Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Limited dat het toestel
903SH in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het
volgende Internet-adres:
http://www.sharp-mobile.com
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe UMTS 903SH telefoon.
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u
snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en
functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens
kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens
verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen
aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere
wijze niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist
gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik
van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de
batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte verantwoordelijkheid voor
financiële schade of claims van derden die het gevolg zijn van het
gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval
van gestolen creditcardnummers, verlies of wijziging van
opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende
ondernemingen.
• De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding kan
afwijken van het scherm van uw toestel.
De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden
mogelijk niet in alle gevallen door alle netwerken ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoor delijkheid voor inhoud, informatie,
enz. die van het netwerk wordt gedownload.
• Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels
verschijnen. Dit heeft echter geen enkele invloed op de functies of
prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door
auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen
worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privédoeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden
gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan
uitoefenen of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete
toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden
auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of
gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de
auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor
schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik
van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden vermeden.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding1
Powered by JBlend™ Copyright 1997-2005 Aplix
Corporation. All rights reserved.
JBlend and all JBlend-based trademarks and logos
are trademarks or registered trademarks of Aplix
Corporation in Japan and other countries.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the
following United States Patents and/or their domestic or foreign
counterparts and other patents pending, including U.S. Patents:
4,675,863: 4,779,262: 4,785,450: 4,811,420: 5,228,056: 5,420,896:
5,799,010: 5,166,951: 5,179,571 & 5,345,467
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos.
5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554;
Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United
Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329;
Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463
(96927260.8) DE/DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat.
Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending
worldwide.
®
/Micro3D Edition™
is a registered trademark of HI Corporation
miniSD™ is a trade mark of SD Card Association.
is a registered trademark of
RealNetworks, Inc.
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc.
and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks
and trade names are those of their respective owners.
Licensed by QUALCOMM Incorporated under one or more of the following
United States Patents and/or their counterparts in other nations ;
4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501
5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239
5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338
5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797 5,659,569
5,710,784 5,778,338
®
Flash™ technology by Macromedia, Inc.
CP8 PATENT
2Inleiding
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Visual Patent
Portfolio License voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik, op basis waarvan
een consument (i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Video
Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video mag decoderen die is
gecodeerd door een consument in het kader van een persoonlijke en nietcommerciële activiteit en/of die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen
licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u opvragen bij
MPEG LA. Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Systems Patent
Portfolio License voor het coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Systems
Standard, behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s noodzakelijk zijn voor
het coderen in verband met (i) gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op
fysieke media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii) gegevens
waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die naar een eindgebruiker worden
verzonden voor permanent(e) opslag en/of gebruik. Een dergelijke extra licentie kan
worden verkregen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com voor verdere
bijzonderheden.
MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie onder licentie van Fraunhofer IIS en
Thomson.
Handige functies en mogelijkheden
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Videogesprekken. U kunt met elkaar spreken terwijl u elkaar op het
scherm ziet.
• 3D- en Java™-games/toepassingen in kleur met een grafische
versneller. U kunt ook via het mobiele Internet verschillende games
en toepassingen downloaden vanaf de Vodafone-site.
• Een ingebouwde digitale camera om foto’s en videoclips te maken.
• Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS-berichten.
• MMS (Multimedia Messaging Services) om uw telefoon op
verschillende manieren aan uw persoonlijke wensen aan te
passen.
• E-mail waarmee u berichten tot 300 KB kunt verzenden en
berichten met bijlagen kunt ontvangen.
• Een WAP-kleurenbrowser om informatie op te vragen op het
mobiele Internet.
• Uw eigen ringtones en ringvideo’s. U kunt gedownloade geluids- of
videoclipbestanden gebruiken als ringtone of ringvideoclip.
• Een muziekspeler waarmee u geluidsbestanden van het formaat
MP3, AAC en AAC+ kunt afspelen.
• Gedownloade geluiden en videoclips afspelen.
• Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en
afspelen.
• Een draadloze Bluetooth
®
-interface om met bepaalde apparaten
contact te maken en gegevens over te zenden. U kunt
afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons
waarop OBEX is geactiveerd.
• Een infrarood-interface voor datacommunicatie. U kunt
afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons
waarop OBEX is geactiveerd.
• Een gegevenssynchronisatiefunctie om op het Internet items uit
het Telefoonboek bij te werken.
• Een schema-alarm voor het maken en verzenden van schemaitems met alarminstellingen.
• Video-output. U kunt uw telefoon op andere apparaten aansluiten,
zoals een tv of video, om Java™ gegevens, afbeeldingen of
videoclips weer te geven.
• Met de ingebouwde digitale camera kunt u teksten en
streepjescodes lezen en QR codes maken.
• Een miniSD™-geheugenkaartsleuf waarmee u met de
geheugenkaart verbinding kunt maken met een PC.
Index ............................................................................. 130
Overzicht van de menufuncties ................................... 132
6Inhoudsopgave
Uw telefoon
Controleer het volgende zorgvuldig. In het pakket moeten zich de
volgende onderdelen bevinden:
• UMTS/GSM 900/1800/1900/GPRS telefoon
• Lithium-ionbatterij
• Batterijdeksel
• Batterijlader
•Stereo Handsfree-kit
• Gebruikershandleiding
• Snelstartgids
• CD-ROM
• miniSD™ geheugenkaart
• Videokabel
Uw telefoon7
Beginnen
21
1
2
3
4
5
6
7
8
8Beginnen
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
23
22
24
25
26
27
28
29
24
30
31
32
1. Luistergedeelte
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
abcdVerplaatst de cursor om een menu-
item te selecteren, etc.
Pijltoetsen omhoog/
omlaag:
Toont items uit het Telefoonboek
vanuit standby.
Pijltoets links: Toont Postvak IN vanuit standby.
Pijltoets rechts: Toont de maandelijkse of wekelijkse
kalender vanuit standby.
3. Middelste toets:Toont het hoofdmenu vanuit standby,
en voert functies uit.
4. Linkerdisplaytoets:
A
Voert de functie linksonder in het
scherm uit.
Toont het berichtenmenu vanuit
standby.
5. Toets Verzenden/
Opnieuw kiezen:
D
6. Sneltoets:
S
7. Voicemail-toets:
G
Om een nummer te bellen of een
gesprek te beantwoorden, toont de
gespreksregisters vanuit standby.
Opent het snelmenu om toegang te
krijgen tot de gewenste
toepassingen.
Houd deze toets even ingedrukt om
verbinding te maken met de
Voicemail-centrale (afhankelijk van
de SIM-kaart).
8. */Shift-toets:
P
Om te wisselen tussen kleine letters,
hoofdletters en cijfers. U hebt vier
mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en
abc in het tekstinvoerscherm.
Druk tijdens standby op deze toets
om P, ?, – of * in te voeren.
Houd tijdens standby deze toets even
ingedrukt om het toetsenblok te
vergrendelen.
9. Subcamera (interne camera)
10. Hoofddisplay
11. Microfoon (voor de weergavestand van het display)
12. Rechterdisplaytoets:CVoert de functie rechtsonder in het
scherm uit.
Opent “Vodafone live!” door vanuit
standby de browser te openen.
13. Einde/AAN/UIT-toets:FBeëindigt een gesprek en zet het
toestel aan/uit.
14. Wissen/Terug-toets:UOm de karakters links van de cursor
te verwijderen, terug te keren naar
het vorige scherm, etc.
15. Muziektoets:
E
Toont het menu Muziek vanuit
standby.
16. Toetsenblok
Beginnen9
17. #/Stil-toets:
R
Toont het symboolscherm op het
tekstinvoerscherm.
Houd deze toets even ingedrukt om
een andere taal te kiezen in het
tekstinvoerscherm.
Schakelt de flits/hulplamp aan of uit
in de cameramodus.
Houd tijdens standby deze toets ingedrukt
om in de Profielinstellingen heen en weer
te schakelen tussen de laatst
ingeschakelde modus en de modus Stil.
18. Microfoon
19. Camera (Externe camera)
20. Batterijdeksel
21. Ingebouwde antenne:Waarschuwing: Dek de bovenzijde
van de telefoon niet met uw hand af
wanneer u de telefoon gebruikt. De
prestaties van de ingebouwde
antenne kunnen hierdoor nadelig
worden beïnvloed.
22. Toestellampje:Wordt in de cameramodus gebruikt
als flits/hulplamp.
23. Infraroodpoort:Verzendt en ontvangt gegevens via
infrarood.
24. Stereo-luidsprekers
25. Lampje:Wordt gebruikt als oplaadindicator
voor de batterij, signaallampje en
statuslampje.
26. Zijtoetsen (V/W):
(In de weergavestand van het display
werken deze twee toetsen omgekeerd.)
Verplaatst de selectie omhoog of omlaag.
Druk op deze toets tijdens standby of tijdens
een gesprek om het volume van het
luistergedeelte te verhogen of te verlagen.
27. Menu-toets:
X
28. Camera-toets:
Y
29. Annuleertoets:
Z
Voert in de weergavestand van het
display de functie uit in de
linkeronderzijde van het scherm.
Toont vanuit standby het hoofdmenu,
en voert in weergavestand van het
display de geselecteerde functie uit.
Houd deze toets even ingedrukt om
de camera te activeren.
Als de telefoon in de weergavestand
staat: druk tijdens een inkomend
gesprek deze toets in om het gesprek
te beantwoorden.
Voert in de weergavestand van het
display de functie uit in de
rechteronderzijde van het scherm.
Houd deze toets even ingedrukt om
het toestellampje in te schakelen. U
kunt de lampkleuren wijzigen door V
of W in te drukken terwijl het
toestellampje ingeschakeld is.
Houd deze toets even ingedrukt om
een inkomend gesprek te weigeren.
Als de telefoon in de weergavestand
staat: druk tijdens een inkomend
gesprek deze toets in om aan de
beller een in-gesprek-toon te
verzenden.
Als de telefoon in de weergavestand
staat: druk deze toets in om het
gesprek te beëindigen.
10Beginnen
30. Deksel geheugenkaartsleuf
31. VIDEO UIT/Connector voor Stereo Handsfree-kit
Externe connector
32.
:Om de oplader of USB-
gegevenskabel aan te sluiten.
De SIM-kaart en batterij plaatsen
1. Schuif het batterijdeksel open ().
1
2
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van de
batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de
bovenzijde van de batterij in de batterijsleuf (). Plaats
vervolgens de batterij in de telefoon ().
4
3
4. Plaats het batterijdeksel terug.
Opmerking
• Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat u de standaardbatterij (XN-1BT70) gebruikt.
SIM-kaart
Beginnen11
De SIM-kaart en batterij verwijderen
1. Controleer of de telefoon uit staat en dat de oplader en andere
accessoires zijn losgekoppeld. Schuif het batterijdeksel open.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en verwijder
de batterij uit de telefoon.
3. Houd voorzichtig omlaag terwijl u de SIM-kaart uit de
SIM-houder schuift ().
1
2
Hoe u zich ontdoet van de batterij
Het toestel wordt door een batterij van energie voorzien. Houd u aan
de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een
inzamelingspunt voor chemisch afval, uw leverancier of de
klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur, dompel de
batterij niet in water en geef de batterij niet met het gewone
huishoudelijke afval mee.
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Werp lege batterijen
niet weg, maar lever ze in als
KCA.
12Beginnen
De batterij opladen
Voordat u de telefoon voor de eerste keer kunt gebruiken, moet u de
batterij minimaal 140 minuten opladen.
De oplader gebruiken
1. Open het deksel van de externe connector aan de onderzijde
van de telefoon en sluit de oplader op de externe connector
aan. Houd hierbij de zijkanten van de oplader ingedrukt (zie de
pijlen). Sluit de oplader vervolgens aan op een stopcontact.
Lampje
Het lampje gaat branden.
Normale oplaadtijd: Circa 140 minuten
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de conditie van de
batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 122.)
De oplader verwijderen
Als het opladen is voltooid, gaat het lampje uit.
1. Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact en trek de
oplader vervolgens uit de externe connector van de telefoon.
2. Sluit het deksel.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw
telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen
maken. Zie “Batterij” op pagina 122 voor bijzonderheden.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan de batterij via het
sigarettenaanstekerpunt in uw auto worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De huidige batterijstatus wordt rechtsboven in het hoofddisplay
weergegeven.
Beginnen13
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij leeg raakt, klinkt er een alarm en verschijnt
“” in het hoofddisplay.
Als u de telefoon gebruikt en dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo
snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is
een normale werking niet meer gegarandeerd.
2. Open het deksel van de geheugenkaartsleuf en plaats de kaart
in de telefoon met de labelzijde naar boven gericht.
3. Steek de geheugenkaart helemaal naar binnen totdat deze
vast klikt.
4. Sluit het deksel.
Opmerking
• Schakel het toestel uit voordat u de geheugenkaart plaatst.
• Zorg ervoor dat u de kaart niet ondersteboven of achterstevoren in
de telefoon steekt.
• Verwijder het deksel van de geheugenkaart niet als de
geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer er gegevens naar
de kaart worden geschreven. Daardoor kan de kaart beschadigd
en onbruikbaar worden.
• Houd geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen.
Tip
• U ziet de volgende indicators als de geheugenkaart in gebruik is:
: Verschijnt als de kaart is geplaatst.
: Verschijnt als de kaart beschadigd of onbruikbaar is.
: Verschijnt als de kaart wordt gelezen of als er gegevens naar
de kaart worden geschreven.
: Verschijnt als de kaart wordt geformatteerd.
De geheugenkaart verwijderen
1. Open de afdekking van de geheugenkaartsleuf en duw de
geheugenkaart iets naar binnen tot deze naar buiten springt.
Verwijder de kaart en sluit de afdekking.
Opmerking
• Schakel het toestel uit voordat u de geheugenkaart verwijdert.
• Verwijder de geheugenkaart niet als de geheugenkaart wordt
geformatteerd of wanneer er gegevens naar de kaart worden
geschreven.
14Beginnen
De Stereo Handsfree-kit aansluiten
1. Open de afdekking van de connector waarop de Stereo
Handsfree-kit moet worden aangesloten.
2. Sluit de Stereo Handsfree-kit aan.
De telefoon aan- en uitzetten
Om uw telefoon aan of uit te zetten, moet u F circa 2 seconden lang
ingedrukt houden.
De PIN-code invoeren
Indien u de PIN-code hebt geactiveerd, wordt u gevraagd uw PINcode en toestelcode in te voeren nadat u de telefoon hebt aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
De PIN-code is 4 tot 8 cijfers lang.
2. Druk op .
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt
de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code inschakelen/
uitschakelen” op pagina 107.
• Als u de klok nog niet hebt ingesteld, verschijnt het invoerscherm
voor datum en tijd (p. 100).
Alle Telefoonboek-items kopiëren vanaf de SIM-kaart
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en het
Telefoonboek start, dan wordt u gevraagd of u Telefoonboek-items
vanaf de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de scherminstructies uit. U
kunt ook op een later tijdstip items vanaf de SIM-kaart kopiëren met
behulp van het menu Telefoonboek. Dit doet u als volgt:
→
“Contacten”
“Contacten beheren” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.
Toetsenblokvergrendeling
U kunt het toetsenblok vergrendelen om te voorkomen dat de toetsen
per abuis worden ingedrukt.
Het toetsenblok vergrendelen
1. Druk tijdens standby op P en houd deze toets even
ingedrukt.
Als u de vergrendeling wilt opheffen, drukt u op P en houd u
deze toets even ingedrukt.
Tip
• Noodnummers (112, etc.) kunnen altijd worden ingevoerd en
gebeld, ook als het toetsenblok is vergrendeld.
Beginnen15
Display-indicators
Indicatorgebied
RechterdisplaytoetsLinkerdisplaytoets Middelste
toets
1./: Sterkte van het ontvangen signaal/netwerk buiten
bereik
: 3G (UMTS)/GPRS
: GSM/GPRS
: Bezig met roamen buiten netwerk
2.:Vliegmodus
3.:Gegevensuitwisseling met extern apparaat
4./:Verbinding met de server [ingeschakeld/bezig met
communicatie]
5./:Spraakoproep [inkomend/gesprek gaande]
6./ / : Videogesprekscommunicatiemodus ingeschakeld
[spraak en video/spraak/video]
7./ :Waarschuwingen [SMS-bericht en MMS-bericht/email]
8.:Doorschakelen van “Spraakoproepen” ingesteld op
“Altijd”
9./ /: WAP/OTA Provisioning-meldingen [WAP-melding/
OTA-Provisioning-melding/WAP- en OTAProvisioning-meldingen]
10.:De geheugenkaart is geplaatst
11. ////:
Verbindingsstatus
[USB-kabel/Infrarood bezig met
gegevensuitwisseling/Bluetooth-instelling
[geactiveerd (tijdens standby of behalve tijdens
standby)/bezig met gegevensuitwisseling/bezig
met spreken via de Bluetooth-headset]]
U kunt het toestel op de volgende drie manieren openen: de normale
stand, de zelfportretstand en de weergavestand
Normale stand ()
1. Klap het toestel open totdat het display stopt, zoals afgebeeld.
Beginnen17
Zelfportretstand ()
2. Draai het display 180° met de klok mee.
Gebruik deze stand om met de externe camera een zelfportret te
maken.
Draai het display niet tegen de klok in. Hierdoor kan het toestel
beschadigen.
Weergavestand ()
3. Sluit het hoofddisplay in de richting van het toetsenblok.
Opmerking
• In de weergavestand werken V en W omgekeerd.
• In de weergavestand kunt u de toetsen van het toetsenblok niet
gebruiken.
• Draag de telefoon niet bij u in de weergavestand, omdat het display
hierdoor beschadigd kan raken.
18Beginnen
Navigatiefuncties
Gebruik bij de normale stand van het display
Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. Het hoofdmenu
opent u door tijdens standby op de middelste toets () te drukken.
Om de functies te activeren, moet u de menu-onderdelen selecteren
en een keuze maken. Een menu-item (aangegeven met
aanhalingstekens) selecteert u door met a, b, c en d de cursor
te verplaatsen en op te drukken om uw keuze te bevestigen.
In sommige gevallen dient u een van de displaytoetsen in te drukken
(aangegeven met vierkante haakjes), die links- en rechtsonder in het
scherm worden weergegeven. Druk op de betreffende displaytoets
(A of C).
Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u op de
rechterdisplaytoets wanneer Terug staat aangegeven. Om het
hoofdmenu te sluiten, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer
deze Afsluiten weergeeft.
Ieder onderwerp in deze gebruikershandleiding begint met een
overzicht van de onderdelen die u achtereenvolgens moet selecteren
(in cursief aangegeven) voordat u de betreffende procedure uitvoert.
Nadat u een onderdeel hebt geselecteerd, verschijnt de volgende
reeks onderdelen waaruit u een keuze kunt maken. Open de menuonderdelen op lagere niveaus nadat u de onderdelen in het
bovenliggende menu hebt geopend.
Voorbeeld:
→
“Contacten”
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Gebruik bij de weergavestand van het display
In de weergavestand van het display zijn de volgende toetsen
beschikbaar: V, W, X, Y en Z.
Het hoofdmenu opent u door vanuit standby op Y te drukken.
Een menu-item (aangegeven met aanhalingstekens) selecteert u
door op V of W te drukken, en op Y te drukken om uw keuze te
bevestigen.
In sommige gevallen dient u een van de displaytoetsen in te drukken
(aangegeven met vierkante haakjes), die links- en rechtsonder in het
scherm worden weergegeven. De linkerdisplaytoets is X en de
rechterdisplaytoets is Z.
De toetsen aan de zijkant hebben in de cameramodus de volgende
functie:
: Inzoomen/Uitzoomen
V/W
X: Opties
Y: Foto nemen
Z: Schakelt heen en weer tussen de fotocameramodus en
videocameramodus.
Navigatiefuncties19
Functies voor spraak- en videooproepen
Bellen
1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk op D
om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het
nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal noodnummer) in en
druk op D om te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot
stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of
telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of
zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen
wanneer een UMTS/GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken + (internationaal
voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer (zonder de
voorloopnul) en het telefoonnummer en druk op D om te
bellen.
Een ingevoerd telefoonnummer aan het Telefoonboek
toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op [Opties] en
kiest u “Nummer opslaan”.
Voor bijzonderheden over het toevoegen van een nieuw item, zie
“Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen op het display
van degene die wordt opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt ingevoerd, drukt u op
[Opties] en kiest u “Mijn ID tonen” of “Mijn ID verbergen”.
In de weergavestand van het display bellen met behulp van
het Telefoonboek
1. Druk op Y.
2. Selecteer “Contacten”.
3. Selecteer “Telefoonboek”.
4. Selecteer de persoon die u wilt bellen.
5. Selecteer het telefoonnummer.
6. Selecteer “Oproep” om te bellen.
U beëindigt een gesprek door op Z te drukken.
20Functies voor spraak- en video-oproepen
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon en SIM) van het Telefoonboek kunnen
maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen als
snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (G t/m O) kunt u de
nummers bellen. Het telefoonnummer van de voicemail-centrale is
toegewezen aan G.
Meer informatie over het instellen van snelkiesnummers vindt u onder
“Snelkiezen” op pagina 39.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt u een
van de cijfertoetsen (G t/m O) ingedrukt.
Het telefoonnummer dat is opgeslagen onder snelkiezen wordt
gebeld.
Opgeslagen nummers bellen
U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in het gespreksregister.
Selecteer een specifieke lijst of “Alle gesprekken”. Een specifieke lijst
bevat maximaal 30 nummers en de lijst “Alle gesprekken” maximaal
Als u naar een ander gespreksregister wilt gaan, drukt u op c
of d.
3. Selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer te kiezen.
Een spraakoproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D, of druk op [Opties] en selecteer “Antw.” om
het gesprek te beantwoorden.
Of druk op een willekeurige toets behalve F, U en [In
gespr.] wanneer de functie “Antw. willek. toets” (antwoorden met
willekeurige toets) is ingeschakeld. U kunt in elk profiel de functie
Antwoorden met willekeurige toets instellen (p. 97).
Tip
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van
de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de
beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in
het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam en het
telefoonnummer van de beller op het scherm.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het
scherm “Afgeschermd”.
• Als er een gesprek binnenkomt van iemand wiens foto in het
Telefoonboek is opgeslagen, worden foto, naam en
telefoonnummer weergegeven.
Functies voor spraak- en video-oproepen21
Een gesprek beantwoorden als de telefoon in de
weergavestand staat
1. Druk op X of Y om het gesprek te beantwoorden.
U beëindigt een gesprek door op Z te drukken.
U wijst een inkomend gesprek af door Z even ingedrukt te
houden.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te
weigeren dat u niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk bij het overgaan van de telefoon op [In gespr.] om de
beller een in-gesprek-toon te laten horen.
Gespreksmenu (spraakoproep)
Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Het volume van het luistergedeelte bijstellen
U kunt het volume van het luistergedeelte (en het handsfree-volume
indien een handsfree-kit is aangesloten) instellen op vijf niveaus.
1. Druk op V of W om het scherm voor het volume van het
luistergedeelte op te roepen.
2. Druk op V (of a/d) om het volume van het gesprek te
verhogen, of op W (of b/c) om het volume te verlagen.
3. Druk op als het volume op het door u gewenste niveau is
ingesteld.
Tip
• Als de telefoon in de weergavestand staat, druk dan op X of
Y om het gespreksmenu op te roepen.
• Als de telefoon i n de weergavestand staat, gebruik dan V of W om
het volume van het luistergedeelte te verhogen of verlagen. In de
weergavestand werken deze toetsen omgekeerd.
De luidsprekers aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidsprekers aan de zijkanten van de telefoon
wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen.
Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het
huidige gesprek in de wachtstand zetten.
22Functies voor spraak- en video-oproepen
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wachtstand”.
Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon die u wilt
bellen, en druk vervolgens op D.
Tip
• In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u tijdens een gesprek ook
iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te
toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de
wachtstand gezet.
Tijdens een gesprek het SMS/MMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Berichten”.
De volgende opties zijn mogelijk: “Nieuw maken” om een SMS en
MMS te maken, of “Inbox”, “Verzonden” of “Concepten” om deze
mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “SMS” en
“MMS” op pagina 49.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek
bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Wacht &
beantw.” om het tweede gesprek te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u
spreken met de tweede beller.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” op “Aan” zetten als u gebruik wilt
maken van de dienst Oproep in de wacht (p. 103).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht aan.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden, druk dan bij
stap 1 op [Opties] en selecteer “In gesprek”. Als u “Weigeren”
selecteert, wordt het tweede gesprek opgeslagen als een gemist
gesprek.
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers.
U kunt maximaal 5 personen aan een conferentiegesprek laten
deelnemen.
Een conferentiegesprek beginnen
U hebt één actief gesprek en één gesprek in de wachtstand nodig.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Conferentie”.
2. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek.
3. Druk op F om het conferentiegesprek te beëindigen.
Functies voor spraak- en video-oproepen23
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek aan.
Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Bij stap 2 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het
conferentiegesprek:
• Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten, selecteert u
“Alle in wachtst.”.
• Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de
wachtstand te zetten, selecteert u “Privé”.
• Om een gesprek met alle deelnemers te beëindigen, kiest u
“Actieve beëind.” of “Wacht. beëind.”.
• Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige gesprek af
te wijzen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Weigeren”, of kunt
u de in-gesprek-toon verzenden door “In gesprek” te
selecteren.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u aan het
conferentiegesprek wilt laten deelnemen en druk op D om te
bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
4. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het
conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers aan de conferentie wilt toevoegen,
herhaal dan stap 1 t/m 4.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon wiens
deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Dit gespr. beëind.”.
Met één van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek wilt
voeren, kunt u de betreffende persoon in de conferentielijst
selecteren en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon met wie
u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
3. Selecteer “Privé”.
4. Druk na beëindiging van het privé-gesprek op [Opties] en
selecteer “Conferentie”.
5. Selecteer “Conferentie allen” om terug te keren naar het
conferentiegesprek.
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit].
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic.
aan].
24Functies voor spraak- en video-oproepen
Een videogesprek voeren
Opmerking
• Gebruik deze functie uitsluitend op een toestel met
videogespreksfunctie.
• Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en dat het signaal
sterk is voordat u deze functie gebruikt.
• Zet de luidspreker aan of gebruik een (meegeleverde) Stereo
Handsfree-kit of andere handsfree-kit zodat u kunt spreken
terwijl u naar het videovenster op het hoofddisplay kijkt.
2
3
Een videogesprek voeren
1. Selecteer het net- en abonneenummer dat u wilt bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Video-oproep” of houd D
ingedrukt om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het
nummer links van de cursor te verwijderen.
Als de verbinding is gemaakt, wordt het beeld van de persoon die
u hebt opgebeld in het bovenste venster weergegeven en dat van
u linksonder.
Tip
• Als het toestel van degene die u belt niet is uitgerust met een
videogespreksfunctie, drukt u op F en voert u het
telefoonnummer nogmaals in om een gewoon gesprek te voeren.
• Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek
weergegeven.
1
Statusindicators
1. Subvenster voor uw beeld
2. Verstreken tijd
3. Hoofdvenster voor het beeld van degene met wie u belt
4. Naam of telefoonnummer van degene met wie u belt
4
Functies voor spraak- en video-oproepen25
Een video-oproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D om het gesprek met video te beantwoorden of
druk op [Opties] en selecteer “Afbeelding verbergen” om het
gesprek alleen met spraak te beantwoorden.
Tip
• Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek
weergegeven.
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van
de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de
beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in
het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam van de beller
op het scherm.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te
weigeren dat u niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om de beller
van een inkomend gesprek een in-gesprek-toon te laten
horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt aannemen.
Gespreksmenu (video-oproep)
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Mic. uit].
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic.
aan].
Beeld wisselen
U kunt het beeld afwisselend weergeven in het hoofdvenster en
subvenster.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en selecteer “Ander
beeld kiezen”.
Tip
• Een andere manier om tijdens een video-oproep het beeld
afwisselend in het hoofdvenster en subvenster weer te geven, is
door op te drukken.
Het beeld van uzelf wijzigen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Camerabeeld”.
2. Selecteer “Interne camera”, “Externe camera” of
“Alternatieve foto”.
“Interne camera”:Het door de interne camera
opgenomen beeld wordt weergegeven
en naar de andere partij verzonden.
“Externe camera”:Het door de camera opgenomen beeld
wordt weergegeven en naar de beller
verzonden.
“Alternatieve foto”:De camera wordt uitgeschakeld en de
afbeelding die u in “Alternatieve foto”
onder “Video-oproepinst.” hebt
geselecteerd, wordt gebruikt.
Tip
• Een andere manier om tijdens een video-oproep een ander beeld
naar de beller te verzenden, is door op c of d te drukken.
26Functies voor spraak- en video-oproepen
De optische zoomfunctie gebruiken
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens
scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot
tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als de zoom groter wordt dan
[×2], wordt de digitale zoom gebruikt om het beeld verder te
vergroten.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer “Opt.
zoom aan”.
2. Druk op a of b.
De luidsprekers aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidsprekers aan de zijkanten van de telefoon
wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Opmerking
• In een lawaaiige omgeving zult u een gesprek mogelijk niet of niet
goed kunnen voortzetten. In dat geval raden wij u aan gebruik te
maken van de Stereo Handsfree-kit.
• Met deze optie kunnen er geluidsstoringen ontstaan als u het
volume van het luistergedeelte verhoogt. U wordt aangeraden in
dat geval het volume van het luistergedeelte te verlagen of de
Stereo Handsfree-kit te gebruiken.
Video-oproepinstellingen
De kwaliteit van het inkomende of uitgaande beeld aanpassen
U kunt de kwaliteit aanpassen van het beeld van de gebelde persoon
of de beller.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Kwaliteit inkomende beelden” of “Kwaliteit
uitgaande beelden”.
3. Selecteer “Normaal”, “Hoogste kwaliteit” of “Hoogste
snelheid”.
“Normaal”: De standaardkwaliteit wordt gebruikt.
“Hoogste kwaliteit”: De beeldkwaliteit is belangrijker dan
de snelheid.
“Hoogste snelheid”: De snelheid is belangrijker dan de
beeldkwaliteit.
Functies voor spraak- en video-oproepen27
De displayverlichting aan- en uitzetten
U kunt de displayverlichting van het venster aanzetten.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Displayverlichting”.
3. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Als stand.instell.”.
Wanneer “Aan” is geselecteerd, is de displayverlichting tijdens
een video-oproep altijd aan.
Als “Als stand.instell.” is geselecteerd, zal de displayverlichting
uitgeschakeld worden afhankelijk van de instelling onder
Displayverlichting (p. 99).
De video-opname aanpassen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Belichting”.
3. Druk op a of b.
Spiegelbeeld
Tijdens een video-oproep kunt u het beeld van uzelf op het
subscherm omkeren
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Spiegelbeeld”.
3. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Het door de interne camera opgenomen beeld wijzigen in de
alternatieve foto
Tijdens een video-oproep kunt u de beller het beeld tonen van de
interne camera of een alternatieve foto, of uit de opgeslagen
afbeeldingen een foto tonen terwijl een gesprek in de wachtstand
staat.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer
“Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Alternatieve foto” of “In wacht afbeelding”.
3. Selecteer “Standaardafbeelding” of “Mijn afbeeldingen”.
28Functies voor spraak- en video-oproepen
Karakters invoeren
Als u karakters wilt invoeren om items in het Telefoonboek op te
nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., drukt u op de
corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets net zo vaak
in totdat het gewenste karakter wordt getoond. Voorbeeld: druk
eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de
letter “B” te krijgen.
Tabel met karakters
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende karakter
in de reeks. De volgorde is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en
cijfers. U hebt vier mogelijkheden:
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+#∗
@' " ( )_&€£$
%/ ˜ <>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
Æ еджаЗЙийм
СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓΛΩΠΨΣΘ
Ξ (spatie) ↵
:
Houd deze toets ingedrukt om de cijfers 1 - 9 en
0 in te voeren.
:Houd deze toets ingedrukt om te wisselen tussen
:Houd deze toets ingedrukt om het
gewone tekstinvoer en T9-tekstinvoer.
invoertaalscherm weer te geven.
Numeriek
Karakters invoeren29
De invoertaal wijzigen
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Invoertaal”.
2. Selecteer de gewenste taal.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Symbool”.
2. Selecteer het gewenste symbool.
De invoermodus wijzigen
T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P om naar de
T9-modus over te schakelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Invoermodus”.
3. Selecteer de invoermodus (Abc, ABC, 123 of abc).
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betreffende toets
eenmaal in.
Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren, drukt u op J
L I.
5. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u nodig hebt,
druk dan op a of b totdat het juiste woord verschijnt.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
• Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan over op
gewone tekstinvoer om het juiste woord in te voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren, wordt naast
het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
30Karakters invoeren
Mijn woordenboek
Voor T9-tekstinvoer kunt u uw eigen woordenlijst maken.
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer
“Mijn woordenboek”.
2. Selecteer “Nieuw woord toev.” en voer een nieuw woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer
“Mijn woordenboek”.
2. Selecteer het gewenste woord.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Wijzig het woord.
Sjablonen gebruiken
Als u karakters invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn
opgeslagen in Mijn sjablonen.
Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekst
aan Mijn sjablonen toevoegen” op pagina 71.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar het punt
waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Sjabloon invoegen”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer
“Extra”.
2. Selecteer “Kopiëren” of “Knippen”.
3. Verplaats de cursor naar de eerste letter die moet worden
gekopieerd of geknipt en druk op .
4. Verplaats de cursor naar de laatste letter om het gebied te
selecteren en druk op .
5. Verplaats de cursor naar het punt waar u de letters wilt
plakken.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
7. Selecteer “Plakken”.
Karakters invoeren31
Gebruik van het menu
Hoofdmenu
1. Druk op tijdens standby.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om het gewenste menu te
selecteren en druk op om de functie te openen.
Zie “Overzicht van de menufuncties” op pagina 132 voor
bijzonderheden over de menuopties.
Het menu gebruiken in de weergavestand van het display
1. Zet de telefoon in de weergavestand van het display.
2. Druk op Y om het hoofdmenu weer te geven.
3. Druk op V of W om de cursor naar boven of beneden te
bewegen, en druk vervolgens op X of Y.
Druk op Z om terug te keren naar het hoofdmenu.
Wanneer u V en W gebruikt, beweegt de cursor op dezelfde
manier als in de normale stand van het display.
Zie pagina 10 voor details over de functies van deze toetsen.
32Gebruik van het menu
Sneltoetsen
U kunt menu’s openen door met en de cijfertoetsen het
corresponderende nummer in het hoofdmenu te kiezen. Voor
nummer 10 t/m 12 drukt u op en P (10), Q (11) of
R (12). Zie “Overzicht van de menufuncties” op pagina 132.
Sneltoetsen staan vermeld in de titels van deze
gebruikershandleiding.
Voorbeelden: Als u met de sneltoetsen het submenu “Video’s”
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie menuniveaus.
(M 6-4) wilt kiezen
Druk op L J.
Als u met de sneltoetsen het submenu “Totalen”
(M 7-11-2) wilt kiezen
Druk op M Q H.
Als u met de sneltoetsen het submenu “Trilalarm”
(M 12-3-4) wilt kiezen
Druk op R I J.
Gebruik van het menu33
Telefoonboek
In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en E-mailadressen
opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
In de telefoon kunnen maximaal 500 items worden opgeslagen. In
het Telefoonboek kunt u de hieronder genoemde onderdelen
opslaan:
Onderdelen die worden opgeslagen in het telefoongeheugen
1. Selecteer “Telefoon”, “SIM” of “Kiezen vóór opslaan”.
Tip
• Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere keer wanneer
u een nieuw item opslaat het geheugen kiezen.
34Telefoonboek
De items in het Telefoonboek sorteren.
(M 8-8-4)
U kunt de items in het Telefoonboek op alfabetische volgorde of per
categorie weergeven.
“Contacten”
→
“Instellingen” → “Contacten sorteren”
1. Selecteer “Op alfabet” of “Op categorie”.
Nieuw contact toevoegen
Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor het geheugen van
de telefoon of van de SIM-kaart. Zie “Het opslaggeheugen
selecteren” op pagina 34 voor meer informatie over het wisselen
tussen locaties.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan
hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor bijzonderheden.
→
“Contacten”
Als u voor het opslaan van de gegevens de optie “Kiezen vóór
opslaan” selecteert, kunt u kiezen uit “Naar telefoon” of “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de relevante
informatie in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Tip
• Om een contact toe te voegen, moet minimaal één veld worden
ingevuld (“Voornaam”, “Achternaam”, “Telefoonnummer” of
“E-mailadres” voor het telefoongeheugen; “Naam”,
“Telefoonnummer” of “E-mailadres” voor het SIM-geheugen).
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Mijn contactgegevens bekijken
U kunt uw eigen contactgegevens op dezelfde manier in het
Telefoonboek vastleggen als de overige items.
“Contacten”
→
“Mijn contactgegev.”
(M 8-5)
Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de
SIM-kaart en de telefoon
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon” of “Van telefoon naar SIM”.
Opmerking
• Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst
en het Telefoonboek start, verschijnt automatisch een scherm
waarin u wordt gevraagd of u wel of niet gegevens wilt kopiëren.
Het aantal items uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd,
hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart.
• Als er onvoldoende geheugen is om alle items op te slaan, kunt u
het kopiëren niet voltooien.
(M 8-9-1)
Telefoonboek35
Een naam zoeken
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste paar letters van de naam in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven.
Tip
• Voordat u gaat zoeken kunt u de locatie opgeven waarin gezocht
moet gaan worden, “Telefoon” of “SIM”.
Bellen vanuit het Telefoonboek
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item en druk op D.
Tip
• Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat vermeld,
selecteer dan na stap 1 het gewenste telefoonnummer en druk op
D.
• U kunt ook rechtstreeks vanuit het detailscherm van het
Telefoonboek bellen. Selecteer in het detailscherm het gewenste
telefoonnummer en druk op D.
Items van het Telefoonboek bewerken
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Wijzig de gegevens.
4. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
→
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Foto”.
4. Selecteer “Foto toewijzen”.
5. Selecteer de gewenste foto.
6. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Opmerking
• Als u een foto uit het telefoongeheugen verwijdert, wordt ook het
bijbehorende miniatuurbeeld verwijderd.
36Telefoonboek
Een ringtone of ringvideo aan items toewijzen
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 7.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
8. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Items uit het Telefoonboek verwijderen
Alle items uit het Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
→
“Contacten beheren” → “Alle items wissen”
1. Selecteer “Toestel-items” of “SIM-items”.
2. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “9999”. Voor
bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De
toestelcode wijzigen” op pagina 108.
Een item uit Telefoonboek verwijderen
→
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
(M 8-9-3)
Categorieën beheren
Voor iedere categorie kunt u een andere ringtone instellen. Als u de
ringtone van een categorie niet wijzigt, dan wordt de ringtone
gebruikt die in het menu Profielen is toegewezen.
→
“Contacten”
“Categorieën beheren”
(M 8-3)
1. Selecteer de gewenste categorie.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
4. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 6.
5. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone of
videoclip, zie “Een ringtone toewijzen” of “Een ringvideo
toewijzen” op pagina 94.
Opmerking
• U kunt op de SIM-kaart alleen categorienamen wijzigen. De
instellingen van de ringtone of videoclip kunt u niet wijzigen.
Telefoonboek37
De categorienaam wijzigen
U kunt de categorienamen wijzigen die worden toegewezen aan de
items in het Telefoonboek. Selecteer eerst het gewenste
Telefoonboek (p. 34).
→
“Contacten”
“Categorieën beheren”
1. Selecteer de gewenste categorienaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam bewerken”.
3. Wijzig de naam.
Contactgroepen
U kunt een verzendlijst maken om hetzelfde bericht tegelijkertijd naar
een groep geadresseerden te verzenden. Er kunnen maximaal 5
groepen worden geregistreerd.
Een nieuwe verzendlijst maken
“Contacten”
toevoegen”
(M 8-6)
→
“Contactgroepen” → “Nieuwe groep
1. Voer de groepsnaam in.
De nieuwe groepsnaam wordt weergegeven na de laatste groep
op het groepslijstscherm.
Geadresseerden toevoegen aan een groep
In elke lijst kunnen maximaal 20 geadresseerden worden
geregistreerd.
→
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Selecteer “Nieuw item toewijzen”.
3. Selecteer het gewenste item.
Het detailscherm verschijnt.
4. Selecteer het gewenste telefoonnummer of E-mailadres.
Tip
• Als u het aan de groep toegewezen item wijzigt, moet u het item
opnieuw aan de groep toewijzen. Druk bij stap 2 op [Opties] en
selecteer “Item opnieuw toewijzen”.
• Als u een item uit de groep wilt verwijderen, drukt u bij stap 2 op
[Opties] en selecteert u “Item verwijderen”.
• Als u een groep wilt verwijderen, selecteert u bij stap 1 een
groepsnaam en drukt u op [Opties] en selecteert u vervolgens
“Verwijderen”.
Een bericht verzenden met de verzendlijst
→
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
3. Selecteer het gewenste berichttype.
Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere
procedures.
38Telefoonboek
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u controleren welk geheugen u momenteel
gebruikt voor het Telefoonboek.
“Contacten”
(M 8-9-2)
→
“Contacten beheren” → “Geheugenstatus”
Snelkiezen
U kunt maximaal 8 telefoonnummers opslaan onder Snelkiezen
(p. 21).
Items uit het Telefoonboek toewijzen aan Snelkiezen
→
“Contacten”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer de gewenste locatie.
Tip
• De negen cijfertoetsen corresponderen met de snelkiesnummers.
Snelkiezen bewerken
“Contacten”
1. Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw toewijzen” (of
“Toewijzen”).
“Telefoonboek”
(M 8-4)
→
“Snelkiezen”
Een item uit het Telefoonboek verzenden
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een
nieuw bericht maken” op pagina 50.
Voor bijzonderheden over
op pagina 111.
Voor bijzonderheden over infraroodinstellingen, zie “Infrarood” op
pagina 113.
Bluetooth
-instellingen, zie “Bluetooth”
Een item voor het Telefoonboek ontvangen
Wanneer de telefoon een item voor het Telefoonboek ontvangt,
verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel standby staat.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt opgeslagen in het Telefoonboek. Druk
op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Voor bijzonderheden over het instellen van infrarood of Bluetooth,
zie “Verbindingen” op pagina 111.
Telefoonboek39
Een voicemailbericht of videoclipbericht
verzenden naar een adres uit het Telefoonboek
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item, met inbegrip van het
telefoonnummer of E-mailadres dat u wilt gebruiken.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer of E-mailadres.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
4. Selecteer “Spraakbericht” of “Videobericht”.
Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere
procedures.
Items uit het Telefoonboek synchroniseren met
items op het internet
De datasynchronisatiefunctie is een netwerkdienst waarmee u items
het Telefoonboek die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen, kunt
opslaan op de internetserver. De gegevens van de SIM-kaart worden
niet opgeslagen. Abonneer u op een synchronisatiedienst door
contact op te nemen met uw netwerkoperator.
Het Telefoonboek synchroniseren
→
“Contacten”
1. Selecteer “Nu synchroniseren!” om gegevens te
synchroniseren.
Opmerking
• “Nu synchroniseren!” is niet beschikbaar als er geen
synchronisatie-instelling actief is.
“Synchroniseren”
(M 8-7)
(M 8-7-1)
Log bekijken
“Contacten”
(M 8-7-2)
→
“Synchroniseren”
1. Selecteer “Log bekijken”.
Synchronisatie-instellingen
“Contacten”
instellingen”
→
“Synchroniseren” → “Synchronisatie-
(M 8-7-3)
1. Selecteer de gewenste account of “Nieuwe maken” om de
volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”:Profielnaam voor synchronisatie
“Servernaam”:Adres server
“Gebruikers-id”:Gebruikers-id voor verificatie
“Wachtwoord”:Wachtwoord voor verificatie
“Proxy”:Proxy-instelling voor synchronisatie
“Naam contactendatabase”:
Opmerking
• Synchronisatie-instellingen zijn, afhankelijk van uw
netwerkoperator, al in uw telefoon ingevoerd. Er gelden wellicht
beperkingen voor het weergeven, verwijderen, kopiëren of wijzigen
van deze instellingen. Neem contact op met uw netwerkoperator
voor bijzonderheden.
(unieke naam)
Databasenaam van het Telefoonboek
op de server
40Telefoonboek
Camera
Uw telefoon is uitgerust met een digitale camera waarmee u overal
foto’s en videoclips kunt maken. In dit hoofdstuk worden de
basisfuncties en bedieningsprocedures beschreven voor het maken,
opslaan en verzenden van foto’s en videoclips, gevolgd door
gemeenschappelijke en specifieke functies voor camera en video.
(M 5)
Foto’s maken
“Camera”
1. Druk op om een foto te maken.
U hoort het sluitergeluid en u ziet de foto die u hebt genomen in
het display.
2. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon.
Als u de foto niet wilt opslaan, drukt u op [Annuler.].
Als u de gemaakte foto wilt verzenden, drukt u bij stap 2 op
en selecteert u “Als Bericht” of “Als MMS per Post” bij de
verzendopties.
Opmerking
• Druk in de weergavestand van het display op Y in plaats van
.
• Als de videocamera wordt geactiveerd, druk dan op [Opties] en
selecteer “Naar fotocamera”, of druk op c of Z (in de
weergavestand van het display) om naar de fotocameramodus te
gaan.
• Als u een foto probeert te versturen met een te grote
bestandsgrootte, wordt het afbeeldingsformaat aangepast. De foto
wordt in de oorspronkelijke grootte opgeslagen in Mijn telefoon.
Tip
• U kunt de camera activeren door Y even ingedrukt te houden.
Druk op Y om foto’s te maken, en te starten en stoppen met
opnemen.
• U kunt de scherpstelling vergrendelen door op D te drukken of
Y half in te drukken voordat u een foto maakt of een videoclip
opneemt.
Een zelfportret maken
U kunt een zelfportret maken terwijl u naar het hoofddisplay kijkt.
“Camera”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Naar int. camera”.
Of druk op P in de zoekermodus.
2. Druk op om een foto te maken.
3. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon.
Als u wilt terugkeren naar de externe camera, drukt u op [Opties]
en selecteert u “Naar ext. camera” of drukt u op P in de
zoekermodus.
Een foto maken in de zelfportretstand
Met de externe camera kunt u een zelfportret maken.
1. Draai het hoofddisplay 180° met de klok mee vanuit de
normale stand.
2. Druk op Y aan de zijkant van het toestel.
Opmerking
• Draai het hoofddisplay niet tegen de klok in. Hierdoor kan de
telefoon worden beschadigd.
Camera41
De cameramodus verlaten in de weergavestand van het
display
1. Houd in de weergavestand toets Z even ingedrukt.
Videoclips opnemen
U kunt uw telefoon gebruiken om videoclips op te nemen. U kunt deze
functie ook gebruiken in de weergavestand van het display.
Videoclips opnemen
“Camera”
Een voorbeeld van de opname wordt op het scherm weergegeven.
1. Druk op .
Druk in de weergavestand van het display op Y.
2. Om de opname te stoppen, drukt u op .
3. Selecteer “Opslaan”.
De videoclip wordt in Mijn telefoon opgeslagen.
Om de videoclip te bekijken voordat u deze opslaat, kiest u
“Voorbeeld”.
Als u de videoclip wilt verzenden, selecteert u “Opslaan en
verzenden”. Selecteer vervolgens hoe u de videoclip wilt
verzenden. Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor
verdere procedures.
Opmerking
• U kunt videoclips alleen verzenden als u bij de opnameduur “Voor
MMS” hebt geselecteerd. Zie “De opnametijd en het formaat
selecteren” op pagina 47 voor bijzonderheden.
Het menu Opties gebruiken in de weergavestand
van het display
1. Druk op X.
Het menu Opties wordt grafisch weergegeven.
2. Druk op V of W om de gewenste optie te selecteren en druk
vervolgens op Y om uw keuze te bevestigen.
Gemeenschappelijke functies voor de
fotocameramodus en videocameramodus
De digitale zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
1. Druk in de zoekermodus op a of b.
42Camera
Optische zoom inschakelen
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens
scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot
tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als de zoom groter wordt dan
[×2], wordt de digitale zoom gebruikt om het beeld verder te
vergroten.
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Optische zoom”
1. Selecteer “Inschakelen”.
Selecteer “Uitschakelen” om de functie uit te schakelen.
Als u “Uitschakelen” hebt geselecteerd, kunt u alleen de digitale
zoomfunctie gebruiken.
2. Druk op a of b.
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar standby, worden de
zoominstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
De belichting aanpassen
“Camera”
→
[Opties] → “Belichting”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
: (Donker → Normaal → Licht)
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar standby, worden de
helderheidsinstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
Toestellampje
De modus van het toestellampje wijzigen
Stel voor het toestellampje de gewenste modus in.
→
“Camera”
“Aan/uitzetten”
[Opties] → “Modi” → “Toestellampje” →
1. Selecteer de gewenste modus.
“Aan” ( ):De lamp is altijd aan.
“Automatisch” (): De lamp gaat aan als het toestel merkt dat
“Verlichting laag” () (alleen fotocameramodus):
“Uit”:De lamp is altijd uit.
De bijbehorende indicator wordt op het scherm weergegeven.
Selecteer “Uit” om de verlichting uit te zetten.
Het opnamelicht wijzigen
U kunt verschillende kleurmodi gebruiken voor uw foto’s.
“ ”wordt op het scherm weergegeven als u “Aan” selecteert.
Camera43
Heen en weer gaan tussen de fotocameramodus en
videocameramodus
U kunt heen en weer gaan tussen de fotocameramodus en
videocameramodus door op c of d te drukken, of in de
weergavestand van het display op Z te drukken.
Selecteer de gewenste optie.
→
“Camera”
“Camera”
De beeldkwaliteit of filmkwaliteit selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera”
“Camera”
[Opties] → “Naar videocam.”
→
[Opties] → “Naar fotocamera”
→
[Opties] → “Beeldkwaliteit”
→
[Opties] → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit of filmkwaliteit.
:Zeer hoog
:Hoog
: Normaal
Opmerking
• De bestandsgrootte neemt toe als u een betere kwaliteit kiest.
Het opslaggeheugen selecteren
Selecteer de gewenste optie.
→
“Camera”
opslaan”
“Camera”
opsl.”
[Opties] → “Instellingen” → “Nieuwe foto’s
→
[Opties] → “Instellingen” → “Nwe video’s
1. Selecteer de gewenste geheugenlocatie: “In
telefoongeheugen”, “Naar geheugenkaart” of “Kiezen vóór
opslaan”.
Opmerking
• Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, moet u iedere keer als u
een foto opslaat de gewenste locatie opgeven.
Scherpstellen
→
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Scherpstelling”
1. Selecteer de gewenste optie.
: Autom. scherpst.
:Handm. scherpst.
:Macro
Autom. opslaan
U kunt de telefoon zo instellen dat uw foto’s en videoclips
automatisch worden opgeslagen.
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Autom. opslaan”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Automatisch starten
U kunt de telefoon zo instellen dat de cameratoepassing automatisch
wordt gestart als u overschakelt naar de weergavestand van het
display.
→
“Camera”
starten”
[Opties] → “Instellingen” → “Automatisch
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De helpfunctie gebruiken
“Camera”
→
[Opties] → “Help”
44Camera
Gemeenschappelijke sneltoetsen
U roept de opties versneld op door de toetsen achtereenvolgens in te
drukken.
FotocameraVideocamera
GMax/min zoom
HBelichting
IScherpstelling
JNieuwe foto’s opslaan inNieuwe video’s opslaan in
KAfbeeldingsformaat
LScèneMicrofoon in/uitschakelen
MBeeldkwaliteitFilmkwaliteit
NZelfontspanner in/uitschakelen
OOpnamelicht wijzigen (als lamp aan is)
PWisselen tussen externe camera/interne camera
QWijzigt zoekerbeeldNaar ander scherm
RLicht aan/uit
Opmerking
• De optie “Naar ander scherm” is beschikbaar in “Voorbeeld”
voordat u een videoclip opslaat. Zie “Videoclips opnemen” op
pagina 42.
Functies in de fotocameramodus
Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren. Alle foto’s die u maakt
worden in het JPEG-formaat opgeslagen.
U kunt voor een geschikte modus kiezen naargelang de scène die u
wilt fotograferen.
→
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Scène”
1. Selecteer de gewenste scène.
De volgende acht modi zijn mogelijk:
“Automatisch” ( ): Automatisch aangepast aan de omgeving.
“Avond” ():Geschikt voor fotografie in de avond.
“Sport” ( ):Geschikt voor bewegende objecten.
“Tekens” ():Geschikt voor onderwerpen met hoog
“Huisdier” ():Geschikt voor bewegende objecten op korte
“Tegenlicht” ( ): Geschikt om te voorkomen dat van objecten
“Portret” ():Geschikt voor een portret.
“Portret in donker” ( ):
De beeldeffecten selecteren
U kunt een foto maken met speciale effecten.
“Camera”
→
contrast, zoals tekst.
afstand.
bij tegenlicht alleen het silhouet wordt
afgetekend.
Geschikt voor een portret binnenshuis of bij
schemer.
[Opties] → “Modi” → “Camera-effecten”
1. Selecteer de gewenste effecten.
De volgende vijf modi zijn mogelijk:
“Uit”:Er is geen camera-effect.
“Sepia”:Maakt een foto in sepiatint.
“Zwart-wit”:Maakt een foto in zwart-wit.
“Negatief”:Maakt een foto in negatief.
“Schets”:Maakt een schetsachtige foto met
Opmerking
• U kunt geen camera-effecten gebruiken voor foto’s met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 480
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken van fotoseries.
“Camera”
afgetekende contouren van objecten.
×
→
[Opties] → “Modi” → “Fotoserie”
640 dots.
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn voor een fotoserie beschikbaar:
“Uit”:De fotoseries worden geannuleerd.
“4 foto’s”/“9 foto’s” (/ ):
“Overlappend” ():Overlapt de foto’s van een fotoserie in één
“Reeks” ( ): Maakt 9 foto’s achter elkaar met
Met deze optie m aakt u achtereenvolgens 4
of 9 foto’s.
Als u deze optie hebt geselecteerd, maak
dan een keuze uit vijf snelheden of kies
“Handmatig”.
foto en maakt een totaalbeeld.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selectee rt
u “Snel” of “Normaal”.
verschillende kleur- en helderheidniveaus.
Nadat u deze optie hebt gekozen, selectee rt
u “Snel” of “Normaal”.
46Camera
Opmerking
• Als u “Handmatig” selecteert voor een fotoserie, druk dan in de
gewenste snelheid op of Y (in de weergavestand van het
display).
• Wanneer de zelfo ntspanner en fotoserie tegelijkertijd zijn in gesteld,
wordt “ ” (in dit voorbeeld voor “4 foto’s”) weergegeven.
• U kunt fotoserie niet gebruiken voor foto’s met een
afbeeldingsformaat dat groter is dan 768
“Overlappend” en “Zeer snel” voor “4 foto’s” zijn niet beschikbaar
voor foto’s met een afbeeldingsformaat dat groter is dan 480
640 dots.
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit de voorbeeldkaders of in Mijn
afbeeldingen.
→
“Camera”
[Opties] → “Modi” → “Kader toevoegen”
×
1024 dots. “9 foto’s”,
×
1. Selecteer “Voorbeeldkaders” of “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt op het display bevestigd.
3. Druk op .
Opmerking
• Foto’s groter dan 240 dots [B]
gebruiken.
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het voorbeeld op volledige schermgrootte weergeven zonder
dat de displaytoetsen en indicators te zien zijn.
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen”
×
320 dots [H] kunt u niet
1. Selecteer “Volledige zoeker”.
Als u wilt terugkeren naar de normale zoeker, kiest u “Normale
zoeker”.
Het sluitergeluid selecteren
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Sluitergeluid”
1. U kunt een keuze maken uit de 3 voorbeeldgeluiden.
Opmerking
• De functie Fotoserie maakt gebruik van een speciaal sluitergeluid
dat niet kan worden gewijzigd.
• Het sluitergeluid hoort u ook als de optie “Hoofdvolume” (p. 93) op
“Stil” is ingesteld. Dit wordt gedaan om gebruik door onbevoegden
te voorkomen.
Functies in de videocameramodus
De opnametijd en het formaat selecteren
“Camera”
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
2. Selecteer het formaat “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)” voor
→
[Opties] → “Opnametijd/Grootte”
“Voor MMS”:Beperkt de opnametijd tot een lengte
“Max. Duur”:Minder dan 30 minuten (afhankelijk
“Voor MMS”, en het formaat “QVGA(3gp)”, “QVGA(asf)”,
“Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)” voor “Max. Duur”.
die de netwerkoperator toestaat.
van het geheugen).
Camera47
Opmerking
• Als u voor de opnametijd “Voor MMS” selecteert, is de
bestandsgrootte afhankelijk van de netwerkoperator.
• “Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een
opname is gemaakt in de modus Max. Duur.
Videoclips met geluid opnemen
Als u een videoclip met geluid wilt opnemen, moet de microfoon
worden aangezet.
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Microfoon”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Standaard staat de microfoon al aan. Selecteer “Uit” als u een
videoclip zonder geluid wilt opnemen.
• De bestandsgrootte wordt kleiner als u een videoclip zonder geluid
opneemt.
Video coderen
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen” → “Video coderen”
1. Selecteer de juiste videocodering.
48Camera
Berichten
Met uw telefoon kunt u SMS-, MMS- en E-mailberichten verzenden
en ontvangen.
(M 4)
SMS
Met SMS kunt u tekstberichten van maximaal 765 tekens verzenden.
Als een bericht langer is dan 160 karakters, wordt het in meerdere
delen opgesplitst.
1
2
4
MMS
Met MMS kunt u multimediaberichten tot 300 KB met afbeeldingen,
geluid of videoclips als bijlagen verzenden en ontvangen.
E-mail
Met E-mail kunt u berichten tot 300 KB verzenden.
Opmerking
• Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt
af van uw netwerk. Neem c ontact op met uw netwerko perator voor
meer informatie.
• De maximale berichtgrootte is afhankelijk van de instellingen van
de netwerkoperator.
3
1. Veld voor geadresseerde
2. Berichtveld
3. Indicator voor verzending
4. Indicators voor bijlagen (vanaf links: foto, geluid, videoclip,
overig)
Berichten49
Een nieuw bericht maken
(SMS/MMS)
→
“Bericht maken” → “Bericht”
A
(E-mail)
A
→
“Bericht maken” → “E-mail”
(M 4-1)
1. Selecteer het adresveld.
2. Selecteer de gewenste methode om het adres in te voeren.
3. Voor een MMS-bericht: voer een E-mailadres of
telefoonnummer in of selecteer dit in het Telefoonboek. Voor
een SMS-bericht: voer een telefoonnummer in of selecteer
dit. Voor een E-mailbericht: voer een E-mailadres in of
selecteer dit.
• Als u meerdere E-mailadressen of telefoonnummers wilt
toevoegen, selecteert u het veld voor de geadresseerde, drukt
u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en
vervolgens “Adres toevoegen”. Voer een E-mailadres of
telefoonnummer in of selecteer dit in het bestaande
Telefoonboek.
• Als u het type geadresseerde wilt wijzigen, drukt u op [Opties],
selecteert u “Ontvangers bewerken” en markeert u de
gewenste geadresseerde. Druk op [Opties] en selecteer
“Wijzigen in Aan”, “Wijzigen in CC” of “Wijzigen in BCC”.
• Als u een onderwerp wilt toevoegen, drukt u op [Opties] en
selecteert u “Onderwerp toevoegen”.
4. Plaats de cursor in het berichtveld.
5. Voer het bericht in.
6. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkeronderhoek van
het scherm. Druk op en selecteer “Bericht verzenden”.
Nadat het bericht is verzonden, wordt het naar de map Verzonden
berichten verplaatst.
Tip
• Als u hetzelfde bericht wilt verzenden naar een groep
geadresseerden, selecteert u bij stap 3 de optie “Groep
selecteren” en vervolgens de gewenste groepsnaam. Voor
bijzonderheden over het maken van een verzendlijst, zie “Een
nieuwe verzendlijst maken” op pagina 38.
Een diavoorstelling toevoegen
1. Selecteer “Opties” bij stap 5 onder “Een nieuw bericht
maken” en vervolgens “Dia toevoegen”.
Als u meerdere dia’s wilt toevoegen, selecteert u “Dia toevoegen
na” of “Dia toevoegen vóór”.
2. Voer het bericht in.
Als u voor elke dia de duur wilt selecteren, selecteert u de ruimte
tussen de dia’s. Druk op [Opties] en selecteer “Tijdsduur dia”, en
selecteer vervolgens de gewenste duur.
Tip
• U kunt berichten maken die maximaal 300 KB groot zijn. Iedere dia
kan één afbeelding en/of één geluidsbestand of videoclip bevatten.
50Berichten
Gegevens uit Mijn telefoon bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Foto”, “Geluid” of “Video” in het
midden aan de onderzijde van het scherm, en druk vervolgens
op .
2. Selecteer “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen geluiden” of
“Opgeslagen video”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of videoclips wilt
opnemen, selecteert u “Foto maken”, “Geluid opnemen” of
“Video opnemen”.
• Als u JPEG-bestanden bijvoegt, selecteer dan de juiste optie
voor wijziging van de grootte. De maximale berichtgrootte voor
verzending is namelijk afhankelijk van de netwerkoperator.
Een item uit het Telefoonboek bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Tel.boek
bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen, kiest u “Mijn
contactgegev.”.
Een afspraak bijvoegen
1. Selecteer bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Afspraak
bijsluiten”.
2. Selecteer de gewenste dag met de afspraak die u wilt
bijvoegen.
3. Selecteer de gewenste afspraak.
Bijlagen verwijderen of vervangen
1. Druk bij stap 5 onder “Een nieuw bericht maken” op pagina 50
op [Opties] en selecteer voor iedere bijlage de betreffende
verwijderingsoptie.
De verzendingsopties gebruiken
U kunt de berichtverzendingsopties gebruiken voor elk type bericht.
1. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm en druk vervolgens op en selecteer
“Bericht Instellingen”.
•
“Leesrapport” (“Aan”, “Uit”) (MMS): Met deze optie kunt u
instellen of aan de afzender al dan niet een bericht moet worden
teruggestuurd met de mededeling dat het bericht is gelezen.
• “Afleverrapport” (“Aan”, “Uit”) (SMS/MMS): Hiermee kunt u de
functie afleverrapport aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt
u als u wilt dat de geadresseerde u laat weten dat het bericht
is ontvangen.
• “Vervaltijd” (“Maximum”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1
dag”, “1 week” (SMS/MMS): Hiermee bepaalt u de vervaltijd
voor een bericht dat op de server is opgeslagen.
• “Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Geef de prioriteit aan
van opgestelde berichten.
• “Bezorgingstijd” (“Geen uitstel”, “30 minuten”, “1 uur”, “6
uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS): Met deze optie stelt u de
tijdsduur in tot het moment dat het bericht moet worden
bezorgd.
Berichten51
2. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht
verzenden”.
Nadat het be richt is verzonden, word t het naar de map Verzon den
berichten verplaatst.
Opmerking
• De berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is
bij benadering gegeven.
• Als een bericht om een of andere reden niet kan worden
verzonden, blijft het bericht in Postvak UIT staan en wordt op het
standby-scherm “ ” weergegeven.
Tip
• Om het bericht op te slaan zonder het te verzenden, drukt u bij stap
5 onder “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 op [Opties] en
selecteert u “Opslaan in Concepten”.
• U kunt de volgende onderdelen met MMS-berichten meesturen.
Meer informatie hierover leest u in de volgende paragrafen.
• Gegevens uit Mijn telefoon
• Item uit het Telefoonboek
• Bestand (afspraak die in de Kalender is gemaakt, item uit het
Telefoonboek), etc.
• U kunt de sjabloonfunctie gebruiken om u te helpen bij het
opstellen van uw berichten. Zie “Sjablonen gebruiken” op
pagina 31 voor bijzonderheden over deze optie.
Een bericht verzenden vanuit de map Concepten
→
“Concepten”
A
(M 4-3)
1. Selecteer de gewenste tab, SMS/MMS of E-mail.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken en verzenden”.
3. Pas het bericht desgewenst aan.
4. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht
verzenden”.
Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden
(M 4-1-2) (M 4-1-3)
Bij het maken van een nieuw bericht kunt u een voicemailbericht of
videoclip opnemen.
Selecteer de gewenste optie.
→
“Bericht maken” → “Spraakbericht”
A
A
→
“Bericht maken” → “Videobericht”
1. Druk op om de opname te starten.
2. Druk op om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Accepteren” om de opname bij het nieuwe bericht
bij te voegen.
Het bestand wordt opgeslagen in de betreffende map in Mijn
telefoon.
Zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 50 voor verdere
procedures.
52Berichten
Berichten lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
→
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht dat u wilt bekijken.
Het telefoonnummer van een afzender in het Telefoonboek
opslaan
→
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht waarvan u het telefoonnummer of
E-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Adres opslaan”.
Het venster om een nieuw Telefoonboek-item in te voeren
verschijnt en het telefoonnummer is al ingevuld. Voor meer
informatie over het maken van een nieuw Telefoonboek-item, zie
“Nieuw contact toevoegen” op pagina 35.
Het telefoonnummer bellen van een afzender dat in het
bericht is opgenomen
→
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht met het telefoonnummer dat u wilt
bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afzender bellen”.
Eén MMS ophalen
→
“Inbox”
A
1. Selecteer de berichtmelding ( ) van het bericht dat u wilt
ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
Tip
• U kunt ook meerdere berichten tegelijkertijd ophalen. Zie
“Meerdere MMS-berichten ophalen”.
Meerdere MMS-berichten ophalen
→
“Inbox”
A
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Selecteer de gewenste berichtmelding, druk op [Opties] en
selecteer “Selecteren” of “Alle selecteren”.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
De geselecteerde berichten worden tegelijk opgehaald.
Berichten53
Een bericht beantwoorden of alle berichten beantwoorden
A
→
“Inbox”
1. Selecteer het bericht waarvan u de afzender wilt
beantwoorden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Beantwoorden” of “Allen
beantwoorden”.
3. Selecteer “Beantwoorden” of “Met geschiedenis”.
4. Voer het bericht in.
5. Selecteer de indicator “Verzenden” in de linkerbenedenhoek
van het scherm. Druk op en selecteer “Bericht
verzenden”.
Een bericht doorsturen
A
→
“Inbox”
1. Selecteer het bericht dat u wilt doorsturen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer stap 1 t/m 6 uit onder “Een nieuw bericht maken” op
pagina 50.
Berichten in de lijst sorteren
→
“Inbox”
A
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Sorteren”.
3. Selecteer de gewenste sorteeroptie.
Berichten vergrendelen en ontgrendelen
→
“Inbox”
A
1. Selecteer het bericht dat u wilt vergrendelen of ontgrendelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer “Vergrendelen” of “Ontgrendelen”.
Een afbeelding verzenden met MMS per Post
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar een
briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale drukt de afbeelding
af en verstuurt deze als briefkaart naar het postadres van de
geadresseerde in het MMS-bericht. (In uw telefoon is het adres van
de Vodafone-centrale al ingevoerd. Dit kan niet worden gewijzigd.)
(M 4-1-4)
54Berichten
Een MMS per Post maken
A
→
“Bericht maken” → “MMS per Post”→ “Opgeslagen
afb.”
1. Selecteer de foto die u wilt verzenden.
Als u nieuwe foto’s wilt maken, selecteert u “Foto maken”.
Als de bestandsgrootte van de geselecteerde foto’s in JPEGformaat of gemaakte foto’s te groot is om te verzenden, wijzig
dan de grootte van de foto en probeer het opnieuw.
2. Voer uw bericht in.
U kunt berichten invoeren van maximaal 200 bytes.
3. Voer de geadresseerde in of selecteer deze.
Zie de opmerking hieronder voor bijzonderheden.
• “Naam” (verplicht):
Naam van de geadresseerde voor een briefkaart tot maximaal
50 bytes
• “Straat & nummer” (verplicht):
Straat en huisnummer tot maximaal 50 bytes
• “Woonplaats” (verplicht):
Woonplaats tot maximaal 50 bytes
• “Postcode” (optioneel):
Postcode tot maximaal 20 bytes
• “Land” (optioneel):
Land tot maximaal 20 bytes
4. Druk op [Opties] en selecteer “MMS per Post”.
Opmerking
• De onderdelen “Naam”, “Straat & nummer” en “Woonplaats” zijn
vereist om een briefkaart via MMS per Post te kunnen verzenden.
• Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van de
aangeboden dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator
voor meer informatie. Als het onderdeel “Land” niet wordt
weergegeven, is het niet moge lijk via MMS per Post berichten naar
het buitenland te sturen.
• Asterisken (sterretjes) die in het bericht of adres zijn ingevoerd,
worden ongeldig als het bericht wordt verzonden, en in de
Postcode kunnen geen spaties worden ingevoerd.
• Bestanden in het formaat Animation GIF kunt u niet gebruiken voor
MMS per Post.
• De beeldkwaliteit van MMS per Post is afhankelijk van het
afbeeldingsformaat.
Berichten55
Berichtinstellingen
Algemene instellingen
→
“Bericht Instellingen” → “Algemene instellingen”
A
(M 4-9)
(M 4-9-1)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Thuis downloaden”:
Hiermee bepaalt u hoe berichten binnen uw netwerk worden
opgehaald.
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt uitgesteld.
• “Afleverrapport”:
Schakelt verzoek om toezending van het afleverrapport in of
uit.
• “Leesrapport”:
Schakelt verzoek om toezending van het leesrapport in of uit.
vanaf de server.
vanaf de server.
•“Vervaltijd”:
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren het
berichtence ntrum een door u verzonde n bericht mag proberen
af te leveren. In deze periode zal het berichtencentrum steeds
proberen het bericht bij de geadresseerde af te leveren.
• “Afl.rapp. terugsturen”:
Hiermee stelt u in of aan de afzender al dan niet een rapport
moet worden verzonden als u een MMS/SMS ontvangt.
• “Leesrapport toestaan”:
Hiermee kunt u de leesberichtfunctie aan- en uitzetten. Deze
functie gebruikt u als u wilt dat de geadresseerde u laat weten
dat het bericht is gelezen.
• “Ondertekening”:
Opent het venster waarin u een handtekening kunt invoeren.
• “Automatisch verwijd.”:
Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer Inbox,
Verzonden of beide (Inbox en Verzonden) vol zijn.
• “Autom. opnieuw verzenden”:
Probeert opnieuw, maximaal twee keer, het eerder nietverzonden SMS/MMS-bericht te verzenden (keuze tussen
“Aan” en “Uit”).
• “Weergave berichtenlijst”:
Hiermee kunt u instellen hoe de gegevens in de postbus
moeten worden weergegeven. U kunt kiezen uit “Gegevens op
1 regel” en “Gegevens op 2 regels”.
56Berichten
SMS-instellingen
A
→
“Bericht Instellingen” → “SMS-instellingen”
(M 4-9-2) (M 4-9-3)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Berichtencentrum”:
Voer het telefoonnummer van het berichtencentrum in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer een
landcode wilt invoeren, houd dan Q ingedrukt totdat het +
teken wordt weergegeven.
• “Indeling”:
Selecteer het berichtformaat dat moet worden gebruikt als u
een nieuw bericht opstelt.
• “Antwoordmethode”:
Bepaal of de antwoordmethode gelijk moet zijn aan de
verzendmethode voor een antwoord op een bericht.
• “Optimalisering”:
Wanneer “Aan” (standaard) ingesteld is, worden double-byte
tekens (zoals Europese tekens met een accent) omgezet in
single-byte tekens en verzonden.
Wanneer “Uit” ingesteld is, worden double-byte tekens
verzonden zoals ze worden weergegeven.
U moet er wel rekening mee houden dat u wellicht dubbel
moet betalen voor double-byte tekens die worden verzonden
in een SMS-bericht wanneer Optimalisatie op “Uit” is
ingesteld.
MMS-instellingen
→
“Bericht Instellingen” → “MMS-instellingen”
A
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “MMS-accounts”:
Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken”
om de volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”: MMS-profielnaam (unieke naam)
“Proxy”: Proxy-instelling voor MMS
“MMSC-adres”: MMSC-adres
• “Tijdsduur dia”:
Hiermee stelt u de tijdsduur van een dia in.
• “Max. berichtgrootte”:
Stelt de maximale berichtgrootte voor verzending in, en
blokkeert de verzending van MMS-berichten die groter zijn
dan de ingestelde waarde.
• “Maakmodus”:
Als de Maakmodus op “Vrij” is gezet, kunt u alle soorten
bestanden aan het bericht toevoegen. Als de Maakmodus op
“Beperkt” is gezet, kunt u alleen bepaalde formaten en
bestanden tot een bepaalde grootte toevoegen. De instelling
“Beperkt” geniet prioriteit boven “Max. berichtgrootte”.
Berichten57
E-mailinstellingen
A
→
“Bericht Instellingen” → “E-mailinstellingen”
(M 4-9-4) (M 4-9-5)
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Emailaccounts”:
Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken”
om de volgende instellingen in te voeren.
“Accountnaam”: Accountnaam voor e-mail (unieke
“POP3-server”:Servernaam, gebruikers-id,
“SMTP-server”: Servernaam, gebruikers-id,
“APN”: Toegangspunt voor E-mail
“E-mailadres”: E-mailadres
• “Interval downloaden”:
Stelt het download-interval in.
• “Max. berichtgrootte”:
Stelt de maximale berichtgrootte voor verzending in en
blokkeert de verzending van E-mailberichten die groter dan de
ingestelde waarde zijn.
naam)
wachtwoord en poo rtnummer voor
POP3-server
wachtwoord, poortnummer voor
SMTP-server en SMTP-verificatie.
Cell Broadcast
U kunt Cell Broadcast-berichten (informatiediensten) of algemene
berichten zoals het weerbericht en verkeersinformatie ontvangen.
Deze informatie wordt verspreid onder abonnees in bepaalde
netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze mogelijkheid. Neem contact
op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcast inschakelen/uitschakelen
→
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
A
“Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Cell Broadcast-berichten lezen
A
→
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
“Berichten lezen”
1. Selecteer het gewenste onderwerp.
2. Schuif het scherm naar beneden om het bericht te lezen.
3. Druk op [Vorige].
58Berichten
Taal instellen voor Cell Broadcast-berichten
A
→
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
→
“Instellingen”
De huidige taal verschijnt op het scherm.
“Taal”
1. Druk op om uw keuze te maken.
2. Druk op [Opslaan].
Abonneren op Cell Broadcast
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
→
“Bericht Instellingen” → “Cell Broadcast” →
A
“Instellingen”
→
“Info-onderw. inst.”
→
[Opties]
1. Selecteer “Toevoeg./Verwijd.”.
2. Selecteer de gewenste pagina.
3. Druk op [Opslaan].
Tip
• Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij stap 2 verschijnt,
selecteer dan “Onderwerp instell.” bij stap 1, en voer vervolgens
de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor
bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw
netwerkoperator.
Regio info
Regio info is een berichtenservice voor abonnees in bepaalde
gebieden.
Als u Regio info ontvangt, verschijnt het bericht (netnummer) in het
standby-venster.
Regio info inschakelen/uitschakelen
A
(M 4-9-6)
→
“Bericht Instellingen” → “Regio info”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Niet alle mobiele netwerken bieden deze mogelijkheid. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
• Als Regio info is ingesteld op “Aan”, zal de standby-tijd afnemen.
Berichten59
Vodafone live!
Uw telefoon is al zodanig geconfigureer d dat u verbinding kunt m aken
met Vodafone live! en het mobiele Internet*.
(M 2)
Afgestemd op
Vodafone live! is een nieuwe mobiele Internet-portal die toegang
biedt tot een nieuwe wereld van informatie, games, muziek en
diensten.
Omdat de telefoon gebruik maakt van UMTS, kunt u veel sneller
mobiele informatie ophalen dan tot nu toe het geval was. Ook is de
verbinding ‘altijd aan’. Dit betekent dat u niet steeds hoeft in te bellen.
U hoeft alleen te betalen voor de gegevens die u verzendt of ontvangt,
niet voor de duur van uw verbinding.
* Als u problemen met de verbinding ondervindt, neem dan contact
op met de klantenservice van Vodafone.
Uw telefoon is uitgerust met een WAP-browser die wordt gebruikt om
te surfen op het mobiele Internet, waar u veel handige informatie kunt
opvragen. Normaal gesproken zijn deze pagina’s speciaal gemaakt
voor weergave op mobiele telefoons.
Hoofdmenu
→
“Vodafone live!”
De Vodafone live! servicepagina wordt weergegeven.
“Vodafone live!”
Het scherm voor invoer van de URL wordt weergegeven, zodat u naar
de betreffende site kunt gaan.
“Vodafone live!”
Zie pagina 61.
“Vodafone live!”
WAP-informatiemeldingen worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De opgeslagen screenshots worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De geschiedenis wordt weergegeven van de pagina’s die u onlangs
hebt bezocht.
“Vodafone live!”
Zie pagina 61.
“Vodafone live!”
→
“Voer URL in”
→
“Favorieten”
→
“Meldingen Postvak IN”
→
“Opgeslagen pagina’s”
→
“Geschiedenis”
→
“Instellingen browser”
60Vodafone live!
Navigeren door een WAP-pagina
• abcd:
•:Hiermee wordt de optie uitgevoerd die aan de
• A:Hiermee wordt het optiemenu van de browser gestart.
• C:Hiermee wordt een actie geselecteerd die in de
• F (kort indrukken):
Favorieten bewerken
“Vodafone live!”
1. Selecteer de gewenste URL en druk op [Opties].
U kunt de favorietenlijst bewerken met de volgende opties:
“Openen”:Selecteert een favoriet.
“Details”:Geeft gedetailleerde informatie over de
“Pagina verzenden”:Verzendt het URL-adres naar
“Nieuw”:Maakt nieuwe mappen of bookmarks.
“Hernoemen”:Wijzigt de naam van bookmarks.
Hiermee kiest u de gewenste optie.
onderzijde van het scherm in het midden wordt
weergegeven.
rechterbenedenhoek van het scherm wordt
weergegeven.
Hiermee krijgt u toegang tot “Vodafone live!” door de
browser te openen.
Hiermee sluit u de browser af.
(indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee schakelt u de telefoon uit.
(M 2-3)
→
“Favorieten”
WAP-pagina.
geadresseerden.
“URL bewerken”:Bewerkt de URL van de bookmark.
“Verplaatsen”:Verplaatst favorieten naar een andere
“Verwijderen”:Verwijdert een favoriet.
“Alles verwijderen”:Verwijdert alle favorieten.
Instellingen browser
“Vodafone live!”
“Lettergrootte”:Stelt de lettergrootte van de pagina’s
“Verschuiving”:Stelt de scroll-snelheid in.
“Verwijzing”:Geeft aan of de referrer moet worden
“Cookies”:Wijzigt de cookie-instellingen.
“Downloads”:Schakelt downloadgegevens van
“Beveiliging”:Wijzigt de beveiligingsinstellingen.
“Gepushte inhoud”:Hiermee stelt u in of een pushbericht
“Downloaden naar”:Selecteert de locatie waarnaar de
→
locatie.
(M 2-7)
“Instellingen browser”
in.
vermeld.
afbeeldingen/geluiden/objecten uit.
moet worden bevestigd.
gegevens moeten worden
gedownload.
Vodafone live!61
De browser-opties
In de WAP-browser hebt u verschillende opties tot uw beschikking.
→
[Opties]
C
“Selecteren”:Selecteert een WAP-pagina.
“Startpagina”: Hiermee gaat u naar de startpagina.
“Favorieten”:Zie pagina 61.
“Pagina markeren”:Markeert de geselecteerde WAP-
“Deze koppeling opslaan”:
“Items opslaan”:Slaat items van een WAP-pagina op.
“Voer URL in”:Gaat naar de WAP-pagina waarvan u
“Geschiedenis openen”: Toont de geschiedenis van pagina’s
“Doorsturen”:Gaat naar de volgende pagina van de
“Pagina opnieuw laden”: Laadt de WAP-pagina opnieuw om de
“Geavanceerd”: Geeft de geavanceerde menu’s weer.
“Afsluiten”: Sluit de browser af.
pagina.
Downloadt de gekoppelde WAPpaginagegevens.
het URL-adres opgeeft.
die u eerder hebt bezocht.
weergegeven pagina’s.
nieuwste gegevens op te halen.
De geavanceerde opties
→
[Opties] → “Geavanceerd”
C
“Opgeslagen pagina’s”: De opgeslagen screenshots worden
“Deze pagina opslaan”: Slaat de WAP-pagina op als een lokaal
“Pagina verzenden”:Verzendt het URL-adres en de titel
“Details”:Geeft gedetailleerde informatie over de
“Browsergegevens”:Bewerkt de browsergegevens. Hier
“In deze pag. zoeken”: Zoekt naar bepaalde woorden op een
“Tekst kopiëren”:Kopieert de tekst op de webpagina.
“Instellingen browser”: Geeft de instellingenmenu’s weer.
“Browser opn. starten”: Start opnieuw de browser.
“Info”:Geeft informatie over de browser
weergegeven.
bestand.
naar geadresseerden.
WAP-pagina.
kunt u de cache/cookies/geschiedenis
leegmaken.
WAP-pagina.
weer.
62Vodafone live!
Muziek
(M 3)
Muziekspeler
De Muziekspeler kan geluidsbestanden van het formaat MP3, AAC en
AAC+ afspelen. Als u geluidsbestanden op de achtergrond afspeelt,
kunt u andere menu’s gebruiken.
Geluidsbestanden afspelen
→
“Muziek”
1. Selecteer “Alle muziek” of de gewenste playlist.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Opmerking
• Als de modus Stil is geactiveerd, wordt u gevraagd of er al dan niet
geluiden moeten worden afgespeeld.
• Als u het laatst afgespeelde bestand wilt afspelen, selecteert u
“Laatst gespeelde muziek”. “Nu afgespeeld” wordt weergegeven
als het bestand wordt afgespeeld.
Tip
• U kunt naar het hoofdmenu terugkeren terwijl op de achtergrond
het bestand wordt afgespeeld.
• U kunt uw eigen playlist maken met alleen de bestanden die u
wenst (p. 64).
“Mijn muziek”
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op .
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
• Bij stap 2 kunt u de toon instellen. Druk op [Opties] en selecteer
“Toonregeling”. Maak uw keuze uit “Normaal”, “Bas”, “Surround”
of “Surround bas”.
• Bij stap 2 kunt u het afspeelpatroon selecteren. Druk op [Opties]
en selecteer “Afspeelpatroon”.
“Normaal”:Speelt alle bestanden in de geselecteerde map
éénmaal af en stopt daarna.
“Herhalen”:Speelt bestanden in de geselecteerde map
continu af.
“Alles herhalen”: Speelt alle bestanden in de geselecteerde map
af.
“Willekeurig”:Spee lt de bestanden in de geselecteerde ma p in
willekeurige volgorde af.
• U kunt de Muziekspeler naar wens aanpassen met de volgende
toetsen:
a/ b: Verhoogt of verlaagt het volume.
b (indrukken en ingedrukt houden): Dempt het geluid.
d: Springt naar het volgende bestand.
c: Keert terug naar het bovenste gedeelte van het huidige
bestand.
d (indrukken en ingedrukt houden): Vooruitspoelen.
c (indrukken en ingedrukt houden): Terugspoelen.
F: Speelt het bestand af op de achtergrond.
Muziek63
Een bestand zoeken om af te spelen
“Muziek”
→
“Mijn muziek”
1. Selecteer “Alle muziek” of de gewenste playlist.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
3. Voer de eerste paar letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven
en het gevonden bestand wordt geselecteerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U kunt een playlist met gewenste bestanden maken.
→
“Muziek”
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
1. Selecteer het bestand dat u aan de playlist wilt toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Voor bijzonderheden over het
toevoegen van een playlist, zie “Een nieuwe playlist toevoegen”.
3. Selecteer de gewenste map.
Het bestand dat u bij stap 1 hebt geselecteerd wordt opgeslagen.
Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u het
bestand en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist
verw.”.
Een nieuwe playlist toevoegen
→
“Muziek”
“Mijn muziek”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
2. Voer de gewenste naam van de playlist in.
3. Druk op .
Opmerking
• Als u een playlist wilt verwijderen, selecteert u de playlist en drukt
u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
Muziekbestanden downloaden
→
“Muziek”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de muziekbestanden kunt
downloaden.
Opmerking
• Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators beschikbaar. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Naar muziekwinkel”
(M 3-3)
64Muziek
Mijn telefoon
Mijn telefoon bevat verschillende soorten afbeeldings-, ringtone- en
videoclipgegevens. Mijn telefoon bevat voorts vaak gebruikte
tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP-pagina’s die u kunt
gebruiken voor het downloaden. U kunt ook via infrarood of
afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens overzenden naar
telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
Mijn afbeeldingen
U kunt foto’s opslaan die met een digitale camera zijn genomen of
afbeeldingen die zijn gedownload vanaf Internet-sites voor mobiele
toepassingen. U kunt afbeeldingen in de volgende formaten opslaan:
JPEG, PNG, WBMP en GIF.
Afbeeldingen bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6)
(M 6-1)
→
“Mijn afbeeldingen”
Bluetooth
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt bekijken.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Afbeeldingen als achtergrond gebruiken
“Mijn telefoon”
→
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand dat u als achtergrond wilt gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergrond”.
Een afbeelding opslaan bij een item in het Telefoonboek
U kunt deze optie alleen gebruiken voor afbeeldingen die in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen.
→
“Mijn telefoon”
1. Selecteer het bestand dat u aan het Telefoonboek wilt
toevoegen.
“Mijn afbeeldingen”
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan contacten toev.”.
Als u bestaande gegevens wilt overschrijven, selecteert u de
gegevens die u wilt bewaren.
Als u de gegevens wilt opslaan als een nieuw item, selecteert u
“Als nieuw contact”.
Voor bijzonderheden over het invoeren van een naam, zie “Nieuw
contact toevoegen” op pagina 35.
Afbeeldingen bewerken
→
“Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Foto-editor”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
• “Foto-editor” is voor sommige afbeeldingen mogelijk niet
U kunt de grootte van een afbeelding aanpassen aan het doel
waarvoor u de foto wilt gaan gebruiken.
→
“Mijn telefoon”
“Mijn afbeeldingen”
1. Selecteer het bestand waarvan u de grootte wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Grootte wijzigen”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
• “Grootte wijzigen” is voor sommige afbeeldingen (bijv.
afbeeldingen waarop auteursrechten rusten) niet beschikbaar.
Tip
• Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Afbeeldingbestanden downloaden
→
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de afbeeldingbestanden
kunt downloaden.
Geluiden & Ringtones
De gedownloade geluidsbestanden en de AMR-gegevens die zijn
opgenomen met de functie Geluidopname, worden opgeslagen in
Geluiden & Ringtones. De standaardringtones bevinden zich niet in
Geluiden & Ringtones. Alleen de geluidsbestanden die u met de
telefoon kunt afspelen, worden in Geluiden & Ringtones opgeslagen.
“Mijn afbeeldingen” → “Nieuwe ophalen”
(M 6-2)
Geluidsbestanden afspelen
→
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Om het afspelen te stoppen, drukt u op .
Opmerking
• Sommige geluidsbestanden kunnen niet worden afgespeeld.
Een geluidsbestand als ringtone gebruiken
→
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones”
1. Selecteer het bestand dat u als ringtone wilt gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringtone inst.”.
Opmerking
• Muziekbestanden van het AMR-formaat kunnen niet als ringtone
worden gebruikt.
Tip
• Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Geluidsbestanden downloaden
→
“Mijn telefoon”
ophalen”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de geluidsbestanden kunt
downloaden.
“Geluiden & Ringtones” → “Nieuwe
66Mijn telefoon
Video’s
U kunt gebruik maken van videoclips die zijn opgenomen door een
videocamera of gedownload van Internet-sites voor mobiele
toepassingen.
Videoclipbestanden afspelen
“Mijn telefoon”
(M 6-4)
→
“Video’s”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op .
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op .
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
Een videoclip gebruiken als ringvideo
U kunt uw telefoon zo instellen dat een videoclip wordt afgespeeld als
de telefoon overgaat.
→
“Mijn telefoon”
“Video’s”
1. Selecteer de gewenste videoclip.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringvideo inst.”.
Tip
• Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Videoclipbestanden downloaden
→
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclipbestanden
kunnen worden gedownload.
Andere documenten
Sommige bestandstypen worden in de map Andere documenten van
de telefoon opgeslagen. U kunt deze bestanden op dezelfde manier
gebruiken en bewerken als de bestanden in Mijn telefoon.
Een documentbestand openen
“Mijn telefoon”
“Video’s” → “Nieuwe ophalen”
(M 6-6)
→
“Andere documenten”
1. Druk op d om de lijst van de geheugenkaart op te roepen, en
op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Tip
• Voor andere menu-opties, zie “Gemeenschappelijke menuopties”
op pagina 68.
Mijn telefoon67
Gemeenschappelijke menuopties
Met DRM beveiligde bestanden activeren
Sommige afbeeldingen, geluidsbestanden en videoclips zijn voorzien
van een programma dat kopiëren onmogelijk maakt. Dat programma
heet DRM (Digital Rights Management). Als u deze bestanden wilt
openen, moet u ze digitaal activeren. Bestanden die met DRM zijn
beveiligd, worden aangeduid met .
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een
nieuw bericht maken” op pagina 50.
Voor bijzonderheden over
op pagina 111.
Voor bijzonderh eden over infraroodinstellingen , zie “Infrarood” op
pagina 113.
3. Druk op om de gewenste bestandsnamen aan te vinken.
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
Tip
• Als u het vinkje wilt verwijderen, selecteert u het bestand opnieuw
of selecteert u “Deselecteren” bij stap 4.
• Als u alle bestanden wilt selecteren, kiest u “Alle selecteren” bij
stap 4. Als u de selectie van alle bestanden wilt opheffen, kiest u
“Alles deselect.”.
70Mijn telefoon
Games & toepassingen
Voor bijzonderheden over Vodafone-specifieke toepassingen, zie
“Games & toepassingen” op pagina 72.
Mijn sjablonen
U kunt maximaal 50 tekstsjablonen opslaan die u in uw SMS- en
MMS-berichten kunt gebruiken. Voor één enkel tekstsjabloon kunt u
maximaal 256 karakters gebruiken.
Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen
“Mijn telefoon”
(M 6-5)
→
“Mijn sjablonen” → “Nwe sjabloon toev.”
(M 6-3)
1. Voer de tekst in en druk vervolgens op .
Mijn sjablonen bewerken
“Mijn telefoon”
→
“Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
Als u de tekstsjabloon wilt bekijken, drukt u op [Opties] en
selecteert u “Tonen”.
Als u de tekstsjabloon wilt verwijderen, drukt u op [Opties] en
selecteert u “Verwijderen”.
3. Wijzig de tekst en druk vervolgens op .
Mijn sjablonen verzenden
“Mijn telefoon”
→
“Mijn sjablonen”
1. Selecteer de tekstsjabloon die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Sjabloon verzenden”.
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u de geheugenstatus van het
telefoongeheugen of de geheugenkaart controleren. De
geheugenstatus is van toepassing op de volgende onderdelen:
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
Mijn telefoon71
Amusement
Games & toepassingen
Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunnen verschillende soorten Vodafone-specifieke
toepassingen worden gebruikt. Om deze toepassingen te kunnen
gebruiken, moet u ze vanaf Internet-sites voor mobiele toepassingen
downloaden. Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om,
binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een
netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal worden uitgevoerd (geen verbinding),
of via een netwerk (waarbij gebruik wordt gemaakt van Internetsites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten/
spelletjes te spelen). Het netwerk brengt u mogelijk meer in
rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op
met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Toepassingen downloaden
“Amusement”
toepassingen”
(M 1)
(M 1-1)
(M 1-1-1)
→
“Games & toepassingen” → “Games &
→
“Meer downloads”
1. Selecteer de gewenste toepassing.
Voordat u de toepassing downloadt, wordt u gevraagd om te
bevestigen wat u gaat ontvangen. Nadat u de informatie in het
bevestigingsscherm hebt gecontroleerd, kunt u de toepassing
downloaden.
2. Druk op om het downloaden te starten.
3. Druk op als u klaar bent.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is gebruikersverificatie vereist
voordat de toepassing kan worden gedownload.
Toepassingen uitvoeren
→
“Amusement”
toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de titel van de toepassing die u wilt uitvoeren.
De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij gebruik van
toepassingen waarvoor een netwerkverbinding nodig is, kunt u
aangeven dat verbinding met het netwerk moet worden gemaakt.
2. Als u de toepassing wilt beëindigen, drukt u op F en
selecteert u “Einde”.
Instellen als achtergrond voor het hoofddisplay
“Amusement”
toepassingen”
→
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer het bestand dat u wilt gebruiken als achtergrond.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergr. instellen”.
72Amusement
Toestemming instellen
U kunt de toestemming voor geselecteerde Java™-toepassingen
instellen.
→
“Amusement”
toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
3. Selecteer een van de volgende opties:
“Telefoongesprek”:Geeft al dan niet toestemming voor het
“Webtoegang”:Geeft al dan niet toestemming om
“Berichten verz.”:Geeft al dan niet toestemming om taken
“Autom. uitvoeren”:Geeft al dan niet toestemming om
“Lokale verbinding”:Geeft al dan niet toestemming om
“Gebruik.geg. lezen”: Geeft al dan niet toestemming om
“Gebr.geg. schrijv.”:Geeft al dan niet toestemming om in uw
voeren van spraakgesprekken.
gebruik te maken van het netwerk.
met betrekking tot MMS- en SMSberichten uit te voeren.
programma’s automatisch uit te voeren.
verbinding te maken met lokale
apparaten.
gebruikersgegevens te lezen, zoals de
items in het Telefoonboek, de postbus
(Postvak IN) en gegevens in Mijn
telefoon.
telefoon items in te voeren, zoals items
in het Telefoonboek, de postbus
(Postvak IN) en gegevens in Mijn
telefoon.
“Multimedia gebr.”:Geeft al dan niet toestemming om
multimedia-opnamen te gebruiken.
“Locatietoegang”:Geeft al dan niet toestemming om de
toegangsfunctie bij te werken.
4. Selecteer een van de volgende opties:
“Sessie”:Het bevestigingsbericht wordt niet
weergegeven totdat u het programma
verlaat, terwijl de uitvoering van de API
van de opgegeven functiegroep
geautoriseerd wordt.
“Eenmalig”:Elke keer dat de API van de opgegeven
functiegroep wordt uitgevoerd, wordt het
bevestigingsbericht weergegeven.
“Algemeen geldig”:Het bevestigingsbericht wordt niet
weergegeven totdat het programma
wordt verwijderd of totdat u de
instellingen wijzigt, terwijl uitvoering van
de API van de opgegeven functiegroep
geautoriseerd wordt.
“Nee”:Uitvoering van de API van de opgegeven
functiegroep wordt niet geautoriseerd.
Opmerking
• Als u alle toestemmingsinstellingen wilt wissen, selecteert u
“Reset” bij stap 3.
• Niet voor alle Java™-toepassingen zijn alle toestemmingen
beschikbaar.
Amusement73
Toepassingsgegevens bekijken
U kunt gegevens van Java™-toepassingen bekijken.
→
“Amusement”
toepassingen”
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Informatie”.
Een toepassing verwijderen
U kunt een toepassing uit het telefoongeheugen verwijderen.
“Amusement”
toepassingen”
→
“Games & toepassingen” → “Games &
1. Selecteer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Instellingen
Toepassingsvolume
U kunt het volume van de toepassing (bijvoorbeeld de
geluidseffecten) op een van de vijf niveaus instellen, of uitzetten. Als
het profiel is i ngesteld op “Stil”, krijgt de ins telling van “Hoofdvolume”
(p. 93) de voorkeur.
“Amusement”
→
“Toepassingsvolume”
(M 1-1-2)
→
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Druk op a (of d) om het volume te verhogen, of druk op b
(of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op .
Displayverlichting
→
“Amusement”
→
“Displayverlichting” → “Aan/uitzetten”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Standaardinstell.”.
“Aan”:Verlichting brandt terwijl de toepassing
“Uit”:Brandt niet terwijl de toepassing actief is,
“Standaardinstell.”: Gebruikt de standaardinstellingen van de
Knipperinstelling selecteren
Met deze instelling wordt de displayverlichting door de toepassing
geregeld. Als deze optie op “Uit” is ingesteld, kan de
displayverlichting vanuit de toepassing niet worden ingeschakeld.
“Amusement”
→
“Displayverlichting” → “Knipperen”
actief is.
ook niet als er een toets wordt ingedrukt.
displayverlichting (p. 99).
→
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
74Amusement
Trilalarm
Wanneer in de toepassing het trilalarm is ingesteld, kunt u dit in- of
uitschakelen.
→
“Amusement”
→
“Trilalarm”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Oproepen & alarminstellingen
U kunt aan inkomende oproepen en het alarm een bepaalde prioriteit
geven die van toepassing is als er een toepassing actief is.
• “Gespreksprioriteit”, “Prioriteit bericht” of “Alarmprioriteit”:
De toepassing wordt automatisch onderbroken en u kunt het
gesprek of bericht aannemen, of het alarm klinkt. Nadat het
gesprek is beëindigd, het bericht is gelezen of het alarm is
afgelopen, wordt het onderbrekingspictogram ( ) getoond om u
te laten weten dat er een onderbroken toepassing actief is.
• “Gespreksindicatie”, “Berichtmelding” of “Alarmindicatie”:
Op de eerste regel van het scherm wordt een marquee
(verschuivende tekst) weergegeven terwijl de toepassing wordt
voortgezet. Als u op D drukt, wordt de toepassing onderbroken,
en kunt u het gesprek of bericht ontvangen. Nadat het gesprek is
beëindigd of het bericht is gelezen, wordt het
onderbrekingspictogram ( ) getoond om u te laten weten dat er
een onderbroken toepassing actief is.
Achtergrond
U kunt achtergrondtoepassingen downloaden voor het standbyscherm en instellen hoe lang de achtergrond actief moet blijven.
→
“Amusement”
→
“Achtergrond” → “Aan/uitzetten”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Zie “Instellen als achtergrond voor het hoofddisplay” op
pagina 72 voor verdere procedures.
De activeringstijd selecteren
“Amusement”
→
“Achtergrond” → “Activeringstijd”
→
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer met het toetsenblok in twee cijfers de activeringstijd in.
De beëindigingstijd selecteren
“Amusement”
→
“Achtergrond” → “Beëindigingstijd”
→
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Stel in na welke tijdsduur de achtergrond moet worden
beëindigd. Maak hierbij een keuze tussen “na 15 min.” en “na
6 uur”.
Amusement75
De Surround Sound instellen
“Amusement”
→
“Surround”
→
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Standaardinstellingen
Alle instellingen van “Games & toepassingen” kunnen worden
gereset naar de standaardinstelling.
→
“Amusement”
→
“Standaard instel.”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer uw toestelcode in.
Het geheugen wissen
De Java™-toepassingen in het telefoongeheugen kunnen worden
gereset.
→
“Amusement”
→
“Geheugen wissen”
“Games & toepassingen” → “Instellingen”
1. Voer uw toestelcode in.
Java™-informatie
“Amusement”
informatie”
De informatie over de licenties van Java™ wordt weergegeven.
TV & video
Videoclipbestanden afspelen
“Amusement”
(M 1-1-3)
→
“Games & toepassingen” → “Java™
(M 1-2)
(M 1-2-4)
→
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op .
Als u het afspelen wilt stoppen, drukt u op [Vorige].
Tip
• U kunt de Videospeler naar wens aanpassen met de volgende
toetsten:
a/b: Verhoogt of verlaagt het volume.
b (indrukken en ingedrukt houden): Dempt het geluid.
d: Springt naar het volgende bestand.
c: Keert terug naar het bovenste gedeelte van het huidige
bestand.
d (indrukken en ingedrukt houden): Vooruitspoelen.
c (indrukken en ingedrukt houden): Terugspoelen.
Een bestand zoeken om af te spelen
→
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
4. Voer de eerste paar letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven
en het gevonden bestand wordt geselecteerd.
76Amusement
Een bestand aan de playlist toevoegen
U kunt een playlist met gewenste bestanden maken.
→
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand dat u aan de playlist wilt toevoegen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Voor bijzonderheden over het
maken van een playlist, zie “Een nieuwe playlist toevoegen”.
5. Selecteer de gewenste map.
Het bestand dat u bij stap 3 hebt geselecteerd wordt opgeslagen.
Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u het
bestand en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist
verw.”.
Een nieuwe playlist toevoegen
→
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
3. Voer de gewenste naam van de playlist in.
4. Druk op .
Opmerking
• Als u een playlist wilt verwijderen, selecteert u de playlist en drukt
u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
Een videoclipbestand bewerken
→
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand dat u wilt bewerken.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
5. Selecteer de gewenste optie.
“Bijsnijden”: Selecteert het gebied dat moet worden
“Ondertitel”: Maakt een ondertitel voor het bestand.
bijgesneden.
Amusement77
Instellingen
U kunt voor “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” en
“Weergavegrootte” een afspeelmodus selecteren die wordt gebruikt
als u videoclipbestanden afspeelt.
→
“Amusement”
“Tv & video” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand waarvoor u de afspeelmodus wilt
wijzigen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Instellingen”.
5. Selecteer “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” of
“Weergavegrootte”.
6. Maak een keuze uit de volgende opties:
• “Afspeelpatroon”
“Normaal”:Speelt alle bestanden in de
“Herhalen”: Speelt bestanden in de geselecteerde
“Alles herhalen”:Speelt alle bestanden in de
“Willekeurig”:Speelt de bestanden in de geselecteerde
• “Displayverlichting”
“Aan”: Licht is aan als het bestand wordt
“Uit”Licht is uit als het bestand wordt
“Standaardinstell.”: Gebruikt de standaardinstellingen van de
geselecteerde map éénmaal af en stopt
daarna.
map continu af.
geselecteerde map af.
map in willekeurige volgorde af.
afgespeeld.
afgespeeld, zelfs als u een toets indrukt.
displayverlichting (p. 99).
• “Weergavegrootte”
“Oorspr. grootte”: Toont het bestand op originele grootte.
“Vergroten”:Toont het bestand vergroot.
“Volledig scherm”: Toont het bestand op volledige
(M 1-2-5)
SD VIDEO
Videoclips die zijn opgenomen door een videocamera of gedownload
van Internet-sites voor mobiele toepassingen, kunnen ook met SD
VIDEO worden gebruikt.
“Amusement”
→
schermgrootte.
“Tv & video” → “SD VIDEO”
1. Selecteer het gewenste bestand.
Als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen, drukt u op .
Als u met afspelen wilt stoppen, drukt u op C.
Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, selecteert u de
playlist en drukt u op [Opties] en selecteert u “Verwijderen”.
Videoclipbestanden downloaden
→
“Amusement”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclipbestanden
kunnen worden gedownload.
Videoclipbestanden afspelen
Het laatste bestand afspelen
“Amusement”
“Tv & video” → “Nieuwe video’s ophalen”
→
“Tv & video” → “Laatst afgespeelde video”
(M 1-2-3)
(M 1-2-1)
78Amusement
Streaming
U kunt videoclips afspelen op hetzelfde moment dat u deze van het
mobiele netwerk downloadt.
Bovendien kunt u het adres van de website als favoriet opslaan.
“Amusement”
(M 1-2-2)
→
“Tv & video” → “Streaming”
1. Maak uw keuze uit “Laatst afgesp. streaming”, “Voer URL in”,
“Favoriet”, “Toegangslog” of “Weergavegrootte”.
“Laatst afgesp. streaming”:
“Voer URL in”:Voer het gewenste website-adres in. De
“Favoriet”: Het adres van de website wordt vastgelegd.
“Toegangslog”: Toont de logs van de website die u hebt
“Weergavegrootte”:
Toont het laatste streaming-bestand.
browser wordt geopend en het downloaden
en afspelen wordt gestart.
bezocht. Vanuit de log kunt u de streaming
starten.
Selecteer “Oorspr. grootte”, “Vergroten” of
“Volledig scherm”.
Amusement79
Organiser & toepassingen
Kalender
Met de optie Kalender kunt u voor elke datum of tijd gemakkelijk
afspraken of activiteiten plannen.
U kunt uw kalender-items desgewenst via infrarood of Bluetooth naar
een PC verzenden, zodat dezelfde gegevens ook elders beschikbaar
zijn. Als u gegevens uitwisselt met andere apparaten, kunnen de
weergegeven datum en tijd verschillen van die van de oorspronkelijke
gegevens, al naargelang het gegevensformaat van het ontvangende
apparaat.
Een nieuw item invoeren
“Organiser en toep.”
(M 7-1)
→
“Kalender”
(M 7)
1. Selecteer de dag waarvoor u een activiteit wilt plannen.
2. Selecteer “Nieuw item toev.”.
3. Voer het onderwerp in.
4. Geef de locatie op.
5. Selecteer de gewenste categorie.
6. Voer de startdatum en de starttijd in.
7. Geef de tijdsduur op.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste einddatum en
eindtijd op.
8. Selecteer de tijd waarop u aan de activiteit wilt worden
herinnerd.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste datum en tijd
voor de herinnering op.
9. Druk op [Opslaan].
Opmerking
• Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt het
invoervenster voor datum en tijd weergegeven (p. 100).
• Het herinneringsalarm gaat niet af als “Hoofdvolume” (p. 93) op
“Stil” is ingesteld.
Een andere herinneringstoon of herinneringsvideo selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video
toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of de gewenste videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een
ringtone toewijzen” op pagina 94.
80Organiser & toepassingen
De duur van de herinneringstoon of herinneringsvideo wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het toetsenblok in twee
cijfers de gewenste tijd invoeren.
De herhalingsoptie van de herinnering wijzigen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer de gewenste herhalingsoptie.
Een omschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw item.
2. Voer een omschrijving in van de afspraak.
De afspraak geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het invoerscherm.
2. Selecteer “Aan” om de gegevens geheim te maken of
selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Een afspraak bekijken
→
“Organiser en toep.”
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt weergeven.
Zoeken op datum
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties] en
selecteer “Ga naar”.
2. Selecteer “Vandaag” om de huidige dag weer te geven, of
“Voer datum in” om de gewenste datum in te voeren.
Tip
• De maand- of weekweergave kunt u als volgt naar wens instellen:
Maandweergave
P:Toont de vorige maand.
R:Toont de volgende maand.
Q:Toont de weekweergave.
K:Verplaatst de cursor naar vandaag.
c/d:Verplaatst de cursor naar links (de vorige dag) of naar
rechts (de volgende dag).
a/b:Verplaatst de cursor naar boven (vorige week) of naar
beneden (volgende week).
Weekweergave
P:Toont de vorige week.
R:Toont de volgende week.
Q:Toont de maandweergave.
K:Verplaatst de cursor naar vandaag.
c/d:Verplaatst de cursor naar links (de vorige dag) of naar
rechts (de volgende dag).
a/b:Verplaatst de weekweergave naar boven of naar
beneden (het vorige uur of volgende uur).
Organiser & toepassingen81
Een afspraak bewerken
“Organiser en toep.”
→
“Kalender”
1. Selecteer de dag en de afspraak die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer het gewenste item en breng uw wijzigingen aan.
4. Druk op [Opslaan].
Afspraken verwijderen
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties] en
selecteer “Verwijderen”.
2. Selecteer de gewenste optie.
“Deze afspraak” (dagweergave):
“Alles deze dag”:Verwijdert alle afspraken van de
“Alles deze week” (weekweergave):
“T/m vorige week” (weekweergave):
“Alles deze maand” (maandweergave):
“T/m vorige maand” (maandweergave):
Verwijdert de geselecteerde afspraak.
geselecteerde dag.
Verwijdert alle afspraken van de
geselecteerde week.
Verwijdert alle afspraken vóór de huidige
week.
Verwijdert alle afspraken van de
geselecteerde maand.
Verwijdert alle afspraken vóór de huidige
maand.
“Alle afspraken” (week- en maandweergave):
Een afspraak verzenden
“Organiser en toep.”
Verwijdert alle afspraken uit deze
toepassing.
→
“Kalender”
1. Selecteer de dag en afspraken inclusief terugkerende
afspraken die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een
nieuw bericht maken” op pagina 50.
Voor bijzonderheden over
op pagina 111.
Voor bijzonderh eden over infraroodinstellingen , zie “Infrarood” op
pagina 113.
Opmerking
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor
de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth
is geactiveerd.
Een afspraak ontvangen
Wanneer de telefoon een afspraak ontvangt, verschijnt er een
bevestigingsbericht als de telefoon standby staat.
Bluetooth
-instellingen, zie “Bluetooth”
1. Druk op [Ja].
De ontvangen afspraak wordt in de Kalender opgeslagen.
Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Voor bijzonderheden over het instellen van infrarood of Bluetooth,
zie “Verbindingen” op pagina 111.
82Organiser & toepassingen
De geheugenstatus bekijken
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geheugenstatus”.
Alarm
(M 7-2)
Het alarm instellen
Met de alarmfunctie kunt u op een opgegeven tijdstip worden
gealarmeerd.
Als u dat nog niet gedaan had, moet u de huidige datum en tijd
instellen voordat u de alarmfunctie kunt instellen.
→
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Selecteer de blanco instelling.
2. Voer de gewenste tijd in.
3. Druk op [Opslaan].
De herhaalopties instellen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Eenmaal”, “Iedere dag” of “Gesel. dagen”.
“Eenmaal”:Het alarm gaat slechts éénmaal af.
“Iedere dag”:Het alarm gaat elke dag op het ingestelde
“Gesel. dagen”:Het alarm gaa t op de geselecteerde dag van
tijdstip af.
de week op het ingestelde tijdstip af.
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Ringtone/video toew.” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video
toewijzen”.
3. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een
ringtone toewijzen” op pagina 94.
De snooze van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Snooze” in het scherm Alarm instellen.
2. Selecteer de gewenste snooze-optie.
Het alarmvolume wijzigen
1. Selecteer “Alarmvolume” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Druk op a (of d) om het volume te verhogen, of druk op b
(of c) om het volume te verlagen.
Opmerking
• Het alarm gaat niet af als “Alarmvolume” op “Stil” is ingesteld. Als
het profiel is ingesteld op “Stil”, krijgt de instelling van
“Hoofdvolume” (p. 93) de voorkeur.
Organiser & toepassingen83
Het trilalarm van de alarmtoon instellen
1. Selecteer “Trilalarm” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een trilalarm, zie
“Trilalarm” op pagina 96.
De duur van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Duur” in het scherm Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer de gewenste duur.
Een alarminstelling resetten
“Organiser en toep.”
→
“Alarm”
1. Selecteer het alarm dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw instellen”.
Alle alarminstellingen resetten
“Organiser en toep.”
→
“Alarm”
1. Selecteer “Alles wissen”.
Rekenmachine
Met de rekenmachinefunctie kunt u met 4 rekenkundige functies
berekeningen uitvoeren van maximaal 12 cijfers.
“Organiser en toep.”
De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk:
Als u een decimaalpunt wilt invoeren, drukt u op P.
Als u het ingevoerde cijfer of de ingevoerde functie wilt wissen,
drukt u op U.
Als u berekeningen wilt uitvoeren, drukt u op .
Als u een nieuwe berekening wilt starten, drukt u op U.
Valuta omrekenen
U kunt de rekenmachine ook gebruiken als een valutacalculator om
een vreemde valuta naar of van uw eigen valuta om te rekenen met
een door u ingevoerde wisselkoers.
(M 7-3)
→
“Rekenmachine”
84Organiser & toepassingen
Een wisselkoers voor een valuta instellen
“Organiser en toep.”
“Valuta omrekenen
→
“Rekenmachine” → [Opties] →
→
“Wisselkoers”
1. Selecteer “Eigen” of “Buitenlands”.
2. Voer de wisselkoers van de valuta in.
Een waarde omrekenen
“Organiser en toep.”
→
“Rekenmachine”
1. Voer de waarde in die moet worden omgerekend.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Valuta omrekenen”.
3. Selecteer “Naar eigen valuta” of “Naar buitenl. val.”.
Geluidopname
Hiermee kunt u een memo opnemen, die u kunt gebruiken om u aan
geplande afspraken te herinneren of die u met een MMS-bericht kunt
meesturen. De opgenomen memo wordt opgeslagen in Opgeslagen
geluiden. Memo’s worden in het AMR-formaat opgeslagen.
Een memo opnemen
“Organiser en toep.”
(M 7-4)
→
“Geluidopname”
1. Druk op om de opname te starten.
Als u de opname wilt stoppen voordat de opnametijd voorbij is,
drukt u op .
2. Selecteer “Opslaan” om de memo op te slaan.
Opmerking
• Druk op a (of V) of b (of W) om het volume bij te stellen terwijl
u het opgenomen bestand afspeelt.
Memo’s verzenden
→
“Organiser en toep.”
“Geluidopname”
1. Druk op om de opname te starten.
2. Druk op om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Opslaan en verzenden”.
4. Selecteer “Als Bericht”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een
nieuw bericht maken” op pagina 50.
De opnametijd selecteren
→
“Organiser en toep.”
“Opnametijd”
“Geluidopname” → [Opties] →
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
Als u “Max. Duur” selecteert, worden memo’s automatisch
opgeslagen op een geheugenkaart.
Opslaglocatie selecteren
“Organiser en toep.”
“Nieuwe geluiden opslaan”
→
“Geluidopname” → [Opties] →
1. Selecteer de gewenste locatie.
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u de locatie opgeven
waar de memo moet worden opgeslagen.
Organiser & toepassingen85
Scanner
Met de ingebouwde digitale camera kunt u teksten en barcodes
(streepjescodes) in het Jan-formaat en QR-codes lezen, en QR-codes
maken. U kunt de gescande gegevens als item in het Telefoonboek,
als URL, als E-mailadres en als tekst opslaan.
Opmerking
• Als het scannen niet wordt uitgevoerd, kan dat een van de
Barcodes lezen
“Organiser en toep.”
(M 7-5)
volgende oorzaken hebben: type en formaat van de barcode,
krassen, vuil, schade, afdrukkwaliteit, lichtreflectie, etc.
→
“Scanner” → “Barcode scannen”
1. Geef de barcode weer met de externe camera.
2. Druk op .
3. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
De beschikbare opties zijn afhankelijk van de gescande
gegevens.
“Open link”:De browser opent de URL.
“URL kopiëren”:De URL wordt gekopieerd.
“Bericht verzenden”: Het resultaat wordt verzonden als SMS of
“Kopiëren”:Het resultaat wordt gekopieerd.
Continu scannen
MMS.
1. Druk in de scanmodus op [Opties] en selecteer “Continu
scannen”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Een barcodebeeld openen
→
“Organiser en toep.”
“Scanner” → “Barcode openen”
1. Selecteer de gewenste beeldgegevens voor de barcode.
De gescande gegevens bekijken
“Organiser en toep.”
→
“Scanner” → “Scanresultaten”
1. Selecteer de gegevens die u wilt bekijken en druk vervolgens
op .
QR-codes maken
“Organiser en toep.”
→
“Scanner” → “QR-code maken”
1. Selecteer de gewenste optie.
“Tekstinvoer”:Maakt een QR-code van de tekst die u hebt
“Mijn telefoon”:Maakt een QR-code van de gegevens in
ingevoerd.
Mijn telefoon.
2. Voer de gewenste tekst in of selecteer de gewenste gegevens
en druk vervolgens op .
3. Druk op om op te slaan.
Tip
• De QR-code wordt opgeslagen in een bestand van het PNG-
formaat.
86Organiser & toepassingen
Tekst scannen
“Organiser en toep.”
→
“Scanner” → “Tekst scannen”
1. Geeft met de camera tekst weer.
2. Als de balk onder de gescande tekst blauw is, drukt u op .
3. Druk op a of b om de gewenste tekst te selecteren en druk
vervolgens op .
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
“OK”:Het scanresultaat verschijnt in het
“Select./bew.”:Het scanresultaat kan worden bewerkt.
“Modus wijzigen”: Het scanresultaat kan worden
Omgekeerde tekst
tekstinvoerscherm.
geconverteerd naar een webadres,
e-mailadres, telefoonnummer of naar tekst.
1. Druk in de scanmodus op [Opties] en selecteer “Omgekeerde
tekst”.
2. Maak uw keuze uit de opties “Autom.”, “Normaal” of
“Omgekeerde tekst”.
E-Book
Met deze functie kunt u E-Book-bestanden (XMDF- of
Tekstbestanden) bekijken die zijn opgeslagen op een geheugenkaart.
“Organiser en toep.”
(M 7-6)
→
“E-Book”
1. Selecteer het gewenste bestand.
Als u omhoog en omlaag (naar de vorige of volgende regel) door
het scherm wilt schuiven, drukt u op a of b. Als u naar de
vorige of de volgende pagina’s wilt gaan, drukt u op c of d.
2. Druk op F als u klaar bent.
Tip
• Als er een gesprek binnenkomt terwijl de zoeker is ingeschakeld of
wanneer u een E-Book verlaat, dan wordt automatisch “Autom.
bladwijzer1” toegevoegd op de laatste pagina die u hebt bekeken.
De pagina met de bladwijzer wordt dan automatisch geopend
wanneer u de volgende keer het bestand selecteert. De nieuwe
bladwijzer is nu “Autom. bladwijzer1”, en de vorige bladwijzer
wordt “Autom. bladwijzer2”.
Een bladwijzer toevoegen
U kunt maximaal twee bladwijzers toevoegen aan elk E-Bookbestand.
→
“Organiser en toep.”
“E-Book”
1. Selecteer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bladwijzer”.
3. Selecteer “Bladwijzer1” of “Bladwijzer2”.
Opmerking
• E-Book-bestanden kunnen niet worden bekeken terwijl “Muziek”
of “Games & toepassingen” wordt gebruikt.
• Als u de geheugenkaart verwijdert terwijl de E-Book-functie is
geactiveerd, verschijnt er een bevestigingsbericht en keert uw
telefoon terug naar standby.
Organiser & toepassingen87
Stopwatch
U kunt met de stopwatch-functie 4 rondetijden opslaan.
“Organiser en toep.”
(M 7-7)
→
“Stopwatch”
1. Druk op om te starten.
Druk op [LAP] om de rondetijd te bekijken voordat de stopwatch
stopt. De laatste 4 rondetijden worden opgeslagen.
2. Druk op om te stoppen.
Tip
• U kunt de rondetijden en de eindtijd in Mijn sjablonen opslaan door
op [Opties] te drukken en “Opsl. als sjabloon” te kiezen.
De tijd resetten
1. Nadat de stopwatch is gestopt, drukt u op [Opties] en kiest u
“Reset”.
Taken
(M 7-8)
U kunt taken invoeren met een datum en tijd.
Een nieuw item invoeren
“Organiser en toep.”
→
“Taken”
1. Selecteer “Nieuw item toev.”.
2. Voer het onderwerp in.
3. Voer de datum en tijd in.
4. Selecteer de tijd waarop u aan de taak wilt worden herinnerd.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste datum en tijd
voor de herinnering op.
5. Druk op [Opslaan].
Opmerking
• Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt het
invoervenster voor datum en tijd weergegeven (p. 100).
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en selecteer vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video
toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een toon, zie “Een
ringtone toewijzen” op pagina 94.
88Organiser & toepassingen
De duur van de alarmtoon of video wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het toetsenblok in twee
cijfers de gewenste tijd invoeren.
Een beschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw item.
2. Voer een beschrijving in van de taak.
De taak geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Aan” om de gegevens geheim te maken of
selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Een taak aanmerken als voltooid of onvoltooid
“Organiser en toep.”
→
“Taken”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Druk op .
3. Druk in het scherm op [Opties] en selecteer “Controleren”.
Als u de taak als onvoltooid wilt aanmerken, selecteert u
“Deselecteren”.
Een taak verzenden
“Organiser en toep.”
→
“Taken”
1. Selecteer de taak die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
Voor bijzonderheden over het maken van een bericht, zie “Een
nieuw bericht maken” op pagina 50.
Voor bijzonderheden over Bluetooth-instellingen, zie “Bluetooth”
op pagina 111.
Voor bijzonderheden over infraroodinstellingen, zie “Infrarood” op
pagina 113.
Opmerking
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord opgeven als u voor
de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth
is geactiveerd.
De geheugenstatus bekijken
→
“Organiser en toep.”
“Taken”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geheugenstatus”.
Taken verwijderen
“Organiser en toep.”
“Verwijderen”
→
“Taken” → [Opties] →
1. Selecteer de gewenste optie.
“Deze taak”:Verwijdert de geselecteerde taak.
“Alle voltooide taken”:Verwijdert alle afgevinkte taken.
“Alle taken”:Verwijdert alle taken.
Organiser & toepassingen89
Wereldklok
De tijdzone instellen
“Organiser en toep.”
(M 7-9)
→
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Tijdzone instellen”.
De huidige tijdzone wordt met de rode lijn op de wereldkaart
aangegeven.
2. Druk op c of d om de tijdzone te wijzigen.
3. Druk op .
Een aangepaste tijdzone selecteren
“Organiser en toep.”
→
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Tijdzone instellen”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Zone aanpassen”.
3. Voer de naam van de gewenste stad en de tijd in.
De zomertijd instellen
“Organiser en toep.”
→
“Wereldklok”
1. Druk op [Bewerk.] en selecteer “Zomertijd”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Aftel-timer
“Organiser en toep.” → “Aftel-timer”
(M 7-10)
1. Voer de tijd in die moet worden afgeteld.
U kunt een tijd invoeren tussen 1 seconde en 60 minuten.
2. Druk op om het aftellen te starten.
3. Druk op om een pauze in te lassen.
Als u nogmaals op drukt, wordt het aftellen voortgezet.
4. Als het aftellen is voltooid, drukt u op [Annuler.] en vervolgens
op als u het aftellen opnieuw wilt starten.
De afteltijd bewerken
1. In het startscherm van de Aftel-timer drukt u op [Opties] en
selecteert u “Bewerken”.
2. Pas de tijd naar wens aan.
Uitgavenoverzicht
U kunt een uitgavenoverzicht maken met vooraf gedefinieerde of uw
eigen categorieën.
Gegevens toevoegen aan een
Uitgavenoverzicht
“Organiser en toep.”
kostenpost toev.”
(M 7-11)
(M 7-11-1)
→
“Uitgavenoverzicht” → “Nw
1. Voer met de cijfertoetsen de uitgaven in.
2. Selecteer de gewenste categorie.
Het Uitgavenoverzicht wordt bijgewerkt.
90Organiser & toepassingen
Totalen bekijken
“Organiser en toep.”
De ingevoerde uitgaven worden op het scherm weergegeven.
Het bedrag wijzigen
(M 7-11-2)
→
“Uitgavenoverzicht” → “Totalen”
1. Selecteer het gewenste item in het totaaloverzicht.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bedrag wijzigen”.
3. Voer met de cijfertoetsen het gewenste bedrag in.
Een ingevoerd item of alle items verwijderen
1. Selecteer het gewenste item in het totaaloverzicht.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Item verwijderen” of “Alles
verwijderen”.
De categorienaam wijzigen
“Organiser en toep.”
bewerken”
(M 7-11-3)
→
“Uitgavenoverzicht” → “Categ.
1. Selecteer de gewenste categorienaam.
2. Wijzig de naam.
Help
(M 7-12)
U kunt de helpfunctie als richtlijn gebruiken bij het gebruik van de
telefoonfuncties.
→
“Organiser en toep.”
“Help”
1. Druk op a of b.
Organiser & toepassingen91
SIM-toepassingen
U kunt de informatie raadplegen op de SIM/USIM-kaart. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer bijzonderheden.
(M 11)
92SIM-toepassingen
Instellingen
Profielen
U kunt de ringtone, het geluid, het trilalarm en de lichtinstellingen
voor elk profiel aan uw wensen aanpassen.
Er zijn 6 profielen: “Normaal”, “Vergadering”, “Actief”, “Auto”,
“Headset” en “Stil”.
Een profiel activeren
“Instellingen”
(M 12)
(M 12-1)
→
“Profielen”
1. Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
• Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het standby-
scherm het corresponderende symbool. De symbolen vindt u op
pagina 17.
Tip
• Houd tijdens standby R kort ingedrukt om in de
Profielinstellingen heen en weer te schakelen tussen de modus Stil
en het laatst geactiveerde profiel.
Profielinstellingen terugzetten naar de standaardinstelling
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt terugzetten naar de
standaardinstelling.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Standaard instel.”.
3. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “9999”. Voor
bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De
toestelcode wijzigen” op pagina 108.
Volume
U kunt voor inkomende spraakgesprekken, SMS/MMS/
E-mailberichten en andere geluiden (“Hoofdvolume”) het volume
instellen op zes niveaus, of voor al deze opties (behalve voor het
“Hoofdvolume”) een oplopend volume instellen.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Volume”.
4. Selecteer “Voor inkomend gesprek”, “Voor nieuw bericht” of
“Hoofdvolume”.
5. Druk op a (of d) om het volume van het belsignaal te
verhogen, of druk op b (of c) om het volume te verlagen, en
druk vervolgens op .
Als u “Oplopend volume” wilt selecteren, drukt u bij niveau 5 op
a (of d).
Als u “Stil” wilt selecteren, drukt u bij niveau 1 op b (of c).
Tip
• U kunt kiezen uit twee niveaus of een oplopend volume als u het
profiel “Stil” selecteert.
Instellingen93
Een ringtone toewijzen
U kunt een ringtone kiezen uit 28 tonen: 5 patronen, 13
geluidseffecten en 10 melodieën. U kunt als standaardringtone ook
een geluid selecteren in Opgeslagen ringtones, behalve geluiden in
het AMR-formaat.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep” of “Voor video-oproep”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen”.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de ringtone die u wilt gebruiken.
Als u de ringtone eerst wilt afspelen, drukt u op [Opties] en
selecteert u “Afspelen”.
8. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen” voor “Stand.
ringtones” of “Selecteren” voor “Mijn ringtones”.
Opmerking
• Bij verwijdering van een ringtone die een geluid uit Geluiden &
Ringtones gebruikt, blijft de instelling ongewijzigd en wordt de
standaardringtone gebruikt. Als u een ringtone verwijdert die u als
ringtone gebruikt, wordt de standaardringtone gebruikt.
Een ringvideo toewijzen
U kunt een videoclipbestand in Opgeslagen video als de standaardringvideo selecteren.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep” of “Voor video-oproep”.
5. Selecteer “Video toewijzen”.
6. Selecteer de ringvideoclip die u wilt gebruiken.
Als u de video eerst wilt bekijken, drukt u op [Opties] en selecteert
u “Afspelen”.
7. Druk op [Opties] en selecteer “Selecteren”.
94Instellingen
Berichtmelding
Als u een bericht ontvangt, zal de telefoon u hiervan op de hoogte
brengen door middel van de ringtone of ringvideo die u hiervoor hebt
geselecteerd.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Ringtone/ringvideos”.
4. Selecteer “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Als “Ringtone toewijzen” is geselecteerd, selecteert u “Stand.
ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of ringvideo.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone of
ringvideo, zie “Een ringtone toewijzen” of “Een ringvideo
toewijzen” op pagina 94.
7. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen” voor “Stand.
ringtones” of “Selecteren”.
8. Selecteer “Voor nieuw bericht” en selecteer “Duur”.
9. Voer de gewenste duur in.
Toetstonen
Als u toetstonen hebt ingeschakeld, hoort u telkens wanneer u een
toets indrukt een bevestigingstoon.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Toetstonen”.
5. Selecteer het gewenste tonenpatroon.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen”.
Waarschuwingstoon
Uw telefoon laat een waarschuwingstoon horen als er een fout
optreedt.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Waarsch.-toon”.
5. Selecteer “Toon” of “Duur”.
Voor “Toon”: selecteer “Uit”, “Stand. ringtones” of “Mijn
ringtones”.
Voor “Duur”: selecteer de gewenste tijd tussen 0,5 en 2
seconden.
Instellingen95
Geluid bij in-/uitschakelen
De telefoon kan zo worden ingesteld dat u een geluid hoort als u de
telefoon in- of uitschakelt. U kunt de duur en melodie van het geluid
instellen.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Systeemgeluiden”.
4. Selecteer “Opstartgeluid” of “Afsluitgeluid”.
5. Selecteer “Ringtone” of “Duur”.
Voor “Ringtone”: selecteer “Uit”, “Stand. ringtones” of “Mijn
ringtones”.
Trilalarm
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Trilalarm”.
4. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Tip
• Wanneer u bij stap 4 de optie “Aan geluid kopp.” selecteert,
pulseert het trilalarm synchroon met de door u geselecteerde
ringtone. Houd er rekening mee dat niet alle ringtones de optie
“Aan geluid kopp.” ondersteunen.
• Als u bij stap 4 “Aan” of “Aan geluid kopp.” selecteert, wordt op
het standby-scherm “ ” weergegeven.
Signaallampje
Wanneer de lam poptie ingeschakeld is, knippert het toestellampje als
de telefoon een gesprek of bericht ontvangt.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Signaallampje”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor
nieuw bericht”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De lichtkleur wijzigen
U kunt voor elk profiel een keuze maken uit 7 kleuren en 1 patroon.
1. Selecteer bij stap 5 onder “Signaallampje” de optie
“Lampkleur”.
2. Selecteer de gewenste kleur.
Tip
• Als u bij stap 2 “Disco” kiest, knipperen alle 7 kleuren achter
elkaar.
96Instellingen
Statuslampje
Wanneer de lampoptie ingeschakeld is, knippert het toestellampje of
het lampje aan de zijkant wanneer u gesprekken of nieuwe berichten
hebt gemist.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Statuslampje”.
4. Selecteer “Voor gemiste oproep” of “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Aan/uitzetten”.
6. Selecteer “Aan(Toestellampje)”, “Aan(Lampje)” of “Uit”.
De lichtkleur wijzigen
U kunt een keuze maken uit 7 kleuren wanneer “Statuslampje” is
ingesteld op “Aan(Toestellampje)”.
1. Selecteer bij stap 5 onder “Statuslampje” de optie “Kleur
toestellampje”.
2. Selecteer de gewenste kleur.
Antwoord met willekeurige toets
U kunt een oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te
drukken, behalve F, U en [In gespr.]. Zie “Een spraakoproep
beantwoorden” op pagina 21 voor bijzonderheden.
→
“Instellingen”
“Profielen”
1. Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aanpassen”.
3. Selecteer “Antw. willek. toets”.
4. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Het display instellen
U kunt de instellingen van het display wijzigen.
De achtergrond selecteren
Voor het standby-scherm zijn 5 afbeeldingen bijgeleverd.
Als achtergrond kunt u ook gebruik maken van foto’s die met de
digitale camera zijn genomen of afbee ldingen die vanaf een WAP-site
zijn gedownload.
Mijn afbeeldingen instellen
“Instellingen”
→
(M 12-2)
(M 12-2-1)
“Display-instellingen” → “Achtergrond”
1. Selecteer “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer de gewenste afbeelding.
3. Druk na het weergeven van de afbeelding op .
Opmerking
• Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het
afbeelding- of gegevenstype.
• Als er al een afbeelding uit Mijn afbeeldingen is geselecteerd, dan
wordt deze bij stap 1 weergegeven. Druk op [Wijzigen] en selecteer
de gewenste afbeelding.
Instellingen97
Systeemafbeeldingen
De telefoon kan zo worden ingesteld dat afbeeldingen worden
weergegeven bij het aan- of uitzetten van de telefoon, bij ontvangst
van een inkomend gesprek of tijdens het alarm.
U kunt foto’s gebruiken die zijn gemaakt met een digitale camera of
afbeeldingen die vanaf een WAP-site zijn gedownload.
Standaardafbeelding/patroon gebruiken
“Instellingen”
“Systeemafbeeldingen”
(M 12-2-2)
→
“Display-instellingen” →
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Stand.afbeeld.” wanneer u bij stap 1 de optie
“Aanzetten telefoon” of “Uitzetten telefoon” selecteert.
Selecteer “Rinkelen 1”, “Rinkelen 2” of “Rinkelen 3” als u bij stap
1 “Inkomend gesprek” of “Alarm” selecteert.
Afbeelding gebruiken uit Mijn afbeeldingen
→
“Instellingen”
“Systeemafbeeldingen”
“Display-instellingen” →
1. Selecteer de situatie waarin de afbeelding moet verschijnen.
2. Selecteer “Mijn afbeeldingen”.
3. Selecteer de gewenste afbeelding.
4. Druk na het weergeven van de afbeelding op .
5. Geef met de navigatietoetsen het gebied aan dat u wilt
weergeven.
Opmerking
• Sommige afbeeldingen kunnen niet worden gebruikt vanwege het
afbeelding- of gegevenstype.
• Als er al een afbeelding uit Mijn afbeeldingen is geselecteerd, dan
wordt deze bij stap 2 weergegeven. Druk op [Wijzigen] en selecteer
de gewenste afbeelding.
De dikte van de letters instellen
→
“Instellingen”
“Lettertype-inst.”
“Display-instellingen” →
(M 12-2-3)
1. Selecteer “Smal”, “Normaal”, “Vet” of “Vetter”.
Er wordt een voorbeeld van de geselecteerde letterdikte
weergegeven.
Begroeting selecteren
U kunt instellen welk bericht moet worden weergegeven wanneer de
telefoon wordt ingeschakeld.
“Instellingen”
“Aan/uitzetten”
(M 12-2-4)
→
“Display-instellingen” → “Begroeting” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
2. Selecteer “Bericht bewerk.” en voer het bericht in (maximaal
10 karakters).
98Instellingen
Displayverlichting
De displayverlichting zal uitgaan als u de toetsen van het toetsenblok
een tijd lang niet indrukt. U kunt instellen hoeveel tijd u wilt laten
verstrijken voordat de displayverlichting uitgaat. Een kortere tijdsduur
verlengt de levensduur van de batterij.
Tip
• De displayverlichting van deze telefoon is standaard ingesteld op
15 seconden.
De duur van de displayverlichting instellen
“Instellingen”
“Displayverlichting”
(M 12-2-5)
→
“Display-instellingen” →
→
“Tijd verstreken”
1. Selecteer de gewenste duur.
Selecteer “Uit” om de displayverlichting uit te zetten.
1. Druk op a en b om uit 4 niveaus een helderheid te kiezen.
2. Druk op .
De spaarstand van het display instellen
Het display van de telefoon zal na een door u ingevoerde tijd
automatisch uitgaan. U kunt de duur instellen voordat de spaarstand
wordt ingeschakeld. Een kortere tijdsduur verlengt de levensduur van
de batterij.
→
“Instellingen”
spaarstand”
“Display-instellingen” → “Display
(M 12-2-6)
1. Selecteer de gewenste duur.
De spaarstand van het display is standaard ingesteld op 2
minuten.
Opmerking
• De spaarstand van het display werkt niet terwijl u belt, of als u WAP
of een toepassing gebruikt.
• De spaarstand van het display annuleren: De spaarstand van het
display duurt voort totdat er een toets wordt ingedrukt of er een
oproep binnenkomt. De eerste toets die u indrukt, heeft alleen tot
gevolg dat de spaarstandfunctie wordt geannuleerd. U moet
vervolgens een tweede toets indrukken om numerieke waarden of
tekst in te voeren.
Video-output instellen
Met de optionele kabel kunt u de telefoon op een ander apparaat
zoals een tv of video aansluiten om de afbeeldingen of videoclips
weer te geven die op de telefoon zijn opgeslagen. Daarnaast kunt u
ook de gegevens weergeven die op de geheugenkaart zijn
opgeslagen.
De Output-functie aanzetten
Sluit eerst uw telefoon met de optionele kabel op het andere apparaat
aan.
“Instellingen”
→
“Aan/uitzetten”
(M 12-2-7)
→
“Display-instellingen” → “Video-output”
1. Selecteer “Aan”.
Selecteer “Uit” in het Output-scherm als u klaar bent.
Opmerking
• Als u de telefoon sluit, kunt u geen gegevens naar het aangesloten
apparaat verzenden.
• Output van sommige afbeeldingen en videoclips is niet mogelijk.
Instellingen99
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.