevouwen en op de vouw worden geniet.
(Gebruiken met de inbindfunctie (Zie pagina 5-6.) of
boekkopie functie (Zie pagina 5-25.).)
Zadelsteek binden
67
*Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is
geïnstalleerd.
1-7
Page 18
HOOFDKENMERKEN
PerforatieZie pagina 3-17
Hiermee kunnen kopieën worden geperforeerd.
OrigineelPerforatieposities
* Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid en
de perforatiemodule zijn geïnstalleerd.
Als een ENERGY STA R® Partner, heeft SHARP bepaald dat dit product voldoet aan de
ENERGY STA R
®
richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
DocumentarchiveringZie HOOFDSTUK 7
Hiermee kan een documentafbeelding worden
opgeslagen op de harde schijf. Een opgeslagen
bestand kan eenvoudig worden opgeroepen om te
worden afgedrukt of te worden verzonden.
Afgedrukt
Origineelbeeld
Opslaan naar
de harde schijf
van de machine
*AR-M351N/AR-M451N of wanneer de functie voor het
archiveren van de documenten werd toegevoegd.
HDD
Opgeslagen
bestand oproepen
voor hergebruik
Verzonden
Energie besparingsfuncties
Dit product heeft de volgende twee stroomspaarfuncties, die helpen de natuurlijke resources te behouden en
milieuverontreiniging te reduceren.
Voorverwarmingstijd
Wanneer de machine voor geruime tijd in de stand-by-status in de key-operatorprogramma’s staat, verlaagt de
voorverwarmingsfunctie automatisch de temperatuur van de heatereenheid om energie te besparen, terwijl de
machine op stand-by staat.
Wanneer er een fax- of afdrukopdracht ontvangen wordt, of er toetsen ingedrukt worden op het
bedieningspaneel, of een origineel geplaatst wordt voor een kopieer-, fax- of netwerkscanopdracht, slaat de
voorverwarmingsfunctie automatisch af.
Automatische uitschakelfunctie
De automatische uitschakelfunctie is het tweede niveau van de energiereductie. In deze stand wordt de
stroomtoevoer naar de fuseereenheid en het tiptoetspaneel uitgeschakeld. De automatische
uitschakelfunctie bespaart meer stroom dan tijdens de voorverwarmingsfunctie, maar het duurt langer om
de machine opnieuw op te starten. De vooraf ingestelde tijd voordat deze functie actief wordt kan worden
ingesteld met behulp van een key-operatorprogramma's.
Wanneer de machine als printer wordt gebruikt en een van de bovengenoemde functies actief is, wordt deze
functie onmiddellijk gedeactiveerd door een binnenkomende bewerking en zal het apparaat automatisch
opwarmen en beginnen te printen wanneer het de bedrijfsklare temperatuur heeft bereikt.
Wanneer de machine is geconfigureerd voor een multifunctionele bewerking en een van de bovengenoemde
functies actief is, wordt deze functie net als hierboven gedeactiveerd door een binnenkomende printopdracht.
Beide modi kunnen ook worden gedeactiveerd door een toetsbediening van DOCUMENTARCHIVERING,
BEELD VERZENDEN of KOPIE modustoets.
1-8
Page 19
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Buitenkant
(1)(2)(3)(4)(5)(6)(7)(8)(9)(10)
(11)
(12)
1
(13)
(1) Handinvoercassette*
(2) Uitvoercassette*
(3) Automatische origineelinvoer (Zie pagina 4-2.)
Hiermee kunnen automatisch meerdere vellen
originelen worden ingevoerd en gescand. Beide
zijden van dubbelzijdige originelen kunnen in één
keer worden gescand.
(4) Duplexmodule*
Module voor dubbelzijdig afdrukken.
(5) Bovenste gedeelte papieruitvoer (Middelste
papiercassette)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
(6) Verlengstuk bovenste uitvoercassette*
Ondersteunt papier van groot formaat.
(7) Bedieningspaneel
(8) Voorklep
Openen om toner toe te voegen.
(9) Hoofdschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te
zetten.
(
10
) Papiercassette 1
(11)
Staande/3 x 500 blad papierlade *
(12)
Staande/MPD & 2000 blad papierlade * (Zie pagina 2-11.)
(13)
Universele lade* (Zie pagina 2-8.)
*(1), (2), (4),
(6), (11)
, (12) en
(13)
zijn randapparaten. Voor een beschrijving van deze apparatuur, zie pagina 1-11.
1-9
Page 20
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Binnenkant
(14)(15)(16)(17)
(14) Duplexmodule zijklep
Open deze om vastgelopen papier in de
duplexmodule te verwijderen.
(
15
) Klink zijklep
Omhoog duwen om de zijklep te openen wanneer
er papier is vastgelopen in de hoofdeenheid.
(
16
) Heatereenheid
Optillen om de zijklep te openen wanneer er
papier is vastgelopen in de hoofdeenheid.
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
(18)(19)
(
17
) Tonercartridge (drum/tonercartridge)
De toner cartridge moet worden vervangen
wanneer dit op het bedieningspaneel wordt
aangegeven. (Zie pagina 2-15.)
(
18
) Fotogeleidende drum
Afbeeldingen worden gevormd op de
fotogeleidende drum.
OPMERKING
Raak de fotogeleidende drum niet aan en beschadig
deze niet.
19
) Ontgrendelingshendel
(
Wanneer u de drum-, toner- of ontwikkelingscartridge
terugplaatst, draait u dit hendel en trekt hem er daarna uit.
1-10
Page 21
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur
(11)
(10)
(9)
(8)
(7)
(1) Verlengstuk bovenste uitvoerlade (AR-TE4)
Monteer deze eenheid aan de bovenste
papieruitvoercassette. Dit verlengstuk is nodig om
papier van groter formaat te ondersteunen.
(2) Afwerkingseenheid (AR-FN6)
Uitvoerbladen kunnen worden gesorteerd op paginavolgorde
of gegroepeerd per pagina. Gesorteerde sets of groepen
worden verschoven gestapeld zodat ze gemakkelijk
gescheiden kunnen worden bij het oppakken. Gesorteerde
sets kunnen geniet of ongeniet geleverd worden.
(3) Rechter uitvoerlade (AR-TE5)
Bevestig aan het uitvoergedeelte aan de rechterkant
van de kopieermachine.
(4) Postbakstapeler (AR-MS1)
Deze eenheid is een uitvoersorteerder met zeven
ontvangvakken.
Het vak dat geprinte uitvoer moet ontvangen kan
geselecteerd worden in de printerdriver. Elk vak kan
aangewezen worden om geprinte uitvoer te ontvangen
voor een individuele persoon of groep mensen, zodat
hun afdrukken gescheiden worden van andere
gebruikers en gemakkelijk te herkennen zijn.
Wanneer deze eenheid geïnstalleerd is, worden
kopieën of faxen naar de bovenste cassette gevoerd en
niet naar de postvakken.
(5) Staande/MPD & 2000 blad papierlade (AR-D28)
Deze papierinvoereenheid heeft een universele bovenlade
(Zie item (6).) en een onderlade waarin maximaal 2000
bladen van 80
g
/m2 (20 lbs.) papier gaan.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(
6) Universele lade (AR-MU2)
Er kunnen maximaal 500 bladen van 80 g/m2 (20
lbs.) papier geladen worden. Er kan ook special
papier, zoals enveloppen (alleen standaardformaat)
en kaarten, geladen worden.
(7) Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D27)
Deze papierinvoereenheid heeft een universele
bovenlade (Zie item (6).) en twee onderladen waarin
maximaal 500 bladen van 80
(8) Zadelsteek afwerkingseenheid (AR-FN7)
De zadelsteek afwerkingseenheid zet automatisch
twee nieten in de centrumlijn van het papier en vouwt
deze langs de centrumlijn om.
Er is een optionele perforatiemodule beschikbaar
voor installatie in de afwerkingseenheid.
(9) Duplexmodule (AR-DU3)
Een optionele duplexmodule moet geïnstalleerd te
worden om automatisch tweezijdig te kunnen
afdrukken.
(10)Duplexmodule/handinvoerlade (AR-DU4)
Deze module is vrijwel hetzelfde als (9) hierboven, maar
heeft een extra handmatige papierinvoereenheid.
(11)Uitvoerlade (AR-TE3)
Gemonteerd aan de papieruitvoerpoort van de
duplexmodule.
g
/m2 (20 lbs.) papier gaan.
1
1-11
Page 22
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
■ Andere optionele randapparatuur
●Printerserver kaart (AR-NC7)
Dit is een NIC-kaart (Network Interface Card) die
noodzakelijk is om de netwerkprinter en
netwerkscanner functies te gebruiken.
●Printerserver kaart (AR-NC8)
Dit is een NIC-kaart (Network Interface Card) die
noodzakelijk is om de netwerkprinter functie en de
functie voor het archiveren van de documenten en
de netwerkscanner functie te gebruiken.
●Barcode lettertypenkit (AR-PF1)
Deze kit voegt barcode lettertypen toe aan de
machine.
De AR-FR21 en de AR-FR21U zijn voorzien voor
modellen die een harde schijf bezitten en de ARFR22 en AR-FR22U zijn voor modellen zonder
harde schijf. Deze kit wordt gebruikt om
onmiddellijk na het afdrukken of doorsturen van
een document, alle elektronische gegevens van de
harde schijf en uit het geheugen te verwijderen.
●PS3-uitbreidingskit (AR-PK6)
Deze kit zorgt voor de compatibiliteit van de printer
met PostScript 3.
●Faxapparaat uitbreidingskit (AR-FX12)
Deze kit is vereist voor de toevoeging van de
faxfunctie.
●Aanvullend faxgeheugen (8MB) (AR-MM9)
●Netwerkscanner-uitbreidingskit (AR-NS3)
Deze kit is vereist voor de toevoeging van de
netwerkscannerfunctie.
De netwerkprinter functie is noodzakelijk om de
netwerkscanner functie toe te voegen. Bij modellen
die niet standaard zijn voorzien van de
netwerkprinter functie, is een printerserver kaart
noodzakelijk.
●Flash ROM kit (AR-PF2)
Deze kit bevat download fonts.
Sommige randapparaten kunnen niet samen geïnstalleerd worden, terwijl andere de installatie van een of meer
andere vereisen om functioneel te kunnen zijn. Zie pagina 8-4, "LIJST COMBINATIES RANDAPPARATUUR".
Randapparaten zijn in principe optioneel, maar sommige worden bij bepaalde modellen standaard geleverd.
1-12
Page 23
Bedieningspaneel
(1)(3)
Wanneer de functie voor het
archiveren van de documenten niet
werd toegevoegd.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
PRINT
(2)
(1) Toetsenpaneel
De status van de machine, meldingen en tiptoetsen worden
op dit paneel weergegeven. De functies
documentarchivering*
3
fax*
worden gebruikt door op het scherm over te schakelen
1
, kopiëren, netwerkscanner*2 en
naar de gewenste functie. Zie de volgende pagina.
(2) Functieselectietoetsen en indicators
Worden gebruikt om te schakelen tussen de
functies en het bijbehorende scherm op de display.
[DOC ARCHIVERING] toets
Druk op deze toets om de functie documentarchivering
te selecteren. (Zie pagina 7-5.)
Wanneer de functie voor het archiveren van de
documenten niet werd toegevoegd, is deze toets de
[PRINT] toets. Wanneer de printer functie werd
toegevoegd wordt deze toets ingedrukt om over te
schakelen op het print mode scherm .
[BEELD VERZENDEN] toets/LIJN indicator/
DATA indicator
Druk op deze toets om de netwerkscanner
modus
*2 of faxmodus*3 te openen. (Raadpleeg
"Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)") en
"Gebruiksaanwijzing (voor fax)".)
[KOPIE] toets
Druk op deze toets om de kopieerfunctie te selecteren.
(3) AFDRUK-module-indicators
GEREED indicator
Wanneer deze indicator brandt kunnen er
printgegevens worden ontvangen.
DATA indicator
Wanneer deze indicator oplicht of knippert
worden er printgegevens ontvangen. Deze
indicator licht ook op of knippert wanneer de
machine bezig is met afdrukken.
DOC ARCHIVERING
BEELD WERZENDEN
KOPI E
OPDRACHT STATUS
(4)
(4) [OPDRACHT STATUS] toets
(5) [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
(6) Numerieke toetsen
1
*
(7) [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
(8) [#/P] toets
(9) [C] toets (Wissen toets)
(10)
(11)
AFDRUKKEN
GEREED
DATA
LIJN
DATA
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
(5)
(7)
(8)
(10)(11)
(9)(6)
Druk op deze toets om de huidige opdrachtstatus
weergegeven. (Zie pagina 1-15.)
Deze toets wordt gebruikt om gebruikersnamen en
mapnamen voor de functie documentarchivering
*1 op te
slaan, te bewerken en te wissen. Ook wordt deze toets
gebruikt om de key-operatorprogramma's en
printerinstellingen te configureren. (Zie pagina 7-21.)
Deze toets worden gebruikt om numerieke
waarden voor diverse instellingen in te voeren.
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren,
documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3.
Deze toets wordt gebruikt als programma toets
voor kopieerfuncties en voor het kiezen van een
faxnummer in de fax functie*
3
.
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren,
documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3.
[START] toets
Gebruikt deze toets in de kopieerfunctie om het
kopiëren te starten, in de netwerkscannerfunctie om
een document*
2
of in de faxfunctie*3 om een document
voor verzending te scannen.
[CA] toets (Alles wissen toets)
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren,
documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3.
Gebruik deze toets om instellingen te annuleren en
een handeling uit te voeren vanuit de
begininstellingen van de machine.
1
*1 Wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
*2 Wanneer de netwerkscanner optie is geïnstalleerd.
*3 Wanneer de fax optie is geïnstalleerd.
1-13
Page 24
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
0666211221
003 / 000
003 / 000
010 / 000
SETS / VOOR
1/13
VOLTOOID
PAPIER BIJ.
0
KAFTINST.
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
ANNULERENOK
OK
BOEKKOPIE
TANDEM-
KOPIE
B4
A3
A4
A4
Toetsenpaneel
De weergave van het tiptoetsenpaneel in deze
handleiding bestaat uit afgedrukte afbeeldingen en
kunnen verschillen van de werkelijke weergave van
de schermen.
■
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
De onderdelen op het
toetspaneel zijn
eenvoudig te selecteren
door de toets van het
betreffende onderdeel
aan te tippen met een
Pieptoon
vinger. De selectie van
een onderdeel wordt
bevestigd door een
pieptoon*. Bovendien zal het toetsgebied
oplichten voor de visuele bevestiging.
* Als grijze toetsen worden aangetipt, klinkt er een
dubbele pieptoon.
[Voorbeeld 2]
De grijze toetsen op alle
schermen kunnen niet
worden geselecteerd.
■ Een functie selecteren
[Voorbeeld 1]
Als een bepaalde toets
brandt in een instelscherm
op het moment dat dit
scherm verschijnt, kan de
[OK] toets worden
ingedrukt om de selectie op
te slaan zonder verdere
handelingen.
[Voorbeeld 2]
Een functie in het scherm
speciale functies wordt
geselecteerd door de toets
aan te tippen zodat deze
oplicht. Tip nogmaals op de
opgelichte toets om de
selectie te annuleren.
Kopieerfunctie
● Boekkopie
● Opdracht samenstel.
● Tandemkopie
● Spiegelbeeld
● Z/W omgekeerd
De pieptonen ter bevestiging kunnen worden
uitgeschakeld met behulp van een keyoperatorprogramma's. (Zie pagina 10 van het
"Handboek voor de hoofdoperator".)
1-14
[Voorbeeld 3]
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
Er verschijnt een bij de
functie passend icoon
op tippaneel en
hoofdscherm van de
geselecteerde modus.
Als dit icoon wordt
aangetipt verschijnt het
instelscherm van de
functie (of een
menuscherm), zodat de instellingen kunnen
worden gecontroleerd of aangepast en de functie
eventueel eenvoudig kan worden geannuleerd.
Page 25
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
■
Opdrachtstatus (van toepassing op de functies printen, kopiëren, fax, netwerkscanner en Internet fax)
Dit scherm worden weergegeven wanneer de [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel worden ingedrukt.
Dit scherm kan worden gebruikt om de "OPDR.WACHTR" weergegeven (voor het bekijken van opgeslagen opdrachten en de huidige
opdracht) of de "VOLTOOID" opdrachtlijst (met de voltooide opdrachten). Dit scherm kan gebruikt worden om opdrachten te
controleren, een huidige opdracht te onderbreken om een andere opdracht uit te voeren en een opdracht te annuleren.
(1)
"OPDRACHTWACHTRIJ" scherm
*1
(2)
"VOLTOOID"
opdrachtscherm
1
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
KOPIEREN
Suzuki
066211221
AFDRUKOPDR.
(3)(4)(5)(6)(7)(8) (9)(10)(11)
SETS / VOORTGANG
020 / 001
020 / 000
020 / 000
002 / 000
E-MAIL/FTP
(1) Opdrachtlijst
De weergegeven opdrachten in de opdrachtlijst zijn zelf
bedieningstoetsen. Om een printbewerking te annuleren of
om een bewerking de hoogste prioriteit te geven, dient u op
de relevante opdrachttoets te drukken en de gewenste
bewerking uit te voeren m.b.v. de toetsen die worden
beschreven in (8) en (9).
Hier worden de huidige opdracht en de opdrachten in de wachtrij
weergegeven. De iconen aan de linkerzijde van de opdrachten in
de wachtrij geven de opdrachtmodus weer. Het icoon voor
documentarchivering opnieuw printen opdracht brandt.
Nb: Het icoon licht niet op tijdens het opnieuw verzenden
van een fax/afbeelding verzendopdracht.
STATUS
COPYING
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
OPROEP
INTERNETFAX
1/1
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
INTERNETFAX
*1 "PAPIER OP" in het scherm opdrachtstatus
Wanneer een opdrachtstatusscherm "PAPIER OP"
weergeeft is het gespecificeerde papierformaat voor het
uitvoeren van de bewerking in geen enkele lade aanwezig.
In zo'n geval wordt de opdracht in de wacht gezet totdat
het juiste papierformaat weer aanwezig is. Andere
opdrachten in de wachtrij zullen (indien mogelijk) worden
afgedrukt totdat het juiste papierformaat weer aanwezig
is. (Wanneer het papier opraakt tijdens het printen wordt
er geen andere bewerking afgedrukt.) Wanneer u het
papierformaat moet wijzigen, omdat het gespecificeerde
papierformaat niet beschikbaar is, tipt u op de huidige
opdrachttoets om deze te selecteren en vervolgens op
de [DETAILS] toets zoals beschreven in (10) .
Print modusKopie modus
E-MAIL/FTP modus
Scannen naar
e-mail opdracht
Scannen naar
FTP opdracht
Scannen naar Desktopopdracht
Fax modus
Fax verzenden
opdracht
Fax ontvangen
opdracht
PC-Fax verzenden opdracht
Internet Fax modus
i-Fax verzenden
opdracht
i-Fax ontvangen
opdracht
PC-Internet Fax verzenden opdracht
(2) Modusselectie toets
Hiermee schakelt u tussen "OPDR.WACHTR" en
"VOLTOOID" in het scherm opdrachtlijst.
"OPDR.WACHTR": Toont de opgeslagen opdrachten en de
huidige opdracht.
"VOLTOOID":Toont de voltooide opdrachten.
Bestanden die zijn opgeslagen met behulp van de functies
"BESTAND"*
2
en "SNELBESTAND"*2 en voltooide
distributie verzendopdrachten verschijnen als toetsen in het
scherm voltooide opdrachten. In het scherm voltooide
opdrachten de "BESTAND"*
2
of "SNELBESTAND"*
opdrachttoetsen kan worden aangetipt, gevolgd door de
[OPROEP] toets*
2
om een voltooide opdrachten oplopen
en vervolgens af te drukken of de verzenden. Een voltooide
distributie verzendopdracht kan worden aangetipt gevolgd
door de [DETAILS] toets om het resultaat van de
verzending te controleren.
*2 Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van
de documenten werd toegevoegd.
1-15
2
Page 26
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
(3) [AFDRUKOPDR.] toets
Hiermee wordt de afdrukopdrachtlijst van de
printmodus (kopiëren, printen, fax ontvangst,
Internet fax ontvangst en auto printen) weergegeven.
(4) [E-MAIL/FTP] toets
Hiermee wordt de verzendstatus en de voltooide
opdrachten van de scanmodus (Scannen naar email, Scannen naar FTP en Scannen naar
Desktop) weergegeven, wanneer de
netwerkscanneroptie is geïnstalleerd.
(5) [FAXOPDRACHT] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de
voltooide opdrachten van de faxmodus (fax en
PC-Fax) weergegeven wanneer de faxoptie is
geïnstalleerd.
(6) Beeldscherm omschakelingstoetsen
Gebruik deze toetsen om te schakelen tussen de
pagina's van de weergegeven opdrachtlijst.
(7) [INTERNETFAX] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de
voltooide opdrachten van de Internet faxmodus en
de PC Internet faxmodus weergegeven wanneer
de netwerkscanneroptie is geïnstalleerd.
(8) [STOP./WIS.] toets
Wordt gebruikt om de huidige opdracht te
annuleren of de opgeslagen opdracht te wissen.
Nb: het afdrukken van ontvangen faxen en
Internetfaxen kunnen niet worden geannuleerd of
gewist.
(9) [PRIORITEIT] toets
Tip op deze toets, nadat u een opgeslagen
opdracht geselecteerd hebt in deze
[OPDR.WACHTR] lijst om de opdracht voor de
andere opdrachten af te drukken.
Let erop dat een huidige opdracht niet
onderbroken kan worden als het een onderbroken
kopieeropdracht of een printopdracht uit de lijst is.
(10)
[DETAILS] toets
Hier wordt gedetailleerde informatie van de
geselecteerde opdracht weergegeven.
die zijn opgeslagen met behulp van de functies
"BESTAND"
distributie verzendopdrachten
toetsen in het scherm voltooide opdrachten. Een
snelbestand in het scherm voltooide opdrachten of
de [Archivering] toets
gevolgd door de [OPROEP] toets
voltooide opdrachten oplopen en vervolgens af te
drukken of de verzenden. Een voltooide distributie
verzendopdracht kan worden aangetipt gevolgd
door de [DETAILS] toets om het resultaat van de
verzending te controleren.
(11)
[OPROEP] toets
Wanneer deze toets worden aangetipt nadat er
een opdracht in het VOLTOOID statusscherm is
geselecteerd (een opdracht opgeslagen met de
BESTAND of SNELBESTAND toetsen van de
functie documentarchivering), verschijnt het
"TAAKINSTELLINGEN" menuscherm waarin u
de voltooide opdracht opnieuw kunt verzenden
of afdrukken. (Zie "Documentarchivering" op
pagina 7-2.)
*2 en "SNELBESTAND"
*2 kan worden aangetipt,
2
*
Bestanden
*2 en voltooide
verschijnen als
*2 om een
*
2 Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de
documenten werd toegevoegd.
1-16
Page 27
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM
Gebruik de aan/uit-schakelaar aan de voorkant van de machine om de stroom aan of uit te zetten.
"AAN"positie
"UIT" positie
Stroomschakel
OPMERKINGEN
● Zet de beide schakelaars uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u een machinestoring vermoedt, er
een zware onweersbui op komst is of wanneer u de machine gaat verplaatsen.
● Als de faxfunctie toegevoegd is, laat dan altijd de faxschakelaar aan staan. Faxen kunnen niet ontvangen worden
wanneer de faxschakelaar uit staat. (Faxen kunnen ontvangen worden wanneer de hoofdschakelaar uit staat.)
LET OP
Verzeker u ervan dat de communicatie en
datalampjes op het bedieningspaneel niet knipperen
voordat u de hoofdschakelaar uitzet. Het
uitschakelen van de hoofdschakelaar of het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact terwijl
de indicators knipperen kan leiden tot
beschadigingen aan de harde schijf en kan het
verlies veroorzaken van gegevens die op dat
moment worden opgeslagen of ontvangen.
1
1-17
Page 28
ACCOUNTREGELING AAN/UIT
INGEN
INGEN
U kunt de accountregeling inschakelen om het aantal afgedrukte en verzonden (gescande) pagina's voor elke account bij te houden (er
kunnen max. 500 accounts worden aangemaakt). De paginatellingen kunnen op elk moment worden bekeken en opgeteld.
<Deze modus wordt ingeschakeld met aparte key-operatorprogramma's voor de functies kopiëren, printer, fax,
Internetfax, netwerkscanner, documentarchivering. (Pagina 7 van het "Handboek voor de hoofdoperator")>
Het apparaat gebruiken wanneer de accountregeling is ingeschakeld
Hieronder volgt een beschrijving van de procedure voor het kopiëren wanneer de accountregeling is ingeschakeld voor de kopieerfunctie.
OPMERKINGEN
●
Wanneer de accountregeling is ingeschakeld voor documentarchivering en fax/beeld verzending, verschijnt er
een melding waarin u wordt verzocht uw accountnummer in te voeren elke keer wanneer u schakelt naar het
hoofdscherm van een van deze functies in het toetspaneel. Voer uw accountnummer op dezelfde manier in als
voor de kopieermodus en start vervolgens de scanningprocedure.
●
Wanneer de a
instelscherm van de printer driver op uw computer om te kunnen printen.
ccountregeling is ingeschakeld voor de printerfunctie moet u uw accountnummer invoeren in het
Wanneer de accountregeling is ingeschakeld,
verschijnt de melding rechts op het toetspaneel.
Voer uw 5-cijferige accountnummer in wanneer het scherm hierboven verschijnt en start vervolgens de kopieerprocedure.
Voer uw accountnummer in (5 cijfers) met
1
de numerieke toetsen.
Terwijl u uw
accountnummer invoert,
veranderen de streepjes
(-) in sterretjes ().
Druk op de [C] (Wissen)
toets, als u een ongeldig
nummer hebt ingevoerd.
Voer vervolgens het juiste nummer in.
Wanneer er een correct accountnummer is
ingevoerd verschijnt de volgende melding.
ACCOUNTSTATUS :GEMAAKT /RESTEREND
KOPIEËN
:00,123,000/00,012,456
OK
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
Volg de juiste stappen om een
2
kopieeropdracht uitvoeren.
Wanneer het kopiëren is gestart verschijnt de
volgende melding op het scherm.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
DRUK OP [ACC.NR-C] WANNEER U KLAAR BENT.
Tip op de [ONDERBREKEN] toets om een
kopieeronderbreking (pagina (5-43) uit te voeren en
voer vervolgens uw accountnummer in zoals
beschreven in stap 1. De volgende melding verschijnt.
KOPIEERONDERBREKINGSMODUS.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
Als er een limiet is ingesteld door een keyoperatorprogramma voor het aantal kopieën per
account, zal het aantal kopieën dat nog gemaakt kan
worden in de display verschijnen.
Controleer het aantal in de display en tip op de
[OK] toets.
OPMERKING
Als "ACCOUNTNUMMERBEVEILIGING" is ingeschakeld in
de key-operatorprogramma's en er drie keer een ongeldig
accountnummer wordt ingevoerd, zal de melding "NEEM
CONT OP MET KEY-OPERATOR VOOR HULP." verschijnen.
(Pagina 8 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
Bediening is (gedurende ongeveer een minuut) niet
mogelijk wanneer deze melding verschijnt.
1-18
Druk op de [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
3
wanneer de kopieeropdracht is voltooid
Page 29
HOOFDSTUK 2
DE MACHINE BEHEREN
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u papier kunt laden, de toner cartridge kunt
vervangen en vastgelopen papier kunt verwijderen. Dit hoofdstuk bevat
ook informatie over bevoorrading.
Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, verschijnt er een melding in de display.
Volgende onderstaande procedure voor het bijvullen van papier.
OPMERKINGEN
● Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
● Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina 2-4.)
● Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, stelt u papiersoort en –formaat in volgens "Instellen van
papierformaat en -soort" (pagina
● Plaats geen zware voorwerpen en druk niet op een uitgetrokken lade.
●
Laad het papier met de afdrukzijde naar boven. Laad het papier echter met de afdrukzijde naar beneden, wanneer het
papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER".
* Laad het papier met de afdrukzijde naar boven als de dubbelzijdige functie is uitgeschakeld met behulp van "UITSCHAKELEN
VAN DUPLEX" in het key-operatorprogramma's (Zie pagina 11 van het handboek voor de hoofdoperator.).
Papier laden in papierlade 1
2-5).
Trek papierlade 1 uit.
1
Plaats het papier in de lade.
2
Trek de lade er
voorzichtig uit totdat
deze niet meer verder
kan.
Laad geen papier boven
de maximum hoogtelijn
(ongeveer 500 bladen
van 80 g/m
papier).
2
(20 lbs.)
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
3
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
Stel het papiertype in.
4
Wanneer u de papiersoortinstellingen wijzigt,
nadat het papiersoort is gewijzigd in één van de
papiercassettes, zie dan "Het papiertype en
papierformaat instellen" (pagina 2-5).
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
5
voltooid.
Papierformaat in papierlade 1 wijzigen
Voor papierlade 1, kan A4, B5 of 8-1/2" x 11" formaat papier worden geladen. Gebruik de volgende procedure om
het formaat te wijzigen.
Trek papierlade 1 uit.
1
Verwijder eventueel achtergebleven papier.
Pas de geleiders A en B in de cassette aan
2
de lengte en breedte van het papier aan.
De geleiders A en B zijn
te verschuiven. Pas
deze aan het
papierformaat aan door
de grendelhefbomen
samen te knijpen.
Plaats het papier in de lade.
3
2-2
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
4
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
Stel het papierformaat in.
5
Zorg ervoor dat papierformaat en –soort ingesteld
worden volgens "Het papiertype en papierformaat
instellen" (pagina 2-5).
Wanneer dit niet gebeurt, kan het papier
vastlopen.
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
6
voltooid.
Page 31
PAPIER BIJVULLEN
Specificaties van de papiercassettes
De specificaties voor papiersoorten en -formaten die in elke lade kunnen worden gebruikt, worden hieronder weergegeven.
LadeLadenr.
(naam van
de lade)
Papiercassette 1Lade 1Standaard papier (Zie de volgende
Universele
lade
/handinvoerlade
Staande
/3 x500 blad
papierlade
Staande
MPD & 2000
blad
papierlade
Bovenste
Middelste
Onderste
Bovenste
Onderste
Lade 2
/handinv
oerlade
Lade 2Net als de universele lade
Lade 3Standaard papier (Zie de volgende pagina
Lade 4
Lade 2Net als de universele lade
Lade 3Standaard papier (Zie de volgende
Standaard papier (Zie de volgende
pagina voor geschikt standaard
papier.)
Speciaal papier
(Zie de volgende
pagina voor
toepasbaar
speciaal papier.)
voor geschikt standaard papier.)
pagina voor geschikt standaard
papier.)
●
Dik papier
●
Etiketten,
transparante folie
Briefkaarten●
Enveloppen kunnen
uitsluitend worden
geladen via de universele
lade.
Geschikt laadgewicht
voor enveloppen is 75 tot
90
g/
m2 of 20 tot 23 lbs.
●
A4, B5, 8-1/2" x 11
●
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens
het instellen van papiersoort en -formaat
(pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 8-1/2 x 13"
●
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd
tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x
11"R, 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R
●
Niet-standaard papierformaten
●
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens
het instellen van papiersoort en -formaat
(pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
A4, A4R, B5, B5R
●
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd
tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens
het instellen van papiersoort en -formaat
(pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 8-1/2" x 13"
●
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd
tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende
papierformaten gebruikt worden met de
automatische detectiefunctie:
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x
11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R
●
A4, 8-1/2" x 11"
"
gewicht
60 tot 105 g/m
of 16 tot 28 lbs.
60 tot 128 g/m
of 16 tot 34 lbs.
Zie de
opmerkingen
voor speciaal
papier op de
volgende
pagina.
60 tot 105
of 16 tot 28 lbs.
60 tot 105g/m
of 16 tot 28 lbs.
2
2
2
g/
m
2
2
2-3
Page 32
PAPIER BIJVULLEN
■ Geschikt standaard papier
Voor een bevredigend resultaat dient standaard papier aan de volgende eisen te voldoen.
Papier in AB systeemPapier in inch systeem
A5 naar A35-1/2" x 8-1/2" tot 11"x17
Standaard papier60 tot 105g/m2 of 16 tot 28 lbs.
Recycled, gekleurd, geperforeerd, voorbedrukt en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven.
"
■ Geschikt speciaal papier
Voor een bevredigend resultaat dient speciaal papier aan de volgende eisen te voldoen.
TypeBijzonderheden
Speciaal papierDik papier●
Transparante folie,
etiketten en
doorslagpapier
Briefkaarten●
Enveloppen●
Voor A5 tot A4 of 5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 11" formaten, dik papier
tussen 60 en 128
●
Voor formaten groten dan A4 of 8-1/2" x 11" , kan dik papier tussen 60 en
g/
m2 of 16 tot 28 lbs. worden gebruikt.
105
●
Andere dikke papiersoorten indexvoorraad (176 g/m2 of 65 lbs.) kunnen
gebruikt worden.
dekbladpapier (200 tot 205 g/m2 of 110 lbs.) kan gebruikt alleen worden
gebruikt voor A4, 8-1/2" x 11" papier in portretpositie.
●
Voor A5 of 5-1/2" x 8-1/2" papier, dient landschappositie gebruikt te
worden.
●
Gebruik SHARP aanbevolen transparante film. Gebruik alleen door
SHARP aanbevolen etiketten. Wanneer dat niet gebeurt, kunnen
lijmresten in de machine achterblijven die vastlopen van papier, vlekken
op afdrukken of andere machineproblemen veroorzaken.
Japanse officiële briefkaarten kunnen worden gebruikt.
Geschikte standaardenveloppen: COM-10, Monarch, DL, C5, ISO B5,
CHOKEI 3
● Enveloppen kunnen uitsluitend worden geladen met lade 2.
Geschikt papiergewicht voor enveloppen is 75 tot 90 g/m2 of 20 tot 23 lbs..
g/
m2 of 16 tot 34 lbs. kunnen worden gebruikt.
■ Toepasbaar papier voor automatisch dubbelzijdig printen
Papier dat wordt gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (papier dat wordt geladen via de
duplexmodule) moet voldoen aan de onderstaande voorwaarden:
Papiertype: Standaard papier zoals hierboven gespecificeerd.
Papierformaat :
Papiergewicht :
OPMERKINGEN
● Speciaal papier (zoals hierboven aangegeven) kan niet worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig
afdrukken.
● Diverse typen standaard papier en speciaal papier zijn verkrijgbaar. Sommige van deze typen kunnen niet
worden gebruikt in de machine. Neem contact op met uw detailhandelaar of dealer wanneer u papier gaat
aanschaffen.
● De kwaliteit van de afbeelding en mate van tonerfusering van speciale papiersoorten kan afhangen van
omgevingscondities, werkomstandigheden en papierkenmerken waarbij de kwaliteit van de afbeelding minder is
dan bij het gebruik van SHARP standaard papier.
Moet een van de onderstaande standaardformaten zijn: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5R (11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2"R)
64 tot 105 g/m2 (16 tot 28 lbs.)
2-4
Page 33
PAPIER BIJVULLEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTERTOESTAND
LADE-INSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE / FORMAAT
LADE 2
KOPIEREN
I-FAX
DOC.
ARCHIV.
FAXEN
Het papiertype en papierformaat instellen
Volg deze stappen om de instelling van het papiertype te wijzigen, wanneer het papiertype in één van de laden is
gewijzigd. Zie pagina 2-3 voor de papiertypen die in elke lade kunnen worden gebruikt.
Druk op de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets.
1
GEBRUIKERS-
INSTELLINGEN
Tip op de [PAPIERLADE-INSTELLINGEN] toets.
2
Het scherm Gebruikersinstellingen verschijnt.
Het scherm Papierlade
selectie verschijnt.
Toets op de [LADE-INSTELLINGEN] toets.
3
Tip op de [TYPE / FORMAAT] toets.
5
NORMAAL PAPIER
Selecteer het papiertype dat in de lade is
6
geplaatst.
/ A4
Voorbeeld: Het papiertype van lade 2 is
geselecteerd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
NORMAAL PAPIER
VOORBEDRUKTGEPERFOREERD
RECYCLED
BRIEFPAPIER
KLEUR
ZWAAR PAPIER
ETIKETTEN
TRANSPARANT
TABPAPIER
Tip op het gewenste papiertype om het type te selecteren.
Het scherm voor papierformaatinstelling verschijnt.
2
ANNULEREN
1/2
1/2
Open het scherm van de gewenste
4
papierlade.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
AFDRUKKEN
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
KOPIEREN
FAXEN
I-FAX
DOC.
ARCHIV.
VASTE
PAPIERZIJDE
DUPLEX
UITSCHAKELEN
NIETEN
UITSCHAKELEN
PERFOREREN
UITSCHAKELEN
OK
1/4
Tip op de toets of toets om het
instelscherm van de gewenste papierlade weer te
geven.
OPMERKING
Open het laatste scherm met de toets en
selecteer [AUTOMATISCHE LADE SELECTIE] om
automatisch te schakelen naar een lade met
hetzelfde papierformaat en type (als deze aanwezig
is) wanneer het papier uit de papierlade opraakt.
OPMERKING
Zwaar papier, etiketbladen en transparante folie kunnen niet
gebruikt worden in lades 1, 3 en 4. Enveloppen kunnen alleen
gebruikt worden in lade 2.
■ Gebruikerstype
Stel een gebruikerstype in, wanneer een papiersoort als
optie niet aanwezig is. Tip op de toets in het scherm
in stap 6 om het selectiescherm gebruikerstype te
openen en vervolgens een gebruikerstype te selecteren.
Als u een gebruikerstypenaam wilt opslaan of bewerken
of lade-eigenschappen wilt instellen, zie dan
"Programmeren en bewerken van papiersoorten" op
pagina 2-7.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
GEBRUIKERSTYPE 1
GEBRUIKERSTYPE 5
GEBRUIKERSTYPE 2
GEBRUIKERSTYPE 6
GEBRUIKERSTYPE 3
GEBRUIKERSTYPE 7
ANNULEREN
2/2
GEBRUIKERSTYPE 4
1/2
2-5
Page 34
PAPIER BIJVULLEN
AFDRUKKEN
KOPIEREN
FAXEN
I-FAX
DOC.
ARCHIV.
AB
Y
297
420
X
(148 432)
mm
INCH
OK
(100 297)
mm
Y
X
AB
Y
100
300
Y
X
INCH
OK
(148 432)
mm
(100 297)
mm
X
AB
Y
100
300
Y
X
INCH
OK
NIETSTANDAARDFORMAAT
11X17,8 X14,8 X11
1
/
2
1
/
2
8 X11R,7 X10 ,5 X8 R
1
/
2
1
/
4
1
/
2
1
/
2
1
/
2
A3,A4,A4R,A5R,B4,B5
B5R,216x330(8 x13)
X17 Y11
1
/
2
5
/
8
Selecteer het papierformaat dat in de lade
7
is geplaatst.
Tip op de geschikte toetsen (checkboxen).
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
TYPE
NORMAAL PAPIER
AUTO-INCH
AUTO-AB
INVOER FORMAAT
[AUTO-INCH] toets:
FORMAAT
1
1
/
/
2
11X17,8 X14,8 X11
1
/
2
8 X11R,7 X10 ,5 X8 R
A3,A4,A4R,A5R,B4,B5
B5R,216X330(8 X13)
X17 Y11
2
1
1
/
/
4
2
1
/
2
1
/
2
NIETSTANDAARDFORMAAT
Selecteer deze optie wanneer u op inch
TYPE
1
/
2
OK
POST
2/2
gebaseerd papierformaat heeft geladen.
[AUTO-AB] toets
: Selecteer deze optie wanneer u op AB
gebaseerd papierformaat heeft geladen.
[INVOER FORMAAT]
toets
[NIET-STANDAARDFO
RMAAT] checkbox
:
Selecteer deze optie om rechtstreeks het
papierformaat in te voeren (Zie pagina 2-6.).
:
Selecteer deze optie wanneer u
een niet-standaard papierformaat
hebt geladen (Zie pagina 2-6.).
[POST] toets.: Selecteer deze wanneer u
briefkaarten hebt geladen.
OPMERKING
De formaten die kunnen worden geselecteerd
hangen af van het geselecteerde papiertype.
Tip op de [OK] toets in het formaat
8
instelscherm.
U keert terug naar het scherm papierlade-instelling van stap 4.
Selecteer de uitvoerfuncties die kunnen worden
9
gebruikt met de geselecteerde lade.
Tip op de checkboxen
onder het gewenste item
om deze te selecteren.
De te selecteren
checkboxen zijn
afhankelijk van de
geïnstalleerde opties.
Configureer de papierinstellingen voor
10
elke lade en tip vervolgens op de [OK]
toets om het scherm te verlaten.
OPMERKING
Het geladen papierformaat en papiersoort kunnen ook
worden ingesteld vanuit het scherm papierselectie. Tip op de
[PAPIERFORMAAT] toets bovenaan het basisscherm om het
scherm papierselectie te openen en tip vervolgens op de
[PAPIERFORMAAT] toets van de handinvoerlade en ga
daarna naar stap 6.
Formaat instellen wanneer er een speciaal papierformaat is geladen
OPMERKING
Speciale papierformaten kunnen niet worden geladen in de lades 1, 3, en 4.
Lade 2 en de handinvoerlade
Volg de stappen 1 tot en met 6 van "Het papiertype en
1
papierformaat instellen" (Zie pagina 2-5.).
Tip op de [INVOER FORMAAT] toets aan
2
en vervolgens op het tabblad [AB].
Tip op de toets of de toets om de
3
X (breedte) en Y (lengte) afmetingen van
het papier in te voeren.
2-6
De formaatinvoer pallet
verschijnt.
Invoer van de X afmeting
(breedte) is aanvankelijk
geselecteerd. Tip op de
[Y] toets en voer de Y
afmeting (lengte) in, net
als de X afmeting.
Tip op de [OK] toets.
4
U keert terug naar het scherm
papierformaatinstelling van
(148 432)
mm
(100 297)
mm
Selecteer de [NIET-STANDAARDFORMAAT] checkbox
5
als het papier een niet-standaardformaat heeft.
Volg de stappen 8 tot en met 10 van "Het papiertype
6
en papierformaat instellen" (Zie pagina 2-6.).
stap 2.
Page 35
PAPIER BIJVULLEN
OK
PAPIERSOORTREGISTRATIE
U
U
VASTE
PAPIERZIJDE
SOORTNAAM
PAPIERSOORTREGISTRATIE
NR.01
GEBRUIK.TYPE 1
NIETEN
UITSCHAKELEN
DUPLE
UITSC
PERFO
UITSC
VASTE
PAPIERZIJDE
SOORTNAAM
PAPIERSOORTREGISTRATIE
NR.01
GEBRUIK.TYPE 1
NIETEN
UITSCHAKELEN
DUPLE
UITSC
PERFO
UITSC
DUPLEX
UITSCHAKELEN
PERFOREREN
UITSCHAKELEN
VERLATENANNULEREN
Programmeren en bewerken van papiersoorten
Volg onderstaande stappen om de naam van een papiersoort te programmeren of te bewerken of papierkenmerken in te stellen.
Volg stap 1 en 2 van "Het papiertype en
1
papierformaat instellen".(pagina 2-5)
Tip de [PAPIERSOORTREGISTRATIE] toets aan.
2
Selecteer het papiersoort dat u wilt
3
programmeren of bewerken.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
GEBRUIK.TYPE 1
GEBRUIK.TYPE 5GEBRUIK.TYPE 6GEBR
Tip op de [SORTNAAM] toets.
4
GEBRUIK.TYPE 2GEBR
Een karakter-invoerscherm
verschijnt.
Voer een soortnaam in
(maximaal 14 karakters).
(Zie pagina 7-26 voor het
invoeren van karakters.)
"VASTE
PAPIERZIJDE"
: Selecteer deze optie wanneer het
papier met de afdrukzijde naar
beneden in de lade moet worden
geladen. Zorg ervoor dat er geen
checkmarkering verschijnt wanneer
het papier met de afdrukzijde naar
boven moet worden geladen.
• Gebruik deze instelling niet als de
dubbelzijdige functie is verboden in
"UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" in
het key-operatorprogramma's (Zie
pagina 11 van het handboek voor de
hoofdoperator.).
"DUPLEX
UITSCHAKELEN"
:
Verbieden van dubbelzijdig
afdrukken. Schakel deze functie in
wanneer de achterkant van het
papier niet kan worden bedrukt.
"NIETEN
UITSCHAKELEN"
:
Verbiedt het nieten. Schakel deze
functie in bij het gebruik van speciaal
papier zoals transparante film en
etiketvellen.
"PERFOREREN
UITSCHAKELEN"
:
Verbiedt het perforeren. Schakel
deze functie in bij het gebruik van
speciaal papier zoals transparante
film en etiketvellen.
OPMERKING
"VASTE PAPIERZIJDE" en "DUPLEX UITSCHAKELEN" kunnen
niet gelijktijdig zijn ingeschakeld.
Tip op de [VERLATEN] toets om het
6
programmeren/bewerken te verlaten.
2
5
Stel de eigenschappen van de papierlade in.
Tip op de checkboxen
aan de linkerzijde van de
items om deze te
selecteren.
2-7
Page 36
PAPIER BIJVULLEN
Het plaatsen van papier in de universele lade
De methode voor het laden van papier in de universele lade is dezelfde als voor papierlade 1, zie de beschrijving op pagina 2-2.
Voor papierspecificaties, zie pagina 2-3. Wanneer enveloppen, briefkaarten of transparante folie geladen wordt, volgt
u de beschrijving hieronder.
● Twee maximum hoogtelijnen zijn aangegeven: één voor standaard papier en één voor speciaal papier.
Maximale hoogtelijn voor standard papier
Laad geen standard papier boven deze lijn.
Maximale hoogtelijn special papier (rode lijn)
Laad geen speciaal papier boven deze lijn.
■ Hoe kunt u het papierformaat wijzigen
Als u het papierformaat of de papiersoort wilt wijzigen bij het laden van papier in de universele lade, zie dan
pagina
2-5 voor details.
■ Het instellen van enveloppen of briefkaarten
Wanneer u enveloppen of briefkaarten in de universele lade plaatst, laadt deze dan in de onderstaand
aangegeven richting.
Het laden van briefkaarten
Laad briefkaarten met de afdrukzijde naar boven aan
de linkerachterkant van de cassette zoals
weergegeven.
Het laden van enveloppen
Enveloppen kunnen uitsluitend worden geprint aan de
adreszijde. Zorg dat u de enveloppen met de
adreszijde naar boven plaatst en de bovenkant van de
envelop naar achteren gericht.
Printen op enveloppen of briefkaarten
● Indien u probeert op beide zijden van enveloppen of briefkaarten te printen, kunnen er papierstoringen of een
slechte printkwaliteit worden veroorzaakt.
● Gebruik geen papier dat is bedrukt door een thermische transfer of inkjet printer. Vooral papier dat bedrukt is
door een thermische transfer printer (zoals een tekstverwerker die een cassette gebruikt) kan ontbrekende
letters en vlekken geven.
● Ter voorkoming van kreuken, vastlopen en slechte kwaliteit afdrukken, dient u erop te letten dat briefkaarten
of enveloppen geen ezelsoren hebben.
2-8
Page 37
PAPIER BIJVULLEN
Printen op enveloppen
● Gebruik geen enveloppen met metalen klemmen, plastic klemmen, koordsluiting, vensters, voering, zelfplakkende
stroken of van synthetisch materiaal. Afdrukken hierop kan vastlopen, slechte toner aanhechting of andere
problemen veroorzaken.
● Er kunnen kreuken of vlekken optreden. Dit geldt vooral voor oppervlakken in reliëf en andere onregelmatige
oppervlakken.
● Bij hoge luchtvochtigheid en temperatuur kan de lijm op de flappen van de enveloppen kleverig worden zodat de
enveloppen bij het printen kunnen dichtplakken.
● Gebruik alleen vlakke, scherp gevouwen enveloppen. Omgekrulde of slecht gevormde enveloppen kunnen niet
goed worden geprint of kunnen papierstoringen veroorzaken.
Fuseereenheid drukafstelhendels
Wanneer enveloppen via de universele lade ingevoerd worden, kunnen er beschadigingen of afdrukvlekken op de
enveloppen optreden zelfs wanneer gespecificeerde enveloppen worden gebruikt. In dit geval kunt u het probleem
verminderen door de druk afstelbomen van de fuseereenheid om te schakelen van de normale drukpositie in een
lagere drukpositie. Volg de stappen hieronder.
2
OPMERKING
Denk eraan de hendel weer in de normale positie terug te plaatsen na het invoeren van de enveloppen. Indien u
dit niet doet, kunnen er problemen met de tonerhechting, papierstoringen of andere problemen ontstaan.
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module
en beweeg de module
voorzichtig weg van het
apparaat. Indien het
apparaat niet met een
duplexmodule is
uitgerust, dient u de
zijklep te openen.
Beweeg de twee afstelbomen met de
2
markering A en B in de afbeelding omlaag.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Indien het apparaat niet
met een duplexmodule
is uitgerust, dient u de
zijklep te sluiten.
A: Achterzijde van de
fuseereenheid
Normale positie
Positie met lagere druk
B: Voorzijde van de
fuseereenheid
2-9
Page 38
PAPIER BIJVULLEN
■ Het laden van transparante folie
Let erop dat u het transparante folie met het witte etiket naar boven laadt. Zorg ervoor dat er geen beeld op het etiket wordt
afgedrukt.
Het printen op de label kan printvlekken geven. Transparante folie moet in portretpositie worden ingevoerd.
Specificaties (universele lade)
NaamUniversele lade
Papierformaat/gewichtVoor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3.
Papiercapaciteit
Afmetingen
GewichtOngeveer 11 kg of 24,3 lbs.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
500 bladen (80
transparante folie
654 mm (B) x 567 mm (D) x 144 mm (H)
(25-3/64" (B) x 22-21/64" (D) x 5-43/64" (H))
Papier laden in de staande/3 x 500 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenlade is hetzelfde als de universele lade. Gebruik de bovenlade volgens de instructies van de universele lade
op pagina 2-8.
Middelste en onderste papiercassettes:
Tot maximaal 500 bladen door SHARP aanbevolen standaard papier kan in deze cassettes worden geladen. De methode
voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid. Zie de beschrijving (pagina 2-2).
OPMERKING
Als het papierformaat of de papiersoort gewijzigd wordt in één van de papierladen, moeten de lade-instellingen in
gebruikersinstellingen gewijzigd worden. Zie
"Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
Specificaties (staande/3 x 500 blad papierlade)
NaamStaande/3 x 500 blad papierlade
Papierformaat/gewichtVoor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3.
Papiercapaciteit
(standaard papier)
Afmetingen
GewichtOngeveer 32,9 kg of 70,6 lbs.
500 bladen (80
589 mm (B) x 630 mm (D) x 404 mm (H)
(23-3/16" (B) x 24-51/64" (D) x 15-29/32" (H))
g/m
2
( 20 lbs.)
2-10
Page 39
PAPIER BIJVULLEN
Papier laden in de staande/MPD & 2000 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenlade is gelijk aan de universele lade. De papierlaadmethode en het papier dat gebruikt kan worden zijn
hetzelfde als voor de universele lade. Zie de beschrijving van de universele lade (pagina 2-8).
Onderste papierlade:
De ruime onderlade kan tot 2.000 bladen A4 of (8-1/2" x 11") papier (80 g/m2 (20 lbs.)) bevatten. Gebruik de volgende
procedure voor het laden van papier in de ruime lade
OPMERKING
Als het papierformaat of de papiersoort gewijzigd wordt in één van de papierladen, moeten de lade-instellingen in
gebruikersinstellingen gewijzigd worden. Zie "Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
2
Trek de grote lade uit.
1
Trekt voorzichtig de lade
helemaal uit.
Plaats papier in de linker en rechter
2
papierinvoertabellen.
Plaats papier in de rechter
papierinvoertabel. De
rechter tabel kan ongeveer
1.200 bladen bevatten.
Til de papiergeleider
omhoog en plaats het papier
op linker papierinvoerplaat.
De linker plaat kan ongeveer
800 bladen bevatten. Let
erop dat u de papiergeleider
terugzet na het laden van het
papier
Schuif de grote papierlade weer voorzichtig
3
in het apparaat.
Druk de lade stevig
volledig in de machine.
Stel het papiertype in.
4
Als u het papierformaat van het AB-systeem
gewijzigd hebt in het inch-systeem of omgekeerd,
selecteert u het juiste soort volgens "Het papiertype
en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
589 mm (B) x 630 mm (D) x 404 mm (H)
(23-3/16" (B) x 24-51/64" (D) x 15-29/32" (H))
2
2-11
Page 40
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Hieronder worden de items beschreven die kunnen worden ingesteld met de gebruikersinstellingen.
●
Totaal aantal kopieën. . . . . . . . . . . . . . . Het aantal pagina's dat door de machine is verwerkt en de optionele randapparatuur
kunnen worden weergegeven. (Zie pagina 2-14.)
●
Standaardinstellingen . . . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om instellingen voor het schermcontrast van de display, datum en tijd en
keuze toetsenbord*
●
Lijst afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om lijsten met instellingen en lettertypen af te drukken. (Zie pagina 2-14.)
●
Papierlade-instellingen
. . . . . . . . . . . . . . . Het papiertype, papierformaat en automatische ladeselectie kunnen voor elke lade worden
ingesteld. Met de automatische ladeselectie kunt u automatisch schakelen tussen papierlades met
hetzelfde papiertype en papierformaat. Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, zal het
afdrukken automatisch worden voortgezet met papier uit de andere lade. (Zie pagina 2-14.)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen voor fax, netwerkscanner en printer voor een gedetailleerde
beschrijving van het gebruik van de onderstaande instellingen.
● Adresbeheer*
● Afzenderbeheer*
1
. . . . . . . . . . . . . . . Wordt gebruikt om informatie voor diverse functies op te slaan
2
. . . . . . . . . . . . . Wordt gebruikt om de informatie van de verzender te programmeren die
verschijnt bij de ontvanger op uw Scannen naar e-mail verzendingen.
●
Faxdata
*1 ontv/doorsturen
. . . . . .Ontvangen faxen in het geheugen en ontvangen Internetfaxen kunnen naar
een andere bestemming worden doorgestuurd.
● Printertoestand*
3
. . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om de standaardinstellingen voor de printerfunctie te
configureren (Zie de Gebruiksaanwijzing (voor printer).).
●
Beheer documentarchivering
*4. . . . Wordt gebruikt om de standaardinstellingen voor de functie
documentarchivering te configureren. (pagina's 7-21 tot 7-25)
● Key-operatorprogramma's . . . . . .Dit zijn programma's die worden gebruikt door de key operator (de
beheerder van de machine) om machine-instellingen te configureren. Er
verschijnt een toets voor deze instellingen in het menu met
gebruikersinstellingen. Raadpleeg het handboek voor de hoofdoperator
voor meer informatie over deze instellingen.
*1
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd in een systeem waar de functie fax of netwerkscanner beschikbaar is.
*2
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd in een systeem waar de functie netwerkscanner beschikbaar is.
*3
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd op een systeem waar de printer functie beschikbaar is.
*4
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd op een systeem waar de functie voor het archiveren van de documenten beschikbaar is.
1
te configureren. (Zie pagina 2-14.)
Algemene procedure voor de gebruikersinstellingen
Druk op de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets.
1
GEBRUIKERS-
INSTELLINGEN
Tip op de toets van het gewenste item om het
2
bijbehorende instelscherm weer te geven.
Het scherm Gebruikersinstellingen verschijnt.
Hieronder volgt een voorbeeld voor het selecteren
van de [STANDAARDINSTELLINGEN] toets en
vervolgens de [KLOK] toets.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
ADRESBEHEER
DOCUMENTARCH.
BEHEER
AFZENDERBEHEER
STANDAARD-
INSTELLINGEN
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
FAXDATA ONTV/
DOORSTUREN
VERLATEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTERTOESTAND
Op de volgende pagina volgt een gedetailleerde
beschrijving van de programma-instellingen.
Tip op de [KLOK] toets.
3
Tip op de [KLOK] toets waarna het volgende
scherm verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
KLOKAANPASSING
JAARMAANDDAGUURMINUUT
200410201427
INSTELLING ZOMERTIJD
Tip op het jaar, maand, dag, uur of minuten
4
toets en gebruik vervolgens deof
DATUMFORMAAT
toets om de instelling aan te passen.
●Indien u men niet bestaande datum selecteert
(bijvoorbeeld, 30 februari), wordt de [OK]
toets grijs om het invoeren van de datum te
voorkomen.
●Selecteer de [INSTELLING ZOMERTIJD]
checkbox onder klok automatisch aan te
passen aan de zomertijd.
OK
2-12
Page 41
Tip op de [DATUMFORMAAT] toets.
OK
E
12-UREN
5
Het volgende scherm verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
DATUMFORMAAT
MA/20/10/2004 14:27
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Druk op de gewenste formaattoetsen om het
6
formaat van de datum en tijd te wijzigen.
DAG-NAAM
POSITIE
EERSTE12-UREN
LAATSTE
24-UREN
De aangetipte toetsen zijn aangemerkt.
Het geselecteerde formaat wordt toegepast op de
afgedrukte lijsten in "LIJST AFDRUKKEN".
Tip op de [OK] toets.
7
U keert terug naar het
instelscherm voor de
datum en tijd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Meer informatie over instelprocedures
In het volgende type scherm wordt een instelling
geselecteerd door de toets zo in te drukken dat er
OK
een checkmarkering () verschijnt. De
onderstaande instellingen worden geconfigureerd
om lade 1 beschikbaar te stellen voor de print-,
kopieer- en faxmodus. Tip op de of toetsen
om het volgende scherm weer te geven.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
TYPE / FORMAAT
LADE 1
AFDRUKKEN
KOPIEREN
NORMAAL PAPIER
FAXEN
I-FAX
/ A4
DOC.
ARCHIV.
VASTE
PAPIERZIJDE
DUPLEX
UITSCHAKELEN
NIETEN
UITSCHAKELEN
PERFOREREN
UITSCHAKELEN
OK
1/4
2
Tip op de [OK] toets.
8
Tip op de [VERLATEN] toets om de
9
instellingen te verlaten.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
ADRESBEHEER
DOCUMENTARCH.
BEHEER
AFZENDERBEHEER
STANDAARD-
INSTELLINGEN
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
FAXDATA ONTV/
DOORSTUREN
VERLATEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTERTOESTAND
2-13
Page 42
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Over de instellingen
■ Totaal aantal kopieën
Hier worden de volgende paginatellingen weergegeven
(de tellingen die kunnen worden weergegeven hangen af
van de geïnstalleerde opties):
(1) De totale pagina-uitvoer van de machine.
(2) Het aantal originele pagina's dat door de machine is
verzonden.
(3) Het aantal keer dat de automatische origineelinvoer werd
gebruikt om originelen in te voeren en het aantal keer dat de
nieteenheid werd gebruikt (indien geïnstalleerd).
(4) Het aantal pagina's opgeslagen door documentarchivering.
Alleen in het geval van (1),
●
Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt geteld als
twee vellen.
●
Elk vel gebruikt voor automatisch dubbelzijdig kopiëren
wordt geteld als twee vellen (A3 (11" x 17") papier wordt
geteld als 4 vellen).
●
Papier met een ingevoerd formaat van 384 mm (15-1/8") of
grote wordt geteld als twee vellen (4 vellen gedurende het
automatisch dubbelzijdig kopiëren).
■ Standaardinstellingen
De onderstaande instellingen kunnen worden geconfigureerd:
●Displaycontrast
Schermcontrastaanpassing wordt gebruikt om het LCD-
toetspaneel beter zichtbaar te maken onder diverse
lichtomstandigheden. Tip op de [LICHTER] toets om het
scherm lichter te maken, of de [DONKERDER] toets om
het scherm donkerder te maken.
●Klok
Gebruik deze instelling om de datum en tijd van
de ingebouwde klok in te stellen. Deze klok
wordt gebruikt bij functies waarbij datum- en
tijdinformatie zijn vereist.
●Keuze toetsenbord
De indeling van het toetsenbord dat verschijnt in het
letter invoerscherm kan worden gewijzigd.
Selecteer de rangschikking van de lettertoetsen
die voor u het makkelijkst is.
De volgende drie alfabetische toetsenbordindelingen
zijn beschikbaar:
● Toetsenbord 1 (QWERT... configuratie)*
● Toetsenbord 2 (AZERTY... configuratie)
● Toetsenbord 3 (ABCDEF... configuratie)
* De standaardinstellingen is "Toetsenbord 1".
(Voorbeeld: Letter invoerscherm wanneer
Toetsenbord 3 is geselecteerd)
■ Lijstafdruk
Hiermee wordt een lijst afgedrukt met de machineinstellingen en een test pagina om de interne
lettertypen te controleren.
De volgende lijsten en pagina's zijn beschikbaar:
●Lijst alle gebruikersinstellingen
Toont de status van de hardware en de
software, de printerconfiguratie-instellingen, de
lade-instellingen en de tellingen.
●Testpagina printer
Toont de PCL-symbolenset lijst, lettertypen,
netwerkinterface (NIC-interface) instellingen en
de instellingen die worden gebruikt voor de
netwerkinterfacekaart.
●Adreslijst wordt verzonden
Eén toets bestemmingslijst, groepslijst,
programmalijst en geheugenvak-lijst.
●
Documentarchivering gebruikers-/mappenlijst
Toont de gebruikersnamen en foldernamen
voor documentarchivering.
●Afzenderbeheerlijst
Toont de opgeslagen afzenders.
OPMERKING
Een test pagina kan niet worden afgedrukt als
"TESTPAGINA NIET AFDRUKKEN" (Zie de
"Gebruiksaanwijzing (voor printer)".) is ingesteld op
"verbieden" in de key-operatorprogramma's.
■ Papierlade-instellingen
Het papiertype, papierformaat, ingeschakelde
functies en automatische lade selectie kunnen
worden ingesteld voor elke lade. Zie pagina 2-5
naar 2-7 voor informatie over het instellen van het
papiersoort en papierformaat. Het automatisch
overschakelen naar een andere papierlade wordt
gebruikt om over te schakelen naar een andere
papierlade met hetzelfde papiertype en
papierformaat voor het geval het papier opraakt
tijdens het continu afdrukken. Dit vereist dat de
papierlades zijn geladen met hetzelfde
papierformaat. De papierlade-instellingen kunnen
voor elke lade en voor de printerfunctie, de
kopieerfunctie, de faxfunctie, de Internet faxfunctie
en documentarchivering afzonderlijk worden
ingeschakeld of uitgeschakeld. Tip op de
checkbox-toets zodat er een checkmarkering
verschijnt
om de gewenste functie in te schakelen.
()
2-14
ABC abc
Page 43
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Wanneer de tonen opraakt verschijnt er een melding dat de toner cartridge moet worden vervangen.
OPMERKING
Om de hoeveelheid aanwezige toner te bekijken, drukt u de [KOPIE] toets in en houd deze vast tijdens het afdrukken of als de
machine in stand-by staat. Het percentage toner verschijnt in de display terwijl u deze toets ingedrukt houdt. Koop een nieuwe
tonercartridge en bewaar deze voor vervanging wanneer het percentage staat op "25-0%".
Volg de stappen hieronder om de tonercartridge te vervangen.
Open de voorplaat.
1
Zet de vergendelingshendel van de cartridge terug.
2
Terwijl u de vergrendelingshendel op de
3
tonercartridge ingedrukt houdt, trekt u de
tonercartridge naar u toe en haalt hem eruit.
Plaats een nieuwe tonercartridge.
5
Druk de cartridge door
totdat deze vastklikt.
Verwijder de verzegelingtape voorzichtig
6
van de cartridge.
Zodra de verzegeling
eraf getrokken is, wordt
de toner uit de cartridge
doorgeleid naar de
ontwikkelingscartridge.
Zet de vergendelingshefboom van de
7
patroon terug.
2
Neem een nieuwe tonerpatroon uit de
4
verpakking en schud dit ongeveer vijf keer
horizontaal heen en weer.
OPMERKING
Schud de tonercartridge
goed door om ervoor zorgen
dat de tonen goed loskomt
en niet blijft plakken aan de
binnenkant van de cartridge.
LET OP
●
Werp de cartridge niet in een open vuur. Hierdoor kan er toner uit de cartridge schieten en brandwonden veroorzaken.
● Bewaar tonercartridges buiten het bereik van kleine kinderen.
OPMERKING
Plaats de gebruikte tonercartridge in een plastic zak en bewaar deze. Plaats de gebruikte tonercartridge
horizontaal en niet verticaal in een plastic zak. Wanneer de cartridge verticaal wordt geplaatst kan er toner uitlopen
en de vloer of uw kleren bevuilen.
Sluit de voorplaat.
8
2-15
Page 44
OPSLAG VAN ONDERDELEN
Standaardonderdelen voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen zijn kopieerpapier,
tonercartridges en nietjes voor de afwerkingseenheid.
Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend Sharp Genuine Supplies te
gebruiken, die zijn ontworpen, vervaardigd en getest om de levensduur en de prestaties
van Sharp producten te optimaliseren. Let op het Genuine Supplies-etiket op de
tonerverpakking.
GENUINE SUPPLIES
■ Correcte opslag
1. Sla de onderdelen op in een ruimte die:
● schoon en droog is,
● een stabiele temperatuur heeft,
● niet aan direct zonlicht worden blootgesteld
2. Sla het papier op in de originele verpakking en
leg het papier plat neer.
3. Papier dat buiten de originele verpakking of
staand wordt opgeslagen kan gaan krullen of
vochtig worden. Dit kan leiden tot
papierstoringen.
4. Schud een nieuwe tonercartridge in horizontale
richting. Niet rechtop bewaren. Wanneer de
cartridge rechtop wordt bewaard kan de toner,
zelfs na goed schudden, niet correct worden
verdeeld en binnenin de cartridge blijven
plakken.
Voorraden en verbruiksgoederen
De levering van reserveonderdelen voor reparatie van de machine is gegarandeerd tot tenminste 7 jaar na
beëindiging van de productie. Reserveonderdelen zijn die onderdelen van de machine die binnen de periode van
normaal gebruik defect kunnen raken - onderdelen die normaal gesproken langer meegaan dan de levensduur
van de machine worden niet beschouwd als reserveonderdelen. Ook verbruiksgoederen zijn gedurende 7 jaar na
beëindiging van de productie beschikbaar.
2-16
Page 45
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
INFORMATIE
Wanneer er een papierstoring is opgetreden verschijnt de melding "ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN" in het scherm van het
toetspaneel op het bedieningspaneel en de uitvoer voor het printen inclusief kopiëren en faxen stopt. De mogelijke locaties van de
papierstoring worden aangegeven met "
informatie over het verhelpen van papierstoringen worden ook getoond.
"
zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. De paginanummers voor gedetailleerde
Papierstoring in de origineelinvoer (pagina 2-22)
Papierstoring in de afwerkingseenheid (pagina 3-12 )
Papierstoring in het doorvoergebied,
fuseergebied en uitvoergebied
(pagina 2-18)
Papierstoring in de duplexmodule
(pagina 2-19)
Papierstoring in de handinvoerlade
(pagina 2-19 )
Papierstoring
in de zadelsteek
afwerkingseenheid
(pagina 3-22)
OPMERKING
Afdrukken is niet mogelijk wanneer er een papierstoring optreedt waardoor ontvangen faxen of Internetfaxen op dat moment tijdelijk
in het geheugen zullen worden opgeslagen. De faxen worden automatisch afgedrukt wanneer de papierstoring is verwijderd.
Vastlopen van
papier in de
bovenlade
(pagina 2-21)
Papierstoring in papierlade 1
(pagina 2-20)
Vastlopen van papier in de
universele lade (pagina 2-21)
Papierstoring in staande/3 x 500 blad
papierlade (pagina 2-21)
Papierstoring in staande/MPD & 2000
blad papierlade (pagina 2-21)
Papierstoring in de
postbakstapeler
(pagina 3-6)
2
OPMERKINGEN
● Raak de fotogeleidende drum niet aan en
beschadig deze niet. (Zie pagina 2-18.)
● Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het
verwijderen.
● Zorg ervoor dat u alle achtergebleven
papierstukken verwijderd als het papier scheurt.
LET OP
De heatereenheid is heet.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van vastgelopen papier.
Heater eenheid
Vastgelopen papier begeleiding
De vastgelopen papier begeleiding kan worden geopend door te tippen op de [INFORMATIE] toets op het
toetspaneel nadat de papierstoring is opgetreden.
2-17
Page 46
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Papierstoring in het doorvoergebied, fuseergebied en uitvoergebied
o
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees hier voorzichtig bij
het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak de
metalen onderdelen niet aan.)
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en
beweeg de module
voorzichtig weg van het
apparaat.
Indien het apparaat niet
met een dubbelzijdige
module, dient u de zijklep te
openen cover similarly.
Verwijder het vastgelopen papier zoals
2
weergegeven op de onderstaande
afbeeldingen.
Draaiknop van de
OPMERKING
Indien het papier in het
transportgedeelte is
vastgelopen, draait u de
walsrotatieknop A in de
pijlrichting om het
vastgelopen papier te
verwijderen.
Raak de transportrol niet
aan en beschadig deze
niet.
Draaiknop van de rollen B
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees hier voorzichtig bij
het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak
metalen onderdelen niet aan.)
Handgreepje van de fuseereenheid
Indien het papier in het
heatergebied is
vastgelopen, draait u de
walsrotatieknop B in de
pijlrichting en verwijdert
het vastgelopen papier.
Draai het handgreepje van
de fuseereenheid naar
beneden om de
fuseereenheid te openen en
het vastgelopen papier te
verwijderen wanneer de
papierstoring optreedt in het
fuseergebied.
Wanneer het papier is
vastgelopen in het
uitvoergedeelte,
verwijdert u het papier
zoals weergegeven. Let
daarbij op dat u het
papier niet scheurt.
Transportrol
Fotogeleidende drum
Raak de fotogeleidende
drum niet aan en
beschadig deze niet.
Als de duplexmodule
uitgerust is met een
uitvoercassette en het papier
daarin vastloopt, verwijdert u
het vastgelopen papier zoals
weergegeven in de
afbeelding.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Indien het apparaat niet
met een duplexmodule
is uitgerust, dient u de
zijklep te sluiten.
Controleer na het sluiten of
de papierstoring is verholpen
en of de normale display
verschijnt.
2-18
Page 47
Papierstoring in de duplexmodule
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de eenheid
en beweeg de module
voorzichtig weg van het
apparaat.
Als de duplexmodule een uitvoercassette
2
heeft, draai deze dan uit de weg en open
de klep van de duplexmodule.
Als de uitvoerlade
vastzit, open dan de klep
van de duplexmodule
gewoon en negeer elke
referentie aan de lade in
de volgende stappen.
Terwijl u de uitvoerlade omhoog houdt,
3
verwijdert u het vastgelopen papier zoals
aangegeven in de afbeeldingen hieronder.
Wanneer het papier is
vastgelopen in het
bovengedeelte van de
duplexmodule, verwijdert
u het papier voorzichtig.
Let daarbij op dat u het
papier niet scheurt.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Controleer na het sluiten
van de duplexmodule of de
papierstoring is verholpen
en of de normale display
verschijnt.
■ Papierstoring in de handinvoer
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de eenheid
en beweeg de module
voorzichtig weg van het
apparaat.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
handinvoerlade.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
2
Wanneer het papier is
vastgelopen in het
ondergedeelte van de
duplexmodule, verwijdert u
het papier voorzichtig. Let
daarbij op dat u het papier
niet scheurt.
Sluit de klep van de duplexmodule en laat
4
de uitvoercassette zakken.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Controleer na het sluiten
van de duplexmodule of de
papierstoring is verholpen
en of de normale display
verschijnt.
2-19
Page 48
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Papierstoring in het papierinvoergedeelte
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de volgorde voor het verwijderen van de papierstoring volgt. Trek de papierlade niet meteen uit omdat het
vastgelopen papier gedeeltelijk in de uitvoer van lade vast kan zitten. Open eerst de linker klep om te controleren of zich daar
vastgelopen papier bevindt (stappen 1 en 2). Als u de lade opentrekt zonder deze controle kan het vastgelopen papier in de
uitvoer scheuren en kunnen er gedeelten in de machine achterblijven die het verwijderen bemoeilijken.
■ Papierstoring in papierlade 1
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en
beweeg de module voorzichtig
weg van het apparaat. Indien
het apparaat niet met een
duplexmodule is uitgerust,
dient u de zijklep te openen.
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
OPMERKING
Het papier mag niet te ver uit de machine steken,
maar moet verwijderd worden zodra u het kunt
pakken. Als u het niet kunt pakken, gaat u naar de
volgende stap.
Indien er in stap 2 geen vastgelopen papier
3
werd gevonden, trekt u cassette 1 eruit en
verwijdert u het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Indien het apparaat niet
met een duplexmodule
is uitgerust, dient u de
zijklep te sluiten.
Controleer na het sluiten of
de papierstoring is
verholpen en of de normale
display verschijnt.
OPMERKING
Wanneer papier uit de achterkant van de
uitgetrokken papierlade valt, verwijder dan eerst de
papierlade en daarna het papier. (Zie de afbeelding
hieronder voor het verwijderen van de papierlade.)
Nadat u de papierlade zo ver
mogelijk uitgetrokken hebt,
licht u de lade voorzichtig op
en trek hem er daarna uit. Als
u de papierlade weer terug
wilt plaatsen, steekt u hem
schuin in de opening en duwt
hem daarna verder in de
machine.
Als u een papierlade uit een staande/papierlade wilt
halen, trekt u de lade zo ver mogelijk uit en draait
hem dan naar links om hem uit het rek te halen.
Wanneer u hem weer terugplaatst, zet u de linker
achterkant in de gleuf en draait u de lade naar rechts
in het rek.
Sluit de papiercassette voorzichtig.
4
Schuif de papierlade
weer in het apparaat.
2-20
Plaatsing van cassettes in het staande/3x500
blad papierlade
De middelste en de onderste cassettes kunnen niet
geïnstalleerd worden in de bovenladepositie en de
bovenste kan niet in de middelste en onderste lade
geplaatst worden. (Deze kunnen niet in de machine
geduwd worden.)
Let erop dat u de cassettes na verwijdering niet in
een incorrecte positie schuift.
Page 49
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
■ Vastlopen van papier in de universele lade
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en
beweeg de module voorzichtig
weg van het apparaat. Indien
het apparaat niet met een
duplexmodule is uitgerust,
dient u de zijklep te openen.
Open de linker klep van het staande/
2
papierlade.
Houd de knop vast en open
de klep voorzichtig.
Als de machine niet is
uitgerust met een staande/
papierlade, opent u de
linker klep van de
universele lade.
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
■
Papierstoring in staande/3 x 500 blad papierlade
Voor het verwijderen van vastgelopen papier in de
bovencassette, volgt u de procedure van "Vastlopen van
papier in de universele lade" links weergegeven.
■ Papierstoring in staande/MPD & 2000 blad
papierlade
Voor het verwijderen van vastgelopen papier in de
bovencassette, volgt u de procedure van "Vastlopen van
papier in de universele lade" links weergegeven. Voor
het verwijderen van vastgelopen papier in de grote
onderlade volgt u de procedure hieronder.
Volg stap 1 tot 4 van "Vastlopen van papier
1
in de universele lade", links weergegeven.
Als u het vastgelopen papier niet kunt
2
vinden in stap 1, zie dan "Papierstoring in
papierlade 1" op de vorige pagina.
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden in
3
stap 1 en 2, trek dan de grote onderlade uit en
verwijder het vastgelopen papier, zoals
weergegeven op de afbeelding hieronder.
2
OPMERKING
Het papier mag niet te ver uit de machine steken, maar
moet verwijderd worden zodra u het kunt pakken. Als u het
niet kunt pakken, gaat u naar de volgende stap.
Open de linker klep van staande/
4
papierlade.
Sluit voorzichtig de duplexmodule.
5
Indien het apparaat niet
met een duplexmodule
is uitgerust, dient u de
zijklep te sluiten.
Controleer na het sluiten of
de papierstoring is verholpen
en of de normale display
verschijnt.
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden in
6
stap 3, zie dan "Papierstoring in papierlade 1"
(stap 1 tot 5 van de vorige pagina) om het
vastgelopen papier te verwijderen.
Til de papiergeleider
omhoog en verwijder het
vastgelopen papier.
Let erop dat u de
papiergeleider terugzet
na het verwijderen van
het vastgelopen papier.
Sluit de grote onderlade voorzichtig.
4
Druk de papierlade
volledig in de machine.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is
uitgerust, dient u de zijklep te sluiten.
Controleer na het sluiten of de papierstoring is
verholpen en of de normale display verschijnt.
2-21
Page 50
HET VERWIJDEREN VAN EEN VASTGELOPEN ORIGINEEL
Het verwijderen van een papierstoring in de automatische origineelinvoer
Volg de hieronder beschreven stappen om een vastgelopen origineel de verwijderen wanneer er zich een
papierstoring voordoet in de automatische origineelinvoer.
OPMERKINGEN
● Zie pagina 2-17 voor het verwijderen van vastgelopen papier in de hoofdeenheid en andere randapparaten.
● Tip op de [INFORMATIE] toets om gedetailleerde informatie te bekijken over het verwijderen van de
papierstoring.
Controleer de locaties A en B in het diagram links en
verwijder het origineel.
Het verwijderen van vastgelopen papier
1
uit elke locatie.
● Controleer locatie A
Origineelinvoer
klep
● Controleer locatie B
● Papierstoring in de transporteenheid
Open de origineelinvoerklep
en verwijder voorzichtig het
vastgelopen origineel zonder
dit te scheuren.
Sluit de klep zorgvuldig
zodat hij vastklikt.
Open de origineelinvoer
en draai de groene
draaiknop in de richting
van de pijl om
vastgelopen papier te
verwijderen.
Open en sluit de origineelinvoer.
2
Het openen en sluiten van
de klep zorgt ervoor dat de
papierstoringmelding op de
display verdwijnt. Zonder
deze stap kan het kopiëren
niet worden hervat.
Deze stap is echter niet
vereist nadat er vastgelopen papier is verwijderd
uit locatie B.
Het kan zijn dat er een melding verschijnt met het
aantal originelen dat opnieuw in de origineelinvoer
moet worden geplaatst. Plaats de originelen opnieuw
in de origineelinvoer en druk op de [START] toets.
2-22
Page 51
PROBLEEMOPLOSSING
Controleer de onderstaande probleemoplossing voordat u contact opneemt met de helpdesk. Veel problemen
kunnen namelijk door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de stroomschakelaar uit en haal de stekker uit het
stopcontact wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen.
Hieronder volgt een beschrijving van problemen m.b.t. het algemeen gebruik van de machine. Zie pagina 6-3 voor
problemen m.b.t. de kopieerfunctie. Zie pagina 7-28 voor problemen m.b.t. de documentarchivering. Raadpleeg de
handleidingen voor de betreffende functies bij problemen met de fax, printer en netwerkscanner. Raadpleeg de
beschrijving van het apparaat voor problemen m.b.t. de randapparaten.
Wanneer een melding "BEL SERVICEDIENST. CODE:**.**"
machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet hem daarna weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt,
nadat de machine meerdere keren is aan- en uitgezet, betreft het waarschijnlijk een storing die service vereist. Zet
in zo'n geval de machine uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw Sharp dealer.
Nb:
Op de plaats van "**-**" verschijnen letters en getallen. Geef deze letters en getallen door aan uw Sharp dealer.
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
Is de machine aangesloten op het
stroomnet?
Staan de schakelaars op aan?Zet de hoofdschakelaar aan. (Pagina 1-17)
De machine werkt
niet.
Kopiëren/printen is
niet mogelijk.
Is de GEREED indicator uit?
Verschijnt er een melding dat er papier
moet worden geladen?
Verschijnt er een melding dat de
tonercartridge moet worden vervangen?
Verschijnt er een melding dat er een
papierstoring is opgetreden?
Er verschijnt een melding dat dit type
papier niet kan worden gebruikt
dubbelzijdig kopiëren.
(Opmerking)
verschijnt in het toetsenpaneel, zet dan de
Sluit de machine aan op een geaard
stopcontact.
De machine is bezig met opwarmen. (de
opwarmtijd duurt ongeveer 80 seconden.) Wacht
totdat de GEREED-indicator gaat branden.
Vul papier bij. (Pagina 2-2)
Vervang de tonercartridge. (Pagina 2-15)
Verwijder vastgelopen papier. (Pagina 2-17)
Dubbelzijdig printen is niet mogelijk op speciaal
papier. Gebruik papier dat kan worden gebruikt voor
automatisch dubbelzijdig afdrukken (Pagina 2-4)
2
2-23
Page 52
PROBLEEMOPLOSSING
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
Als er te veel vellen papier in de
Het afdrukken stopt
voortijdig.
Vlekken op de
afdrukken
Het weergegeven
papierformaat of
papiertype komt niet
overeen met het
geladen papierformaat
of papiertype.
Er ontbreekt een deel
van de afdruk wanneer
er op speciaal
papierformaat wordt
afgedrukt.
Er treden
regelmatig
papierstoringen op.
uitvoerlade terechtkomen, wordt de
"lade vol" sensor geactiveerd en stopt
het printen.
Er is geen papier meer aanwezig.Vul papier bij. (Pagina 2-2)
Verschijnt er een melding dat er
onderhoud moet plaatsvinden?
Het correcte Papierformaat of type is niet
ingesteld in de papierlade-instellingen van
de gebruikersinstellingen.
Het correcte papierformaat is niet
ingesteld in de papierlade-instellingen
van de gebruikersinstellingen.
Wordt er niet-SHARP standaard papier
gebruikt?
Is het papier gekreukeld of vochtig?
Is het papier gekreukeld en heeft dit vaak
papierstoringen in de afwerkingseenheid
of zadelsteek afwerkingseenheid tot
gevolg?
Meerdere vellen papier tegelijkertijd
ingevoerd?
Verwijder papier uit de uitvoerlade.
Neem zo snel mogelijk contact op met uw Sharp
dealer.
Zorg ervoor dat u het nieuwe papiertype instelt
zoals beschreven in "Het papiertype en
papierformaat instellen" (Zie pagina 2-5.)
wanneer u papier laadt en het papierformaat
gewijzigd hebt van een inch-formaat naar een
AB-formaat en van een AB-formaat naar inchformaat, of als het papiertype hebt gewijzigd.
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt,
stel dan het correcte papierformaat in zoals
beschreven in "Het papiertype en papierformaat
instellen" op pagina
papierformaat niet correct is ingesteld kan een
gedeelte van de afbeelding worden weggelaten
of de afbeelding niet worden afgedrukt.
Gebruik SHARP aanbevolen papier. (Pagina 2-16)
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier.
Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar
het in een zak op een donkere plaats om
vochtabsorptie te voorkomen wanneer u het
papier gedurende langere tijd niet gebruikt.
Papier kreukelen wanneer de uitvoer afhangt
van papiertype en papier kwaliteit.
In sommige gevallen zal het omkeren van het
papier in de lade het aantal papierstoringen als
gevolg van kreukels verminderen.
2-5
. Wanneer het
Verwijder het papier
uit de papierlade of
handinvoerlade, waai
het papier was zoals
op de afbeelding en
laad het papier
vervolgens opnieuw.
2-24
Het papier in de lade is niet gelijkmatig
geplaatst.
Zorg ervoor dat het papier in de lade is niet
gelijkmatig wordt geplaatst. Wanneer het papier
niet gelijkmatig wordt geplaatst kan het papier
vastlopen.
Page 53
PROBLEEMOPLOSSING
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
Het geprinte papier
is gekreukeld of de
afdruk kan er
eenvoudig worden
afgeveegd.
Het past op de
toetspaneel is te
hoog of te laag.
De verkeerde zijde
van het papier wordt
bedrukt.
Markeringen verschijnen
met regelmatige
tussenruimtes op de
afgedrukte pagina’s.
Wordt er niet-SHARP standaard papier
gebruikt?
Valt het papierformaat buiten het
toegestane formaat en gewicht?
Is het papier vochtig?
Is het LCD-schermcontrast goed
ingesteld?
Het papier in de lade is met de afdrukzijde
naar beneden* geplaatst.
*
Plaats het papier met de kopiezijde naar
boven wanneer het papiertype is ingesteld op
"VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of
"BRIEFPAPIER".
Papier met perforatiegaten wordt gebruikt.
Gebruik SHARP aanbevolen papier. (Pagina 2-16)
Gebruik papier dat overeenkomt met het
gespecificeerde bereik.
Zorg ervoor dat u het papier in de verpakking in
een droge ruimte bewaard en sla geen papier op
in ruimtes die
●vochtig zijn
●
Een extreem hoge of extreem lage temperatuur
hebben
●aan direct zonlicht worden blootgesteld
●stoffig zijn.
Pas het schermcontrast aan met behulp van
"DISPLAYCONTRAST" in "Standaardinstellingen"
van de gebruikersinstellingen. (Pagina 2-14)
Laad het papier in de lade met de afdrukzijde
naar boven. Laad het papier echter met de
afdrukzijde naar beneden*, wanneer het
papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT",
"GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER".
*
Laad het papier met de afdrukzijde naar boven als
de dubbelzijdige functie is uitgeschakeld met
behulp van "UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" in het
key-operatorprogramma's (pagina 11 van het
handboek voor de hoofdoperator).
Als de kopie van het origineel de perforatiegaten
overlapt, verschijnen er markeringen op de
posities van de gaten aan de achterzijde van het
papier bij 1-zijdig afdrukken, of aan voor- en
achterzijde van het papier bij 2-zijdig afdrukken.
Zorg ervoor dat het origineel de perforatiegaten
niet overlapt.
2
2-25
Page 54
Page 55
HOOFDSTUK 3
RANDAPPARATUUR
Dit hoofdstuk beschrijft bedieningsinstructies voor de Postbakstapeler,
de Afwerkeenheid, de Zadelsteek afwerkeenheid en de Duplexmodule.
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-15
●
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-18
●
Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes
●
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-22
●
Opsporen van fouten (in de zadelsteek afwerkingseenheid) .......... 3-24
........ 3-19
3-1
Page 56
DUPLEXMODULE
Als de duplexmodule geïnstalleerd is, kan tweezijdig afdrukken van het papier worden uitgevoerd.
Twee soorten duplexmodules zijn beschikbaar: duplexmodule/handinvoerlade en duplexmodule. De beschrijvingen
in dit handboek zijn bestemd voor de duplexmodule/handinvoerlade. Voor informatie over het verwijderen van
vastgelopen papier voor deze modules, zie pagina 2-19.
Onderdeelnamen
Uitvoercassette
Deze cassette kan uitgetrokken worden om
papier van groter formaat te ondersteunen.
Trek de cassette uit wanneer A3, B4, 11" x
17", 8-1/2" x 14" of 8-1/2" x 13" papier
gebruikt wordt. Voor een duplexmodule (niet
duplexmodule/handinvoerlade) is de
uitvoercassette optioneel.
Handinvoerlade
Deze cassette kan ook gebruikt
worden voor speciaal papier
waaronder transparante folie. (Zie
volgende pagina en pagina 2-3.)
OPMERKINGEN
● Druk niet de handinvoerlade of de uitvoerlade in.
● De duplexmodule vereist de installatie van andere randapparatuur om functioneel te kunnen zijn en kan niet
samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die
compatibel zijn.
Duplexmodule
U kunt automatisch kopiëren op beide
kanten van het papier.
OPMERKING
Automatisch tweezijdig afdrukken kan
alleen op standaard papier worden
uitgevoerd. Speciaal papier kan niet
worden gebruikt voor dubbelzijdig
afdrukken. (Zie pagina 2-4 voor uitleg
bij gebruik van speciaal papier.)
Technische specificaties
NaamDuplexmodule (AR-DU3) of Duplexmodule/handinvoerlade (AR-DU4)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R,
Papierformaat (voor dubbelzijdige kopie)*
Papiergewicht (voor dubbelzijdige kopie)*160 tot 105 g/m2 of 16 tot 28 lbs.
Referentie papierpositieCentreren
Capaciteit handinvoerlade*
Afmetingen
Gewicht
*1Voor papierformaat en -gewicht voor de handinvoerlade, zie "Specificaties van de papiercassettes (soorten en
formaten te gebruiken papier voor cassettes)" op pagina 2-3.
2
*
Alleen duplexmodule/handinvoerlade.
3
*
Wanneer de handinvoerlade is uitgetrokken.
NaamUitvoercassette (AR-TE3)
PapieruitvoerAfdrukzijde onder
Papiercapaciteit100 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
PapierformaatMax. A3 of 11" x 17", Min. A5R of 5-1/2" x 8-1/2"R
Papiersoort en –gewicht voor uitvoer
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
2
1
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2 "x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2" R
100 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m2 of 20 lbs.)
Duplexmodule: 115 mm (B) x 412 mm (D) x 416 mm (H)
(4-17/32" (B) x 16-15/64" (D) x 16-25/64" (H))
Duplexmodule/handinvoerlade*
(17-23/64" (B) x 17-11/64" (D) x 16-25/64" (H))
Duplexmodule: Ongeveer. 5 kg (11,1 lbs.)
Duplexmodule/handinvoerlade: Ongeveer. 7,5 kg (16,6 lbs.)
Standaard papier, 60 tot 105 g/m2 of16 tot 28 lbs.
Zwaar papier, 106 tot 205 g/m
3
: 441 mm (B) x 436 mm (D) x 416 mm (H)
2
of 20 lbs.)
2
of 29 tot 110 lbs.
3-2
Page 57
DUPLEXMODULE
Papier in de handinvoerlade laden
De handinvoerlade kan worden gebruikt voor standaard en speciaal papier, waaronder etiketten. Er kan maximaal 100 bladen
standaard papier worden geladen. Voor papiersoorten die geschikt zijn voor de handinvoerlade, zie pagina 2-3.
OPMERKING
Als papiersoort of -gewicht gewijzigd wordt, let er dan op dat papiersoort en –formaat worden ingevoerd volgens stap 4.
Open de handinvoerlade.
1
OPMERKINGEN
●
Wanneer u A5, 5-1/2" x 8-1/2" papier of briefkaarten
gebruikt, let er dan op dat dit geladen wordt met de korte
zijkant in de invoergleuf, zoals aangegeven in de afbeelding
.
Wanneer u A3, B4, 11"x
17", 8-1/2" x 14" of
8-1/2" x 13 papier instelt,
zorg er dan voor de
handinvoercassette uit
Verlenging van de handinvoerlade
de handinvoer niet volledig is uitgetrokken, wordt
het formaat van het geladen papier niet correct
weergegeven.
Pas de handinvoergeleiders aan de
2
breedte van het te gebruiken papier aan.
Plaats het papier helemaal in de
3
handinvoerlade.
het papier. Pas de geleiders aan, zodat zij de
randen van het papier raken.
te trekken.
Als het verlengstuk van
Laad het papier met de
afdrukzijde naar onder.
Als er speling is tussen
het papier en de
papiergeleiders, kan dit
veroorzaakt zijn door
niet correct invoeren van
●
Wanneer u ander papier laadt dan SHARP standaard papier,
of wanneer u andere speciale media laadt dan briefkaarten,
aanbevolen SHARP transparante film, of papier dat aan de
achterkant wordt afgedrukt, moet het papier per vel worden
ingevoerd. Wanneer u meer dan een vel per keer laadt, zal de
papierstoringen tot gevolg hebben.
●
Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het
reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit
aan de nieuwe stapel toe en plaats vervolgens de nieuwe
stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade.
●
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of
faxapparaat. Dit kan leiden tot bevuilde afbeeldingen.
● Gebruik geen papier dat is bedrukt door een
thermische transfer of inkjet printer. Vooral papier dat
bedrukt is door een thermische transfer printer (zoals
een tekstverwerker die een cassette gebruikt) kan
ontbrekende letters en vlekken geven.
● Zorg ervoor dat elk vel wordt verwijderd wanneer het
uit de machine komt wanneer u afgedrukt op
transparante film. Opstapeling van vellen kan leiden
tot krullen in het papier.
●
Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante folie. Plaats
de folie in de handinvoerlade, zodat deze verticaal staat met de
etiketkant naar boven. Als de etiketzijde naar onder gericht is,
kan dit vlekken veroorzaken
Etiketkant naar boven
Waai de bladen enkele malen los, voordat u een stapel
●
transparante foliebladen in de handinvoerlade plaatst.
.
3
Stel soort en formaat van het geladen papier in.
4
Wanneer het papiersysteem gewijzigd wordt van
inch-systeem in AB-systeem of omgekeerd of wanneer
het papierformaat gewijzigd wordt, moet de papiersoort
aangegeven worden. Voor het instellen van papiersoort
en papierformaat, zie pagina 2-5.
Het laden van papier in handinvoerlade is
5
nu voltooid.
3-3
Page 58
DUPLEXMODULE
Problemen oplossen (met betrekking tot de duplexmodule)
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
Speciaal papier kan niet worden gebruikt voor
dubbelzijdig afdrukken. Gebruik een geschikte
papiersoort voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie
pagina is 2-4 en 3-2.)
Gebruik een geschikt papierformaat voor dubbelzijdig
afdrukken. (Zie pagina is 2-4 en 3-2.)
"
Wanneer u A3, B4, 11
8-1/2
handinvoerlade uitgetrokken worden.
Stel de papiergeleiders correct in op het
papierformaat.
Wanneer er niet-standaard papierformaat of
special papier gebruikt wordt, zorg er dan voor
dat papierformaat en –soort ingesteld worden.
(Zie pagina 2-3 tot 2-5.).
Stel de papiergeleiders correct in op het
papierformaat.
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt,
dient u het correcte formaat in te stellen, zoals
toegelicht in "
instellen
papierformaat niet correct is ingesteld kan een
gedeelte van de afbeelding worden weggelaten
of de afbeelding niet worden afgedrukt.
"
x 13" papier gebruikt, moet de
Het papiertype en papierformaat
" op pagina
x 17", 8-1/2" x 14" of
2-5
. Wanneer het
De machine print
geen dubbelzijdige
afdrukken.
Afdrukken van
afbeeldingen op
papier uit de
handinvoerlade
gaat scheef.
Er loopt papier vast in
de handinvoerlade
Er ontbreekt een deel
van de afdruk wanneer
er op speciaal
papierformaat wordt
afgedrukt.
Verschijnt er een melding dat de
papiersoort niet kan worden gebruikt
voor dubbelzijdig afdrukken?
Verschijnt er een melding dat het
papierformaat niet kan worden gebruikt
voor dubbelzijdig afdrukken?
Verlengstuk van de handinvoerlade niet
uitgetrokken?
Overschrijdt het aantal bladen de limiet? Stel papier in binnen het toegestane bereik.
Is het papier goed ingesteld?
Is papierformaat en - soort goed
ingesteld?
Overschrijdt het aantal bladen de limiet? Stel papier in binnen het toegestane bereik.
Is het papier goed ingesteld?
Het correcte papierformaat is niet
ingesteld in de papierlade-instellingen
van de gebruikersinstellingen.
3-4
Page 59
POSTBAKSTAPELER
De postbakstapeler telt 7 postvakken die ieder aangewezen kunnen worden om printuitvoer te ontvangen van een
gebruiker of een groep gebruikers.
Uitvoerpapier in kopieermodus en faxmodus wordt in de bovenlade van de stapel gedeponeerd, gescheiden van de
printuitvoer. (Printuitvoer kan ook in de bovenlade worden gedeponeerd.)
Onderdeelnamen
Bovenklep
Open deze klep om
vastgelopen papier te
verwijderen
Voork aft
Open deze klep om
vastgelopen papier te
verwijderen
OPMERKINGEN
● Breng geen druk aan op de postbakstapeler, vooral niet op bovenlade en postvakken.
● Plaats geen voorwerpen op de bovenlade. Als u dit doet verstoort dit de papiertoevoer van de machine tijdens
het tweezijdig printen.
●
De bovenlade en alle postvakken kunnen uitgetrokken worden. Als u op grote bladen wilt afdrukken (A3, B4, 11" x 17",
8-1/2" x 14" of 8-1/2" x 13"), trekt u de lade uit.
● De installatie van andere randapparatuur is vereist voor de werking van de postbakstapeler en hij kan niet
samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die
compatibel zijn.
Bovenste lade
Uitvoerpapier van de printer,
kopieermachine en fax
kunnen hierin gedeponeerd
worden.
Postvakken
Elk vak kan aangewezen
worden om printuitvoer te
ontvangen voor aangewezen
gebruikers. Deze vakken
kunnen niet gebruikt worden
voor kopie- en faxuitvoer.
3
Technische specificaties
NaamPostbakstapeler (AR-MS1)
Aantal lades8 (Bovenlade en zeven postvakken)
PapieruitvoerAfdrukzijde onder
LadesoortBovenlade: standaard lade, postvakken: postbakstapeler
Ladecapaciteit
Papierformaten
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectieAanwezig voor bovenlade en postvakken
StroomtoevoerGeleverd door de machine
Afmetingen
GewichtOngeveer. 19 kg (41,9 lbs.)
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Bovenlade: 250 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Postvakken: 100 bladen elk (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Postvakken: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x
11
"
, 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Postvakken: 60 tot 105 g/m2 of 15 tot 34 lbs.
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Postvakken: alleen standaard papier
503 mm* (B) x 530 mm (D) x 508 mm (H) (19-51/64"* (B) x 20-7/8" (D) x 20" (H))
*Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
"
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
3-5
Page 60
POSTBAKSTAPELER
Papierstoring in de postbakstapeler
Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring heeft
voorgedaan in de postbakstapeler.
Open de bovenplaat.
1
Bovenkle
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Open de voorklep, wanneer het
3
vastgelopen papier niet wordt gevonden in
stap 2.
Verschuif de tab in de
richting van de pijl, zoals
aangegeven in de
afbeeldingen om de
afdekklep te openen.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Druk op de afdekklep
om deze te sluiten,
nadat het vastgelopen
papier is verwijderd.
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Sluit de papiergeleider.
7
Sluit de papiergeleider
zorgvuldig.
Sluit de voorplaat.
8
Draai de draaiknop van de rollen in de
4
richting van de pijl om het vastgelopen
papier te verwijderen.
Open de papiergeleider.
5
Ontgrendel de papiergeleider
en open deze in de richting
van de pijl.
3-6
Page 61
AFWERKINGSEENHEID
De afwerkingseenheid kan gesorteerde sets geniet of ongeniet leveren. Ongeniete sets kunnen verschoven van de
vorige sets gestapeld worden, zodat ze gemakkelijk van de andere sets te scheiden zijn.
Onderdeelnamen
Klink
Open de afwerkingseenheid door de
klink te ontgrendelen en verwijder
vastgelopen papier.
Bovenklep
Open deze klep om vastgelopen
papier te verwijderen.
Nietjesbak
Trek de bak eruit om de
nietjescartridge te vervangen
of vastzittende nietjes te
verwijderen.
OPMERKINGEN
● Oefen geen druk uit op de afwerkingseenheid (vooral niet op de laden).
● Plaats geen voorwerpen op de bovenlade. Als u dit doet verstoort dit de papiertoevoer van de machine tijdens
het tweezijdig printen.
● De lade beweegt tijdens de werking op en neer. Let erop dat u deze beweging niet hindert.
●
Het functioneren van de afwerkingseenheid vereist de installatie van andere randapparatuur en hij kan niet samen met
sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die compatibel zijn.
Bovenste lade
Hier kunnen printer-, kopieen faxuitvoer gedeponeerd
worden.
Als u op grote bladen
afdrukt (A3, B4, 11" x 17",
8-1/2" x 14", of 8-1/2" x 13"),
trekt u de lade uit.
Staffellade
Geniete sets of sets die
verschoven gestapeld
moeten worden, worden
hier gedeponeerd.
3
Technische specificaties
NaamAfwerkingseenheid (AR-FN6)
Aantal lades2
PapieruitvoerAfdrukzijde onder
LadesoortBovenlade: standaard lade, onderlade: staffellade
Ladecapaciteit
Papierformaten
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectieAanwezig voor boven- en onderlade
Staffelfunctie
Papierformaten voor nieten A4, B5 en 8-1/2" x 11"
Nietcapaciteit
Nieten
StroomtoevoerGeleverd door de machine
Afmetingen
GewichtOngeveer. 21 kg (46,3 lbs.)
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Bovenlade: 500 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Onderste lade: 750 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Onderste lade: Max. A4 of 8-1/2" x 11", Min. B5
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Onderste lade: 60 tot 128
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid
Onderste lade: alleen standaard papier
Aanwezig alleen voor de onderlade. De verschuiving van de stapel is ong. 25 mm (1 inch)
30 blad (A4 of 8-1/2" x 11" of kleiner, 80 g/m
*Maximaal twee blad dekbladpapier 128 g/m2 (34 lbs.) papier kunnen toegevoegd worden.
Een enkel nietje in de linker boven- of benedenhoek of twee nieten gecentreerd aan de linkerkant.
473 mm* (B) x 530 mm (D) x 508 mm (H) (18-5/8"* (B) x 20-7/8" (D) x 20" (H))
*Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
g/
m2 of 16 tot 34 lbs.
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
On
derdelen
Er moeten AR-SC1 nietjescartridges worden gebruikt in deze afwerkingseenheid. De
verpakking bevat drie cartridges met elk ca. 3000 nietjes.
3-7
Page 62
AFWERKINGSEENHEID
Functies afwerkingseenheid
■ Sorteermodus
Voor de uitvoer van gesorteerde sets.
Origineel
Uitdraaien
■ Groepeermodus
Er worden groepen van afdrukken of kopieën van
dezelfde pagina geleverd.
Origineel
Uitdraaien
■ Staffelmodus
StaffelmodusNiet-staffelmodus
De sets bewegen van de ene naar de andere kant
zodat elke set of groep verschoven gestapeld
wordt ten opzichte van de vorige set of groep. De
verschoven stapelfunctie kan alleen worden
gebruikt in de staffellade.
Geniete sets worden niet verschoven.
■ Niet-sorteermodus
Samengevoegde sets worden geniet en in de staffellade geleverd. De nietposities, oriëntatie, papierformaat voor
het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
Nietposities
Staande afdrukstand
Liggende afdrukstand
Linker bovenhoek
van de uitdraaien
Middelste linker twee
posities van de
uitdraaien
Linker onderhoek
van de uitdraaien
OPMERKINGEN
● Nieten kan worden uitgevoerd wanneer de staffellade geselecteerd is.
●
Het nieten zal automatisch worden geannuleerd als er verschillende papierformaten zijn geselecteerd voor nieten.
OPMERKING
Transparante folie, zwaar papier, geperforeerd papier, etiketten, enveloppen en briefkaarten kunnen niet geniet worden.
Beschikbare papierformaten:
A4, B5 en 8-1/2" x 11"
Nietcapaciteit: Tot maximaal
30 vel voor alle verkrijgbare
formaten
Hetzelfde als hierboven
Nieten kan niet worden
uitgevoerd.
Hetzelfde als hierboven
3-8
Page 63
AFWERKINGSEENHEID
De functies van de afwerkingseenheid gebruiken
Tip op de [UITVOER] toets op het hoofdscherm van de kopieermodus om het scherm te openen waarmee de functies
sorteren/groeperen/nieten geselecteerd worden en "een uitvoerlade selecteren" zal verschijnen. Zodra er een
selectie wordt uitgevoerd, licht de geselecteerde tiptoets op.
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
(1)(2) (3)(4) (5)
(1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer groep werd geselecteerd worden alle
kopieën van hetzelfde origineel gegroepeerd.
(2) [SORTEREN NIETEN] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer sorteren/nieten is geselecteerd, zullen
gesorteerde sets worden geniet en uitgevoerd naar
de staffellade. (Deze zullen niet gestaffeld worden
opgestapeld.)
(3) [SORTEREN] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer sorteren geselecteerd is, worden sets
met kopieën achtereenvolgens geleverd.
(4) Icoon weergave
Er wordt een icoon die een geselecteerde functie
voorstelt (sorteren, nieten sorteren of groeperen)
weergegeven.
OK
BOVENLADE
STAFFELLADE
STAFFEL
(5) [STAFFEL] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer het verschoven stapelen gecontroleerd
is, wordt het geactiveerd. Wanneer het niet
gecontroleerd wordt, werkt deze functie
verschoven stapelen niet Het nieten zal
automatisch worden geannuleerd, als nieten en
sorteren geselecteerd is. De checkmarkering in de
verschoven stapelen checkbox wordt automatisch
verwijderd als nieten en sorteren geselecteerd is.
(6) [STAFFEL-LADE] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer de staffelkaderfunctie is geselecteerd,
worden de kopieën in de staffelllade gedeponeerd.
De staffellade zal automatisch worden geselecteerd
als nieten en sorteren geselecteerd is.
(7) [BOVENLADE] toets
Wanneer de bovenlade is geselecteerd, worden de
kopieën gedeponeerd in de bovenlade.
(8)
(7)
(6)
3
(8) [OK] toets
Druk hierop om het uitvoerscherm te sluiten en
terug te keren naar het hoofdscherm.
3-9
Page 64
AFWERKINGSEENHEID
Het vervangen van de nietjescartridge
Wanneer de nietjescartridge leeg is of wanneer het bericht "Vul nietjes aan." verschijnt in het meldingendisplay van
het bedieningspaneel.
Volg de stappen hieronder om de nietjescartridge te vervangen.
Open de voorplaat.
1
Draai het nietapparaat met de bovenzijde
2
naar boven.
Trek aan de ontgrendelingshendel voor de
3
nietjesbak en verwijder de bak.
OPMERKINGEN
● Verwijder het tape niet van het nietjespatroon voor
u het nietjespatroon in de box heeft ingevoerd.
● Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt
u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt.
Verwijder de tape van het nietjespatroon
6
door er recht aan te trekken.
Plaats de nietjesbox terug.
7
Duw de nietjesbox erin
totdat deze op zijn plaats
vastklikt.
Verwijder de lege nietjescartridge uit de
4
nietjesbak.
Doe een nieuwe nietjescartridge in de
5
nietjesbak en let erop dat de pijl van de
nietjescartridge over de pijl van de
nietjesbak valt.
Wanneer u de nietjesbak
weer terug plaatst, duwt
u deze zo ver totdat hij
op zijn plaats vastklikt
e..
Terwijl u de ontgrendelingshendel van het
8
nietapparaat naar links duwt, draait het
nietapparaat met de bovenkant naar
onderen.
Sluit de voorplaat.
9
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en
sorteren om te controleren of het nieten correct
wordt uitgevoerd.
3-10
Page 65
AFWERKINGSEENHEID
■ Nietapparaat controleren
Wanneer de melding "CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING"
verschijnt, volgt u de procedure hieronder.
Open de afwerkingscompiler.
1
Maak de klink los om de
compiler van de
afwerkingseenheid te
openen.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
compiler van de nieteenheid.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Open de afwerkingscompiler.
3
Zet de hefboom aan het einde van de
7
nietjesbox omhoog.
Verwijder het eerste nietje
wanneer dit gebogen is.
Wanneer er gebogen
nietjes achterblijven, zullen
deze weer vastlopen.
Zet de hefboom terug in de originele positie.
8
Plaats de nietjesbox terug.
9
Duw de nietjesbox erin
totdat deze op zijn plaats
vastklikt.
3
Open de voorplaat van de afwerkingseenheid.
4
Draai het nietapparaat met de bovenzijde naar boven.
5
Trek aan de ontgrendelingshendel voor de
6
nietjesbak en verwijder de bak.
Terwijl u de ontgrendelingshendel van het
10
nietapparaat naar links duwt, draait het
nietapparaat met de bovenkant naar onderen.
Wanneer u de nietjesbak
weer terug plaatst, duwt
u deze zo ver totdat hij
op zijn plaats vastklikt
Sluit de voorplaat.
11
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en
sorteren om te controleren of het nieten correct
wordt uitgevoerd.
e..
3-11
Page 66
AFWERKINGSEENHEID
Papierstoring in de afwerkingseenheid
Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring
voordoet in de afwerkingseenheid.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
1
uitvoereenheid.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Open de bovenplaat van de afwerkingseenheid.
2
Bovenklep
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Verschuif de tab in de
richting van de pijl, zoals
aangegeven in de
afbeeldingen om de
afdekklep te openen.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Druk op de afdekklep
om deze te sluiten,
nadat het vastgelopen
papier is verwijderd.
Til de papiergeleider omhoog en verwijder
5
het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Papier
geleider
Open de afwerkingscompiler.
6
Open de afwerkingscompiler.
4
3-12
Maak de klink los om de
compiler van de
afwerkingseenheid te
openen.
Page 67
Probleemoplossing afwerkingseenheid
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
De afwerkingseenheid
werkt niet.
Nieten kan niet
worden uitgevoerd.
Nietjessets worden
niet correct gestapeld
of sommige bladen in
een set worden niet
gestapeld.
Staan er nog kleppen van de
afwerkingseenheid open?
Verschijnt er een bericht dat er papier uit
de compilator van het nietapparaat
verwijderd moet worden?
Verschijnt ere en melding
"CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of
"CONTROLEER NIETPOSITIE OF
NIETSTORING"?
Verschijnt er een bericht "VUL NIETJES
AAN."?
Wer een ander papierformaat
geplaatst?
Papier ernstig gekruld?
Sluit alle kleppen.
Open de afwerkingseenheid
zoals beschreven in stap
4 op pagina 3-12 en
verwijder al het papier
van de nietjescompiler.
Nietapparaat controleren. (Zie pagina 3-11.)
Vervang de nietjescartridge. (Zie pagina 3-10.)
Er kan niet op ander papierformaat worden
geniet.
Papier kan ernstig zijn gekruld afhankelijk van
papiersoort en papierkwaliteit. Verwijder papier
uit de papierlade of handinvoerlade, keer deze
om, en laad opnieuw.
AFWERKINGSEENHEID
3
3-13
Page 68
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën
en deze langs de middenlijn vouwen.
Er is een optionele perforatie-eeheid beschikbaar voor de installatie in de afwerkingseenheid.
Onderdeelnamen
Nietjescompiler
Het papier dat moet worden
geniet wordt tijdelijk opgeslagen.
Staffellade
De uitvoer die geniet of verschoven
moet worden, wordt in deze lade
gedeponeerd.
Zadelsteeklade
De uitvoer van de zadelsteek
afwerkingseenheid komt terecht in
deze lade.
OPMERKINGEN
● Oefen geen druk uit op de zadelsteek afwerkingseenheid (vooral niet op de staffellade).
● Wees voorzichtig in de buurt van de staffellade tijdens het afdrukken want deze lade gaat op en neer.
● De zadelsteek afwerkingseenheid vereist de installatie van andere randapparatuur om functioneel te kunnen
zijn en kan niet samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de
configuraties die compatibel zijn.
Bovenklep
Open deze klep om vastgelopen
papier te verwijderen.
Nietgedeelte
Open het frontdeksel en
trek dit gedeelte eruit om
de nietjespatroon te
vervangen of om
vastzittende nietjes te
verwijderen.
Voorkaft
Open de voorklep en trek dit gedeelte
eruit om de nietjespatroon te vervangen
of om vastzittende nietjes te verwijderen.
Technische specificaties
NaamZadelsteek afwerkingseenheid (AR-FN7)
Aantal lades2
PapieruitvoerAfdrukzijde onder
LadesysteemBovenste cassette: staffel lade, Onderste papierlade: zadelsteeklade
Bovenste cassette:
Zonder nieten: Max. 1.000 bladen voor A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten (80 g/m2 of
20 lbs.), max. 500 bladen voor B4 of 8-1/2" x 13" of grotere formaten (80
Ladecapaciteit
Papierformaat
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectieGeleverd in beide laden
StaffelfunctieAlleen bovenlade
Papierformaten voor nieten
Met nieten: Max. 50 geniete sets en max. 1,000 bladen voor A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere
formaten (80
x 13" of grotere formaten (80
Onderste lade: Geniete afdrukcapaciteit is (6 - 10) bladen x 10 sets of (1 - 5) bladen x 20 sets.
Bovenste cassette: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x
13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R
Onderste lade: max. A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 11"R
Bovenste cassette: 60 tot 205 g/m
Onderste lade: 64 tot 80 g/m
Bovenste cassette: Standaard papier, dik papier, transparante film
Onderste lade: alleen standaard papier
Bovenste cassette: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13",
8-1/2" x 11", en 8-1/2" x 11"R,
Onderste lade: A3, B4, A4R, 11" x 17", en 8-1/2" x 11"R
g
/m2 of 20 lbs.), max. 30 geniete sets en max. 500 bladen voor B4 of 8-1/2"
g
/m2 of 20 lbs.)
2
of 16 tot 54 lbs.
2
of 17 tot 34 lbs.
(Vervolg op de volgende pagina)
g
/m2 of 20 lbs.)
3-14
Page 69
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten: 50 bladen* (80 g/m
Nietcapaciteit
Nieten
StroomtoevoerGeleverd door de machine
Afmetingen
GewichtOngeveer. 39 kg (86 lbs.)
NaamPerforatie module
Model*
Aantal gaten23 of 244
Paperformaten voor perforatie
*1De installatie van meerdere perforatie modules tegelijk is niet mogelijk. Sommige modellen kunnen niet
*2Met de AR-PN1B kunnen, afhankelijk van de papierformaat, 2 of 3 gaten worden geperforeerd.
*3Het aantal gaten met de AR-PN1C en de AR-PN1D is hetzelfde. De ruimte tussen de gaten is echter niet gelijk.
1
beschikbaar zijn in sommige landen.
B4 of 8-1/2" x 14" of grotere formaten: 25 bladen* (80 g/m
*Max. twee blad van 128 g/m
Bovenste cassette:
Onderste lade:120 mm (4-47/64") pitch van het centrum van het papier
753 mm* (B) x 603 mm (D) x 953 mm (H) (29-41/64"* (B) x 23-3/4" (D) x 37-33/64" (H))
*Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Onderdelen
Er moeten AR-SC2 nietpatronen worden gebruikt in deze afwerkingseenheid. De
cartridgeverpakking
bevat drie patronen met elk ca. 5000 nietjes.
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid
■ Sorteermodus
Voor de uitvoer van gesorteerde sets.
UitdraaienOrigineel
■ Staffelmodus
■ Groepeermodus
Groepen kopieën van dezelfde pagina zullen
worden uitgevoerd.
UitdraaienOrigineel
StaffelmodusNiet-staffelmodus
De sets bewegen van de ene naar de nadere kant
zodat elke set of groep verschoven wordt van de
vorige set of groep. De verschoven stapelfunctie
kan alleen worden gebruikt in de staffellade.
Geniete sets worden niet verschoven.
3-15
Page 70
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
■ Niet-sorteermodus
Samengevoegde sets worden geniet en in de staffellade geleverd. Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt,
worden de afdrukken of kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd. De nietposities,
oriëntatie, papierformaat voor het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
Nietposities
Linker bovenhoek
van de uitdraaien
Middelste linker
twee posities van
de uitdraaien
Linker onderhoek
van de uitdraaien
Zadelsteek op
middenlijn.
Staande afdrukstand
Beschikbare papierformaten:
A4, B5 en 8-1/2" x 11"
Nietcapaciteit: Tot maximaal
50 vel voor alle formaten
Hetzelfde als hierboven
Hetzelfde als hierboven
Zadelsteek is niet mogelijk bij
papier in staande positie.
Liggende afdrukstand
Beschikbare papierformaten: A3,
B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14",
8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R
Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor
A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en
maximaal 25 vel voor andere
formaten
Beschikbare papierformaten: A3,
B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14",
8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R
Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor
A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en
maximaal 25 vel voor andere
formaten
Beschikbare papierformaten:
A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x
14", 8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R
Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor
A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en
maximaal 25 vel voor andere
formaten
Beschikbare papierformaten:
A3, B4, A4R, 11" x 17", en
8-1/2" x 11"R
Nietcapaciteit: Tot maximaal
10 vel voor alle formaten
■
Richting van het origineel bij het gebruik van de niet-sorteerfunctie of perforatiefunctie
Tijdens het gebruik van de niet-sorteerfunctie of perforatiefunctie moet het origineel worden geplaatst in de
volgende richtingen om het nieten of perforeren op de gewenste positie van het papier mogelijk te maken.
Nieten sorteren
OrigineelinvoerOrigineelplaat
Perforatie
OrigineelinvoerOrigineelplaat
3-16
Page 71
■ Zadelsteekfunctie
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee
nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën
en deze langs de middenlijn vouwen.
■ Perforatie (alleen wanneer er een
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
6
4
2
7
9
11
perforatie module is geïnstalleerd)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met
een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in
de staffellade gedeponeerd worden. De zadelsteekfunctie en
de perforatiefunctie kunnen niet gelijktijdig worden
geselecteerd. De automatische rotatie van de afdruk
functioneert niet wanneer de perforatiefunctie geselecteerd
werd.
Afhankelijk van de papierformaat, kunnen er 2 of 3 gaten
worden geperforeerd. (Zie papierformaten voor perforatie
op pagina 4-4.)
Als de perforatiefunctie geactiveerd is voor een
papierformaat dat niet geperforeerd kan worden, wordt het
papier uitgevoerd zonder perforatie. (voor papierformaten
die geperforeerd kunnen worden, zie de specificaties op
pagina 3-15.) Plaats het origineel met de bovenkant
richting de achterzijde van de machine wanneer er gebruik
wordt gemaakt van de perforatiefunctie in de
kopieermodus. Als het origineel niet in deze richting wordt
geplaatst zal het perforeren niet op de juiste posities
plaatsvinden.
<Voorbeeld>
{Origineel 1}
{Origineel 2}
{Perforatieposities}
3
{Perforatieposities}
3-17
Page 72
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid
Wanneer [UITVOER] op het hoofdscherm van de kopieermodus geselecteerd is, verschijnt er een scherm waarmee
de sorteer/groepeer/niet en sorteer, zadelsteek, perforatie en uitvoerlade geselecteerd kan worden.
(1)
(2)
(3)
(4)(5)(6)(7)
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
(8)
(1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer groep werd geselecteerd worden alle
kopieën van hetzelfde origineel gegroepeerd.
(2) [SORTEREN NIETEN] toets (Zie pagina 3-16.)
Wanneer sorteren/nieten is geselecteerd, zullen
gesorteerde sets worden geniet en uitgevoerd naar
de staffellade. (Deze zullen niet gestaffeld worden
opgestapeld.)
(3) [SORTEREN] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer sorteren is geselecteerd, worden sets
met kopieën
achtereenvolgens geleverd.
(4) Icoon weergave
Een icoon die een geselecteerde functie voorstelt
(sorteren, nieten sorteren of groeperen
zadelsteek) wordt weergegeven.
(5) [STAFFEL-LADE] toets
Wanneer staffel gecontroleerd is, wordt het
geactiveerd. Wanneer het niet gecontroleerd
wordt, werkt deze functie niet. Het nieten zal
automatisch worden geselecteerd, als nieten en
sorteren geselecteerd is.
STAFFELLADE
STAFFEL
MIDDELSTE
LADE
NIETENPERFOR.
OK
(9)(10)
(6) [MIDDELSTE LADE] toets
Als de middelste lade is geselecteerd, zal de
uitvoer terechtkomen in de uitvoerlade.
(7) [OK] toets
Druk hierop om het [UITVOER] scherm te sluiten
en terug te keren naar het basisscherm.
(8) [STAFFEL] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer de staffelkaderfunctie is geselecteerd,
worden de kopieën in de staffelllade gedeponeerd.
De staffellade zal automatisch worden geannuleerd,
als nieten en sorteren geselecteerd is.
(9) [NIETEN] toets (Zie pagina 3-17.)
Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden
de kopieën in het midden geniet en in de
zadelsteeklade gedeponeerd.
(10)
[PERFOR.] toets (Zie pagina 3-17.)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is
uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint
papier geperforeerd en in de staffellade
gedeponeerd worden.
* Zodra er een selectie wordt gemaakt, licht de
geselecteerde tiptoets op.
3-18
Page 73
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes
Wanneer de nietjespatroon leeg is of wanneer er een nietjesstoring is opgetreden, verschijnt er een melding in het
meldingendisplay van het bedieningspaneel.
Volg de onderstaande procedure om de nietjescartridge te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen.
■ Het vervangen van de nietjescartridge
Open de voorplaat.
1
Trek het nietgedeelte eruit.
2
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting
3
om de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de
walsdraaiknop tot de
driehoekmarkering op
één lijn staat met de
Draaiknop
Knop A
Nieteenheid
index.
Voer een nieuwe nietjespatroon in de
6
nietjesbox.
Na het invoeren van het
nietjespatroon drukt u
het deksel van de
nietjesbox omlaag om
de patroon op zijn plaats
te vergrendelen.
OPMERKINGEN
● V
erwijder het tape niet van de nietjescartridge voor u
de nietjescartridge in de bak heeft ingevoerd.
●
Verzeker u ervan dat de nietjescartridge goed vast zit.
● Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt
u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt
Verwijder de tape van het nietjespatroon
7
door er recht aan te trekken.
e..
3
Verwijder de lege nietjesbox.
4
Verwijder de lege nietjespatroon.
5
Druk op de vergrendelingstoets
om het deksel van de nietjesbox
te ontgrendelen en de
nietjespatroon te verwijderen.
OPMERKING
Wanneer er nietjes achterblijven, kan het
nietjescartridge niet worden verwijderd.
Plaats de nietjesbox erin.
8
Duw de nietjesbox erin
totdat deze op zijn plaats
vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de
9
afwerkingseenheid.
Sluit de voorplaat.
10
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en
sorteren om te controleren of het nieten correct
wordt uitgevoerd.
3-19
Page 74
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
■ Verwijderen van vastzittende nietjes
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de machine.
Open de voorplaat.
2
Draai de walsdraaiknop C volgens de
3
afbeelding tot de blauwe indicatie
zichtbaar wordt.
Indien zadelsteek was geselecteerd, opent
5
u het deksel van het zadelsteekgedeelte.
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Zorg ervoor dat het
papier niet scheurt
tijdens het verwijderen.
Sluit het deksel van het zadelsteekgedeelte.
7
Draaiknop van de
Knop C
Blauw
Verwijder het papier uit de nietjescompiler.
4
Open de voorplaat van het nietjesapparaat.
8
3-20
Page 75
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting
9
om de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de
walsdraaiknop tot de
driehoekmarkering op
één lijn staat met de
Draaiknop
Knop A
Verwijder de nietjesbak.
10
Zet de hefboom aan het einde van de
11
nietjesbox omhoog.
Nieteenheid
index.
Verwijder het eerste nietje
wanneer dit gebogen is.
Wanneer er gebogen
nietjes achterblijven, zullen
deze weer vastlopen.
Zet de hefboom terug in de originele positie.
12
Plaats de nietjesbox terug.
13
Duw de nietjesbox erin
totdat deze op zijn plaats
vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de afwerkingseenheid.
14
Sluit de voorplaat.
15
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid terug
16
tegen de machine.
3
■ verwijderen van het perforatieafval
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de machine.
Trek de verzamelbak voor perforatie-afval
2
eruit en leeg deze.
Doe het perforatieafval
in een plastic zak of in
een afvalbak en let op
dat u geen afval morst.
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en
sorteren om te controleren of het nieten correct
wordt uitgevoerd.
Plaats de verzamelbak voor
3
perforatie-afval terug in de originele
positie.
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid
4
terug tegen de machine.
3-21
Page 76
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid
Wanneer er een papierstoring optreedt in de zadelsteek afwerkingseenheid, verwijdert u het vastgelopen papier op
de onderstaande wijze.
Druk op de ontkoppelingsknop om de
1
zadelsteek afwerkingseenheid los te
koppelen van de machine.
LET OP
De zadelsteek afwerkingseenheid en de machine
zijn aan de achterkant elkaar gekoppeld. Wees dus
voorzichtig wanneer u de apparaten uit elkaar haalt.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
machine.
Trek de draaiknop B op de
3
perforeereenheid naar u toe en draai deze
als er geen papierstoring plaatsvindt in
stap 2. (Uitsluitend wanneer de optionele
perforatiemodule is geïnstalleerd.)
Draaiknop van de
Knop B
De roller van draaiknop
B zorgt voor het
vrijmaken van het
papier.
Verwijder het vastgelopen papier.
5
Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier en
zorg ervoor dat het niet
scheurt.
Sluit het bovenste deksel.
6
Verwijder het vastgelopen papier uit de
7
compiler van de nietjescompiler.
Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier en
zorg ervoor dat het niet
scheurt.
Open de klep van de zadelsteek eenheid.
8
Open de bovenplaat.
4
3-22
Verwijder het vastgelopen papier.
9
Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier en
zorg ervoor dat het niet
scheurt.
Page 77
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Open de voorplaat.
10
Draai de walsdraaiknop D in pijlrichting.
11
Draaiknop D van de rollen
Verwijder het vastgelopen papier uit de
12
zadelsteeklade.
Verwijder voorzichtig het
vastgelopen papier en
zorg ervoor dat het niet
scheurt.
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid terug
15
tegen de machine.
3
Sluit de klep van de zadelsteek eenheid.
13
Sluit de voorplaat.
14
3-23
Page 78
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Opsporen van fouten (in de zadelsteek afwerkingseenheid)
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
ProbleemControlepuntenOplossing of oorzaak
De zadelsteek
afwerkingseenheid
functioneert niet.
Het nieten kan niet
worden uitgevoerd
(inclusief
nieteenheid).
Nietjessets worden
niet correct gestapeld
of sommige bladen in
een set worden niet
gestapeld.
Perforaties niet in de
correcte positie
geplaatst.*
Kan niet worden
geperforeerd.*
Zijn er afdekkingen van de zadelsteek
afwerkingseenheid open?
Verschijnt er een bericht dat er papier uit
de compilator van het nietapparaat
verwijderd moet worden?
Verschijnt de melding om het nietapparaat
te controleren?
Verschijnt de melding om nietjes bij te
vullen?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Papier ernstig gekruld?
De perforatiefunctie is niet ingesteld op de
juiste posities.
Verschijnt de melding om de perforatie
module te controleren?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Het papier is sterk gekruld en niet
geperforeerd.
Sluit alle kleppen. (Zie pagina 3-14.)
Verwijder het resterende papier uit de
compiler van de nieteenheid, zie stap 4 op
pagina 3-20.
Verwijder geblokkeerde nietjes. (Zie pagina 3-20.)
Vervang de nietjescartridge. (Zie pagina 3-19.)
Controleer of de nietjescartridge correct is
geplaatst. (Zie pagina 3-20.)
Er kan niet op ander papierformaat worden
geniet.
Papier kan ernstig zijn gekruld afhankelijk van
papiersoort en papierkwaliteit. Verwijder
papier uit de papierlade of handinvoerlade,
keer deze om, en laad opnieuw.
Controleer de posities waar perforatie
mogelijk is.
Leeg de snipperbak. (Zie pagina 3-21.)
Er kan niet op ander papierformaat worden
geniet.
Sommige papiersoorten en –kwaliteiten
kunnen bij het printen sterk omkrullen.
Verwijder het papier uit cassette of
handinvoercassette, draai het om met de
bovenkant naar onderen en plaats het terug in
de cassette.
* Wanneer een perforatie module is geïnstalleerd
3-24
Page 79
Deel 2: Kopieerbediening
Page 80
Page 81
HOOFDSTUK 4
HET MAKEN VAN KOPIEËN
Dit hoofdstuk beschrijft de basiskopieerfuncties inclusief de selectie van
de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen.
De automatische origineelinvoer voert originelen automatisch in de machine, wat continu kopiëren mogelijk maakt.
Bovendien kunnen de beide zijden van een dubbelzijdig origineel tegelijkertijd worden gescand. Deze functie is
handig wanneer u een groot aantal originelen moet scannen.
Mogelijke origineelformaten
Er kan een stapel van max. 50 originelen (30 originelen*1 voor B4 (8-1/2" x 14") of groter) van hetzelfde papierformaat in de
origineelinvoerlade geplaatst worden op voorwaarde dat de stapelhoogte binnen de hieronder aangegeven grenzen valt.
Er kan een stapel van max. 30 originelen van verschillende formaten geplaatst worden als de breedte van de
originelen gelijk is aan de stapelhoogte binnen de
aangegeven grenzen. In dit geval geven de functies nieten en tweezijdig drukken en sommige andere functies
misschien niet het gewenste resultaat.
*1Bij papier zwaarder dan 105 g/m
er 16 of meer bladen geplaatst worden, kan dit niet correct scannen van originelen veroorzaken en de gescande
afbeelding kan uitgerekt zijn ten opzichte van het origineel.
2
(28 lbs.), kan slechts een stapel van max. 15 bladen geplaatst worden. Als
■ Formaat en gewicht van
aanvaardbare originelen
A5 of
5-1/2" x 8-1/2"
Origineel formaat:
(148 x 210 mm)
Gewicht (dikte):
2
50 g/m
of 14 lbs.
2
g/m ... Gewicht van een vel papier van 1 m
A3 of
11" x 17"
(297 x 420 mm)
2
128 g/m
of 34 lbs.
2
■
Totaal aantal originelen dat in de
origineelinvoer kan worden ingesteld.
de max. hoogte van de stapel mag niet groter zijn dan
6,5 mm of 1/4" (voor 50 tot 80 g/m of 14 tot 21 lbs. papier).
6,5 mm of 1/4"
of minder
de max. hoogte van de stapel mag niet groter zijn dan
5,0 mm of 3/16"
(voor 50 tot 80 g/m of 21 tot 34 lbs. papier).
5,0 mm of 3/16"
of minder
■ Opmerkingen over het gebruik van de automatische origineelinvoer
●Gebruik originelen binnen het gespecificeerde formaat- en gewichtbereik. Gebruik van originelen buiten het
gespecificeerde formaat- en gewichtbereik kan leiden tot papierstoringen.
●Verwijder nietjes of paperclips voordat u de originelen in de origineelinvoer plaatst.
●Zorg ervoor dat originelen met vochtplekken van correctievloeistof, inkt of lijm goed droog zijn voordat deze
worden ingevoerd. Zoniet dan kan de origineelinvoerlade of de origineelinvoer bevuild raken.
●Voer de onderstaande originelen niet in. Deze originelen kunnen incorrect formaatdetectie, papierstoringen
van het origineel en vlekken op de kopieën veroorzaken.
●
Transparante film, overtrekpapier, carbonpapier, thermisch kopieerpapier of originelen afgedrukt met inktlint
kunnen niet in de origineelinvoer worden geplaatst. De te plaatsen originelen moeten niet zijn beschadigd,
gekreukeld of gevouwen en geen geplakte papieren of uitgeknipte delen bevatten. De invoer van originelen
met meer geperforeerde gaten dan de standaard tweegaats of driegaats, kan leiden tot storingen.
●Plaats originelen met twee of drie gaten zo dat de geperforeerde zijde
niet aan de kant van de invoeringsgleuf ligt.
Perforatieposities
4-2
Perforatie
posities
Perforatieposities
Page 83
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
■
De automatische origineelinvoer gebruiken
■ De glasplaat gebruiken
Open de origineelklep, Zorg ervoor dat er geen
1
origineel is achtergelaten op de glasplaat en
sluit voorzichtig de origineelklep.
Pas de origineelgeleiders aan het formaat
2
van de originelen aan.
Plaats het origineel met de kopiezijde naar
3
beneden in de origineelinvoerlade.
Plaats het origineel met de
kopieerzijde naar beneden
Plaats de originelen volledig
in de handinvoerlade. De
stapel papier mag niet hoger
zijn dan de indicatiestreep
(maximaal 50 pagina's).
Open de origineelklep, plaats het origineel met
de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en
sluit voorzichtig de origineelklep.
Als u een kopie van een
klein origineel wilt
maken, zoals een
briefkaart, gebruikt u de
[PAPIERFORMAAT]
Detector origineel formaat
OPMERKING
Plaats geen objecten onder de origineelformaat
detector. Dit kan schade aan de detector of incorrecte
detectie van het origineelformaat veroorzaken.
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
●Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl
op de origineelschaal.
●Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
B4 of
8½x14
toets om het gewenste
papierformaat te kiezen.
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
4
OPMERKING
Functie detectie origineelformaat
Een van de vier groepen standaard origineelformaten die hieronder zijn afgebeeld kunnen worden
geselecteerd voor detectie door de origineelformaat detectiefunctie. De fabrieksinstelling is "AB-1 (INCH-1)".
Deze instelling kan worden gewijzigd met behulp van "INSTELLING DETECTIE FORMAAT ORIGINEEL" in de
key-operatorprogramma's.
Detecteerbare origineelformaten
Groep
1
INCH-1
INCH-2
2
3AB-1A3, A4, A4R, A5,B4, B5, B5R
4AB-2A3, A4, A4R, A5,B5, B5R, 216x330Glasplaat + 11" x 17", 8-1/2" x 11", B4
Origineelinvoerlade (voor automatische origineelinvoer)
Glasplaat
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"
11" x 17", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"
Glasplaat +A3, A4
Glasplaat +A3, A4
Glasplaat + 11" x 17", 8-1/2" x 11", 216x330
4-3
Page 84
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
■ Standaard richtingen van het origineel
[Voorbeeld 1]
[Voorbeeld 2]
Origineelinvoerlade
Bovenkant
Onderkant
Bovenkant
Onderkant
Glasplaat
Bovenkant
Onderkant
Bovenkant
Onderkant
Plaats de originelen in de
origineelinvoerlade of op de
glasplaat zo dat de bovenkant
en de onderkant van het
origineel is geplaatst zoals op
de afbeelding. Als de
originelen niet goed worden
geplaatst zullen de nietjes niet
op de juiste plek
terechtkomen en sommige
functies niet het gewenste
resultaat leveren.
■ Automatische beelddraaiing van de kopie - Beelddraaiing
Als de richting van het originelen verschilt met de richting van het papier in de lade, zal het origineel automatisch
90
° worden geroteerd alvorens deze wordt gekopieerd. (Wanneer een beeld wordt geroteerd verschijnt er een
melding in de display.) Beeldraaiing is niet mogelijk wanneer er een functie wordt geselecteerd die niet geschikt
is voor rotatie, zoals het vergroten van de kopie tot een papierformaat groter dan A4 (8-1/2" x 11") of sorteren/
nieten met de zadelsteek afwerkingseenheid.
[Voorbeeld]
Richting van
het origineel
Afdrukzijde naar
beneden
●Beelddraaiing functioneert in zowel de automatische papierselectie als de auto image modus. (
draaien kopie
"
kan worden uitgeschakeld met behulp van een key-operatorprogramma. Zie pagina 14 van het
"Handboek voor de hoofdoperator".)
Richting van het kopieerpapierKopie na rotatie
Afdrukzijde naar
beneden
"
Instelling
4-4
Page 85
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
A4
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
A5
B5
A5R
A4
B4
A3
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
A4R
B5R
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
5X8
5X8R
8X11
R
8X11
8X13
8X14
11X17
(64 297)
mm
(64 432)
mm
X
Y
X
Y
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
420
297
OK
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
ORIGINEEL CONTROLEREN
Als het geplaatste origineel een standaardformaat heeft, zal het formaat automatisch
worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en worden weergegeven
in het toetspaneel. Als het geplaatst origineel een standaardformaat heeft, zal het
formaat automatisch worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en
worden weergegeven in het toetspaneel.
(A) :Het origineelformaat wordt weergegeven.
(B)
: [AUTO] verschijnt wanneer de automatische origineel detectiefunctie actief is.
Als u een niet-standaard origineelformaat hebt geladen of het scanformaat wil wijzigen,
kunt u de onderstaande stappen volgen om handmatig het scanformaat van het origineel
in te stellen. (Voor standaardformaten, zie: "Functie detectie origineelformaat" op pagina 4-3.)
OPMERKING
Als er een niet-standaardformaat is geladen (inclusief speciale formaten), kan het dichtstbijzijnde standaardformaat worden
weergegeven of helemaal geen origineelformaat worden weergegeven.
Als "ANNULEREN DETECTIE VAN GLASPLAAT" is ingesteld in de key-operatorprogramma's (Zie pagina 11
van het handboek voor de hoofdoperator.), zal de automatische origineeldetectie vanaf de glasplaat niet
werken. Volg in zo'n geval de stappen hieronder om het scanformaat van het origineel handmatig in te stellen.
(B)(A)
Handmatig instellen van het scanformaat
Tip op de [ORIGINEEL] toets en stel het formaat van het origineel handmatig in als u een niet-standaard
origineelformaat hebt geladen (zoals een AB-formaat), of als het formaat niet correct wordt gedetecteerd. Volg de
onderstaande stappen nadat u het origineel in de automatische origineelinvoer of op de glasplaat hebt geplaatst.
Tip op het tabblad [INVOER FORMAAT] en voer
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
1
Tip op de gewenste origineelformaat toets.
2
[AUTO] is niet meer
gemarkeerd.
[HANDMATIG] en de
origineelformaat toets
die u hebt aangetipt zijn
gemarkeerd.
vervolgens de X (breedte) en Y (lengte)
afmetingen van het origineel in als een nietstandaardformaat in de origineelinvoer of op de
glasplaat is geplaatst.
X is aanvankelijk
geselecteerd. Voer de Xafmeting (breedte) in en tip
vervolgens op de Y()
toets en voer de Y-afmeting
(lengte) in. De waarde van
X kan liggen tussen 64 tot
432 mm en de waarde van Y tussen 64 tot 297 mm.
Als u regelmatig originelen met hetzelfde niet-
standaardformaat gebruikt, kunt u deze opslaan
zoals beschreven in "HET OPSLAAN, WISSEN
EN GEBRUIKEN VAN ORIGINEELFORMATEN"
op de volgende pagina. Dan hoeft u niet steeds
hetzelfde formaat handmatig in te voeren.
4
Tip op de [AB/INCH] toets en tip vervolgens
de gewenste origineelformaat toets als u een
INCH-formaat wilt selecteren.
1
1
/
/
2
2
1
1
/
/
2
2
1
/
2
1
/
2
1
/
2
1
/
2
[INCH] is gemarkeerd en de
INCH-formaat toetsen
worden weergegeven. Tip
nogmaals op de [AB/INCH]
toets om terug te keren naar
het inch-palet.
Tip op de [OK] toets.
3
U keert terug naar het beginscherm.
Het geselecteerde origineelformaat verschijnt in
4
het bovengedeelte van de [ORIGINEEL] toets.
1
/
2
8X11
4-5
Page 86
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
R FORMAAT
AANGEPAST
FORMAAT
BELICHTIN
PAPIERFORMA
KOPIEERFACT
100%
AUTO
AUTOA4
HANDMATIG
AUTO
INCH
AB
OPSLAAN/WISSEN
AANGEP
FORMA
HANDMAT
AUTO
OPROEPEN
OPSLAAN/WISSEN
ANNULERENOK
420
297
(64 432)
mm
OPROEPEN
Y
X
A
X
Y
OPSLAAN/WISSEN
(64 297)
mm
OPROEPEN
OPSLAAN/WISSEN
VAN ORIGINEELFORMATEN
U kunt maximaal 9 speciale origineelformaten opslaan. De opgeslagen formaten kunnen gemakkelijk worden
opgeroepen en worden niet geweest wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Het opslaan van een regelmatig
gebruikt origineelformaat heeft als voordeel dat u niet steeds hetzelfde formaat handmatig moet invoeren.
● Druk op de [CA] toets of tip op de [ORIGINEEL] toets op het scherm om het opslaan, gebruiken of wissen van een
origineelformaat te annuleren.
Opslaan of wissen van een origineelformaat
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
1
AUTO
Tip op de [AANGESPAST FORMAAT] toets.
2
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
3
Voer de X-afmeting (breedte) en Y-
5
afmeting (lengte) van het origineel in met
de toetsen.
X (breedte) is aanvankelijk
geselecteerd.
Voer X in en tip vervolgens op de
() toets om Y in te voeren. De
breedte (X) kan liggen tussen 64
tot 432 mm en de lengte (Y)
tussen 64 tot 297 mm.
Tip op de [OK] toets.
6
Het ingevoerde formaat in stap 5 wordt
opgeslagen met de toets uit stap 4.
Tip op de [ORIGINEEL] toets om het scherm te verlaten.
Wanneer u op een toets tipt die een
7
origineelformaat bevatten instap 4,
verschijnt er een melding met de toetsen
[ANNULEREN], [WISSEN] en [WIJZIGEN].
●Tip op de [ANNULEREN] toets om de
procedure te annuleren.
●Tip op de [WISSEN] toets om het
geselecteerde origineelformaat te wissen.
●
Tip op de [WIJZIGEN] toets om het opgeslagen
origineelformaat te wijzigen. Het scherm van stap
5 verschijnt zodat u de wijziging kunt invoeren.
Tip op de origineelformaat toets ()
4
die u wilt opslaan of wissen.
X68 Y78
bevatten het opgeslagen formaat ().
Tip op een toets met formaat om het opgeslagen
formaat te wissen of de wijzigen.
●
Ga naar stap 5 wanneer u een origineelformaat wilt
opslaan.
●
Ga naar stap 7 wanneer u een origineelformaat wilt
4-6
wissen of wijzigen.
Tip op een toets die
geen formaat bevat
() om het
origineelformaat
opslaan.
Toetsen die al zijn voorzien
van een origineelformaat,
X68 Y78
Tip op de [ORIGINEEL] toets om het
8
scherm te verlaten.
■
HET OPGESLAGEN ORIGINEELFORMAAT GEBRUIKEN
Volgende stappen 1 tot 2 van "OPSLAAN OF
1
WISSEN VAN EEN ORIGINEELFORMAAT".
Tip op het origineelformaat dat u wilt gebruiken.
2
X68 Y78
Tip op de [OK] toets.
3
Het opgeslagen origineelformaat wordt opgeroepen.
Page 87
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
OK
0
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
Dit onderdeel beschrijft de normale kopieerprocedure.
Kopieën maken met de automatische origineelinvoer
■ 1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
OrigineelKopieren
Plaats de originelen in de origineelinvoerlade.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Controleer of de 1-zijdige naar 1-zijdige
2
kopieerfunctie is geselecteerd.
ORIGINEEL
A4
5 zijn niet nodig als de 1-zijdig naar 1-zijdig
kopieermodus reeds is geselecteerd.
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
3
Tip op de [1-zijdige naar 1-zijdige kopie] key.
4
A4
A4
B4
A4R
Tip op de [OK] toets.
5
4
Controleer of kopieerpapier van hetzelfde
6
formaat als de originelen automatisch
wordt geselecteerd*.
A4
De 1-zijdig naar 1-zijdig
modus is geselecteerd
wanneer er geen icoon
voor een 2-zijdige
modus verschijnt in het
gestreepte gebied op de
display. De stappen 3 tot
Zelfs als de bovenstaande melding verschijnt kan het kopiëren
worden uitgevoerd op het huidig geselecteerde papier.
*Er moet aan de volgende vereisten worden
voldaan:
Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4,
A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2"
x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2R")) worden
ingesteld en de automatische papierselectie
functie is ingeschakeld.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
Tip op de [1-zijdige naar
1-zijdige kopie] key.
1. A4
A4
NORMAAL PAPIER
als de originelen van een ander formaat zijn dan
de hierboven genoemde.
De geselecteerde toets wordt gemarkeerd en het
scherm papierselectie wordt gesloten. Tip op de
[PAPIERFORMAAT] toets om het scherm
papierselectie te sluiten zonder het formaat te
selecteren.
2. A3
3. A3
4. A4
De geselecteerde lade is
gemarkeerd of de melding
"LAAD xxxxxx PAPIER."
verschijnt. Laad papier in de
papierlade van het vereiste
formaat als deze melding
verschijnt.
Selecteer handmatig het
gewenste papierformaat
door te tippen op de
[PAPIERFORMAAT]
toets en vervolgens op
de selectietoets van het
gewenste papierformaat
4-7
Page 88
NORMAAL KOPIEREN
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
BESTAND
Selecteer de gewenste uitvoermodus
7
(pagina 4-9).
De standaardmodus is
de sorteermodus.
Tip op de [UITVOER]
toets, vervolgens op de
[GROEP] toets op het
scherm uitvoerinstelling
en vervolgens op de
[OK] toets op het instelscherm om de
groepeermodus te selecteren.
Gebruik de numerieke toetsen om het
8
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999
kopieën afdrukken.
Als u een enkele kopie
maakt, kan deze worden
gemaakt met het aantal
"0" op de display. Gebruik
de [C] (wissen) toets om
een eventueel foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
9
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren
van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan op
de harde schijf van machine.
Op deze manier kan het
opgeslagen origineelbeeld
op een later tijdstip nog eens
worden gebruikt.
Zie voor meer informatie over deze functie
"Documentarchivering" in hoofdstuk 7.
Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de
[SNELBESTAND] toets worden geselecteerd.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd
het opslaan te bevestigen wanneer u op de
[SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in
het bericht en ga verder met de volgende stap.
Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de
[OK] toets hebt getipt om het opslaan te
annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer
gemarkeerd.
Druk op de [START] toets.
10
Wanneer u tijdens het
scannen van de originelen
drukt op de [C] toets, zal
het scannen stoppen.
Wanneer het kopiëren
reeds is gestart, zal het
kopiëren en scannen
stoppen nadat het huidige origineel is uitgevoerd naar
het uitvoergebied. In deze gevallen wordt het aantal
kopieën teruggezet naar "0".
OPMERKINGEN
● De 1-zijdige naar 1-zijdige kopieermodus is in de
begininstellingen ingesteld als standaard. Als de
standaardinstelling niet is gewijzigd met behulp
van het (key operator) programma "Instellingen
oorspronkelijke status", kunnen de stappen 3 tot 5
op pagina 4-7 worden overgeslagen.
Het kopiëren onderbreken…
Druk op de [CA] toets om de huidige
kopieeropdracht te annuleren. Er verschijnt een
melding ter bevestiging. Tip op de [JA] toets om
het kopiëren te annuleren.
4-8
Page 89
■ Kopieeruitvoer (sorteren en groeperen)
Voorbeeld: Vijf sets van vijf kopieën maken van drie originelen
● Het sorteren van de kopieën in sets
Origineel
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
Stel het
aantal
kopieën in (5)
Tip op de
[UITVOER] toets
Wanneer de functie automatische origineelinvoer wordt
gebruikt, wordt sorteren automatisch geselecteerd als het
origineel op de origineelinvoer wordt geplaatst.
● Kopieën groeperen op pagina
Origineel
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
UITVOER
SORTEREN
GROEP
Tip op de
[SORTEREN] toets
UITVOER
SORTEREN
GROEP
Vijf sets kopieën.
Druk op de
[START] toets
4
5 kopieën per pagina
Stel het
aantal
kopieën in (5)
Tip op de
[UITVOER] toets
Tip op de
[GROEP] toets
"Groeperen" wordt automatisch geselecteerd
Druk op de
[START] toets
wanneer het origineel op de glasplaat wordt geplaatst.
■ Selectie van de uitvoerlade (wanneer er een optionele afwerkingseenheid of
zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd)
Wanneer de [STAFFEL-LADE] toets is gemarkeerd, worden de uitvoerpagina’s gedeponeerd in de lade van de
afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid. Wanneer de "MIDDELSTE LADE" toets is gemarkeerd,
komen de uitvoerpagina’s terecht in de middelste lade. Tip op de bijbehorende toets om de gewenste uitvoerlade te
selecteren.
0
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
STAFFELLADE
STAFFEL
MIDDELSTE
LADE
Dit scherm verschijnt wanneer er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
Het scherm dat verschijnt wanneer er een afwerkingseenheid is geïnstalleerd ziet er iets anders uit.
NIETEN
OK
PERFOR.
4-9
Page 90
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
INB
VERA
OK
0
INBINDEN
Automatisch 2-zijdig kopiëren met de automatische origineelinvoer
Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het
papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden.
Origineel
Plaats de originelen in de
1
origineelinvoerlade. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Kopieren
1. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 1-zijdige
originelen.
2. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 2-zijdige
originelen.
3. Automatisch 1-zijdig kopiëren vanaf 2-zijdige
originelen.
Selecteer de gewenste kopieermodus.
3
De weergave van de
display hangt af van de
geïnstalleerde installatie.
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
2
Als er kopieertoetsen worden aangetipt die kunnen niet
worden geselecteerd, klinkt er een dubbele pieptoon.
Voorbeeld van
een origineel in
staande afdrukstand
Tip op de [INBINDEN VERANDEREN] toets bij het
maken van automatische 2-zijdige kopieën vanaf een
1-zijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") formaat
staand origineel, of wanneer u de boven- en
onderzijde van een 2-zijdig origineel wilt omdraaien.
Tip op de [OK] toets.
4
Voorbeeld van
een origineel in
liggende afdrukstand
4-10
Volg de stappen 6 tot en met 10 op de pagina's 47 en 4-8.
Page 91
NORMAAL KOPIEREN
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
Kopiëren vanaf de glasplaat
Open de origineelklep en plaats het origineel op de glasplaat wanneer de originelen niet in de automatische
origineelinvoer kunnen worden geplaatst (bijv. dikke originelen).
■ 1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
OrigineelKopieren
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
B4 of
8½x14
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
●Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl
op de origineelschaal.
●Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
Verzeker u ervan dat kopieermodus 1-
2
zijdig naar 1-zijdig is geselecteerd.
ORIGINEEL
A4
De 1-zijdige naar 1-zijdige
modus is geselecteerd
wanneer er geen icoon
A4
A4R
A4
A4
B4
voor een 2-zijdige modus
verschijnt in het gestreepte
gebied op de display.
Wanneer er een icoon
verschijnt, volgt u stap 3 tot 5 op pagina 4-7 en gaat
daarna verder met stap 3.
Verzeker u ervan dat kopieerpapier van
3
hetzelfde formaat als de originelen
automatisch wordt geselecteerd*.
De geselecteerde lade is
gemarkeerd of de melding
"LAAD xxxxxx PAPIER."
verschijnt. Laad papier in
de papierlade van het
vereiste formaat als deze
melding verschijnt.
Zelfs als de bovenstaande melding verschijnt kan
het kopiëren worden uitgevoerd op het huidig
geselecteerde papier.
* Er moet aan de volgende vereisten worden
voldaan.
Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4,
A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2"
x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2"R)) worden
ingesteld en de automatische papierselectie
functie is ingeschakeld.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
A4
NORMAAL PAPIER
1. A4
2. A3
3. A3
4. A4
als de originelen van een ander formaat zijn dan
de hierboven genoemde.
De geselecteerde toets wordt gemarkeerd en het
scherm papierselectie wordt gesloten. Tip op de
[PAPIERFORMAAT] toets om het scherm
papierselectie te sluiten zonder het formaat te
selecteren.
Selecteer handmatig het
gewenste papierformaat
door te tippen op de
[PAPIERFORMAAT]
toets en vervolgens op
de selectietoets van het
gewenste papierformaat
4
4-11
Page 92
NORMAAL KOPIEREN
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
BESTAND
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START].
DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
Selecteer de gewenste uitvoermodus.
4
(pagina 4-9)
De groepeermodus is de
standaardmodus.
Tip op de [UITVOER] toets,
vervolgens op de [SORTEREN]
toets in het scherm dat verschijnt
en daarna op de [OK] toets om
de sorteermodus te selecteren.
Gebruik de numerieke toetsen om het
5
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999
kopieën afdrukken.
Als u een enkele kopie
maakt, kan deze worden
gemaakt met het aantal
"0" op de display.
Gebruik de [C] (wissen)
toets om een eventueel foutieve invoer te
annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
6
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren
van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan
op de harde schijf van
machine. Op deze manier
kan het opgeslagen
origineelbeeld op een later
tijdstip nog eens worden
gebruikt.
Zie voor meer informatie over deze functie
"Documentarchivering" in hoofdstuk 7.
Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de
[SNELBESTAND] toets worden geselecteerd.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd
het opslaan te bevestigen wanneer u op de
[SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in
het bericht en ga verder met de volgende stap.
Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de
[OK] toets hebt getipt om het opslaan te
annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer
gemarkeerd.
Druk op de [START] toets.
7
Vervang het origineel met
het volgende origineel en
druk op de [START] toets.
Herhaal deze handeling
totdat alle originelen zijn
gescand.
Als u "Sorteren" hebt
gekozen als uitvoermodus in stap 4 en op de
[START] toets hebt gedrukt is het van belang op te
[LEZEN KLAAR] toets te tippen.
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
8
Het kopiëren onderbreken…
Druk op de [CA] toets om de huidige
kopieeropdracht te annuleren. Er verschijnt een
melding ter bevestiging. Tip op de [JA] toets om het
kopiëren te annuleren.
4-12
Page 93
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
d
OK
0
INBINDEN
Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf de glasplaat
Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het
papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden.
OrigineelKopieren
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
●Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl
op de origineelschaal.
●Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
B4 of
8½x14
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
Tip op de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie] key.
3
Voorbeeld van
een origineel in
staande afdrukstand
Tip op de [INBINDEN VERANDEREN] toets bij het
maken van automatische 2-zijdige kopieën vanaf een
1-zijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") formaat
staand origineel, of wanneer u de boven- en
onderzijde van een 2-zijdig origineel wilt omdraaien.
Voorbeeld van
een origineel in
liggende afdrukstan
4
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
2
Tip op de [OK] toets.
4
Volg de stappen 3 tot 8 op de pagina's 4-11 en 4-12.
4-13
Page 94
DE BELICHTING AANPASSEN
AUTO
AUTO
AUTOA4
ORIGINEEL
BELICHTING
AUTO
AUTOA4
ORIGINEEL
BELICHTING
TYPE ORIGINEEL
BEELD
TEKST
AUTO
HANDMATIG
531
OK
TEKST/FOTO
FOTO
AUTO
HANDMATIG
135
Selecteer een geschikte belichtingsmodus voor het te kopiëren origineel. U kunt kiezen uit AUTO, TEKST, TEKST/FOTO
en FOTO.
■ Automatische belichtingsaanpassing
De standaardinstelling
voor de belichting is
"AUTO". Hiermee wordt
automatisch de belichting
voor het origineel
aangepast.
onderstaande stappen
om de belichtingsmodus te selecteren of
handmatig het belichtingsniveau aan te passen.
■ Het selecteren van de belichtingsmodus en handmatig aanpassen van het
belichtingsniveau
Volg de
Tip op de [BELICHTING] toets.
1
Selecteer [TEKST], [TEKST/FOTO] of [FOTO]
2
afhankelijk van het te kopiëren origineel.
Tip op de [AUTOHANDMATIG] toets zodat
[HANDMATIG] is geselecteerd om te kiezen voor
[TEKST].
Selectie van belichtingsmodi
TEKST: Deze modus is geschikt voor
donkere tekstkopieën met lichte
achtergrond.
TEKST/FOTO: Deze modus geeft de beste balans
in kopieën van een origineel dat
zowel tekst als foto's bevat. Deze
modus is ook zeer geschikt voor het
kopiëren van afgedrukte foto's.
FOTO: Deze modus levert de beste kopieën
van foto's met kleine details.
4-14
0
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
Het belichtingsniveau aanpassen
3
Tip op de toets om
de kopieën donkerder te
maken. Tip op de
toets om de kopieën
lichter te maken.
OPMERKING
Belichtingsniveau 's in de TEKST-modus
1 tot 2: Donkere originelen zoals kranten
3: Normale dichtheid van de originelen
4 tot 5: Originelen beschreven met potlood of
karakters in lichte kleuren
Informatie over de onderstaande stappen
Zie pagina's 4-7 tot en met 4-10 als de
automatische origineelinvoer wordt gebruikt.
Zie pagina's 4-11 tot en met 4-13 als de
glasplaat wordt gebruikt.
OPMERKINGEN
●
Tip op de [AUTO / HANDMATIG] toets om [AUTO] te
markeren en tip vervolgens op de [OK] toets om terug te
keren naar de automatische belichtingsmodus.
● Het belichtingsniveau in de automatische
belichtingsmodus kan ook in de keyoperatorprogramma's worden aangepast. (Zie
"Belichtingsaanpassing" op pagina 14 van het
"Handboek voor de hoofdoperator")
Page 95
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
5.8 x11
AUTO
IMAGE
1
/
2
PAP
KOP
122%
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
SNELBESTAND
BESTAND
Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch of handmatig worden geselecteerd.
● Automatische selectie: Auto image (Zie hieronder.)
● Handmatige selectie: Vaste kopieerfactor/zoom (Zie pagina 4-16.)
Automatische selectie (auto image)
De verklein- en vergrotingsfactor wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op
1
de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Het gedetecteerde origineelformaat wordt weergegeven.
OPMERKING
De automatische kopieerfactoraanpassing kan alleen worden
gebruikt voor de volgende origineel- en papierformaten. Voor
andere formaten kan de automatische factorkeuze niet
worden gebruikt. In het geval van niet-standaard origineel- en
papierformaten echter, kunnen de formaten worden ingevoerd
om automatische kopieerfactoren voor deze formaten
mogelijk te maken.
Laad papier van het vereiste formaat in de
papierlade, als er geen papier van het gewenste
formaat aanwezig is. (Zie "Het papiertype en
papierformaat instellen" op pagina 2-5.)
Tip op de [AUTO IMAGE] toets.
3
worden weergegeven in het kopieerfactorscherm.
origineelformaat" op pagina 4-3.)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, of A5R (11" x
17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
of 5-1/2" x 8-1/2"R)
De geselecteerde
papierformaat toets wordt
gemarkeerd en het
scherm papierselectie
wordt gesloten.
De [AUTO IMAGE] toets
wordt gemarkeerd en de
beste verkleinings- of
vergrotingsfactor voor het
origineelformaat en het
geselecteerde papierformaat
zal worden geselecteerd en
1. A4
2. B4
3. B4
4. A4
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
OPMERKING
Wijzig de richting van het origineel zoals weergegeven in het
bericht "DRAAI ORIGINEEL VAN NAAR " als dit bericht
worden weergegeven. Wanneer de bovenstaande melding
verschijnt kan het kopiëren worden uitgevoerd zonder de richting
te wijzigen, maar het beeld zal in dit geval niet op het papier
passen.
Gebruik de numerieke toetsen om het
4
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999 kopieën
afdrukken.
Als u een enkele kopie maakt,
kan deze worden gemaakt met
het aantal "0" op de display.
G
ebruik de [C] (wissen)
toets om een eventueel
foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
5
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren
van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan op
de harde schijf van machine.
Op deze manier kan het
opgeslagen origineelbeeld
op een later tijdstip nog eens
worden gebruikt.
Zie voor meer informatie over deze functie
"Documentarchivering" in hoofdstuk 7.
Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de [SNELBESTAND]
toets worden geselecteerd. Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het opslaan te bevestigen wanneer u op de
[SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in het bericht
en ga verder met de volgende stap.
Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de [OK] toets
hebt getipt om het opslaan te annuleren. De
[SNELBESTAND] toets is niet meer gemarkeerd.
Druk op de [START]-toets.
6
Als het origineel op de
glasplaat hebt geplaatst, de
uitvoermodus hebt ingesteld
op "Sorteren" en op de
[START] toets hebt gedrukt
moet u op de [LEZEN KLAAR]
toets te tippen nadat alle
originele pagina’s zijn gescand. (Stap 8 op pagina 4-12)
Tip op de [CA] toets om de auto image modus te annuleren.
4-15
4
Page 96
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO
AUTOA4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
OK
AUTO
AUTO
AUTO
A4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
X-Y ZOOM
OK
MENU
ZOOM
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
70
AUTO
AUTO
AUTOA4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
OK
Handmatige selectie (vaste kopieerfactor/zoom)
Vaste kopieerpercentages (maximaal 400%, minimaal 25%) kunnen worden geselecteerd met de toetsen voor vergroting en verkleining.
Bovendien kunnen de zoomtoetsen worden gebruikt om een willekeurige kopieerfactor tussen de 25% tot 400% te selecteren in stappen van 1%.
<Het key-operatorprogramma's op pagina 14 van het handboek voor de hoofdoperator kan worden gebruikt om twee
aanvullende vergrotingsfactoren en twee aanvullende verkleiningsfactoren in te stellen.>
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op de
1
glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
OPMERKING
Wanneer het origineel is geplaatst in de origineelinvoer, kan
de kopieerfactor worden ingesteld van 25% tot 200%.
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Gebruikte [MENU] toets om het menu "" of het
3
menu "" voor kopieerfactorselectie te selecteren.
Menu
●A.Vaste kopieerfactoren voor verkleining zijn:
70%, 81% en 86% (voor het AB-systeem).
77% en 64% (voor het inch-systeem).
●
B.
Vaste kopieerfactoren voor vergroting zijn:
115%, 122% en 141% (voor het AB-systeem).
121% en 129% (voor het inch-systeem).
Menu
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
4
en [ZOOM] op het toetspaneel om de gewenste
kopieerfactor in te stellen.
Zoomfactoren: Elke factor
tussen 25 % en 400% kan
worden ingesteld in
stappen van 1%.
Tip op de [] toets om
de factor te vergroten, of
de [] toets om de
factor te verkleinen. (Als u de []/[] toets
vasthoudt, zal de factor automatisch doorlopen. Na
drie seconden zal de factordoorloop versnellen.)
OPMERKINGEN
● Tip op een toets voor verkleining of vergroting om
de factor bij benadering in te stellen en vervolgens
op de [] toets om de factor te vergroten of de
[] toets om de factor te verkleinen.
●
Het automatisch wijzigen van het percentage bij
voortdurend vasthouden van de zoomtoets kan worden
uitgezet in de key-operatorprogramma's (Zie: "Instelling
toetsbediening (toetsherhaling uitzetten)" op pagina 10
van het handboek voor de hoofdoperator.).
●
Als de melding "BEELD IS GROTER DAN
KOPIEERPAPIER." Verschijnt wanneer de factor is
geselecteerd, past het beeld niet op het kopieerpapier.
● Gebruik de functie XY-ZOOM om de horizontale
en verticale kopieerfactoren onafhankelijk van
elkaar in te stellen. Zie pagina 4-18
●A.Vaste kopieerfactoren voor verkleining zijn:
50% en 25%.
●B.Vaste kopieerfactoren voor vergroting zijn:
200% en 400%.
(De aangepaste kopieerfactoren die worden
ingesteld door de key operator staan het menu
factor 2.)
4-16
Tip op de [OK] toets.
5
Page 97
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO
A4
PAPIERFORMAAT
64%
KOPIEERFACTOR
SNELBESTAND
BESTAND
Zorg ervoor dat er een geschikt
6
papierformaat is geselecteerd voor de
geselecteerde factor.
Automatische papierkeuze
display
OPMERKING
Als de automatische papierkeuze display niet
verschijnt, zal er geen lade met het correcte
papierformaat automatisch worden geselecteerd
voor de geselecteerde factor.
Gebruik de numerieke toetsen om het
7
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999
kopieën afdrukken.
Als u een enkele kopie
maakt, kan deze worden
gemaakt met het aantal
"0" op de display.
Gebruik de [C] (wissen)
toets om een eventueel foutieve invoer te
annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
8
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren
van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan
op de harde schijf van
machine. Op deze manier
kan het opgeslagen
origineelbeeld op een later
tijdstip nog eens worden
gebruikt.
Zie voor meer informatie over deze functie
"Documentarchivering" in hoofdstuk 7.
Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de
[SNELBESTAND] toets worden geselecteerd.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd
het opslaan te bevestigen wanneer u op de
[SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in
het bericht en ga verder met de volgende stap.
Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de
[OK] toets hebt getipt om het opslaan te
annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer
gemarkeerd.
Druk op de [START]-toets.
9
Als het origineel op de
glasplaat hebt geplaatst,
de uitvoer hebt ingesteld
op "Sorteren" en op de
[START] toets hebt
gedrukt moet u op de
[LEZEN KLAAR] toets te
tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand.
(Stap 8 op pagina 4-12)
4
Om terug te keren naar kopieerfactor 100%
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets om het
kopieerfactormenu te openen en vervolgens op de [100%]
toets om terug te keren naar een kopieerfactor van 100%.
(Stappen 2 en 3 op pagina 4-16)
4-17
Page 98
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
100
100
Y
X
X-Y ZOOM
ZOOM
50%
10Y
64%
ZOOM
50
100
Y
X
ZOOM
50
100Y
X
XY-ZOOM
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen. De factoren
kunnen worden ingesteld tussen 25% en 400% in stappen van 1%.
Voorbeeld: Selecteren van 100% voor de lengte en 50% voor de breedte
Origineel
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
OPMERKING
Wanneer het origineel is geplaatst in de
origineelinvoer, kan de kopieerfactor worden
ingesteld van 25% tot 200%.
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Tip op de [X-Y ZOOM] toets.
3
Kopie
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
5
en ZOOM ([], []) om de kopieerfactor
voor de horizontale (X) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor zal
niet worden gemarkeerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
Zoomfactoren: Elke factor
tussen 25 % en 400% kan
worden ingesteld in
stappen van 1%.
Tip op de [] toets om
de factor te vergroten, of
de [] toets om de
factor te verkleinen. (Als u de []/[] toets
vasthoudt, zal de factor automatisch doorlopen. Na
drie seconden zal de factordoorloop versnellen.)
Tip op de [X] toets.
4
4-18
OPMERKINGEN
● Tip op een toets voor verkleining of vergroting om
de factor bij benadering in te stellen en vervolgens
op de [] toets om de factor te vergroten of de
[] toets om de factor te verkleinen.
●
Het automatisch wijzigen van de factor wanneer de
zoomtoets continu wordt vastgehouden kan worden
uitgezet in de key-operatorprogramma's (Zie "Instelling
De beginstand voor de
[X] toets is geselecteerd
(gemarkeerd) en deze
stap is dus normaal
gesproken niet nodig.
Tip alleen op de [X] toets
wanneer deze niet is
gemarkeerd.
toetsbediening (toetsherhaling uitzetten)" op pagina 10
van het handboek voor de hoofdoperator.).
Tip op de [Y] toets.
6
Page 99
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
ZOOM
50%
50
70Y
X
64%
70%
X-Y ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
50
70Y
A
O
OK
PA
B
400%
200%
100%
141%
0
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
7
en ZOOM ([], []) om de kopieerfactor
voor de verticale (Y) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor zal
niet worden gemarkeerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
De zoomtoetsen kunnen
worden gebruikt om de
kopieerfactor te wijzigen
tussen de 25% tot 400%
in stappen van 1%.
Indien nodig kunt u
nogmaals de [X] toets
aanstippen om de Xzoom aan te passen.
Tip op de [OK] toets.
8
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen
10
zoals belichting en aantal kopieën en druk
vervolgens op de [START] toets.
Het annuleren van een X of Y-zoom instelling…
Tip op de [XY-ZOOM] toets of de [ANNULEREN]
toets in het scherm kopieerfactorselectie (stap 3 of 7
op pagina 4-18).
4
Tip, indien nodig, op de [PAPIERFORMAAT]
9
toets en selecteer vervolgens het gewenste
papierformaat.
Als de AUTOMATISCHE
PAPIERSELECTIE modus
is geactiveerd, zal het
geschikte papierformaat
automatisch zijn
geselecteerd op basis van
het origineelformaat en de
geselecteerde
kopieerfactoren.
4-19
Page 100
SPECIAAL PAPIER
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
A4
A4
A4
B4
B4
NORMA
NORMA
NORMA
NORMA
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
A4
B4
B4
NORMA
NORMA
NORMA
NORMA
Cassette 2 en de handinvoercassette op de optionele duplexmodule met handinvoercassette kan gebruikt worden
om kopieën te maken op transparant folie, briefkaarten, etiketbladen, enveloppen*
*1 Enveloppen kunnen in cassette 2 geplaatst worden.
1
, en standaard papier.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op
1
de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Plaats het speciaal papier in de handinvoerlade.
2
Laad het papier met de
afdrukzijde naar beneden.
Zie pagina 2-3 voor de
specificaties voor de papier
dat kan worden gebruikt in
de handinvoerlade.
Zie "Papier in de
handinvoerlade laden" (pagina
3-3) voor de instructies voor
het laden van papier.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets.
3
Selecteer de handinvoerlade.
5
A4
A4
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen
6
zoals belichting en aantal kopieën en druk
vervolgens op de [START] toets.
Tip op de [LEZEN KLAAR]
nadat alle originelen zijn
gescand (stap 8 op pagina
4-12) wanneer u kopieert
vanaf de glasplaat in de
sorteermodus met gebruik
van de [START] toets.
Stel het type en formaat van het in de
4
handinvoer geladen papier in.
(X)(Y)
(3)
Tip op de (X) toets voor dat u op de (Y) toets tipt om
het weergegeven papiertype te wijzigen. Zorg ervoor
dat u de instellingen voor het papiertype en
papierformaat wijzigt zoals beschreven in de stappen
5 tot 6 op pagina 2-5 en stappen 7 tot 10 op pagina 26als u tijdens het laden van papier bent overgestapt
van een AB-formaat op een INCH-formaat (of van
4-20
een INCH-formaat naar een AB-formaat) of het
papiertype hebt gewijzigd.
(1)De (X) toets toont het
huidig geselecteerde
papiertype.
2)De (Y) toets toont het
(
papierformaat dat in de
handinvoer is geladen.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.