Sharp 902SH User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze 902SH in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Bij dezen verklaart Sharp Telecommunications of Europe Ltd dat deze 902SH voldoet aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet-adres: http://www.sharp-mobile.com

Inleiding

Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe UMTS 902SH telefoon.
Handige functies en mogelijkheden
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
Videogesprekken. U kunt met elkaar spreken terwijl u elkaar op het scherm ziet.
Een ingebouwde digitale camera om foto’s en videoclips te maken.
Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS-berichten.
MMS (Multimedia Messaging Services) om uw telefoon op verschillende manieren aan
uw persoonlijke wensen aan te passen.
Een WAP-browser om informatie op te vragen op het mobiele Internet.
Java™-toepassingen. U kunt ook verschillende toepassingen downloaden vanaf de
Vodafone-site via het mobiele Internet.
Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en afspelen.
Een draadloze Bluetooth
gegevens over te zenden. U kunt afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
Een infrarood-interface voor datacommunicatie. U kunt afbeeldingen, ringtones en
videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
®
-interface om met bepaalde apparaten contact te maken en
1
Inleiding
Een schema-alarm voor het maken en verzenden van schema-items met
alarminstellingen.
Video uit. U kunt uw telefoon op andere apparaten aansluiten, zoals een tv of video, om
Java™-gegevens, afbeeldingen of videoclips weer te geven.
Barcode-scanner. Met de ingebouwde digitale camera kunt u teksten en streepjescodes
lezen en QR-codes maken.
Gedownloade geluiden en videoclips afspelen.
SD geheugenkaartsleuf waarmee u met de geheugenkaart verbinding kunt maken met
een PC.
2
Inleiding
Over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder
bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in elektronische geheugenproducten gegevens verloren gaan of worden gewijzigd. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkhe id voor gegevens die verloren gaan of op andere wijze ni et meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
Wij aanvaarden geen directe of indirecte verantwoordelijkheid voor financiële schade of
claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding kan afwijken van het scherm
van uw toestel. De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
3
Inleiding
De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle
gevallen door alle netwerken ondersteund.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het
netwerk wordt gedownload.
Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of heldere pixels verschijnen. Dit heeft
echter geen enkele invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Auteursrecht
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé-doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden vermeden.
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
4
Powered by JBlend™ Copyright 1997-2004 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
®
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule
©2002-2004 HI Corporation. All Rights Reserved.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450: 4,811,420: 5,228,056: 5,420,896: 5,799,010: 5,166,951: 5,179,571 & 5,345,467
®
/Micro3D Edition™
is a registered trademark of HI Corporation
Inleiding
5
Inleiding
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
SD logo is a trademark.
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks and trade names are those of their respective owners.
6
Contains Macromedia® Flash™ technology by Macromedia, Inc. Copyright © 1995-2004 Macromedia, Inc. All rights reserved. Macromedia, Flash, Macromedia Flash, and Macromedia Flash Lite are trademarks or registered trademarks of Macromedia, Inc. in the United States and other countries.
Licensed by QUALCOMM Incorporated under one or more of the following United States Patents and/or their counterparts in other nations ; 4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501 5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239 5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338 5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797 5,659,569 5,710,784 5,778,338
Inleiding
7
Inleiding
CP8 PATENT
8
Inleiding
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik, op basis waarvan een consument (i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Video Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video mag decoderen die is gecodeerd door een consument in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u opvragen bij MPEG LA. Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Systems Patent Portfolio License voor het coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Systems Standard, behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s noodzakelijk zijn voor het coderen in verband met (i) gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op fysieke media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii) gegevens waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die naar een eindgebruiker worden verzonden voor permanent(e) opslag en/of gebruik. Een dergelijke extra licentie kan worden verkregen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com voor verdere bijzonderheden.
9

Inhoudsopgave

Inleiding .................................................................... 1
Uw telefoon ............................................................ 13
Beginnen ................................................................ 14
De SIM-kaart en batterij plaatsen ...................... 20
De SIM-kaart en batterij verwijderen .................21
De batterij opladen ........................................... 22
De geheugenkaart plaatsen .............................. 25
De geheugenkaart verwijderen ......................... 26
De telefoon aan- en uitzetten ............................ 26
Toetsenblokvergrendeling ................................. 28
Display-indicators (Hoofddisplay) ...................... 29
Display-indicators (Externe display) ...................32
Het toestel openen ........................................... 33
Navigatiefuncties ................................................... 34
De normale stand van het display gebruiken
Bel- en videogespreksfuncties ............................. 36
Bellen ............................................................. 36
Snelkiezen ....................................................... 37
Opgeslagen nummers bellen ............................38
Een gesprek aannemen .................................... 38
Gesprekmenu (Telefoongesprek) ....................... 40
Een videogesprek voeren ................................. 45
Een videogesprek aannemen ............................ 46
Gesprekmenu (Videogesprek) ...........................47
10
......... 34
Het menu gebruiken ............................................... 51
Bovenste Menu ................................................51
Tekens invoeren ..................................................... 53
De invoertaal wijzigen ....................................... 55
De invoermethode wijzigen ...............................55
Sjablonen gebruiken ........................................ 57
Telefoonboek .......................................................... 59
De naamvolgorde wijzigen ................................60
Een andere lijst weergeven ............................... 60
Het opslaggeheugen selecteren ........................61
De volgorde van het Telefoonboek wijzigen ........ 61
Nieuw contact toevoegen .................................61
Mijn contactgegevens bekijken .........................62
Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de
SIM-kaart en de telefoon ..................................63
Een naam zoeken ............................................63
Bellen vanuit het Telefoonboek ......................... 63
Items van het Telefoonboek bewerken ...............64
Items uit het Telefoonboek verwijderen ..............64
Groep aanpassen .............................................65
Een ringtone of ringvideo aan een item in het
Telefoonboek toewijzen ....................................66
Geheugenstatus ............................................... 67
Snelkiezen .......................................................67
Een item uit het Telefoonboek verzenden ........... 68
Inhoudsopgave
Een item uit het Telefoonboek ontvangen ...........69
Camera ...................................................................70
Foto’s maken ...................................................70
Videoclips opnemen .........................................80
Berichten .................................................................87
MMS ...............................................................87
SMS ................................................................87
E-mail .............................................................87
Cell Broadcasts ................................................98
Regio-informatie .............................................100
MMS/SMS/E-mail instellen .............................101
Vodafone live! .......................................................105
De WAP-browser starten ................................106
Navigeren door een WAP-pagina .....................106
Mediaspeler ..........................................................110
Overschakelen tussen de muziekspeler en de
videospeler ....................................................110
Muziekspeler ..................................................110
Videospeler ....................................................113
Mijn telefoon ........................................................117
Mijn afbeeldingen ...........................................118
Mijn video’s ...................................................124
Geluiden & Ringtones .....................................129
Games & meer ...............................................134
Mijn bookmarks .............................................138
Mijn opgeslagen pagina ................................. 138
Mijn sjablonen ............................................... 139
Andere documenten ...................................... 140
Games & meer ...................................................... 143
Games .......................................................... 143
Achtergrond .................................................. 145
Instellingen ................................................... 146
Java™ informatie ......................................... 148
Organiser .............................................................. 149
Kalender ....................................................... 149
Alarm ........................................................... 153
Rekenmachine .............................................. 155
Geluidopname ............................................... 157
Scanner ........................................................ 158
Stopwatch ..................................................... 162
Nog te doen .................................................. 163
Wereldklok .................................................... 166
Aftel-timer .................................................... 167
Uitgavenoverzicht .......................................... 168
Toestelhelp ................................................... 169
SIM-toepassingen ............................................... 170
Instellingen .......................................................... 171
Profielen ....................................................... 171
Het display instellen ....................................... 178
Geluidsinstellingen ......................................... 185
11
Inhoudsopgave
Tijd & datum ................................................. 185
Taal instellen ................................................. 187
Gesprekinstellingen ........................................ 188
Video-oproepinstellingen ................................ 195
Beveiliging .................................................... 197
Geheugeninstellingen ..................................... 200
Fabrieksinstellingen ....................................... 201
Gespreksregister .................................................. 202
Gesprekstimers ............................................. 203
Gesprekskosten ............................................. 204
Verbindingen ........................................................ 206
Bluetooth ...................................................... 206
Infrarood ....................................................... 212
Netwerkinstellingen ........................................ 213
Internetinstellingen ........................................ 216
Back-up/Herstellen ........................................ 220
De 902SH op uw PC aansluiten ........................... 223
Systeemvereisten .......................................... 223
UMTS/GSM GPRS-modem ............................. 224
Handset Manager ..........................................225
Installatie van de software ..............................225
Problemen oplossen ............................................ 227
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksvoorwaarden .......................................... 229
GEBRUIKSVOORWAARDEN ............................. 229
12
OMGEVING ....................................................235
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
IN DE AUTO ................................................... 236
SAR ..............................................................237
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
IN DE VERENIGDE STATEN ............................. 238
Specificaties en optionele accessoires ...............242
Specificaties ..................................................242
Optionele accessoires ....................................242
Index ..................................................................... 243
Overzicht van de menufuncties ........................... 248

Uw telefoon

Controleer het volgende zorgvuldig. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• UMTS/GSM 900/1800/1900/GPRS telefoon
• Lithium ion batterij
• Batterijdeksel
• Batterijlader
•Stereo headset
• Handsfree microfoonset
• CD-ROM
• SD geheugenkaart
•Videokabel
13

Beginnen

1. Headset
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
a b c d Voor het verplaatsen van de cursor in menu’s, etc. Pijltoetsen omhoog/omlaag: Als u deze toetsen indrukt, wordt het Telefoonboek
Pijltoets links: Als u deze toets indrukt, wordt het Postvak IN weergegeven
Pijltoets rechts: Als u deze toets indrukt, wordt de maandkalender
3. Middelste toets: Geeft het hoofdmenu weer als het toestel standby staat en
4. Linkerdisplaytoets:
A
5. Toets Verzenden/Opnieuw kiezen:
D
6. Sneltoets:
S
7. Voicemail-toets:
G
8. * /Shift-toets:
P
14
weergegeven als het toestel standby staat.
als het toestel standby staat.
weergegeven als het toestel standby staat.
voert de geselecteerde functie uit. Voert linksonder in het scherm een functie uit.
Indrukken tijdens standby-modus om naar het scherm Berichten verz. te gaan.
Voor het voeren en aannemen van gesprekken en toont het venster Alle gesprekken als het toestel standby staat.
Druk op deze toets om het snelmenu te openen om toegang te krijgen tot de gewenste toepassingen.
Houd deze toets ingedrukt om automatisch contact te maken met de voicemail-centrale. (Afhankelijk van de SIM-kaart.)
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en abc in het tekstinvoerscherm. Druk op deze toets om tijdens standby P, ?, – of * in te voeren.
1
10
11
2
3
4 5
6 7
12
13 14
15 16
8
9
9. Microfoon
10. Subcamera (Interne camera)
11. Hoofddisplay
12. Microfoon (voor de weergavestand van het display)
13. Rechterdisplaytoets:CVoert rechtsonder in het scherm een functie uit.
Sneltoets voor “Vodafone live!” door de browser te openen. Houd ingedrukt als het toestel standby staat.
14. Einde/AAN/UIT-toets:FBeëindigt een gesprek en zet het toestel aan/uit.
Beginnen
15. Wissen/Terug-toets:UVerwijdert de tekens voor de cursor, keert terug naar het
vorige scherm, etc.
16. Multimedia-toets:
Opent het Mediaspeler scherm.
E
15
Beginnen
17. Toetsenblok:
1 toets: Sneltoets voor de voicemail-centrale. (Afhankelijk van de
2-9 toetsen: Houd ingedrukt als toestel standby staat om de
0 toets: Indrukken en ingedrukt houden om + in te voeren.
18. #/Flitslichttoets:
R
SIM-kaart.) Houd ingedrukt als toestel standby staat.
snelkiesnummers weer te geven.
Voor het overschakelen naar andere symboolschermen in het tekstinvoerscherm. Houd deze toets ingedrukt om een andere taal te kiezen in het tekstinvoerscherm. Schakelt het flitslicht of de zaklamp aan of uit in de cameramodus. Houd deze toets in de standby-modus ingedrukt om de Profielinstellingen heen en weer te schakelen tussen de laatst ingeschakelde modus en de modus Stil.
17 18
16
Beginnen
19
20
24
25
21
22
23
19. Camera (Externe camera)
20. Subdisplay
21. Ingebouwde antenne: Waarschuwing: Dek de bovenzijde van de telefoon niet met
uw hand af wanneer u de telefoon gebruikt. De prestaties van de ingebouwde antenne kunnen hierdoor nadelig worden beïnvloed.
22. Toestellampje Wordt in de cameramodus als flitslicht of zaklamp gebruikt.
23. Batterijdeksel
24. VIDEO UIT/Connector handsfree-microfoon
25. Externe connector: Om de oplader of USB-gegevenskabel aan te sluiten.
26. Stereo luidsprekers
26
17
Beginnen
27. Infraroodpoort: Gegevens via infrarood verzenden en ontvangen.
28. Deksel geheugenkaartsleuf
29. Lampje: Wordt gebruikt als oplaadindicator voor de batterij.
30. Zijtoetsen (Omhoog/Omlaag/Camera/Annuleren):
Omhoog/Omlaag: (Deze twee toetsen werken omgekeerd in de
weergavestand van het display.) Verplaatst de cursor omhoog of omlaag. Houd deze toets in standby-modus of tijdens een gesprek ingedrukt om het volume van de headset te verhogen of te verlagen. Gebruik deze toets in de cameramodus om de zoomverhouding te vergroten of te verkleinen.
Cameratoets: Als u tijdens standby op deze toets drukt, wordt het
hoofdmenu weergegeven en de geselecteerde functie uitgevoerd. Houd deze toets ingedrukt om de camera te activeren. Indrukken en vasthouden om het menu Opties weer te geven. Druk tijdens een inkomend gesprek op deze toets om het gesprek te beantwoorden. Druk tijdens een gesprek op deze toets om de gespreksopties weer te geven. Druk deze toets in de cameramodus half in om het scherpstellen vast te zetten. Houd deze toets ingedrukt om een foto te maken met de digitale camera.
18
27
28
29
30
Beginnen
Annuleertoets: Indrukken om naar het vorige scherm te gaan.
Houd deze toets ingedrukt om een inkomend gesprek te weigeren. Druk tijdens een inkomend gesprek op deze toets om de beller de ingesprektoon te laten horen. Druk op deze toets om het gesprek te beëindigen.
19
Beginnen

De SIM-kaart en batterij plaatsen

1. Schuif de batterijdeksel weg ( ).
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten van de batterij naar beneden
wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven
. Plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
4. Plaats de batterijdeksel terug.
Opmerking
Zorg ervoor dat alleen 3V SIM-kaarten worden gebruikt.
Zorg ervoor dat u de standaardbatterij (XN-1BT90) gebruikt.
20
1
2
SIM-kaart
4
3
Beginnen
1

De SIM-kaart en batterij verwijderen

1. Controleer of de telefoon uit staat en dat de oplader en andere accessoires zijn
losgekoppeld. Schuif de batterijdeksel weg ( ).
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en verwijder de batterij uit de
2
telefoon.
3. Houd zachtjes omlaag terwijl u de SIM-kaart uit de houder verwijdert ( ).
Batterij weggooien
Het toestel wordt door een batterij van energie voorzien. Houdt u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor chemisch afval, uw leverancier of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur, dompel de batterij niet in water en geef de batterij niet met het gewone huishoudelijke afval mee.
3
4
21
Beginnen

De batterij opladen

Voordat u de telefoon voor de eerste keer kunt gebruiken, moet u de batterij minimaal 135 minuten opladen.
De oplader gebruiken
1. Open de deksel van de externe connector aan de onderzijde van de telefoon en sluit
hierop de oplader aan. Houd hierbij de zijkanten van de oplader ingedrukt (zie de pijlen).
Het lampje licht rood op. Normale oplaadtijd: Ongeveer 135 minuten
Opmerking
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de conditie van de batterij en andere
omstandigheden. (Zie “Batterij” op pagina 231.)
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
Lampje
22
Beginnen
De oplader verwijderen
Als het opladen is voltooid, gaat het lampje uit.
1. Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact en trek de oplader vervolgens uit
de externe connector van de telefoon.
2. Sluit de deksel.
Opmerking
Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd, omdat deze uw telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken. Zie “Batterij” op pagina 231 voor bijzonderheden.
Tijdens het opladen van de telefoon knippert het lichtje en wordt rechtsboven in het scherm een animatiepictogram ( ) weergegeven dat de huidige batterijstatus aangeeft.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker-oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan via de sigarettenaanstekersleuf in uw auto de batterij worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
De huidige batterijstatus wordt rechtsboven in het hoofddisplay en het externe display weergegeven.
23
Beginnen
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Wanneer de batterij leeg raakt, klinkt er een alarm en verschijnt “ ” in het hoofddisplay en het externe display.
Als u de telefoon gebruikt en dit alarm hoort, laad de telefoon dan zo snel mogelijk op. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandeerd.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
24
Beginnen

De geheugenkaart plaatsen

1. Schakel de telefoon uit.
2. Open de deksel van de geheugenkaartsleuf.
3. Plaats de geheugenkaart in zijn geheel in het toestel.
4. Sluit de deksel.
Opmerking
U kunt met dit toestel geen miniSD geheugenkaart gebruiken.
Zorg ervoor dat het toestel is uitgeschakeld voordat u de geheugenkaart plaatst.
Zorg ervoor dat u de kaart op de juiste wijze in het toestel plaatst.
De SD geheugenkaart heeft een schrijfbeveiligingsschakelaar die ervoor zorgt dat u niet
per ongeluk de inhoud uit het geheugen verwijdert. Als u de schakelaar in de vergrendelingsstand zet, kunt u geen gegevens opslaan of verwijderen.
Verwijder de deksel van de geheugenkaart niet als de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer er gegevens naar de kaart worden geschreven. Daardoor kan de kaart beschadigen en onbruikbaar worden.
Houd alle geheugenkaarten uit de buurt van kleine kinderen.
25
Beginnen
Tip
U ziet de volgende indicators als de geheugenkaart in gebruik is:
: Verschijnt als de kaart is geplaatst. : Verschijnt als de kaart is geplaatst en vergrendeld. : Verschijnt als de kaart is beschadigd en onbruikbaar is. : Verschijnt als de kaart is vergrendeld en beschadigd en onbruikbaar is. : Verschijnt als de kaart wordt gelezen of als er gegevens naar de kaart worden
geschreven.
: Verschijnt als de kaart wordt geformatteerd.

De geheugenkaart verwijderen

1. Open de deksel van de geheugenkaartsleuf, verwijder de kaart en sluit de deksel.
Opmerking
Zorg ervoor dat het toestel is uitgeschakeld voordat u de geheugenkaart verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet als de geheugenkaart wordt geformatteerd of wanneer
er gegevens naar de kaart worden geschreven.

De telefoon aan- en uitzetten

Om uw telefoon aan te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden. Vervolgens verschijnt het standby-scherm.
26
Beginnen
De PIN-code invoeren
Indien geactiveerd wordt u gevraagd uw PIN-code en toestelcode in te voeren nadat u de telefoon hebt aangezet.
1. Voer uw PIN-code in.
De PIN-code is 4 tot 8 tekens lang.
2. Druk op .
Om uw telefoon uit te zetten, moet u F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt houden.
Opmerking
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code inschakelen/uitschakelen” op pagina 197.
Als u de klok nog niet hebt ingesteld, verschijnt het invoerscherm voor datum en tijd (pagina 185).
Alle Telefoonboek-items naar de SIM-kaart kopiëren
Als u voor de eerste keer uw SIM-kaart in de telefoon plaatst en het Telefoonboek start, dan wordt u gevraagd of u items van het Telefoonboek op de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de instructies op het scherm uit, of doe dat op een later tijdstip met het menu Telefoonboek. Dat werkt als volgt:
“Contacten”
“Extra” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.
27
Beginnen

Toetsenblokvergrendeling

U kunt het toetsenblok vergrendelen om te voorkomen dat de toetsen abusievelijk worden ingedrukt.
Het toetsenblok vergrendelen
1. Houd P ingedrukt als het toestel standby staat.
Om de vergrendeling op te heffen, houdt u P ingedrukt.
Tip
Noodnummers (112, etc.) kunnen altijd worden ingevoerd en gebeld, ook als het
toetsenblok is vergrendeld.
28
Beginnen
Indicat
d
12:00
Linker­displaytoets
orgebie
Indicatorgebied
01.01.05
Middelste toets
Rechter­displaytoets

Display-indicators (Hoofddisplay)

1. / : Sterkte van het ontvangen signaal/netwerk buiten bereik
:3G (UMTS)/GPRS
: GSM/GPRS
: Buiten netwerk roamen
2. : Off line modus [ingeschakeld]
3. : Gegevensuitwisseling met extern apparaat
4. / : Verbinding met de server [ingeschakeld/bezig met communicatie]
5. : Geheugenkaart geplaatst
6. / : Telefoongesprek [inkomend/gesprek gaande]
7. / / : Video-oproepcommunicatiemodus geactiveerd
8. : Doorschakelen ingesteld op “Spraakoproepen” van “Alle gesprekken”
9. : Beveiligde WAP-pagina weergegeven
10. / / : Meldingen [tekstbericht/MMS-bericht/e-mail]
29
Beginnen
11. /////:
12. / : Java™-toepassing [geactiveerd (gekleurd)/onderbroken (grijs)]
13.(Geen weergave)/////:
14. ////:
15. / / : Luidsprekermodus [luidspreker telefoon/luidspreker geactiveerd/
16. ///:
17. : Toestellampje ingeschakeld
18. : Dagelijks alarm ingeschakeld
19. / : Schema-item ingeschakeld [met/zonder herinneringsalarm]
20. : Postvak UIT bevat niet-verzonden berichten [tekstbericht/MMS-bericht/
30
Connectiestatus [USB-kabel/IrDA ON/IrDA gegevens worden uitgewisseld/ instellingen [geactiveerd (tijdens standby of behalve tijdens standby)/ gegevens worden uitgewisseld/als u via de Bluetooth-headset praat]]
Huidig profiel [Normaal/Vergadering/Actief/Auto/Headset/Stil]
Stil/trilalarminstellingen [stil/oplopend volume/trilalarm ingeschakeld/stil en trilalarm ingeschakeld/oplopend volume en trilalarm ingeschakeld]
microfoon gedempt]
Batterijstatus [voldoende opgeladen/opladen aanbevolen/opladen vereist/ leeg]
e-mail]
Bluetooth
-
Beginnen
21. / / : WAP/OTA-provisioning-meldingen [WAP-melding/
OTA-provisioningmelding/WAP en OTA-provisioningmelding]
22. : Berichtsignaal voicemail
23. : Status verbinding [1e IrDA-communicatie [ingeschakeld/bezig met
gegevensuitwisseling]]
24. : Toestel blokkeren ingeschakeld
25. : Toetsenblokvergrendeling ingeschakeld
26. /(leeg): IrDA-instellingen [in-/uitgeschakeld]
27. 12:00: Klok
28. 01.01.05: Datum
29. (Naam operator)
30. (Cell Broadcasts-gegevens)
Displaytoetsindicators
Om de opgegeven actie uit te voeren drukt u op de bijbehorende toets.
31. Gebied linksonder in het scherm:
Geeft de actie weer die door de linkerdisplaytoets wordt uitgevoerd.
32. Gebied rechtsonder in het scherm:
Geeft de actie weer die door de rechterdisplaytoets wordt uitgevoerd.
31
Beginnen

Display-indicators (Externe display)

Statusindicators
1. ///: Batterijstatus [voldoende opgeladen/opladen aanbevolen/opladen vereist/ leeg]
2. : Klok
3. / : Sterkte van het ontvangen signaal/netwerk buiten bereik
4. / : Gemiste oproepen
5. : Inkomende spraakoproep
6. : Inkomende video-oproep
7. : Bezig met gesprek
8. : Meldingen [berichten/Bezorgingsrapport]
9. : WAP informatieservice
10. : Dagelijks alarm ingeschakeld
11. : Geluidsbestand dat wordt afgespeeld
12. : Off line modus
13. : Stopwatch/aftel-timer
14. : Inkomende OBEX-gegevens
15. : Spraakrecorder geactiveerd
32
Berichtgebied
12:00
Indicatorgebied
Beginnen

Het toestel openen

U kunt het toestel op de volgende drie manieren openen: de normale stand, de zelfportretstand en de weergavestand
Normale stand
1. Klap het toestel open totdat het display stopt, zoals afgebeeld.
Zelfportretstand
2. Draai het display 180° met de klok mee.
Gebruik deze stand om uw portret weer te geven met de externe camera. Draai het display niet tegen de klok in. Hierdoor kan het toestel beschadigen.
Weergavestand
3. Sluit het hoofddisplay richting het toetsenblok.
Opmerking
In de weergavestand werken de pijltoetsen omhoog en omlaag in omgekeerde richting.
In de weergavestand kunt u geen toetsenbloktaken uitvoeren.
Draag het toestel niet in de weergavestand bij u, aangezien dit schade aan het display
kan veroorzaken.
33

Navigatiefuncties

De normale stand van het display gebruiken

Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. Om het hoofdmenu te openen, drukt u tijdens standby op de middelste toets ( ).
Om de functies te activeren, moet u de cursor naar de menu-item verplaatsen en een selectie maken. Een menu-item (aangegeven met aanhalingstekens) selecteert u door met a, b, c en d, de cursor te verplaatsen en op te drukken om uw keuze te bevestigen.
Bij bepaalde procedures moet u op een van de displaytoetsen (aangegeven met vierkante haakjes) drukken. Welke functies door deze displaytoetsen worden geactiveerd, staat aangegeven aan de linker- en rechteronderzijde van het scherm. Druk op de betreffende displaytoets (A of C).
Vorige
Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u op de rechterdisplaytoets als aangegeven. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer
Afsluiten
staat aangegeven.
Leder onderwerp in deze gebruikershandleiding begint met een overzicht van de onderdelen die u achtereenvolgens moet selecteren (in cursief aangegeven) voordat u de betreffende procedure uitvoert. Nadat u een onderdeel hebt geselecteerd, verschijnt de volgende reeks onderdelen waaruit u een keuze kunt maken. Open de menu-items op lagere niveaus nadat u de items in het hoofdmenu hebt geopend.
Voorbeeld:
“Contacten”
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
staat
34
Navigatiefuncties
De weergavestand van het display gebruiken
In de weergavestand van het display hebt u toegang tot de toetsen Omhoog en Omlaag aan de zijkant, de Camera-toets en de Annuleertoets.
Druk tijdens standby op de cameratoets om het hoofdmenu te openen. Als u een menu-item (geplaatst tussen aanhalingstekens) wilt selecteren, gebruikt u de
zijtoetsen omhoog en omlaag en drukt u op de cameratoets om de selectie te bevestigen. In sommige gevallen dient u een van de displaytoetsen in te drukken (geplaatst tussen
vierkante haakjes), die links- en rechtsonder in het scherm worden weergegeven. De linkerdisplaytoets is de Cameratoets en de rechterdisplaytoets is de Annuleertoets.
De toetsen aan de zijkant hebben in de cameramodus de volgende functie:
Zijtoetsen omhoog/omlaag: Inzoomen/uitzoomen Cameratoets: Foto nemen Annuleertoets: Opties
35

Bel- en videogespreksfuncties

Tip
In de weergavestand van het display kunt u een gesprek starten en beantwoorden met
de knoppen aan de zijkant van het toestel.

Bellen

1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en druk op D om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 of 911 (internationaal noodnummer) in en druk op D om
te bellen.
Opmerking
Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk noodoproepen tot stand te brengen
wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt om, met of zonder SIM-kaart, in een
land een alarmnummer te bellen wanneer een UMTS/GSM-netwerk binnen bereik is.
Voer nummer in
XXXXXXXXXXX
Opties Vorige
Telefoongesprek
XXXXXXXXXXX
Einde
36
Bel- en videogespreksfuncties
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken + (internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer (zonder de voorloopnul) en het
telefoonnummer en druk op D om te bellen.
Een gekozen telefoonnummer aan het Telefoonboek toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op [Opties] en kiest u “Nummer
opslaan”.
Voor bijzonderheden over het toevoegen van een nieuw item, zie “Nieuw contact toevoegen” op pagina 61.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen op het display van degene die wordt opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt gekozen, drukt u op [Opties] en kiest u “Mijn ID
verbergen” of “Mijn ID tonen”.

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon en SIM) van het Telefoonboek kunnen maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen (G t/m O) kunt u de nummers bellen. Het telefoonnummer van de voicemail-centrale is toegewezen aan G.
Meer informatie over het instellen van Snelkiezen vindt u in “Snelkiezen” op pagina 67.
1. Om met de snelkiesfunctie een nummer te bellen, houdt u een van de cijfertoetsen
(G t/m O) ingedrukt.
Het telefoonnummer dat is opgeslagen onder Snelkiezen wordt gebeld.
37
Bel- en videogespreksfuncties

Opgeslagen nummers bellen

U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in een lijst van het gespreksregister. Selecteer een specifieke lijst of “Alle gesprekken”. Een specifieke lijst bevat maximaal 10 nummers en de lijst “Alle gesprekken” maximaal 30.
1. Druk tijdens standby op D.
2. Selecteer “Alle gesprekken”, “Gekozen nummers”, “Gemiste oproepen” of
“Ontvangen oproepen”.
Om naar een ander gespreksregister te gaan, drukt u op c of d.
3. Verplaats de cursor naar het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het nummer te kiezen.

Een gesprek aannemen

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D of [Antw.] om het gesprek aan te nemen.
Of druk op een willekeurige toets behalve F, , U en [In gespr.] wanneer de functie “Antw. willek. toets” (antwoorden door een willekeurige toets in te drukken) is ingeschakeld. Stel in het profiel van elke modus de functie Antwoorden met willekeurige toets in (pagina 177).
38
Bel- en videogespreksfuncties
Tip
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer
verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam en het telefoonnummer van de beller op het scherm.
Als het nummer een geheim nummer is, dan verschijnt op het scherm “Afgeschermd”.
Als er een gesprek binnenkomt van iemand wiens foto in het Telefoonboek is opgeslagen,
worden foto, naam en telefoonnummer weergegeven.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te weigeren dat u niet wilt
beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om de beller van een inkomend
gesprek een ingesprektoon te laten horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt aannemen.
39
Bel- en videogespreksfuncties

Gesprekmenu (Telefoongesprek)

Uw telefoon is tijdens een gesprek uitgerust met extra functies.
Headsetvolume instellen
Tijdens een gesprek kunt u het headsetvolume instellen (en het handsfree-volume, indien de kit aangesloten is).
1. Druk tijdens een gesprek op de omhoog- of omlaagtoets aan de zijkant van het
toestel om het scherm van het headsetvolume weer te geven.
2. Druk aan de zijkant op de omhoogtoets (of a/d) om het volume van het gesprek
te verhogen of op de omlaagtoets (of b/c) om het volume te verlagen.
Er kan een keuze worden gemaakt uit vijf niveaus (Niveau 1 t/m 5).
3. Druk op als het volume op het door u gewenste niveau is ingesteld.
De telefoon keert automatisch terug naar het gespreksscherm als u geen bedieningshandelingen verricht.
De luidsprekers aan- en uitzetten
Als u de luidsprekers achterop het toestel aanzet, kunt u ze gebruiken om te spreken.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Geluid aan”.
40
Bel- en videogespreksfuncties
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Wachtstand”.
Het huidige gesprek wordt dan in de wachtstand gezet.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon die u wilt bellen, en druk
vervolgens op D.
Tip
In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u tijdens een gesprek ook iemand anders bellen
door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
Tijdens een gesprek het SMS/MMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Bericht versturen”.
De volgende opties zijn mogelijk: “Nieuw maken” om een SMS en MMS te maken, of “Postvak IN”, “Verzonden” of “Concepten” om deze mappen te openen. Voor bijzonderheden over SMS, zie “SMS” en “MMS” op pagina 87.
41
Bel- en videogespreksfuncties
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Wacht & beantw.” om het
tweede gesprek te beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en nu kunt u spreken met de tweede beller.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Afbr. & beantw.” om het huidige gesprek te
beëindigen en terug te gaan naar het gesprek in de wacht.
Opmerking
U moet “Oproep in de wacht” op “Aan” zetten als u gebruik wilt maken van de dienst
Oproep in de wacht (pagina 190).
Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de wacht. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden, druk dan bij stap 1 op [Opties] en
selecteer “In gesprek”. Als u “Weigeren” selecteert, wordt het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 personen aan een conferentiegesprek laten deelnemen.
Een conferentiegesprek beginnen
U hebt één actief gesprek en één gesprek in de wachtstand nodig.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
2. Selecteer “Conferentie allen” om deel te nemen aan het conferentiegesprek.
3. Druk op F om het conferentiegesprek te beëindigen.
42
Bel- en videogespreksfuncties
Opmerking
Niet alle netwerken bieden de dienst conferentiegesprek. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
Bij stap 2 kunt u kiezen uit meerdere opties voor het conferentiegesprek:
Om alle deelnemers in de wachtstand te zetten, selecteert u “Alle in wachtst.”.
Om alle deelnemers behalve het huidige gesprek in de wachtstand te zetten, selecteert
u “Privé”.
Om een gesprek met alle deelnemers te beëindigen, kiest u “Actieve beëind.” of
“Wacht. beëind.”.
Om acceptatie van meer deelnemers aan het huidige gesprek af te wijzen, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Weigeren”, of kunt u de ingesprektoon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en verplaats de cursor naar “Nw nummer kiezen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u aan het conferentiegesprek wilt laten
deelnemen en druk op D om te bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
4. Selecteer “Conferentie allen” om de persoon deel te laten nemen aan het
conferentiegesprek.
Als u nog meer deelnemers aan de conferentie wilt toevoegen, herhaal dan stap 1 t/m
4.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon wiens deelname aan het
conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op [Opties] en kies “Actieve beëind.” of “Wacht. beëind.”.
43
Bel- en videogespreksfuncties
Met één van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek voeren
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privé-gesprek wilt voeren, kunt u de betreffende persoon in de conferentielijst selecteren en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon met wie u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
3. Selecteer “Privé”.
4. Druk na beëindiging van het privé-gesprek op [Opties] en selecteer “Conferentie”.
5. Selecteer “Conferentie allen” om terug te keren naar het conferentiegesprek.
Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit] om het microfoongeluid uit te schakelen.
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic. aan].
44
Video-oproep
1
Opties Mic. uit
0:00:02
xxxx XXXXXXXXXXX
Bel- en videogespreksfuncties

Een videogesprek voeren

2
Opmerking
Gebruik deze functie uitsluitend op een toestel met videogespreksfunctie.
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en dat het signaal sterk is voordat u deze
3
4 5
functie gebruikt.
Zet de luidsprekers aan of gebruik een oortelefoon met microfoon of een handsfree-kit
zodat u kunt spreken terwijl u naar het videovenster op het hoofdscherm kijkt.
Statusindicators
1. Subvenster voor uw beeld
2. Verstreken tijd (uur:minuut:seconde)
3. Hoofdvenster voor het beeld van degene met wie u belt
4. Naam van de beller
5. Telefoonnummer van de beller
Een videogesprek voeren
1. Voer het gewenste net en abonneenummer in en druk op [Opties] en selecteer
“Video-oproep” om te het gesprek tot stand te brengen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op U om het nummer links van de cursor te verwijderen. Als de verbinding is gemaakt, wordt het beeld van de persoon die u hebt opgebeld in het bovenste venster weergegeven en dat van u linksonder.
45
Bel- en videogespreksfuncties
Tip
Als het toestel van degene die u belt niet is uitgerust met een videogespreksfunctie, drukt
u op F en voert u het telefoonnummer nogmaals in om een gewoon gesprek te voeren.
Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek weergegeven.

Een videogesprek aannemen

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D om het videogesprek te beantwoorden of A [Antw.] om het gesprek
als een gewoon telefoongesprek te beantwoorden.
Tip
Als het gesprek is afgelopen, worden de kosten van het gesprek weergegeven.
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het netwerk van de beller het nummer
verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam en het telefoonnummer van de beller op het scherm.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk op F als de telefoon overgaat om een gesprek te weigeren dat u niet wilt
beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om de beller van een inkomend
gesprek een ingesprektoon te laten horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt aannemen.
46
Video-oproep
Opties
Beeld wisselen
Camerabeeld Opt. zoom aan Geluid uit DTMF aan
Bel- en videogespreksfuncties

Gesprekmenu (Videogesprek)

Het microfoongeluid dempen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Mic. uit] om het microfoongeluid uit te
schakelen.
Om het microfoongeluid weer in te schakelen, drukt u op [Mic. aan].
Beeld omwisselen
U kunt het beeld in het hoofd- en subvenster omwisselen.
VorigeSelect.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en selecteer “Beeld wisselen”.
Het beeld van uzelf wijzigen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer “Camerabeeld”.
2. Selecteer “Interne cam.”, “Externe cam.”, of “Altern. afb.”.
“Interne cam.”: Het beeld dat door de interne camera wordt opgenomen
wordt weergegeven en naar de andere partij verzonden.
“Externe cam.”: Het beeld dat door de externe camera wordt opgenomen
wordt weergegeven en naar de andere partij verzonden.
“Altern. afb.”: De camera wordt uitgeschakeld en de afbeelding die u in
“Alternatieve foto” onder “Video-oproepinst.” hebt geselecteerd (pagina 195), wordt gebruikt.
47
Bel- en videogespreksfuncties
De optische zoomfunctie gebruiken
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als u een hogere zoomverhouding wilt gebruiken, wordt overgeschakeld op de digitale zoomfunctie.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en selecteer “Opt. zoom aan”.
Het beeld wordt vergroot.
De luidsprekers aan- en uitzetten
Als u de luidsprekers achterop het toestel aanzet, kunt u ze gebruiken om te spreken.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer “Geluid aan”.
Opmerking
In een lawaaiige omgeving zult u een gesprek mogelijk niet of niet goed kunnen
voortzetten. U wordt aangeraden in dat geval de stereo headset en de handsfree microfoon te gebruiken.
Als u bij gebruik van deze optie het headsetvolume verhoogt, kunt u het gesprek mogelijk
niet zonder onderbreking voortzetten. U wordt aangeraden in dat geval het headsetvolume te verlagen of de stereo headset en de handsfree microfoon te gebruiken.
48
Bel- en videogespreksfuncties
Video-oproepinstellingen
De kwaliteit van het inkomende beeld aanpassen
U kunt de kwaliteit van het beeld van de beller aanpassen.
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer “Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Inkomend formaat”.
3. Selecteer “Normaal”, “Kwaliteit voor” of “Snelheid prior”.
“Normaal”: De standaardkwaliteit wordt gebruikt. “Kwaliteit voor”: De beeldkwaliteit is belangrijker dan de snelheid. “Snelheid prior”: De snelheid is belangrijker dan de beeldkwaliteit.
De displayverlichting aan- en uitzetten
U kunt de displayverlichting van het venster aanzetten.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en selecteer “Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Displayverlichting”.
3. Selecteer “Aan”, “Als stand.instell.” of “Uit”.
Wanneer “Aan” is geselecteerd, is de displayverlichting tijdens een videogesprek altijd aan. Als “Als stand.instell.” is geselecteerd, zal de displayverlichting uitgeschakeld worden afhankelijk van de instelling Displayverlichting (pagina 181).
49
Bel- en videogespreksfuncties
De video-opname aanpassen
1. Druk tijdens een video-oproep op [Opties] en selecteer “Video-oproepinst.”.
2. Selecteer “Belichting”.
3. Druk op a (Licht) of b (Donker).
50
Select.
Camera
Camera
Afsluiten

Het menu gebruiken

Bovenste Menu

1. Druk tijdens de standby-modus op .
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om het gewenste menu te kiezen en druk op om de
functie te activeren.
Het submenu wordt weergegeven. Voor details over de menuopties, zie de tabel op pagina’s 248 en 249.
Het menu in de weergavestand van het display gebruiken
1. Zet de telefoon in de weergavestand van het display.
2. Druk de Cameratoets in om het hoofdmenu weer te geven.
3. Gebruik de toetsen Omhoog en Omlaag aan de zijkant om de cursor te verplaatsen
en druk daarna op de Cameratoets.
Druk op de annuleertoets om naar het hoofdmenu terug te keren. Met de toetsen Omhoog en Omlaag aan de zijkant van het toestel verplaatst u de cursor in de weergavestand en de normale stand op dezelfde manier, zoals aangegeven met de pijltjes. Voor details over de functies van deze toetsen, zie pagina 18.
Select.
Afsluiten
51
Het menu gebruiken
Sneltoetsen
Het toestel is voorzien van een sneltoets (toegewezen aan de sneltoets: S) waarmee u het gewenste menu snel kunt openen. Hieronder ziet u de standaard sneltoetsen, maar u kunt ze naar wens aanpassen:
• Gekozen nummers
• Ontvangen oproepen
• Kalender
•Rekenmachine
• Geluidopname
De sneltoetsen gebruiken
1. Druk op de sneltoets.
2. Selecteer het gewenste item.
De sneltoetsen aanpassen
1. Druk op de sneltoets.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toewijzen”.
De lijst met beschikbare items wordt weergegeven.
3. Selecteer het gewenste item.
Opmerking
Om in stap 1 het item in de lijst te verplaatsen, verplaatst u de cursor naar het item, drukt
u op [Opties] en selecteert u “Verplaatsen”. Druk daarna op a of b om het item te verplaatsen en druk op .
52

Tekens invoeren

Als u tekens wilt invoeren om items in het Telefoonboek op te nemen, SMS- of MMS-berichten te maken, etc., drukt u op de corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets net zo vaak in totdat het gewenste teken wordt getoond. Bijvoorbeeld: druk eenmaal op H om de letter “A” te krijgen of tweemaal om de letter “B” te krijgen.
Tabel met tekens
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende teken in de reeks. De volgorde is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters Numeriek
. (punt) , (komma) - (verbindingsstreepje) ? !
G
(apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
H
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
I
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
J
JKL5 jkl5 5
K
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
L
PQRS7 pqrsß7 7
M
1
53
Tekens invoeren
Toets Hoofdletters Kleine letters Numeriek
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
N
WXYZ9 wxyz9 9
O
(spatie) + = < > € £ $ ¥ % & 0 0
Q
Hiermee kunt u wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden:
P
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+# @' ''( ) _&€ £$ %/ ˜ <>§=\ | ¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Æå джаЗЙий м СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓΛΩΠΨΣΘ
Ξ (spatie)
:
G-O
Houd deze ingedrukt om de cijfers 0 - 9 in te voeren.
Q
: Houd deze ingedrukt om te wisselen tussen gewone tekstinvoer en
P
: Houd deze ingedrukt om het invoertaalscherm weer te geven.
R
T9-tekstinvoer.
54
Tekens invoeren

De invoertaal wijzigen

Op het tekstinvoerscherm kunt u de invoertaal wijzigen.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer “Invoertaal”.
2. Selecteer de gewenste taal.

De invoermethode wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P om naar de T9-modus over te schakelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Invoermodus”.
3. Selecteer de invoermethode (Abc, ABC, abc of 123).
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de betreffende toets eenmaal in.
Om bijvoorbeeld het woord “Hoe” in te voeren, drukt u op J L I.
5. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u nodig hebt, druk dan op a of
b totdat u het juiste woord hebt gekozen.
6. Druk op om het woord te selecteren.
Opmerking
Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan over op gewone tekstinvoer om het
juiste woord in te voeren.
55
Tekens invoeren
Tip
Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren, wordt naast het geselecteerde
woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer “Symbool”.
2. Selecteer het gewenste symbool.
Mijn woordenboek
Voor T9-tekstinvoer kunt u uw eigen woordenlijst maken.
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Selecteer “Nieuw woord toev.” en voer een nieuw woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Verplaats de cursor naar het gewenste woord.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Wijzig het woord.
56
Tekens invoeren

Sjablonen gebruiken

Als u tekens invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn opgeslagen in Mijn sjablonen. Voor bijzonderheden over het maken van tekstsjablonen, zie “Tekst aan Mijn sjablonen
toevoegen” op pagina 139.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar het punt waar u de sjabloon wilt
invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Sjabloon invoegen”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
De geselecteerde tekstsjabloon wordt ingevoegd.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
Door deze opties te gebruiken, kunt u de tekst snel en eenvoudig bewerken.
Tekst kopiëren en plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en selecteer “Extra”.
2. Selecteer “Kopiëren” of “Knippen”.
3. Verplaats de cursor naar de eerste letter die moet worden gekopieerd of geknipt en
druk op .
4. Verplaats de cursor naar de laatste letter om het gebied te kiezen en druk op .
57
Tekens invoeren
Tekst plakken
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar het punt waar u de letters wilt
invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Plakken”.
De opgeslagen tekst wordt geplakt.
58
Contacten

Telefoonboek

Groep aanpassen Snelkiezen Mijn contactgegev. Extra
VorigeSelect.
Telefoonboek
In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en e-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
De telefoon kan maximaal 500 items opslaan. In het Telefoonboek kunt u de hieronder genoemde onderdelen opslaan:
Onderdelen opgeslagen in het telefoongeheugen
Voornaam: maximaal 16 tekens Achternaam: maximaal 16 tekens Tel 1: maximaal 32 cijfers Tel 2 (wordt weergegeven als “Tel 1” is ingevoerd): maximaal 32 cijfers Tel 3 (wordt weergegeven als “Tel 2” is ingevoerd): maximaal 32 cijfers E-mail1: maximaal 128 tekens E-mail2 (wordt weergegeven als “E-mail1” is ingevoerd): maximaal 128 tekens E-mail3 (wordt weergegeven als “E-mail2” is ingevoerd): maximaal 128 tekens Groep: 16 groepen (Namen van de
groepen kunnen in het menu Groep aanpassen worden
gewijzigd.) Straat: maximaal 64 tekens Stad: maximaal 64 tekens Staat: maximaal 64 tekens Postcode: maximaal 20 tekens Land: maximaal 32 tekens Memo: maximaal 256 tekens
(M 8-1)
59
Telefoonboek
Verjaardag: Foto: Ringtone/video toew. (Voor spraakoproep, Voor video-oproep, Voor nieuw bericht): Geheim:
Onderdelen opgeslagen in het SIM-geheugen
Naam: maximaal 16 tekens Tel 1: t/m 32 cijfers Tel 2 (wordt weergegeven als “Tel 1” is ingevoerd):
E-mail1: tot 80 tekens Groep: 11 groepen (Namen van de groepen kunnen met de optie
Met de infraroodfunctie of de draadloze Telefoonboek naar een PC verzenden zodat u het item ook op uw PC kunt gebruiken.
t/m 32 cijfers
Groep aanpassen worden gewijzigd.)
Bluetooth
-functie kunt u een item uit het

De naamvolgorde wijzigen

“Contacten” → “Extra” → “Volgorde”
1. Selecteer “Voor-achternaam” of “Achter-voornaam”.

Een andere lijst weergeven

“Contacten” → “Extra” → “Locatie Tel.boek”
1. Selecteer “Telefoon” of “SIM”.
60
Telefoonboek

Het opslaggeheugen selecteren

“Contacten” → “Extra” → “Nwe contacten opsl.”
1. Selecteer de locatie voor de contacten. U hebt de keuze uit “Telefoon”, “SIM” of
“Keuze”.
Tip
Als u “Keuze” selecteert, kunt u iedere keer wanneer u een nieuw item opslaat het
geheugen kiezen.

De volgorde van het Telefoonboek wijzigen

U kunt de items in het Telefoonboek op alfabetische volgorde of per groep weergeven.
“Contacten”
“Extra” → “Contacten bekijken”
1. Selecteer “Op alfabet” of “Op groep”.

Nieuw contact toevoegen

Om het nieuwe item op te slaan kunt u kiezen voor het geheugen van de telefoon of van de SIM-kaart. Om te wisselen tussen locaties gaat u naar “Het opslaggeheugen selecteren”.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Contacten”
Als u voor het opslaan van de gegevens de optie “Keuze” selecteert, kunt u kiezen uit “In telefoon” of “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de relevante informatie in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
61
Telefoonboek
Tip
Om een contact toe te voegen, moet minimaal één veld worden ingevuld (“Voornaam”,
“Achternaam”, “Tel 1” of “E-mail1” voor het toestelgeheugen; “Naam”, “Tel 1” of “E-mail1” voor het SIM-geheugen).
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Verplaats de cursor naar het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Foto:”.
4. Selecteer “Foto toewijzen”.
5. Selecteer de gewenste afbeelding.
6. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Opmerking
Als u een afbeelding uit het geheugen van het toestel verwijdert, wordt ook het
bijbehorende miniatuurbeeld verwijderd.

Mijn contactgegevens bekijken

U kunt uw eigen contactgegevens op dezelfde manier in het Telefoonboek vastleggen als de overige items.
“Contacten”
62
“Mijn contactgegev.”
(M 8-4)
Telefoonboek

Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de SIM-kaart en de telefoon

“Contacten” → “Extra” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon” of “Van telefoon naar SIM”.
Opmerking
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw telefoon plaatst en het Telefoonboek
start, verschijnt automatisch een scherm waarin u wordt gevraagd of u wel of niet wilt kopiëren. Het aantal items uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd, hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart. Als er onvoldoende geheugen is om alle items op te slaan, kunt u het kopiëren niet voltooien.

Een naam zoeken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste paar letters van de naam in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven.
Tip
Voordat u gaat zoeken kunt u de locatie opgeven waarin gezocht moet gaan worden,
“Telefoon” of “SIM”.

Bellen vanuit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Verplaats de cursor naar het gewenste item en druk op D.
63
Telefoonboek
Tip
Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat vermeld, verplaats de cursor dan na
stap 1 naar het gewenste telefoonnummer en druk op D.
U kunt ook rechtstreeks vanuit het detailscherm van het Telefoonboek bellen. Selecteer
in het detailscherm het gewenste telefoonnummer en druk op D.

Items van het Telefoonboek bewerken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Verplaats de cursor naar het veld dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Wijzig de gegevens.
4. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.

Items uit het Telefoonboek verwijderen

Alle items uit het Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
1. Selecteer “Toestel items” of “SIM-items”.
2. Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op “9999”. Voor bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode, zie “De toestelcode wijzigen” op pagina 199.
“Extra” → “Alle items wissen”
64
Een item uit Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
“Telefoonboek”
1. Verplaats de cursor naar het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Telefoonboek

Groep aanpassen

Voor iedere groep kunt u een andere ringtone instellen. De ringtone die u in het menu Instellingen hebt toegewezen wordt gebruikt tenzij u deze in dit menu wijzigt.
“Contacten”
(M 8-2)
“Groep aanpassen”
1. Verplaats de cursor naar de gewenste groep.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor nieuw bericht”.
4. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 6.
5. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of ringvideo.
Voor bijzonderheden over het selecteren van een ringtone of ringvideo in het menu Instellingen, zie “Een ringtone toewijzen” op pagina 173, of “Een ringvideo toewijzen” op pagina 174.
Opmerking
U kunt uitsluitend de naam van de groepen op de SIM-kaart wijzigen. U kunt de
ringtone- of ringvideo-instellingen niet wijzigen.
65
Telefoonboek
De groepsnaam wijzigen
U kunt de naam van de groepen van de Telefoonboek-items wijzigen. Selecteer om te beginnen het gewenste Telefoonboek (pagina 60).
“Contacten”
“Groep aanpassen”
1. Verplaats de cursor naar de gewenste groepsnaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam bewerken”.
3. Wijzig de naam.

Een ringtone of ringvideo aan een item in het Telefoonboek toewijzen

Aan een opgeslagen item kan een speciale ringtone of speciaal trilalarm worden toegewezen.
“Contacten”
1. Verplaats de cursor naar het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video-oproep” of “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video toewijzen”.
Wanneer u “Video toewijzen” selecteert, ga dan naar stap 7.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
“Telefoonboek”
66
Telefoonboek
7. Selecteer de gewenste ringtone of ringvideo.
Voor informatie over het toewijzen van een ringtone of een ringvideoclip in het menu Instellingen, gaat u naar “Een ringtone toewijzen” op pagina 173 of naar “Een ringvideo toewijzen” op pagina 174.
8. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u het geheugen controleren dat in het Telefoonboek wordt gebruikt.
“Contacten”
“Extra”→ “Geheugenstatus”

Snelkiezen

U kunt maximaal 8 telefoonnummers opslaan in Snelkiezen (pagina 37).
Items uit het Telefoonboek in de Snelkiezen plaatsen
“Contacten”
(M 8-3)
“Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Verplaats de cursor naar het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer de gewenste locatie.
Tip
De negen cijfertoetsen corresponderen met de lijstnummers.
Om de snelkieslijst weer te geven, zie “Snelkiezen” op pagina 37.
67
Telefoonboek
De snelkieslijst bewerken
“Contacten”
“Snelkiezen”
1. Verplaats de cursor naar het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
“Opnieuw toewijzen” (wordt weergegeven als een telefoonnummer al is toegewezen):
“Toewijzen” (wordt weergegeven als er nog geen telefoonnummer is toegewezen):
“Tonen”: Geeft het toegewezen telefoonnummer weer. “Verwijderen”: Verwijdert het geselecteerde telefoonnummer uit Snelkiezen. “Alles wissen”: Wist alle telefoonnummers uit Snelkiezen.
Geeft de items in het Telefoonboek weer. Selecteer andere items (Opnieuw toewijzen).
Geeft de items in het Telefoonboek weer. Selecteer het gewenste item (wijs het toe).

Een item uit het Telefoonboek verzenden

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Verplaats de cursor naar het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Als bericht”, “Via Bluetooth” of “Via Infrarood”.
68
Telefoonboek
Voor “Als bericht”
Voor bijzonderheden, zie “MMS” op pagina 87.
Voor “Via Bluetooth”
Voor bijzonderheden, zie “Bluetooth” op pagina 206.
Voor “Via infrarood”
Voor bijzonderheden, zie “Infrarood” op pagina 212.

Een item uit het Telefoonboek ontvangen

Wanneer de telefoon een item uit het Telefoonboek ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel standby staat.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt opgeslagen in het Telefoonboek. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
Voor bijzonderheden over het instellen van Infrarood of Bluetooth, zie “Verbindingen” op
pagina 206.
Voor bijzonderheden over het maken van MMS-instellingen, zie “MMS-instellingen” op
pagina 103.
69

Camera

Opslaan
Annuler.
Uw telefoon is uitgerust met een geïntegreerde digitale camera. Zo kunt u overal en altijd foto’s en videoclips maken en verzenden.
(M 5)

Foto’s maken

“Camera”
1. Druk op om een foto te maken.
U hoort het sluitergeluid en u ziet de foto die u hebt genomen in het display.
2. Druk op [Opslaan].
Als u wilt annuleren, drukt u op [Annuleren]. De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon.
Opmerking
Druk in de weergavestand van het display op de Cameratoets in plaats van .
Als de digitale camera niet is geactiveerd, drukt u op [Opties] en selecteert u “Naar
fotocamera” of drukt u op c.
Een zelfportret maken
U kunt een zelfportret maken terwijl u naar het hoofddisplay kijkt.
1. Draai het hoofddisplay 180° met de klok mee vanuit de normale stand.
2. Druk op de cameratoets aan de zijklant van het toestel.
Opslaan
Opslaan Annuler.
Annuler.
70
Camera
Opmerking
Draai het hoofddisplay niet tegen de klok in. Hierdoor kan de telefoon worden beschadigd.
Genomen foto’s verzenden
U kunt de foto die u genomen hebt via “Met bericht” of “MMS per Post” verzenden.
“Camera”
1. Druk op om een foto te maken.
2. Druk op .
3. Selecteer de optie Verzenden.
Voor bijzonderheden, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 87. Nadat het bericht is verzonden, wordt de foto in Mijn telefoon opgeslagen. (De geoptimaliseerde foto wordt niet in Mijn telefoon opgeslagen.)
Opmerking
Als u een foto probeert te versturen die qua bestand te groot is, wordt de
afbeeldinggrootte aangepast. De afbeelding wordt met de oorspronkelijke grootte in Mijn telefoon opgeslagen.
71
Camera
De afbeeldinggrootte selecteren
U kunt de grootte van de foto’s selecteren. Alle foto’s die u maakt worden in het JPEG-formaat opgeslagen.
“Camera”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Afbeeld.formaat”
1. Selecteer de gewenste grootte.
Afbeeldinggrootte: 1224 ×1632 dots
De digitale zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
960 ×1280 dots 768 ×1024 dots 480 × 640 dots 240 × 320 dots 120 × 160 dots 120 × 128 dots
1. Druk in de weergavemodus op a of b.
72
Camera
De optische zoomfunctie in-/uitschakelen
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als u een hogere zoomverhouding wilt gebruiken, wordt overgeschakeld op de digitale zoomfunctie.
“Camera”
[Opties] → “Extra”
1. Selecteer “Opt. zoom aan”.
Selecteer “Opt. zoom uit” om de zoomfunctie uit te schakelen. Als u “Opt. zoom uit”. hebt geselecteerd, kunt u alleen de digitale zoomfunctie gebruiken.
2. Druk op a of b.
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar het standby-scherm, worden de zoominstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
De belichting aanpassen
“Camera”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Belichting”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van de foto
: (Helder Normaal Donker)
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-scherm worden de instellingen voor helderheid teruggezet naar de standaardinstelling.
Toestellampje
De lichtkleur wijzigen
U kunt verschillende kleurmodi gebruiken voor uw foto’s.
“Camera”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Toestellampje” → “Opnamelicht”
73
Camera
1. Selecteer de gewenste kleur.
Lichtkleuren: Wit/Rood/Geel/Groen/Blauw/Violet/Lichtblauw/Disco
De modus van het toestellampje wijzigen
Stel de gewenste modus van het toestellampje in.
“Camera” → [Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Toestellampje” → “Aan/ uitzetten”
1. Selecteer de gewenste modus.
“Aan” ( ): De lamp is altijd aan. “Autom.” ( ): De lamp gaat aan als het toestel merkt dat het donker wordt. “Verlichting laag” ( ): Gebruik deze modus voor macrofotografie. “Uit”: De lamp is altijd uit. De bijbehorende indicator wordt op het scherm weergegeven. Selecteer “Uit” om de
verlichting uit te zetten.
Gebruik van de Timer (Timer)
“Camera”
[Opties] → “Cameramodi” → “Timer”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
“ ” wordt op het scherm weergegeven als u “Aan” selecteert.
De scène selecteren
U kunt de geschikte scène kiezen voor de foto.
“Camera”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Scène”
1. Selecteer de gewenste scène.
74
Fotoserie
Er zijn verschillende opties beschikbaar voor het maken van een fotoserie.
“Camera”
[Opties] → “Cameramodi” → “Fotoserie”
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende modi zijn voor een fotoserie beschikbaar: “Uit”: De fotoseries worden geannuleerd. “4 foto’s”/“9 foto’s”: Neemt 4 of 9 foto’s achter elkaar.
“Reeks”: Maakt 9 foto’s achter elkaar met verschillende kleur- en
“Overlappend”: Overlapt de foto’s in een fotoserie in één foto en maakt een
Selecteer, nadat u deze modus hebt gekozen, de gewenste snelheid uit de volgende mogelijkheden: “Zeer snel” “Snel” “Normaal” “Langzaam” “Zeer langz.” “Handmatig”
helderheidniveaus. Nadat u deze modus hebt gekozen, drukt u op en daarna op “Snel” of “Normaal”.
totaalbeeld. Nadat u deze modus hebt gekozen, drukt u op en selecteert u “Snel” of “Normaal”.
Camera
75
Camera
Opmerking
Als u “Handmatig” selecteert voor een fotoserie, drukt u in de gewenste snelheid op
of de Cameratoets (in de weergavestand van het display).
Wanneer de zelfontspanner en Fotoserie tegelijkertijd zijn ingesteld, wordt “ ”
(bijvoorbeeld voor “4 foto’s”) in plaats hiervan weergegeven.
Een kader selecteren
U kunt een kad er kiezen uit de voorbeeldka ders. U kunt o ok opgeslagen afbeelding als kader gebruiken.
“Camera”
[Opties] → “Cameramodi” → “Fotolijst”
1. Selecteer “Voorbeeldkaders” of “Mijn afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt op het display bevestigd.
3. Druk op .
Opmerking
Foto’s groter dan 240 dots [B] × 320 dots [H] kunt u niet gebruiken.
Overschakelen naar de videocameramodus
U kunt van de cameramodus overschakelen naar de videocameramodus. Door op d te drukken, kunt u tussen de foto- en videocameramodus overschakelen.
“Camera”
[Opties] → “Naar videocam.”
76
Camera
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het voorbeeld op volledige schermgrootte weergeven zonder dat de displaytoetsen en indicators te zien zijn.
“Camera”
[Opties] → “Extra”
1. Selecteer “Volledige zoeker”.
Om terug te keren naar de normale zoeker, kiest u “Normale zoeker”.
De beeldkwaliteit selecteren
“Camera”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Beeldkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit.
Indicators voor de beeldkwaliteit
:Zeer hoog :Fijn : Normaal
Het sluitergeluid selecteren
U kunt een keuze maken uit de 3 aanwezige sluitergeluiden.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Sluitergeluid”
1. Selecteer het gewenste sluitergeluid.
Opmerking
De functie Fotoserie maakt gebruik van een speciaal sluitergeluid dat niet kan worden
gewijzigd.
77
Camera
Het opslaggeheugen selecteren
U kunt de locatie opgeven waar u de foto’s wilt opslaan.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Nw afbeeld. opsl. op”
1. Selecteer de gewenste geheugenbron uit “Telefoongeheugen”, “Geheugenkaart” of
“Keuze”.
Opmerking
Als u “Keuze” selecteert, moet u iedere keer als u een foto opslaat de gewenste locatie
opgeven.
Automatisch scherpstellen
Met deze functie kunt u het scherpstellen aanpassen aan de omstandigheden.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Scherpstellen”
1. Selecteer de gewenste optie.
Indicators voor automatisch scherpstellen
: Normaal :Macro : Handm. scherpst.
78
Camera
Automatisch opslaan
U kunt de telefoon uw foto’s automatisch laten opslaan.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Autom. opslaan”
1. Selecteer “Aan”.
Selecteer “Uit” om de functie uit te schakelen.
De helpfunctie gebruiken
“Camera”
De weergavestand van het display verlaten
Voer de volgende handelingen uit om van de weergavestand terug te keren naar de normale stand van het display.
[Opties] → “Help”
1. Houd in de weergavestand de annuleertoets ingedrukt.
79
Camera

Videoclips opnemen

U kunt uw telefoon gebruiken om videoclips op te nemen. U kunt deze functie ook gebruiken in de weergavestand van het display.
Videoclips opnemen
“Camera”
Een voorbeeld van de opname wordt op het scherm weergegeven.
1. Druk op .
Druk in de weergavestand van het display op de cameratoets.
2. Om de opname te stoppen, drukt u op .
Om de videoclip te bekijken voordat u deze opslaat, kiest u “Voorbeeld”.
3. Selecteer “Opslaan”.
De videoclip wordt in Mijn telefoon opgeslagen.
Opmerking
Als u een videoclip in landscape-formaat wilt opnemen, zet u het display terwijl het
toestel in de zoekermodus staat in de weergavestand. Het display schakelt dan automatisch over op het landscape-formaat.
Zet de telefoon in de videocameramodus om een video op te nemen. Videoclips worden
opgeslagen in “.3gp”-formaat, in de volgende twee modi:
Voor ber. verz.: QCIF of SubQCIF
Max. Duur: QCIF, SubQCIF of QVGA (MPEG-4) QVGA (MPEG-4) is beschikbaar als u “Max. Duur” selecteert als opnametijd (pagina 83) en QVGA (MPEG-4) kiest. De videoclips worden in ASF-formaat opgeslagen.
00:00:00 000KB/095KB
Opties Vorige
80
Camera
Als de microfoon aan staat, kunt u een videoclip met geluid opnemen. Standaard staat
de microfoon “Aan”. Als u een videoclip zonder geluid wilt opnemen, moet u de microfoon uitzetten. Voor bijzonderheden, zie “Videoclips met geluid opnemen” op pagina 85.
Videoclips verzenden
“Camera”
1. Druk op .
Druk in de weergavestand van het display op de cameratoets.
2. Om de opname te stoppen, drukt u op .
Om de videoclip te bekijken voordat u deze opslaat, kiest u “Voorbeeld”.
3. Selecteer “Opslaan en verzenden”.
Geef aan hoe u de video wilt verzenden. Voor bijzonderheden, zie “Een nieuw bericht maken” op pagina 87.
Opmerking
U kunt videoclips alleen verzenden als u “Voor MMS” hebt geselecteerd bij opnametijd.
Voor bijzonderheden, zie “De opnametijd selecteren” op pagina 83.
De zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
1. Druk in de weergavemodus op a of b.
81
Camera
De optische zoomfunctie in-/uitschakelen
Met de optische zoomfunctie kunt u met gebruik van de optische lens scherp in- en uitzoomen. De optische zoomfunctie wordt gebruikt tot tweemaal [×2] de zoomverhouding. Als u een hogere zoomverhouding wilt gebruiken, wordt overgeschakeld op de digitale zoomfunctie.
“Camera”
[Opties] → “Extra”
1. Selecteer “Opt. zoom aan”.
Selecteer “Opt. zoom uit” om de zoomfunctie uit te schakelen.
2. Druk op a of b.
Opmerking
De standaardinstelling is “Opt. zoom aan”. Als u “Opt. zoom uit” hebt geselecteerd, kunt
u alleen de digitale zoomfunctie gebruiken.
De belichting aanpassen
“Camera”
[Opties] → “Video-instellingen” → “Belichting”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau)
: (Helder Normaal Donker)
De volgende keer dat de telefoon standby staat, worden de helderheidinstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
82
Toestellampje
U kunt verschillende kleurmodi gebruiken voor uw videoclips.
“Camera” “Opnamelicht”
[Opties] → “Video-instellingen” → “Toestellampje” →
1. Selecteer de gewenste kleur.
Lichtkleuren: Wit/Rood/Geel/Groen/Blauw/Violet/Lichtblauw/Disco
De modus van het toestellampje wijzigen
Stel de gewenste modus van het toestellampje in.
“Camera” uitzetten”
[Opties] → “Afbeeldinginst.” → “Toestellampje” → “Aan/
1. Selecteer de gewenste modus.
“Aan” ( ): De lamp is altijd aan. “Autom.” ( ): De lamp gaat aan als het toestel merkt dat het donker wordt. “Uit”: De lamp is altijd uit. De bijbehorende indicator wordt op het scherm weergegeven. Selecteer “Uit” om de verlichting uit te zetten.
De opnametijd selecteren
“Camera”
[Opties] → “Video-instellingen” → “Opnametijd”
1. Selecteer “Max. Duur” of “Voor MMS”.
Voor MMS: De maximale grootte van een bericht is afhankelijk van de
Max. Duur: Minder dan 30 minuten. (afhankelijk van het geheugen).
netwerkoperator.
Camera
83
Camera
Opmerking
Als u als opnametijd “Voor MMS” selecteert, is de maximale bestandsgrootte afhankelijk
van de netwerkoperator. Als gevolg daarvan is de kwaliteitsinstelling ook beperkt.
“Opslaan en verzenden” wordt niet weergegeven nadat een opname is gemaakt in de
modus Max. Duur.
Als u “Max. Duur” selecteert, kunt u een keuze maken uit de videoformaten “QCIF of
SubQCIF” of “QVGA(MPEG4)”.
Overschakelen naar de digitale fotocamera
U kunt naar de digitale fotocamera overschakelen. Door op c te drukken, schakelt u over naar de fotocameramodus.
“Camera”
De filmkwaliteit selecteren
“Camera”
[Opties] → “Naar fotocamera”
[Opties] → “Video-instellingen” → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste filmkwaliteit.
Indicators voor de filmkwaliteit
:Zeer hoog : Hoog : Normaal
Opmerking
De bestandsgrootte neemt toe als u een betere kwaliteit kiest.
84
Camera
Videoclips met geluid opnemen
Als u een videoclip met geluid wilt opnemen, moet de microfoon worden aangezet.
“Camera”
[Opties] → “Video-instellingen” → “Microfoon”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
Standaard staat de microfoon al aan. Selecteer “Uit” als u een videoclip zonder geluid wilt
opnemen.
Tip
De bestandsgrootte wordt beperkt als u een videoclip zonder geluid opneemt.
De afbeeldingsgrootte wijzigen
U kunt de afbeeldingsgrootte tijdens afspelen en opnemen wijzigen.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Afbeeld.formaat”
1. Kies “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)”.
Het opslaggeheugen selecteren
U kunt de locatie opgeven waar u de videoclips wilt opslaan.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Nw video’s opsl. op”
1. Selecteer de gewenste geheugenbron uit “Telefoongeheugen”, “Geheugenkaart” of
“Keuze”.
Opmerking
Als u “Keuze” selecteert, moet u iedere keer als u opslaat de gewenste locatie opgeven.
85
Camera
Automatisch scherpstellen
Met deze functie kunt u het scherpstellen automatisch laten bepalen bij het maken van videoclips.
“Camera”
[Opties] → “Extra” → “Scherpstellen”
1. Selecteer de gewenste optie.
Indicators voor automatisch scherpstellen
: Normaal :Macro : Handm. scherpst.
De helpfunctie gebruiken
“Camera”
Video coderen
“Camera”
[Opties] → “Help”
[Opties] → “Extra” → “Video coderen”
1. Selecteer de juiste videocodering.
De weergavestand van het display verlaten
Voer de volgende handelingen uit om van de weergavestand terug te keren naar de normale stand van het display.
1. Houd in de weergavestand de annuleertoets ingedrukt.
86

Berichten

Nieuw maken
Postvak IN Concepten Sjablonen Verzonden Postvak UIT Messenger
VorigeSelect.
Berichten
Messenger Voicemail Cell Broadcast Regio info Instellingen
Geheugenstatus
Select. Vorige
Berichten
Met uw telefoon kunt u SMS, MMS en e-mailberichten verzenden en ontvangen en WAP-meldingen ontvangen.
(M 4)
MMS
Met MMS kunt u multimediaberichten met afbeeldingen, geluid of videoclips als bijlagen verzenden en ontvangen tot 300 KB.
Opmerking
Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt af van uw
netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
De maximale berichtgrootte is afhankelijk van de instellingen van de netwerkoperator.
SMS
Met SMS kunt u tekstberichten van maximaal 765 tekens verzenden. Als een bericht langer is dan 160 tekens, wordt het in meerdere segmenten opgesplitst.

E-mail

Met e-mail kunt u berichten tot 300 KB verzenden.
Een nieuw bericht maken
(E-mail)
“Nieuw maken” → “E-mail”
A (MMS/SMS) A
“Nieuw maken” → “Bericht”
1. Voer het bericht in.
87
Berichten
2. (E-mail/MMS)
Druk op [Opties] en selecteer “Item invoegen”, als u bestanden als bijlage wilt toevoegen.
3. (E-mail/MMS)
Selecteer het gewenste item. Meer informatie hierover leest u in de volgende paragrafen. “Foto”: Voor het toevoegen van afbeeldingen.
“Geluid”: Voor het toevoegen van geluiden. “Video”: Voor het toevoegen van videoclips. “Contactgegevens bijsluiten”:
“Afspraak bijsluiten”: Voor het toevoegen van schema-items.
Voor het toevoegen van items uit het Telefoonboek.
4. Selecteer “Verzenden”.
5. (MMS)
Voer een e-mailadres of telefoonnummer in of selecteer er één uit het Telefoonboek.
(SMS)
Voer het telefoonnummer in of gebruik het telefoonnummer uit het Telefoonboek.
(E-mail)
Voer het e-mailadres uit het Telefoonboek in. Als u meerdere e-mailadressen of telefoonnummers wilt toevoegen (maximaal 20), plaatst u de aanwijzer op het veld “Ontvanger”, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken & toevoegen” en selecteert u “Ontvanger toevoegen”. Voer een e-mailadres of telefoonnummer in of selecteer dat uit het Telefoonboek. U kunt maximaal 20 cijfers (MMS/SMS) of 128 tekens (E-mail/MMS) invoeren voor een e-mailadres of telefoonnummer. Als u het soort ontvanger wilt wijzigen, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en vervolgens “Wijzigen in AAN”, “Wijzigen in CC” of “Wijzigen in BCC” (E­mail/MMS).
88
Berichten
6. (E-mail/MMS)
Selecteer het onderwerpveld en voer het onderwerp in.
7. (MMS/SMS)
Het berichttype (SMS of MMS) wordt in het veld “Berichttype” getoond. Selecteer het veld en selecteer het gewenste berichttype.
8. Selecteer “Geavanceerd” en stel de geavanceerde verzendopties in.
• “Uitgesteld afleveren” (“Direct”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (voor MMS): Hiermee geeft u aan wanneer het bericht wordt verstuurd nadat u op Verzenden hebt gedrukt.
• “Bezorgingsrapport” (“Ja”, “Nee”) (voor MMS/SMS): Hiermee kunt u de ontvangstberichtfunctie aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt u als u wilt dat de ontvanger u laat weten dat het bericht is ontvangen.
• “Vervaltijd” (“Nooit verwijderen”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (voor SMS/MMS): Hiermee bepaalt u de vervaltijd voor een bericht dat op de server is opgeslagen.
• “Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Geef de prioriteit aan van opgestelde berichten.
• “Leesrapport” (“Ja”, “Nee”) (voor MMS/SMS): Hiermee kunt u de leesberichtfunctie aan- en uitzetten. Deze functie gebruikt u als u wilt dat de ontvanger u laat weten dat het bericht is gelezen.
9. Plaats de aanwijzer op “Verzenden” en druk op om het verzenden te starten.
Nadat het bericht is verzonden, wordt het naar de map Verzonden verplaatst.
89
Berichten
Opmerking
De huidige berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het bericht maakt, is bij benadering
gegeven.
Als een bericht om een of andere reden niet kan worden verzonden, blijft het bericht in
Postvak UIT staan en wordt “ ” op het standby-scherm weergegeven.
Tip
Om het bericht op te slaan zonder het te verzenden, selecteert u [Opties] en selecteert u
“Opslaan in Concepten” in stap 2.
U kunt de volgende items met MMS-berichten meesturen. Meer informatie hierover leest
u in de volgende paragrafen.
Gegevens uit Mijn telefoon
Items uit het Telefoonboek
Bestand (Schema-items die in de Kalender zijn gemaakt, Telefoonboekitems), etc.
U kunt de sjabloonfunctie gebruiken om u te helpen bij het opstellen van uw berichten.
Voor bijzonderheden over deze optie, zie “Sjablonen gebruiken” op pagina 57.
Gegevens uit Mijn telefoonboek bijvoegen
1. In stap 3 in “Een nieuw bericht maken” op pagina 87 selecteert u “Foto”, “Geluid”
of “Video”.
90
Berichten
2. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of videoclips wilt opnemen, selecteert u “Foto nemen”, “Geluid opnemen” of “Video opnemen”.
• (Voor foto’s) Selecteer voor de foto’s die u bijvoegt de juiste bestandsgrootte aangezien de maximale afbeeldinggrootte voor verzending varieert per netwerkoperator.
•(Voor geluiden) Selecteer voor de geluiden die u bijvoegt de juiste bestandsgrootte aangezien de maximale grootte voor verzending varieert per netwerkoperator.
Een schema-item bijvoegen
1. Selecteer “Afspraak bijsluiten” bij stap 3 in “Een nieuw bericht maken” op
pagina 87.
2. Selecteer de gewenste dag en het schema-item dat u wilt bijvoegen.
3. Selecteer het gewenste schema-item.
Gegevens uit een Telefoonboek-item bijvoegen
1. Selecteer in stap 3 van “Een nieuw bericht maken” op pagina 87 “Contactgegevens
bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen, kiest u “Mijn contactgegev.”.
3. Selecteer het gewenste item.
De geselecteerde gegevens worden bijgevoegd.
91
Berichten
Een diavoorstelling bijvoegen
1. Selecteer “Opties” bij stap 2 van “Een nieuw bericht maken” op pagina 87 en
vervolgens “Dia toevoegen”.
Als u meerdere dia’s wilt bijvoegen, selecteert u “Dia toevoegen vóór” of “Dia toevoegen na”.
2. Voer het bericht in.
Als u de tijdsduur voor iedere dia wilt instellen, drukt u op [Opties], selecteert u “Tijdsduur dia” en voert u de gewenste tijdsduur in.
Tip
U kunt berichten maken die maximaal 300 KB groot zijn. Iedere dia kan één afbeelding
en/of één geluidsbestand of videoclip bevatten.
Bijlagen verwijderen of verplaatsen
1. In stap 3 in “Een nieuw bericht maken” op pagina 87, drukt u op [Opties] en
selecteert u de gewenste verplaatsoptie voor iedere bijlage.
Een bericht verzenden vanuit Concepten
A
“Concepten”
1. Selecteer de gewenste tab, SMS/MMS of E-mail.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken en verzenden”.
3. Pas het bericht desgewenst aan.
4. Selecteer “Verzenden”.
5. Plaats de aanwijzer op “Verzenden” en druk op om het verzenden te starten.
92
Berichten
MMS lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in Postvak IN.
Berichten bekijken voordat u ze downloadt
De MMS-indicator ( ) verschijnt wanneer u een inkomend bericht ontvangt.
“Postvak IN”
A
1. Selecteer de melding van het bericht dat u wilt weergeven.
Tip
Het volume is afhankelijk van de volume-instellingen van de toepassing (pagina 146). U
hoort geen geluid als het “Toepassingsvolume” op “Stil” staat.
Het telefoonnummer van een afzender in het Telefoonboek opslaan
“Postvak IN”
A
1. Verplaats de cursor naar het bericht waarvan u het telefoonnummer of e-mailadres
wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Adres opslaan”.
Het venster om een nieuw contact in te voeren verschijnt en het telefoonnummer is al ingevuld. Voor meer informatie over het maken van een nieuw Telefoonboek-item, zie “Nieuw contact toevoegen” op pagina 61.
Het telefoonnummer van een afzender kiezen dat in het bericht is opgenomen
“Postvak IN”
A
1. Verplaats de cursor naar het bericht inclusief het telefoonnummer dat u wilt kiezen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contactpersonen bellen”.
93
Berichten
Eén MMS ophalen
A
“Postvak IN”
1. Verplaats de cursor naar de melding ( ) van het bericht dat u wilt ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
Het ophalen begint en de indicator verandert in .
Tip
U kunt ook meerdere berichten tegelijkertijd ophalen. Zie de volgende paragraaf.
Meerdere MMS-berichten ophalen
“Postvak IN”
A
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Selecteer het gewenste berichtsignaal met de optie “Selecteren/Deselecteren” of
“Alle selecteren”.
4. Selecteer “Downloaden”.
De geselecteerde berichten worden tegelijk opgehaald.
Een bericht beantwoorden of allen beantwoorden
“Postvak IN”
A
1. Verplaats de cursor naar het bericht waarvan u de afzender wilt beantwoorden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Beantwoorden” of “Allen beantwoorden”.
3. Voer het bericht in.
4. Druk op “Verzenden”.
5. Plaats de aanwijzer op “Verzenden” en druk op om het verzenden te starten.
94
Berichten
Een bericht doorsturen
A
“Postvak IN”
1. Verplaats de cursor naar het bericht dat u wilt doorsturen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer de stappen 2 t/m 9 uit van “Een nieuw bericht maken” op pagina 87.
Doorsturen op afstand
U kunt uw e-mailberichten rechtstreeks vanaf de mailserver naar derden doorsturen.
“Postvak IN”
A
1. Verplaats de cursor naar de melding ( ) van het bericht dat u wilt ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer de stappen 2 t/m 5 uit van “Een nieuw bericht maken” op pagina 87.
Berichten in de lijst sorteren
A
“Postvak IN”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Sorteren”.
3. Selecteer de gewenste sorteeroptie.
De berichten vergrendelen en ontgrendelen
A
“Postvak IN”
1. Verplaats de cursor naar het bericht dat u wilt vergrendelen of waarvan u de
vergrendeling wilt opheffen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer “Vergrendelen/Ontgrendelen”.
95
Berichten
Een afbeelding verzenden met MMS per Post
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar een briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale drukt de afbeelding af en verstuurt deze als briefkaart naar het postadres van de geadresseerde in het MMS-bericht. (In uw telefoon is het adres van de Vodafone-centrale al ingevoerd. Dit kan niet worden gewijzigd.)
Een MMS per Post maken
“Nieuw maken” → “MMS per Post”
A
1. Selecteer de foto die u wilt verzenden.
2. Voer uw bericht in.
3. Druk op [OK].
4. Voer de volgende gegevens van de geadresseerde in.
Zie de opmerking hieronder voor bijzonderheden.
•“Naam”
• “Aanvullende info”
•“Adres”
•“Stad”
•“Postcode”
• “Staat/Provincie”
•“Land”
• “MMS per Post”
5. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
96
Berichten
Opmerking
“Naam”, “Adres” en “Stad” zijn vereist om een ansichtkaart via MMS per Post te kunnen
verzenden.
Informatie voor een geadresseerde
“Naam” (verplicht):
Naam van de geadresseerde van de ansichtkaart, maximaal 50 tekens
“Aanvullende info” (optioneel):
Extra gegevens van de geadresseerde, maximaal 50 tekens
“Adres” (verplicht):
Straat en huisnummer, maximaal 50 tekens
“Stad” (verplicht):
Stad, maximaal 50 tekens
“Postcode” (optioneel):
Postcode, maximaal 20 tekens
“Staat/Provincie” (optioneel):
Staat, provincie of regio, maximaal 50 tekens
“Land” (optioneel):
Land, maximaal 20 tekens
Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van de aangeboden dienst. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Als het item “Land” niet wordt weergegeven, is het niet mogelijk MMS per Post-berichten naar het buitenland te sturen.
Bestanden in het formaat Animated GIF kunt u niet gebruiken voor MMS per Post.
De beeldkwaliteit van MMS per Post is afhankelijk van het afbeeldingformaat.
97
Berichten

Cell Broadcasts

U kunt Cell Broadcast-berichten of algemene berichten zoals het weerbericht en verkeersinformatie ontvangen. Deze informatie wordt verspreid onde r abonnees in bepaalde netwerkgebieden.
Niet alle mobiele netwerken bieden deze mogelijkheid. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Cell Broadcast inschakelen/uitschakelen
“Berichten”
(M 4-10)
“Cell Broadcast” → “Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Cell Broadcast berichten lezen
“Berichten”
“Cell Broadcast” → “Berichten lezen”
1. Selecteer het gewenste onderwerp.
2. Schuif het scherm naar beneden om het bericht te lezen.
3. Druk op [Vorige].
Talen instellen
Hiermee kunt u voor de weergave van de Cell Broadcast-berichten de gewenste taal instellen.
“Berichten”
De huidige taal verschijnt op het scherm.
“Cell Broadcast” → “Instellingen” → “Taal”
1. Druk op .
De taallijst verschijnt op het scherm.
98
Berichten
2. Selecteer de gewenste taal.
3. Druk op [Opslaan].
Abonneren op Cell Broadcasts
Selecteer de door u gewenste pagina van het Cell Broadcast-bericht.
“Berichten” [Opties]
“Cell Broadcast” → “Instellingen” → “Info-onderw. inst.”
1. Selecteer “Toevoeg./Verwijd.”.
2. Selecteer de gewenste pagina.
3. Druk op [Vorige].
Tip
Als de gewenste pagina niet in de lijst staat die bij stap 2 verschijnt, selecteer dan
“Onderwerp instell.” bij stap 1, en voer vervolgens de onderwerpcode in om een pagina toe te voegen. Neem voor bijzonderheden over de onderwerpcode contact op met uw netwerkoperator.
99
Loading...