Sharp AR-M351N, AR-M451N, AR-M451U, AR-M351U User Manual [nl]

Page 1
MODEL
AR-M351U AR-M451U AR-M351N AR-M451N
LASER PRINTER
GEBRUIKSAANWIJZING
(algemene informatie en werking van kopieerder)
Pagina
DEEL 1: ALGEMENE INFORMATIE
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
DE MACHINE BEHEREN
DEEL 2: KOPIEERBEDIENING
HET MAKEN VAN KOPIEËN
HANDIGE KOPIEERFUNCTIES
MACHINE-ONDERHOUD (VOOR KOPIËREN)
DOCUMENTARCHIVERING
1-1 2-1 3-1
4-1
5-1
6-1 7-1
TECHNISCHE SPECIFICATIES
8-1
Page 2
In sommige gebieden zijn de posities van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar op de kopieerder gemarkeerd met "I" en " " in plaats van met "ON" (AAN) en "OFF" (UIT). Het symbool " " geeft aan dat de kopieerder niet volledig uitgeschakeld is, maar in een stand-by toestand staat op deze positie van de "POWER" (AAN/UIT) schakelaar. Indien uw kopieerder zodanig gemarkeerd is, lees dan "I" voor "ON" (AAN) en " " voor "OFF" (UIT).
Let op! Voor een complete elektrische scheiding van het net, dient u de hoofdstekker uit het stopcontac t te trekken. De AC contactdoos moet in de nabijhei d van de apparatuur geïnstalleerd zijn en eenvoudig toegankelijk zijn.
Het CE merklabel is bevestigd aan de apparatuur zodat de hierboven beschreven richtlijnen op de machine kunnen worden toegepast. (Deze regel is niet van toepassing in landen waar de hierboven beschreven richtlijnen niet zijn vereist.)
WAARSCHUWING:
Dit is een klasse A product. In een woonomgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken. In dit geval moet de gebruiker eventueel passende maatregelen treffen.
Garantie
Hoewel er alles aan werd gedaan om deze gebruiksaanwijzing zo nauwkeurig en nuttig mogelijk te maken, kan de firma Sharp niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud ervan. Alle informatie in de gebruiksaanwijzing kan zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. SHARP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadigingen, direct of indirect die voortvloeien uit of verband houden met deze gebruiksaanwijzing.
Page 3
Deel 1: Algemene informatie
Page 4
Page 5
OPMERKINGEN
Er werd bijzonder zorgvuldig te werk gegaan bij het samenstellen van deze gebruiksaanwijzing. Indien u opmerkingen of zorgen heeft over de gebruiksaanwijzing, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Dit product was onderhevig aan een strenge kwaliteitscontrole en inspectieprocedures. Wanneer er niettemin een defect of een ander probleem wordt ontdekt, neem dan contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde SHARP serviceafdeling.
Naast de wettelijk geregelde gevallen is SHARP niet aansprakelijk voor storingen tijdens het gebruik van het product of de optionele producten, noch voor fouten die voortvloeien uit de verkeerde bediening van het product en de opties, noch voor andere fouten, of schade die optreedt als gevolg van het gebruik van dit product.
De in de gebruiksaanwijzing weergegeven schermen, berichten en toetsnamen kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen op de machine als gevolg van productverbetering en wijzigingen.
PRODUCT CONFIGURATIES
De onderstaande tabel toont de productmodellen die in deze gebruiksaanwijzing worden beschreven.
Model Product configuratie
AR-M351U/AR-M451U/AR-M351N/AR-M451N Laserprinter
Vanaf oktober 2004
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De volgende gebruiksaanwijzingen worden met de machine geleverd. Lees de overeenkomstige gebruiksaanwijzingen om de eigenschappen te leren kennen.
Gebruiksaanwijzing (algemene informatie en werking van kopieerder) (deze gebruiksaanwijzing): De eerste helft van de gebruiksaanwijzing levert algemene informatie over het apparaat, inclusief veiligheidsinformatie, het laden van papier, het verhelpen van papierstoringen en het regelmatige onderhoud. In de tweede helft van de gebruiksaanwijzing wordt het gebruik van de kopieerfuncties toegelicht.
Handboek voor de hoofdoperator: In dit handboek worden hoofdzakelijk de key-operatorprogramma’s voor het beheer van het apparaat en de gerelateerde functies beschreven. De key-operatorprogramma's voor de functies van fax, printer en netwerkscanner worden in aparte gebruiksaanwijzingen toegelicht. Key-operatorprogramma’s worden gebruikt door hoofdoperators om functie-instellingen zodanig te configureren dat deze aan de wensen van de klant voldoen.
Gebruiksaanwijzing (voor fax) Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als fax. De faxapparaat uitbreidingskit moet zijn geïnstalleerd om de faxfunctie te kunnen gebruiken.
Software-installatiegids (voor printer) Deze gebruiksaanwijzing beschrijft hoe de machine kan worden aangesloten op uw computer, hoe de printer driver voor Windows kan worden geïnstalleerd en hoe de printer driver instellingen kunnen worden geconfigureerd.
Gebruiksaanwijzing (voor printer)* Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als printer.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)* Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de procedures om de machine te gebruiken als een netwerkscanner wanneer de machine is aangesloten op een computer. De netwerkscanner-uitbreidingskit AR-NS3 moet zijn geïnstalleerd om de netwerkscannerfunctie te kunnen gebruiken. * De Gebruiksaanwijzing (voor printer) en de Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner) worden in PDF-formaat
op de CD-Rom geleverd. Dit handboek wordt niet in gedrukte versie geleverd.
0-1
Page 6
INSTALLATIE-EISEN
Onjuiste installatie kan leiden tot schade aan de machine. Volg de onderstaande aanwijzingen tijdens installatie of verplaatsing van de machine.
1.De kopieermachine moet in de nabijheid van een toegankelijk stopcontact worden geïnstalleerd voor een gemakkelijke aansluiting.
2.Zorg ervoor dat de voedingskabel uitsluitend wordt aangesloten op een stopcontact dat voldoet aan de gespecificeerde stroom- en voltagevereisten. Zorg er ook voor dat het stopcontact goed is geaard.
Zie het typeplaatje op het hoofdapparaat voor
de aan de achterkant van de vereiste stroomvoeding.
3.Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
vochtig, nat of erg stoffig zijn
aan direct zonlicht worden blootgesteld
slecht geventileerd zijn
onderhevig zijn aan extreme temperatuurwisselingen of veranderingen in de luchtvochtigheid, zoals in de nabijheid van een airconditioningapparaat of radiator .
30cm (11-13/16")
4.
Laat voldoende ruimte vrij rond de kopieermachine voor onderhoud en goede ventilatie.
Er wordt terwijl de machine draait een kleine hoeveelheid ozon geproduceerd in de machine. Het emissieniveau is zo laag dat er geen gevaar voor de gezondheid bestaat.
OPMERKING:
De actuele aanbevolen lange termijngrens voor de blootstelling aan ozon is 0,1 ppm (0,2 mg/m gemiddelde concentratie gedurende 8 uur. Omdat de geringe hoeveelheid die wordt uitgestoten een verwerpelijke geur verspreidt, is het raadzaam de kopieermachine in een goed geventileerde ruimte te plaatsen.
80cm
(31-1/2")
60cm (23-5/8")
60cm
(23-5/8")
3
) berekend als
0-2
Page 7
WAARSCHUWINGEN
1. Raak de fotogeleidende drum niet aan. Krassen of vlekken op de drum kunnen leiden tot vlekkerige afdrukken.
2. De fuseereenheid is zeer heet. Wees voorzichtig in dit gebied.
3. Kijk niet direct in de lichtbron. Dit kan uw ogen beschadigen.
4.
Er worden vijf afstellingen geleverd op alle optionele rek-/papierlade-eenheden. Deze afstellingen moeten omlaag worden gebracht totdat deze de vloer raken. Denk er aan de afstellingen weer omhoof te brengen wanneer u de machine met de optionele staande papierlade verplaatst. Ontgrendel ook de twee afstellingen aan de voorkant van de optionele staande papierlade. Breng na het verplaatsen van de machine de vier afstellingen omlaag totdat zij de grond raken en vergrendel de twee meubelrollen.
5. Voer geen wijzigingen aan deze machine uit. Dit kan leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan de machine.
6. Omdat de machine zwaar is, raden wij u aan deze met meerdere personen te verplaatsen om letsel te voorkomen.
7. Wanneer u de machine op een computer aansluit, moeten zowel de computer als de kopieermachine worden uitgeschakeld.
8. Maak geen kopieën van documenten die volgens de wetgeving niet mogen worden gekopieerd. De volgende items mogen normaal gesproken volgens de wet niet worden afgedrukt. Ook het kopiëren van andere documenten kan verboden zijn volgens lokale wetgeving.
Geld ● Postzegels ● Obligaties ● Aandelen
Bankcheques ● Cheques ● Paspoorten ● Rijbewijzen
Heater eenheid
Afstelling
Vergrendelen
Ontgrendelen
Het gedeelte dat aangegeven is op de afbeelding dient alleen door een onderhoudstechnicus behandeld te worden. Dit gedeelte absoluut niet aanraken.
Bepaalde modellen bevatten een functie voor het archiveren van de documenten, waarbij de afbeeldingen van de documenten op de harde schijf van de machine worden opgeslagen. U kunt opgeslagen bestanden eenvoudig opgeroepen om deze af te drukken of te verzenden. Als er een fout op de harde schijf optreedt, kunt u de opgeslagen gegevens niet meer oproepen. Bewaar de originele bestanden of belangrijke documenten of sla deze elders op om te voorkomen dat u deze verliest na een eventuele fout op de harde schijf. Met uitzondering van de in de wet beschreven gevallen, kan Sharp Corporation niet aansprakelijk worden gesteld voor beschadiging of verlies van gegevens als gevolg van verlies van opgeslagen origineelgegevens.
"BATTERIJVERWERKING"
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUM HOOFDGEHEUGEN BACK-UP BATTERIJ DIE CORRECT MOET WORDEN VERWERKT. NEEM CONTACT OP MET UW LOKALE SHARP DEALER OF ERKENDE KLANTENSERVICE VERTEGENWOORDIGER VOOR DE AFVALVERWERKING VAN DEZE BATTERIJ.
Dit product gebruikt tin-lood soldeerpunten en een fluorescerende lamp die kleine hoeveelheden kwik bevat. De afvalverwerking van deze materialen kunnen zijn gereguleerd als gevolg van milieuoverwegingen. Voor informatie over afvalverwerking of recycling kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten of de Electronics Industries Alliance: www.eia.org
0-3
Page 8
WAARSCHUWINGEN
Informatie over de laser
Golflengte
785 nm
+10 nm
-15 nm
Impulstijden Noord-Amerika: 35 cpm model: (4.1 µs ± 4.1 ns)/7 mm
45 cpm model: (5.7 µs ± 5.7 ns)/7 mm
Europa: 35 cpm model: (3.8 µs ± 3.8 ns)/7 mm
45 cpm model: (4.4 µs ± 4.4 ns)/7 mm
Uitgangsvermogen 0.2 mW - 0.4 mW
Op de productielijn wordt het uitgangsvermogen van de scannereenheid aangepast naar 0,4 MILLIWATT PLUS 8 % en wordt constant gehouden door de werking van de automatische faseregeling (APC).
Let op!
Andere besturingen, aanpassingen, gebruik of procedures dan beschreven in deze handleiding kunnen leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
Voor Noord-Amerika:
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Dit digitale apparaat is gewaardeerd met klasse-1 en voldoet aan de richtlijnen 21 CFR 1040.10 en 1040.11 van de CDRH standaard. Dit betekent dat het apparaat geen gevaarlijke laserstraling produceert. Voor uw veiligheid raden wij u aan de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht nemen.
Verwijder niet de kast, het bedieningspaneel of andere panelen.
De panelen aan de buitenkant van de machine zijn voorzien van verschillende veiligheidsschakelaars. Sla tijdens het
invoegen van wiggen of andere onderdelen in de schakelaar gleuven deze veiligheidsschakelaars niet over.
Voor Europa:
CLASS 1 LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
INVISIBLE LASER RADIATION
CAUTION
WHEN OPEN INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
VORSICHT
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERBRÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLNING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
LAITTEEN KÄYTTÄMINEN MUULLA KUIN TÄSSÄ KÄYTTÖOHJEESSA MAINITULLA TAVALLA SAATTAA ALTISTAA KÄYTTÄJÄN TURVALLISUUSLUOKAN 1 YLITTÄVÄLLE NÄKYMÄTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE.
OM APPARATEN ANVÄNDS PÅ ANNAT SÄTT ÄN I DENNA BRUKSANVISNING SPECIFICERATS, KAN ANVÄNDAREN UTSÄTTAS FÖR OSYNLIG LASERSTRÅLNING, SOM ÖVERSKRIDER GRÄNSEN FÖR LASERKLASS 1.
Laserstrahl
VAROITUS!
VARNING
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCKS DEFEATED. AVOID EXPOSURE TO BEAM.
CAUTION
UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG WENN ABDECKUNG GEÖFFNET UND SICHERHEITSVERRIEGELUNG ÜBERERÜCKT. NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN.
VORSICHT
USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLNING.
ADVARSEL
USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES OG SIKKERHEDSLÅS BRYTES. UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
ADVERSEL
OSYNLIG LASERSTRÅLNING NÄR DENNA DEL ÄR ÖPPNAD OCH SPÄRRAR ÄR URKOPPLADE. STRÅLEN ÄR FARLIG. BETRAKTA EJ STRÅLEN.
VARNING
AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA OLET ALTTIINA NÄKYMÄTÖNTÄ LASERSÄTEILYLLE. ÄLÄ KATSO SÄTEESEEN.
VAR O!
0-4
Page 9
INHOUD
Pagina
PRODUCT CONFIGURATIES ..................................... 0-1
GEBRUIKSAANWIJZINGEN........................................0-1
INSTALLATIE-EISEN ...................................................0-2
WAARSCHUWINGEN..................................................0-3
Informatie over de laser........................................0-4
INHOUD.......................................................................0-5
HOOFDSTUK 1 VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
INLEIDING ...................................................................1-2
HOOFDKENMERKEN .................................................1-3
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES.............. 1-9
Buitenkant ............................................................1-9
Binnenkant ...........................................................1-10
Namen van onderdelen en functies van de
randapparatuur
Bedieningspaneel.................................................1-13
Toetsenpaneel ......................................................1-14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM
ACCOUNTREGELING AAN/UIT..................................1-18
Het apparaat gebruiken wanneer de
accountregeling is ingeschakeld ..........................1-18
..................................................................
1-11
....1-17
HOOFDSTUK 2 DE MACHINE BEHEREN
PAPIER BIJVULLEN ....................................................2-2
Papier laden in papierlade 1.................................2-2
Papierformaat in papierlade 1 wijzigen ................2-2
Specificaties van de papiercassettes................... 2-3
Het papiertype en papierformaat instellen ........... 2-5
Formaat instellen wanneer er een speciaal
papierformaat is geladen......................................2-6
Programmeren en bewerken van papiersoorten ..2-7
Het plaatsen van papier in de universele lade .....2-8
Specificaties (universele lade)..............................2-10
Papier laden in de staande/3 x 500 blad papierlade
Specificaties (staande/3 x 500 blad papierlade)... 2-10
Papier laden in de staande/MPD & 2000 blad papierlade
Specificaties (staande/MPD & 2000 blad papierlade)
GEBRUIKERSINSTELLINGEN....................................2-12
Algemene procedure voor de gebruikersinstellingen
Over de instellingen..............................................2-14
TONERCARTRIDGE VERVANGEN............................. 2-15
OPSLAG VAN ONDERDELEN .................................... 2-16
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN.................. 2-17
Vastgelopen papier begeleiding ........................... 2-17
Papierstoring in het doorvoergebied,
fuseergebied en uitvoergebied.............................2-18
Papierstoring in de duplexmodule ........................2-19
Papierstoring in het papierinvoergedeelte............ 2-20
HET VERWIJDEREN VAN EEN VASTGELOPEN ORIGINEEL
Het verwijderen van een papierstoring in de
automatische origineelinvoer................................2-22
PROBLEEMOPLOSSING............................................2-23
....2-10
.2-11
.......2-11
...2-12
.2-22
HOOFDSTUK 3 RANDAPPARATUUR
DUPLEXMODULE........................................................3-2
Onderdeelnamen..................................................3-2
Technische specificaties .......................................3-2
Papier in de handinvoerlade laden .......................3-3
Problemen oplossen (met betrekking tot de
duplexmodule)......................................................3-4
POSTBAKSTAPELER ..................................................3-5
Onderdeelnamen..................................................3-5
Technische specificaties .......................................3-5
Papierstoring in de postbakstapeler .....................3-6
AFWERKINGSEENHEID .............................................3-7
Onderdeelnamen..................................................3-7
Technische specificaties .......................................3-7
Functies afwerkingseenheid.................................3-8
De functies van de afwerkingseenheid gebruiken
Het vervangen van de nietjescartridge.................3-10
Papierstoring in de afwerkingseenheid.................3-12
Probleemoplossing afwerkingseenheid ................3-13
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID.....................3-14
Onderdeelnamen..................................................3-14
Technische specificaties .......................................3-14
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid............
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid ...........
Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid............
Opsporen van fouten (in de zadelsteek
afwerkingseenheid)
.......................................................
......................................................
....3-9
3-15 3-18
3-19 3-22
3-24
HOOFDSTUK 4 HET MAKEN VAN KOPIEËN
AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER........................4-2
Mogelijke origineelformaten..................................4-2
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN............................4-3
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL
CONTROLEREN..........................................................4-5
Handmatig instellen van het scanformaat.............4-5
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN
ORIGINEELFORMATEN ..............................................4-6
Opslaan of wissen van een origineelformaat........4-6
NORMAAL KOPIEREN ................................................4-7
Kopieën maken met de automatische origineelinvoer
Automatisch 2-zijdig kopiëren met de
automatische origineelinvoer................................4-10
Kopiëren vanaf de glasplaat .................................4-11
Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf de glasplaat.4-13
DE BELICHTING AANPASSEN ...................................4-14
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM ...........................4-15
Automatische selectie (auto image)......................4-15
Handmatige selectie (vaste kopieerfactor/zoom)..4-16
XY-ZOOM .............................................................4-18
SPECIAAL PAPIER ......................................................4-20
...4-7
0-5
Page 10
INHOUD
HOOFDSTUK 5 HANDIGE KOPIEERFUNCTIES
SPECIALE FUNCTIES.................................................5-2
Algemene procedure voor het gebruik van de speciale functies
Kantlijnverschuiving..............................................5-3
Wissen..................................................................5-4
Boekkopie (Kopie van dubbele pagina) ................5-5
Inbindkopie ...........................................................5-6
Opdracht samenstelling........................................5-8
Tandemkopie ........................................................5-9
Kaften/Insteekvellen .............................................5-11
Transparante film met insteekvellen .....................5-22
Multishot ...............................................................5-23
Boekkopie.............................................................5-25
Kaart formaat
Spiegelbeeld.........................................................5-28
Z/W omgekeerd....................................................5-28
Afdrukmenu ..........................................................5-29
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN
WERKPROGRAMMA’S................................................5-41
Werkprogramma opslaan .....................................5-41
Werkprogramma oproepen...................................5-42
Opgeslagen werkprogramma wissen ...................5-42
EEN KOPIEERPROCES ONDERBREKEN .................5-43
..................................................................5-2
...........................................................
5-26
HOOFDSTUK 8 TECHNISCHE SPECIFICATIES
TECHNISCHE SPECIFICATIES.................................. 8-2
LIJST COMBINATIES RANDAPPARATUUR ...................
INDEX.......................................................................... 8-5
8-4
HOOFDSTUK 6 MACHINE-ONDERHOUD (VOOR KOPIËREN)
ONDERHOUD DOOR GEBRUIKER............................6-2
Reiniging van de glasplaat en automatische
origineelinvoer ......................................................6-2
De hoofdlade van de fotogeleidende drum reinigen
PROBLEEMOPLOSSING ............................................6-3
.....6-2
HOOFDSTUK 7 DOCUMENTARCHIVERING
OVERZICHT.................................................................7-2
Documentarchivering............................................7-2
HET GEBRUIK VAN DOCUMENTARCHIVERING.......7-4
Het bedieningspaneel...........................................7-4
Het opslaan van bestanden..................................7-4
Documentarchivering hoofdscherm......................7-5
Iconen voor documentarchivering ........................7-5
EEN BEELDBESTAND VAN HET ORGINEEL OPSLAAN
Snelbestand..........................................................7-6
Archivering............................................................7-7
Afdrukopdrachten .................................................7-9
Scan opslaan........................................................7-10
BESTAND OPROEPEN EN GEBRUIKEN....................7-13
Een opgeslagen bestand zoeken en oproepen
Een opgeslagen bestand oproepen en gebruiken
GEBRUIKERSINSTELLINGEN....................................7-21
Gebruikersnamen en mappen aanmaken,
bewerken en wissen.............................................7-21
KARAKTERS INVOEREN............................................7-26
PROBLEEMOPLOSSING ............................................7-28
....7-6
............
........7-15
7-13
0-6
Page 11
HOOFDSTUK 1
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
Dit hoofdstuk bevat belangrijke basisinformatie die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
Pagina
INLEIDING.............................................................................................. 1-2
HOOFDKENMERKEN ............................................................................ 1-3
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES......................................... 1-9
Buitenkant ....................................................................................... 1-9
Binnenkant ...................................................................................... 1-10
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur ........... 1-11
Bedieningspaneel............................................................................ 1-13
Toetsenpaneel................................................................................. 1-14
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM ..................... 1-17
ACCOUNTREGELING AAN/UIT............................................................. 1-18
Het apparaat gebruiken wanneer de accountregeling is ingeschakeld ..............
1-18
1-1
Page 12
INLEIDING
Dank u voor de aankoop van een SHARP digitale multifunctionele kopieermachine. Lees voor het gebruik van de machine aandachtig de handleiding. Lees in het bijzonder "INSTALLATIE-EISEN" voordat u deze machine gebruikt. Houd deze handleiding bij de hand als referentie. Deze gebruiksaanwijzing bevat algemene informatie over het gebruik van de machine, zoals regelmatig onderhoud en procedures voor het laden van papier en het oplossen van papierstoringen. Deze handleiding beschrijft ook de kopieermachine- en documentarchiveringfuncties. De functies voor fax, printer en netwerkscanner worden beschreven in aparte handleidingen.
Origineel en papierformaten
Deze machine kan zowel standaardformaten in AB- en inchsystemen toepassen. Deze worden getoond in de tabellen hieronder.
Papierformaten in het AB systeem Papierformaten in het inch systeem A3 11" x 17" (LEDGER) B4 8-1/2" x 14" (LEGAL) A4 8-1/2" x 13" (FOOLSCAP) B5 8-1/2" x 11" (LETTER) A5 7-1/4" x 10-1/2" (EXECUTIVE)
5-1/2" x 8-1/2" (INVOICE)
De betekenis van "R" in het origineel en papierformaat indicaties
Sommige originelen en papierformaten kunnen in zowel de staande als de liggende afdrukstand worden geplaatst. Om het verschil te kunnen maken tussen staand of liggend, zal de liggende afdrukstand voorzien zijn van een "R". Deze worden aangeduid als A4R, B5R, 8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"R, enz. Formaten die alleen in de landschaporiëntatie kunnen worden geplaatst (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13") do not hebben geen "R" in de formaataanduiding.
Afdrukstand met "R"
Liggende afdrukstand
Afdrukstand zonder "R"
Staande afdrukstand
1-2
Page 13
HOOFDKENMERKEN
De digitale multifunctionele kopieermachine kan een groot aantal functies uitvoeren. Deze pagina bevat een beschrijving van de kopieerfuncties.
Sorteermodus Zie pagina 1-3
Groepeermodus Zie pagina 1-3
Dubbelzijdig kopiëren Zie pagina 1-3 (Wanneer de duplexmodule is geïnstalleerd.)
Belichtingsaanpassing Zie pagina 1-3
Verkleining/ Vergroting Zie pagina 1-4
XY-zoom Zie pagina 1-4
Kantlijnverschuiving Zie pagina 1-4
Wissen Zie pagina 1-4
Boekkopie Zie pagina 1-4
Inbindkopie Zie pagina 1-4
Opdracht samenstelling Zie pagina 1-5
Tandemkopie Zie pagina 1-5 (AR-M351N/AR-M451N of wanneer de netwerkprinter functie werd toegevoegd.)
Kaften/insteekvellen Zie pagina 1-5
Transparant-insteekvellen Zie pagina 1-5
Multishot Zie pagina 1-5
Boekkopie Zie pagina 1-5
Kaart Formaat Zie pagina 1-6
Werkprogramma's Zie pagina 1-6
Spiegelbeeld Zie pagina 1-6
Z/W omgekeerd Zie pagina 1-6
Datum Zie pagina 1-6
Stempel Zie pagina 1-6
Paginanummering Zie pagina 1-7
Tekst Zie pagina 1-7
Kopiëren onderbreken Zie pagina 1-7
Staffelmodus Zie pagina 1-7 (Wanneer de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
Sorteren nieten Zie pagina 1-7 (Wanneer de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
Zadelsteek Zie pagina 1-7 (Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.)
Perforatie Zie pagina 1-8 (Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid en de perforatiemodule zijn geïnstalleerd.)
Documentarchivering Zie pagina 1-8 (AR-M351N/AR-M451N of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.)
1
Sorteermodule Zie pagina 4-9
Kopieën kunnen worden gerangschikt.
Origineel
Groepeermodule Zie pagina 4-9
Kopieën kunnen per pagina worden gegroepeerd.
Origineel Kopieren
Kopieren
Dubbelzijdig kopiëren Zie pagina's 4-10, 4-13
Kopiëren op beide zijden van het papier met behulp van de glasplaat of de automatische origineelinvoer.
Original
* Wenn die Duplexmodule installiert ist.
Belichtingsaanpassing Zie pagina 4-14
Het gewenste beeldtype voor het origineel kan worden geselecteerd.
Tekst Tekst/Foto Foto
Kopie
Resolutie
Belichting
ABCDE
ABCDE
DonkerderLichter
1-3
Page 14
HOOFDKENMERKEN
r
Verkleining/Vergroting Zie pagina 4-15
Kopieën kunnen worden verkleind of vergroot in het gewenste formaat.
Origineel Kopieren
Vergroting Verkleining
XY-Zoom Zie pagina 4-18
Afzonderlijke kopieerfactorinstellingen kunnen worden geselecteerd voor de lengte en de breedte van de kopie..
Origineel
Kopieren
Wissen Zie pagina 5-4
Schaduwen rondom de kantlijnen van kopieën vanaf boeken of dikke originelen kunnen worden gewist.
Origineel
Kopieren
Rand wissen
Midden Wissen
Rand+Midden
wissen
Boekkopie Zie pagina 5-5
De linker- en de rechterpagina's van een boek kunnen opeenvolgend worden gekopieerd op aparte vellen
KopierenBoek origineel
.
Kantlijnverschuiving Zie pagina 5-3
Marges kunnen worden toegevoegd aan de kopieën.
Inbindkopie Zie pagina 5-6
Eenzijdige of Dubbelzijdig kopieën vanaf dubbelzijdige originelen..
Originelen (1-zijdig)
1
2
3
4
5
6
7
8
Originelen (2-zijdig)
2
4
1
3
5
6
7
Linker rug
8
Rechter rug
De afgewerkte kopieën wo in het midden gevouwen.
Eerste pagina
Eerste pagina
1-4
Page 15
HOOFDKENMERKEN
Opdracht samenstelling Zie pagina 5-8
Wanneer u een groot aantal originelen hebt, kunnen de pagina's in verschillende sets worden gescand..
50 vellen100 vellen 50 vellen
Tandemkopie Zie pagina 5-9
Twee machines kunnen worden gebruikt om een grote kopieeropdracht tegelijkertijd af te werken.
Transparant-insteekvel Zie pagina 5-22
Insteekvellen kunnen automatisch worden ingevoegd tussen transparante vellen.
Originelen (1-zijdig)
Originelen (2-zijdig)
Kopieren
Insteekvellen
Multishot Zie pagina 5-23
Meerdere originelen kunnen worden gekopieerd op een enkelzijdige kopie volgens een eenvormig lay-outpatroon.
Originelen (1-zijdig)
Originelen (2-zijdig)
Kopieren
1
100 sets
kopieën
* AR-M351N/AR-M451N of wanneer de netwerk printer functie werd toegevoegd.
50 sets
kopieën
50 sets
kopieën
Kaften/insteekvellen Zie pagina 5-11
Voor- en achteromslagen en insteekvellen kunnen worden toegevoegd. Hierop kan ook worden gekopieerd
Kopieren
Voorkaft
Insteekvellen
.
Achterkaft
2-in-1
4-in-1
Boekkopie Zie pagina 5-25
Boeken en andere gebonden originelen kunnen in een inbindstijl worden gekopieerd.
KopierenOrigineel
Linker rug
Eerste pagina
Rechter rug
Eerste pagina
Eerste pagina
Eerste pagina
1-5
Page 16
HOOFDKENMERKEN
WERKPROGRAMMA’S
DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
Kaart Formaat Zie pagina 5-26
De voor- en achterzijde van een briefkaart kan op een vel papier worden gekopieerd. Deze functie is handig bij het maken van kopieën voor certificatiedoeleinden en bespaart papier.
Origineel
KAART
Voorzijde
kaart
Achterzijde
kaart
Voorbeeld: Staand A4 (8-1/2"x11") formaat
Kopieren
KAART
KAART
Voorbeeld: Liggend A4 (8-1/2"x11") formaat
Werkprogramma's Zie pagina 5-41
Diverse stappen van een kopieeropdracht kunnen worden opgeslagen als programma. Maximaal 10 programma's kunnen worden opgeslagen. Het regelmatig opslaan van gebruikte sets instellingen in een programma voorkomt dat u telkens deze instellingen moet selecteren wanneer ze wilt gebruiken
Z/W omgekeerd Zie pagina 5-28
Wit en zwart kunnen worden omgekeerd op een kopie om een negatief te creëren.
Origineel Kopieren
Datum Zie pagina 5-32
De datum kan worden toegevoegd aan de kopieën.
.
Spiegelbeeld Zie pagina 5-28
Hiermee kan een kopie in spiegelbeeld worden gemaakt.
Origineel Kopieren
2004/OKT/1
Stempel Zie pagina 5-33
Omgekeerde tekst kan worden toegevoegd aan de kopieën ("stempel").
VERTROUWELIJK
1-6
Page 17
HOOFDKENMERKEN
AUTO
AUTO
ORIGINEE
BELICHTI
ONDERBREKEN
ORIGINEEL
A4
Paginanummering Zie pagina 5-34
Paginanummers kunnen worden toegevoegd aan de kopieën.
࡮࡮࡮
Tekst Zie pagina 5-38
Ingevoerde tekst kan worden toegevoegd aan de kopieën.
Staffelmodus Zie pagina 3-8
Elke uitvoerset kan lichtelijk worden verschoven ten opzichte van de andere sets om het verdelen te vergemakkelijken.
Staffelmodus Niet-staffelmodus
*Wanneer de afwerkingseenheid of de
zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
Sorteren nieten Zie pagina 3-8, 3-16
Gekopieerde sets kunnen automatisch worden geniet.
Origineel
Kopieren
1
Oktober, 2004 vergadering
Kopiëren onderbreken Zie pagina 5-43
Een lopende kopieeropdracht kan worden onderbroken om een spoedopdracht uit te voeren.
*Wanneer de afwerkingseenheid of de
zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
Zadelsteek Zie pagina 3-14
Wanneer er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd kunnen de kopieën automatisch in tweeën worden gevouwen en op de vouw worden geniet. (Gebruiken met de inbindfunctie (Zie pagina 5-6.) of boekkopie functie (Zie pagina 5-25.).)
Zadelsteek binden
67
*Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd.
1-7
Page 18
HOOFDKENMERKEN
Perforatie Zie pagina 3-17
Hiermee kunnen kopieën worden geperforeerd.
Origineel Perforatieposities
* Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid en
de perforatiemodule zijn geïnstalleerd.
Als een ENERGY STA R® Partner, heeft SHARP bepaald dat dit product voldoet aan de
ENERGY STA R
®
richtlijnen voor efficiënt energieverbruik.
Documentarchivering Zie HOOFDSTUK 7
Hiermee kan een documentafbeelding worden opgeslagen op de harde schijf. Een opgeslagen bestand kan eenvoudig worden opgeroepen om te worden afgedrukt of te worden verzonden.
Afgedrukt
Origineelbeeld
Opslaan naar de harde schijf van de machine
*AR-M351N/AR-M451N of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
HDD
Opgeslagen bestand oproepen voor hergebruik
Verzonden
Energie besparingsfuncties
Dit product heeft de volgende twee stroomspaarfuncties, die helpen de natuurlijke resources te behouden en milieuverontreiniging te reduceren.
Voorverwarmingstijd
Wanneer de machine voor geruime tijd in de stand-by-status in de key-operatorprogramma’s staat, verlaagt de voorverwarmingsfunctie automatisch de temperatuur van de heatereenheid om energie te besparen, terwijl de machine op stand-by staat. Wanneer er een fax- of afdrukopdracht ontvangen wordt, of er toetsen ingedrukt worden op het bedieningspaneel, of een origineel geplaatst wordt voor een kopieer-, fax- of netwerkscanopdracht, slaat de voorverwarmingsfunctie automatisch af.
Automatische uitschakelfunctie
De automatische uitschakelfunctie is het tweede niveau van de energiereductie. In deze stand wordt de stroomtoevoer naar de fuseereenheid en het tiptoetspaneel uitgeschakeld. De automatische uitschakelfunctie bespaart meer stroom dan tijdens de voorverwarmingsfunctie, maar het duurt langer om de machine opnieuw op te starten. De vooraf ingestelde tijd voordat deze functie actief wordt kan worden ingesteld met behulp van een key-operatorprogramma's.
Wanneer de machine als printer wordt gebruikt en een van de bovengenoemde functies actief is, wordt deze functie onmiddellijk gedeactiveerd door een binnenkomende bewerking en zal het apparaat automatisch opwarmen en beginnen te printen wanneer het de bedrijfsklare temperatuur heeft bereikt. Wanneer de machine is geconfigureerd voor een multifunctionele bewerking en een van de bovengenoemde functies actief is, wordt deze functie net als hierboven gedeactiveerd door een binnenkomende printopdracht. Beide modi kunnen ook worden gedeactiveerd door een toetsbediening van DOCUMENTARCHIVERING, BEELD VERZENDEN of KOPIE modustoets.
1-8
Page 19
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Buitenkant
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10)
(11)
(12)
1
(13)
(1) Handinvoercassette*
(2) Uitvoercassette*
(3) Automatische origineelinvoer (Zie pagina 4-2.)
Hiermee kunnen automatisch meerdere vellen originelen worden ingevoerd en gescand. Beide zijden van dubbelzijdige originelen kunnen in één keer worden gescand.
(4) Duplexmodule*
Module voor dubbelzijdig afdrukken.
(5) Bovenste gedeelte papieruitvoer (Middelste
papiercassette)
Afgewerkte pagina’s worden hier gedeponeerd.
(6) Verlengstuk bovenste uitvoercassette*
Ondersteunt papier van groot formaat.
(7) Bedieningspaneel
(8) Voorklep
Openen om toner toe te voegen.
(9) Hoofdschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
(
10
) Papiercassette 1
(11)
Staande/3 x 500 blad papierlade *
(12)
Staande/MPD & 2000 blad papierlade * (Zie pagina 2-11.)
(13)
Universele lade* (Zie pagina 2-8.)
* (1), (2), (4),
(6), (11)
, (12) en
(13)
zijn randapparaten. Voor een beschrijving van deze apparatuur, zie pagina 1-11.
1-9
Page 20
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Binnenkant
(14) (15) (16) (17)
(14) Duplexmodule zijklep
Open deze om vastgelopen papier in de duplexmodule te verwijderen.
(
15
) Klink zijklep
Omhoog duwen om de zijklep te openen wanneer er papier is vastgelopen in de hoofdeenheid.
(
16
) Heatereenheid
Optillen om de zijklep te openen wanneer er papier is vastgelopen in de hoofdeenheid.
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier.
(18) (19)
(
17
) Tonercartridge (drum/tonercartridge)
De toner cartridge moet worden vervangen wanneer dit op het bedieningspaneel wordt aangegeven. (Zie pagina 2-15.)
(
18
) Fotogeleidende drum
Afbeeldingen worden gevormd op de fotogeleidende drum.
OPMERKING
Raak de fotogeleidende drum niet aan en beschadig deze niet.
19
) Ontgrendelingshendel
(
Wanneer u de drum-, toner- of ontwikkelingscartridge terugplaatst, draait u dit hendel en trekt hem er daarna uit.
1-10
Page 21
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Namen van onderdelen en functies van de randapparatuur
(11)
(10)
(9)
(8)
(7)
(1) Verlengstuk bovenste uitvoerlade (AR-TE4)
Monteer deze eenheid aan de bovenste papieruitvoercassette. Dit verlengstuk is nodig om papier van groter formaat te ondersteunen.
(2) Afwerkingseenheid (AR-FN6)
Uitvoerbladen kunnen worden gesorteerd op paginavolgorde of gegroepeerd per pagina. Gesorteerde sets of groepen worden verschoven gestapeld zodat ze gemakkelijk gescheiden kunnen worden bij het oppakken. Gesorteerde sets kunnen geniet of ongeniet geleverd worden.
(3) Rechter uitvoerlade (AR-TE5)
Bevestig aan het uitvoergedeelte aan de rechterkant van de kopieermachine.
(4) Postbakstapeler (AR-MS1)
Deze eenheid is een uitvoersorteerder met zeven ontvangvakken. Het vak dat geprinte uitvoer moet ontvangen kan geselecteerd worden in de printerdriver. Elk vak kan aangewezen worden om geprinte uitvoer te ontvangen voor een individuele persoon of groep mensen, zodat hun afdrukken gescheiden worden van andere gebruikers en gemakkelijk te herkennen zijn. Wanneer deze eenheid geïnstalleerd is, worden kopieën of faxen naar de bovenste cassette gevoerd en niet naar de postvakken.
(5) Staande/MPD & 2000 blad papierlade (AR-D28)
Deze papierinvoereenheid heeft een universele bovenlade (Zie item (6).) en een onderlade waarin maximaal 2000 bladen van 80
g
/m2 (20 lbs.) papier gaan.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(
6) Universele lade (AR-MU2)
Er kunnen maximaal 500 bladen van 80 g/m2 (20 lbs.) papier geladen worden. Er kan ook special papier, zoals enveloppen (alleen standaardformaat) en kaarten, geladen worden.
(7) Staande/3 x 500 blad papierlade (AR-D27)
Deze papierinvoereenheid heeft een universele bovenlade (Zie item (6).) en twee onderladen waarin maximaal 500 bladen van 80
(8) Zadelsteek afwerkingseenheid (AR-FN7)
De zadelsteek afwerkingseenheid zet automatisch twee nieten in de centrumlijn van het papier en vouwt deze langs de centrumlijn om. Er is een optionele perforatiemodule beschikbaar voor installatie in de afwerkingseenheid.
(9) Duplexmodule (AR-DU3)
Een optionele duplexmodule moet geïnstalleerd te worden om automatisch tweezijdig te kunnen afdrukken.
(10)Duplexmodule/handinvoerlade (AR-DU4)
Deze module is vrijwel hetzelfde als (9) hierboven, maar heeft een extra handmatige papierinvoereenheid.
(11)Uitvoerlade (AR-TE3)
Gemonteerd aan de papieruitvoerpoort van de duplexmodule.
g
/m2 (20 lbs.) papier gaan.
1
1-11
Page 22
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Andere optionele randapparatuur
Printerserver kaart (AR-NC7)
Dit is een NIC-kaart (Network Interface Card) die noodzakelijk is om de netwerkprinter en netwerkscanner functies te gebruiken.
Printerserver kaart (AR-NC8)
Dit is een NIC-kaart (Network Interface Card) die noodzakelijk is om de netwerkprinter functie en de functie voor het archiveren van de documenten en de netwerkscanner functie te gebruiken.
Barcode lettertypenkit (AR-PF1)
Deze kit voegt barcode lettertypen toe aan de machine.
Gegevens beveiligingskit (AR-FR21, AR­FR21U, AR-FR22, AR-FR22U)
De AR-FR21 en de AR-FR21U zijn voorzien voor modellen die een harde schijf bezitten en de AR­FR22 en AR-FR22U zijn voor modellen zonder harde schijf. Deze kit wordt gebruikt om onmiddellijk na het afdrukken of doorsturen van een document, alle elektronische gegevens van de harde schijf en uit het geheugen te verwijderen.
PS3-uitbreidingskit (AR-PK6)
Deze kit zorgt voor de compatibiliteit van de printer met PostScript 3.
Faxapparaat uitbreidingskit (AR-FX12)
Deze kit is vereist voor de toevoeging van de faxfunctie.
Aanvullend faxgeheugen (8MB) (AR-MM9)
Netwerkscanner-uitbreidingskit (AR-NS3)
Deze kit is vereist voor de toevoeging van de netwerkscannerfunctie. De netwerkprinter functie is noodzakelijk om de netwerkscanner functie toe te voegen. Bij modellen die niet standaard zijn voorzien van de netwerkprinter functie, is een printerserver kaart noodzakelijk.
Flash ROM kit (AR-PF2)
Deze kit bevat download fonts.
Sommige randapparaten kunnen niet samen geïnstalleerd worden, terwijl andere de installatie van een of meer andere vereisen om functioneel te kunnen zijn. Zie pagina 8-4, "LIJST COMBINATIES RANDAPPARATUUR". Randapparaten zijn in principe optioneel, maar sommige worden bij bepaalde modellen standaard geleverd.
1-12
Page 23
Bedieningspaneel
(1) (3)
Wanneer de functie voor het archiveren van de documenten niet werd toegevoegd.
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
PRINT
(2)
(1) Toetsenpaneel
De status van de machine, meldingen en tiptoetsen worden op dit paneel weergegeven. De functies documentarchivering*
3
fax*
worden gebruikt door op het scherm over te schakelen
1
, kopiëren, netwerkscanner*2 en
naar de gewenste functie. Zie de volgende pagina.
(2) Functieselectietoetsen en indicators
Worden gebruikt om te schakelen tussen de functies en het bijbehorende scherm op de display.
[DOC ARCHIVERING] toets
Druk op deze toets om de functie documentarchivering te selecteren. (Zie pagina 7-5.) Wanneer de functie voor het archiveren van de documenten niet werd toegevoegd, is deze toets de [PRINT] toets. Wanneer de printer functie werd toegevoegd wordt deze toets ingedrukt om over te schakelen op het print mode scherm .
[BEELD VERZENDEN] toets/LIJN indicator/ DATA indicator
Druk op deze toets om de netwerkscanner modus
*2 of faxmodus*3 te openen. (Raadpleeg "Gebruiksaanwijzing (voor netwerkscanner)") en "Gebruiksaanwijzing (voor fax)".)
[KOPIE] toets
Druk op deze toets om de kopieerfunctie te selecteren.
(3) AFDRUK-module-indicators
GEREED indicator
Wanneer deze indicator brandt kunnen er printgegevens worden ontvangen.
DATA indicator
Wanneer deze indicator oplicht of knippert worden er printgegevens ontvangen. Deze indicator licht ook op of knippert wanneer de machine bezig is met afdrukken.
DOC ARCHIVERING
BEELD WERZENDEN
KOPI E
OPDRACHT STATUS
(4)
(4) [OPDRACHT STATUS] toets
(5) [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
(6) Numerieke toetsen
1
*
(7) [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
(8) [#/P] toets
(9) [C] toets (Wissen toets)
(10)
(11)
AFDRUKKEN
GEREED DATA
LIJN
DATA
GEBRUIKERS­INSTELLINGEN
(5)
(7)
(8)
(10) (11)
(9)(6)
Druk op deze toets om de huidige opdrachtstatus weergegeven. (Zie pagina 1-15.)
Deze toets wordt gebruikt om gebruikersnamen en mapnamen voor de functie documentarchivering
*1 op te slaan, te bewerken en te wissen. Ook wordt deze toets gebruikt om de key-operatorprogramma's en printerinstellingen te configureren. (Zie pagina 7-21.)
Deze toets worden gebruikt om numerieke waarden voor diverse instellingen in te voeren.
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren, documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3.
Deze toets wordt gebruikt als programma toets voor kopieerfuncties en voor het kiezen van een faxnummer in de fax functie*
3
.
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren, documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3.
[START] toets
Gebruikt deze toets in de kopieerfunctie om het kopiëren te starten, in de netwerkscannerfunctie om een document*
2
of in de faxfunctie*3 om een document
voor verzending te scannen.
[CA] toets (Alles wissen toets)
Deze toets wordt gebruikt in de functies kopiëren, documentarchivering
*1, netwerkscanner*2 en fax*3. Gebruik deze toets om instellingen te annuleren en een handeling uit te voeren vanuit de begininstellingen van de machine.
1
*1 Wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd. *2 Wanneer de netwerkscanner optie is geïnstalleerd. *3 Wanneer de fax optie is geïnstalleerd.
1-13
Page 24
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
Suzuki
0666211221
003 / 000
003 / 000
010 / 000
SETS / VOOR
1/13
VOLTOOID
PAPIER BIJ.
0
KAFTINST.
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
ANNULEREN OK
OK
BOEKKOPIE
TANDEM-
KOPIE
B4
A3
A4
A4
Toetsenpaneel
De weergave van het tiptoetsenpaneel in deze handleiding bestaat uit afgedrukte afbeeldingen en kunnen verschillen van de werkelijke weergave van de schermen.
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
De onderdelen op het toetspaneel zijn eenvoudig te selecteren door de toets van het betreffende onderdeel aan te tippen met een
Pieptoon
vinger. De selectie van een onderdeel wordt
bevestigd door een pieptoon*. Bovendien zal het toetsgebied oplichten voor de visuele bevestiging.
* Als grijze toetsen worden aangetipt, klinkt er een
dubbele pieptoon.
[Voorbeeld 2]
De grijze toetsen op alle
schermen kunnen niet
worden geselecteerd.
Een functie selecteren
[Voorbeeld 1]
Als een bepaalde toets brandt in een instelscherm op het moment dat dit scherm verschijnt, kan de [OK] toets worden ingedrukt om de selectie op te slaan zonder verdere handelingen.
[Voorbeeld 2]
Een functie in het scherm speciale functies wordt geselecteerd door de toets aan te tippen zodat deze oplicht. Tip nogmaals op de opgelichte toets om de selectie te annuleren.
Kopieerfunctie
Boekkopie
Opdracht samenstel.
Tandemkopie
Spiegelbeeld
Z/W omgekeerd
De pieptonen ter bevestiging kunnen worden uitgeschakeld met behulp van een key­operatorprogramma's. (Zie pagina 10 van het "Handboek voor de hoofdoperator".)
1-14
[Voorbeeld 3]
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
Er verschijnt een bij de functie passend icoon op tippaneel en hoofdscherm van de geselecteerde modus. Als dit icoon wordt aangetipt verschijnt het instelscherm van de
functie (of een menuscherm), zodat de instellingen kunnen worden gecontroleerd of aangepast en de functie eventueel eenvoudig kan worden geannuleerd.
Page 25
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
Opdrachtstatus (van toepassing op de functies printen, kopiëren, fax, netwerkscanner en Internet fax)
Dit scherm worden weergegeven wanneer de [OPDRACHT STATUS] op het bedieningspaneel worden ingedrukt. Dit scherm kan worden gebruikt om de "OPDR.WACHTR" weergegeven (voor het bekijken van opgeslagen opdrachten en de huidige opdracht) of de "VOLTOOID" opdrachtlijst (met de voltooide opdrachten). Dit scherm kan gebruikt worden om opdrachten te controleren, een huidige opdracht te onderbreken om een andere opdracht uit te voeren en een opdracht te annuleren.
(1)
"OPDRACHTWACHTRIJ" scherm
*1
(2)
"VOLTOOID" opdrachtscherm
1
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
KOPIEREN
Suzuki
066211221
AFDRUKOPDR.
(3) (4) (5) (6) (7) (8) (9)(10) (11)
SETS / VOORTGANG
020 / 001
020 / 000
020 / 000
002 / 000
E-MAIL/FTP
(1) Opdrachtlijst
De weergegeven opdrachten in de opdrachtlijst zijn zelf bedieningstoetsen. Om een printbewerking te annuleren of om een bewerking de hoogste prioriteit te geven, dient u op de relevante opdrachttoets te drukken en de gewenste bewerking uit te voeren m.b.v. de toetsen die worden beschreven in (8) en (9). Hier worden de huidige opdracht en de opdrachten in de wachtrij weergegeven. De iconen aan de linkerzijde van de opdrachten in de wachtrij geven de opdrachtmodus weer. Het icoon voor documentarchivering opnieuw printen opdracht brandt. Nb: Het icoon licht niet op tijdens het opnieuw verzenden
van een fax/afbeelding verzendopdracht.
STATUS
COPYING
PAPIER OP
WACHTEN
WACHTEN
FAXOPDRACHT
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
OPROEP
INTERNETFAX
1/1
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
INTERNETFAX
*1 "PAPIER OP" in het scherm opdrachtstatus
Wanneer een opdrachtstatusscherm "PAPIER OP" weergeeft is het gespecificeerde papierformaat voor het uitvoeren van de bewerking in geen enkele lade aanwezig. In zo'n geval wordt de opdracht in de wacht gezet totdat het juiste papierformaat weer aanwezig is. Andere opdrachten in de wachtrij zullen (indien mogelijk) worden afgedrukt totdat het juiste papierformaat weer aanwezig is. (Wanneer het papier opraakt tijdens het printen wordt er geen andere bewerking afgedrukt.) Wanneer u het papierformaat moet wijzigen, omdat het gespecificeerde papierformaat niet beschikbaar is, tipt u op de huidige opdrachttoets om deze te selecteren en vervolgens op de [DETAILS] toets zoals beschreven in (10) .
Print modus Kopie modus
E-MAIL/FTP modus
Scannen naar e-mail opdracht
Scannen naar FTP opdracht
Scannen naar Desktopopdracht
Fax modus
Fax verzenden opdracht
Fax ontvangen opdracht
PC-Fax verzenden opdracht
Internet Fax modus
i-Fax verzenden opdracht
i-Fax ontvangen opdracht
PC-Internet Fax verzenden opdracht
(2) Modusselectie toets
Hiermee schakelt u tussen "OPDR.WACHTR" en "VOLTOOID" in het scherm opdrachtlijst.
"OPDR.WACHTR": Toont de opgeslagen opdrachten en de
huidige opdracht.
"VOLTOOID": Toont de voltooide opdrachten. Bestanden die zijn opgeslagen met behulp van de functies
"BESTAND"*
2
en "SNELBESTAND"*2 en voltooide distributie verzendopdrachten verschijnen als toetsen in het scherm voltooide opdrachten. In het scherm voltooide opdrachten de "BESTAND"*
2
of "SNELBESTAND"* opdrachttoetsen kan worden aangetipt, gevolgd door de [OPROEP] toets*
2
om een voltooide opdrachten oplopen en vervolgens af te drukken of de verzenden. Een voltooide distributie verzendopdracht kan worden aangetipt gevolgd door de [DETAILS] toets om het resultaat van de verzending te controleren. *2 Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
1-15
2
Page 26
ONDERDEELBENAMINGEN EN FUNCTIES
(3) [AFDRUKOPDR.] toets
Hiermee wordt de afdrukopdrachtlijst van de printmodus (kopiëren, printen, fax ontvangst, Internet fax ontvangst en auto printen) weergegeven.
(4) [E-MAIL/FTP] toets
Hiermee wordt de verzendstatus en de voltooide opdrachten van de scanmodus (Scannen naar e­mail, Scannen naar FTP en Scannen naar Desktop) weergegeven, wanneer de netwerkscanneroptie is geïnstalleerd.
(5) [FAXOPDRACHT] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de voltooide opdrachten van de faxmodus (fax en PC-Fax) weergegeven wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.
(6) Beeldscherm omschakelingstoetsen
Gebruik deze toetsen om te schakelen tussen de pagina's van de weergegeven opdrachtlijst.
(7) [INTERNETFAX] toets
Hiermee wordt de verzend/ontvangst status en de voltooide opdrachten van de Internet faxmodus en de PC Internet faxmodus weergegeven wanneer de netwerkscanneroptie is geïnstalleerd.
(8) [STOP./WIS.] toets
Wordt gebruikt om de huidige opdracht te annuleren of de opgeslagen opdracht te wissen. Nb: het afdrukken van ontvangen faxen en Internetfaxen kunnen niet worden geannuleerd of gewist.
(9) [PRIORITEIT] toets
Tip op deze toets, nadat u een opgeslagen opdracht geselecteerd hebt in deze [OPDR.WACHTR] lijst om de opdracht voor de andere opdrachten af te drukken. Let erop dat een huidige opdracht niet onderbroken kan worden als het een onderbroken kopieeropdracht of een printopdracht uit de lijst is.
(10)
[DETAILS] toets
Hier wordt gedetailleerde informatie van de geselecteerde opdracht weergegeven. die zijn opgeslagen met behulp van de functies "BESTAND" distributie verzendopdrachten toetsen in het scherm voltooide opdrachten. Een snelbestand in het scherm voltooide opdrachten of de [Archivering] toets gevolgd door de [OPROEP] toets voltooide opdrachten oplopen en vervolgens af te drukken of de verzenden. Een voltooide distributie verzendopdracht kan worden aangetipt gevolgd door de [DETAILS] toets om het resultaat van de verzending te controleren.
(11)
[OPROEP] toets
Wanneer deze toets worden aangetipt nadat er een opdracht in het VOLTOOID statusscherm is geselecteerd (een opdracht opgeslagen met de BESTAND of SNELBESTAND toetsen van de functie documentarchivering), verschijnt het "TAAKINSTELLINGEN" menuscherm waarin u de voltooide opdracht opnieuw kunt verzenden of afdrukken. (Zie "Documentarchivering" op pagina 7-2.)
*2 en "SNELBESTAND"
*2 kan worden aangetipt,
2
*
Bestanden
*2 en voltooide
verschijnen als
*2 om een
*
2 Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de
documenten werd toegevoegd.
1-16
Page 27
INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN VAN DE STROOM
Gebruik de aan/uit-schakelaar aan de voorkant van de machine om de stroom aan of uit te zetten.
"AAN"positie
"UIT" positie
Stroomschakel
OPMERKINGEN
Zet de beide schakelaars uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u een machinestoring vermoedt, er een zware onweersbui op komst is of wanneer u de machine gaat verplaatsen.
Als de faxfunctie toegevoegd is, laat dan altijd de faxschakelaar aan staan. Faxen kunnen niet ontvangen worden wanneer de faxschakelaar uit staat. (Faxen kunnen ontvangen worden wanneer de hoofdschakelaar uit staat.)
LET OP
Verzeker u ervan dat de communicatie en datalampjes op het bedieningspaneel niet knipperen voordat u de hoofdschakelaar uitzet. Het uitschakelen van de hoofdschakelaar of het verwijderen van de stekker uit het stopcontact terwijl de indicators knipperen kan leiden tot beschadigingen aan de harde schijf en kan het verlies veroorzaken van gegevens die op dat moment worden opgeslagen of ontvangen.
1
1-17
Page 28
ACCOUNTREGELING AAN/UIT
INGEN
INGEN
U kunt de accountregeling inschakelen om het aantal afgedrukte en verzonden (gescande) pagina's voor elke account bij te houden (er kunnen max. 500 accounts worden aangemaakt). De paginatellingen kunnen op elk moment worden bekeken en opgeteld. <Deze modus wordt ingeschakeld met aparte key-operatorprogramma's voor de functies kopiëren, printer, fax, Internetfax, netwerkscanner, documentarchivering. (Pagina 7 van het "Handboek voor de hoofdoperator")>
Het apparaat gebruiken wanneer de accountregeling is ingeschakeld
Hieronder volgt een beschrijving van de procedure voor het kopiëren wanneer de accountregeling is ingeschakeld voor de kopieerfunctie.
OPMERKINGEN
Wanneer de accountregeling is ingeschakeld voor documentarchivering en fax/beeld verzending, verschijnt er een melding waarin u wordt verzocht uw accountnummer in te voeren elke keer wanneer u schakelt naar het hoofdscherm van een van deze functies in het toetspaneel. Voer uw accountnummer op dezelfde manier in als voor de kopieermodus en start vervolgens de scanningprocedure.
Wanneer de a instelscherm van de printer driver op uw computer om te kunnen printen.
ccountregeling is ingeschakeld voor de printerfunctie moet u uw accountnummer invoeren in het
Wanneer de accountregeling is ingeschakeld, verschijnt de melding rechts op het toetspaneel.
Voer uw 5-cijferige accountnummer in wanneer het scherm hierboven verschijnt en start vervolgens de kopieerprocedure.
Voer uw accountnummer in (5 cijfers) met
1
de numerieke toetsen.
Terwijl u uw accountnummer invoert, veranderen de streepjes (-) in sterretjes ( ). Druk op de [C] (Wissen) toets, als u een ongeldig nummer hebt ingevoerd.
Voer vervolgens het juiste nummer in.
Wanneer er een correct accountnummer is ingevoerd verschijnt de volgende melding.
ACCOUNTSTATUS :GEMAAKT /RESTEREND KOPIEËN
:00,123,000/00,012,456
OK
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
Volg de juiste stappen om een
2
kopieeropdracht uitvoeren.
Wanneer het kopiëren is gestart verschijnt de volgende melding op het scherm.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
DRUK OP [ACC.NR-C] WANNEER U KLAAR BENT.
Tip op de [ONDERBREKEN] toets om een kopieeronderbreking (pagina (5-43) uit te voeren en voer vervolgens uw accountnummer in zoals beschreven in stap 1. De volgende melding verschijnt.
KOPIEERONDERBREKINGSMODUS.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
Als er een limiet is ingesteld door een key­operatorprogramma voor het aantal kopieën per account, zal het aantal kopieën dat nog gemaakt kan worden in de display verschijnen.
Controleer het aantal in de display en tip op de [OK] toets.
OPMERKING
Als "ACCOUNTNUMMERBEVEILIGING" is ingeschakeld in de key-operatorprogramma's en er drie keer een ongeldig accountnummer wordt ingevoerd, zal de melding "NEEM CONT OP MET KEY-OPERATOR VOOR HULP." verschijnen. (Pagina 8 van het "Handboek voor de hoofdoperator".) Bediening is (gedurende ongeveer een minuut) niet mogelijk wanneer deze melding verschijnt.
1-18
Druk op de [ ] toets ([ACC.#-C] toets)
3
wanneer de kopieeropdracht is voltooid
Page 29
HOOFDSTUK 2
DE MACHINE BEHEREN
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u papier kunt laden, de toner cartridge kunt vervangen en vastgelopen papier kunt verwijderen. Dit hoofdstuk bevat ook informatie over bevoorrading.
Pagina
PAPIER BIJVULLEN ............................................................................... 2-2
Papier laden in papierlade 1 ........................................................... 2-2
Papierformaat in papierlade 1 wijzigen ........................................... 2-2
Specificaties van de papiercassettes.............................................. 2-3
Het papiertype en papierformaat instellen ...................................... 2-5
Formaat instellen wanneer er een speciaal papierformaat is geladen
Programmeren en bewerken van papiersoorten............................. 2-7
Het plaatsen van papier in de universele lade ................................ 2-8
Specificaties (universele lade) ........................................................ 2-10
Papier laden in de staande/3 x 500 blad papierlade ....................... 2-10
Specificaties (staande/3 x 500 blad papierlade) ............................. 2-10
Papier laden in de staande/MPD & 2000 blad papierlade............... 2-11
Specificaties (staande/MPD & 2000 blad papierlade)..................... 2-11
GEBRUIKERSINSTELLINGEN............................................................... 2-12
Algemene procedure voor de gebruikersinstellingen ...................... 2-12
Over de instellingen ........................................................................ 2-14
TONERCARTRIDGE VERVANGEN ....................................................... 2-15
OPSLAG VAN ONDERDELEN ............................................................... 2-16
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN............................................. 2-17
Vastgelopen papier begeleiding...................................................... 2-17
Papierstoring in het doorvoergebied, fuseergebied en uitvoergebied
Papierstoring in de duplexmodule................................................... 2-19
Papierstoring in het papierinvoergedeelte....................................... 2-20
HET VERWIJDEREN VAN EEN VASTGELOPEN ORIGINEEL............. 2-22
Het verwijderen van een papierstoring in de automatische origineelinvoer
PROBLEEMOPLOSSING....................................................................... 2-23
............ 2-6
........ 2-18
...... 2-22
2-1
Page 30
PAPIER BIJVULLEN
Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, verschijnt er een melding in de display. Volgende onderstaande procedure voor het bijvullen van papier.
OPMERKINGEN
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Voor de beste resultaten alleen SHARP papier gebruiken. (Zie pagina 2-4.)
Wanneer u de papiersoort en formaat in lade 1 wijzigt, stelt u papiersoort en –formaat in volgens "Instellen van
papierformaat en -soort" (pagina
Plaats geen zware voorwerpen en druk niet op een uitgetrokken lade.
Laad het papier met de afdrukzijde naar boven. Laad het papier echter met de afdrukzijde naar beneden, wanneer het papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER". * Laad het papier met de afdrukzijde naar boven als de dubbelzijdige functie is uitgeschakeld met behulp van "UITSCHAKELEN
VAN DUPLEX" in het key-operatorprogramma's (Zie pagina 11 van het handboek voor de hoofdoperator.).
Papier laden in papierlade 1
2-5).
Trek papierlade 1 uit.
1
Plaats het papier in de lade.
2
Trek de lade er voorzichtig uit totdat deze niet meer verder kan.
Laad geen papier boven de maximum hoogtelijn (ongeveer 500 bladen van 80 g/m papier).
2
(20 lbs.)
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
3
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
Stel het papiertype in.
4
Wanneer u de papiersoortinstellingen wijzigt, nadat het papiersoort is gewijzigd in één van de papiercassettes, zie dan "Het papiertype en papierformaat instellen" (pagina 2-5).
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
5
voltooid.
Papierformaat in papierlade 1 wijzigen
Voor papierlade 1, kan A4, B5 of 8-1/2" x 11" formaat papier worden geladen. Gebruik de volgende procedure om het formaat te wijzigen.
Trek papierlade 1 uit.
1
Verwijder eventueel achtergebleven papier.
Pas de geleiders A en B in de cassette aan
2
de lengte en breedte van het papier aan.
De geleiders A en B zijn te verschuiven. Pas deze aan het papierformaat aan door de grendelhefbomen samen te knijpen.
Plaats het papier in de lade.
3
2-2
Druk de papierlade 1 weer voorzichtig
4
terug in de machine.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
Stel het papierformaat in.
5
Zorg ervoor dat papierformaat en –soort ingesteld worden volgens "Het papiertype en papierformaat instellen" (pagina 2-5).
Wanneer dit niet gebeurt, kan het papier vastlopen.
Het laden van papier in papierlade 1 is nu
6
voltooid.
Page 31
PAPIER BIJVULLEN
Specificaties van de papiercassettes
De specificaties voor papiersoorten en -formaten die in elke lade kunnen worden gebruikt, worden hieronder weergegeven.
Lade Ladenr.
(naam van
de lade)
Papiercassette 1 Lade 1 Standaard papier (Zie de volgende
Universele lade /handinvoerlade
Staande /3 x500 blad papierlade
Staande MPD & 2000 blad papierlade
Bovenste Middelste
Onderste
Bovenste Onderste
Lade 2 /handinv oerlade
Lade 2 Net als de universele lade Lade 3 Standaard papier (Zie de volgende pagina
Lade 4
Lade 2 Net als de universele lade Lade 3 Standaard papier (Zie de volgende
Geschikte papiertypen Geschikte papierformaten Papier
pagina voor geschikt standaard papier.)
Standaard papier (Zie de volgende pagina voor geschikt standaard papier.)
Speciaal papier (Zie de volgende pagina voor toepasbaar speciaal papier.)
voor geschikt standaard papier.)
pagina voor geschikt standaard papier.)
Dik papier
Etiketten, transparante folie
Briefkaarten Enveloppen kunnen
uitsluitend worden geladen via de universele lade. Geschikt laadgewicht voor enveloppen is 75 tot 90
g/
m2 of 20 tot 23 lbs.
A4, B5, 8-1/2" x 11
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en -formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 8-1/2 x 13"
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R
Niet-standaard papierformaten
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en -formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: A4, A4R, B5, B5R
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R
Niet-standaard papierformaten Japanse officiële briefkaarten
Geschikt standaardformaat enveloppen: COM-10, Monarch, DL, C5, ISO B5, CHOKEI 3
Niet-standaard formaat
Wanneer "AUTO-AB" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en -formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 8-1/2" x 13"
Wanneer "AUTO-INCH" is geselecteerd tijdens het instellen van papiersoort en
-formaat (pagina 2-5), kunnen de volgende papierformaten gebruikt worden met de automatische detectiefunctie: 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2"R
A4, 8-1/2" x 11"
"
gewicht
60 tot 105 g/m of 16 tot 28 lbs.
60 tot 128 g/m of 16 tot 34 lbs.
Zie de opmerkingen voor speciaal papier op de volgende pagina.
60 tot 105 of 16 tot 28 lbs.
60 tot 105g/m of 16 tot 28 lbs.
2
2
2
g/
m
2
2
2-3
Page 32
PAPIER BIJVULLEN
Geschikt standaard papier
Voor een bevredigend resultaat dient standaard papier aan de volgende eisen te voldoen.
Papier in AB systeem Papier in inch systeem
A5 naar A3 5-1/2" x 8-1/2" tot 11"x17 Standaard papier 60 tot 105g/m2 of 16 tot 28 lbs. Recycled, gekleurd, geperforeerd, voorbedrukt en briefpapier moeten voldoen aan dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven.
"
Geschikt speciaal papier
Voor een bevredigend resultaat dient speciaal papier aan de volgende eisen te voldoen.
Type Bijzonderheden
Speciaal papier Dik papier
Transparante folie, etiketten en doorslagpapier
Briefkaarten Enveloppen
Voor A5 tot A4 of 5-1/2" x 8-1/2" tot 8-1/2" x 11" formaten, dik papier tussen 60 en 128
Voor formaten groten dan A4 of 8-1/2" x 11" , kan dik papier tussen 60 en
g/
m2 of 16 tot 28 lbs. worden gebruikt.
105
Andere dikke papiersoorten indexvoorraad (176 g/m2 of 65 lbs.) kunnen gebruikt worden. dekbladpapier (200 tot 205 g/m2 of 110 lbs.) kan gebruikt alleen worden gebruikt voor A4, 8-1/2" x 11" papier in portretpositie.
Voor A5 of 5-1/2" x 8-1/2" papier, dient landschappositie gebruikt te worden.
Gebruik SHARP aanbevolen transparante film. Gebruik alleen door SHARP aanbevolen etiketten. Wanneer dat niet gebeurt, kunnen lijmresten in de machine achterblijven die vastlopen van papier, vlekken op afdrukken of andere machineproblemen veroorzaken.
Japanse officiële briefkaarten kunnen worden gebruikt. Geschikte standaardenveloppen: COM-10, Monarch, DL, C5, ISO B5,
CHOKEI 3
Enveloppen kunnen uitsluitend worden geladen met lade 2. Geschikt papiergewicht voor enveloppen is 75 tot 90 g/m2 of 20 tot 23 lbs..
g/
m2 of 16 tot 34 lbs. kunnen worden gebruikt.
Toepasbaar papier voor automatisch dubbelzijdig printen
Papier dat wordt gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (papier dat wordt geladen via de duplexmodule) moet voldoen aan de onderstaande voorwaarden:
Papiertype : Standaard papier zoals hierboven gespecificeerd. Papierformaat :
Papiergewicht :
OPMERKINGEN
Speciaal papier (zoals hierboven aangegeven) kan niet worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken.
Diverse typen standaard papier en speciaal papier zijn verkrijgbaar. Sommige van deze typen kunnen niet worden gebruikt in de machine. Neem contact op met uw detailhandelaar of dealer wanneer u papier gaat aanschaffen.
De kwaliteit van de afbeelding en mate van tonerfusering van speciale papiersoorten kan afhangen van omgevingscondities, werkomstandigheden en papierkenmerken waarbij de kwaliteit van de afbeelding minder is dan bij het gebruik van SHARP standaard papier.
Moet een van de onderstaande standaardformaten zijn: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5R (11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2"R)
64 tot 105 g/m2 (16 tot 28 lbs.)
2-4
Page 33
PAPIER BIJVULLEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTER­TOESTAND
LADE-INSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE / FORMAAT
LADE 2
KOPIEREN
I-FAX
DOC.
ARCHIV.
FAXEN
Het papiertype en papierformaat instellen
Volg deze stappen om de instelling van het papiertype te wijzigen, wanneer het papiertype in één van de laden is gewijzigd. Zie pagina 2-3 voor de papiertypen die in elke lade kunnen worden gebruikt.
Druk op de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets.
1
GEBRUIKERS-
INSTELLINGEN
Tip op de [PAPIERLADE-INSTELLINGEN] toets.
2
Het scherm Gebruikers­instellingen verschijnt.
Het scherm Papierlade selectie verschijnt.
Toets op de [LADE-INSTELLINGEN] toets.
3
Tip op de [TYPE / FORMAAT] toets.
5
NORMAAL PAPIER
Selecteer het papiertype dat in de lade is
6
geplaatst.
/ A4
Voorbeeld: Het papiertype van lade 2 is geselecteerd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
NORMAAL PAPIER
VOORBEDRUKT GEPERFOREERD
RECYCLED
BRIEFPAPIER
KLEUR
ZWAAR PAPIER
ETIKETTEN
TRANSPARANT
TABPAPIER
Tip op het gewenste papiertype om het type te selecteren. Het scherm voor papierformaatinstelling verschijnt.
2
ANNULEREN
1/2
1/2
Open het scherm van de gewenste
4
papierlade.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
AFDRUKKEN
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
KOPIEREN
FAXEN
I-FAX
DOC.
ARCHIV.
VASTE PAPIERZIJDE
DUPLEX UITSCHAKELEN
NIETEN UITSCHAKELEN
PERFOREREN UITSCHAKELEN
OK
1/4
Tip op de toets of toets om het instelscherm van de gewenste papierlade weer te geven.
OPMERKING
Open het laatste scherm met de toets en selecteer [AUTOMATISCHE LADE SELECTIE] om automatisch te schakelen naar een lade met hetzelfde papierformaat en type (als deze aanwezig is) wanneer het papier uit de papierlade opraakt.
OPMERKING
Zwaar papier, etiketbladen en transparante folie kunnen niet gebruikt worden in lades 1, 3 en 4. Enveloppen kunnen alleen gebruikt worden in lade 2.
Gebruikerstype
Stel een gebruikerstype in, wanneer een papiersoort als optie niet aanwezig is. Tip op de toets in het scherm in stap 6 om het selectiescherm gebruikerstype te openen en vervolgens een gebruikerstype te selecteren. Als u een gebruikerstypenaam wilt opslaan of bewerken of lade-eigenschappen wilt instellen, zie dan "Programmeren en bewerken van papiersoorten" op pagina 2-7.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
GEBRUIKERSTYPE 1
GEBRUIKERSTYPE 5
GEBRUIKERSTYPE 2
GEBRUIKERSTYPE 6
GEBRUIKERSTYPE 3
GEBRUIKERSTYPE 7
ANNULEREN
2/2
GEBRUIKERSTYPE 4
1/2
2-5
Page 34
PAPIER BIJVULLEN
AFDRUKKEN
KOPIEREN
FAXEN
I-FAX
DOC. ARCHIV.
AB
Y
297
420
X
(148 432)
mm
INCH
OK
(100 297)
mm
Y
X
AB
Y
100
300
Y
X
INCH
OK
(148 432)
mm
(100 297)
mm
X
AB
Y
100
300
Y
X
INCH
OK
NIET­STANDAARDFORMAAT
11X17,8 X14,8 X11
1
/
2
1
/
2
8 X11R,7 X10 ,5 X8 R
1
/
2
1
/
4
1
/
2
1
/
2
1
/
2
A3,A4,A4R,A5R,B4,B5 B5R,216x330(8 x13)
X17 Y11
1
/
2
5
/
8
Selecteer het papierformaat dat in de lade
7
is geplaatst.
Tip op de geschikte toetsen (checkboxen).
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
TYPE
NORMAAL PAPIER
AUTO-INCH
AUTO-AB
INVOER FORMAAT
[AUTO-INCH] toets :
FORMAAT
1
1
/
/
2
11X17,8 X14,8 X11
1 / 2
8 X11R,7 X10 ,5 X8 R A3,A4,A4R,A5R,B4,B5
B5R,216X330(8 X13)
X17 Y11
2
1
1
/
/
4
2
1 / 2
1
/
2
NIET­STANDAARDFORMAAT
Selecteer deze optie wanneer u op inch
TYPE
1 / 2
OK
POST
2/2
gebaseerd papierformaat heeft geladen.
[AUTO-AB] toets
: Selecteer deze optie wanneer u op AB
gebaseerd papierformaat heeft geladen.
[INVOER FORMAAT] toets
[NIET-STANDAARDFO RMAAT] checkbox
:
Selecteer deze optie om rechtstreeks het papierformaat in te voeren (Zie pagina 2-6.).
:
Selecteer deze optie wanneer u een niet-standaard papierformaat hebt geladen (Zie pagina 2-6.).
[POST] toets. : Selecteer deze wanneer u
briefkaarten hebt geladen.
OPMERKING
De formaten die kunnen worden geselecteerd hangen af van het geselecteerde papiertype.
Tip op de [OK] toets in het formaat
8
instelscherm.
U keert terug naar het scherm papierlade-instelling van stap 4.
Selecteer de uitvoerfuncties die kunnen worden
9
gebruikt met de geselecteerde lade.
Tip op de checkboxen onder het gewenste item om deze te selecteren. De te selecteren checkboxen zijn afhankelijk van de geïnstalleerde opties.
Configureer de papierinstellingen voor
10
elke lade en tip vervolgens op de [OK] toets om het scherm te verlaten.
OPMERKING
Het geladen papierformaat en papiersoort kunnen ook worden ingesteld vanuit het scherm papierselectie. Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets bovenaan het basisscherm om het scherm papierselectie te openen en tip vervolgens op de [PAPIERFORMAAT] toets van de handinvoerlade en ga daarna naar stap 6.
Formaat instellen wanneer er een speciaal papierformaat is geladen
OPMERKING
Speciale papierformaten kunnen niet worden geladen in de lades 1, 3, en 4.
Lade 2 en de handinvoerlade
Volg de stappen 1 tot en met 6 van "Het papiertype en
1
papierformaat instellen" (Zie pagina 2-5.).
Tip op de [INVOER FORMAAT] toets aan
2
en vervolgens op het tabblad [AB].
Tip op de toets of de toets om de
3
X (breedte) en Y (lengte) afmetingen van het papier in te voeren.
2-6
De formaatinvoer pallet verschijnt.
Invoer van de X afmeting (breedte) is aanvankelijk geselecteerd. Tip op de [Y] toets en voer de Y afmeting (lengte) in, net als de X afmeting.
Tip op de [OK] toets.
4
U keert terug naar het scherm papierformaatinstelling van
(148 432)
mm
(100 297)
mm
Selecteer de [NIET-STANDAARDFORMAAT] checkbox
5
als het papier een niet-standaardformaat heeft.
Volg de stappen 8 tot en met 10 van "Het papiertype
6
en papierformaat instellen" (Zie pagina 2-6.).
stap 2.
Page 35
PAPIER BIJVULLEN
OK
PAPIERSOORTREGISTRATIE
U
U
VASTE PAPIERZIJDE
SOORTNAAM
PAPIERSOORTREGISTRATIE
NR.01
GEBRUIK.TYPE 1
NIETEN UITSCHAKELEN
DUPLE UITSC
PERFO UITSC
VASTE PAPIERZIJDE
SOORTNAAM
PAPIERSOORTREGISTRATIE
NR.01
GEBRUIK.TYPE 1
NIETEN UITSCHAKELEN
DUPLE UITSC
PERFO UITSC
DUPLEX UITSCHAKELEN
PERFOREREN UITSCHAKELEN
VERLATENANNULEREN
Programmeren en bewerken van papiersoorten
Volg onderstaande stappen om de naam van een papiersoort te programmeren of te bewerken of papierkenmerken in te stellen.
Volg stap 1 en 2 van "Het papiertype en
1
papierformaat instellen". (pagina 2-5)
Tip de [PAPIERSOORTREGISTRATIE] toets aan.
2
Selecteer het papiersoort dat u wilt
3
programmeren of bewerken.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 2
SELECTEER PAPIERSOORT.
GEBRUIK.TYPE 1
GEBRUIK.TYPE 5 GEBRUIK.TYPE 6 GEBR
Tip op de [SORTNAAM] toets.
4
GEBRUIK.TYPE 2 GEBR
Een karakter-invoerscherm verschijnt. Voer een soortnaam in (maximaal 14 karakters). (Zie pagina 7-26 voor het invoeren van karakters.)
"VASTE PAPIERZIJDE"
: Selecteer deze optie wanneer het
papier met de afdrukzijde naar beneden in de lade moet worden geladen. Zorg ervoor dat er geen checkmarkering verschijnt wanneer het papier met de afdrukzijde naar boven moet worden geladen.
• Gebruik deze instelling niet als de dubbelzijdige functie is verboden in "UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" in het key-operatorprogramma's (Zie pagina 11 van het handboek voor de hoofdoperator.).
"DUPLEX UITSCHAKELEN"
:
Verbieden van dubbelzijdig afdrukken. Schakel deze functie in wanneer de achterkant van het papier niet kan worden bedrukt.
"NIETEN UITSCHAKELEN"
:
Verbiedt het nieten. Schakel deze functie in bij het gebruik van speciaal papier zoals transparante film en etiketvellen.
"PERFOREREN UITSCHAKELEN"
:
Verbiedt het perforeren. Schakel deze functie in bij het gebruik van speciaal papier zoals transparante film en etiketvellen.
OPMERKING
"VASTE PAPIERZIJDE" en "DUPLEX UITSCHAKELEN" kunnen niet gelijktijdig zijn ingeschakeld.
Tip op de [VERLATEN] toets om het
6
programmeren/bewerken te verlaten.
2
5
Stel de eigenschappen van de papierlade in.
Tip op de checkboxen aan de linkerzijde van de items om deze te selecteren.
2-7
Page 36
PAPIER BIJVULLEN
Het plaatsen van papier in de universele lade
De methode voor het laden van papier in de universele lade is dezelfde als voor papierlade 1, zie de beschrijving op pagina 2-2. Voor papierspecificaties, zie pagina 2-3. Wanneer enveloppen, briefkaarten of transparante folie geladen wordt, volgt u de beschrijving hieronder.
Twee maximum hoogtelijnen zijn aangegeven: één voor standaard papier en één voor speciaal papier.
Maximale hoogtelijn voor standard papier
Laad geen standard papier boven deze lijn.
Maximale hoogtelijn special papier (rode lijn)
Laad geen speciaal papier boven deze lijn.
Hoe kunt u het papierformaat wijzigen
Als u het papierformaat of de papiersoort wilt wijzigen bij het laden van papier in de universele lade, zie dan pagina
2-5 voor details.
Het instellen van enveloppen of briefkaarten
Wanneer u enveloppen of briefkaarten in de universele lade plaatst, laadt deze dan in de onderstaand aangegeven richting.
Het laden van briefkaarten
Laad briefkaarten met de afdrukzijde naar boven aan de linkerachterkant van de cassette zoals weergegeven.
Het laden van enveloppen
Enveloppen kunnen uitsluitend worden geprint aan de adreszijde. Zorg dat u de enveloppen met de adreszijde naar boven plaatst en de bovenkant van de envelop naar achteren gericht.
Printen op enveloppen of briefkaarten
Indien u probeert op beide zijden van enveloppen of briefkaarten te printen, kunnen er papierstoringen of een slechte printkwaliteit worden veroorzaakt.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een thermische transfer of inkjet printer. Vooral papier dat bedrukt is door een thermische transfer printer (zoals een tekstverwerker die een cassette gebruikt) kan ontbrekende letters en vlekken geven.
Ter voorkoming van kreuken, vastlopen en slechte kwaliteit afdrukken, dient u erop te letten dat briefkaarten of enveloppen geen ezelsoren hebben.
2-8
Page 37
PAPIER BIJVULLEN
Printen op enveloppen
Gebruik geen enveloppen met metalen klemmen, plastic klemmen, koordsluiting, vensters, voering, zelfplakkende stroken of van synthetisch materiaal. Afdrukken hierop kan vastlopen, slechte toner aanhechting of andere problemen veroorzaken.
Er kunnen kreuken of vlekken optreden. Dit geldt vooral voor oppervlakken in reliëf en andere onregelmatige oppervlakken.
Bij hoge luchtvochtigheid en temperatuur kan de lijm op de flappen van de enveloppen kleverig worden zodat de enveloppen bij het printen kunnen dichtplakken.
Gebruik alleen vlakke, scherp gevouwen enveloppen. Omgekrulde of slecht gevormde enveloppen kunnen niet goed worden geprint of kunnen papierstoringen veroorzaken.
Fuseereenheid drukafstelhendels
Wanneer enveloppen via de universele lade ingevoerd worden, kunnen er beschadigingen of afdrukvlekken op de enveloppen optreden zelfs wanneer gespecificeerde enveloppen worden gebruikt. In dit geval kunt u het probleem verminderen door de druk afstelbomen van de fuseereenheid om te schakelen van de normale drukpositie in een lagere drukpositie. Volg de stappen hieronder.
2
OPMERKING
Denk eraan de hendel weer in de normale positie terug te plaatsen na het invoeren van de enveloppen. Indien u dit niet doet, kunnen er problemen met de tonerhechting, papierstoringen of andere problemen ontstaan.
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te openen.
Beweeg de twee afstelbomen met de
2
markering A en B in de afbeelding omlaag.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten.
A: Achterzijde van de
fuseereenheid
Normale positie
Positie met lagere druk
B: Voorzijde van de
fuseereenheid
2-9
Page 38
PAPIER BIJVULLEN
Het laden van transparante folie
Let erop dat u het transparante folie met het witte etiket naar boven laadt. Zorg ervoor dat er geen beeld op het etiket wordt afgedrukt. Het printen op de label kan printvlekken geven. Transparante folie moet in portretpositie worden ingevoerd.
Specificaties (universele lade)
Naam Universele lade Papierformaat/gewicht Voor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3.
Papiercapaciteit
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 11 kg of 24,3 lbs.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
500 bladen (80 transparante folie
654 mm (B) x 567 mm (D) x 144 mm (H) (25-3/64" (B) x 22-21/64" (D) x 5-43/64" (H))
2
g/m
(20 lbs.)) papier, 40 enveloppen, 40 briefkaarten, 40 bladen
Papier laden in de staande/3 x 500 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenlade is hetzelfde als de universele lade. Gebruik de bovenlade volgens de instructies van de universele lade op pagina 2-8.
Middelste en onderste papiercassettes:
Tot maximaal 500 bladen door SHARP aanbevolen standaard papier kan in deze cassettes worden geladen. De methode voor het laden van papier is dezelfde als voor papierlade 1 in de hoofdeenheid. Zie de beschrijving (pagina 2-2).
OPMERKING
Als het papierformaat of de papiersoort gewijzigd wordt in één van de papierladen, moeten de lade-instellingen in gebruikersinstellingen gewijzigd worden. Zie
"Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
Specificaties (staande/3 x 500 blad papierlade)
Naam Staande/3 x 500 blad papierlade Papierformaat/gewicht Voor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3. Papiercapaciteit
(standaard papier)
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 32,9 kg of 70,6 lbs.
500 bladen (80
589 mm (B) x 630 mm (D) x 404 mm (H) (23-3/16" (B) x 24-51/64" (D) x 15-29/32" (H))
g/m
2
( 20 lbs.)
2-10
Page 39
PAPIER BIJVULLEN
Papier laden in de staande/MPD & 2000 blad papierlade
Bovenste cassette:
De bovenlade is gelijk aan de universele lade. De papierlaadmethode en het papier dat gebruikt kan worden zijn hetzelfde als voor de universele lade. Zie de beschrijving van de universele lade (pagina 2-8).
Onderste papierlade:
De ruime onderlade kan tot 2.000 bladen A4 of (8-1/2" x 11") papier (80 g/m2 (20 lbs.)) bevatten. Gebruik de volgende procedure voor het laden van papier in de ruime lade
OPMERKING
Als het papierformaat of de papiersoort gewijzigd wordt in één van de papierladen, moeten de lade-instellingen in gebruikersinstellingen gewijzigd worden. Zie "Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
2
Trek de grote lade uit.
1
Trekt voorzichtig de lade helemaal uit.
Plaats papier in de linker en rechter
2
papierinvoertabellen.
Plaats papier in de rechter papierinvoertabel. De rechter tabel kan ongeveer
1.200 bladen bevatten.
Til de papiergeleider omhoog en plaats het papier op linker papierinvoerplaat. De linker plaat kan ongeveer 800 bladen bevatten. Let erop dat u de papiergeleider terugzet na het laden van het papier
Schuif de grote papierlade weer voorzichtig
3
in het apparaat.
Druk de lade stevig volledig in de machine.
Stel het papiertype in.
4
Als u het papierformaat van het AB-systeem gewijzigd hebt in het inch-systeem of omgekeerd, selecteert u het juiste soort volgens "Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.
Het papier laden in staande/MPD & 2000
5
blad papierlade is nu voltooid.
Specificaties (staande/MPD & 2000 blad papierlade)
Naam Staande/MPD & 2000 blad papierlade Papierformaat/gewicht Voor specificaties van papierladen, zie pagina 2-3. Papiercapaciteit
(standaard papier)
Afmetingen
Gewicht Ongeveer 34 kg of 75 lbs.
Bovenste cassette: 500 bladen (80 g/m2 ( 20 lbs.). Onderlade: 2.000 bladen (80 g/m ( 20 lbs.)
589 mm (B) x 630 mm (D) x 404 mm (H) (23-3/16" (B) x 24-51/64" (D) x 15-29/32" (H))
2
2-11
Page 40
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Hieronder worden de items beschreven die kunnen worden ingesteld met de gebruikersinstellingen.
Totaal aantal kopieën. . . . . . . . . . . . . . . Het aantal pagina's dat door de machine is verwerkt en de optionele randapparatuur
kunnen worden weergegeven. (Zie pagina 2-14.)
Standaardinstellingen . . . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om instellingen voor het schermcontrast van de display, datum en tijd en
keuze toetsenbord*
Lijst afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om lijsten met instellingen en lettertypen af te drukken. (Zie pagina 2-14.)
Papierlade-instellingen
. . . . . . . . . . . . . . . Het papiertype, papierformaat en automatische ladeselectie kunnen voor elke lade worden
ingesteld. Met de automatische ladeselectie kunt u automatisch schakelen tussen papierlades met hetzelfde papiertype en papierformaat. Als een papierlade tijdens het afdrukken leegraakt, zal het afdrukken automatisch worden voortgezet met papier uit de andere lade. (Zie pagina 2-14.)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen voor fax, netwerkscanner en printer voor een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van de onderstaande instellingen.
Adresbeheer*
Afzenderbeheer*
1
. . . . . . . . . . . . . . . Wordt gebruikt om informatie voor diverse functies op te slaan
2
. . . . . . . . . . . . . Wordt gebruikt om de informatie van de verzender te programmeren die
verschijnt bij de ontvanger op uw Scannen naar e-mail verzendingen.
Faxdata
*1 ontv/doorsturen
. . . . . .Ontvangen faxen in het geheugen en ontvangen Internetfaxen kunnen naar
een andere bestemming worden doorgestuurd.
Printertoestand*
3
. . . . . . . . . . . . .Wordt gebruikt om de standaardinstellingen voor de printerfunctie te
configureren (Zie de Gebruiksaanwijzing (voor printer).).
Beheer documentarchivering
*4. . . . Wordt gebruikt om de standaardinstellingen voor de functie
documentarchivering te configureren. (pagina's 7-21 tot 7-25)
Key-operatorprogramma's . . . . . .Dit zijn programma's die worden gebruikt door de key operator (de
beheerder van de machine) om machine-instellingen te configureren. Er verschijnt een toets voor deze instellingen in het menu met gebruikersinstellingen. Raadpleeg het handboek voor de hoofdoperator voor meer informatie over deze instellingen.
*1
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd in een systeem waar de functie fax of netwerkscanner beschikbaar is.
*2
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd in een systeem waar de functie netwerkscanner beschikbaar is.
*3
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd op een systeem waar de printer functie beschikbaar is.
*4
Deze instellingen kunnen worden geconfigureerd op een systeem waar de functie voor het archiveren van de documenten beschikbaar is.
1
te configureren. (Zie pagina 2-14.)
Algemene procedure voor de gebruikersinstellingen
Druk op de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets.
1
GEBRUIKERS-
INSTELLINGEN
Tip op de toets van het gewenste item om het
2
bijbehorende instelscherm weer te geven.
Het scherm Gebruikers­instellingen verschijnt.
Hieronder volgt een voorbeeld voor het selecteren van de [STANDAARDINSTELLINGEN] toets en vervolgens de [KLOK] toets.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
ADRESBEHEER
DOCUMENTARCH.
BEHEER
AFZENDERBEHEER
STANDAARD-
INSTELLINGEN
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
FAXDATA ONTV/
DOORSTUREN
VERLATEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTER­TOESTAND
Op de volgende pagina volgt een gedetailleerde beschrijving van de programma-instellingen.
Tip op de [KLOK] toets.
3
Tip op de [KLOK] toets waarna het volgende scherm verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
KLOKAANPASSING
JAAR MAAND DAG UUR MINUUT
2004 10 20 14 27
INSTELLING ZOMERTIJD
Tip op het jaar, maand, dag, uur of minuten
4
toets en gebruik vervolgens de of
DATUMFORMAAT
toets om de instelling aan te passen.
Indien u men niet bestaande datum selecteert (bijvoorbeeld, 30 februari), wordt de [OK] toets grijs om het invoeren van de datum te voorkomen.
Selecteer de [INSTELLING ZOMERTIJD] checkbox onder klok automatisch aan te passen aan de zomertijd.
OK
2-12
Page 41
Tip op de [DATUMFORMAAT] toets.
OK
E
12-UREN
5
Het volgende scherm verschijnt.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
DATUMFORMAAT
MA/20/10/2004 14:27
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Druk op de gewenste formaattoetsen om het
6
formaat van de datum en tijd te wijzigen.
DAG-NAAM
POSITIE
EERSTE 12-UREN
LAATSTE
24-UREN
De aangetipte toetsen zijn aangemerkt. Het geselecteerde formaat wordt toegepast op de afgedrukte lijsten in "LIJST AFDRUKKEN".
Tip op de [OK] toets.
7
U keert terug naar het instelscherm voor de datum en tijd.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Meer informatie over instelprocedures
In het volgende type scherm wordt een instelling geselecteerd door de toets zo in te drukken dat er
OK
een checkmarkering ( ) verschijnt. De onderstaande instellingen worden geconfigureerd om lade 1 beschikbaar te stellen voor de print-, kopieer- en faxmodus. Tip op de of toetsen om het volgende scherm weer te geven.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
TYPE / FORMAAT
LADE 1
AFDRUKKEN
KOPIEREN
NORMAAL PAPIER
FAXEN
I-FAX
/ A4
DOC.
ARCHIV.
VASTE PAPIERZIJDE
DUPLEX UITSCHAKELEN
NIETEN UITSCHAKELEN
PERFOREREN UITSCHAKELEN
OK
1/4
2
Tip op de [OK] toets.
8
Tip op de [VERLATEN] toets om de
9
instellingen te verlaten.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
ADRESBEHEER
DOCUMENTARCH.
BEHEER
AFZENDERBEHEER
STANDAARD-
INSTELLINGEN
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
LIJSTAFDRUK
FAXDATA ONTV/
DOORSTUREN
VERLATEN
PAPIERLADE-
INSTELLINGEN
PRINTER­TOESTAND
2-13
Page 42
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Over de instellingen
Totaal aantal kopieën
Hier worden de volgende paginatellingen weergegeven (de tellingen die kunnen worden weergegeven hangen af van de geïnstalleerde opties):
(1) De totale pagina-uitvoer van de machine. (2) Het aantal originele pagina's dat door de machine is
verzonden.
(3) Het aantal keer dat de automatische origineelinvoer werd
gebruikt om originelen in te voeren en het aantal keer dat de
nieteenheid werd gebruikt (indien geïnstalleerd). (4) Het aantal pagina's opgeslagen door documentarchivering. Alleen in het geval van (1),
Elke pagina op A3 (11" x 17") formaat wordt geteld als
twee vellen.
Elk vel gebruikt voor automatisch dubbelzijdig kopiëren wordt geteld als twee vellen (A3 (11" x 17") papier wordt geteld als 4 vellen).
Papier met een ingevoerd formaat van 384 mm (15-1/8") of grote wordt geteld als twee vellen (4 vellen gedurende het automatisch dubbelzijdig kopiëren).
Standaardinstellingen
De onderstaande instellingen kunnen worden geconfigureerd:
Displaycontrast Schermcontrastaanpassing wordt gebruikt om het LCD-
toetspaneel beter zichtbaar te maken onder diverse lichtomstandigheden. Tip op de [LICHTER] toets om het scherm lichter te maken, of de [DONKERDER] toets om het scherm donkerder te maken.
Klok Gebruik deze instelling om de datum en tijd van
de ingebouwde klok in te stellen. Deze klok wordt gebruikt bij functies waarbij datum- en tijdinformatie zijn vereist.
Keuze toetsenbord De indeling van het toetsenbord dat verschijnt in het
letter invoerscherm kan worden gewijzigd. Selecteer de rangschikking van de lettertoetsen die voor u het makkelijkst is.
De volgende drie alfabetische toetsenbordindelingen zijn beschikbaar:
Toetsenbord 1 (QWERT... configuratie)*
Toetsenbord 2 (AZERTY... configuratie)
Toetsenbord 3 (ABCDEF... configuratie)
* De standaardinstellingen is "Toetsenbord 1".
(Voorbeeld: Letter invoerscherm wanneer Toetsenbord 3 is geselecteerd)
Lijstafdruk
Hiermee wordt een lijst afgedrukt met de machine­instellingen en een test pagina om de interne lettertypen te controleren. De volgende lijsten en pagina's zijn beschikbaar:
Lijst alle gebruikersinstellingen Toont de status van de hardware en de
software, de printerconfiguratie-instellingen, de lade-instellingen en de tellingen.
Testpagina printer Toont de PCL-symbolenset lijst, lettertypen,
netwerkinterface (NIC-interface) instellingen en de instellingen die worden gebruikt voor de netwerkinterfacekaart.
Adreslijst wordt verzonden Eén toets bestemmingslijst, groepslijst,
programmalijst en geheugenvak-lijst.
Documentarchivering gebruikers-/mappenlijst
Toont de gebruikersnamen en foldernamen voor documentarchivering.
Afzenderbeheerlijst Toont de opgeslagen afzenders.
OPMERKING
Een test pagina kan niet worden afgedrukt als "TESTPAGINA NIET AFDRUKKEN" (Zie de "Gebruiksaanwijzing (voor printer)".) is ingesteld op "verbieden" in de key-operatorprogramma's.
Papierlade-instellingen
Het papiertype, papierformaat, ingeschakelde functies en automatische lade selectie kunnen worden ingesteld voor elke lade. Zie pagina 2-5 naar 2-7 voor informatie over het instellen van het papiersoort en papierformaat. Het automatisch overschakelen naar een andere papierlade wordt gebruikt om over te schakelen naar een andere papierlade met hetzelfde papiertype en papierformaat voor het geval het papier opraakt tijdens het continu afdrukken. Dit vereist dat de papierlades zijn geladen met hetzelfde papierformaat. De papierlade-instellingen kunnen voor elke lade en voor de printerfunctie, de kopieerfunctie, de faxfunctie, de Internet faxfunctie en documentarchivering afzonderlijk worden ingeschakeld of uitgeschakeld. Tip op de checkbox-toets zodat er een checkmarkering verschijnt
om de gewenste functie in te schakelen.
()
2-14
ABC abc
Page 43
TONERCARTRIDGE VERVANGEN
Wanneer de tonen opraakt verschijnt er een melding dat de toner cartridge moet worden vervangen.
OPMERKING
Om de hoeveelheid aanwezige toner te bekijken, drukt u de [KOPIE] toets in en houd deze vast tijdens het afdrukken of als de machine in stand-by staat. Het percentage toner verschijnt in de display terwijl u deze toets ingedrukt houdt. Koop een nieuwe tonercartridge en bewaar deze voor vervanging wanneer het percentage staat op "25-0%".
Volg de stappen hieronder om de tonercartridge te vervangen.
Open de voorplaat.
1
Zet de vergendelingshendel van de cartridge terug.
2
Terwijl u de vergrendelingshendel op de
3
tonercartridge ingedrukt houdt, trekt u de tonercartridge naar u toe en haalt hem eruit.
Plaats een nieuwe tonercartridge.
5
Druk de cartridge door totdat deze vastklikt.
Verwijder de verzegelingtape voorzichtig
6
van de cartridge.
Zodra de verzegeling eraf getrokken is, wordt de toner uit de cartridge doorgeleid naar de ontwikkelingscartridge.
Zet de vergendelingshefboom van de
7
patroon terug.
2
Neem een nieuwe tonerpatroon uit de
4
verpakking en schud dit ongeveer vijf keer horizontaal heen en weer.
OPMERKING
Schud de tonercartridge goed door om ervoor zorgen dat de tonen goed loskomt en niet blijft plakken aan de binnenkant van de cartridge.
LET OP
Werp de cartridge niet in een open vuur. Hierdoor kan er toner uit de cartridge schieten en brandwonden veroorzaken.
Bewaar tonercartridges buiten het bereik van kleine kinderen.
OPMERKING
Plaats de gebruikte tonercartridge in een plastic zak en bewaar deze. Plaats de gebruikte tonercartridge horizontaal en niet verticaal in een plastic zak. Wanneer de cartridge verticaal wordt geplaatst kan er toner uitlopen en de vloer of uw kleren bevuilen.
Sluit de voorplaat.
8
2-15
Page 44
OPSLAG VAN ONDERDELEN
Standaardonderdelen voor dit product die door de gebruiker moeten worden vervangen zijn kopieerpapier, tonercartridges en nietjes voor de afwerkingseenheid.
Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend Sharp Genuine Supplies te gebruiken, die zijn ontworpen, vervaardigd en getest om de levensduur en de prestaties van Sharp producten te optimaliseren. Let op het Genuine Supplies-etiket op de tonerverpakking.
GENUINE SUPPLIES
Correcte opslag
1. Sla de onderdelen op in een ruimte die:
schoon en droog is,
een stabiele temperatuur heeft,
niet aan direct zonlicht worden blootgesteld
2. Sla het papier op in de originele verpakking en leg het papier plat neer.
3. Papier dat buiten de originele verpakking of staand wordt opgeslagen kan gaan krullen of vochtig worden. Dit kan leiden tot papierstoringen.
4. Schud een nieuwe tonercartridge in horizontale richting. Niet rechtop bewaren. Wanneer de cartridge rechtop wordt bewaard kan de toner, zelfs na goed schudden, niet correct worden verdeeld en binnenin de cartridge blijven plakken.
Voorraden en verbruiksgoederen
De levering van reserveonderdelen voor reparatie van de machine is gegarandeerd tot tenminste 7 jaar na beëindiging van de productie. Reserveonderdelen zijn die onderdelen van de machine die binnen de periode van normaal gebruik defect kunnen raken - onderdelen die normaal gesproken langer meegaan dan de levensduur van de machine worden niet beschouwd als reserveonderdelen. Ook verbruiksgoederen zijn gedurende 7 jaar na beëindiging van de productie beschikbaar.
2-16
Page 45
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
INFORMATIE
Wanneer er een papierstoring is opgetreden verschijnt de melding "ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN" in het scherm van het toetspaneel op het bedieningspaneel en de uitvoer voor het printen inclusief kopiëren en faxen stopt. De mogelijke locaties van de papierstoring worden aangegeven met " informatie over het verhelpen van papierstoringen worden ook getoond.
"
zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. De paginanummers voor gedetailleerde
Papierstoring in de origineelinvoer (pagina 2-22)
Papierstoring in de afwerkingseenheid (pagina 3-12 )
Papierstoring in het doorvoergebied, fuseergebied en uitvoergebied (pagina 2-18)
Papierstoring in de duplexmodule (pagina 2-19)
Papierstoring in de handinvoerlade (pagina 2-19 )
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid (pagina 3-22)
OPMERKING
Afdrukken is niet mogelijk wanneer er een papierstoring optreedt waardoor ontvangen faxen of Internetfaxen op dat moment tijdelijk in het geheugen zullen worden opgeslagen. De faxen worden automatisch afgedrukt wanneer de papierstoring is verwijderd.
Vastlopen van papier in de bovenlade (pagina 2-21)
Papierstoring in papierlade 1 (pagina 2-20)
Vastlopen van papier in de
universele lade (pagina 2-21)
Papierstoring in staande/3 x 500 blad papierlade (pagina 2-21)
Papierstoring in staande/MPD & 2000 blad papierlade (pagina 2-21)
Papierstoring in de postbakstapeler (pagina 3-6)
2
OPMERKINGEN
Raak de fotogeleidende drum niet aan en beschadig deze niet. (Zie pagina 2-18.)
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Zorg ervoor dat u alle achtergebleven papierstukken verwijderd als het papier scheurt.
LET OP
De heatereenheid is heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Heater eenheid
Vastgelopen papier begeleiding
De vastgelopen papier begeleiding kan worden geopend door te tippen op de [INFORMATIE] toets op het toetspaneel nadat de papierstoring is opgetreden.
2-17
Page 46
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Papierstoring in het doorvoergebied, fuseergebied en uitvoergebied
o
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees hier voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak de metalen onderdelen niet aan.)
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een dubbelzijdige module, dient u de zijklep te openen cover similarly.
Verwijder het vastgelopen papier zoals
2
weergegeven op de onderstaande afbeeldingen.
Draaiknop van de
OPMERKING
Indien het papier in het transportgedeelte is vastgelopen, draait u de walsrotatieknop A in de pijlrichting om het vastgelopen papier te verwijderen.
Raak de transportrol niet aan en beschadig deze niet.
Draaiknop van de rollen B
LET OP
De fuseereenheid is heet. Wees hier voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier. (Raak metalen onderdelen niet aan.)
Handgreepje van de fuseereenheid
Indien het papier in het heatergebied is vastgelopen, draait u de walsrotatieknop B in de pijlrichting en verwijdert het vastgelopen papier.
Draai het handgreepje van de fuseereenheid naar beneden om de fuseereenheid te openen en het vastgelopen papier te verwijderen wanneer de papierstoring optreedt in het fuseergebied.
Wanneer het papier is vastgelopen in het uitvoergedeelte, verwijdert u het papier zoals weergegeven. Let daarbij op dat u het papier niet scheurt.
Transportrol
Fotogeleidende drum
Raak de fotogeleidende drum niet aan en beschadig deze niet.
Als de duplexmodule uitgerust is met een uitvoercassette en het papier daarin vastloopt, verwijdert u het vastgelopen papier zoals weergegeven in de afbeelding.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten. Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
2-18
Page 47
Papierstoring in de duplexmodule
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de eenheid en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat.
Als de duplexmodule een uitvoercassette
2
heeft, draai deze dan uit de weg en open de klep van de duplexmodule.
Als de uitvoerlade vastzit, open dan de klep van de duplexmodule gewoon en negeer elke referentie aan de lade in de volgende stappen.
Terwijl u de uitvoerlade omhoog houdt,
3
verwijdert u het vastgelopen papier zoals aangegeven in de afbeeldingen hieronder.
Wanneer het papier is vastgelopen in het bovengedeelte van de duplexmodule, verwijdert u het papier voorzichtig. Let daarbij op dat u het papier niet scheurt.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Controleer na het sluiten van de duplexmodule of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
Papierstoring in de handinvoer
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de eenheid en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
handinvoerlade.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
2
Wanneer het papier is vastgelopen in het ondergedeelte van de duplexmodule, verwijdert u het papier voorzichtig. Let daarbij op dat u het papier niet scheurt.
Sluit de klep van de duplexmodule en laat
4
de uitvoercassette zakken.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
3
Controleer na het sluiten van de duplexmodule of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
2-19
Page 48
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Papierstoring in het papierinvoergedeelte
OPMERKING
Zorg ervoor dat u de volgorde voor het verwijderen van de papierstoring volgt. Trek de papierlade niet meteen uit omdat het vastgelopen papier gedeeltelijk in de uitvoer van lade vast kan zitten. Open eerst de linker klep om te controleren of zich daar vastgelopen papier bevindt (stappen 1 en 2). Als u de lade opentrekt zonder deze controle kan het vastgelopen papier in de uitvoer scheuren en kunnen er gedeelten in de machine achterblijven die het verwijderen bemoeilijken.
Papierstoring in papierlade 1
Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te openen.
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
OPMERKING
Het papier mag niet te ver uit de machine steken, maar moet verwijderd worden zodra u het kunt pakken. Als u het niet kunt pakken, gaat u naar de volgende stap.
Indien er in stap 2 geen vastgelopen papier
3
werd gevonden, trekt u cassette 1 eruit en verwijdert u het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten. Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
OPMERKING
Wanneer papier uit de achterkant van de uitgetrokken papierlade valt, verwijder dan eerst de papierlade en daarna het papier. (Zie de afbeelding hieronder voor het verwijderen van de papierlade.)
Nadat u de papierlade zo ver mogelijk uitgetrokken hebt, licht u de lade voorzichtig op en trek hem er daarna uit. Als u de papierlade weer terug wilt plaatsen, steekt u hem schuin in de opening en duwt hem daarna verder in de machine.
Als u een papierlade uit een staande/papierlade wilt halen, trekt u de lade zo ver mogelijk uit en draait hem dan naar links om hem uit het rek te halen. Wanneer u hem weer terugplaatst, zet u de linker achterkant in de gleuf en draait u de lade naar rechts in het rek.
Sluit de papiercassette voorzichtig.
4
Schuif de papierlade weer in het apparaat.
2-20
Plaatsing van cassettes in het staande/3x500 blad papierlade
De middelste en de onderste cassettes kunnen niet geïnstalleerd worden in de bovenladepositie en de bovenste kan niet in de middelste en onderste lade geplaatst worden. (Deze kunnen niet in de machine geduwd worden.) Let erop dat u de cassettes na verwijdering niet in een incorrecte positie schuift.
Page 49
VASTGELOPEN PAPIER VERWIJDEREN
Vastlopen van papier in de universele lade Ontgrendel de duplexmodule en schuif
1
deze naar links.
Ontgrendel de module en beweeg de module voorzichtig weg van het apparaat. Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te openen.
Open de linker klep van het staande/
2
papierlade.
Houd de knop vast en open de klep voorzichtig. Als de machine niet is uitgerust met een staande/ papierlade, opent u de linker klep van de universele lade.
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Papierstoring in staande/3 x 500 blad papierlade
Voor het verwijderen van vastgelopen papier in de bovencassette, volgt u de procedure van "Vastlopen van papier in de universele lade" links weergegeven.
Papierstoring in staande/MPD & 2000 blad papierlade
Voor het verwijderen van vastgelopen papier in de bovencassette, volgt u de procedure van "Vastlopen van papier in de universele lade" links weergegeven. Voor het verwijderen van vastgelopen papier in de grote onderlade volgt u de procedure hieronder.
Volg stap 1 tot 4 van "Vastlopen van papier
1
in de universele lade", links weergegeven. Als u het vastgelopen papier niet kunt
2
vinden in stap 1, zie dan "Papierstoring in papierlade 1" op de vorige pagina.
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden in
3
stap 1 en 2, trek dan de grote onderlade uit en verwijder het vastgelopen papier, zoals weergegeven op de afbeelding hieronder.
2
OPMERKING
Het papier mag niet te ver uit de machine steken, maar moet verwijderd worden zodra u het kunt pakken. Als u het niet kunt pakken, gaat u naar de volgende stap.
Open de linker klep van staande/
4
papierlade.
Sluit voorzichtig de duplexmodule.
5
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten. Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden in
6
stap 3, zie dan "Papierstoring in papierlade 1" (stap 1 tot 5 van de vorige pagina) om het vastgelopen papier te verwijderen.
Til de papiergeleider omhoog en verwijder het vastgelopen papier. Let erop dat u de papiergeleider terugzet na het verwijderen van het vastgelopen papier.
Sluit de grote onderlade voorzichtig.
4
Druk de papierlade volledig in de machine.
Sluit de duplexmodule voorzichtig.
5
Indien het apparaat niet met een duplexmodule is uitgerust, dient u de zijklep te sluiten. Controleer na het sluiten of de papierstoring is verholpen en of de normale display verschijnt.
2-21
Page 50
HET VERWIJDEREN VAN EEN VASTGELOPEN ORIGINEEL
Het verwijderen van een papierstoring in de automatische origineelinvoer
Volg de hieronder beschreven stappen om een vastgelopen origineel de verwijderen wanneer er zich een papierstoring voordoet in de automatische origineelinvoer.
OPMERKINGEN
Zie pagina 2-17 voor het verwijderen van vastgelopen papier in de hoofdeenheid en andere randapparaten.
Tip op de [INFORMATIE] toets om gedetailleerde informatie te bekijken over het verwijderen van de
papierstoring.
Controleer de locaties A en B in het diagram links en verwijder het origineel.
Het verwijderen van vastgelopen papier
1
uit elke locatie.
Controleer locatie A
Origineelinvoer klep
Controleer locatie B
Papierstoring in de transporteenheid
Open de origineelinvoerklep en verwijder voorzichtig het vastgelopen origineel zonder dit te scheuren.
Sluit de klep zorgvuldig zodat hij vastklikt.
Open de origineelinvoer en draai de groene draaiknop in de richting van de pijl om vastgelopen papier te verwijderen.
Open en sluit de origineelinvoer.
2
Het openen en sluiten van de klep zorgt ervoor dat de papierstoringmelding op de display verdwijnt. Zonder deze stap kan het kopiëren niet worden hervat.
Deze stap is echter niet vereist nadat er vastgelopen papier is verwijderd uit locatie B.
Het kan zijn dat er een melding verschijnt met het aantal originelen dat opnieuw in de origineelinvoer moet worden geplaatst. Plaats de originelen opnieuw in de origineelinvoer en druk op de [START] toets.
2-22
Page 51
PROBLEEMOPLOSSING
Controleer de onderstaande probleemoplossing voordat u contact opneemt met de helpdesk. Veel problemen kunnen namelijk door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de stroomschakelaar uit en haal de stekker uit het stopcontact wanneer u het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. Hieronder volgt een beschrijving van problemen m.b.t. het algemeen gebruik van de machine. Zie pagina 6-3 voor problemen m.b.t. de kopieerfunctie. Zie pagina 7-28 voor problemen m.b.t. de documentarchivering. Raadpleeg de handleidingen voor de betreffende functies bij problemen met de fax, printer en netwerkscanner. Raadpleeg de beschrijving van het apparaat voor problemen m.b.t. de randapparaten.
Wanneer een melding "BEL SERVICEDIENST. CODE:**.**" machine uit, wacht ongeveer 10 seconden en zet hem daarna weer aan. Wanneer dezelfde melding verschijnt, nadat de machine meerdere keren is aan- en uitgezet, betreft het waarschijnlijk een storing die service vereist. Zet in zo'n geval de machine uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw Sharp dealer.
Nb:
Op de plaats van "**-**" verschijnen letters en getallen. Geef deze letters en getallen door aan uw Sharp dealer.
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
Is de machine aangesloten op het stroomnet?
Staan de schakelaars op aan? Zet de hoofdschakelaar aan. (Pagina 1-17)
De machine werkt niet.
Kopiëren/printen is niet mogelijk.
Is de GEREED indicator uit?
Verschijnt er een melding dat er papier moet worden geladen?
Verschijnt er een melding dat de tonercartridge moet worden vervangen?
Verschijnt er een melding dat er een papierstoring is opgetreden?
Er verschijnt een melding dat dit type papier niet kan worden gebruikt dubbelzijdig kopiëren.
(Opmerking)
verschijnt in het toetsenpaneel, zet dan de
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
De machine is bezig met opwarmen. (de opwarmtijd duurt ongeveer 80 seconden.) Wacht totdat de GEREED-indicator gaat branden.
Vul papier bij. (Pagina 2-2)
Vervang de tonercartridge. (Pagina 2-15)
Verwijder vastgelopen papier. (Pagina 2-17)
Dubbelzijdig printen is niet mogelijk op speciaal papier. Gebruik papier dat kan worden gebruikt voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (Pagina 2-4)
2
2-23
Page 52
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
Als er te veel vellen papier in de
Het afdrukken stopt voortijdig.
Vlekken op de afdrukken
Het weergegeven papierformaat of papiertype komt niet overeen met het geladen papierformaat of papiertype.
Er ontbreekt een deel van de afdruk wanneer er op speciaal papierformaat wordt afgedrukt.
Er treden regelmatig papierstoringen op.
uitvoerlade terechtkomen, wordt de "lade vol" sensor geactiveerd en stopt het printen.
Er is geen papier meer aanwezig. Vul papier bij. (Pagina 2-2) Verschijnt er een melding dat er
onderhoud moet plaatsvinden?
Het correcte Papierformaat of type is niet ingesteld in de papierlade-instellingen van de gebruikersinstellingen.
Het correcte papierformaat is niet ingesteld in de papierlade-instellingen van de gebruikersinstellingen.
Wordt er niet-SHARP standaard papier gebruikt?
Is het papier gekreukeld of vochtig?
Is het papier gekreukeld en heeft dit vaak papierstoringen in de afwerkingseenheid of zadelsteek afwerkingseenheid tot gevolg?
Meerdere vellen papier tegelijkertijd ingevoerd?
Verwijder papier uit de uitvoerlade.
Neem zo snel mogelijk contact op met uw Sharp dealer.
Zorg ervoor dat u het nieuwe papiertype instelt zoals beschreven in "Het papiertype en papierformaat instellen" (Zie pagina 2-5.) wanneer u papier laadt en het papierformaat gewijzigd hebt van een inch-formaat naar een AB-formaat en van een AB-formaat naar inch­formaat, of als het papiertype hebt gewijzigd.
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt, stel dan het correcte papierformaat in zoals beschreven in "Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina papierformaat niet correct is ingesteld kan een gedeelte van de afbeelding worden weggelaten of de afbeelding niet worden afgedrukt.
Gebruik SHARP aanbevolen papier. (Pagina 2-16)
Gebruik geen gekreukeld of rimpelig papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te voorkomen wanneer u het papier gedurende langere tijd niet gebruikt.
Papier kreukelen wanneer de uitvoer afhangt van papiertype en papier kwaliteit. In sommige gevallen zal het omkeren van het papier in de lade het aantal papierstoringen als gevolg van kreukels verminderen.
2-5
. Wanneer het
Verwijder het papier uit de papierlade of handinvoerlade, waai het papier was zoals op de afbeelding en laad het papier vervolgens opnieuw.
2-24
Het papier in de lade is niet gelijkmatig geplaatst.
Zorg ervoor dat het papier in de lade is niet gelijkmatig wordt geplaatst. Wanneer het papier niet gelijkmatig wordt geplaatst kan het papier vastlopen.
Page 53
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
Het geprinte papier is gekreukeld of de afdruk kan er eenvoudig worden afgeveegd.
Het past op de toetspaneel is te hoog of te laag.
De verkeerde zijde van het papier wordt bedrukt.
Markeringen verschijnen met regelmatige tussenruimtes op de afgedrukte pagina’s.
Wordt er niet-SHARP standaard papier gebruikt?
Valt het papierformaat buiten het toegestane formaat en gewicht?
Is het papier vochtig?
Is het LCD-schermcontrast goed ingesteld?
Het papier in de lade is met de afdrukzijde naar beneden* geplaatst.
*
Plaats het papier met de kopiezijde naar boven wanneer het papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER".
Papier met perforatiegaten wordt gebruikt.
Gebruik SHARP aanbevolen papier. (Pagina 2-16)
Gebruik papier dat overeenkomt met het gespecificeerde bereik.
Zorg ervoor dat u het papier in de verpakking in een droge ruimte bewaard en sla geen papier op in ruimtes die
vochtig zijn
Een extreem hoge of extreem lage temperatuur hebben
aan direct zonlicht worden blootgesteld
stoffig zijn.
Pas het schermcontrast aan met behulp van "DISPLAYCONTRAST" in "Standaardinstellingen" van de gebruikersinstellingen. (Pagina 2-14)
Laad het papier in de lade met de afdrukzijde naar boven. Laad het papier echter met de afdrukzijde naar beneden*, wanneer het papiertype is ingesteld op "VOORBEDRUKT", "GEPERFOREERD" of "BRIEFPAPIER".
*
Laad het papier met de afdrukzijde naar boven als de dubbelzijdige functie is uitgeschakeld met behulp van "UITSCHAKELEN VAN DUPLEX" in het key-operatorprogramma's (pagina 11 van het handboek voor de hoofdoperator).
Als de kopie van het origineel de perforatiegaten overlapt, verschijnen er markeringen op de posities van de gaten aan de achterzijde van het papier bij 1-zijdig afdrukken, of aan voor- en achterzijde van het papier bij 2-zijdig afdrukken. Zorg ervoor dat het origineel de perforatiegaten niet overlapt.
2
2-25
Page 54
Page 55
HOOFDSTUK 3
RANDAPPARATUUR
Dit hoofdstuk beschrijft bedieningsinstructies voor de Postbakstapeler, de Afwerkeenheid, de Zadelsteek afwerkeenheid en de Duplexmodule.
Pagina
DUPLEXMODULE .................................................................................. 3-2
Onderdeelnamen ............................................................................ 3-2
Technische specificaties.................................................................. 3-2
Papier in de handinvoerlade laden.................................................. 3-3
Problemen oplossen (met betrekking tot de duplexmodule)........... 3-4
POSTBAKSTAPELER............................................................................. 3-5
Onderdeelnamen ............................................................................ 3-5
Technische specificaties.................................................................. 3-5
Papierstoring in de postbakstapeler................................................ 3-6
AFWERKINGSEENHEID........................................................................ 3-7
Onderdeelnamen ............................................................................ 3-7
Technische specificaties.................................................................. 3-7
Functies afwerkingseenheid............................................................ 3-8
De functies van de afwerkingseenheid gebruiken........................... 3-9
Het vervangen van de nietjescartridge............................................ 3-10
Papierstoring in de afwerkingseenheid ........................................... 3-12
Probleemoplossing afwerkingseenheid........................................... 3-13
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID................................................ 3-14
Onderdeelnamen ............................................................................ 3-14
Technische specificaties.................................................................. 3-14
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-15
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-18
Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid......................... 3-22
Opsporen van fouten (in de zadelsteek afwerkingseenheid) .......... 3-24
........ 3-19
3-1
Page 56
DUPLEXMODULE
Als de duplexmodule geïnstalleerd is, kan tweezijdig afdrukken van het papier worden uitgevoerd. Twee soorten duplexmodules zijn beschikbaar: duplexmodule/handinvoerlade en duplexmodule. De beschrijvingen in dit handboek zijn bestemd voor de duplexmodule/handinvoerlade. Voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier voor deze modules, zie pagina 2-19.
Onderdeelnamen
Uitvoercassette
Deze cassette kan uitgetrokken worden om papier van groter formaat te ondersteunen. Trek de cassette uit wanneer A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14" of 8-1/2" x 13" papier gebruikt wordt. Voor een duplexmodule (niet duplexmodule/handinvoerlade) is de uitvoercassette optioneel.
Handinvoerlade
Deze cassette kan ook gebruikt worden voor speciaal papier waaronder transparante folie. (Zie volgende pagina en pagina 2-3.)
OPMERKINGEN
Druk niet de handinvoerlade of de uitvoerlade in.
De duplexmodule vereist de installatie van andere randapparatuur om functioneel te kunnen zijn en kan niet
samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die compatibel zijn.
Duplexmodule
U kunt automatisch kopiëren op beide kanten van het papier.
OPMERKING
Automatisch tweezijdig afdrukken kan alleen op standaard papier worden uitgevoerd. Speciaal papier kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie pagina 2-4 voor uitleg bij gebruik van speciaal papier.)
Technische specificaties
Naam Duplexmodule (AR-DU3) of Duplexmodule/handinvoerlade (AR-DU4)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R,
Papierformaat (voor dubbelzijdige kopie)*
Papiergewicht (voor dubbelzijdige kopie)*160 tot 105 g/m2 of 16 tot 28 lbs. Referentie papierpositie Centreren Capaciteit handinvoerlade*
Afmetingen
Gewicht
*1Voor papierformaat en -gewicht voor de handinvoerlade, zie "Specificaties van de papiercassettes (soorten en
formaten te gebruiken papier voor cassettes)" op pagina 2-3.
2
*
Alleen duplexmodule/handinvoerlade.
3
*
Wanneer de handinvoerlade is uitgetrokken.
Naam Uitvoercassette (AR-TE3) Papieruitvoer Afdrukzijde onder Papiercapaciteit 100 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m Papierformaat Max. A3 of 11" x 17", Min. A5R of 5-1/2" x 8-1/2"R
Papiersoort en –gewicht voor uitvoer
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
2
1
11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2 "x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2" R
100 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m2 of 20 lbs.) Duplexmodule: 115 mm (B) x 412 mm (D) x 416 mm (H)
(4-17/32" (B) x 16-15/64" (D) x 16-25/64" (H)) Duplexmodule/handinvoerlade* (17-23/64" (B) x 17-11/64" (D) x 16-25/64" (H))
Duplexmodule: Ongeveer. 5 kg (11,1 lbs.) Duplexmodule/handinvoerlade: Ongeveer. 7,5 kg (16,6 lbs.)
Standaard papier, 60 tot 105 g/m2 of16 tot 28 lbs. Zwaar papier, 106 tot 205 g/m
3
: 441 mm (B) x 436 mm (D) x 416 mm (H)
2
of 20 lbs.)
2
of 29 tot 110 lbs.
3-2
Page 57
DUPLEXMODULE
Papier in de handinvoerlade laden
De handinvoerlade kan worden gebruikt voor standaard en speciaal papier, waaronder etiketten. Er kan maximaal 100 bladen standaard papier worden geladen. Voor papiersoorten die geschikt zijn voor de handinvoerlade, zie pagina 2-3.
OPMERKING
Als papiersoort of -gewicht gewijzigd wordt, let er dan op dat papiersoort en –formaat worden ingevoerd volgens stap 4.
Open de handinvoerlade.
1
OPMERKINGEN
Wanneer u A5, 5-1/2" x 8-1/2" papier of briefkaarten gebruikt, let er dan op dat dit geladen wordt met de korte zijkant in de invoergleuf, zoals aangegeven in de afbeelding
.
Wanneer u A3, B4, 11"x 17", 8-1/2" x 14" of 8-1/2" x 13 papier instelt, zorg er dan voor de handinvoercassette uit
Verlenging van de handinvoerlade
de handinvoer niet volledig is uitgetrokken, wordt het formaat van het geladen papier niet correct weergegeven.
Pas de handinvoergeleiders aan de
2
breedte van het te gebruiken papier aan.
Plaats het papier helemaal in de
3
handinvoerlade.
het papier. Pas de geleiders aan, zodat zij de randen van het papier raken.
te trekken. Als het verlengstuk van
Laad het papier met de afdrukzijde naar onder. Als er speling is tussen het papier en de papiergeleiders, kan dit veroorzaakt zijn door niet correct invoeren van
Wanneer u ander papier laadt dan SHARP standaard papier, of wanneer u andere speciale media laadt dan briefkaarten, aanbevolen SHARP transparante film, of papier dat aan de achterkant wordt afgedrukt, moet het papier per vel worden ingevoerd. Wanneer u meer dan een vel per keer laadt, zal de papierstoringen tot gevolg hebben.
Wanneer u papier wilt toevoegen, haal dan eerst het reeds geplaatste papier uit de handinvoerlade, voeg dit aan de nieuwe stapel toe en plaats vervolgens de nieuwe stapel in zijn geheel weer in de handinvoerlade.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot bevuilde afbeeldingen.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een thermische transfer of inkjet printer. Vooral papier dat bedrukt is door een thermische transfer printer (zoals een tekstverwerker die een cassette gebruikt) kan ontbrekende letters en vlekken geven.
Zorg ervoor dat elk vel wordt verwijderd wanneer het uit de machine komt wanneer u afgedrukt op transparante film. Opstapeling van vellen kan leiden tot krullen in het papier.
Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante folie. Plaats de folie in de handinvoerlade, zodat deze verticaal staat met de etiketkant naar boven. Als de etiketzijde naar onder gericht is, kan dit vlekken veroorzaken
Etiketkant naar boven
Waai de bladen enkele malen los, voordat u een stapel
transparante foliebladen in de handinvoerlade plaatst.
.
3
Stel soort en formaat van het geladen papier in.
4
Wanneer het papiersysteem gewijzigd wordt van inch-systeem in AB-systeem of omgekeerd of wanneer het papierformaat gewijzigd wordt, moet de papiersoort aangegeven worden. Voor het instellen van papiersoort en papierformaat, zie pagina 2-5.
Het laden van papier in handinvoerlade is
5
nu voltooid.
3-3
Page 58
DUPLEXMODULE
Problemen oplossen (met betrekking tot de duplexmodule)
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
Speciaal papier kan niet worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken. Gebruik een geschikte papiersoort voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie pagina is 2-4 en 3-2.)
Gebruik een geschikt papierformaat voor dubbelzijdig afdrukken. (Zie pagina is 2-4 en 3-2.)
"
Wanneer u A3, B4, 11 8-1/2 handinvoerlade uitgetrokken worden.
Stel de papiergeleiders correct in op het papierformaat.
Wanneer er niet-standaard papierformaat of special papier gebruikt wordt, zorg er dan voor dat papierformaat en –soort ingesteld worden. (Zie pagina 2-3 tot 2-5.).
Stel de papiergeleiders correct in op het papierformaat.
Wanneer u een speciaal papierformaat gebruikt, dient u het correcte formaat in te stellen, zoals toegelicht in " instellen papierformaat niet correct is ingesteld kan een gedeelte van de afbeelding worden weggelaten of de afbeelding niet worden afgedrukt.
"
x 13" papier gebruikt, moet de
Het papiertype en papierformaat
" op pagina
x 17", 8-1/2" x 14" of
2-5
. Wanneer het
De machine print geen dubbelzijdige afdrukken.
Afdrukken van afbeeldingen op papier uit de handinvoerlade gaat scheef.
Er loopt papier vast in de handinvoerlade
Er ontbreekt een deel van de afdruk wanneer er op speciaal papierformaat wordt afgedrukt.
Verschijnt er een melding dat de papiersoort niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken?
Verschijnt er een melding dat het papierformaat niet kan worden gebruikt voor dubbelzijdig afdrukken?
Verlengstuk van de handinvoerlade niet uitgetrokken?
Overschrijdt het aantal bladen de limiet? Stel papier in binnen het toegestane bereik.
Is het papier goed ingesteld?
Is papierformaat en - soort goed ingesteld?
Overschrijdt het aantal bladen de limiet? Stel papier in binnen het toegestane bereik.
Is het papier goed ingesteld?
Het correcte papierformaat is niet ingesteld in de papierlade-instellingen van de gebruikersinstellingen.
3-4
Page 59
POSTBAKSTAPELER
De postbakstapeler telt 7 postvakken die ieder aangewezen kunnen worden om printuitvoer te ontvangen van een gebruiker of een groep gebruikers. Uitvoerpapier in kopieermodus en faxmodus wordt in de bovenlade van de stapel gedeponeerd, gescheiden van de printuitvoer. (Printuitvoer kan ook in de bovenlade worden gedeponeerd.)
Onderdeelnamen
Bovenklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen
Voork aft
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen
OPMERKINGEN
Breng geen druk aan op de postbakstapeler, vooral niet op bovenlade en postvakken.
Plaats geen voorwerpen op de bovenlade. Als u dit doet verstoort dit de papiertoevoer van de machine tijdens
het tweezijdig printen.
De bovenlade en alle postvakken kunnen uitgetrokken worden. Als u op grote bladen wilt afdrukken (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14" of 8-1/2" x 13"), trekt u de lade uit.
De installatie van andere randapparatuur is vereist voor de werking van de postbakstapeler en hij kan niet samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die compatibel zijn.
Bovenste lade
Uitvoerpapier van de printer, kopieermachine en fax kunnen hierin gedeponeerd worden.
Postvakken
Elk vak kan aangewezen worden om printuitvoer te ontvangen voor aangewezen gebruikers. Deze vakken kunnen niet gebruikt worden voor kopie- en faxuitvoer.
3
Technische specificaties
Naam Postbakstapeler (AR-MS1) Aantal lades 8 (Bovenlade en zeven postvakken) Papieruitvoer Afdrukzijde onder Ladesoort Bovenlade: standaard lade, postvakken: postbakstapeler
Ladecapaciteit
Papierformaten
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectie Aanwezig voor bovenlade en postvakken Stroomtoevoer Geleverd door de machine
Afmetingen
Gewicht Ongeveer. 19 kg (41,9 lbs.)
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Bovenlade: 250 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m Postvakken: 100 bladen elk (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Postvakken: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11
"
, 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Postvakken: 60 tot 105 g/m2 of 15 tot 34 lbs.
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Postvakken: alleen standaard papier
503 mm* (B) x 530 mm (D) x 508 mm (H) (19-51/64"* (B) x 20-7/8" (D) x 20" (H)) *Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
"
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
3-5
Page 60
POSTBAKSTAPELER
Papierstoring in de postbakstapeler
Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring heeft voorgedaan in de postbakstapeler.
Open de bovenplaat.
1
Bovenkle
Verwijder het vastgelopen papier.
2
Open de voorklep, wanneer het
3
vastgelopen papier niet wordt gevonden in stap 2.
Verschuif de tab in de richting van de pijl, zoals aangegeven in de afbeeldingen om de afdekklep te openen.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen. Druk op de afdekklep om deze te sluiten, nadat het vastgelopen papier is verwijderd.
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit de papiergeleider.
7
Sluit de papiergeleider zorgvuldig.
Sluit de voorplaat.
8
Draai de draaiknop van de rollen in de
4
richting van de pijl om het vastgelopen papier te verwijderen.
Open de papiergeleider.
5
Ontgrendel de papiergeleider en open deze in de richting van de pijl.
3-6
Page 61
AFWERKINGSEENHEID
De afwerkingseenheid kan gesorteerde sets geniet of ongeniet leveren. Ongeniete sets kunnen verschoven van de vorige sets gestapeld worden, zodat ze gemakkelijk van de andere sets te scheiden zijn.
Onderdeelnamen
Klink
Open de afwerkingseenheid door de klink te ontgrendelen en verwijder vastgelopen papier.
Bovenklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
Nietjesbak
Trek de bak eruit om de nietjescartridge te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen.
OPMERKINGEN
Oefen geen druk uit op de afwerkingseenheid (vooral niet op de laden).
Plaats geen voorwerpen op de bovenlade. Als u dit doet verstoort dit de papiertoevoer van de machine tijdens
het tweezijdig printen.
De lade beweegt tijdens de werking op en neer. Let erop dat u deze beweging niet hindert.
Het functioneren van de afwerkingseenheid vereist de installatie van andere randapparatuur en hij kan niet samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die compatibel zijn.
Bovenste lade
Hier kunnen printer-, kopie­en faxuitvoer gedeponeerd worden. Als u op grote bladen afdrukt (A3, B4, 11" x 17", 8-1/2" x 14", of 8-1/2" x 13"), trekt u de lade uit.
Staffellade
Geniete sets of sets die verschoven gestapeld moeten worden, worden hier gedeponeerd.
3
Technische specificaties
Naam Afwerkingseenheid (AR-FN6) Aantal lades 2 Papieruitvoer Afdrukzijde onder Ladesoort Bovenlade: standaard lade, onderlade: staffellade
Ladecapaciteit
Papierformaten
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectie Aanwezig voor boven- en onderlade Staffelfunctie Papierformaten voor nieten A4, B5 en 8-1/2" x 11"
Nietcapaciteit
Nieten Stroomtoevoer Geleverd door de machine
Afmetingen
Gewicht Ongeveer. 21 kg (46,3 lbs.)
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Bovenlade: 500 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m Onderste lade: 750 blad (A4 of 8-1/2" x 11" formaat, 80 g/m
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Onderste lade: Max. A4 of 8-1/2" x 11", Min. B5
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Onderste lade: 60 tot 128
Bovenlade: hetzelfde als de specificaties van papier voor voeding van de hoofdeenheid Onderste lade: alleen standaard papier
Aanwezig alleen voor de onderlade. De verschuiving van de stapel is ong. 25 mm (1 inch)
30 blad (A4 of 8-1/2" x 11" of kleiner, 80 g/m *Maximaal twee blad dekbladpapier 128 g/m2 (34 lbs.) papier kunnen toegevoegd worden.
Een enkel nietje in de linker boven- of benedenhoek of twee nieten gecentreerd aan de linkerkant.
473 mm* (B) x 530 mm (D) x 508 mm (H) (18-5/8"* (B) x 20-7/8" (D) x 20" (H)) *Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
g/
m2 of 16 tot 34 lbs.
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
On
derdelen
Er moeten AR-SC1 nietjescartridges worden gebruikt in deze afwerkingseenheid. De verpakking bevat drie cartridges met elk ca. 3000 nietjes.
3-7
Page 62
AFWERKINGSEENHEID
Functies afwerkingseenheid
Sorteermodus
Voor de uitvoer van gesorteerde sets.
Origineel
Uitdraaien
Groepeermodus
Er worden groepen van afdrukken of kopieën van dezelfde pagina geleverd.
Origineel
Uitdraaien
Staffelmodus
Staffelmodus Niet-staffelmodus
De sets bewegen van de ene naar de andere kant zodat elke set of groep verschoven gestapeld wordt ten opzichte van de vorige set of groep. De verschoven stapelfunctie kan alleen worden gebruikt in de staffellade. Geniete sets worden niet verschoven.
Niet-sorteermodus
Samengevoegde sets worden geniet en in de staffellade geleverd. De nietposities, oriëntatie, papierformaat voor het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
Nietposities
Staande afdrukstand
Liggende afdrukstand
Linker bovenhoek van de uitdraaien
Middelste linker twee posities van de uitdraaien
Linker onderhoek van de uitdraaien
OPMERKINGEN
Nieten kan worden uitgevoerd wanneer de staffellade geselecteerd is.
Het nieten zal automatisch worden geannuleerd als er verschillende papierformaten zijn geselecteerd voor nieten.
OPMERKING
Transparante folie, zwaar papier, geperforeerd papier, etiketten, enveloppen en briefkaarten kunnen niet geniet worden.
Beschikbare papierformaten: A4, B5 en 8-1/2" x 11" Nietcapaciteit: Tot maximaal 30 vel voor alle verkrijgbare formaten
Hetzelfde als hierboven
Nieten kan niet worden uitgevoerd.
Hetzelfde als hierboven
3-8
Page 63
AFWERKINGSEENHEID
De functies van de afwerkingseenheid gebruiken
Tip op de [UITVOER] toets op het hoofdscherm van de kopieermodus om het scherm te openen waarmee de functies sorteren/groeperen/nieten geselecteerd worden en "een uitvoerlade selecteren" zal verschijnen. Zodra er een selectie wordt uitgevoerd, licht de geselecteerde tiptoets op.
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
(1) (2) (3) (4) (5)
(1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer groep werd geselecteerd worden alle kopieën van hetzelfde origineel gegroepeerd.
(2) [SORTEREN NIETEN] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer sorteren/nieten is geselecteerd, zullen gesorteerde sets worden geniet en uitgevoerd naar de staffellade. (Deze zullen niet gestaffeld worden opgestapeld.)
(3) [SORTEREN] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer sorteren geselecteerd is, worden sets met kopieën achtereenvolgens geleverd.
(4) Icoon weergave
Er wordt een icoon die een geselecteerde functie voorstelt (sorteren, nieten sorteren of groeperen) weergegeven.
OK
BOVENLADE
STAFFEL­LADE
STAFFEL
(5) [STAFFEL] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer het verschoven stapelen gecontroleerd is, wordt het geactiveerd. Wanneer het niet gecontroleerd wordt, werkt deze functie verschoven stapelen niet Het nieten zal automatisch worden geannuleerd, als nieten en sorteren geselecteerd is. De checkmarkering in de verschoven stapelen checkbox wordt automatisch verwijderd als nieten en sorteren geselecteerd is.
(6) [STAFFEL-LADE] toets (Zie pagina 3-8.)
Wanneer de staffelkaderfunctie is geselecteerd, worden de kopieën in de staffelllade gedeponeerd. De staffellade zal automatisch worden geselecteerd als nieten en sorteren geselecteerd is.
(7) [BOVENLADE] toets
Wanneer de bovenlade is geselecteerd, worden de kopieën gedeponeerd in de bovenlade.
(8) (7)
(6)
3
(8) [OK] toets
Druk hierop om het uitvoerscherm te sluiten en terug te keren naar het hoofdscherm.
3-9
Page 64
AFWERKINGSEENHEID
Het vervangen van de nietjescartridge
Wanneer de nietjescartridge leeg is of wanneer het bericht "Vul nietjes aan." verschijnt in het meldingendisplay van het bedieningspaneel. Volg de stappen hieronder om de nietjescartridge te vervangen.
Open de voorplaat.
1
Draai het nietapparaat met de bovenzijde
2
naar boven.
Trek aan de ontgrendelingshendel voor de
3
nietjesbak en verwijder de bak.
OPMERKINGEN
Verwijder het tape niet van het nietjespatroon voor u het nietjespatroon in de box heeft ingevoerd.
Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt.
Verwijder de tape van het nietjespatroon
6
door er recht aan te trekken.
Plaats de nietjesbox terug.
7
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Verwijder de lege nietjescartridge uit de
4
nietjesbak.
Doe een nieuwe nietjescartridge in de
5
nietjesbak en let erop dat de pijl van de nietjescartridge over de pijl van de nietjesbak valt.
Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt
e..
Terwijl u de ontgrendelingshendel van het
8
nietapparaat naar links duwt, draait het nietapparaat met de bovenkant naar onderen.
Sluit de voorplaat.
9
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en sorteren om te controleren of het nieten correct wordt uitgevoerd.
3-10
Page 65
AFWERKINGSEENHEID
Nietapparaat controleren
Wanneer de melding "CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING" verschijnt, volgt u de procedure hieronder.
Open de afwerkingscompiler.
1
Maak de klink los om de compiler van de afwerkingseenheid te openen.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
compiler van de nieteenheid.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Open de afwerkingscompiler.
3
Zet de hefboom aan het einde van de
7
nietjesbox omhoog.
Verwijder het eerste nietje wanneer dit gebogen is. Wanneer er gebogen nietjes achterblijven, zullen deze weer vastlopen.
Zet de hefboom terug in de originele positie.
8
Plaats de nietjesbox terug.
9
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
3
Open de voorplaat van de afwerkingseenheid.
4
Draai het nietapparaat met de bovenzijde naar boven.
5
Trek aan de ontgrendelingshendel voor de
6
nietjesbak en verwijder de bak.
Terwijl u de ontgrendelingshendel van het
10
nietapparaat naar links duwt, draait het nietapparaat met de bovenkant naar onderen.
Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt
Sluit de voorplaat.
11
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en sorteren om te controleren of het nieten correct wordt uitgevoerd.
e..
3-11
Page 66
AFWERKINGSEENHEID
Papierstoring in de afwerkingseenheid
Verwijder het vastgelopen papier volgens de onderstaande procedure wanneer er zich een papierstoring voordoet in de afwerkingseenheid.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
1
uitvoereenheid.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Open de bovenplaat van de afwerkingseenheid.
2
Bovenklep
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Verschuif de tab in de richting van de pijl, zoals aangegeven in de afbeeldingen om de afdekklep te openen.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen. Druk op de afdekklep om deze te sluiten, nadat het vastgelopen papier is verwijderd.
Til de papiergeleider omhoog en verwijder
5
het vastgelopen papier.
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Papier geleider
Open de afwerkingscompiler.
6
Open de afwerkingscompiler.
4
3-12
Maak de klink los om de compiler van de afwerkingseenheid te openen.
Page 67
Probleemoplossing afwerkingseenheid
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
De afwerkingseenheid werkt niet.
Nieten kan niet worden uitgevoerd.
Nietjessets worden niet correct gestapeld of sommige bladen in een set worden niet gestapeld.
Staan er nog kleppen van de afwerkingseenheid open?
Verschijnt er een bericht dat er papier uit de compilator van het nietapparaat verwijderd moet worden?
Verschijnt ere en melding "CONTROLEEN NIETAPPARAAT" of "CONTROLEER NIETPOSITIE OF NIETSTORING"?
Verschijnt er een bericht "VUL NIETJES AAN."?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Papier ernstig gekruld?
Sluit alle kleppen.
Open de afwerkingseenheid zoals beschreven in stap 4 op pagina 3-12 en verwijder al het papier van de nietjescompiler.
Nietapparaat controleren. (Zie pagina 3-11.)
Vervang de nietjescartridge. (Zie pagina 3-10.)
Er kan niet op ander papierformaat worden geniet.
Papier kan ernstig zijn gekruld afhankelijk van papiersoort en papierkwaliteit. Verwijder papier uit de papierlade of handinvoerlade, keer deze om, en laad opnieuw.
AFWERKINGSEENHEID
3
3-13
Page 68
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën en deze langs de middenlijn vouwen. Er is een optionele perforatie-eeheid beschikbaar voor de installatie in de afwerkingseenheid.
Onderdeelnamen
Nietjescompiler
Het papier dat moet worden geniet wordt tijdelijk opgeslagen.
Staffellade
De uitvoer die geniet of verschoven moet worden, wordt in deze lade gedeponeerd.
Zadelsteeklade
De uitvoer van de zadelsteek afwerkingseenheid komt terecht in deze lade.
OPMERKINGEN
Oefen geen druk uit op de zadelsteek afwerkingseenheid (vooral niet op de staffellade).
Wees voorzichtig in de buurt van de staffellade tijdens het afdrukken want deze lade gaat op en neer.
De zadelsteek afwerkingseenheid vereist de installatie van andere randapparatuur om functioneel te kunnen
zijn en kan niet samen met sommige andere apparaten worden geïnstalleerd. De tabel op pagina 8-4 toont de configuraties die compatibel zijn.
Bovenklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
Nietgedeelte
Open het frontdeksel en trek dit gedeelte eruit om de nietjespatroon te vervangen of om vastzittende nietjes te verwijderen.
Voorkaft
Open de voorklep en trek dit gedeelte eruit om de nietjespatroon te vervangen of om vastzittende nietjes te verwijderen.
Technische specificaties
Naam Zadelsteek afwerkingseenheid (AR-FN7) Aantal lades 2 Papieruitvoer Afdrukzijde onder Ladesysteem Bovenste cassette: staffel lade, Onderste papierlade: zadelsteeklade
Bovenste cassette: Zonder nieten: Max. 1.000 bladen voor A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten (80 g/m2 of 20 lbs.), max. 500 bladen voor B4 of 8-1/2" x 13" of grotere formaten (80
Ladecapaciteit
Papierformaat
Papiergewicht
Papiertypen
Lade-vol detectie Geleverd in beide laden Staffelfunctie Alleen bovenlade
Papierformaten voor nieten
Met nieten: Max. 50 geniete sets en max. 1,000 bladen voor A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten (80 x 13" of grotere formaten (80 Onderste lade: Geniete afdrukcapaciteit is (6 - 10) bladen x 10 sets of (1 - 5) bladen x 20 sets.
Bovenste cassette: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 7-1/4" x 10-1/2", 5-1/2" x 8-1/2"R Onderste lade: max. A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 11"R
Bovenste cassette: 60 tot 205 g/m Onderste lade: 64 tot 80 g/m
Bovenste cassette: Standaard papier, dik papier, transparante film Onderste lade: alleen standaard papier
Bovenste cassette: A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11", en 8-1/2" x 11"R, Onderste lade: A3, B4, A4R, 11" x 17", en 8-1/2" x 11"R
g
/m2 of 20 lbs.), max. 30 geniete sets en max. 500 bladen voor B4 of 8-1/2"
g
/m2 of 20 lbs.)
2
of 16 tot 54 lbs.
2
of 17 tot 34 lbs.
(Vervolg op de volgende pagina)
g
/m2 of 20 lbs.)
3-14
Page 69
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
A4 of 8-1/2" x 11" of kleinere formaten: 50 bladen* (80 g/m
Nietcapaciteit
Nieten
Stroomtoevoer Geleverd door de machine
Afmetingen
Gewicht Ongeveer. 39 kg (86 lbs.)
Naam Perforatie module Model* Aantal gaten 2 3 of 2 4 4
Paperformaten voor perforatie
*1 De installatie van meerdere perforatie modules tegelijk is niet mogelijk. Sommige modellen kunnen niet
*2 Met de AR-PN1B kunnen, afhankelijk van de papierformaat, 2 of 3 gaten worden geperforeerd. *3 Het aantal gaten met de AR-PN1C en de AR-PN1D is hetzelfde. De ruimte tussen de gaten is echter niet gelijk.
1
beschikbaar zijn in sommige landen.
B4 of 8-1/2" x 14" of grotere formaten: 25 bladen* (80 g/m *Max. twee blad van 128 g/m
Bovenste cassette:
Onderste lade: 120 mm (4-47/64") pitch van het centrum van het papier
753 mm* (B) x 603 mm (D) x 953 mm (H) (29-41/64"* (B) x 23-3/4" (D) x 37-33/64" (H)) *Wanneer bovenlade is uitgeschoven.
AR-PN1A AR-PN1B*
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11"x17", 8-1/2"x14", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R
Een enkele niet kan geplaatst worden in de linker boven- of benedenhoek of twee nieten gecentreerd aan de linkerkant.
2
of 34 lbs. papier kan toegevoegd worden als dekbladen.
2
3 gaten: A3, A4, 11" x 17", 8-1/2" x 11", 2 gaten: 8-1/2"x14", 8-1/2" x 11"R
AR-PN1C*
A3, A4
2
of 20 lbs.)
2
of 20 lbs.)
3
AR-PN1D*
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, 11"x17", 8-1/2"x14", 8-1/2"x11", 8-1/2"x11"R,
3
3
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Onderdelen
Er moeten AR-SC2 nietpatronen worden gebruikt in deze afwerkingseenheid. De cartridgeverpakking bevat drie patronen met elk ca. 5000 nietjes.
De functies van de zadelsteek afwerkingseenheid
Sorteermodus
Voor de uitvoer van gesorteerde sets.
UitdraaienOrigineel
Staffelmodus
Groepeermodus
Groepen kopieën van dezelfde pagina zullen worden uitgevoerd.
UitdraaienOrigineel
Staffelmodus Niet-staffelmodus
De sets bewegen van de ene naar de nadere kant zodat elke set of groep verschoven wordt van de vorige set of groep. De verschoven stapelfunctie kan alleen worden gebruikt in de staffellade. Geniete sets worden niet verschoven.
3-15
Page 70
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Niet-sorteermodus
Samengevoegde sets worden geniet en in de staffellade geleverd. Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden de afdrukken of kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd. De nietposities, oriëntatie, papierformaat voor het nieten en de nietcapaciteit worden hierna weergegeven.
Nietposities
Linker bovenhoek van de uitdraaien
Middelste linker twee posities van de uitdraaien
Linker onderhoek van de uitdraaien
Zadelsteek op middenlijn.
Staande afdrukstand
Beschikbare papierformaten: A4, B5 en 8-1/2" x 11" Nietcapaciteit: Tot maximaal 50 vel voor alle formaten
Hetzelfde als hierboven
Hetzelfde als hierboven
Zadelsteek is niet mogelijk bij papier in staande positie.
Liggende afdrukstand
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en maximaal 25 vel voor andere formaten
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en maximaal 25 vel voor andere formaten
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13" en 8-1/2" x 11" R Nietcapaciteit: Tot 50 vel voor A4R, B5R en 8-1/2" x 11"R, en maximaal 25 vel voor andere formaten
Beschikbare papierformaten: A3, B4, A4R, 11" x 17", en 8-1/2" x 11"R Nietcapaciteit: Tot maximaal 10 vel voor alle formaten
Richting van het origineel bij het gebruik van de niet-sorteerfunctie of perforatiefunctie
Tijdens het gebruik van de niet-sorteerfunctie of perforatiefunctie moet het origineel worden geplaatst in de volgende richtingen om het nieten of perforeren op de gewenste positie van het papier mogelijk te maken.
Nieten sorteren
Origineelinvoer Origineelplaat
Perforatie
Origineelinvoer Origineelplaat
3-16
Page 71
Zadelsteekfunctie
De zadelsteek afwerkingseenheid kan automatisch twee nietjes plaatsen voor de binding van afdrukken of kopieën en deze langs de middenlijn vouwen.
Perforatie (alleen wanneer er een
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
6
4
2
7
9
11
perforatie module is geïnstalleerd)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in de staffellade gedeponeerd worden. De zadelsteekfunctie en de perforatiefunctie kunnen niet gelijktijdig worden geselecteerd. De automatische rotatie van de afdruk functioneert niet wanneer de perforatiefunctie geselecteerd werd. Afhankelijk van de papierformaat, kunnen er 2 of 3 gaten worden geperforeerd. (Zie papierformaten voor perforatie op pagina 4-4.) Als de perforatiefunctie geactiveerd is voor een papierformaat dat niet geperforeerd kan worden, wordt het papier uitgevoerd zonder perforatie. (voor papierformaten die geperforeerd kunnen worden, zie de specificaties op pagina 3-15.) Plaats het origineel met de bovenkant richting de achterzijde van de machine wanneer er gebruik wordt gemaakt van de perforatiefunctie in de kopieermodus. Als het origineel niet in deze richting wordt geplaatst zal het perforeren niet op de juiste posities plaatsvinden.
<Voorbeeld>
{Origineel 1}
{Origineel 2}
{Perforatieposities}
3
{Perforatieposities}
3-17
Page 72
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Het gebruik van de zadelsteek afwerkingseenheid
Wanneer [UITVOER] op het hoofdscherm van de kopieermodus geselecteerd is, verschijnt er een scherm waarmee de sorteer/groepeer/niet en sorteer, zadelsteek, perforatie en uitvoerlade geselecteerd kan worden.
(1)
(2)
(3)
(4)(5) (6) (7)
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
(8)
(1) [GROEP] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer groep werd geselecteerd worden alle kopieën van hetzelfde origineel gegroepeerd.
(2) [SORTEREN NIETEN] toets (Zie pagina 3-16.)
Wanneer sorteren/nieten is geselecteerd, zullen gesorteerde sets worden geniet en uitgevoerd naar de staffellade. (Deze zullen niet gestaffeld worden opgestapeld.)
(3) [SORTEREN] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer sorteren is geselecteerd, worden sets met kopieën achtereenvolgens geleverd.
(4) Icoon weergave
Een icoon die een geselecteerde functie voorstelt (sorteren, nieten sorteren of groeperen zadelsteek) wordt weergegeven.
(5) [STAFFEL-LADE] toets
Wanneer staffel gecontroleerd is, wordt het geactiveerd. Wanneer het niet gecontroleerd wordt, werkt deze functie niet. Het nieten zal automatisch worden geselecteerd, als nieten en sorteren geselecteerd is.
STAFFEL­LADE
STAFFEL
MIDDELSTE LADE
NIETEN PERFOR.
OK
(9) (10)
(6) [MIDDELSTE LADE] toets
Als de middelste lade is geselecteerd, zal de uitvoer terechtkomen in de uitvoerlade.
(7) [OK] toets
Druk hierop om het [UITVOER] scherm te sluiten en terug te keren naar het basisscherm.
(8) [STAFFEL] toets (Zie pagina 3-15.)
Wanneer de staffelkaderfunctie is geselecteerd, worden de kopieën in de staffelllade gedeponeerd. De staffellade zal automatisch worden geannuleerd, als nieten en sorteren geselecteerd is.
(9) [NIETEN] toets (Zie pagina 3-17.)
Wanneer zadelsteek geselecteerd wordt, worden de kopieën in het midden geniet en in de zadelsteeklade gedeponeerd.
(10)
[PERFOR.] toets (Zie pagina 3-17.)
Wanneer de zadelsteek afwerkingseenheid is uitgerust met een perforatiemodule, zal geprint papier geperforeerd en in de staffellade gedeponeerd worden.
* Zodra er een selectie wordt gemaakt, licht de
geselecteerde tiptoets op.
3-18
Page 73
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Nietcartridge vervangen en verwijderen van vastzittende nietjes
Wanneer de nietjespatroon leeg is of wanneer er een nietjesstoring is opgetreden, verschijnt er een melding in het meldingendisplay van het bedieningspaneel. Volg de onderstaande procedure om de nietjescartridge te vervangen of vastzittende nietjes te verwijderen.
Het vervangen van de nietjescartridge
Open de voorplaat.
1
Trek het nietgedeelte eruit.
2
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting
3
om de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de walsdraaiknop tot de driehoekmarkering op één lijn staat met de
Draaiknop Knop A
Nieteenheid
index.
Voer een nieuwe nietjespatroon in de
6
nietjesbox.
Na het invoeren van het nietjespatroon drukt u het deksel van de nietjesbox omlaag om de patroon op zijn plaats te vergrendelen.
OPMERKINGEN
V
erwijder het tape niet van de nietjescartridge voor u
de nietjescartridge in de bak heeft ingevoerd.
Verzeker u ervan dat de nietjescartridge goed vast zit.
Wanneer u de nietjesbak weer terug plaatst, duwt u deze zo ver totdat hij op zijn plaats vastklikt
Verwijder de tape van het nietjespatroon
7
door er recht aan te trekken.
e..
3
Verwijder de lege nietjesbox.
4
Verwijder de lege nietjespatroon.
5
Druk op de vergrendelingstoets om het deksel van de nietjesbox te ontgrendelen en de nietjespatroon te verwijderen.
OPMERKING
Wanneer er nietjes achterblijven, kan het nietjescartridge niet worden verwijderd.
Plaats de nietjesbox erin.
8
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de
9
afwerkingseenheid.
Sluit de voorplaat.
10
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en sorteren om te controleren of het nieten correct wordt uitgevoerd.
3-19
Page 74
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Verwijderen van vastzittende nietjes
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de machine.
Open de voorplaat.
2
Draai de walsdraaiknop C volgens de
3
afbeelding tot de blauwe indicatie zichtbaar wordt.
Indien zadelsteek was geselecteerd, opent
5
u het deksel van het zadelsteekgedeelte.
Verwijder het vastgelopen papier.
6
Zorg ervoor dat het papier niet scheurt tijdens het verwijderen.
Sluit het deksel van het zadelsteekgedeelte.
7
Draaiknop van de Knop C
Blauw
Verwijder het papier uit de nietjescompiler.
4
Open de voorplaat van het nietjesapparaat.
8
3-20
Page 75
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Draai de walsdraaiknop A in pijlrichting
9
om de nieteenheid naar voren te bewegen.
Draai aan de walsdraaiknop tot de driehoekmarkering op één lijn staat met de
Draaiknop Knop A
Verwijder de nietjesbak.
10
Zet de hefboom aan het einde van de
11
nietjesbox omhoog.
Nieteenheid
index.
Verwijder het eerste nietje wanneer dit gebogen is. Wanneer er gebogen nietjes achterblijven, zullen deze weer vastlopen.
Zet de hefboom terug in de originele positie.
12
Plaats de nietjesbox terug.
13
Duw de nietjesbox erin totdat deze op zijn plaats vastklikt.
Duw het nietgedeelte terug in de afwerkingseenheid.
14
Sluit de voorplaat.
15
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid terug
16
tegen de machine.
3
verwijderen van het perforatieafval
Ontgrendel de zadelsteek afwerkingseenheid
1
en schuif deze weg van de machine.
Trek de verzamelbak voor perforatie-afval
2
eruit en leeg deze.
Doe het perforatieafval in een plastic zak of in een afvalbak en let op dat u geen afval morst.
OPMERKING
Maak een testprint of -kopie in de modus nieten en sorteren om te controleren of het nieten correct wordt uitgevoerd.
Plaats de verzamelbak voor
3
perforatie-afval terug in de originele positie.
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid
4
terug tegen de machine.
3-21
Page 76
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Papierstoring in de zadelsteek afwerkingseenheid
Wanneer er een papierstoring optreedt in de zadelsteek afwerkingseenheid, verwijdert u het vastgelopen papier op de onderstaande wijze.
Druk op de ontkoppelingsknop om de
1
zadelsteek afwerkingseenheid los te koppelen van de machine.
LET OP
De zadelsteek afwerkingseenheid en de machine zijn aan de achterkant elkaar gekoppeld. Wees dus voorzichtig wanneer u de apparaten uit elkaar haalt.
Verwijder het vastgelopen papier uit de
2
machine.
Trek de draaiknop B op de
3
perforeereenheid naar u toe en draai deze als er geen papierstoring plaatsvindt in stap 2. (Uitsluitend wanneer de optionele perforatiemodule is geïnstalleerd.)
Draaiknop van de
Knop B
De roller van draaiknop B zorgt voor het vrijmaken van het papier.
Verwijder het vastgelopen papier.
5
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt.
Sluit het bovenste deksel.
6
Verwijder het vastgelopen papier uit de
7
compiler van de nietjescompiler.
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt.
Open de klep van de zadelsteek eenheid.
8
Open de bovenplaat.
4
3-22
Verwijder het vastgelopen papier.
9
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt.
Page 77
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Open de voorplaat.
10
Draai de walsdraaiknop D in pijlrichting.
11
Draaiknop D van de rollen
Verwijder het vastgelopen papier uit de
12
zadelsteeklade.
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier en zorg ervoor dat het niet scheurt.
Duw de zadelsteek afwerkingseenheid terug
15
tegen de machine.
3
Sluit de klep van de zadelsteek eenheid.
13
Sluit de voorplaat.
14
3-23
Page 78
ZADELSTEEK AFWERKINGSEENHEID
Opsporen van fouten (in de zadelsteek afwerkingseenheid)
Controleer de onderstaande lijst voordat u de technische dienst belt.
Probleem Controlepunten Oplossing of oorzaak
De zadelsteek afwerkingseenheid functioneert niet.
Het nieten kan niet worden uitgevoerd (inclusief nieteenheid).
Nietjessets worden niet correct gestapeld of sommige bladen in een set worden niet gestapeld.
Perforaties niet in de correcte positie geplaatst.*
Kan niet worden geperforeerd.*
Zijn er afdekkingen van de zadelsteek afwerkingseenheid open?
Verschijnt er een bericht dat er papier uit de compilator van het nietapparaat verwijderd moet worden?
Verschijnt de melding om het nietapparaat te controleren?
Verschijnt de melding om nietjes bij te vullen?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Papier ernstig gekruld?
De perforatiefunctie is niet ingesteld op de juiste posities.
Verschijnt de melding om de perforatie module te controleren?
Wer een ander papierformaat geplaatst?
Het papier is sterk gekruld en niet geperforeerd.
Sluit alle kleppen. (Zie pagina 3-14.)
Verwijder het resterende papier uit de compiler van de nieteenheid, zie stap 4 op pagina 3-20.
Verwijder geblokkeerde nietjes. (Zie pagina 3-20.)
Vervang de nietjescartridge. (Zie pagina 3-19.) Controleer of de nietjescartridge correct is geplaatst. (Zie pagina 3-20.)
Er kan niet op ander papierformaat worden geniet.
Papier kan ernstig zijn gekruld afhankelijk van papiersoort en papierkwaliteit. Verwijder papier uit de papierlade of handinvoerlade, keer deze om, en laad opnieuw.
Controleer de posities waar perforatie mogelijk is.
Leeg de snipperbak. (Zie pagina 3-21.)
Er kan niet op ander papierformaat worden geniet.
Sommige papiersoorten en –kwaliteiten kunnen bij het printen sterk omkrullen. Verwijder het papier uit cassette of handinvoercassette, draai het om met de bovenkant naar onderen en plaats het terug in de cassette.
* Wanneer een perforatie module is geïnstalleerd
3-24
Page 79
Deel 2: Kopieerbediening
Page 80
Page 81
HOOFDSTUK 4
HET MAKEN VAN KOPIEËN
Dit hoofdstuk beschrijft de basiskopieerfuncties inclusief de selectie van de kopieerfactor en andere kopieerinstellingen.
Pagina
AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER.................................................. 4-2
Mogelijke origineelformaten ............................................................ 4-2
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN ...................................................... 4-3
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST ORIGINEEL CONTROLEREN
Handmatig instellen van het scanformaat ....................................... 4-5
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN ORIGINEELFORMATEN
Opslaan of wissen van een origineelformaat .................................. 4-6
NORMAAL KOPIEREN........................................................................... 4-7
Kopieën maken met de automatische origineelinvoer..................... 4-7
Automatisch 2-zijdig kopiëren met de automatische origineelinvoer
Kopiëren vanaf de glasplaat............................................................ 4-11
Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf de glasplaat........................... 4-13
DE BELICHTING AANPASSEN.....................................................................
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM...................................................... 4-15
Automatische selectie (auto image) ................................................ 4-15
Handmatige selectie (vaste kopieerfactor/zoom)............................ 4-16
XY-ZOOM........................................................................................ 4-18
SPECIAAL PAPIER................................................................................. 4-20
..... 4-5
.4-6
..... 4-10
4-14
4-1
Page 82
AUTOMATISCHE ORIGINEELINVOER
De automatische origineelinvoer voert originelen automatisch in de machine, wat continu kopiëren mogelijk maakt. Bovendien kunnen de beide zijden van een dubbelzijdig origineel tegelijkertijd worden gescand. Deze functie is handig wanneer u een groot aantal originelen moet scannen.
Mogelijke origineelformaten
Er kan een stapel van max. 50 originelen (30 originelen*1 voor B4 (8-1/2" x 14") of groter) van hetzelfde papierformaat in de origineelinvoerlade geplaatst worden op voorwaarde dat de stapelhoogte binnen de hieronder aangegeven grenzen valt. Er kan een stapel van max. 30 originelen van verschillende formaten geplaatst worden als de breedte van de originelen gelijk is aan de stapelhoogte binnen de aangegeven grenzen. In dit geval geven de functies nieten en tweezijdig drukken en sommige andere functies misschien niet het gewenste resultaat. *1 Bij papier zwaarder dan 105 g/m
er 16 of meer bladen geplaatst worden, kan dit niet correct scannen van originelen veroorzaken en de gescande afbeelding kan uitgerekt zijn ten opzichte van het origineel.
2
(28 lbs.), kan slechts een stapel van max. 15 bladen geplaatst worden. Als
Formaat en gewicht van aanvaardbare originelen
A5 of
5-1/2" x 8-1/2"
Origineel formaat:
(148 x 210 mm)
Gewicht (dikte):
2
50 g/m
of 14 lbs.
2
g/m ... Gewicht van een vel papier van 1 m
A3 of
11" x 17"
(297 x 420 mm)
2
128 g/m
of 34 lbs.
2
Totaal aantal originelen dat in de origineelinvoer kan worden ingesteld.
de max. hoogte van de stapel mag niet groter zijn dan 6,5 mm of 1/4" (voor 50 tot 80 g/m of 14 tot 21 lbs. papier).
6,5 mm of 1/4" of minder
de max. hoogte van de stapel mag niet groter zijn dan 5,0 mm of 3/16"
(voor 50 tot 80 g/m of 21 tot 34 lbs. papier).
5,0 mm of 3/16" of minder
Opmerkingen over het gebruik van de automatische origineelinvoer
Gebruik originelen binnen het gespecificeerde formaat- en gewichtbereik. Gebruik van originelen buiten het
gespecificeerde formaat- en gewichtbereik kan leiden tot papierstoringen.
Verwijder nietjes of paperclips voordat u de originelen in de origineelinvoer plaatst.
Zorg ervoor dat originelen met vochtplekken van correctievloeistof, inkt of lijm goed droog zijn voordat deze
worden ingevoerd. Zoniet dan kan de origineelinvoerlade of de origineelinvoer bevuild raken.
Voer de onderstaande originelen niet in. Deze originelen kunnen incorrect formaatdetectie, papierstoringen
van het origineel en vlekken op de kopieën veroorzaken.
Transparante film, overtrekpapier, carbonpapier, thermisch kopieerpapier of originelen afgedrukt met inktlint kunnen niet in de origineelinvoer worden geplaatst. De te plaatsen originelen moeten niet zijn beschadigd, gekreukeld of gevouwen en geen geplakte papieren of uitgeknipte delen bevatten. De invoer van originelen met meer geperforeerde gaten dan de standaard tweegaats of driegaats, kan leiden tot storingen.
Plaats originelen met twee of drie gaten zo dat de geperforeerde zijde
niet aan de kant van de invoeringsgleuf ligt.
Perforatieposities
4-2
Perforatie posities
Perforatieposities
Page 83
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
De automatische origineelinvoer gebruiken
De glasplaat gebruiken
Open de origineelklep, Zorg ervoor dat er geen
1
origineel is achtergelaten op de glasplaat en sluit voorzichtig de origineelklep.
Pas de origineelgeleiders aan het formaat
2
van de originelen aan.
Plaats het origineel met de kopiezijde naar
3
beneden in de origineelinvoerlade.
Plaats het origineel met de kopieerzijde naar beneden
Plaats de originelen volledig in de handinvoerlade. De stapel papier mag niet hoger zijn dan de indicatiestreep (maximaal 50 pagina's).
Open de origineelklep, plaats het origineel met de bovenzijde naar beneden op de glasplaat en sluit voorzichtig de origineelklep.
Als u een kopie van een klein origineel wilt maken, zoals een briefkaart, gebruikt u de [PAPIERFORMAAT]
Detector origineel formaat
OPMERKING
Plaats geen objecten onder de origineelformaat detector. Dit kan schade aan de detector of incorrecte detectie van het origineelformaat veroorzaken.
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl op de origineelschaal.
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
B4 of
8½x14
toets om het gewenste papierformaat te kiezen.
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
4
OPMERKING
Functie detectie origineelformaat
Een van de vier groepen standaard origineelformaten die hieronder zijn afgebeeld kunnen worden geselecteerd voor detectie door de origineelformaat detectiefunctie. De fabrieksinstelling is "AB-1 (INCH-1)". Deze instelling kan worden gewijzigd met behulp van "INSTELLING DETECTIE FORMAAT ORIGINEEL" in de key-operatorprogramma's.
Detecteerbare origineelformaten
Groep
1
INCH-1
INCH-2
2
3 AB-1 A3, A4, A4R, A5,B4, B5, B5R 4 AB-2 A3, A4, A4R, A5,B5, B5R, 216x330 Glasplaat + 11" x 17", 8-1/2" x 11", B4
Origineelinvoerlade (voor automatische origineelinvoer) Glasplaat 11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2" 11" x 17", 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 11",
8-1/2" x 11"R, 5-1/2" x 8-1/2"
Glasplaat +A3, A4
Glasplaat +A3, A4
Glasplaat + 11" x 17", 8-1/2" x 11", 216x330
4-3
Page 84
HET PLAATSEN VAN ORIGINELEN
Standaard richtingen van het origineel
[Voorbeeld 1]
[Voorbeeld 2]
Origineelinvoerlade
Bovenkant
Onderkant
Bovenkant
Onderkant
Glasplaat
Bovenkant
Onderkant
Bovenkant
Onderkant
Plaats de originelen in de origineelinvoerlade of op de glasplaat zo dat de bovenkant en de onderkant van het origineel is geplaatst zoals op de afbeelding. Als de originelen niet goed worden geplaatst zullen de nietjes niet op de juiste plek terechtkomen en sommige functies niet het gewenste resultaat leveren.
Automatische beelddraaiing van de kopie - Beelddraaiing
Als de richting van het originelen verschilt met de richting van het papier in de lade, zal het origineel automatisch 90
° worden geroteerd alvorens deze wordt gekopieerd. (Wanneer een beeld wordt geroteerd verschijnt er een
melding in de display.) Beeldraaiing is niet mogelijk wanneer er een functie wordt geselecteerd die niet geschikt is voor rotatie, zoals het vergroten van de kopie tot een papierformaat groter dan A4 (8-1/2" x 11") of sorteren/ nieten met de zadelsteek afwerkingseenheid.
[Voorbeeld]
Richting van
het origineel
Afdrukzijde naar beneden
Beelddraaiing functioneert in zowel de automatische papierselectie als de auto image modus. ( draaien kopie
"
kan worden uitgeschakeld met behulp van een key-operatorprogramma. Zie pagina 14 van het
"Handboek voor de hoofdoperator".)
Richting van het kopieerpapier Kopie na rotatie
Afdrukzijde naar beneden
"
Instelling
4-4
Page 85
HET FORMAAT VAN EEN GEPLAATST
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
A4
AUTO
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
A5
B5
A5R
A4
B4
A3
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
A4R
B5R
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
INCH
AB
OK
5X8
5X8R
8X11
R
8X11
8X13
8X14
11X17
(64 297) mm
(64 432) mm
X
Y
X
Y
STANDAARDFORMAAT
INVOER FORMAAT
420
297
OK
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
ORIGINEEL CONTROLEREN
Als het geplaatste origineel een standaardformaat heeft, zal het formaat automatisch worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en worden weergegeven in het toetspaneel. Als het geplaatst origineel een standaardformaat heeft, zal het formaat automatisch worden gedetecteerd (automatische origineel detectiefunctie) en worden weergegeven in het toetspaneel. (A) :Het origineelformaat wordt weergegeven. (B)
: [AUTO] verschijnt wanneer de automatische origineel detectiefunctie actief is. Als u een niet-standaard origineelformaat hebt geladen of het scanformaat wil wijzigen, kunt u de onderstaande stappen volgen om handmatig het scanformaat van het origineel in te stellen. (Voor standaardformaten, zie: "Functie detectie origineelformaat" op pagina 4-3.)
OPMERKING
Als er een niet-standaardformaat is geladen (inclusief speciale formaten), kan het dichtstbijzijnde standaardformaat worden
weergegeven of helemaal geen origineelformaat worden weergegeven.
Als "ANNULEREN DETECTIE VAN GLASPLAAT" is ingesteld in de key-operatorprogramma's (Zie pagina 11
van het handboek voor de hoofdoperator.), zal de automatische origineeldetectie vanaf de glasplaat niet
werken. Volg in zo'n geval de stappen hieronder om het scanformaat van het origineel handmatig in te stellen.
(B)(A)
Handmatig instellen van het scanformaat
Tip op de [ORIGINEEL] toets en stel het formaat van het origineel handmatig in als u een niet-standaard origineelformaat hebt geladen (zoals een AB-formaat), of als het formaat niet correct wordt gedetecteerd. Volg de onderstaande stappen nadat u het origineel in de automatische origineelinvoer of op de glasplaat hebt geplaatst.
Tip op het tabblad [INVOER FORMAAT] en voer
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
1
Tip op de gewenste origineelformaat toets.
2
[AUTO] is niet meer gemarkeerd. [HANDMATIG] en de origineelformaat toets die u hebt aangetipt zijn gemarkeerd.
vervolgens de X (breedte) en Y (lengte) afmetingen van het origineel in als een niet­standaardformaat in de origineelinvoer of op de glasplaat is geplaatst.
X is aanvankelijk geselecteerd. Voer de X­afmeting (breedte) in en tip vervolgens op de Y( ) toets en voer de Y-afmeting (lengte) in. De waarde van X kan liggen tussen 64 tot
432 mm en de waarde van Y tussen 64 tot 297 mm. Als u regelmatig originelen met hetzelfde niet-
standaardformaat gebruikt, kunt u deze opslaan zoals beschreven in "HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN VAN ORIGINEELFORMATEN" op de volgende pagina. Dan hoeft u niet steeds hetzelfde formaat handmatig in te voeren.
4
Tip op de [AB/INCH] toets en tip vervolgens de gewenste origineelformaat toets als u een INCH-formaat wilt selecteren.
1
1
/
/
2
2
1
1
/
/
2
2
1
/
2
1
/
2
1 / 2
1 / 2
[INCH] is gemarkeerd en de INCH-formaat toetsen worden weergegeven. Tip nogmaals op de [AB/INCH] toets om terug te keren naar het inch-palet.
Tip op de [OK] toets.
3
U keert terug naar het beginscherm.
Het geselecteerde origineelformaat verschijnt in
4
het bovengedeelte van de [ORIGINEEL] toets.
1
/
2
8X11
4-5
Page 86
HET OPSLAAN, WISSEN EN GEBRUIKEN
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
0
R FORMAAT
AANGEPAST
FORMAAT
BELICHTIN
PAPIERFORMA
KOPIEERFACT
100%
AUTO
AUTO A4
HANDMATIG
AUTO
INCH
AB
OPSLAAN/WISSEN
AANGEP
FORMA
HANDMAT
AUTO
OPROEPEN
OPSLAAN/WISSEN
ANNULEREN OK
420
297
(64 432) mm
OPROEPEN
Y
X
A
X
Y
OPSLAAN/WISSEN
(64 297) mm
OPROEPEN
OPSLAAN/WISSEN
VAN ORIGINEELFORMATEN
U kunt maximaal 9 speciale origineelformaten opslaan. De opgeslagen formaten kunnen gemakkelijk worden opgeroepen en worden niet geweest wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Het opslaan van een regelmatig gebruikt origineelformaat heeft als voordeel dat u niet steeds hetzelfde formaat handmatig moet invoeren.
Druk op de [CA] toets of tip op de [ORIGINEEL] toets op het scherm om het opslaan, gebruiken of wissen van een origineelformaat te annuleren.
Opslaan of wissen van een origineelformaat
Tip op de [ORIGINEEL] toets.
1
AUTO
Tip op de [AANGESPAST FORMAAT] toets.
2
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
3
Voer de X-afmeting (breedte) en Y-
5
afmeting (lengte) van het origineel in met de toetsen.
X (breedte) is aanvankelijk geselecteerd.
Voer X in en tip vervolgens op de ( ) toets om Y in te voeren. De breedte (X) kan liggen tussen 64 tot 432 mm en de lengte (Y) tussen 64 tot 297 mm.
Tip op de [OK] toets.
6
Het ingevoerde formaat in stap 5 wordt opgeslagen met de toets uit stap 4.
Tip op de [ORIGINEEL] toets om het scherm te verlaten.
Wanneer u op een toets tipt die een
7
origineelformaat bevatten instap 4, verschijnt er een melding met de toetsen [ANNULEREN], [WISSEN] en [WIJZIGEN].
Tip op de [ANNULEREN] toets om de procedure te annuleren.
Tip op de [WISSEN] toets om het geselecteerde origineelformaat te wissen.
Tip op de [WIJZIGEN] toets om het opgeslagen origineelformaat te wijzigen. Het scherm van stap 5 verschijnt zodat u de wijziging kunt invoeren.
Tip op de origineelformaat toets ( )
4
die u wilt opslaan of wissen.
X68 Y78
bevatten het opgeslagen formaat ( ). Tip op een toets met formaat om het opgeslagen
formaat te wissen of de wijzigen.
Ga naar stap 5 wanneer u een origineelformaat wilt
opslaan.
Ga naar stap 7 wanneer u een origineelformaat wilt
4-6
wissen of wijzigen.
Tip op een toets die geen formaat bevat () om het origineelformaat opslaan.
Toetsen die al zijn voorzien van een origineelformaat,
X68 Y78
Tip op de [ORIGINEEL] toets om het
8
scherm te verlaten.
HET OPGESLAGEN ORIGINEELFORMAAT GEBRUIKEN
Volgende stappen 1 tot 2 van "OPSLAAN OF
1
WISSEN VAN EEN ORIGINEELFORMAAT".
Tip op het origineelformaat dat u wilt gebruiken.
2
X68 Y78
Tip op de [OK] toets.
3
Het opgeslagen origineelformaat wordt opgeroepen.
Page 87
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
OK
0
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
Dit onderdeel beschrijft de normale kopieerprocedure.
Kopieën maken met de automatische origineelinvoer
1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
Origineel Kopieren
Plaats de originelen in de origineelinvoerlade.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Controleer of de 1-zijdige naar 1-zijdige
2
kopieerfunctie is geselecteerd.
ORIGINEEL
A4
5 zijn niet nodig als de 1-zijdig naar 1-zijdig kopieermodus reeds is geselecteerd.
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
3
Tip op de [1-zijdige naar 1-zijdige kopie] key.
4
A4
A4 B4
A4R
Tip op de [OK] toets.
5
4
Controleer of kopieerpapier van hetzelfde
6
formaat als de originelen automatisch wordt geselecteerd*.
A4
De 1-zijdig naar 1-zijdig modus is geselecteerd wanneer er geen icoon voor een 2-zijdige modus verschijnt in het gestreepte gebied op de display. De stappen 3 tot
Zelfs als de bovenstaande melding verschijnt kan het kopiëren worden uitgevoerd op het huidig geselecteerde papier.
*Er moet aan de volgende vereisten worden
voldaan: Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4,
A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2R")) worden ingesteld en de automatische papierselectie functie is ingeschakeld.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
Tip op de [1-zijdige naar 1-zijdige kopie] key.
1. A4
A4
NORMAAL PAPIER
als de originelen van een ander formaat zijn dan de hierboven genoemde.
De geselecteerde toets wordt gemarkeerd en het scherm papierselectie wordt gesloten. Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets om het scherm papierselectie te sluiten zonder het formaat te selecteren.
2. A3
3. A3
4. A4
De geselecteerde lade is gemarkeerd of de melding "LAAD xxxxxx PAPIER." verschijnt. Laad papier in de papierlade van het vereiste formaat als deze melding verschijnt.
Selecteer handmatig het gewenste papierformaat door te tippen op de [PAPIERFORMAAT] toets en vervolgens op de selectietoets van het gewenste papierformaat
4-7
Page 88
NORMAAL KOPIEREN
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
BESTAND
Selecteer de gewenste uitvoermodus
7
(pagina 4-9).
De standaardmodus is de sorteermodus. Tip op de [UITVOER] toets, vervolgens op de [GROEP] toets op het scherm uitvoerinstelling
en vervolgens op de [OK] toets op het instelscherm om de groepeermodus te selecteren.
Gebruik de numerieke toetsen om het
8
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999
kopieën afdrukken.
Als u een enkele kopie
maakt, kan deze worden
gemaakt met het aantal
"0" op de display. Gebruik
de [C] (wissen) toets om een eventueel foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
9
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan op
de harde schijf van machine.
Op deze manier kan het
opgeslagen origineelbeeld
op een later tijdstip nog eens
worden gebruikt. Zie voor meer informatie over deze functie "Documentarchivering" in hoofdstuk 7. Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de [SNELBESTAND] toets worden geselecteerd. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het opslaan te bevestigen wanneer u op de [SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in het bericht en ga verder met de volgende stap. Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de [OK] toets hebt getipt om het opslaan te annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer gemarkeerd.
Druk op de [START] toets.
10
Wanneer u tijdens het scannen van de originelen drukt op de [C] toets, zal het scannen stoppen. Wanneer het kopiëren reeds is gestart, zal het
kopiëren en scannen stoppen nadat het huidige origineel is uitgevoerd naar het uitvoergebied. In deze gevallen wordt het aantal kopieën teruggezet naar "0".
OPMERKINGEN
De 1-zijdige naar 1-zijdige kopieermodus is in de begininstellingen ingesteld als standaard. Als de standaardinstelling niet is gewijzigd met behulp van het (key operator) programma "Instellingen oorspronkelijke status", kunnen de stappen 3 tot 5 op pagina 4-7 worden overgeslagen.
Het kopiëren onderbreken…
Druk op de [CA] toets om de huidige kopieeropdracht te annuleren. Er verschijnt een melding ter bevestiging. Tip op de [JA] toets om het kopiëren te annuleren.
4-8
Page 89
Kopieeruitvoer (sorteren en groeperen)
Voorbeeld: Vijf sets van vijf kopieën maken van drie originelen
Het sorteren van de kopieën in sets
Origineel
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
Stel het aantal kopieën in (5)
Tip op de [UITVOER] toets
Wanneer de functie automatische origineelinvoer wordt gebruikt, wordt sorteren automatisch geselecteerd als het origineel op de origineelinvoer wordt geplaatst.
Kopieën groeperen op pagina
Origineel
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
UITVOER
SORTEREN
GROEP
Tip op de [SORTEREN] toets
UITVOER
SORTEREN
GROEP
Vijf sets kopieën.
Druk op de [START] toets
4
5 kopieën per pagina
Stel het aantal kopieën in (5)
Tip op de [UITVOER] toets
Tip op de [GROEP] toets
"Groeperen" wordt automatisch geselecteerd
Druk op de [START] toets
wanneer het origineel op de glasplaat wordt geplaatst.
Selectie van de uitvoerlade (wanneer er een optionele afwerkingseenheid of zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd)
Wanneer de [STAFFEL-LADE] toets is gemarkeerd, worden de uitvoerpagina’s gedeponeerd in de lade van de afwerkingseenheid of de zadelsteek afwerkingseenheid. Wanneer de "MIDDELSTE LADE" toets is gemarkeerd, komen de uitvoerpagina’s terecht in de middelste lade. Tip op de bijbehorende toets om de gewenste uitvoerlade te selecteren.
0
UITVOER
SORTEREN
SORTEREN
NIETEN
GROEP
STAFFEL­LADE
STAFFEL
MIDDELSTE LADE
Dit scherm verschijnt wanneer er een zadelsteek afwerkingseenheid is geïnstalleerd. Het scherm dat verschijnt wanneer er een afwerkingseenheid is geïnstalleerd ziet er iets anders uit.
NIETEN
OK
PERFOR.
4-9
Page 90
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
INB
VERA
OK
0
INBINDEN
Automatisch 2-zijdig kopiëren met de automatische origineelinvoer
Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden.
Origineel
Plaats de originelen in de
1
origineelinvoerlade. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Kopieren
1. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 1-zijdige originelen.
2. Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf 2-zijdige originelen.
3. Automatisch 1-zijdig kopiëren vanaf 2-zijdige originelen.
Selecteer de gewenste kopieermodus.
3
De weergave van de display hangt af van de geïnstalleerde installatie.
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
2
Als er kopieertoetsen worden aangetipt die kunnen niet worden geselecteerd, klinkt er een dubbele pieptoon.
Voorbeeld van een origineel in staande afdrukstand
Tip op de [INBINDEN VERANDEREN] toets bij het maken van automatische 2-zijdige kopieën vanaf een 1-zijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") formaat staand origineel, of wanneer u de boven- en onderzijde van een 2-zijdig origineel wilt omdraaien.
Tip op de [OK] toets.
4
Voorbeeld van een origineel in liggende afdrukstand
4-10
Volg de stappen 6 tot en met 10 op de pagina's 4­7 en 4-8.
Page 91
NORMAAL KOPIEREN
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
Kopiëren vanaf de glasplaat
Open de origineelklep en plaats het origineel op de glasplaat wanneer de originelen niet in de automatische origineelinvoer kunnen worden geplaatst (bijv. dikke originelen).
1-zijdige kopieën van 1-zijdige originelen
Origineel Kopieren
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
B4 of
8½x14
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl op de origineelschaal.
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
Verzeker u ervan dat kopieermodus 1-
2
zijdig naar 1-zijdig is geselecteerd.
ORIGINEEL
A4
De 1-zijdige naar 1-zijdige modus is geselecteerd wanneer er geen icoon
A4
A4R
A4
A4 B4
voor een 2-zijdige modus verschijnt in het gestreepte gebied op de display.
Wanneer er een icoon verschijnt, volgt u stap 3 tot 5 op pagina 4-7 en gaat daarna verder met stap 3.
Verzeker u ervan dat kopieerpapier van
3
hetzelfde formaat als de originelen automatisch wordt geselecteerd*.
De geselecteerde lade is gemarkeerd of de melding "LAAD xxxxxx PAPIER." verschijnt. Laad papier in de papierlade van het vereiste formaat als deze
melding verschijnt. Zelfs als de bovenstaande melding verschijnt kan het kopiëren worden uitgevoerd op het huidig geselecteerde papier. * Er moet aan de volgende vereisten worden voldaan. Originelen van standaardformaat (A3, B4, A4, A4R, B5, B5R of A5 (11" x 17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R of 5-1/2" x 8-1/2"R)) worden ingesteld en de automatische papierselectie functie is ingeschakeld.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
A4
NORMAAL PAPIER
1. A4
2. A3
3. A3
4. A4
als de originelen van een ander formaat zijn dan de hierboven genoemde.
De geselecteerde toets wordt gemarkeerd en het scherm papierselectie wordt gesloten. Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets om het scherm papierselectie te sluiten zonder het formaat te selecteren.
Selecteer handmatig het
gewenste papierformaat
door te tippen op de
[PAPIERFORMAAT]
toets en vervolgens op
de selectietoets van het
gewenste papierformaat
4
4-11
Page 92
NORMAAL KOPIEREN
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
BESTAND
SNELBESTAND
BESTAND
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP [START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR] INDIEN GEREED.
Selecteer de gewenste uitvoermodus.
4
(pagina 4-9)
De groepeermodus is de standaardmodus.
Tip op de [UITVOER] toets, vervolgens op de [SORTEREN] toets in het scherm dat verschijnt en daarna op de [OK] toets om de sorteermodus te selecteren.
Gebruik de numerieke toetsen om het
5
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999 kopieën afdrukken. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display.
Gebruik de [C] (wissen) toets om een eventueel foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
6
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden
aangetipt om het gescande
origineelbeeld op te slaan
op de harde schijf van
machine. Op deze manier
kan het opgeslagen
origineelbeeld op een later
tijdstip nog eens worden
gebruikt. Zie voor meer informatie over deze functie "Documentarchivering" in hoofdstuk 7. Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de [SNELBESTAND] toets worden geselecteerd. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het opslaan te bevestigen wanneer u op de [SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in het bericht en ga verder met de volgende stap. Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de [OK] toets hebt getipt om het opslaan te annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer gemarkeerd.
Druk op de [START] toets.
7
Vervang het origineel met het volgende origineel en druk op de [START] toets. Herhaal deze handeling totdat alle originelen zijn gescand.
Als u "Sorteren" hebt gekozen als uitvoermodus in stap 4 en op de [START] toets hebt gedrukt is het van belang op te [LEZEN KLAAR] toets te tippen.
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
8
Het kopiëren onderbreken…
Druk op de [CA] toets om de huidige kopieeropdracht te annuleren. Er verschijnt een melding ter bevestiging. Tip op de [JA] toets om het kopiëren te annuleren.
4-12
Page 93
NORMAAL KOPIEREN
SPEC. FUNCTIES
DUBBELZ. KOPIE
UITVOER
d
OK
0
INBINDEN
Automatisch 2-zijdig kopiëren vanaf de glasplaat
Wanneer de optionele duplexmodule geïnstalleerd is, kan het volgende automatisch tweezijdig kopiëren worden uitgevoerd. Het papier wordt automatisch gedraaid tijdens het kopiëren, zodat gemakkelijk tweezijdige kopieën geprint kunnen worden.
Origineel Kopieren
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
(pagina's 4-3 tot 4-6)
Glasplaat schaalverdeling
markering
A5 of
5½ x 8½
A4 of 8½x11 A3 of 11x17
Leg de hoek van het origineel tegen punt van de pijl op de origineelschaal.
Plaats het origineel overeenkomstig het formaat in
de juiste positie (Zie afbeelding hierboven.).
B4 of
8½x14
Glasplaat schaalverdeling
markering
A4R of 8½x11R
Tip op de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie] key.
3
Voorbeeld van een origineel in staande afdrukstand
Tip op de [INBINDEN VERANDEREN] toets bij het maken van automatische 2-zijdige kopieën vanaf een 1-zijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2" x 14") formaat staand origineel, of wanneer u de boven- en onderzijde van een 2-zijdig origineel wilt omdraaien.
Voorbeeld van een origineel in liggende afdrukstan
4
Tip op de [DUBBELZ. KOPIE] toets.
2
Tip op de [OK] toets.
4
Volg de stappen 3 tot 8 op de pagina's 4-11 en 4-12.
4-13
Page 94
DE BELICHTING AANPASSEN
AUTO
AUTO
AUTO A4
ORIGINEEL
BELICHTING
AUTO
AUTO A4
ORIGINEEL
BELICHTING
TYPE ORIGINEEL
BEELD
TEKST
AUTO
HANDMATIG
531
OK
TEKST/FOTO
FOTO
AUTO
HANDMATIG
1 3 5
Selecteer een geschikte belichtingsmodus voor het te kopiëren origineel. U kunt kiezen uit AUTO, TEKST, TEKST/FOTO en FOTO.
Automatische belichtingsaanpassing
De standaardinstelling voor de belichting is "AUTO". Hiermee wordt automatisch de belichting voor het origineel aangepast.
onderstaande stappen om de belichtingsmodus te selecteren of handmatig het belichtingsniveau aan te passen.
Het selecteren van de belichtingsmodus en handmatig aanpassen van het belichtingsniveau
Volg de
Tip op de [BELICHTING] toets.
1
Selecteer [TEKST], [TEKST/FOTO] of [FOTO]
2
afhankelijk van het te kopiëren origineel.
Tip op de [AUTO HANDMATIG] toets zodat [HANDMATIG] is geselecteerd om te kiezen voor [TEKST].
Selectie van belichtingsmodi
TEKST: Deze modus is geschikt voor
donkere tekstkopieën met lichte achtergrond.
TEKST/FOTO: Deze modus geeft de beste balans
in kopieën van een origineel dat zowel tekst als foto's bevat. Deze modus is ook zeer geschikt voor het kopiëren van afgedrukte foto's.
FOTO: Deze modus levert de beste kopieën
van foto's met kleine details.
4-14
0
AUTO
ORIGINEEL
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
Het belichtingsniveau aanpassen
3
Tip op de toets om de kopieën donkerder te maken. Tip op de toets om de kopieën lichter te maken.
OPMERKING Belichtingsniveau 's in de TEKST-modus
1 tot 2: Donkere originelen zoals kranten 3: Normale dichtheid van de originelen 4 tot 5: Originelen beschreven met potlood of
karakters in lichte kleuren
Informatie over de onderstaande stappen
Zie pagina's 4-7 tot en met 4-10 als de automatische origineelinvoer wordt gebruikt. Zie pagina's 4-11 tot en met 4-13 als de glasplaat wordt gebruikt.
OPMERKINGEN
Tip op de [AUTO / HANDMATIG] toets om [AUTO] te markeren en tip vervolgens op de [OK] toets om terug te keren naar de automatische belichtingsmodus.
Het belichtingsniveau in de automatische belichtingsmodus kan ook in de key­operatorprogramma's worden aangepast. (Zie "Belichtingsaanpassing" op pagina 14 van het "Handboek voor de hoofdoperator")
Page 95
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
5.8 x11
AUTO
IMAGE
1
/
2
PAP
KOP
122%
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
SNELBESTAND
BESTAND
Verklein- en vergrootfactoren kunnen automatisch of handmatig worden geselecteerd.
Automatische selectie: Auto image (Zie hieronder.)
Handmatige selectie: Vaste kopieerfactor/zoom (Zie pagina 4-16.)
Automatische selectie (auto image)
De verklein- en vergrotingsfactor wordt automatisch geselecteerd op basis van het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op
1
de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Het gedetecteerde origineelformaat wordt weergegeven.
OPMERKING
De automatische kopieerfactoraanpassing kan alleen worden gebruikt voor de volgende origineel- en papierformaten. Voor andere formaten kan de automatische factorkeuze niet worden gebruikt. In het geval van niet-standaard origineel- en papierformaten echter, kunnen de formaten worden ingevoerd om automatische kopieerfactoren voor deze formaten mogelijk te maken.
Origineelformaten: Standaardformaten (Zie "Functie detectie
Papierformaat:
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets en selecteer
2
vervolgens het gewenste papierformaat.
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
A4
NORMAAL PAPIER
OPMERKING
Laad papier van het vereiste formaat in de papierlade, als er geen papier van het gewenste formaat aanwezig is. (Zie "Het papiertype en papierformaat instellen" op pagina 2-5.)
Tip op de [AUTO IMAGE] toets.
3
worden weergegeven in het kopieerfactorscherm.
origineelformaat" op pagina 4-3.) A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, of A5R (11" x
17", 8-1/2" x 14", 8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, of 5-1/2" x 8-1/2"R)
De geselecteerde papierformaat toets wordt gemarkeerd en het scherm papierselectie wordt gesloten.
De [AUTO IMAGE] toets wordt gemarkeerd en de beste verkleinings- of vergrotingsfactor voor het origineelformaat en het geselecteerde papierformaat zal worden geselecteerd en
1. A4
2. B4
3. B4
4. A4
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
OPMERKING
Wijzig de richting van het origineel zoals weergegeven in het bericht "DRAAI ORIGINEEL VAN NAAR " als dit bericht worden weergegeven. Wanneer de bovenstaande melding verschijnt kan het kopiëren worden uitgevoerd zonder de richting te wijzigen, maar het beeld zal in dit geval niet op het papier passen.
Gebruik de numerieke toetsen om het
4
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999 kopieën afdrukken. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display.
G
ebruik de [C] (wissen)
toets om een eventueel
foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
5
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden aangetipt om het gescande origineelbeeld op te slaan op de harde schijf van machine. Op deze manier kan het opgeslagen origineelbeeld
op een later tijdstip nog eens worden gebruikt. Zie voor meer informatie over deze functie "Documentarchivering" in hoofdstuk 7. Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de [SNELBESTAND] toets worden geselecteerd. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het opslaan te bevestigen wanneer u op de [SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in het bericht en ga verder met de volgende stap. Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de [OK] toets hebt getipt om het opslaan te annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer gemarkeerd.
Druk op de [START]-toets.
6
Als het origineel op de
glasplaat hebt geplaatst, de
uitvoermodus hebt ingesteld
op "Sorteren" en op de
[START] toets hebt gedrukt
moet u op de [LEZEN KLAAR]
toets te tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand. (Stap 8 op pagina 4-12)
Tip op de [CA] toets om de auto image modus te annuleren.
4-15
4
Page 96
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO
AUTO A4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
OK
AUTO
AUTO
AUTO
A4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
X-Y ZOOM
OK
MENU
ZOOM
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
70
AUTO
AUTO
AUTO A4
ORIGINEEL
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
IMAGE
BELICHTING
0
OK
Handmatige selectie (vaste kopieerfactor/zoom)
Vaste kopieerpercentages (maximaal 400%, minimaal 25%) kunnen worden geselecteerd met de toetsen voor vergroting en verkleining. Bovendien kunnen de zoomtoetsen worden gebruikt om een willekeurige kopieerfactor tussen de 25% tot 400% te selecteren in stappen van 1%.
<Het key-operatorprogramma's op pagina 14 van het handboek voor de hoofdoperator kan worden gebruikt om twee aanvullende vergrotingsfactoren en twee aanvullende verkleiningsfactoren in te stellen.>
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op de
1
glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
OPMERKING
Wanneer het origineel is geplaatst in de origineelinvoer, kan de kopieerfactor worden ingesteld van 25% tot 200%.
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Gebruikte [MENU] toets om het menu " " of het
3
menu " " voor kopieerfactorselectie te selecteren.
Menu
A.Vaste kopieerfactoren voor verkleining zijn: 70%, 81% en 86% (voor het AB-systeem). 77% en 64% (voor het inch-systeem).
B.
Vaste kopieerfactoren voor vergroting zijn: 115%, 122% en 141% (voor het AB-systeem). 121% en 129% (voor het inch-systeem).
Menu
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
4
en [ZOOM] op het toetspaneel om de gewenste kopieerfactor in te stellen.
Zoomfactoren: Elke factor tussen 25 % en 400% kan worden ingesteld in stappen van 1%. Tip op de [ ] toets om de factor te vergroten, of
de [ ] toets om de factor te verkleinen. (Als u de [ ]/[ ] toets vasthoudt, zal de factor automatisch doorlopen. Na drie seconden zal de factordoorloop versnellen.)
OPMERKINGEN
Tip op een toets voor verkleining of vergroting om de factor bij benadering in te stellen en vervolgens op de [ ] toets om de factor te vergroten of de [ ] toets om de factor te verkleinen.
Het automatisch wijzigen van het percentage bij voortdurend vasthouden van de zoomtoets kan worden uitgezet in de key-operatorprogramma's (Zie: "Instelling toetsbediening (toetsherhaling uitzetten)" op pagina 10 van het handboek voor de hoofdoperator.).
Als de melding "BEELD IS GROTER DAN KOPIEERPAPIER." Verschijnt wanneer de factor is geselecteerd, past het beeld niet op het kopieerpapier.
Gebruik de functie XY-ZOOM om de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk van elkaar in te stellen. Zie pagina 4-18
A.Vaste kopieerfactoren voor verkleining zijn: 50% en 25%.
B.Vaste kopieerfactoren voor vergroting zijn: 200% en 400%.
(De aangepaste kopieerfactoren die worden ingesteld door de key operator staan het menu factor 2.)
4-16
Tip op de [OK] toets.
5
Page 97
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
AUTO
A4
PAPIERFORMAAT
64%
KOPIEERFACTOR
SNELBESTAND
BESTAND
Zorg ervoor dat er een geschikt
6
papierformaat is geselecteerd voor de geselecteerde factor.
Automatische papierkeuze display
OPMERKING
Als de automatische papierkeuze display niet verschijnt, zal er geen lade met het correcte papierformaat automatisch worden geselecteerd voor de geselecteerde factor.
Gebruik de numerieke toetsen om het
7
gewenste aantal kopieën in te stellen.
U kunt maximaal 999 kopieën afdrukken. Als u een enkele kopie maakt, kan deze worden gemaakt met het aantal "0" op de display.
Gebruik de [C] (wissen) toets om een eventueel foutieve invoer te annuleren.
Tip, indien nodig, op de [BESTAND] toets
8
of de [SNELBESTAND] toets*.
* Kan alleen worden gebruikt met de AR-M351N/AR-
M451N, of wanneer de functie voor het archiveren van de documenten werd toegevoegd.
Elke toets kan worden aangetipt om het gescande origineelbeeld op te slaan op de harde schijf van machine. Op deze manier kan het opgeslagen origineelbeeld op een later tijdstip nog eens worden
gebruikt. Zie voor meer informatie over deze functie "Documentarchivering" in hoofdstuk 7. Als de [BESTAND] toets grijs is kan alleen de [SNELBESTAND] toets worden geselecteerd. Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd het opslaan te bevestigen wanneer u op de [SNELBESTAND] toets tipt. Tip op de [OK] toets in het bericht en ga verder met de volgende stap. Tip op de [SNELBESTAND] toets nadat u op de [OK] toets hebt getipt om het opslaan te annuleren. De [SNELBESTAND] toets is niet meer gemarkeerd.
Druk op de [START]-toets.
9
Als het origineel op de
glasplaat hebt geplaatst,
de uitvoer hebt ingesteld
op "Sorteren" en op de
[START] toets hebt
gedrukt moet u op de
[LEZEN KLAAR] toets te tippen nadat alle originele pagina’s zijn gescand. (Stap 8 op pagina 4-12)
4
Om terug te keren naar kopieerfactor 100%
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets om het kopieerfactormenu te openen en vervolgens op de [100%] toets om terug te keren naar een kopieerfactor van 100%. (Stappen 2 en 3 op pagina 4-16)
4-17
Page 98
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
X-Y ZOOM
MENU
ZOOM
100
100
Y
X
X-Y ZOOM
ZOOM
50%
10Y
64%
ZOOM
50
100
Y
X
ZOOM
50
100Y
X
XY-ZOOM
Met de functie XY-ZOOM kunt u de horizontale en verticale kopieerfactoren onafhankelijk wijzigen. De factoren kunnen worden ingesteld tussen 25% en 400% in stappen van 1%.
Voorbeeld: Selecteren van 100% voor de lengte en 50% voor de breedte
Origineel
Plaats het origineel in de handinvoerlade of
1
op de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
OPMERKING
Wanneer het origineel is geplaatst in de origineelinvoer, kan de kopieerfactor worden ingesteld van 25% tot 200%.
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
2
Tip op de [X-Y ZOOM] toets.
3
Kopie
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
5
en ZOOM ([ ], [ ]) om de kopieerfactor voor de horizontale (X) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor zal niet worden gemarkeerd wanneer deze wordt aangetipt.
Zoomfactoren: Elke factor tussen 25 % en 400% kan worden ingesteld in stappen van 1%.
Tip op de [ ] toets om de factor te vergroten, of
de [ ] toets om de factor te verkleinen. (Als u de [ ]/[ ] toets vasthoudt, zal de factor automatisch doorlopen. Na drie seconden zal de factordoorloop versnellen.)
Tip op de [X] toets.
4
4-18
OPMERKINGEN
Tip op een toets voor verkleining of vergroting om de factor bij benadering in te stellen en vervolgens op de [ ] toets om de factor te vergroten of de [ ] toets om de factor te verkleinen.
Het automatisch wijzigen van de factor wanneer de zoomtoets continu wordt vastgehouden kan worden uitgezet in de key-operatorprogramma's (Zie "Instelling
De beginstand voor de [X] toets is geselecteerd (gemarkeerd) en deze stap is dus normaal gesproken niet nodig. Tip alleen op de [X] toets wanneer deze niet is gemarkeerd.
toetsbediening (toetsherhaling uitzetten)" op pagina 10 van het handboek voor de hoofdoperator.).
Tip op de [Y] toets.
6
Page 99
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
ZOOM
50%
50
70Y
X
64%
70%
X-Y ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
50
70Y
A
O
OK
PA
B
400%
200%
100%
141%
0
AUTO
ORIGINEEL
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
KOPIEERFACTOR
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER
Gebruik de toetsen voor verkleining, vergroting
7
en ZOOM ([ ], [ ]) om de kopieerfactor voor de verticale (Y) richting te wijzigen.
Een vaste kopieerfactor zal niet worden gemarkeerd wanneer deze wordt aangetipt.
De zoomtoetsen kunnen worden gebruikt om de kopieerfactor te wijzigen tussen de 25% tot 400% in stappen van 1%. Indien nodig kunt u nogmaals de [X] toets aanstippen om de X­zoom aan te passen.
Tip op de [OK] toets.
8
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen
10
zoals belichting en aantal kopieën en druk vervolgens op de [START] toets.
Het annuleren van een X of Y-zoom instelling…
Tip op de [XY-ZOOM] toets of de [ANNULEREN] toets in het scherm kopieerfactorselectie (stap 3 of 7 op pagina 4-18).
4
Tip, indien nodig, op de [PAPIERFORMAAT]
9
toets en selecteer vervolgens het gewenste papierformaat.
Als de AUTOMATISCHE PAPIERSELECTIE modus is geactiveerd, zal het geschikte papierformaat automatisch zijn geselecteerd op basis van het origineelformaat en de geselecteerde kopieerfactoren.
4-19
Page 100
SPECIAAL PAPIER
AUTO
AUTO
100%
A4
PAPIERFORMAAT
BELICHTING
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
A4
A4
A4
B4
B4
NORMA
NORMA
NORMA
NORMA
GEREED VOOR SCANNEN KOPIE.
NORMAAL PAPIER
A4
B4
B4
NORMA
NORMA
NORMA
NORMA
Cassette 2 en de handinvoercassette op de optionele duplexmodule met handinvoercassette kan gebruikt worden om kopieën te maken op transparant folie, briefkaarten, etiketbladen, enveloppen*
*1 Enveloppen kunnen in cassette 2 geplaatst worden.
1
, en standaard papier.
Plaats het origineel in de handinvoerlade of op
1
de glasplaat. (pagina's 4-3 tot 4-6)
Plaats het speciaal papier in de handinvoerlade.
2
Laad het papier met de afdrukzijde naar beneden. Zie pagina 2-3 voor de specificaties voor de papier dat kan worden gebruikt in de handinvoerlade. Zie "Papier in de handinvoerlade laden" (pagina 3-3) voor de instructies voor het laden van papier.
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets.
3
Selecteer de handinvoerlade.
5
A4
A4
Selecteer de gewenste kopieerinstellingen
6
zoals belichting en aantal kopieën en druk vervolgens op de [START] toets.
Tip op de [LEZEN KLAAR] nadat alle originelen zijn gescand (stap 8 op pagina 4-12) wanneer u kopieert vanaf de glasplaat in de sorteermodus met gebruik van de [START] toets.
Stel het type en formaat van het in de
4
handinvoer geladen papier in.
(X) (Y)
(3)
Tip op de (X) toets voor dat u op de (Y) toets tipt om het weergegeven papiertype te wijzigen. Zorg ervoor dat u de instellingen voor het papiertype en papierformaat wijzigt zoals beschreven in de stappen 5 tot 6 op pagina 2-5 en stappen 7 tot 10 op pagina 2­6als u tijdens het laden van papier bent overgestapt van een AB-formaat op een INCH-formaat (of van
4-20
een INCH-formaat naar een AB-formaat) of het papiertype hebt gewijzigd.
(1)De (X) toets toont het
huidig geselecteerde papiertype.
2)De (Y) toets toont het
(
papierformaat dat in de handinvoer is geladen.
Loading...