Sharp 903SH User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Limited dat het toestel 903SH in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet-adres: http://www.sharp-mobile.com
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe UMTS 903SH telefoon.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte verantwoordelijkheid voor financiële schade of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
• De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding kan afwijken van het scherm van uw toestel. De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle gevallen door alle netwerken ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoor delijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen enkele invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé­doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden vermeden.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding 1
Powered by JBlend™ Copyright 1997-2005 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
®
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
©2002-2005 HI Corporation. All Rights Reserved.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450: 4,811,420: 5,228,056: 5,420,896: 5,799,010: 5,166,951: 5,179,571 & 5,345,467
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
®
/Micro3D Edition™
is a registered trademark of HI Corporation
miniSD™ is a trade mark of SD Card Association.
is a registered trademark of RealNetworks, Inc.
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks and trade names are those of their respective owners.
Contains Macromedia Copyright © 1995-2005 Macromedia, Inc. All rights reserved. Macromedia, Flash, Macromedia Flash, and Macromedia Flash Lite are trademarks or registered trademarks of Macromedia, Inc. in the United States and other countries.
Licensed by QUALCOMM Incorporated under one or more of the following United States Patents and/or their counterparts in other nations ; 4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501 5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239 5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338 5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797 5,659,569 5,710,784 5,778,338
®
Flash™ technology by Macromedia, Inc.
CP8 PATENT
2 Inleiding
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik, op basis waarvan een consument (i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Video Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video mag decoderen die is gecodeerd door een consument in het kader van een persoonlijke en niet­commerciële activiteit en/of die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u opvragen bij MPEG LA. Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Systems Patent Portfolio License voor het coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Systems Standard, behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s noodzakelijk zijn voor het coderen in verband met (i) gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op fysieke media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii) gegevens waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die naar een eindgebruiker worden verzonden voor permanent(e) opslag en/of gebruik. Een dergelijke extra licentie kan worden verkregen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com voor verdere bijzonderheden.
MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Handige functies en mogelijkheden
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Videogesprekken. U kunt met elkaar spreken terwijl u elkaar op het scherm ziet.
• 3D- en Java™-games/toepassingen in kleur met een grafische versneller. U kunt ook via het mobiele Internet verschillende games en toepassingen downloaden vanaf de Vodafone-site.
• Een ingebouwde digitale camera om foto’s en videoclips te maken.
• Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS-berichten.
• MMS (Multimedia Messaging Services) om uw telefoon op verschillende manieren aan uw persoonlijke wensen aan te passen.
• E-mail waarmee u berichten tot 300 KB kunt verzenden en berichten met bijlagen kunt ontvangen.
• Een WAP-kleurenbrowser om informatie op te vragen op het mobiele Internet.
• Uw eigen ringtones en ringvideo’s. U kunt gedownloade geluids- of videoclipbestanden gebruiken als ringtone of ringvideoclip.
• Een muziekspeler waarmee u geluidsbestanden van het formaat MP3, AAC en AAC+ kunt afspelen.
• Gedownloade geluiden en videoclips afspelen.
• Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en afspelen.
• Een draadloze Bluetooth
®
-interface om met bepaalde apparaten contact te maken en gegevens over te zenden. U kunt afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
• Een infrarood-interface voor datacommunicatie. U kunt afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
• Een gegevenssynchronisatiefunctie om op het Internet items uit het Telefoonboek bij te werken.
• Een schema-alarm voor het maken en verzenden van schema­items met alarminstellingen.
• Video-output. U kunt uw telefoon op andere apparaten aansluiten, zoals een tv of video, om Java™ gegevens, afbeeldingen of videoclips weer te geven.
• Met de ingebouwde digitale camera kunt u teksten en streepjescodes lezen en QR codes maken.
• Een miniSD™-geheugenkaartsleuf waarmee u met de geheugenkaart verbinding kunt maken met een PC.
Inleiding 3

Inhoudsopgave

Inleiding .............................................................................1
Uw telefoon .......................................................................7
Beginnen ...........................................................................8
De SIM-kaart en batterij plaatsen ...............................11
De SIM-kaart en batterij verwijderen ..........................12
De batterij opladen ....................................................13
De geheugenkaart plaatsen .......................................14
De geheugenkaart verwijderen ..................................14
De Stereo Handsfree-kit aansluiten ............................15
De telefoon aan- en uitzetten .....................................15
Toetsenblokvergrendeling ..........................................15
Display-indicators .....................................................16
Uw telefoon openen ..................................................17
Navigatiefuncties ............................................................19
Gebruik bij de normale stand van het display ..............19
Functies voor spraak- en video-oproepen ...................20
Bellen ......................................................................20
Snelkiezen ................................................................21
Opgeslagen nummers bellen .....................................21
Een spraakoproep beantwoorden ...............................21
Gespreksmenu (spraakoproep) ..................................22
Een videogesprek voeren ..........................................25
Een video-oproep beantwoorden ................................26
Gespreksmenu (video-oproep) ...................................26
4 Inhoudsopgave
Karakters invoeren ......................................................... 29
De invoertaal wijzigen ............................................... 30
De invoermodus wijzigen .......................................... 30
Mijn woordenboek ................................................... 30
Sjablonen gebruiken ................................................ 31
Gebruik van het menu .................................................... 32
Hoofdmenu .............................................................. 32
Sneltoetsen ............................................................. 33
Telefoonboek .................................................................. 34
De naamvolgorde wijzigen ........................................ 34
Een andere lijst weergeven ....................................... 34
Het opslaggeheugen selecteren ................................ 34
De items in het Telefoonboek sorteren. ..................... 35
Nieuw contact toevoegen ......................................... 35
Mijn contactgegevens bekijken ................................. 35
Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de
SIM-kaart en de telefoon .......................................... 35
Een naam zoeken .................................................... 36
Bellen vanuit het Telefoonboek ................................. 36
Items van het Telefoonboek bewerken ....................... 36
Een ringtone of ringvideo aan items toewijzen ............ 37
Items uit het Telefoonboek verwijderen ...................... 37
Categorieën beheren ................................................ 37
Contactgroepen ....................................................... 38
Geheugenstatus ....................................................... 39
Snelkiezen ............................................................... 39
Een item uit het Telefoonboek verzenden ...................39
Een item voor het Telefoonboek ontvangen ................ 39
Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden
naar een adres uit het Telefoonboek ..........................40
Items uit het Telefoonboek synchroniseren met items
op het internet .........................................................40
Camera ............................................................................41
Foto’s maken ...........................................................41
Videoclips opnemen .................................................42
Het menu Opties gebruiken in de weergavestand van
het display ...............................................................42
Gemeenschappelijke functies voor de
fotocameramodus en videocameramodus ..................42
Functies in de fotocameramodus ...............................45
Functies in de videocameramodus .............................47
Berichten ......................................................................... 49
SMS ........................................................................49
MMS ....................................................................... 49
E-mail .....................................................................49
Een nieuw bericht maken .......................................... 50
Berichtinstellingen ....................................................56
Vodafone live! ................................................................. 60
Navigeren door een WAP-pagina ...............................61
Muziek ............................................................................. 63
Muziekspeler ............................................................63
Mijn telefoon ...................................................................65
Mijn afbeeldingen .....................................................65
Geluiden & Ringtones ...............................................66
Video’s ....................................................................67
Andere documenten .................................................67
Gemeenschappelijke menuopties ..............................68
Games & toepassingen .............................................71
Mijn sjablonen ..........................................................71
Geheugenstatus .......................................................71
Amusement .....................................................................72
Games & toepassingen .............................................72
Instellingen ..............................................................74
TV & video ...............................................................76
Organiser & toepassingen ..............................................80
Kalender ..................................................................80
Alarm ......................................................................83
Rekenmachine .........................................................84
Geluidopname ..........................................................85
Scanner ...................................................................86
E-Book ....................................................................87
Stopwatch ................................................................88
Taken ......................................................................88
Wereldklok ...............................................................90
Aftel-timer ...............................................................90
Uitgavenoverzicht .....................................................90
Help ........................................................................91
SIM-toepassingen ..........................................................92
Instellingen .....................................................................93
Profielen ..................................................................93
Het display instellen ..................................................97
Inhoudsopgave 5
Geluidsinstellingen ..................................................100
Datum & tijd ...........................................................100
Taal instellen ..........................................................101
Gespreksinstellingen ...............................................102
Video-oproepinstellingen .........................................106
Beveiliging .............................................................107
Fabrieksinstellingen ................................................108
Gespreksregister ...........................................................109
Gesprekstimers ......................................................109
Datateller ...............................................................109
Gesprekskosten ......................................................110
Verbindingen .................................................................111
Bluetooth ...............................................................111
Infrarood ................................................................113
Netwerkinstellingen .................................................114
Vliegmodus ............................................................115
Internetinstellingen .................................................115
Geheugenkaart .......................................................116
De 903SH aansluiten op uw PC ....................................118
Systeemvereisten ...................................................118
UMTS/GSM GPRS-modem ......................................118
Handset Manager ...................................................119
Installatie van de software .......................................119
Opmerking .............................................................119
Problemen oplossen .....................................................120
Veiligheidsmaatregelen en gebruiksvoorwaarden ......122
GEBRUIKSVOORWAARDEN ......................................122
OMGEVING .............................................................125
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
IN DE AUTO ........................................................... 125
SAR ...................................................................... 125
INFORMATIE OVER VERANTWOORDE
VERWIJDERING ...................................................... 126
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
IN DE VERENIGDE STATEN ..................................... 127
Specificaties en optionele accessoires ....................... 129
Specificaties .......................................................... 129
Optionele accessoires ............................................ 129
Index ............................................................................. 130
Overzicht van de menufuncties ................................... 132
6 Inhoudsopgave

Uw telefoon

Controleer het volgende zorgvuldig. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• UMTS/GSM 900/1800/1900/GPRS telefoon
• Lithium-ionbatterij
• Batterijdeksel
• Batterijlader
•Stereo Handsfree-kit
• Gebruikershandleiding
• Snelstartgids
• CD-ROM
• miniSD™ geheugenkaart
• Videokabel
Uw telefoon 7

Beginnen

21
1
2
3
4
5 6 7
8
8 Beginnen
9
10
11
12
13
14 15
16 17
18
19
20
23
22
24 25 26
27 28 29
24
30
31
32
1. Luistergedeelte
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
a b c d Verplaatst de cursor om een menu-
item te selecteren, etc.
Pijltoetsen omhoog/ omlaag:
Toont items uit het Telefoonboek
vanuit standby. Pijltoets links: Toont Postvak IN vanuit standby. Pijltoets rechts: Toont de maandelijkse of wekelijkse
kalender vanuit standby.
3. Middelste toets: Toont het hoofdmenu vanuit standby, en voert functies uit.
4. Linkerdisplaytoets:
A
Voert de functie linksonder in het scherm uit. Toont het berichtenmenu vanuit standby.
5. Toets Verzenden/
Opnieuw kiezen:
D
6. Sneltoets:
S
7. Voicemail-toets:
G
Om een nummer te bellen of een gesprek te beantwoorden, toont de gespreksregisters vanuit standby.
Opent het snelmenu om toegang te krijgen tot de gewenste toepassingen.
Houd deze toets even ingedrukt om verbinding te maken met de Voicemail-centrale (afhankelijk van de SIM-kaart).
8. */Shift-toets:
P
Om te wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en abc in het tekstinvoerscherm. Druk tijdens standby op deze toets om P, ?, – of * in te voeren. Houd tijdens standby deze toets even ingedrukt om het toetsenblok te vergrendelen.
9. Subcamera (interne camera)
10. Hoofddisplay
11. Microfoon (voor de weergavestand van het display)
12. Rechterdisplaytoets:CVoert de functie rechtsonder in het
scherm uit. Opent “Vodafone live!” door vanuit standby de browser te openen.
13. Einde/AAN/UIT-toets:FBeëindigt een gesprek en zet het
toestel aan/uit.
14. Wissen/Terug-toets:UOm de karakters links van de cursor
te verwijderen, terug te keren naar het vorige scherm, etc.
15. Muziektoets:
E
Toont het menu Muziek vanuit standby.
16. Toetsenblok
Beginnen 9
17. #/Stil-toets:
R
Toont het symboolscherm op het tekstinvoerscherm. Houd deze toets even ingedrukt om een andere taal te kiezen in het tekstinvoerscherm. Schakelt de flits/hulplamp aan of uit in de cameramodus. Houd tijdens standby deze toets ingedrukt om in de Profielinstellingen heen en weer te schakelen tussen de laatst ingeschakelde modus en de modus Stil.
18. Microfoon
19. Camera (Externe camera)
20. Batterijdeksel
21. Ingebouwde antenne: Waarschuwing: Dek de bovenzijde
van de telefoon niet met uw hand af wanneer u de telefoon gebruikt. De prestaties van de ingebouwde antenne kunnen hierdoor nadelig worden beïnvloed.
22. Toestellampje: Wordt in de cameramodus gebruikt als flits/hulplamp.
23. Infraroodpoort: Verzendt en ontvangt gegevens via infrarood.
24. Stereo-luidsprekers
25. Lampje: Wordt gebruikt als oplaadindicator
voor de batterij, signaallampje en statuslampje.
26. Zijtoetsen (V/W):
(In de weergavestand van het display werken deze twee toetsen omgekeerd.) Verplaatst de selectie omhoog of omlaag. Druk op deze toets tijdens standby of tijdens een gesprek om het volume van het luistergedeelte te verhogen of te verlagen.
27. Menu-toets:
X
28. Camera-toets:
Y
29. Annuleertoets:
Z
Voert in de weergavestand van het display de functie uit in de linkeronderzijde van het scherm.
Toont vanuit standby het hoofdmenu, en voert in weergavestand van het display de geselecteerde functie uit. Houd deze toets even ingedrukt om de camera te activeren. Als de telefoon in de weergavestand staat: druk tijdens een inkomend gesprek deze toets in om het gesprek te beantwoorden.
Voert in de weergavestand van het display de functie uit in de rechteronderzijde van het scherm. Houd deze toets even ingedrukt om het toestellampje in te schakelen. U kunt de lampkleuren wijzigen door V of W in te drukken terwijl het toestellampje ingeschakeld is. Houd deze toets even ingedrukt om een inkomend gesprek te weigeren. Als de telefoon in de weergavestand staat: druk tijdens een inkomend gesprek deze toets in om aan de beller een in-gesprek-toon te verzenden. Als de telefoon in de weergavestand staat: druk deze toets in om het gesprek te beëindigen.
10 Beginnen
30. Deksel geheugenkaartsleuf
31. VIDEO UIT/Connector voor Stereo Handsfree-kit Externe connector
32.
: Om de oplader of USB-
gegevenskabel aan te sluiten.

De SIM-kaart en batterij plaatsen

1. Schuif het batterijdeksel open ( ).
1
2
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van de
batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuf ( ). Plaats vervolgens de batterij in de telefoon ( ).
4
3
4. Plaats het batterijdeksel terug.
Opmerking
Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
Zorg ervoor dat u de standaardbatterij (XN-1BT70) gebruikt.
SIM-kaart
Beginnen 11

De SIM-kaart en batterij verwijderen

1. Controleer of de telefoon uit staat en dat de oplader en andere
accessoires zijn losgekoppeld. Schuif het batterijdeksel open.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en verwijder
de batterij uit de telefoon.
3. Houd voorzichtig omlaag terwijl u de SIM-kaart uit de
SIM-houder schuift ( ).
1
2
Hoe u zich ontdoet van de batterij
Het toestel wordt door een batterij van energie voorzien. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw leverancier of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur, dompel de batterij niet in water en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijke afval mee.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
12 Beginnen

De batterij opladen

Voordat u de telefoon voor de eerste keer kunt gebruiken, moet u de batterij minimaal 140 minuten opladen.
De oplader gebruiken
1. Open het deksel van de externe connector aan de onderzijde
van de telefoon en sluit de oplader op de externe connector aan. Houd hierbij de zijkanten van de oplader ingedrukt (zie de pijlen). Sluit de oplader vervolgens aan op een stopcontact.
Lampje
Het lampje gaat branden. Normale oplaadtijd: Circa 140 minuten
Opmerking
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de conditie van de
batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 122.)
De oplader verwijderen
Als het opladen is voltooid, gaat het lampje uit.
1. Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact en trek de
oplader vervolgens uit de externe connector van de telefoon.
2. Sluit het deksel.
Opmerking
Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw
telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken. Zie “Batterij” op pagina 122 voor bijzonderheden.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan de batterij via het sigarettenaanstekerpunt in uw auto worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De huidige batterijstatus wordt rechtsboven in het hoofddisplay weergegeven.
Beginnen 13
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij leeg raakt, klinkt er een alarm en verschijnt “ ” in het hoofddisplay.
Als u de telefoon gebruikt en dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandeerd.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen Opladen aanbevolen Opladen vereist Leeg

De geheugenkaart plaatsen

1. Schakel de telefoon uit.
2. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf en plaats de kaart
in de telefoon met de labelzijde naar boven gericht.
3. Steek de geheugenkaart helemaal naar binnen totdat deze
vast klikt.
4. Sluit het deksel.
Opmerking
Schakel het toestel uit voordat u de geheugenkaart plaatst.
Zorg ervoor dat u de kaart niet ondersteboven of achterstevoren in
de telefoon steekt.
Verwijder het deksel van de geheugenkaart niet als de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer er gegevens naar de kaart worden geschreven. Daardoor kan de kaart beschadigd en onbruikbaar worden.
Houd geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen.
Tip
U ziet de volgende indicators als de geheugenkaart in gebruik is:
: Verschijnt als de kaart is geplaatst. : Verschijnt als de kaart beschadigd of onbruikbaar is. : Verschijnt als de kaart wordt gelezen of als er gegevens naar
de kaart worden geschreven.
: Verschijnt als de kaart wordt geformatteerd.

De geheugenkaart verwijderen

1. Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf en duw de
geheugenkaart iets naar binnen tot deze naar buiten springt. Verwijder de kaart en sluit de afdekking.
Opmerking
Schakel het toestel uit voordat u de geheugenkaart verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet als de geheugenkaart wordt
geformatteerd of wanneer er gegevens naar de kaart worden geschreven.
14 Beginnen

De Stereo Handsfree-kit aansluiten

1. Open de afdekking van de connector waarop de Stereo
Handsfree-kit moet worden aangesloten.
2. Sluit de Stereo Handsfree-kit aan.

De telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan of uit te zetten, moet u F circa 2 seconden lang ingedrukt houden.
De PIN-code invoeren
Indien u de PIN-code hebt geactiveerd, wordt u gevraagd uw PIN­code en toestelcode in te voeren nadat u de telefoon hebt aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
De PIN-code is 4 tot 8 cijfers lang.
2. Druk op .
Opmerking
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt
de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code inschakelen/ uitschakelen” op pagina 107.
Als u de klok nog niet hebt ingesteld, verschijnt het invoerscherm
voor datum en tijd (p. 100).
Alle Telefoonboek-items kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en het Telefoonboek start, dan wordt u gevraagd of u Telefoonboek-items vanaf de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de scherminstructies uit. U kunt ook op een later tijdstip items vanaf de SIM-kaart kopiëren met behulp van het menu Telefoonboek. Dit doet u als volgt:
“Contacten”
“Contacten beheren” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.

Toetsenblokvergrendeling

U kunt het toetsenblok vergrendelen om te voorkomen dat de toetsen per abuis worden ingedrukt.
Het toetsenblok vergrendelen
1. Druk tijdens standby op P en houd deze toets even
ingedrukt.
Als u de vergrendeling wilt opheffen, drukt u op P en houd u deze toets even ingedrukt.
Tip
Noodnummers (112, etc.) kunnen altijd worden ingevoerd en
gebeld, ook als het toetsenblok is vergrendeld.
Beginnen 15

Display-indicators

Indicatorgebied
RechterdisplaytoetsLinkerdisplaytoets Middelste
toets
1. / : Sterkte van het ontvangen signaal/netwerk buiten bereik
: 3G (UMTS)/GPRS : GSM/GPRS
: Bezig met roamen buiten netwerk
2. : Vliegmodus
3. : Gegevensuitwisseling met extern apparaat
4. / : Verbinding met de server [ingeschakeld/bezig met communicatie]
5. / : Spraakoproep [inkomend/gesprek gaande]
6. / / : Videogesprekscommunicatiemodus ingeschakeld [spraak en video/spraak/video]
7. / : Waarschuwingen [SMS-bericht en MMS-bericht/e­mail]
8. : Doorschakelen van “Spraakoproepen” ingesteld op “Altijd”
9. / / : WAP/OTA Provisioning-meldingen [WAP-melding/ OTA-Provisioning-melding/WAP- en OTA­Provisioning-meldingen]
10. : De geheugenkaart is geplaatst
11. ////: Verbindingsstatus [USB-kabel/Infrarood bezig met gegevensuitwisseling/Bluetooth-instelling [geactiveerd (tijdens standby of behalve tijdens standby)/bezig met gegevensuitwisseling/bezig met spreken via de Bluetooth-headset]]
12. / : Java™-toepassing [geactiveerd (gekleurd)/ onderbroken (grijs)]
16 Beginnen
13. : Beveiligde WAP-pagina weergegeven
14. ////: Stil/trilalarminstelling [stil/oplopend volume/ trilalarm ingeschakeld/stil en trilalarm ingeschakeld/oplopend volume en trilalarm ingeschakeld]
15. / / : Luidsprekermodus [luidspreker telefoon/ luidspreker geactiveerd/microfoon gedempt]
16.(Geen weergave)/////: Huidig profiel [Normaal/Vergadering/Actief/Auto/ Headset/Stil]
17. : Batterijstatus
18. : Toestellampje ingeschakeld
19. : Dagelijks alarm ingeschakeld
20. / : Afspraak ingeschakeld [met/zonder herinneringsalarm]
21. : Postvak UIT bevat niet-verzonden berichten [SMS/ MMS/E-mail]
22. : Berichtsignaal voicemail
23. : Toestelblokkering ingeschakeld
24. : Toetsenblokvergrendeling ingeschakeld
25. /(leeg): Infrarood-instelling [ingeschakeld/uitgeschakeld]
26. : Geheime modus ingesteld op “Aan”

Uw telefoon openen

U kunt het toestel op de volgende drie manieren openen: de normale stand, de zelfportretstand en de weergavestand
Normale stand ( )
1. Klap het toestel open totdat het display stopt, zoals afgebeeld.
Beginnen 17
Zelfportretstand ( )
2. Draai het display 180° met de klok mee.
Gebruik deze stand om met de externe camera een zelfportret te maken. Draai het display niet tegen de klok in. Hierdoor kan het toestel beschadigen.
Weergavestand ( )
3. Sluit het hoofddisplay in de richting van het toetsenblok.
Opmerking
In de weergavestand werken V en W omgekeerd.
In de weergavestand kunt u de toetsen van het toetsenblok niet
gebruiken.
Draag de telefoon niet bij u in de weergavestand, omdat het display
hierdoor beschadigd kan raken.
18 Beginnen

Navigatiefuncties

Gebruik bij de normale stand van het display

Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. Het hoofdmenu opent u door tijdens standby op de middelste toets ( ) te drukken.
Om de functies te activeren, moet u de menu-onderdelen selecteren en een keuze maken. Een menu-item (aangegeven met aanhalingstekens) selecteert u door met a, b, c en d de cursor te verplaatsen en op te drukken om uw keuze te bevestigen.
In sommige gevallen dient u een van de displaytoetsen in te drukken (aangegeven met vierkante haakjes), die links- en rechtsonder in het scherm worden weergegeven. Druk op de betreffende displaytoets (A of C).
Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer Terug staat aangegeven. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer deze Afsluiten weergeeft.
Ieder onderwerp in deze gebruikershandleiding begint met een overzicht van de onderdelen die u achtereenvolgens moet selecteren (in cursief aangegeven) voordat u de betreffende procedure uitvoert. Nadat u een onderdeel hebt geselecteerd, verschijnt de volgende reeks onderdelen waaruit u een keuze kunt maken. Open de menu­onderdelen op lagere niveaus nadat u de onderdelen in het bovenliggende menu hebt geopend.
Voorbeeld:
“Contacten”
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Gebruik bij de weergavestand van het display
In de weergavestand van het display zijn de volgende toetsen beschikbaar: V, W, X, Y en Z.
Het hoofdmenu opent u door vanuit standby op Y te drukken. Een menu-item (aangegeven met aanhalingstekens) selecteert u
door op V of W te drukken, en op Y te drukken om uw keuze te bevestigen.
In sommige gevallen dient u een van de displaytoetsen in te drukken (aangegeven met vierkante haakjes), die links- en rechtsonder in het scherm worden weergegeven. De linkerdisplaytoets is X en de rechterdisplaytoets is Z.
De toetsen aan de zijkant hebben in de cameramodus de volgende functie:
: Inzoomen/Uitzoomen
V/W X: Opties Y: Foto nemen Z: Schakelt heen en weer tussen de fotocameramodus en
videocameramodus.
Navigatiefuncties 19
Functies voor spraak- en video­oproepen

Bellen

1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk op D
om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer) in en
druk op D om te bellen.
Opmerking
Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot
stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of
zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een UMTS/GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken + (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer (zonder de
voorloopnul) en het telefoonnummer en druk op D om te bellen.
Een ingevoerd telefoonnummer aan het Telefoonboek toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op [Opties] en
kiest u “Nummer opslaan”.
Voor bijzonderheden over het toevoegen van een nieuw item, zie “Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen op het display van degene die wordt opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt ingevoerd, drukt u op
[Opties] en kiest u “Mijn ID tonen” of “Mijn ID verbergen”.
In de weergavestand van het display bellen met behulp van het Telefoonboek
1. Druk op Y.
2. Selecteer “Contacten”.
3. Selecteer “Telefoonboek”.
4. Selecteer de persoon die u wilt bellen.
5. Selecteer het telefoonnummer.
6. Selecteer “Oproep” om te bellen.
U beëindigt een gesprek door op Z te drukken.

20 Functies voor spraak- en video-oproepen

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon en SIM) van het Telefoonboek kunnen maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (G t/m O) kunt u de nummers bellen. Het telefoonnummer van de voicemail-centrale is toegewezen aan G.
Meer informatie over het instellen van snelkiesnummers vindt u onder “Snelkiezen” op pagina 39.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt u een
van de cijfertoetsen (G t/m O) ingedrukt.
Het telefoonnummer dat is opgeslagen onder snelkiezen wordt gebeld.

Opgeslagen nummers bellen

U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in het gespreksregister. Selecteer een specifieke lijst of “Alle gesprekken”. Een specifieke lijst bevat maximaal 30 nummers en de lijst “Alle gesprekken” maximaal
90.
1. Druk op D tijdens standby.
2. Selecteer “Alle gesprekken”, “Gekozen nummers”, “Gemiste
oproepen” of “Ontvangen oproepen”.
Als u naar een ander gespreksregister wilt gaan, drukt u op c of d.
3. Selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer te kiezen.

Een spraakoproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D, of druk op [Opties] en selecteer “Antw.” om
het gesprek te beantwoorden.
Of druk op een willekeurige toets behalve F, U en [In gespr.] wanneer de functie “Antw. willek. toets” (antwoorden met willekeurige toets) is ingeschakeld. U kunt in elk profiel de functie Antwoorden met willekeurige toets instellen (p. 97).
Tip
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van
de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam en het telefoonnummer van de beller op het scherm.
Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het
scherm “Afgeschermd”.
Als er een gesprek binnenkomt van iemand wiens foto in het
Telefoonboek is opgeslagen, worden foto, naam en telefoonnummer weergegeven.
Functies voor spraak- en video-oproepen 21
Een gesprek beantwoorden als de telefoon in de weergavestand staat
1. Druk op X of Y om het gesprek te beantwoorden.
U beëindigt een gesprek door op Z te drukken. U wijst een inkomend gesprek af door Z even ingedrukt te houden.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te
weigeren dat u niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk bij het overgaan van de telefoon op [In gespr.] om de
beller een in-gesprek-toon te laten horen.

Gespreksmenu (spraakoproep)

Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Het volume van het luistergedeelte bijstellen
U kunt het volume van het luistergedeelte (en het handsfree-volume indien een handsfree-kit is aangesloten) instellen op vijf niveaus.
1. Druk op V of W om het scherm voor het volume van het
luistergedeelte op te roepen.
2. Druk op V (of a/d) om het volume van het gesprek te
verhogen, of op W (of b/c) om het volume te verlagen.
3. Druk op als het volume op het door u gewenste niveau is
ingesteld.
Tip
Als de telefoon in de weergavestand staat, druk dan op X of Y om het gespreksmenu op te roepen.
Als de telefoon i n de weergavestand staat, gebruik dan V of W om het volume van het luistergedeelte te verhogen of verlagen. In de weergavestand werken deze toetsen omgekeerd.
De luidsprekers aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidsprekers aan de zijkanten van de telefoon wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
22 Functies voor spraak- en video-oproepen
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wachtstand”.
Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon die u wilt
bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u tijdens een gesprek ook
iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
Tijdens een gesprek het SMS/MMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Berichten”.
De volgende opties zijn mogelijk: “Nieuw maken” om een SMS en MMS te maken, of “Inbox”, “Verzonden” of “Concepten” om deze mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “SMS” en “MMS” op pagina 49.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Wacht &
beantw.” om het tweede gesprek te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller.
Opmerking
U moet “Oproep in de wacht” op “Aan” zetten als u gebruik wilt
maken van de dienst Oproep in de wacht (p. 103).
Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht aan.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden, druk dan bij
stap 1 op [Opties] en selecteer “In gesprek”. Als u “Weigeren” selecteert, wordt het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 personen aan een conferentiegesprek laten deelnemen.
Een conferentiegesprek beginnen
U hebt één actief gesprek en één gesprek in de wachtstand nodig.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Conferentie”.
2. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek.
3. Druk op F om het conferentiegesprek te beëindigen.
Functies voor spraak- en video-oproepen 23
Opmerking
Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek aan.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Bij stap 2 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het
conferentiegesprek:
Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten, selecteert u
“Alle in wachtst.”.
Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de
wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
Om een gesprek met alle deelnemers te beëindigen, kiest u
“Actieve beëind.” of “Wacht. beëind.”.
Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige gesprek af
te wijzen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Weigeren”, of kunt u de in-gesprek-toon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u aan het
conferentiegesprek wilt laten deelnemen en druk op D om te bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
4. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers aan de conferentie wilt toevoegen, herhaal dan stap 1 t/m 4.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon wiens
deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Dit gespr. beëind.”.
Met één van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon in de conferentielijst selecteren en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon met wie
u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
3. Selecteer “Privé”.
4. Druk na beëindiging van het privé-gesprek op [Opties] en
selecteer “Conferentie”.
5. Selecteer “Conferentie allen” om terug te keren naar het
conferentiegesprek.
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit].
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic. aan].
24 Functies voor spraak- en video-oproepen

Een videogesprek voeren

Opmerking
Gebruik deze functie uitsluitend op een toestel met
videogespreksfunctie.
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en dat het signaal
sterk is voordat u deze functie gebruikt.
Zet de luidspreker aan of gebruik een (meegeleverde) Stereo
Handsfree-kit of andere handsfree-kit zodat u kunt spreken terwijl u naar het videovenster op het hoofddisplay kijkt.
2
3
Een videogesprek voeren
1. Selecteer het net- en abonneenummer dat u wilt bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Video-oproep” of houd D
ingedrukt om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het nummer links van de cursor te verwijderen. Als de verbinding is gemaakt, wordt het beeld van de persoon die u hebt opgebeld in het bovenste venster weergegeven en dat van u linksonder.
Tip
Als het toestel van degene die u belt niet is uitgerust met een
videogespreksfunctie, drukt u op F en voert u het telefoonnummer nogmaals in om een gewoon gesprek te voeren.
Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek
weergegeven.
1
Statusindicators
1. Subvenster voor uw beeld
2. Verstreken tijd
3. Hoofdvenster voor het beeld van degene met wie u belt
4. Naam of telefoonnummer van degene met wie u belt
4
Functies voor spraak- en video-oproepen 25

Een video-oproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D om het gesprek met video te beantwoorden of
druk op [Opties] en selecteer “Afbeelding verbergen” om het gesprek alleen met spraak te beantwoorden.
Tip
Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek
weergegeven.
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van
de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam van de beller op het scherm.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te
weigeren dat u niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om de beller
van een inkomend gesprek een in-gesprek-toon te laten horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt aannemen.

Gespreksmenu (video-oproep)

De microfoon dempen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Mic. uit].
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic. aan].
Beeld wisselen
U kunt het beeld afwisselend weergeven in het hoofdvenster en subvenster.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en selecteer “Ander
beeld kiezen”.
Tip
Een andere manier om tijdens een video-oproep het beeld afwisselend in het hoofdvenster en subvenster weer te geven, is door op te drukken.
Het beeld van uzelf wijzigen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Camerabeeld”.
2. Selecteer “Interne camera”, “Externe camera” of
“Alternatieve foto”.
“Interne camera”: Het door de interne camera
opgenomen beeld wordt weergegeven en naar de andere partij verzonden.
“Externe camera”: Het door de camera opgenomen beeld
wordt weergegeven en naar de beller verzonden.
“Alternatieve foto”: De camera wordt uitgeschakeld en de
afbeelding die u in “Alternatieve foto” onder “Video-oproepinst.” hebt geselecteerd, wordt gebruikt.
Tip
Een andere manier om tijdens een video-oproep een ander beeld naar de beller te verzenden, is door op c of d te drukken.
26 Functies voor spraak- en video-oproepen
De optische zoomfunctie gebruiken
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als de zoom groter wordt dan [×2], wordt de digitale zoom gebruikt om het beeld verder te vergroten.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer “Opt.
zoom aan”.
2. Druk op a of b.
De luidsprekers aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidsprekers aan de zijkanten van de telefoon wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Opmerking
In een lawaaiige omgeving zult u een gesprek mogelijk niet of niet
goed kunnen voortzetten. In dat geval raden wij u aan gebruik te maken van de Stereo Handsfree-kit.
Met deze optie kunnen er geluidsstoringen ontstaan als u het
volume van het luistergedeelte verhoogt. U wordt aangeraden in dat geval het volume van het luistergedeelte te verlagen of de Stereo Handsfree-kit te gebruiken.
Video-oproepinstellingen
De kwaliteit van het inkomende of uitgaande beeld aanpassen
U kunt de kwaliteit aanpassen van het beeld van de gebelde persoon of de beller.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Kwaliteit inkomende beelden” of “Kwaliteit
uitgaande beelden”.
3. Selecteer “Normaal”, “Hoogste kwaliteit” of “Hoogste
snelheid”.
“Normaal”: De standaardkwaliteit wordt gebruikt. “Hoogste kwaliteit”: De beeldkwaliteit is belangrijker dan
de snelheid.
“Hoogste snelheid”: De snelheid is belangrijker dan de
beeldkwaliteit.
Functies voor spraak- en video-oproepen 27
De displayverlichting aan- en uitzetten
U kunt de displayverlichting van het venster aanzetten.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Displayverlichting”.
3. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Als stand.instell.”.
Wanneer “Aan” is geselecteerd, is de displayverlichting tijdens een video-oproep altijd aan. Als “Als stand.instell.” is geselecteerd, zal de displayverlichting uitgeschakeld worden afhankelijk van de instelling onder Displayverlichting (p. 99).
De video-opname aanpassen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Belichting”.
3. Druk op a of b.
Spiegelbeeld
Tijdens een video-oproep kunt u het beeld van uzelf op het subscherm omkeren
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Spiegelbeeld”.
3. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Het door de interne camera opgenomen beeld wijzigen in de alternatieve foto
Tijdens een video-oproep kunt u de beller het beeld tonen van de interne camera of een alternatieve foto, of uit de opgeslagen afbeeldingen een foto tonen terwijl een gesprek in de wachtstand staat.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Alternatieve foto” of “In wacht afbeelding”.
3. Selecteer “Standaardafbeelding” of “Mijn afbeeldingen”.
28 Functies voor spraak- en video-oproepen

Karakters invoeren

Als u karakters wilt invoeren om items in het Telefoonboek op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., drukt u op de corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets net zo vaak in totdat het gewenste karakter wordt getoond. Voorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met karakters
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende karakter in de reeks. De volgorde is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters
G H
I J K L M N
. (punt) , (komma) - (verbindingsstreepje) ? ! ’ (apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
JKL5 jkl5 5
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
PQRS7 pqrsß7 7
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
Numeriek
1
Toets Hoofdletters Kleine letters
O Q
P
R
G-O Q
P R
WXYZ9 wxyz9 9
(spatie) + = < > € £ $ ¥ % & 0 0
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+# @' " ( )_&€£$ %/ ˜ <>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ Æ еджаЗЙийм
СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓΛΩΠΨΣΘ
Ξ (spatie)
:
Houd deze toets ingedrukt om de cijfers 1 - 9 en 0 in te voeren.
: Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen
: Houd deze toets ingedrukt om het
gewone tekstinvoer en T9-tekstinvoer.
invoertaalscherm weer te geven.
Numeriek
Karakters invoeren 29

De invoertaal wijzigen

1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Invoertaal”.
2. Selecteer de gewenste taal.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Symbool”.
2. Selecteer het gewenste symbool.

De invoermodus wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P om naar de
T9-modus over te schakelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Invoermodus”.
3. Selecteer de invoermodus (Abc, ABC, 123 of abc).
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betreffende toets
eenmaal in.
Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren, drukt u op J L I.
5. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u nodig hebt,
druk dan op a of b totdat het juiste woord verschijnt.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan over op
gewone tekstinvoer om het juiste woord in te voeren.
Tip
Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren, wordt naast
het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
30 Karakters invoeren

Mijn woordenboek

Voor T9-tekstinvoer kunt u uw eigen woordenlijst maken.
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer
“Mijn woordenboek”.
2. Selecteer “Nieuw woord toev.” en voer een nieuw woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer
“Mijn woordenboek”.
2. Selecteer het gewenste woord.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Wijzig het woord.

Sjablonen gebruiken

Als u karakters invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn opgeslagen in Mijn sjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen” op pagina 71.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar het punt
waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Sjabloon invoegen”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Extra”.
2. Selecteer “Kopiëren” of “Knippen”.
3. Verplaats de cursor naar de eerste letter die moet worden
gekopieerd of geknipt en druk op .
4. Verplaats de cursor naar de laatste letter om het gebied te
selecteren en druk op .
5. Verplaats de cursor naar het punt waar u de letters wilt
plakken.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
7. Selecteer “Plakken”.
Karakters invoeren 31

Gebruik van het menu

Hoofdmenu

1. Druk op tijdens standby.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om het gewenste menu te
selecteren en druk op om de functie te openen.
Zie “Overzicht van de menufuncties” op pagina 132 voor bijzonderheden over de menuopties.
Het menu gebruiken in de weergavestand van het display
1. Zet de telefoon in de weergavestand van het display.
2. Druk op Y om het hoofdmenu weer te geven.
3. Druk op V of W om de cursor naar boven of beneden te
bewegen, en druk vervolgens op X of Y.
Druk op Z om terug te keren naar het hoofdmenu. Wanneer u V en W gebruikt, beweegt de cursor op dezelfde manier als in de normale stand van het display. Zie pagina 10 voor details over de functies van deze toetsen.
32 Gebruik van het menu

Sneltoetsen

U kunt menu’s openen door met en de cijfertoetsen het corresponderende nummer in het hoofdmenu te kiezen. Voor nummer 10 t/m 12 drukt u op en P (10), Q (11) of R (12). Zie “Overzicht van de menufuncties” op pagina 132.
Sneltoetsen staan vermeld in de titels van deze gebruikershandleiding.
Voorbeelden: Als u met de sneltoetsen het submenu “Video’s”
Opmerking
De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.
(M 6-4) wilt kiezen
Druk op L J.
Als u met de sneltoetsen het submenu “Totalen” (M 7-11-2) wilt kiezen
Druk op M Q H.
Als u met de sneltoetsen het submenu “Trilalarm” (M 12-3-4) wilt kiezen
Druk op R I J.
Gebruik van het menu 33

Telefoonboek

In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en E-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
In de telefoon kunnen maximaal 500 items worden opgeslagen. In het Telefoonboek kunt u de hieronder genoemde onderdelen opslaan:
Onderdelen die worden opgeslagen in het telefoongeheugen
Voornaam maximaal 16 karakters Achternaam maximaal 16 karakters Telefoonnummer maximaal 3 telefoonnummers (elk
E-mailadres maximaal 3 E-mailadressen (elk maximaal
Categorie 16 categorieën Straat & Nummer maximaal 64 karakters Woonplaats maximaal 64 karakters Provincie maximaal 64 karakters Postcode maximaal 20 karakters Land maximaal 32 karakters Memo maximaal 256 karakters Verjaardag (datum) Foto (bestandsnaam) Ringtone/video toew. (bestandsnaam) Geheim (Aan of uit)
(M 8-1)
maximaal 32 cijfers)
128 karakters)
Items die zijn opgeslagen in het SIM-geheugen (afhankelijk van de SIM-kaart)
Naam maximaal 16 karakters Telefoonnummer maximaal 2 telefoonnummers (elk
E-mailadres tot 128 karakters (of geen E-mailadres) Categorie maximaal 16 categorieën

De naamvolgorde wijzigen

“Contacten” → “Instellingen” → “Volgorde”
maximaal 32 cijfers)
(M 8-8-1)
1. Selecteer “Voor-achternaam” of “Achter-voornaam”.

Een andere lijst weergeven

“Contacten” → “Instellingen” → “Locatie Tel.boek”
(M 8-8-2)
1. Selecteer “Telefoon” of “SIM”.

Het opslaggeheugen selecteren

“Contacten” → “Instellingen” → “Nwe contacten opsl.”
(M 8-8-3)
1. Selecteer “Telefoon”, “SIM” of “Kiezen vóór opslaan”.
Tip
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere keer wanneer
u een nieuw item opslaat het geheugen kiezen.
34 Telefoonboek
De items in het Telefoonboek sorteren. (M 8-8-4)
U kunt de items in het Telefoonboek op alfabetische volgorde of per categorie weergeven.
“Contacten”
“Instellingen” → “Contacten sorteren”
1. Selecteer “Op alfabet” of “Op categorie”.

Nieuw contact toevoegen

Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor het geheugen van de telefoon of van de SIM-kaart. Zie “Het opslaggeheugen selecteren” op pagina 34 voor meer informatie over het wisselen tussen locaties.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor bijzonderheden.
“Contacten”
Als u voor het opslaan van de gegevens de optie “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u kiezen uit “Naar telefoon” of “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de relevante
informatie in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Tip
Om een contact toe te voegen, moet minimaal één veld worden
ingevuld (“Voornaam”, “Achternaam”, “Telefoonnummer” of “E-mailadres” voor het telefoongeheugen; “Naam”, “Telefoonnummer” of “E-mailadres” voor het SIM-geheugen).
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”

Mijn contactgegevens bekijken

U kunt uw eigen contactgegevens op dezelfde manier in het Telefoonboek vastleggen als de overige items.
“Contacten”
“Mijn contactgegev.”
(M 8-5)

Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de SIM-kaart en de telefoon

“Contacten” → “Contacten beheren” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon” of “Van telefoon naar SIM”.
Opmerking
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst
en het Telefoonboek start, verschijnt automatisch een scherm waarin u wordt gevraagd of u wel of niet gegevens wilt kopiëren. Het aantal items uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd, hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart.
Als er onvoldoende geheugen is om alle items op te slaan, kunt u
het kopiëren niet voltooien.
(M 8-9-1)
Telefoonboek 35

Een naam zoeken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste paar letters van de naam in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven.
Tip
Voordat u gaat zoeken kunt u de locatie opgeven waarin gezocht
moet gaan worden, “Telefoon” of “SIM”.

Bellen vanuit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item en druk op D.
Tip
Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat vermeld,
selecteer dan na stap 1 het gewenste telefoonnummer en druk op D.
U kunt ook rechtstreeks vanuit het detailscherm van het
Telefoonboek bellen. Selecteer in het detailscherm het gewenste telefoonnummer en druk op D.

Items van het Telefoonboek bewerken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Wijzig de gegevens.
4. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Foto”.
4. Selecteer “Foto toewijzen”.
5. Selecteer de gewenste foto.
6. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Opmerking
Als u een foto uit het telefoongeheugen verwijdert, wordt ook het
bijbehorende miniatuurbeeld verwijderd.
36 Telefoonboek

Een ringtone of ringvideo aan items toewijzen

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 7.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
8. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.

Items uit het Telefoonboek verwijderen

Alle items uit het Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
“Contacten beheren” → “Alle items wissen”
1. Selecteer “Toestel-items” of “SIM-items”.
2. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “9999”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 108.
Een item uit Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
(M 8-9-3)

Categorieën beheren

Voor iedere categorie kunt u een andere ringtone instellen. Als u de ringtone van een categorie niet wijzigt, dan wordt de ringtone gebruikt die in het menu Profielen is toegewezen.
“Contacten”
“Categorieën beheren”
(M 8-3)
1. Selecteer de gewenste categorie.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
4. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 6.
5. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone of videoclip, zie “Een ringtone toewijzen” of “Een ringvideo toewijzen” op pagina 94.
Opmerking
U kunt op de SIM-kaart alleen categorienamen wijzigen. De
instellingen van de ringtone of videoclip kunt u niet wijzigen.
Telefoonboek 37
De categorienaam wijzigen
U kunt de categorienamen wijzigen die worden toegewezen aan de items in het Telefoonboek. Selecteer eerst het gewenste Telefoonboek (p. 34).
“Contacten”
“Categorieën beheren”
1. Selecteer de gewenste categorienaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam bewerken”.
3. Wijzig de naam.

Contactgroepen

U kunt een verzendlijst maken om hetzelfde bericht tegelijkertijd naar een groep geadresseerden te verzenden. Er kunnen maximaal 5 groepen worden geregistreerd.
Een nieuwe verzendlijst maken
“Contacten” toevoegen”
(M 8-6)
“Contactgroepen” → “Nieuwe groep
1. Voer de groepsnaam in.
De nieuwe groepsnaam wordt weergegeven na de laatste groep op het groepslijstscherm.
Geadresseerden toevoegen aan een groep
In elke lijst kunnen maximaal 20 geadresseerden worden geregistreerd.
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Selecteer “Nieuw item toewijzen”.
3. Selecteer het gewenste item.
Het detailscherm verschijnt.
4. Selecteer het gewenste telefoonnummer of E-mailadres.
Tip
Als u het aan de groep toegewezen item wijzigt, moet u het item
opnieuw aan de groep toewijzen. Druk bij stap 2 op [Opties] en selecteer “Item opnieuw toewijzen”.
Als u een item uit de groep wilt verwijderen, drukt u bij stap 2 op
[Opties] en selecteert u “Item verwijderen”.
Als u een groep wilt verwijderen, selecteert u bij stap 1 een
groepsnaam en drukt u op [Opties] en selecteert u vervolgens “Verwijderen”.
Een bericht verzenden met de verzendlijst
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
3. Selecteer het gewenste berichttype.
Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere procedures.
38 Telefoonboek

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u controleren welk geheugen u momenteel gebruikt voor het Telefoonboek.
“Contacten”
(M 8-9-2)
“Contacten beheren” → “Geheugenstatus”

Snelkiezen

U kunt maximaal 8 telefoonnummers opslaan onder Snelkiezen (p. 21).
Items uit het Telefoonboek toewijzen aan Snelkiezen
“Contacten”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer de gewenste locatie.
Tip
De negen cijfertoetsen corresponderen met de snelkiesnummers.
Snelkiezen bewerken
“Contacten”
1. Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw toewijzen” (of
“Toewijzen”).
“Telefoonboek”
(M 8-4)
“Snelkiezen”

Een item uit het Telefoonboek verzenden

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50. Voor bijzonderheden over op pagina 111. Voor bijzonderheden over infraroodinstellingen, zie “Infrarood” op pagina 113.
Bluetooth
-instellingen, zie “Bluetooth”

Een item voor het Telefoonboek ontvangen

Wanneer de telefoon een item voor het Telefoonboek ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel standby staat.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt opgeslagen in het Telefoonboek. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
Voor bijzonderheden over het instellen van infrarood of Bluetooth,
zie “Verbindingen” op pagina 111.
Telefoonboek 39

Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden naar een adres uit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item, met inbegrip van het
telefoonnummer of E-mailadres dat u wilt gebruiken.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer of E-mailadres.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
4. Selecteer “Spraakbericht” of “Videobericht”.
Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere procedures.

Items uit het Telefoonboek synchroniseren met items op het internet

De datasynchronisatiefunctie is een netwerkdienst waarmee u items het Telefoonboek die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen, kunt opslaan op de internetserver. De gegevens van de SIM-kaart worden niet opgeslagen. Abonneer u op een synchronisatiedienst door contact op te nemen met uw netwerkoperator.
Het Telefoonboek synchroniseren
“Contacten”
1. Selecteer “Nu synchroniseren!” om gegevens te
synchroniseren.
Opmerking
“Nu synchroniseren!” is niet beschikbaar als er geen
synchronisatie-instelling actief is.
“Synchroniseren”
(M 8-7)
(M 8-7-1)
Log bekijken
“Contacten”
(M 8-7-2)
“Synchroniseren”
1. Selecteer “Log bekijken”.
Synchronisatie-instellingen
“Contacten” instellingen”
“Synchroniseren” → “Synchronisatie-
(M 8-7-3)
1. Selecteer de gewenste account of “Nieuwe maken” om de
volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”: Profielnaam voor synchronisatie
“Servernaam”: Adres server “Gebruikers-id”: Gebruikers-id voor verificatie “Wachtwoord”: Wachtwoord voor verificatie “Proxy”: Proxy-instelling voor synchronisatie “Naam contactendatabase”:
Opmerking
Synchronisatie-instellingen zijn, afhankelijk van uw
netwerkoperator, al in uw telefoon ingevoerd. Er gelden wellicht beperkingen voor het weergeven, verwijderen, kopiëren of wijzigen van deze instellingen. Neem contact op met uw netwerkoperator voor bijzonderheden.
(unieke naam)
Databasenaam van het Telefoonboek op de server
40 Telefoonboek

Camera

Uw telefoon is uitgerust met een digitale camera waarmee u overal foto’s en videoclips kunt maken. In dit hoofdstuk worden de basisfuncties en bedieningsprocedures beschreven voor het maken, opslaan en verzenden van foto’s en videoclips, gevolgd door gemeenschappelijke en specifieke functies voor camera en video.
(M 5)

Foto’s maken

“Camera”
1. Druk op om een foto te maken.
U hoort het sluitergeluid en u ziet de foto die u hebt genomen in het display.
2. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon. Als u de foto niet wilt opslaan, drukt u op [Annuler.]. Als u de gemaakte foto wilt verzenden, drukt u bij stap 2 op en selecteert u “Als Bericht” of “Als MMS per Post” bij de verzendopties.
Opmerking
Druk in de weergavestand van het display op Y in plaats van
.
Als de videocamera wordt geactiveerd, druk dan op [Opties] en
selecteer “Naar fotocamera”, of druk op c of Z (in de weergavestand van het display) om naar de fotocameramodus te gaan.
Als u een foto probeert te versturen met een te grote
bestandsgrootte, wordt het afbeeldingsformaat aangepast. De foto wordt in de oorspronkelijke grootte opgeslagen in Mijn telefoon.
Tip
U kunt de camera activeren door Y even ingedrukt te houden. Druk op Y om foto’s te maken, en te starten en stoppen met opnemen.
U kunt de scherpstelling vergrendelen door op D te drukken of Y half in te drukken voordat u een foto maakt of een videoclip
opneemt.
Een zelfportret maken
U kunt een zelfportret maken terwijl u naar het hoofddisplay kijkt.
“Camera”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Naar int. camera”.
Of druk op P in de zoekermodus.
2. Druk op om een foto te maken.
3. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon. Als u wilt terugkeren naar de externe camera, drukt u op [Opties] en selecteert u “Naar ext. camera” of drukt u op P in de zoekermodus.
Een foto maken in de zelfportretstand
Met de externe camera kunt u een zelfportret maken.
1. Draai het hoofddisplay 180° met de klok mee vanuit de
normale stand.
2. Druk op Y aan de zijkant van het toestel.
Opmerking
Draai het hoofddisplay niet tegen de klok in. Hierdoor kan de telefoon worden beschadigd.
Camera 41
De cameramodus verlaten in de weergavestand van het display
1. Houd in de weergavestand toets Z even ingedrukt.

Videoclips opnemen

U kunt uw telefoon gebruiken om videoclips op te nemen. U kunt deze functie ook gebruiken in de weergavestand van het display.
Videoclips opnemen
“Camera”
Een voorbeeld van de opname wordt op het scherm weergegeven.
1. Druk op .
Druk in de weergavestand van het display op Y.
2. Om de opname te stoppen, drukt u op .
3. Selecteer “Opslaan”.
De videoclip wordt in Mijn telefoon opgeslagen. Om de videoclip te bekijken voordat u deze opslaat, kiest u “Voorbeeld”. Als u de videoclip wilt verzenden, selecteert u “Opslaan en verzenden”. Selecteer vervolgens hoe u de videoclip wilt verzenden. Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere procedures.
Opmerking
U kunt videoclips alleen verzenden als u bij de opnameduur “Voor
MMS” hebt geselecteerd. Zie “De opnametijd en het formaat selecteren” op pagina 47 voor bijzonderheden.

Het menu Opties gebruiken in de weergavestand van het display

1. Druk op X.
Het menu Opties wordt grafisch weergegeven.
2. Druk op V of W om de gewenste optie te selecteren en druk
vervolgens op Y om uw keuze te bevestigen.

Gemeenschappelijke functies voor de fotocameramodus en videocameramodus

De digitale zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
1. Druk in de zoekermodus op a of b.
42 Camera
Optische zoom inschakelen
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als de zoom groter wordt dan [×2], wordt de digitale zoom gebruikt om het beeld verder te vergroten.
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Optische zoom”
1. Selecteer “Inschakelen”.
Selecteer “Uitschakelen” om de functie uit te schakelen. Als u “Uitschakelen” hebt geselecteerd, kunt u alleen de digitale zoomfunctie gebruiken.
2. Druk op a of b.
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar standby, worden de zoominstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
De belichting aanpassen
“Camera”
[Opties] → “Belichting”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
: (Donker Normaal Licht)
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar standby, worden de helderheidsinstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
Toestellampje
De modus van het toestellampje wijzigen
Stel voor het toestellampje de gewenste modus in.
“Camera” “Aan/uitzetten”
[Opties] → “Modi” → “Toestellampje” →
1. Selecteer de gewenste modus.
“Aan” ( ): De lamp is altijd aan. “Automatisch” ( ): De lamp gaat aan als het toestel merkt dat
“Verlichting laag” ( ) (alleen fotocameramodus):
“Uit”: De lamp is altijd uit. De bijbehorende indicator wordt op het scherm weergegeven. Selecteer “Uit” om de verlichting uit te zetten.
Het opnamelicht wijzigen
U kunt verschillende kleurmodi gebruiken voor uw foto’s.
“Camera” “Opnamelicht”
het donker wordt.
Selecteer deze modus voor macro­opnamen.
[Opties] → “Modi” → “Toestellampje” →
1. Selecteer de gewenste lichtkleur.
Lichtkleuren: Wit/Rood/Geel/Groen/Blauw/Violet/Lichtblauw
Gebruik van de zelfontspanner
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Zelfontspanner”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
“ ”wordt op het scherm weergegeven als u “Aan” selecteert.
Camera 43
Heen en weer gaan tussen de fotocameramodus en videocameramodus
U kunt heen en weer gaan tussen de fotocameramodus en videocameramodus door op c of d te drukken, of in de weergavestand van het display op Z te drukken.
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” “Camera”
De beeldkwaliteit of filmkwaliteit selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” “Camera”
[Opties] → “Naar videocam.”
[Opties] → “Naar fotocamera”
[Opties] → “Beeldkwaliteit”
[Opties] → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit of filmkwaliteit.
:Zeer hoog :Hoog : Normaal
Opmerking
De bestandsgrootte neemt toe als u een betere kwaliteit kiest.
Het opslaggeheugen selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” opslaan”
“Camera” opsl.”
[Opties] → “Instellingen” → “Nieuwe foto’s
[Opties] → “Instellingen” → “Nwe video’s
1. Selecteer de gewenste geheugenlocatie: “In
telefoongeheugen”, “Naar geheugenkaart” of “Kiezen vóór opslaan”.
Opmerking
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, moet u iedere keer als u
een foto opslaat de gewenste locatie opgeven.
Scherpstellen
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Scherpstelling”
1. Selecteer de gewenste optie.
: Autom. scherpst. :Handm. scherpst. :Macro
Autom. opslaan
U kunt de telefoon zo instellen dat uw foto’s en videoclips automatisch worden opgeslagen.
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Autom. opslaan”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Automatisch starten
U kunt de telefoon zo instellen dat de cameratoepassing automatisch wordt gestart als u overschakelt naar de weergavestand van het display.
“Camera” starten”
[Opties] → “Instellingen” → “Automatisch
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De helpfunctie gebruiken
“Camera”
[Opties] → “Help”
44 Camera
Gemeenschappelijke sneltoetsen
U roept de opties versneld op door de toetsen achtereenvolgens in te drukken.
Fotocamera Videocamera
G Max/min zoom H Belichting I Scherpstelling J Nieuwe foto’s opslaan in Nieuwe video’s opslaan in K Afbeeldingsformaat L Scène Microfoon in/uitschakelen M Beeldkwaliteit Filmkwaliteit N Zelfontspanner in/uitschakelen O Opnamelicht wijzigen (als lamp aan is) P Wisselen tussen externe camera/interne camera Q Wijzigt zoekerbeeld Naar ander scherm R Licht aan/uit
Opmerking
De optie “Naar ander scherm” is beschikbaar in “Voorbeeld”
voordat u een videoclip opslaat. Zie “Videoclips opnemen” op pagina 42.

Functies in de fotocameramodus

Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren. Alle foto’s die u maakt worden in het JPEG-formaat opgeslagen.
“Camera”
1. Selecteer het gewenste formaat.
[Opties] → “Afbeeld.formaat”
(Externe camera) 1536 × 2048 dots/1200 × 1600 dots/
960 × 1280 dots/768 × 1024 dots/ 480 × 640 dots/240 × 320 dots/ 120 × 160 dots
(Interne camera) 240 × 320 dots/120 × 160 dots
Camera 45
De scène selecteren
U kunt voor een geschikte modus kiezen naargelang de scène die u wilt fotograferen.
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Scène”
1. Selecteer de gewenste scène.
De volgende acht modi zijn mogelijk: “Automatisch” ( ): Automatisch aangepast aan de omgeving.
“Avond” ( ): Geschikt voor fotografie in de avond. “Sport” ( ): Geschikt voor bewegende objecten. “Tekens” ( ): Geschikt voor onderwerpen met hoog
“Huisdier” ( ): Geschikt voor bewegende objecten op korte
“Tegenlicht” ( ): Geschikt om te voorkomen dat van objecten
“Portret” ( ): Geschikt voor een portret. “Portret in donker” ( ):
De beeldeffecten selecteren
U kunt een foto maken met speciale effecten.
“Camera”
contrast, zoals tekst.
afstand.
bij tegenlicht alleen het silhouet wordt afgetekend.
Geschikt voor een portret binnenshuis of bij schemer.
[Opties] → “Modi” → “Camera-effecten”
1. Selecteer de gewenste effecten.
De volgende vijf modi zijn mogelijk: “Uit”: Er is geen camera-effect. “Sepia”: Maakt een foto in sepiatint. “Zwart-wit”: Maakt een foto in zwart-wit. “Negatief”: Maakt een foto in negatief.
“Schets”: Maakt een schetsachtige foto met
Opmerking
U kunt geen camera-effecten gebruiken voor foto’s met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 480
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken van fotoseries.
“Camera”
afgetekende contouren van objecten.
×
[Opties] → “Modi” → “Fotoserie”
640 dots.
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn voor een fotoserie beschikbaar: “Uit”: De fotoseries worden geannuleerd. “4 foto’s”/“9 foto’s” ( / ):
“Overlappend” ( ):Overlapt de foto’s van een fotoserie in één
“Reeks” ( ): Maakt 9 foto’s achter elkaar met
Met deze optie m aakt u achtereenvolgens 4 of 9 foto’s. Als u deze optie hebt geselecteerd, maak dan een keuze uit vijf snelheden of kies “Handmatig”.
foto en maakt een totaalbeeld. Nadat u deze optie hebt gekozen, selectee rt u “Snel” of “Normaal”.
verschillende kleur- en helderheidniveaus. Nadat u deze optie hebt gekozen, selectee rt u “Snel” of “Normaal”.
46 Camera
Opmerking
Als u “Handmatig” selecteert voor een fotoserie, druk dan in de
gewenste snelheid op of Y (in de weergavestand van het display).
Wanneer de zelfo ntspanner en fotoserie tegelijkertijd zijn in gesteld,
wordt “ ” (in dit voorbeeld voor “4 foto’s”) weergegeven.
U kunt fotoserie niet gebruiken voor foto’s met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 768 “Overlappend” en “Zeer snel” voor “4 foto’s” zijn niet beschikbaar voor foto’s met een afbeeldingsformaat dat groter is dan 480 640 dots.
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit de voorbeeldkaders of in Mijn afbeeldingen.
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Kader toevoegen”
×
1024 dots. “9 foto’s”,
×
1. Selecteer “Voorbeeldkaders” of “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt op het display bevestigd.
3. Druk op .
Opmerking
Foto’s groter dan 240 dots [B]
gebruiken.
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het voorbeeld op volledige schermgrootte weergeven zonder dat de displaytoetsen en indicators te zien zijn.
“Camera”
[Opties] → “Instellingen”
×
320 dots [H] kunt u niet
1. Selecteer “Volledige zoeker”.
Als u wilt terugkeren naar de normale zoeker, kiest u “Normale zoeker”.
Het sluitergeluid selecteren
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Sluitergeluid”
1. U kunt een keuze maken uit de 3 voorbeeldgeluiden.
Opmerking
De functie Fotoserie maakt gebruik van een speciaal sluitergeluid dat niet kan worden gewijzigd.
Het sluitergeluid hoort u ook als de optie “Hoofdvolume” (p. 93) op “Stil” is ingesteld. Dit wordt gedaan om gebruik door onbevoegden te voorkomen.

Functies in de videocameramodus

De opnametijd en het formaat selecteren
“Camera”
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
2. Selecteer het formaat “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)” voor
[Opties] → “Opnametijd/Grootte”
“Voor MMS”: Beperkt de opnametijd tot een lengte
“Max. Duur”: Minder dan 30 minuten (afhankelijk
“Voor MMS”, en het formaat “QVGA(3gp)”, “QVGA(asf)”, “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)” voor “Max. Duur”.
die de netwerkoperator toestaat.
van het geheugen).
Camera 47
Opmerking
Als u voor de opnametijd “Voor MMS” selecteert, is de
bestandsgrootte afhankelijk van de netwerkoperator.
“Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een
opname is gemaakt in de modus Max. Duur.
Videoclips met geluid opnemen
Als u een videoclip met geluid wilt opnemen, moet de microfoon worden aangezet.
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Microfoon”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
Standaard staat de microfoon al aan. Selecteer “Uit” als u een
videoclip zonder geluid wilt opnemen.
De bestandsgrootte wordt kleiner als u een videoclip zonder geluid
opneemt.
Video coderen
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Video coderen”
1. Selecteer de juiste videocodering.
48 Camera

Berichten

Met uw telefoon kunt u SMS-, MMS- en E-mailberichten verzenden en ontvangen.
(M 4)
SMS
Met SMS kunt u tekstberichten van maximaal 765 tekens verzenden. Als een bericht langer is dan 160 karakters, wordt het in meerdere delen opgesplitst.
1
2 4
MMS
Met MMS kunt u multimediaberichten tot 300 KB met afbeeldingen, geluid of videoclips als bijlagen verzenden en ontvangen.

E-mail

Met E-mail kunt u berichten tot 300 KB verzenden.
Opmerking
Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt
af van uw netwerk. Neem c ontact op met uw netwerko perator voor meer informatie.
De maximale berichtgrootte is afhankelijk van de instellingen van
de netwerkoperator.
3
1. Veld voor geadresseerde
2. Berichtveld
3. Indicator voor verzending
4. Indicators voor bijlagen (vanaf links: foto, geluid, videoclip,
overig)
Berichten 49

Een nieuw bericht maken

(SMS/MMS)
“Bericht maken” → “Bericht”
A (E-mail) A
“Bericht maken” → “E-mail”
(M 4-1)
1. Selecteer het adresveld.
2. Selecteer de gewenste methode om het adres in te voeren.
3. Voor een MMS-bericht: voer een E-mailadres of
telefoonnummer in of selecteer dit in het Telefoonboek. Voor een SMS-bericht: voer een telefoonnummer in of selecteer dit. Voor een E-mailbericht: voer een E-mailadres in of selecteer dit.
• Als u meerdere E-mailadressen of telefoonnummers wilt toevoegen, selecteert u het veld voor de geadresseerde, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en vervolgens “Adres toevoegen”. Voer een E-mailadres of telefoonnummer in of selecteer dit in het bestaande Telefoonboek.
• Als u het type geadresseerde wilt wijzigen, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en markeert u de gewenste geadresseerde. Druk op [Opties] en selecteer “Wijzigen in Aan”, “Wijzigen in CC” of “Wijzigen in BCC”.
• Als u een onderwerp wilt toevoegen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Onderwerp toevoegen”.
4. Plaats de cursor in het berichtveld.
5. Voer het bericht in.
6. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkeronderhoek van
het scherm. Druk op en selecteer “Bericht verzenden”.
Nadat het bericht is verzonden, wordt het naar de map Verzonden berichten verplaatst.
Tip
Als u hetzelfde bericht wilt verzenden naar een groep
geadresseerden, selecteert u bij stap 3 de optie “Groep selecteren” en vervolgens de gewenste groepsnaam. Voor bijzonderheden over het maken van een verzendlijst, zie “Een nieuwe verzendlijst maken” op pagina 38.
Een diavoorstelling toevoegen
1. Selecteer “Opties” bij stap 5 onder “Een nieuw bericht
maken” en vervolgens “Dia toevoegen”.
Als u meerdere dia’s wilt toevoegen, selecteert u “Dia toevoegen na” of “Dia toevoegen vóór”.
2. Voer het bericht in.
Als u voor elke dia de duur wilt selecteren, selecteert u de ruimte tussen de dia’s. Druk op [Opties] en selecteer “Tijdsduur dia”, en selecteer vervolgens de gewenste duur.
Tip
U kunt berichten maken die maximaal 300 KB groot zijn. Iedere dia
kan één afbeelding en/of één geluidsbestand of videoclip bevatten.
50 Berichten
Gegevens uit Mijn telefoon bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Foto”, “Geluid” of “Video” in het midden aan de onderzijde van het scherm, en druk vervolgens op .
2. Selecteer “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen geluiden” of
“Opgeslagen video”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of videoclips wilt opnemen, selecteert u “Foto maken”, “Geluid opnemen” of “Video opnemen”.
• Als u JPEG-bestanden bijvoegt, selecteer dan de juiste optie voor wijziging van de grootte. De maximale berichtgrootte voor verzending is namelijk afhankelijk van de netwerkoperator.
Een item uit het Telefoonboek bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op en selecteer “Tel.boek bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen, kiest u “Mijn contactgegev.”.
Een afspraak bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op en selecteer “Afspraak bijsluiten”.
2. Selecteer de gewenste dag met de afspraak die u wilt
bijvoegen.
3. Selecteer de gewenste afspraak.
Bijlagen verwijderen of vervangen
1. Druk bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op pagina 50
op [Opties] en selecteer voor iedere bijlage de betreffende verwijderingsoptie.
De verzendingsopties gebruiken
U kunt de berichtverzendingsopties gebruiken voor elk type bericht.
1. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm en druk vervolgens op en selecteer “Bericht Instellingen”.
“Leesrapport” (“Aan”, “Uit”) (MMS): Met deze optie kunt u instellen of aan de afzender al dan niet een bericht moet worden teruggestuurd met de mededeling dat het bericht is gelezen.
• “Afleverrapport” (“Aan”, “Uit”) (SMS/MMS): Hiermee kunt u de functie afleverrapport aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt u als u wilt dat de geadresseerde u laat weten dat het bericht is ontvangen.
• “Vervaltijd” (“Maximum”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS): Hiermee bepaalt u de vervaltijd voor een bericht dat op de server is opgeslagen.
• “Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Geef de prioriteit aan van opgestelde berichten.
• “Bezorgingstijd” (“Geen uitstel”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS): Met deze optie stelt u de tijdsduur in tot het moment dat het bericht moet worden bezorgd.
Berichten 51
2. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht verzenden”.
Nadat het be richt is verzonden, word t het naar de map Verzon den berichten verplaatst.
Opmerking
De berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is
bij benadering gegeven.
Als een bericht om een of andere reden niet kan worden
verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT staan en wordt op het standby-scherm “ ” weergegeven.
Tip
Om het bericht op te slaan zonder het te verzenden, drukt u bij stap
5 onder “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 op [Opties] en selecteert u “Opslaan in Concepten”.
U kunt de volgende onderdelen met MMS-berichten meesturen.
Meer informatie hierover leest u in de volgende paragrafen.
Gegevens uit Mijn telefoon
Item uit het Telefoonboek
Bestand (afspraak die in de Kalender is gemaakt, item uit het
Telefoonboek), etc.
U kunt de sjabloonfunctie gebruiken om u te helpen bij het
opstellen van uw berichten. Zie “Sjablonen gebruiken” op pagina 31 voor bijzonderheden over deze optie.
Een bericht verzenden vanuit de map Concepten
“Concepten”
A
(M 4-3)
1. Selecteer de gewenste tab, SMS/MMS of E-mail.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken en verzenden”.
3. Pas het bericht desgewenst aan.
4. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht verzenden”.
Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden
(M 4-1-2) (M 4-1-3)
Bij het maken van een nieuw bericht kunt u een voicemailbericht of videoclip opnemen.
Selecteer de gewenste optie.
“Bericht maken” → “Spraakbericht”
A A
“Bericht maken” → “Videobericht”
1. Druk op om de opname te starten.
2. Druk op om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Accepteren” om de opname bij het nieuwe bericht
bij te voegen.
Het bestand wordt opgeslagen in de betreffende map in Mijn telefoon. Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere procedures.
52 Berichten
Berichten lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken.
Het telefoonnummer van een afzender in het Telefoonboek opslaan
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht waarvan u het telefoonnummer of
E-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Adres opslaan”.
Het venster om een nieuw Telefoonboek-item in te voeren verschijnt en het telefoonnummer is al ingevuld. Voor meer informatie over het maken van een nieuw Telefoonboek-item, zie “Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Het telefoonnummer bellen van een afzender dat in het bericht is opgenomen
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht met het telefoonnummer dat u wilt
bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afzender bellen”.
Eén MMS ophalen
“Inbox”
A
1. Selecteer de berichtmelding ( ) van het bericht dat u wilt
ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
Tip
U kunt ook meerdere berichten tegelijkertijd ophalen. Zie
“Meerdere MMS-berichten ophalen”.
Meerdere MMS-berichten ophalen
“Inbox”
A
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Selecteer de gewenste berichtmelding, druk op [Opties] en
selecteer “Selecteren” of “Alle selecteren”.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
De geselecteerde berichten worden tegelijk opgehaald.
Berichten 53
Een bericht beantwoorden of alle berichten beantwoorden
A
“Inbox”
1. Selecteer het bericht waarvan u de afzender wilt
beantwoorden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Beantwoorden” of “Allen
beantwoorden”.
3. Selecteer “Beantwoorden” of “Met geschiedenis”.
4. Voer het bericht in.
5. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht verzenden”.
Een bericht doorsturen
A
“Inbox”
1. Selecteer het bericht dat u wilt doorsturen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer stap 1 t/m 6 uit onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50.
Berichten in de lijst sorteren
“Inbox”
A
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Sorteren”.
3. Selecteer de gewenste sorteeroptie.
Berichten vergrendelen en ontgrendelen
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht dat u wilt vergrendelen of ontgrendelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer “Vergrendelen” of “Ontgrendelen”.
Een afbeelding verzenden met MMS per Post
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar een briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale drukt de afbeelding af en verstuurt deze als briefkaart naar het postadres van de geadresseerde in het MMS-bericht. (In uw telefoon is het adres van de Vodafone-centrale al ingevoerd. Dit kan niet worden gewijzigd.)
(M 4-1-4)
54 Berichten
Een MMS per Post maken
A
“Bericht maken” → “MMS per Post”→ “Opgeslagen
afb.”
1. Selecteer de foto die u wilt verzenden.
Als u nieuwe foto’s wilt maken, selecteert u “Foto maken”. Als de bestandsgrootte van de geselecteerde foto’s in JPEG­formaat of gemaakte foto’s te groot is om te verzenden, wijzig dan de grootte van de foto en probeer het opnieuw.
2. Voer uw bericht in.
U kunt berichten invoeren van maximaal 200 bytes.
3. Voer de geadresseerde in of selecteer deze.
Zie de opmerking hieronder voor bijzonderheden.
• “Naam” (verplicht): Naam van de geadresseerde voor een briefkaart tot maximaal 50 bytes
• “Straat & nummer” (verplicht): Straat en huisnummer tot maximaal 50 bytes
• “Woonplaats” (verplicht): Woonplaats tot maximaal 50 bytes
• “Postcode” (optioneel): Postcode tot maximaal 20 bytes
• “Land” (optioneel): Land tot maximaal 20 bytes
4. Druk op [Opties] en selecteer “MMS per Post”.
Opmerking
De onderdelen “Naam”, “Straat & nummer” en “Woonplaats” zijn
vereist om een briefkaart via MMS per Post te kunnen verzenden.
Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van de
aangeboden dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Als het onderdeel “Land” niet wordt weergegeven, is het niet moge lijk via MMS per Post berichten naar het buitenland te sturen.
Asterisken (sterretjes) die in het bericht of adres zijn ingevoerd,
worden ongeldig als het bericht wordt verzonden, en in de Postcode kunnen geen spaties worden ingevoerd.
Bestanden in het formaat Animation GIF kunt u niet gebruiken voor
MMS per Post.
De beeldkwaliteit van MMS per Post is afhankelijk van het
afbeeldingsformaat.
Berichten 55

Berichtinstellingen

Algemene instellingen
“Bericht Instellingen” → “Algemene instellingen”
A
(M 4-9)
(M 4-9-1)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Thuis downloaden”: Hiermee bepaalt u hoe berichten binnen uw netwerk worden opgehaald.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten onmiddellijk
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt uitgesteld.
• “Onderweg downloaden”: Hiermee bepaalt u hoe berichten worden opgehaald als u buiten uw netwerk aan het roamen bent.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten onmiddellijk
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt uitgesteld.
• “Afleverrapport”: Schakelt verzoek om toezending van het afleverrapport in of uit.
• “Leesrapport”: Schakelt verzoek om toezending van het leesrapport in of uit.
vanaf de server.
vanaf de server.
•“Vervaltijd”: Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren het berichtence ntrum een door u verzonde n bericht mag proberen af te leveren. In deze periode zal het berichtencentrum steeds proberen het bericht bij de geadresseerde af te leveren.
• “Afl.rapp. terugsturen”: Hiermee stelt u in of aan de afzender al dan niet een rapport moet worden verzonden als u een MMS/SMS ontvangt.
• “Leesrapport toestaan”: Hiermee kunt u de leesberichtfunctie aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt u als u wilt dat de geadresseerde u laat weten dat het bericht is gelezen.
• “Ondertekening”: Opent het venster waarin u een handtekening kunt invoeren.
• “Automatisch verwijd.”: Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer Inbox, Verzonden of beide (Inbox en Verzonden) vol zijn.
• “Autom. opnieuw verzenden”: Probeert opnieuw, maximaal twee keer, het eerder niet­verzonden SMS/MMS-bericht te verzenden (keuze tussen “Aan” en “Uit”).
• “Weergave berichtenlijst”: Hiermee kunt u instellen hoe de gegevens in de postbus moeten worden weergegeven. U kunt kiezen uit “Gegevens op 1 regel” en “Gegevens op 2 regels”.
56 Berichten
SMS-instellingen
A
“Bericht Instellingen” → “SMS-instellingen”
(M 4-9-2) (M 4-9-3)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Berichtencentrum”: Voer het telefoonnummer van het berichtencentrum in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer een landcode wilt invoeren, houd dan Q ingedrukt totdat het + teken wordt weergegeven.
• “Indeling”: Selecteer het berichtformaat dat moet worden gebruikt als u een nieuw bericht opstelt.
• “Antwoordmethode”: Bepaal of de antwoordmethode gelijk moet zijn aan de verzendmethode voor een antwoord op een bericht.
• “Optimalisering”: Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden double-byte tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in single-byte tekens en verzonden.
Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens verzonden zoals ze worden weergegeven.
U moet er wel rekening mee houden dat u wellicht dubbel moet betalen voor double-byte tekens die worden verzonden in een SMS-bericht wanneer Optimalisatie op “Uit” is ingesteld.
MMS-instellingen
“Bericht Instellingen” → “MMS-instellingen”
A
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “MMS-accounts”: Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken” om de volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”: MMS-profielnaam (unieke naam) “Proxy”: Proxy-instelling voor MMS “MMSC-adres”: MMSC-adres
• “Tijdsduur dia”: Hiermee stelt u de tijdsduur van een dia in.
• “Max. berichtgrootte”: Stelt de maximale berichtgrootte voor verzending in, en blokkeert de verzending van MMS-berichten die groter zijn dan de ingestelde waarde.
• “Maakmodus”: Als de Maakmodus op “Vrij” is gezet, kunt u alle soorten bestanden aan het bericht toevoegen. Als de Maakmodus op “Beperkt” is gezet, kunt u alleen bepaalde formaten en bestanden tot een bepaalde grootte toevoegen. De instelling “Beperkt” geniet prioriteit boven “Max. berichtgrootte”.
Berichten 57
E-mailinstellingen
A
“Bericht Instellingen” → “E-mailinstellingen”
(M 4-9-4) (M 4-9-5)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Emailaccounts”: Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken” om de volgende instellingen in te voeren.
“Accountnaam”: Accountnaam voor e-mail (unieke
“POP3-server”: Servernaam, gebruikers-id,
“SMTP-server”: Servernaam, gebruikers-id,
“APN”: Toegangspunt voor E-mail “E-mailadres”: E-mailadres
• “Interval downloaden”: Stelt het download-interval in.
• “Max. berichtgrootte”: Stelt de maximale berichtgrootte voor verzending in en blokkeert de verzending van E-mailberichten die groter dan de ingestelde waarde zijn.
naam)
wachtwoord en poo rtnummer voor POP3-server
wachtwoord, poortnummer voor SMTP-server en SMTP-verificatie.
Cell Broadcast
U kunt Cell Broadcast-berichten (informatiediensten) of algemene berichten zoals het weerbericht en verkeersinformatie ontvangen. Deze informatie wordt verspreid onder abonnees in bepaalde netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze mogelijkheid. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcast inschakelen/uitschakelen
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
A “Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Cell Broadcast-berichten lezen
A
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
“Berichten lezen”
1. Selecteer het gewenste onderwerp.
2. Schuif het scherm naar beneden om het bericht te lezen.
3. Druk op [Vorige].
58 Berichten
Taal instellen voor Cell Broadcast-berichten
A
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
“Instellingen”
De huidige taal verschijnt op het scherm.
“Taal”
1. Druk op om uw keuze te maken.
2. Druk op [Opslaan].
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
A “Instellingen”
“Info-onderw. inst.”
[Opties]
1. Selecteer “Toevoeg./Verwijd.”.
2. Selecteer de gewenste pagina.
3. Druk op [Opslaan].
Tip
Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij stap 2 verschijnt,
selecteer dan “Onderwerp instell.” bij stap 1, en voer vervolgens de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw netwerkoperator.
Regio info
Regio info is een berichtenservice voor abonnees in bepaalde gebieden. Als u Regio info ontvangt, verschijnt het bericht (netnummer) in het standby-venster.
Regio info inschakelen/uitschakelen
A
(M 4-9-6)
“Bericht Instellingen” → “Regio info”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
Niet alle mobiele netwerken bieden deze mogelijkheid. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als Regio info is ingesteld op “Aan”, zal de standby-tijd afnemen.
Berichten 59

Vodafone live!

Uw telefoon is al zodanig geconfigureer d dat u verbinding kunt m aken met Vodafone live! en het mobiele Internet*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe mobiele Internet-portal die toegang biedt tot een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en diensten.
Omdat de telefoon gebruik maakt van UMTS, kunt u veel sneller mobiele informatie ophalen dan tot nu toe het geval was. Ook is de verbinding ‘altijd aan’. Dit betekent dat u niet steeds hoeft in te bellen. U hoeft alleen te betalen voor de gegevens die u verzendt of ontvangt, niet voor de duur van uw verbinding.
* Als u problemen met de verbinding ondervindt, neem dan contact
op met de klantenservice van Vodafone.
Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser die wordt gebruikt om te surfen op het mobiele Internet, waar u veel handige informatie kunt opvragen. Normaal gesproken zijn deze pagina’s speciaal gemaakt voor weergave op mobiele telefoons.
Hoofdmenu
“Vodafone live!”
De Vodafone live! servicepagina wordt weergegeven.
“Vodafone live!”
Het scherm voor invoer van de URL wordt weergegeven, zodat u naar de betreffende site kunt gaan.
“Vodafone live!”
Zie pagina 61.
“Vodafone live!”
WAP-informatiemeldingen worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De opgeslagen screenshots worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De geschiedenis wordt weergegeven van de pagina’s die u onlangs hebt bezocht.
“Vodafone live!”
Zie pagina 61.
“Vodafone live!”
“Voer URL in”
“Favorieten”
“Meldingen Postvak IN”
“Opgeslagen pagina’s”
“Geschiedenis”
“Instellingen browser”
60 Vodafone live!

Navigeren door een WAP-pagina

a b c d:
: Hiermee wordt de optie uitgevoerd die aan de
A: Hiermee wordt het optiemenu van de browser gestart.
C: Hiermee wordt een actie geselecteerd die in de
F (kort indrukken):
Favorieten bewerken
“Vodafone live!”
1. Selecteer de gewenste URL en druk op [Opties].
U kunt de favorietenlijst bewerken met de volgende opties: “Openen”: Selecteert een favoriet. “Details”: Geeft gedetailleerde informatie over de
“Pagina verzenden”: Verzendt het URL-adres naar
“Nieuw”: Maakt nieuwe mappen of bookmarks. “Hernoemen”: Wijzigt de naam van bookmarks.
Hiermee kiest u de gewenste optie.
onderzijde van het scherm in het midden wordt weergegeven.
rechterbenedenhoek van het scherm wordt weergegeven. Hiermee krijgt u toegang tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
Hiermee sluit u de browser af.
(indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee schakelt u de telefoon uit.
(M 2-3)
“Favorieten”
WAP-pagina.
geadresseerden.
“URL bewerken”: Bewerkt de URL van de bookmark. “Verplaatsen”: Verplaatst favorieten naar een andere
“Verwijderen”: Verwijdert een favoriet. “Alles verwijderen”: Verwijdert alle favorieten.
Instellingen browser
“Vodafone live!”
“Lettergrootte”: Stelt de lettergrootte van de pagina’s
“Verschuiving”: Stelt de scroll-snelheid in. “Verwijzing”: Geeft aan of de referrer moet worden
“Cookies”: Wijzigt de cookie-instellingen. “Downloads”: Schakelt downloadgegevens van
“Beveiliging”: Wijzigt de beveiligingsinstellingen. “Gepushte inhoud”: Hiermee stelt u in of een pushbericht
“Downloaden naar”: Selecteert de locatie waarnaar de
locatie.
(M 2-7)
“Instellingen browser”
in.
vermeld.
afbeeldingen/geluiden/objecten uit.
moet worden bevestigd.
gegevens moeten worden gedownload.
Vodafone live! 61
De browser-opties
In de WAP-browser hebt u verschillende opties tot uw beschikking.
[Opties]
C
“Selecteren”: Selecteert een WAP-pagina. “Startpagina”: Hiermee gaat u naar de startpagina. “Favorieten”: Zie pagina 61. “Pagina markeren”: Markeert de geselecteerde WAP-
“Deze koppeling opslaan”:
“Items opslaan”: Slaat items van een WAP-pagina op. “Voer URL in”: Gaat naar de WAP-pagina waarvan u
“Geschiedenis openen”: Toont de geschiedenis van pagina’s
“Doorsturen”: Gaat naar de volgende pagina van de
“Pagina opnieuw laden”: Laadt de WAP-pagina opnieuw om de
“Geavanceerd”: Geeft de geavanceerde menu’s weer. “Afsluiten”: Sluit de browser af.
pagina.
Downloadt de gekoppelde WAP­paginagegevens.
het URL-adres opgeeft.
die u eerder hebt bezocht.
weergegeven pagina’s.
nieuwste gegevens op te halen.
De geavanceerde opties
[Opties] → “Geavanceerd”
C
“Opgeslagen pagina’s”: De opgeslagen screenshots worden
“Deze pagina opslaan”: Slaat de WAP-pagina op als een lokaal
“Pagina verzenden”: Verzendt het URL-adres en de titel
“Details”: Geeft gedetailleerde informatie over de
“Browsergegevens”: Bewerkt de browsergegevens. Hier
“In deze pag. zoeken”: Zoekt naar bepaalde woorden op een
“Tekst kopiëren”: Kopieert de tekst op de webpagina. “Instellingen browser”: Geeft de instellingenmenu’s weer. “Browser opn. starten”: Start opnieuw de browser. “Info”: Geeft informatie over de browser
weergegeven.
bestand.
naar geadresseerden.
WAP-pagina.
kunt u de cache/cookies/geschiedenis leegmaken.
WAP-pagina.
weer.
62 Vodafone live!

Muziek

(M 3)

Muziekspeler

De Muziekspeler kan geluidsbestanden van het formaat MP3, AAC en AAC+ afspelen. Als u geluidsbestanden op de achtergrond afspeelt, kunt u andere menu’s gebruiken.
Geluidsbestanden afspelen
“Muziek”
1. Selecteer “Alle muziek” of de gewenste playlist.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Opmerking
Als de modus Stil is geactiveerd, wordt u gevraagd of er al dan niet
geluiden moeten worden afgespeeld.
Als u het laatst afgespeelde bestand wilt afspelen, selecteert u
“Laatst gespeelde muziek”. “Nu afgespeeld” wordt weergegeven als het bestand wordt afgespeeld.
Tip
U kunt naar het hoofdmenu terugkeren terwijl op de achtergrond
het bestand wordt afgespeeld.
U kunt uw eigen playlist maken met alleen de bestanden die u
wenst (p. 64).
“Mijn muziek”
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op . Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
Bij stap 2 kunt u de toon instellen. Druk op [Opties] en selecteer
“Toonregeling”. Maak uw keuze uit “Normaal”, “Bas”, “Surround” of “Surround bas”.
Bij stap 2 kunt u het afspeelpatroon selecteren. Druk op [Opties]
en selecteer “Afspeelpatroon”. “Normaal”: Speelt alle bestanden in de geselecteerde map
éénmaal af en stopt daarna.
“Herhalen”: Speelt bestanden in de geselecteerde map
continu af.
“Alles herhalen”: Speelt alle bestanden in de geselecteerde map
af.
“Willekeurig”: Spee lt de bestanden in de geselecteerde ma p in
willekeurige volgorde af.
U kunt de Muziekspeler naar wens aanpassen met de volgende
toetsen:
a/ b: Verhoogt of verlaagt het volume. b (indrukken en ingedrukt houden): Dempt het geluid. d: Springt naar het volgende bestand. c: Keert terug naar het bovenste gedeelte van het huidige
bestand.
d (indrukken en ingedrukt houden): Vooruitspoelen. c (indrukken en ingedrukt houden): Terugspoelen. F: Speelt het bestand af op de achtergrond.
Muziek 63
Een bestand zoeken om af te spelen
“Muziek”
“Mijn muziek”
1. Selecteer “Alle muziek” of de gewenste playlist.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
3. Voer de eerste paar letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven en het gevonden bestand wordt geselecteerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U kunt een playlist met gewenste bestanden maken.
“Muziek”
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
1. Selecteer het bestand dat u aan de playlist wilt toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Voor bijzonderheden over het toevoegen van een playlist, zie “Een nieuwe playlist toevoegen”.
3. Selecteer de gewenste map.
Het bestand dat u bij stap 1 hebt geselecteerd wordt opgeslagen. Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u het bestand en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Een nieuwe playlist toevoegen
“Muziek”
“Mijn muziek”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
2. Voer de gewenste naam van de playlist in.
3. Druk op .
Opmerking
Als u een playlist wilt verwijderen, selecteert u de playlist en drukt
u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
Muziekbestanden downloaden
“Muziek”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de muziekbestanden kunt downloaden.
Opmerking
Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators beschikbaar. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Naar muziekwinkel”
(M 3-3)
64 Muziek

Mijn telefoon

Mijn telefoon bevat verschillende soorten afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens. Mijn telefoon bevat voorts vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP-pagina’s die u kunt gebruiken voor het downloaden. U kunt ook via infrarood of afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.

Mijn afbeeldingen

U kunt foto’s opslaan die met een digitale camera zijn genomen of afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen. U kunt afbeeldingen in de volgende formaten opslaan: JPEG, PNG, WBMP en GIF.
Afbeeldingen bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6)
(M 6-1)
“Mijn afbeeldingen”
Bluetooth
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt bekijken.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Afbeeldingen als achtergrond gebruiken
“Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand dat u als achtergrond wilt gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergrond”.
Een afbeelding opslaan bij een item in het Telefoonboek
U kunt deze optie alleen gebruiken voor afbeeldingen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
“Mijn telefoon”
1. Selecteer het bestand dat u aan het Telefoonboek wilt
toevoegen.
“Mijn afbeeldingen”
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan contacten toev.”.
Als u bestaande gegevens wilt overschrijven, selecteert u de gegevens die u wilt bewaren. Als u de gegevens wilt opslaan als een nieuw item, selecteert u “Als nieuw contact”. Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Afbeeldingen bewerken
“Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Foto-editor”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
“Foto-editor” is voor sommige afbeeldingen mogelijk niet
beschikbaar (bijv. afbeeldingen waarop auteursrechten rusten).
Mijn telefoon 65
Grootte aanpassen
U kunt de grootte van een afbeelding aanpassen aan het doel waarvoor u de foto wilt gaan gebruiken.
“Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand waarvan u de grootte wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Grootte wijzigen”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
“Grootte wijzigen” is voor sommige afbeeldingen (bijv.
afbeeldingen waarop auteursrechten rusten) niet beschikbaar.
Tip
Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Afbeeldingbestanden downloaden
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de afbeeldingbestanden kunt downloaden.

Geluiden & Ringtones

De gedownloade geluidsbestanden en de AMR-gegevens die zijn opgenomen met de functie Geluidopname, worden opgeslagen in Geluiden & Ringtones. De standaardringtones bevinden zich niet in Geluiden & Ringtones. Alleen de geluidsbestanden die u met de telefoon kunt afspelen, worden in Geluiden & Ringtones opgeslagen.
“Mijn afbeeldingen” → “Nieuwe ophalen”
(M 6-2)
Geluidsbestanden afspelen
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Om het afspelen te stoppen, drukt u op .
Opmerking
Sommige geluidsbestanden kunnen niet worden afgespeeld.
Een geluidsbestand als ringtone gebruiken
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u als ringtone wilt gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringtone inst.”.
Opmerking
Muziekbestanden van het AMR-formaat kunnen niet als ringtone
worden gebruikt.
Tip
Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Geluidsbestanden downloaden
“Mijn telefoon” ophalen”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de geluidsbestanden kunt downloaden.
“Geluiden & Ringtones” → “Nieuwe
66 Mijn telefoon

Video’s

U kunt gebruik maken van videoclips die zijn opgenomen door een videocamera of gedownload van Internet-sites voor mobiele toepassingen.
Videoclipbestanden afspelen
“Mijn telefoon”
(M 6-4)
“Video’s”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op . Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op . Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
Een videoclip gebruiken als ringvideo
U kunt uw telefoon zo instellen dat een videoclip wordt afgespeeld als de telefoon overgaat.
“Mijn telefoon”
“Video’s”
1. Selecteer de gewenste videoclip.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringvideo inst.”.
Tip
Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Videoclipbestanden downloaden
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclipbestanden kunnen worden gedownload.

Andere documenten

Sommige bestandstypen worden in de map Andere documenten van de telefoon opgeslagen. U kunt deze bestanden op dezelfde manier gebruiken en bewerken als de bestanden in Mijn telefoon.
Een documentbestand openen
“Mijn telefoon”
“Video’s” → “Nieuwe ophalen”
(M 6-6)
“Andere documenten”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Tip
Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Mijn telefoon 67

Gemeenschappelijke menuopties

Met DRM beveiligde bestanden activeren
Sommige afbeeldingen, geluidsbestanden en videoclips zijn voorzien van een programma dat kopiëren onmogelijk maakt. Dat programma heet DRM (Digital Rights Management). Als u deze bestanden wilt openen, moet u ze digitaal activeren. Bestanden die met DRM zijn beveiligd, worden aangeduid met .
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
1. Selecteer het bestand dat u wilt activeren.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Activeren”.
Opmerking
Sommige afbeeldingen met DRM kunt u niet openen, zelfs niet
nadat u ze hebt geactiveerd.
Gegevens van Mijn telefoon verzenden
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50. Voor bijzonderheden over op pagina 111. Voor bijzonderh eden over infraroodinstellingen , zie “Infrarood” op pagina 113.
Opmerking
Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen/geluiden/videoclips
kunnen niet met een bericht worden meegestuurd, met uitzondering van bestanden in Apart Afleveren.
Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor
de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
Als u een afbeeldingsbestand wilt verzenden, selecteert u “Als
MMS per Post” bij stap 3.
Bluetooth
-instellingen, zie “Bluetooth”
68 Mijn telefoon
Gegevens ontvangen voor Mijn telefoon
Wanneer de telefoon gegevens voor Mijn telefoon ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel standby staat.
1. Druk op [Ja].
De ontvangen gegevens worden opgeslagen in de betreffende map van Mijn telefoon.
Tip
Voor bijzonderheden over de infrarood- of Bluetooth-instellingen,
zie “Verbindingen” op pagina 111.
Gegevens van Mijn telefoon gebruiken
U kunt de gegevens die u hebt opgeslagen in Mijn telefoon kopiëren, verplaatsen, sorteren, een andere naam geven en verwijderen.
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer de gewenste optie.
“Verplaatsen”: Verplaatst bestanden naar een andere map.
“Kopiëren”: Kopieert bestanden. Selecteer de map
“Map maken”: Maakt een nieuwe map. “Meervoudige selectie”:
“Sorteren”: Sorteert het bestand. Selecteer de
Selecteer de map waarnaar u de bestanden wilt verplaatsen.
waarnaar u het bestand wilt kopiëren.
Selecteert meerdere bestanden.
bestanden die u wilt sorteren.
De naam van een bestand wijzigen
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Hernoemen”.
Een bestand verwijderen
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Mijn telefoon 69
De details bekijken van Mijn telefoon
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Selecteer het bestand waarvan u de details wilt zien.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Details”.
Gegevens van Mijn telefoon uploaden
U kunt uw afbeeldings-, geluids- of videoclipbestanden verzenden naar het MMS Album.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
1. Selecteer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar MMS Album”.
Opmerking
Auteursrechtelijk beschermde afbeeldings-, geluids- en
videoclipbestanden kunt u niet uploaden, met uitzondering van bestanden in Apart Afleveren.
Meerdere bestanden selecteren
U kunt in Mijn telefoon meerdere items selecteren en deze verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
Opmerking
De procedure hieronder is van toepassing wanneer andere opties
dan “Nieuwe ophalen” zijn geselecteerd.
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen” → [Opties]
“Geluiden & Ringtones” → [Opties]
“Video’s” → [Opties]
“Andere documenten” → [Opties]
1. Selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Druk op om de gewenste bestandsnamen aan te vinken.
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
Tip
Als u het vinkje wilt verwijderen, selecteert u het bestand opnieuw
of selecteert u “Deselecteren” bij stap 4.
Als u alle bestanden wilt selecteren, kiest u “Alle selecteren” bij
stap 4. Als u de selectie van alle bestanden wilt opheffen, kiest u “Alles deselect.”.
70 Mijn telefoon

Games & toepassingen

Voor bijzonderheden over Vodafone-specifieke toepassingen, zie “Games & toepassingen” op pagina 72.

Mijn sjablonen

U kunt maximaal 50 tekstsjablonen opslaan die u in uw SMS- en MMS-berichten kunt gebruiken. Voor één enkel tekstsjabloon kunt u maximaal 256 karakters gebruiken.
Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen
“Mijn telefoon”
(M 6-5)
“Mijn sjablonen” → “Nwe sjabloon toev.”
(M 6-3)
1. Voer de tekst in en druk vervolgens op .
Mijn sjablonen bewerken
“Mijn telefoon”
“Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
Als u de tekstsjabloon wilt bekijken, drukt u op [Opties] en selecteert u “Tonen”. Als u de tekstsjabloon wilt verwijderen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Verwijderen”.
3. Wijzig de tekst en druk vervolgens op .
Mijn sjablonen verzenden
“Mijn telefoon”
“Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Sjabloon verzenden”.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u de geheugenstatus van het telefoongeheugen of de geheugenkaart controleren. De geheugenstatus is van toepassing op de volgende onderdelen:
Telefoongeheugen: Opgeslagen downl., Mijn afbeeldingen,
Geheugenkaart: Mijn afbeeldingen, Video’s, Mijn ringtones,
“Mijn telefoon”
(M 6-7)
Video’s, Mijn ringtones, Overig, Totaal en Vrij
Overig, Totaal en Vrij
“Geheugenstatus”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
Mijn telefoon 71

Amusement

Games & toepassingen

Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafone-specifieke toepassingen worden gebruikt. Om deze toepassingen te kunnen gebruiken, moet u ze vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen downloaden. Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een netwerk.
Opmerking
Toepassingen kunnen lokaal worden uitgevoerd (geen verbinding),
of via een netwerk (waarbij gebruik wordt gemaakt van Internet­sites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/ spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Toepassingen downloaden
“Amusement” toepassingen”
(M 1)
(M 1-1)
(M 1-1-1)
“Games & toepassingen” → “Games &
“Meer downloads”
1. Selecteer de gewenste toepassing.
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd om te bevestigen wat u gaat ontvangen. Nadat u de informatie in het bevestigingsscherm hebt gecontroleerd, kunt u de toepassing downloaden.
2. Druk op om het downloaden te starten.
3. Druk op als u klaar bent.
Opmerking
Op sommige informatieschermen is gebruikersverificatie vereist
voordat de toepassing kan worden gedownload.
Toepassingen uitvoeren
“Amusement” toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de titel van de toepassing die u wilt uitvoeren.
De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij gebruik van toepassingen waarvoor een netwerkverbinding nodig is, kunt u aangeven dat verbinding met het netwerk moet worden gemaakt.
2. Als u de toepassing wilt beëindigen, drukt u op F en
selecteert u “Einde”.
Instellen als achtergrond voor het hoofddisplay
“Amusement” toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer het bestand dat u wilt gebruiken als achtergrond.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergr. instellen”.
72 Amusement
Toestemming instellen
U kunt de toestemming voor geselecteerde Java™-toepassingen instellen.
“Amusement” toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
3. Selecteer een van de volgende opties:
“Telefoongesprek”: Geeft al dan niet toestemming voor het
“Webtoegang”: Geeft al dan niet toestemming om
“Berichten verz.”: Geeft al dan niet toestemming om taken
“Autom. uitvoeren”: Geeft al dan niet toestemming om
“Lokale verbinding”: Geeft al dan niet toestemming om
“Gebruik.geg. lezen”: Geeft al dan niet toestemming om
“Gebr.geg. schrijv.”: Geeft al dan niet toestemming om in uw
voeren van spraakgesprekken.
gebruik te maken van het netwerk.
met betrekking tot MMS- en SMS­berichten uit te voeren.
programma’s automatisch uit te voeren.
verbinding te maken met lokale apparaten.
gebruikersgegevens te lezen, zoals de items in het Telefoonboek, de postbus (Postvak IN) en gegevens in Mijn telefoon.
telefoon items in te voeren, zoals items in het Telefoonboek, de postbus (Postvak IN) en gegevens in Mijn telefoon.
“Multimedia gebr.”: Geeft al dan niet toestemming om
multimedia-opnamen te gebruiken.
“Locatietoegang”: Geeft al dan niet toestemming om de
toegangsfunctie bij te werken.
4. Selecteer een van de volgende opties:
“Sessie”: Het bevestigingsbericht wordt niet
weergegeven totdat u het programma verlaat, terwijl de uitvoering van de API van de opgegeven functiegroep geautoriseerd wordt.
“Eenmalig”: Elke keer dat de API van de opgegeven
functiegroep wordt uitgevoerd, wordt het bevestigingsbericht weergegeven.
“Algemeen geldig”: Het bevestigingsbericht wordt niet
weergegeven totdat het programma wordt verwijderd of totdat u de instellingen wijzigt, terwijl uitvoering van de API van de opgegeven functiegroep geautoriseerd wordt.
“Nee”: Uitvoering van de API van de opgegeven
functiegroep wordt niet geautoriseerd.
Opmerking
Als u alle toestemmingsinstellingen wilt wissen, selecteert u
“Reset” bij stap 3.
Niet voor alle Java™-toepassingen zijn alle toestemmingen
beschikbaar.
Amusement 73
Toepassingsgegevens bekijken
U kunt gegevens van Java™-toepassingen bekijken.
“Amusement” toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Informatie”.
Een toepassing verwijderen
U kunt een toepassing uit het telefoongeheugen verwijderen.
“Amusement” toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.

Instellingen

Toepassingsvolume
U kunt het volume van de toepassing (bijvoorbeeld de geluidseffecten) op een van de vijf niveaus instellen, of uitzetten. Als het profiel is i ngesteld op “Stil”, krijgt de ins telling van “Hoofdvolume” (p. 93) de voorkeur.
“Amusement”
“Toepassingsvolume”
(M 1-1-2)
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Druk op a (of d) om het volume te verhogen, of druk op b
(of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op .
Displayverlichting
“Amusement”
“Displayverlichting” → “Aan/uitzetten”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Standaardinstell.”.
“Aan”: Verlichting brandt terwijl de toepassing
“Uit”: Brandt niet terwijl de toepassing actief is,
“Standaardinstell.”: Gebruikt de standaardinstellingen van de
Knipperinstelling selecteren
Met deze instelling wordt de displayverlichting door de toepassing geregeld. Als deze optie op “Uit” is ingesteld, kan de displayverlichting vanuit de toepassing niet worden ingeschakeld.
“Amusement”
“Displayverlichting” → “Knipperen”
actief is.
ook niet als er een toets wordt ingedrukt.
displayverlichting (p. 99).
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
74 Amusement
Trilalarm
Wanneer in de toepassing het trilalarm is ingesteld, kunt u dit in- of uitschakelen.
“Amusement”
“Trilalarm”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Oproepen & alarminstellingen
U kunt aan inkomende oproepen en het alarm een bepaalde prioriteit geven die van toepassing is als er een toepassing actief is.
“Amusement”
“Oproep & alarminst.”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Spraakoproep”, “Video-oproep”, “Inkomend
bericht” of “Alarm”.
2. Selecteer de gewenste methode.
• “Gespreksprioriteit”, “Prioriteit bericht” of “Alarmprioriteit”: De toepassing wordt automatisch onderbroken en u kunt het gesprek of bericht aannemen, of het alarm klinkt. Nadat het gesprek is beëindigd, het bericht is gelezen of het alarm is afgelopen, wordt het onderbrekingspictogram ( ) getoond om u te laten weten dat er een onderbroken toepassing actief is.
• “Gespreksindicatie”, “Berichtmelding” of “Alarmindicatie”: Op de eerste regel van het scherm wordt een marquee (verschuivende tekst) weergegeven terwijl de toepassing wordt voortgezet. Als u op D drukt, wordt de toepassing onderbroken, en kunt u het gesprek of bericht ontvangen. Nadat het gesprek is beëindigd of het bericht is gelezen, wordt het onderbrekingspictogram ( ) getoond om u te laten weten dat er een onderbroken toepassing actief is.
Achtergrond
U kunt achtergrondtoepassingen downloaden voor het standby­scherm en instellen hoe lang de achtergrond actief moet blijven.
“Amusement”
“Achtergrond” → “Aan/uitzetten”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Zie “Instellen als achtergrond voor het hoofddisplay” op pagina 72 voor verdere procedures.
De activeringstijd selecteren
“Amusement”
“Achtergrond” → “Activeringstijd”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer met het toetsenblok in twee cijfers de activeringstijd in.
De beëindigingstijd selecteren
“Amusement”
“Achtergrond” → “Beëindigingstijd”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Stel in na welke tijdsduur de achtergrond moet worden
beëindigd. Maak hierbij een keuze tussen “na 15 min.” en “na 6 uur”.
Amusement 75
De Surround Sound instellen
“Amusement”
“Surround”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Standaardinstellingen
Alle instellingen van “Games & toepassingen” kunnen worden gereset naar de standaardinstelling.
“Amusement”
“Standaard instel.”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer uw toestelcode in.
Het geheugen wissen
De Java™-toepassingen in het telefoongeheugen kunnen worden gereset.
“Amusement”
“Geheugen wissen”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer uw toestelcode in.
Java™-informatie
“Amusement” informatie”
De informatie over de licenties van Java™ wordt weergegeven.

TV & video

Videoclipbestanden afspelen
“Amusement”
(M 1-1-3)
“Games & toepassingen” → “Java
(M 1-2)
(M 1-2-4)
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op . Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
Tip
U kunt de Videospeler naar wens aanpassen met de volgende
toetsten:
a/b: Verhoogt of verlaagt het volume. b (indrukken en ingedrukt houden): Dempt het geluid. d: Springt naar het volgende bestand. c: Keert terug naar het bovenste gedeelte van het huidige
bestand.
d (indrukken en ingedrukt houden): Vooruitspoelen. c (indrukken en ingedrukt houden): Terugspoelen.
Een bestand zoeken om af te spelen
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
4. Voer de eerste paar letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven en het gevonden bestand wordt geselecteerd.
76 Amusement
Een bestand aan de playlist toevoegen
U kunt een playlist met gewenste bestanden maken.
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand dat u aan de playlist wilt toevoegen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Voor bijzonderheden over het maken van een playlist, zie “Een nieuwe playlist toevoegen”.
5. Selecteer de gewenste map.
Het bestand dat u bij stap 3 hebt geselecteerd wordt opgeslagen. Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u het bestand en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Een nieuwe playlist toevoegen
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
3. Voer de gewenste naam van de playlist in.
4. Druk op .
Opmerking
Als u een playlist wilt verwijderen, selecteert u de playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
Een videoclipbestand bewerken
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
5. Selecteer de gewenste optie.
“Bijsnijden”: Selecteert het gebied dat moet worden
“Ondertitel”: Maakt een ondertitel voor het bestand.
bijgesneden.
Amusement 77
Instellingen
U kunt voor “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” en “Weergavegrootte” een afspeelmodus selecteren die wordt gebruikt als u videoclipbestanden afspeelt.
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand waarvoor u de afspeelmodus wilt
wijzigen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Instellingen”.
5. Selecteer “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” of
“Weergavegrootte”.
6. Maak een keuze uit de volgende opties:
• “Afspeelpatroon” “Normaal”: Speelt alle bestanden in de
“Herhalen”: Speelt bestanden in de geselecteerde
“Alles herhalen”: Speelt alle bestanden in de
“Willekeurig”: Speelt de bestanden in de geselecteerde
• “Displayverlichting” “Aan”: Licht is aan als het bestand wordt
“Uit” Licht is uit als het bestand wordt
“Standaardinstell.”: Gebruikt de standaardinstellingen van de
geselecteerde map éénmaal af en stopt daarna.
map continu af.
geselecteerde map af.
map in willekeurige volgorde af.
afgespeeld.
afgespeeld, zelfs als u een toets indrukt.
displayverlichting (p. 99).
• “Weergavegrootte” “Oorspr. grootte”: Toont het bestand op originele grootte. “Vergroten”: Toont het bestand vergroot. “Volledig scherm”: Toont het bestand op volledige
(M 1-2-5)
SD VIDEO
Videoclips die zijn opgenomen door een videocamera of gedownload van Internet-sites voor mobiele toepassingen, kunnen ook met SD VIDEO worden gebruikt.
“Amusement”
schermgrootte.
“Tv & video” → “SD VIDEO”
1. Selecteer het gewenste bestand.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op . Als u met afspelen wilt stoppen, drukt u op C. Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u de playlist en drukt u op [Opties] en selecteert u “Verwijderen”.
Videoclipbestanden downloaden
“Amusement”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclipbestanden kunnen worden gedownload.
Videoclipbestanden afspelen
Het laatste bestand afspelen
“Amusement”
“Tv & video” → “Nieuwe video’s ophalen”
“Tv & video” → “Laatst afgespeelde video”
(M 1-2-3)
(M 1-2-1)
78 Amusement
Streaming
U kunt videoclips afspelen op hetzelfde moment dat u deze van het mobiele netwerk downloadt.
Bovendien kunt u het adres van de website als favoriet opslaan.
“Amusement”
(M 1-2-2)
“Tv & video” → “Streaming”
1. Maak uw keuze uit “Laatst afgesp. streaming”, “Voer URL in”,
“Favoriet”, “Toegangslog” of “Weergavegrootte”.
“Laatst afgesp. streaming”:
“Voer URL in”: Voer het gewenste website-adres in. De
“Favoriet”: Het adres van de website wordt vastgelegd. “Toegangslog”: Toont de logs van de website die u hebt
“Weergavegrootte”:
Toont het laatste streaming-bestand.
browser wordt geopend en het downloaden en afspelen wordt gestart.
bezocht. Vanuit de log kunt u de streaming starten.
Selecteer “Oorspr. grootte”, “Vergroten” of “Volledig scherm”.
Amusement 79

Organiser & toepassingen

Kalender

Met de optie Kalender kunt u voor elke datum of tijd gemakkelijk afspraken of activiteiten plannen.
U kunt uw kalender-items desgewenst via infrarood of Bluetooth naar een PC verzenden, zodat dezelfde gegevens ook elders beschikbaar zijn. Als u gegevens uitwisselt met andere apparaten, kunnen de weergegeven datum en tijd verschillen van die van de oorspronkelijke gegevens, al naargelang het gegevensformaat van het ontvangende apparaat.
Een nieuw item invoeren
“Organiser en toep.”
(M 7-1)
“Kalender”
(M 7)
1. Selecteer de dag waarvoor u een activiteit wilt plannen.
2. Selecteer “Nieuw item toev.”.
3. Voer het onderwerp in.
4. Geef de locatie op.
5. Selecteer de gewenste categorie.
6. Voer de startdatum en de starttijd in.
7. Geef de tijdsduur op.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste einddatum en eindtijd op.
8. Selecteer de tijd waarop u aan de activiteit wilt worden
herinnerd.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste datum en tijd voor de herinnering op.
9. Druk op [Opslaan].
Opmerking
Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt het
invoervenster voor datum en tijd weergegeven (p. 100).
Het herinneringsalarm gaat niet af als “Hoofdvolume” (p. 93) op
“Stil” is ingesteld.
Een andere herinneringstoon of herinneringsvideo selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of de gewenste videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een ringtone toewijzen” op pagina 94.
80 Organiser & toepassingen
De duur van de herinneringstoon of herinneringsvideo wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het toetsenblok in twee cijfers de gewenste tijd invoeren.
De herhalingsoptie van de herinnering wijzigen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer de gewenste herhalingsoptie.
Een omschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw item.
2. Voer een omschrijving in van de afspraak.
De afspraak geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het invoerscherm.
2. Selecteer “Aan” om de gegevens geheim te maken of
selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Een afspraak bekijken
“Organiser en toep.”
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt weergeven.
Zoeken op datum
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties] en
selecteer “Ga naar”.
2. Selecteer “Vandaag” om de huidige dag weer te geven, of
“Voer datum in” om de gewenste datum in te voeren.
Tip
De maand- of weekweergave kunt u als volgt naar wens instellen:
Maandweergave
P: Toont de vorige maand. R: Toont de volgende maand. Q: Toont de weekweergave. K: Verplaatst de cursor naar vandaag. c/d: Verplaatst de cursor naar links (de vorige dag) of naar
rechts (de volgende dag).
a/b: Verplaatst de cursor naar boven (vorige week) of naar
beneden (volgende week).
Weekweergave
P: Toont de vorige week. R: Toont de volgende week. Q: Toont de maandweergave. K: Verplaatst de cursor naar vandaag. c/d: Verplaatst de cursor naar links (de vorige dag) of naar
rechts (de volgende dag).
a/b: Verplaatst de weekweergave naar boven of naar
beneden (het vorige uur of volgende uur).
Organiser & toepassingen 81
Een afspraak bewerken
“Organiser en toep.”
“Kalender”
1. Selecteer de dag en de afspraak die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer het gewenste item en breng uw wijzigingen aan.
4. Druk op [Opslaan].
Afspraken verwijderen
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties] en
selecteer “Verwijderen”.
2. Selecteer de gewenste optie.
“Deze afspraak” (dagweergave):
“Alles deze dag”: Verwijdert alle afspraken van de
“Alles deze week” (weekweergave):
“T/m vorige week” (weekweergave):
“Alles deze maand” (maandweergave):
“T/m vorige maand” (maandweergave):
Verwijdert de geselecteerde afspraak.
geselecteerde dag.
Verwijdert alle afspraken van de geselecteerde week.
Verwijdert alle afspraken vóór de huidige week.
Verwijdert alle afspraken van de geselecteerde maand.
Verwijdert alle afspraken vóór de huidige maand.
“Alle afspraken” (week- en maandweergave):
Een afspraak verzenden
“Organiser en toep.”
Verwijdert alle afspraken uit deze toepassing.
“Kalender”
1. Selecteer de dag en afspraken inclusief terugkerende
afspraken die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50. Voor bijzonderheden over op pagina 111. Voor bijzonderh eden over infraroodinstellingen , zie “Infrarood” op pagina 113.
Opmerking
Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor
de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
Een afspraak ontvangen
Wanneer de telefoon een afspraak ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als de telefoon standby staat.
Bluetooth
-instellingen, zie “Bluetooth”
1. Druk op [Ja].
De ontvangen afspraak wordt in de Kalender opgeslagen. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
Voor bijzonderheden over het instellen van infrarood of Bluetooth,
zie “Verbindingen” op pagina 111.
82 Organiser & toepassingen
De geheugenstatus bekijken
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geheugenstatus”.

Alarm

(M 7-2)
Het alarm instellen
Met de alarmfunctie kunt u op een opgegeven tijdstip worden gealarmeerd.
Als u dat nog niet gedaan had, moet u de huidige datum en tijd instellen voordat u de alarmfunctie kunt instellen.
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Selecteer de blanco instelling.
2. Voer de gewenste tijd in.
3. Druk op [Opslaan].
De herhaalopties instellen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Eenmaal”, “Iedere dag” of “Gesel. dagen”.
“Eenmaal”: Het alarm gaat slechts éénmaal af. “Iedere dag”: Het alarm gaat elke dag op het ingestelde
“Gesel. dagen”: Het alarm gaa t op de geselecteerde dag van
tijdstip af.
de week op het ingestelde tijdstip af.
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Ringtone/video toew.” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video toewijzen”.
3. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een ringtone toewijzen” op pagina 94.
De snooze van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Snooze” in het scherm Alarm instellen.
2. Selecteer de gewenste snooze-optie.
Het alarmvolume wijzigen
1. Selecteer “Alarmvolume” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Druk op a (of d) om het volume te verhogen, of druk op b
(of c) om het volume te verlagen.
Opmerking
Het alarm gaat niet af als “Alarmvolume” op “Stil” is ingesteld. Als
het profiel is ingesteld op “Stil”, krijgt de instelling van “Hoofdvolume” (p. 93) de voorkeur.
Organiser & toepassingen 83
Het trilalarm van de alarmtoon instellen
1. Selecteer “Trilalarm” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie “Trilalarm” op pagina 96.
De duur van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Duur” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer de gewenste duur.
Een alarminstelling resetten
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Selecteer het alarm dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw instellen”.
Alle alarminstellingen resetten
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Selecteer “Alles wissen”.

Rekenmachine

Met de rekenmachinefunctie kunt u met 4 rekenkundige functies berekeningen uitvoeren van maximaal 12 cijfers.
“Organiser en toep.”
De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk:
Als u een decimaalpunt wilt invoeren, drukt u op P. Als u het ingevoerde cijfer of de ingevoerde functie wilt wissen, drukt u op U. Als u berekeningen wilt uitvoeren, drukt u op . Als u een nieuwe berekening wilt starten, drukt u op U.
Valuta omrekenen
U kunt de rekenmachine ook gebruiken als een valutacalculator om een vreemde valuta naar of van uw eigen valuta om te rekenen met een door u ingevoerde wisselkoers.
(M 7-3)
“Rekenmachine”
84 Organiser & toepassingen
Een wisselkoers voor een valuta instellen
“Organiser en toep.” “Valuta omrekenen
“Rekenmachine” → [Opties] →
“Wisselkoers”
1. Selecteer “Eigen” of “Buitenlands”.
2. Voer de wisselkoers van de valuta in.
Een waarde omrekenen
“Organiser en toep.”
“Rekenmachine”
1. Voer de waarde in die moet worden omgerekend.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Valuta omrekenen”.
3. Selecteer “Naar eigen valuta” of “Naar buitenl. val.”.

Geluidopname

Hiermee kunt u een memo opnemen, die u kunt gebruiken om u aan geplande afspraken te herinneren of die u met een MMS-bericht kunt meesturen. De opgenomen memo wordt opgeslagen in Opgeslagen geluiden. Memo’s worden in het AMR-formaat opgeslagen.
Een memo opnemen
“Organiser en toep.”
(M 7-4)
“Geluidopname”
1. Druk op om de opname te starten.
Als u de opname wilt stoppen voordat de opnametijd voorbij is, drukt u op .
2. Selecteer “Opslaan” om de memo op te slaan.
Opmerking
Druk op a (of V) of b (of W) om het volume bij te stellen terwijl
u het opgenomen bestand afspeelt.
Memo’s verzenden
“Organiser en toep.”
“Geluidopname”
1. Druk op om de opname te starten.
2. Druk op om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Opslaan en verzenden”.
4. Selecteer “Als Bericht”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50.
De opnametijd selecteren
“Organiser en toep.” “Opnametijd”
“Geluidopname” → [Opties] →
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
Als u “Max. Duur” selecteert, worden memo’s automatisch opgeslagen op een geheugenkaart.
Opslaglocatie selecteren
“Organiser en toep.” “Nieuwe geluiden opslaan”
“Geluidopname” → [Opties] →
1. Selecteer de gewenste locatie.
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u de locatie opgeven waar de memo moet worden opgeslagen.
Organiser & toepassingen 85

Scanner

Met de ingebouwde digitale camera kunt u teksten en barcodes (streepjescodes) in het Jan-formaat en QR-codes lezen, en QR-codes maken. U kunt de gescande gegevens als item in het Telefoonboek, als URL, als E-mailadres en als tekst opslaan.
Opmerking
Als het scannen niet wordt uitgevoerd, kan dat een van de
Barcodes lezen
“Organiser en toep.”
(M 7-5)
volgende oorzaken hebben: type en formaat van de barcode, krassen, vuil, schade, afdrukkwaliteit, lichtreflectie, etc.
“Scanner” → “Barcode scannen”
1. Geef de barcode weer met de externe camera.
2. Druk op .
3. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gescande gegevens. “Open link”: De browser opent de URL. “URL kopiëren”: De URL wordt gekopieerd. “Bericht verzenden”: Het resultaat wordt verzonden als SMS of
“Kopiëren”: Het resultaat wordt gekopieerd.
Continu scannen
MMS.
1. Druk in de scanmodus op [Opties] en selecteer “Continu
scannen”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Een barcodebeeld openen
“Organiser en toep.”
“Scanner” → “Barcode openen”
1. Selecteer de gewenste beeldgegevens voor de barcode.
De gescande gegevens bekijken
“Organiser en toep.”
“Scanner” → “Scanresultaten”
1. Selecteer de gegevens die u wilt bekijken en druk vervolgens
op .
QR-codes maken
“Organiser en toep.”
“Scanner” → “QR-code maken”
1. Selecteer de gewenste optie.
“Tekstinvoer”: Maakt een QR-code van de tekst die u hebt
“Mijn telefoon”: Maakt een QR-code van de gegevens in
ingevoerd.
Mijn telefoon.
2. Voer de gewenste tekst in of selecteer de gewenste gegevens
en druk vervolgens op .
3. Druk op om op te slaan.
Tip
De QR-code wordt opgeslagen in een bestand van het PNG-
formaat.
86 Organiser & toepassingen
Tekst scannen
“Organiser en toep.”
“Scanner” → “Tekst scannen”
1. Geeft met de camera tekst weer.
2. Als de balk onder de gescande tekst blauw is, drukt u op .
3. Druk op a of b om de gewenste tekst te selecteren en druk
vervolgens op .
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
“OK”: Het scanresultaat verschijnt in het
“Select./bew.”: Het scanresultaat kan worden bewerkt. “Modus wijzigen”: Het scanresultaat kan worden
Omgekeerde tekst
tekstinvoerscherm.
geconverteerd naar een webadres, e-mailadres, telefoonnummer of naar tekst.
1. Druk in de scanmodus op [Opties] en selecteer “Omgekeerde
tekst”.
2. Maak uw keuze uit de opties “Autom.”, “Normaal” of
“Omgekeerde tekst”.

E-Book

Met deze functie kunt u E-Book-bestanden (XMDF- of Tekstbestanden) bekijken die zijn opgeslagen op een geheugenkaart.
“Organiser en toep.”
(M 7-6)
“E-Book”
1. Selecteer het gewenste bestand.
Als u omhoog en omlaag (naar de vorige of volgende regel) door het scherm wilt schuiven, drukt u op a of b. Als u naar de vorige of de volgende pagina’s wilt gaan, drukt u op c of d.
2. Druk op F als u klaar bent.
Tip
Als er een gesprek binnenkomt terwijl de zoeker is ingeschakeld of
wanneer u een E-Book verlaat, dan wordt automatisch “Autom. bladwijzer1” toegevoegd op de laatste pagina die u hebt bekeken. De pagina met de bladwijzer wordt dan automatisch geopend wanneer u de volgende keer het bestand selecteert. De nieuwe bladwijzer is nu “Autom. bladwijzer1”, en de vorige bladwijzer wordt “Autom. bladwijzer2”.
Een bladwijzer toevoegen
U kunt maximaal twee bladwijzers toevoegen aan elk E-Book­bestand.
“Organiser en toep.”
“E-Book”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bladwijzer”.
3. Selecteer “Bladwijzer1” of “Bladwijzer2”.
Opmerking
E-Book-bestanden kunnen niet worden bekeken terwijl “Muziek”
of “Games & toepassingen” wordt gebruikt.
Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl de E-Book-functie is
geactiveerd, verschijnt er een bevestigingsbericht en keert uw telefoon terug naar standby.
Organiser & toepassingen 87

Stopwatch

U kunt met de stopwatch-functie 4 rondetijden opslaan.
“Organiser en toep.”
(M 7-7)
“Stopwatch”
1. Druk op om te starten.
Druk op [LAP] om de rondetijd te bekijken voordat de stopwatch stopt. De laatste 4 rondetijden worden opgeslagen.
2. Druk op om te stoppen.
Tip
U kunt de rondetijden en de eindtijd in Mijn sjablonen opslaan door
op [Opties] te drukken en “Opsl. als sjabloon” te kiezen.
De tijd resetten
1. Nadat de stopwatch is gestopt, drukt u op [Opties] en kiest u
“Reset”.

Taken

(M 7-8)
U kunt taken invoeren met een datum en tijd.
Een nieuw item invoeren
“Organiser en toep.”
“Taken”
1. Selecteer “Nieuw item toev.”.
2. Voer het onderwerp in.
3. Voer de datum en tijd in.
4. Selecteer de tijd waarop u aan de taak wilt worden herinnerd.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste datum en tijd voor de herinnering op.
5. Druk op [Opslaan].
Opmerking
Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt het
invoervenster voor datum en tijd weergegeven (p. 100).
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een ringtone toewijzen” op pagina 94.
88 Organiser & toepassingen
De duur van de alarmtoon of video wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het toetsenblok in twee cijfers de gewenste tijd invoeren.
Een beschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw item.
2. Voer een beschrijving in van de taak.
De taak geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Aan” om de gegevens geheim te maken of
selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Een taak aanmerken als voltooid of onvoltooid
“Organiser en toep.”
“Taken”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op .
3. Druk in het scherm op [Opties] en selecteer “Controleren”.
Als u de taak als onvoltooid wilt aanmerken, selecteert u “Deselecteren”.
Een taak verzenden
“Organiser en toep.”
“Taken”
1. Selecteer de taak die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50. Voor bijzonderheden over Bluetooth-instellingen, zie “Bluetooth” op pagina 111. Voor bijzonderheden over infraroodinstellingen, zie “Infrarood” op pagina 113.
Opmerking
Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor
de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
De geheugenstatus bekijken
“Organiser en toep.”
“Taken”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geheugenstatus”.
Taken verwijderen
“Organiser en toep.” “Verwijderen”
“Taken” → [Opties] →
1. Selecteer de gewenste optie.
“Deze taak”: Verwijdert de geselecteerde taak. “Alle voltooide taken”: Verwijdert alle afgevinkte taken. “Alle taken”: Verwijdert alle taken.
Organiser & toepassingen 89

Wereldklok

De tijdzone instellen
“Organiser en toep.”
(M 7-9)
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Tijdzone instellen”.
De huidige tijdzone wordt met de rode lijn op de wereldkaart aangegeven.
2. Druk op c of d om de tijdzone te wijzigen.
3. Druk op .
Een aangepaste tijdzone selecteren
“Organiser en toep.”
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Tijdzone instellen”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Zone aanpassen”.
3. Voer de naam van de gewenste stad en de tijd in.
De zomertijd instellen
“Organiser en toep.”
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Zomertijd”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.

Aftel-timer

“Organiser en toep.” → “Aftel-timer”
(M 7-10)
1. Voer de tijd in die moet worden afgeteld.
U kunt een tijd invoeren tussen 1 seconde en 60 minuten.
2. Druk op om het aftellen te starten.
3. Druk op om een pauze in te lassen.
Als u nogmaals op drukt, wordt het aftellen voortgezet.
4. Als het aftellen is voltooid, drukt u op [Annuler.] en vervolgens
op als u het aftellen opnieuw wilt starten.
De afteltijd bewerken
1. In het startscherm van de Aftel-timer drukt u op [Opties] en
selecteert u “Bewerken”.
2. Pas de tijd naar wens aan.

Uitgavenoverzicht

U kunt een uitgavenoverzicht maken met vooraf gedefinieerde of uw eigen categorieën.
Gegevens toevoegen aan een Uitgavenoverzicht
“Organiser en toep.” kostenpost toev.”
(M 7-11)
(M 7-11-1)
“Uitgavenoverzicht” → “Nw
1. Voer met de cijfertoetsen de uitgaven in.
2. Selecteer de gewenste categorie.
Het Uitgavenoverzicht wordt bijgewerkt.
90 Organiser & toepassingen
Totalen bekijken
“Organiser en toep.”
De ingevoerde uitgaven worden op het scherm weergegeven.
Het bedrag wijzigen
(M 7-11-2)
“Uitgavenoverzicht” → “Totalen”
1. Selecteer het gewenste item in het totaaloverzicht.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bedrag wijzigen”.
3. Voer met de cijfertoetsen het gewenste bedrag in.
Een ingevoerd item of alle items verwijderen
1. Selecteer het gewenste item in het totaaloverzicht.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Item verwijderen” of “Alles
verwijderen”.
De categorienaam wijzigen
“Organiser en toep.” bewerken”
(M 7-11-3)
“Uitgavenoverzicht” → “Categ.
1. Selecteer de gewenste categorienaam.
2. Wijzig de naam.

Help

(M 7-12)
U kunt de helpfunctie als richtlijn gebruiken bij het gebruik van de telefoonfuncties.
“Organiser en toep.”
“Help”
1. Druk op a of b.
Organiser & toepassingen 91

SIM-toepassingen

U kunt de informatie raadplegen op de SIM/USIM-kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer bijzonderheden.
(M 11)
92 SIM-toepassingen

Instellingen

Profielen

U kunt de ringtone, het geluid, het trilalarm en de lichtinstellingen voor elk profiel aan uw wensen aanpassen.
Er zijn 6 profielen: “Normaal”, “Vergadering”, “Actief”, “Auto”, “Headset” en “Stil”.
Een profiel activeren
“Instellingen”
(M 12)
(M 12-1)
“Profielen”
1. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het standby-
scherm het corresponderende symbool. De symbolen vindt u op pagina 17.
Tip
Houd tijdens standby R kort ingedrukt om in de
Profielinstellingen heen en weer te schakelen tussen de modus Stil en het laatst geactiveerde profiel.
Profielinstellingen terugzetten naar de standaardinstelling
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt terugzetten naar de
standaardinstelling.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Standaard instel.”.
3. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “9999”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 108.
Volume
U kunt voor inkomende spraakgesprekken, SMS/MMS/ E-mailberichten en andere geluiden (“Hoofdvolume”) het volume instellen op zes niveaus, of voor al deze opties (behalve voor het “Hoofdvolume”) een oplopend volume instellen.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Volume”.
4. Selecteer “Voor inkomend gesprek”, “Voor nieuw bericht” of
“Hoofdvolume”.
5. Druk op a (of d) om het volume van het belsignaal te
verhogen, of druk op b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op .
Als u “Oplopend volume” wilt selecteren, drukt u bij niveau 5 op a (of d). Als u “Stil” wilt selecteren, drukt u bij niveau 1 op b (of c).
Tip
U kunt kiezen uit twee niveaus of een oplopend volume als u het
profiel “Stil” selecteert.
Instellingen 93
Een ringtone toewijzen
U kunt een ringtone kiezen uit 28 tonen: 5 patronen, 13 geluidseffecten en 10 melodieën. U kunt als standaardringtone ook een geluid selecteren in Opgeslagen ringtones, behalve geluiden in het AMR-formaat.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep” of “Voor video-oproep”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de ringtone die u wilt gebruiken.
Als u de ringtone eerst wilt afspelen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Afspelen”.
8. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen” voor “Stand.
ringtones” of “Selecteren” voor “Mijn ringtones”.
Opmerking
Bij verwijdering van een ringtone die een geluid uit Geluiden &
Ringtones gebruikt, blijft de instelling ongewijzigd en wordt de standaardringtone gebruikt. Als u een ringtone verwijdert die u als ringtone gebruikt, wordt de standaardringtone gebruikt.
Een ringvideo toewijzen
U kunt een videoclipbestand in Opgeslagen video als de standaard­ringvideo selecteren.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep” of “Voor video-oproep”.
5. Selecteer “Video toewijzen”.
6. Selecteer de ringvideoclip die u wilt gebruiken.
Als u de video eerst wilt bekijken, drukt u op [Opties] en selecteert u “Afspelen”.
7. Druk op [Opties] en selecteer “Selecteren”.
94 Instellingen
Berichtmelding
Als u een bericht ontvangt, zal de telefoon u hiervan op de hoogte brengen door middel van de ringtone of ringvideo die u hiervoor hebt geselecteerd.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Als “Ringtone toewijzen” is geselecteerd, selecteert u “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of ringvideo.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone of ringvideo, zie “Een ringtone toewijzen” of “Een ringvideo toewijzen” op pagina 94.
7. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen” voor “Stand.
ringtones” of “Selecteren”.
8. Selecteer “Voor nieuw bericht” en selecteer “Duur”.
9. Voer de gewenste duur in.
Toetstonen
Als u toetstonen hebt ingeschakeld, hoort u telkens wanneer u een toets indrukt een bevestigingstoon.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Toetstonen”.
5. Selecteer het gewenste tonenpatroon.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen”.
Waarschuwingstoon
Uw telefoon laat een waarschuwingstoon horen als er een fout optreedt.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Waarsch.-toon”.
5. Selecteer “Toon” of “Duur”.
Voor “Toon”: selecteer “Uit”, “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”. Voor “Duur”: selecteer de gewenste tijd tussen 0,5 en 2 seconden.
Instellingen 95
Geluid bij in-/uitschakelen
De telefoon kan zo worden ingesteld dat u een geluid hoort als u de telefoon in- of uitschakelt. U kunt de duur en melodie van het geluid instellen.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Opstartgeluid” of “Afsluitgeluid”.
5. Selecteer “Ringtone” of “Duur”.
Voor “Ringtone”: selecteer “Uit”, “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
Trilalarm
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Trilalarm”.
4. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Tip
Wanneer u bij stap 4 de optie “Aan geluid kopp.” selecteert,
pulseert het trilalarm synchroon met de door u geselecteerde ringtone. Houd er rekening mee dat niet alle ringtones de optie “Aan geluid kopp.” ondersteunen.
Als u bij stap 4 “Aan” of “Aan geluid kopp.” selecteert, wordt op
het standby-scherm “ ” weergegeven.
Signaallampje
Wanneer de lam poptie ingeschakeld is, knippert het toestellampje als de telefoon een gesprek of bericht ontvangt.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Signaallampje”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De lichtkleur wijzigen
U kunt voor elk profiel een keuze maken uit 7 kleuren en 1 patroon.
1. Selecteer bij stap 5 onder “Signaallampje” de optie
“Lampkleur”.
2. Selecteer de gewenste kleur.
Tip
Als u bij stap 2 “Disco” kiest, knipperen alle 7 kleuren achter
elkaar.
96 Instellingen
Statuslampje
Wanneer de lampoptie ingeschakeld is, knippert het toestellampje of het lampje aan de zijkant wanneer u gesprekken of nieuwe berichten hebt gemist.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Statuslampje”.
4. Selecteer “Voor gemiste oproep” of “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan(Toestellampje)”, “Aan(Lampje)” of “Uit”.
De lichtkleur wijzigen
U kunt een keuze maken uit 7 kleuren wanneer “Statuslampje” is ingesteld op “Aan(Toestellampje)”.
1. Selecteer bij stap 5 onder “Statuslampje” de optie “Kleur
toestellampje”.
2. Selecteer de gewenste kleur.
Antwoord met willekeurige toets
U kunt een oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve F, U en [In gespr.]. Zie “Een spraakoproep beantwoorden” op pagina 21 voor bijzonderheden.
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Antw. willek. toets”.
4. Selecteer “Aan” of “Uit”.

Het display instellen

U kunt de instellingen van het display wijzigen.
De achtergrond selecteren
Voor het standby-scherm zijn 5 afbeeldingen bijgeleverd. Als achtergrond kunt u ook gebruik maken van foto’s die met de digitale camera zijn genomen of afbee ldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Mijn afbeeldingen instellen
“Instellingen”
(M 12-2)
(M 12-2-1)
“Display-instellingen” → “Achtergrond”
1. Selecteer “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer de gewenste afbeelding.
3. Druk na het weergeven van de afbeelding op .
Opmerking
Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het
afbeelding- of gegevenstype.
Als er al een afbeelding uit Mijn afbeeldingen is geselecteerd, dan
wordt deze bij stap 1 weergegeven. Druk op [Wijzigen] en selecteer de gewenste afbeelding.
Instellingen 97
Systeemafbeeldingen
De telefoon kan zo worden ingesteld dat afbeeldingen worden weergegeven bij het aan- of uitzetten van de telefoon, bij ontvangst van een inkomend gesprek of tijdens het alarm.
U kunt foto’s gebruiken die zijn gemaakt met een digitale camera of afbeeldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Standaardafbeelding/patroon gebruiken
“Instellingen” “Systeemafbeeldingen”
(M 12-2-2)
“Display-instellingen” →
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Stand.afbeeld.” wanneer u bij stap 1 de optie
“Aanzetten telefoon” of “Uitzetten telefoon” selecteert.
Selecteer “Rinkelen 1”, “Rinkelen 2” of “Rinkelen 3” als u bij stap 1 “Inkomend gesprek” of “Alarm” selecteert.
Afbeelding gebruiken uit Mijn afbeeldingen
“Instellingen” “Systeemafbeeldingen”
“Display-instellingen” →
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Mijn afbeeldingen”.
3. Selecteer de gewenste afbeelding.
4. Druk na het weergeven van de afbeelding op .
5. Geef met de navigatietoetsen het gebied aan dat u wilt
weergeven.
Opmerking
Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het
afbeelding- of gegevenstype.
Als er al een afbeelding uit Mijn afbeeldingen is geselecteerd, dan
wordt deze bij stap 2 weergegeven. Druk op [Wijzigen] en selecteer de gewenste afbeelding.
De dikte van de letters instellen
“Instellingen” “Lettertype-inst.”
“Display-instellingen” →
(M 12-2-3)
1. Selecteer “Smal”, “Normaal”, “Vet” of “Vetter”.
Er wordt een voorbeeld van de geselecteerde letterdikte weergegeven.
Begroeting selecteren
U kunt instellen welk bericht moet worden weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.
“Instellingen” “Aan/uitzetten”
(M 12-2-4)
“Display-instellingen” → “Begroeting” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
2. Selecteer “Bericht bewerk.” en voer het bericht in (maximaal
10 karakters).
98 Instellingen
Displayverlichting
De displayverlichting zal uitgaan als u de toetsen van het toetsenblok een tijd lang niet indrukt. U kunt instellen hoeveel tijd u wilt laten verstrijken voordat de displayverlichting uitgaat. Een kortere tijdsduur verlengt de levensduur van de batterij.
Tip
De displayverlichting van deze telefoon is standaard ingesteld op
15 seconden.
De duur van de displayverlichting instellen
“Instellingen” “Displayverlichting”
(M 12-2-5)
“Display-instellingen” →
“Tijd verstreken”
1. Selecteer de gewenste duur.
Selecteer “Uit” om de displayverlichting uit te zetten.
De helderheid van de displayverlichting instellen
“Instellingen” “Displayverlichting” → “Helderheid”
“Display-instellingen” →
1. Druk op a en b om uit 4 niveaus een helderheid te kiezen.
2. Druk op .
De spaarstand van het display instellen
Het display van de telefoon zal na een door u ingevoerde tijd automatisch uitgaan. U kunt de duur instellen voordat de spaarstand wordt ingeschakeld. Een kortere tijdsduur verlengt de levensduur van de batterij.
“Instellingen” spaarstand”
“Display-instellingen” → “Display
(M 12-2-6)
1. Selecteer de gewenste duur.
De spaarstand van het display is standaard ingesteld op 2 minuten.
Opmerking
De spaarstand van het display werkt niet terwijl u belt, of als u WAP
of een toepassing gebruikt.
De spaarstand van het display annuleren: De spaarstand van het
display duurt voort totdat er een toets wordt ingedrukt of er een oproep binnenkomt. De eerste toets die u indrukt, heeft alleen tot gevolg dat de spaarstandfunctie wordt geannuleerd. U moet vervolgens een tweede toets indrukken om numerieke waarden of tekst in te voeren.
Video-output instellen
Met de optionele kabel kunt u de telefoon op een ander apparaat zoals een tv of video aansluiten om de afbeeldingen of videoclips weer te geven die op de telefoon zijn opgeslagen. Daarnaast kunt u ook de gegevens weergeven die op de geheugenkaart zijn opgeslagen.
De Output-functie aanzetten
Sluit eerst uw telefoon met de optionele kabel op het andere apparaat aan.
“Instellingen”
“Aan/uitzetten”
(M 12-2-7)
“Display-instellingen” → “Video-output”
1. Selecteer “Aan”.
Selecteer “Uit” in het Output-scherm als u klaar bent.
Opmerking
Als u de telefoon sluit, kunt u geen gegevens naar het aangesloten
apparaat verzenden.
Output van sommige afbeeldingen en videoclips is niet mogelijk.
Instellingen 99
Loading...