Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe
Limited dat het toestel 770SH in overeenstemming is met
de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van
richtlijn 1999/5/EG.
Een kopie van de originele verklaring van
overeenstemming is te vinden op het volgende Internetadres:
http://www.sharp-mobile.com
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe
UMTS-telefoon 770SH.
Informatie over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht
besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken
met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke
gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde
omstandigheden kan het voorkomen dat in producten
met elektronische geheugens gegevens verloren gaan
of veranderen. Daarom aanvaarden wij geen
aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of
op andere wijz e niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het
gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten,
vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon
nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij
verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte
verantwoordelijkheid voor financiële schade of
claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik
van dit product of de functies daarvan, zoals in het
geval van gestolen creditcardnummers, verlies of
wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn
handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken
van de betreffende ondernemingen.
De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding
•
kan afwijken van het scherm van uw toestel.
De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven
functies worden mogelijk niet in alle gevallen door
alle netwerken ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor
inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt
gedownload.
Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of
•
heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen enkele
invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Intellectuele eigendomsrechten
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door
auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.)
alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor
privé-doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor
andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van
auteursrechten geen rechten kan uitoefenen of van de
eigenaar van de auteursrechten geen expliciete
toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden
auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren,
wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een
inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het
recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen.
Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk
beschermd materiaal te worden vermeden.
Windows is een gedepone erd handelsmerk van Mic rosoft
Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding1
Powered by JBlend™ Copyright
1997-2005 Aplix Corporation. All rights
reserved.
JBlend and all JBlend-based trademarks
and logos are trademarks or registered
trademarks of Aplix Corporation in Japan
and other countries.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one
or more of the following United States Patents and/or their
domestic or foreign counterparts and other patents
pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262:
4,785,450: 4,811,420: 5,228,056: 5,420,896: 5,799,010:
5,166,951: 5,179,571 & 5,345,467
T9 Text Input is licensed under one or more of the following:
U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480,
5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539;
Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No.
2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329;
Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842
463 (96927260.8) DE/DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB;
Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and
KR226206B1; and additional patents are pending
worldwide.
®
is a registered trademark of HI
/Micro3D Edition™
CP8 PATENT
2Inleiding
microSD™ is a trademark of SD Card Association.
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the
Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is
under license. Other trademarks and trade names are
those of their respective owners.
Licensed by QUALCOMM Incorporated under one or more
of the following United States Patents and/or their
counterparts in other nations ;
4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501
5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239
5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338
5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797 5,659,569
5,710,784 5,778,338
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de
MPEG-4 Visual Patent Portfolio License voor persoonlijk en
niet-commercieel gebruik, op basis waarvan een consument
(i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4
Video Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video
mag decoderen die is gecodeerd door een consument in het
kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of
die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen
licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer
informatie kunt u opvragen bij MPEG LA.
Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de
MPEG-4 Systems Patent Portfolio License voor het coderen
in overeenstemming met de MPEG-4 Systems Standard,
behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s
noodzakelijk zijn voor het coderen in verband met (i)
gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op fysieke
media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii)
gegevens waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die
naar een eindgebruiker worden verzonden voor
permanent(e) opslag en/of gebruik. Een dergelijke extra
licentie kan worden verkregen bij MPEG LA, LLC.
Zie http://www.mpegla.com voor verdere bijzonderheden.
MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson.
Handige functies en mogelijkheden
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Videogesprekken. U kunt met elkaar spreken terwijl u elkaar op het
scherm ziet.
• Java™-games in 3D en kleur. U kunt ook games en toepassingen
downloaden van Vodafone live!.
• TFT (Thin Film Transistor) LCD-kleurendisplay met extra scherpe
beelden voor een betere weergave.
• Een ingebouwde digitale camera om foto’s en videoclips te maken.
• Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS-berichten.
• MMS (Multimedia Messaging Services) waarmee u berichten met
beeld, geluid en video kunt verzenden om uw gesprekspartner
aangenaam te verrassen.
• E-mail waarmee u berichten tot 300 KB kunt verzenden en berichten
met bijlagen kunt ontvangen.
• Een WAP-kleurenbrowser die toegang biedt tot Vodafone live!.
• Uw eigen ringtones en ringvideo’s. U kunt geluids- of
videoclipbestanden gebruiken als ringtone of ringvideo.
• Een muziekspeler die geluidsbestanden in de formaten MP3, MPEG-4
en 3GPP kan afspelen (ondersteunde codecs voor MPEG-4 of 3GPP
zijn AMR, AAC, AAC+ en AAC+e).
• Afspelen van gedownloade geluiden en videoclips.
• Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en afspelen.
• Een draadloze Bluetooth®-verbinding om met bepaalde apparaten
contact te maken en gegevens over te zenden. U kunt afbeeldingen,
ringtones en videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is
geactiveerd.
• Een gegevenssynchronisatiefunctie om op het internet items uit het
Telefoonboek bij te werken.
• Een kalender en alarm en de mogelijkheid om activiteiten (bijv. taken
of afspraken) te maken en verzenden.
• Een sleuf voor een microSD™-geheugenkaart voor gemakkelijke
gegevensuitwisseling met een pc die deze kaart ondersteunt.
Index .........................................................156
Overzicht van de menufuncties ..............159
Uw telefoon
Controleer het volgende zorgvuldig. In het pakket
moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• UMTS/GSM 900/1800/1900 GPRS-telefoon
• Oplaadbare Li-ion accu
• Batterijlader
• Stereo Hands Free-kit
•CD-ROM
• microSD™-geheugenkaart*
• Gebruikershandleiding
• Snelstartgids
* In sommige landen wordt dit onderdeel niet geleverd.
Optionele accessoires
• Li-ion reserve-accu (XN-1BT77)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL30)
• USB-gegevenskabel (XN-1DC30)
• Batterijlader (XN-1QC31)
• Handsfree microfoonset (XN-1HU90)
• Stereo headset (XN-1HS90)
Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in
bepaalde landen niet leverbaar zijn.
Neem voor informatie contact op met uw leverancier.
Uw telefoon7
Beginnen
1
2
3
4
5
6
7
8
8Beginnen
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
1. Luistergedeelte/Luidspreker
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Verplaatst de cursor om een
menu-item te markeren,
etc.*
Pijltoetsen omhoog/
omlaag:
ab
Pijltoets links:
c
Toont items uit het
Telefoonboek vanuit stand-by.
In deze handleiding w orden
de pictogrammen a en b
gebruikt om naar deze
toetsen te verwijzen.
Toont het scherm “Bericht
maken” tijdens stand-by.
In deze handleiding wordt
het pictogram c gebruikt
om naar deze toets te
verwijzen.
Pijltoets rechts:
d
Toont de maandelijkse of
wekelijkse kalender vanuit
stand-by.
In deze handleiding wordt
het pictogram d gebruikt
om naar deze toets te
verwijzen.
3. Middelste toets:BToont het hoofdmenu
vanuit stand-by, en voert
functies uit.
4. Linkerdisplaytoets:AVoert de functie linksonder
in het scherm uit.
Toont tijdens stand-by het
hoofdmenu.*
5. Toets Verzenden/Opnieuw kiezen:
D
Belt nummers of
beantwoordt gesprekken,
toont de gespreksregisters
vanuit stand-by.
6. Videotelefoontoets: SBegint videogesprekken of
beantwoordt gesprekken.
Toont het
videogespreksvenster
vanuit stand-by.
7. Voicemail-toets:GHoud deze toets ingedrukt
om contact te maken met de
voicemailcentrale.
(Afhankelijk van de SIMkaart.)
8. */Shift-toets:
P
Wisselt tussen kleine letters,
hoofdletters en cijfers. U hebt vier
mogelijkheden: Abc, ABC, 123
en abc in het tekstinvoerscherm.
Druk tijdens stand-by op deze
toets om P, ?, – of * in te voeren.
Houd tijdens stand-by deze toets
even ingedrukt om het
toetsenblok te vergrendelen.
Beginnen9
9. Hoofddisplay
10.Subcamera (Interne camera)
Rechterdisplaytoets:CVoert de functie rechtsonder in
11.
het scherm uit.
Opent “Vodafone live!” door
vanuit stand-by de browser te
*
openen.
Einde/AAN/UIT-toets:
12.
F
Muziektoets:
13.
T
14.Sneltoets:
U
Beëindigt een gesprek en
zet het toestel aan of uit.
Toont het menu Muziek
tijdens stand-by.
Toont het menu Shortcut
vanuit stand-by.*
In het menu Shortcut
(blz. 119) kunt u wijzigen
welke functie wordt
geactiveerd als u vanuit
stand-by de volgende
toetsen indrukt: de
navigatietoetsen, de
linkerdisplaytoets, de
rechterdisplaytoets en de
sneltoets (toetsen 2, 4, 11
en 14 in dit overzicht).
15.Toetsenblok
10Beginnen
16.#/Stil-toets:
R
Toont het symboolscherm
op het tekstinvoerscherm.
Houd deze toets even ingedrukt
om een andere taal te kiezen in
het tekstinvoerscherm. Houd
tijdens stand-by deze toets
ingedrukt om de
profielinstelling te wisselen
tussen het huidige profiel en het
profiel Stil.
17.Microfoon
18.Ingebouwde antenne:
Waarschuwing: Dek de
onderrand van de telefoon
niet met uw hand af
wanneer u de telefoon
gebruikt. De prestaties van
de ingebouwde antenne
kunnen hierdoor nadelig
worden beïnvloed.
19.Camera (Externe camera)
20.Batterijdeksel
21.Connector voor handsfree-kit/microfoon
22.Extern display
23.Externe connector: Voor aansluiting van de
oplader of USBgegevenskabel.
24.Zijtoetsen (V/W):Verplaatst de markering
omhoog of omlaag.
Druk tijdens stand-by of
tijdens een gesprek op deze
toets om het volume van
het luistergedeelte te
verhogen of te verlagen.
Druk tijdens een inkomend
gesprek op deze toets om het
belsignaal te onderdrukken
of het trilsignaal uit te
schakelen (indien
geactiveerd).
* In het menu Shortcut kan worden gewijzigd welke
functie vanuit stand-by wordt geactiveerd. Zie
“Shortcut” op bladzijde 119.
Beginnen11
De SIM-kaart en batterij plaatsen
1. Schuif de batterijdeksel weg ().
1
2
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
12Beginnen
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de
geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de
batterijsleuven . Plaats vervolgens de batterij in
de telefoon .
4. Plaats de batterijdeksel terug.
Opmerking
• Gebruik alleen 3 V SIM-kaarten.
• Gebruik alleen de standaardbatterij.
De SIM-kaart en batterij verwijderen
1. Controleer of de telefoon uit staat en dat de oplader
en andere accessoires zijn losgekoppeld. Schuif de
batterijdeksel open.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart uit de SIM-houder.
4. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif deze
in de sleuven. Sluit de deksel.
Hoe u zich ontdoet van de batterij
Het toestel wordt door een batterij van stroom voorzien.
Houd u aan de volgende regels om het milieu te
beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een
inzamelingspunt voor che misch afval, uw leverancier
of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur,
dompel de ba tterij niet in w ater en geef de batterij nie t
met het gewone huishoudelijke afval mee.
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Werp lege batterijen
niet weg, maar lever ze in als
KCA.
Beginnen13
De batterij opladen
U moet de batterij minimaal 150 minuten opladen
voordat u de telefoon voor de eerste keer gebruikt.
De oplader gebruiken
1. Open het deksel van de externe connector aan de
zijkant van de telefoon, draai het weg en sluit de
oplader horizontaal aan op de externe connector. De
oplader zit goed vast als hij vastklikt.
De oplader verwijderen
De batterij-indicator geeft met het pictogram
‘voldoende opg eladen’ aan wanneer de ba tterij volledig
opgeladen is.
1. Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact.
2. Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader
in en verwijder deze vervolgens uit de externe
connector van de telefoon .
2. Sluit de oplader aan op een stopcontact.
Tijdens het opladen geeft de batterij-indicator
() de huidige status aan van de batterij.
Normale oplaadtijd: Ongeveer 150 minuten
Opmerking
• De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de
conditie van de batterij en andere omstandigheden.
(Zie “Batterij” op bladzijde 148.)
14Beginnen
3. Sluit de deksel.
Opmerking
• Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd,
omdat deze de telefoon kunnen beschadigen en de
garantie ongeldig kunnen maken. Zie “Batterij” op
bladzijde 148 voor meer informatie.
• Trek de oplader niet met kracht uit de telefoon omdat
dit het toestel kan beschadigen.
De batterij opladen met de sigarettenaanstekeroplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan de
batterij via het sigarettenaanstekerpunt in uw auto
worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
Rechtsboven in het hoofddisplay en in het midden van
het externe display wordt de huidige oplaadstatus van
de batterij weergegeven.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Als de batterij bijna leeg is, klinkt er een alarm en wordt
“” weergegeven op het hoofddisplay en het externe
display.
Laad de batterij zo snel mogelijk op als u dit alarm
hoort. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken,
is een normale werking niet meer gegarandeerd.
Batterij-indicatorsOplaadstatus
Voldoende opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg
De geheugenkaart plaatsen en
verwijderen
Opmerking
• Gebruik niet te veel kracht op de kaarthouder omdat
deze dan kan breken. De houder is dun en breekt
gemakkelijk.
• Raak de metalen uiteinden niet aan met uw handen of
met metalen voorwerpen.
• Schakel het toestel altijd uit voordat u de
geheugenkaart plaatst of verwijdert.
• Let op dat u de kaart niet ondersteboven, dwars of
achterstevoren in de telefoon steekt.
• Houd geheugenkaarten buiten bereik van kleine
kinderen.
De geheugenkaart plaatsen
1. Schakel de telefoon uit.
2. Schuif de batterijdeksel open.
Beginnen15
3. Verschuif de kaarthouder zoals hieronder getoond
in (OPEN ), en plaats vervolgens de
geheugenkaart zoals getoond in - .
4. Sluit de deksel.
Tip
• U ziet de volgende indicators als de geheugenkaart in
gebruik is:
: De kaart is geplaatst.
: De kaart is beschadigd of onbruikbaar.
Controleer of de kaart goed op zijn plaats zit.
: De kaart wordt gelezen of er worden gegevens
naar de kaart geschreven.
: De kaart wordt geformatteerd.
16Beginnen
De geheugenkaart verwijderen
1. Schakel de telefoon uit.
2. Schuif de batterijdeksel open.
3. Druk de deksel zachtjes naar beneden en verschuif
tegelijkertijd de kaarthouder zoals hieronder
getoond in (OPEN ). Verwijder vervolgens
de geheugenkaart zoals getoond in - .
4. Sluit de deksel.
De stereo handsfree-kit aansluiten
1. Open de deksel van de connector en draai deze weg.
2. Sluit de handsfree-kit aan.
De telefoon aan- en uitzetten
U zet de telefoon aan of uit door F ongeveer 2
seconden lang ingedrukt te houden.
De PIN-code invoeren
Als de PIN-code ingeschakeld is, wordt u gevraagd om
uw PIN-code in te voeren elke keer als u uw telefoon
inschakelt. Zie “De PIN-code inschakelen/
uitschakelen” op bladzijde 119 als u wilt weten hoe u
uw PIN-code instelt.
1. Voer uw PIN-code in.
De PIN-code is 4 tot 8 cijfers lang.
2. Druk op B.
Opmerking
• Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De
PIN-code inschakelen/uitschakelen” op
bladzijde 119.
• Als u de klok nog niet hebt ingesteld, verschijnt het
invoerscherm voor datum en tijd (blz. 117).
Beginnen17
Alle Telefoonboek-items van de SIM-kaart
kopiëren
Als u voor de eerste keer de SIM-kaart in de telefoon
plaatst en het Telefoonboek opent, dan wordt u
gevraagd of u Telefoonboek-items van de SIM-kaart
wilt kopiëren. Voer de scherminstructies uit. U kunt
ook op een later tijdstip items van de SIM-kaart
kopiëren met behulp van het menu Telefoonboek. Dit
doet u als volgt:
→
“Contacten”
kopiëren”
“Contacten beheren” → “Alles
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.
Toetsenblokvergrendeling
U kunt het toetsenblok vergrendelen om te voorkomen
dat de toetsen per abuis worden ingedrukt.
Het toetsenblok vergrendelen
1. Houd tijdens stand-by P ingedrukt.
Het toetsenblok ontgrendelen
1. Houd tijdens stand-by P ingedrukt.
Tip
• Noodnummers (112, etc.) kunnen altijd worden
ingevoerd en gebeld, ook als het toetsenblok is
vergrendeld.
18Beginnen
Display-indicators (hoofddisplay)
Indicatorgebied
Linkerdisplaytoets
toets
1./ :Sterkte van het ontvangen signaal/
netwerk buiten bereik
: UMTS/GPRS
/: GPRS ingeschakeld/GPRS
uitgeschakeld
: Bezig met roamen buiten netwerk
2.:Vliegmodus
3.:Gegevensuitwisseling met extern
apparaat
RechterdisplaytoetsMiddelste
4.
/:Verbinding met de server
[ingeschakeld/bezig met communicatie]
5./:Spraakoproep [inkomend/gesprek
6.// : Videogesprekscommunicatiemodus
7./ / : Berichtmeldingen [SMS en MMS/
8./ / : Postbus vol [alleen SIM-kaart/alleen
9.:Inloggen van Instant Messenger
10.:Doorschakeling van “Spraakoproepen”
11. ////:
12./ /: Java™-toepassing [geactiveerd
gaande]
ingeschakeld [spraak/video/spraak en
video]
E-mail/Instant Messenger]
telefoon/zowel SIM-kaart als telefoon]
ingesteld op “Altijd”
Verbindingsstatus
[USB-kabel/Bluetooth-instelling
[geactiveerd (tijdens stand-by)/bezig
met gegevensuitwisseling/bezig met
spreken via de Bluetooth-headset/Mijn
telefoon verbergen]]
(gekleurd)/onderbroken (grijs)]/
Muziekspeler
Beginnen19
13.:Beveiligde WAP-pagina weergegeven
14.///:
Stil/trilalarminstelling [stil/oplopend
volume/trilalarm ingeschakeld/stil en
trilalarm ingeschakeld]
Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. U
opent het hoofdmenu door tijdens stand-by op de
middelste toets B te drukken.
Als u een functie wilt activeren, moet u de
overeenkomende menu-onderdelen markeren en
selecteren. M enu-onderdelen worden al tijd aangegeven
met aanhalingstekens. U kunt een menu-onderdeel
selecteren door met de toetsen a, b, c en d de
cursor te verplaatsen en het onderdeel te markeren, en
vervolgens op B te drukken om uw keuze te
bevestigen.
Sommige procedures maken gebruik van de
displaytoetsen. Deze toetsen worden aangegeven met
vierkante haakjes. De functies van de displaytoetsen
worden links- en rechtsonder in het scherm
weergegeven. Druk in dat geval op de betreffende
displaytoets (A of C).
Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm, drukt u op
de rechterdisplaytoets wanneer op het scherm Terug
staat aangegeven. Als u het hoofdmenu wilt sluiten,
drukt u op de rechterdisplaytoets als hiervoor op het
scherm Afsluiten wordt weergegeven.
22Gebruik van de functies
Ieder onderwerp in deze gebruikershandleiding begint
met een overzicht van de onderdelen die u
achtereenvolgens eerst moet selecteren (in cursief
aangegeven) voordat u het vervolg van de procedure
kunt uitvoeren. Nadat u een onderdeel hebt
geselecteerd, verschijnt de volgende reeks onderdelen
waaruit u een keuze kunt maken. Open de menuonderdelen op lagere niveaus nadat u de onderdelen in
het bovenliggende menu hebt geopend.
Voorbeeld:
→
“Contacten”
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Spraak- en video-oproepen
Telefoneren
1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en
druk op D om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal
noodnummer) in en druk op D om te bellen.
Opmerking
• Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in
gebruik zijn. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt
om, met of zonder SIM-kaart, in een land een
alarmnummer te bellen wanneer een UMTS/
GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken +
(internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer
(zonder de voorloopnul) en het telefoonnummer en
druk op D om te bellen.
Een ingevoerd telefoonnummer aan het
Telefoonboek toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op
[Opties] en kiest u “Nummer opslaan”.
Zie “Een nieuw contact toevoegen” op bladzijde 38
voor informatie over het toevoegen van een nieuw
item.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen
op het display van de persoon die wordt
opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt ingevoerd, drukt
u op [Opties] en kiest u “Mijn ID tonen” of “Mijn
ID verbergen”, en drukt u op D om te bellen.
Spraak- en video-oproepen23
Snelkiezen
Uit het geheugen (telefoon en SIM) van het
Telefoonboek kunnen maximaal 8 telefoonnummers
worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de
cijfertoetsen G t/m O kunt u deze nummers bellen.
Het telefoonnummer van de voicemail-centrale is
toegewezen aan G.
Meer informatie over het instellen van
snelkiesnummers vindt u onder “Snelkiezen” op
bladzijde 43.
1. Als u met de snelkiesfunctie een nummer wilt
bellen, houdt u een van de cijfertoetsen G t/m
O ingedrukt.
Het opgeslagen snelkiesnummer wordt dan gebeld.
Opgeslagen nummers bellen
U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in het
gespreksregister. Selecteer een specifieke lijst of “Alle
oproepen”. Specifieke lijsten bevatten maximaal 30
nummers en de lijst “Alle oproepen” maximaal 90
nummers.
1. Druk tijdens stand-by op D.
2. Selecteer “Alle oproepen”, “Gekozen nummers”,
“Gemiste oproepen” of “Ontvangen oproepen”.
Druk op c of d als u naar een ander
gespreksregister wilt gaan.
24Spraak- en video-oproepen
3. Markeer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het opgeslagen nummer van een
spraakoproep te bellen of op S om het
opgeslagen nummer van een video-oproep te bellen.
Een spraakoproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D, B of druk op [Opties] en selecteer
“Antw.” om de oproep te beantwoorden.
Of druk op een willekeurige toets behalve F,
[Opties] of [In gespr.] wanneer de functie “Antw.
willek. toets” (antwoorden door een willekeurige
toets in te drukken) ingeschakeld is. U kunt in elk
profiel de functie Antwoorden met willekeurige
toets instellen (blz. 112).
Tip
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan
verschijnt het nummer van de beller op het scherm.
Als de naam en het nummer van de beller in het
Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam
van de beller op het scherm.
• Als het nummer een geheim nummer is, dan
verschijnt op het scherm “Afgeschermd”.
• Als er een gesprek binnenkomt van iemand wiens foto
in het Telefoonboek is opgeslagen, worden de foto en
de naam weergegeven.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk bij een inkomend gesprek op F als u de
oproep niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk bij een inkomend gesprek op [In gespr.] om de
beller een ingesprektoon te laten horen.
Gespreksmenu (spraakoproep)
De telefoon heeft tijdens gesprekken een aantal extra
functies.
Het volume van het luistergedeelte aanpassen
U kunt het volume van het luistergedeelte (en het
volume van de handsfree-kit als een handsfree-kit is
aangesloten) instellen op vijf niveaus.
1. Druk op V of W om het scherm voor het volume van
het luistergedeelte op te roepen.
2. Druk op V (of a/d) om het gespreksvolume te
verhogen, of op W (of b/c) om het te verlagen.
3. Druk op B als het volume op het gewenste niveau
is ingesteld.
De luidspreker aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidspreker op de telefoon
wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken
afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander
nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de
wachtstand zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wachtstand”.
Het huidige gesprek wordt in de wachtstand gezet.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer
kiezen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon
die u wilt bellen en druk op D om deze persoon te
bellen.
Tip
• In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u tijdens een
gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het
telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek
wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
Spraak- en video-oproepen25
Tijdens een gesprek het SMS/MMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Berichten”.
De volgende opties zijn mogelijk: “Bericht maken”
om een SMS en MMS te maken of “Inbox”,
“Verzonden” of “Concepten” om deze mappen te
openen. Zie “SMS” en “MMS” op bladzijde 54
voor meer informatie over SMS en MMS.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl
u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wacht & beantw.” om de tweede oproep te
beantwoorden.
Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en
u kunt nu spreken met de tweede beller.
Opmerking
• U moet “Oproep in de wacht” op “Aan” zetten als u
gebruik wilt maken van de dienst Oproep in de wacht
(blz. 133).
• Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de
wacht aan. Neem contact op met uw netwerkoperator
voor meer informatie.
• Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden,
druk dan bij stap 1 op [Opties] en selecteer “In
gesprek”. Als u “Weigeren” selecteert, wordt het
tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
26Spraak- en video-oproepen
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2
deelnemers. U kunt maximaal 5 personen aan een
conferentiegesprek laten deelnemen.
Een conferentiegesprek beginnen
U kunt een conferentiegesprek beginnen als er één
actief gesprek is en één gesprek in de wachtstand staat.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Altijd meepraten” om aan het conferentiegesprek
deel te nemen.
2. Druk op F om het conferentiegesprek te
beëindigen.
Opmerking
• Niet alle netwerken bieden de dienst
conferentiegesprek aan. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
• Als u het gesprek met alle deelnemers wilt
beëindigen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Alle
oproepen beëindigen”.
• Als u niet wilt dat nieuwe personen deelnemen aan
het huidige gesprek, kunt u op [Opties] drukken en
“Weigeren” selecteren of de ingesprektoon
verzenden door “In gesprek” te selecteren.
• Er zijn meer opties beschikbaar voor een
conferentiegesprek als u in stap 1 “Altijd meepraten”
hebt geselecteerd:
• Als u alle deelnemers in de wachtstand wilt zetten,
selecteert u “Alle in wachtst.”.
• Selecteer “Privégesprek” als u alle deelnemers
behalve het huidige gesprek in de wachtstand wilt
zetten.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een
conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u aan het
conferentiegesprek wilt laten deelnemen en druk op
D om te bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Altijd meepraten”
om de persoon te laten deelnemen aan het
conferentiegesprek.
Herhaal stappen 1 t/m 3 als u nog meer deelnemers
aan de conferentie wilt toevoegen.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer
beëindigen
1. Markeer tijdens een conferentiegesprek de persoon
wiens deelname aan het conferentiegesprek u wilt
beëindigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Dit gespr. beëind.”.
Een privégesprek voeren met één van de
conferentiedeelnemers
Als u met een van de conferentiedeelnemers een
privégesprek wilt v oeren, kunt u de betreffende persoon
in de conferentielijst selecteren en de andere
deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
met wie u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Privégesprek”.
3. Druk na beëindiging van het privégesprek op
[Opties] en selecteer “Altijd meepraten” om terug te
keren naar het conferentiegesprek.
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit].
Als u het microfoongeluid weer wilt inschakelen,
drukt u op [Mic. aan].
Spraak- en video-oproepen27
Een videogesprek voeren
Opmerking
• Videogesprekken zijn alleen mogelijk als beide
partijen een UMTS-telefoon gebruiken en zich in een
gebied met UMTS-dekking bevinden. Zie “Displayindicators (hoofddisplay)” op bladzijde 19.
• Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en dat
het signaal sterk is voordat u deze functie gebruikt.
• Zet de luidspreker aan of gebruik een handsfree-kit
zodat u tegelijk kunt sp reken en naar het videovenster
op het hoofddisplay kunt kijken.
2
3
1
28Spraak- en video-oproepen
4
Statusindicators
1. Subvenster voor uw beeld
2. Verstreken tijd
3. Hoofdvenster voor het beeld van degene met wie u
belt
4. Naam of telefoonnummer van degene met wie u belt
Een video-oproep tot stand brengen
Een videogesprek starten door het
telefoonnummer in te voeren
1. Selecteer het net- en abonneenummer dat u wilt
bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Video oproep” of
druk op S om te bellen.
Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te
verwijderen.
Als de verbinding is gemaakt, wordt de afbeelding
van de persoon die u belt bovenin het venster
weergegeven en uw afbeelding linksonder.
Tip
• Als het toestel van degene die u belt niet is uitgerust
met een videogespreksfunctie, drukt u op F en voert
u het telefoonnummer nogmaals in om een gewoon
gesprek te voeren.
Een videogesprek starten met de videotelefoontoets
1. Druk op S.
Uw afbeelding wordt bovenin het venster
weergegeven.
2. Voer het telefoonnummer in of druk op [Opties] en
selecteer “Gespreksregister”, “Contacten” of “Voer
nummer in”.
3. Als u het gewenste nummer hebt geselecteerd, drukt
u op S.
Een videogesprek starten met Snelkiezen
1. Druk op S.
Uw afbeelding wordt bovenin het venster
weergegeven.
2. Houd een van de cijfertoetsen (G tot en met O)
ingedrukt.
Het opgeslagen snelkiesnummer wordt gebeld. Als
de verbinding is gemaakt, wordt de afbeelding van
de persoon die u belt bovenin het venster
weergegeven en uw afbeelding linksonder.
Een video-oproep beantwoorden
Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D om het gesprek met video te
beantwoorden of druk op [Opties] en selecteer
“Afbeelding verbergen” om het gesprek alleen met
spraak te beantwoorden.
Tip
• Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan
verschijnt het nummer van de beller op het scherm.
Als de naam en het nummer van de beller in het
Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam
van de beller op het scherm.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk bij een inkomend gesprek op F als u de
oproep niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om
de beller van een inkomend gesprek een
ingesprektoon te laten horen zodat deze weet dat u
het gesprek niet kunt aannemen.
Spraak- en video-oproepen29
Gespreksmenu (video-oproep)
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Mic. uit].
Als u het microfoongeluid weer wilt inschakelen,
drukt u op [Mic. aan].
Beeld wisselen
U kunt het beeld van het hoofdvenster en subvenster
wisselen.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Ander beeld kiezen”.
Het beeld van uzelf wijzigen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Camerabeeld”.
2. Selecteer “Interne camera”, “Externe camera” of
“Alternatieve foto”.
“Interne camera”:Het door de interne camera
opgenomen beeld wordt
weergegeven en verzonden
naar de andere partij.
“Externe camera”:Het door de externe camera
opgenomen beeld wordt
weergegeven en verzonden
naar de andere partij.
30Spraak- en video-oproepen
“Alternatieve foto”: De camera wordt
uitgeschakeld en het beeld
dat is geselecteerd in
“Alternatieve foto” of
“Video oproepinst.” wordt
gebruikt.
De luidspreker aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidspreker op de telefoon
wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Luidspreker aan”.
Opmerking
• In een lawaaiige omgeving zult u een gesprek
mogelijk niet of niet goed kunnen voortzetten. U
wordt aangeraden in dat geval de handsfree-kit te
gebruiken.
• Met deze optie kunnen er geluidsstoringen ontstaan
als u het volume van het luistergedeelte verhoogt. U
wordt aangeraden in dat geval het volume van het
luistergedeelte te verlagen of de handsfree-kit te
gebruiken.
Video-oproepinstellingen
De kwaliteit van het inkomende of uitgaande beeld
aanpassen
U kunt de kwaliteit aanpassen van het beeld van de
gebelde persoon of de beller.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Kwaliteit inkomende beelden” of
“Kwaliteit uitgaande beelden”.
3. Selecteer “Normaal”, “Hoogste kwaliteit” of
“Hoogste snelheid”.
“Normaal”: De standaard kwaliteit wordt
“Hoogste kwaliteit”: De beeldkwaliteit is
Hoogste snelheid
“
gebruikt.
belangrijker dan de
snelheid.
”: De snelheid is belangrijker
dan de beeldkwaliteit.
De displayverlichting aan- en uitzetten
U kunt de displayverlichting van het venster aanzetten.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Displayverlichting”.
3. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Als stand.instell.”.
Wanneer “Aan” is geselecteerd, is de
displayverlichting tijdens een videogesprek altijd
aan.
Als “Als stand.instell.” geselecteerd is, wordt de
displayverlichting uitgeschakeld na de tijd die u
hebt ingesteld in het menu Displayverlichting
(blz. 116).
De videobelichting aanpassen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Belichting”.
3. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Spraak- en video-oproepen31
Spiegelbeeld
Tijdens een videogesprek kunt u uw eigen beeld op het
subvenster omkeren.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Spiegelbeeld”.
3. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Het beeld van de interne camera wijzigen in de
alternatieve foto
Tijdens een videogesprek kunt u de beller het beeld
tonen van de interne camera of een alternatieve foto, of
een afbeelding tonen uit de opgeslagen afbeeldingen
terwijl een gesprek in de wachtstand staat.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Alternatieve foto” of “In wacht
afbeelding”.
3. Selecteer “Standaardafbeelding” of “Mijn
afbeeldingen”.
32Spraak- en video-oproepen
Karakters invoeren
Als u karakters wilt invoeren om items in het
Telefoonboek op te nemen, SMS- of M MS-berichten te
maken, etc., drukt u op de corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets
net zo vaak in totdat het gewenste karakter wordt
weergegeven. Voorbeeld: druk eenmaal op
letter ‘A’ te krijgen of tweemaal om de letter ‘B’ te krijgen.
Tabel met karakters
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het
volgende karakter in de reeks. De volgorde is
afhankelijk van de geselecteerde taal.
Nederlands
ToetsHoofdlettersKleine letters
. (punt), (komma) - (verbindingsstreepje) ? !
G
’ (apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2abcздбав22
H
DEFËÉÈÊ3defëéèê33
I
GHIÏÍÌÎ4ghiïíìî44
J
JKL5jkl55
K
MNOÖÓÒÔ6mnoöóòô66
L
H
om de
Numeriek
1
ToetsHoofdlettersKleine letters
PQRS7pqrsß77
M
TUVÜÚÛÙ8tuvüúûù88
N
WXYZ9wxyz99
O
(spatie) + = < > € £ $ ¥ % & 00
Q
Wisselt tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U
hebt vier mogelijkheden:
P
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+#∗
@' " ( )_&€£$
%/ ˜ <>§= \ |¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Же джаЗЙ и й м
СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘΞ (spatie) ↵
:
-
G
Q
:Houd deze toets ingedrukt om te
P
:Houd deze toets ingedrukt om het
R
Houd deze toets ingedrukt om de
O
cijfers 0 - 9 in te voeren.
wisselen tussen gewone tekstinvoer en
T9-tekstinvoer.
invoertaalscherm weer te geven.
Karakters invoeren33
Numeriek
De invoertaal wijzigen
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Invoertaal”.
2. Selecteer de gewenste taal.
De invoermodus wijzigen
T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te
voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P om naar de
T9-modus over te schakelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Invoermodus”.
3. Selecteer de invoermodus (Abc, ABC, 123 of abc).
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de
betreffende toets eenmaal in.
Als u bijvoorbeeld het woord “Hoe” wilt invoeren,
drukt u op JLI.
5. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u
nodig hebt, druk dan op a of b totdat het juiste
woord verschijnt.
6. Druk op B om het woord te selecteren.
34Karakters invoeren
Opmerking
• Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan
over op gewone tekstinvoer om het juiste woord in te
voeren.
Tip
• Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren,
wordt naast het geselecteerde woord een spatie
ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Symbool”.
2. Selecteer het gewenste symbool.
Mijn woordenboek
U kunt uw eigen woordenlijst maken voor T9-tekstinvoer.
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en
selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Selecteer “Nieuw woord toev.” en voer een nieuw
woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en
selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Markeer het gewenste woord.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Wijzig het woord.
Sjablonen gebruiken
Als u karakters invoert, kunt u gebruik maken van
zinnen die zijn opgeslagen in Mijn sjablonen.
Zie “Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen” op
bladzijde 82 voor informatie over het maken van een
tekstsjabloon.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar
het punt waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Sjabloon invoegen”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Extra”.
2. Selecteer “Kopiëren” of “Knippen”.
3. Verplaats de cursor naar de eerste letter die moet
worden gekopieerd of geknipt en druk op B.
4. Verplaats de cursor naar de laatste letter om het
gebied te markeren dat u wilt knippen of kopiëren,
en druk op B.
5. Verplaats de cursor naar het punt waar u de
gemarkeerde tekst wilt plakken.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
7. Selecteer “Plakken”.
Karakters invoeren35
Gebruik van het menu
Hoofdmenu
1. Druk op B tijdens stand-by.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om het gewenste menu te
markeren en druk op B om de functie te openen.
Zie “Overzicht van de menufuncties” op
bladzijde 159 voor bijzonderheden over de
menuopties.
36Gebruik van het menu
Sneltoetsen
U kunt menu’s snel openen door met B en de
cijfertoetsen het corresponderende nummer in het
hoofdmenu te kiezen. Voor nummer 10 t/m 12 drukt u
op B en P (10), Q (11) of R (12). Zie
“Overzicht van de menufuncties” op bladzijde 159.
Sneltoetsen staan vermeld in de titels van deze
gebruikershandleiding.
Voorbeelden:
Als u met de sneltoetsen het submenu
“Spraakbericht” (M 5-1-2) wilt kiezen
Druk op B KGH.
Als u met de sneltoetsen het submenu
“Help” (M 7-10) wilt kiezen
Druk op B MP.
Opmerking
• De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie
menuniveaus.
Telefoonboek
In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en
e-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
In de telefoon kunnen maximaal 500 items worden
opgeslagen. In het Telefoonboek kunt u de hieronder
genoemde onderdelen opslaan:
opslaan”.
Er verschijnt een bericht als de geselecteerde locatie
verschilt van die van de weergegeven lijst.
Tip
• Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere
keer wanneer u een nieuw item opslaat het geheugen
kiezen.
De items in het Telefoonboek
sorteren
U kunt de items in het Telefoonboek op alfabetische
volgorde of per categorie weergeven.
“Contacten”
sorteren”
1. Selecteer “Op alfabet” of “Op categorie”.
(M 8-8-4)
→
“Instellingen” → “Contacten
Een niet-geregistreerd nummer
opslaan
Na beëindiging van een gesprek kan een scherm
verschijnen waarin wordt gevraagd of u het
telefoonnummer wilt registreren in het Telefoonboek.
“Contacten”
opsl.”
38Telefoonboek
(M 8-8-5)
→
“Instellingen” → “Ongeregistreerde
1.
Selecteer “Inkomend gesprek” of “Uitgaand gesprek”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Een nieuw contact toevoegen
U kunt nieuwe contactpersonen opslaan in het
geheugen van de telefoon of de SIM-kaart. Zie “Het
opslaggeheugen selecteren” hoe u tussen deze
geheugens kunt wisselen.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt
opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Contacten” → “Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Als u voor het opslaan van de gegevens de optie
“Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u kiezen uit
“Naar telefoon” en “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de
gegevens in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Tip
• Als u een contact toevoegt, moet minimaal één veld
worden ingevuld (“Voornaam”, “Achternaam”,
“Telefoonnummer” of “E-mailadres” voor het
telefoongeheugen; of “Naam” of “Telefoonnummer”
voor het SIM-geheugen).
Mijn contactgegevens bekijken
(M 8-5)
U kunt uw eigen contactgegevens op dezelfde manier in
het Telefoonboek registreren en bewerken als de
overige items.
→
“Contacten”
“Mijn contactgegev.”
Items uit het Telefoonboek kopiëren
tussen de SIM-kaart en de telefoon
(M 8-9-1)
1. Selecteer “Va n SIM naar telefoon” of “Van telefoon
naar SIM”.
Opmerking
• Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw
telefoon plaatst en het Telefoonboek start, verschijnt
automatisch een scherm waarin u wordt gevraagd of
u wel of niet gegevens wilt kopiëren. Het aantal items
uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd,
hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart.
• Als er onvoldoende geheugen is om alle items op te
slaan, kunt u het kopiëren niet voltooien.
Een naam zoeken
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste letters van de naam in.
De eerste naam die begint met de ingevoerde letters
wordt gemarkeerd.
Tip
• Vóór het zoeken kunt u de locatie opgeven waarin u
wilt zoeken: “Telefoon”, “SIM” of “Beide”.
Bellen vanuit het Telefoonboek
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item en druk op D
(spraakoproep) of S (video-oproep).
Tip
• Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat
vermeld, markeer dan na stap 1 het gewenste
telefoonnummer en druk op D (spraakoproep) of
S (video-oproep).
• U kunt ook rechtstreeks vanuit het detailscherm van
het Telefoonboek bellen. Selecteer op het
detailscherm het gewenste telefoonnummer en druk
op D (spraakoproep) of S (video-oproep).
Telefoonboek39
Items van het Telefoonboek
bewerken
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Wijzig de gegevens.
4. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Foto”.
4. Selecteer “Foto toewijzen”.
5. Selecteer de gewenste foto.
6. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Opmerking
• Als u een foto uit het telefoongeheugen verwijdert,
wordt ook het bijbehorende miniatuurbeeld
verwijderd.
• Als een miniatuurbeeld wilt toevoegen maar er nog
geen hebt, volgt u dezelfde procedure maar selecteert
u bij stap 4 “Foto maken”.
40Telefoonboek
→
“Telefoonboek”
Een ringtone of ringvideo aan items
toewijzen
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video
oproep” of “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video
toewijzen”.
Vervolg met stap 7 als u “Video toewijzen”
selecteert.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend
gesprek” op bladzijde 109 of “Een ringvideo
toewijzen voor een inkomend gesprek” op
bladzijde 110 voor informatie over het selecteren
van een ringtone of videoclip.
8. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Een verjaardag opnemen in de
Kalender
Verjaardagen bij items in het Telefoonboek kunnen ook
in de kalender worden opgenomen.
→
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Tonen”.
3. Druk op d om de tweede tab weer te geven.
4. Druk op b om de verjaardag te markeren.
5. Druk op [Opties] en selecteer “Stel herinnering in”.
6. Druk op B.
Tip
• Na registratie kunnen de gegevens in de Kalender
worden aangepast. Zie “Een andere
herinneringstoon of herinneringsvideo selecteren”
en verder op bladzijde 93 voor informatie over het
aanpassen van een ingevoerde activiteit.
• “Stel herinnering in” wordt niet weergegeven in stap
5 als het kalendergeheugen vol is.
“Telefoonboek”
Items uit het Telefoonboek
verwijderen
Alle items uit het Telefoonboek verwijderen
(M 8-9-3)
→
“Contacten”
wissen”
1. Selecteer “Toestel-items”, “SIM-items” of “Items
op beide”.
2. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121
voor informatie over de toestelcode.
Een item uit Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
Categorieën beheren
Voor iedere categorie kunt u een andere ringtone
instellen. Als u de ringtone van een categorie niet
wijzigt, wordt de ringtone gebruikt die in het menu
Profielen is toegewezen.
“Contacten”
1. Markeer de gewenste categorie.
2.
Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer
oproep”
“Contacten beheren” → “Alle items
→
“Telefoonboek”
(M 8-3)
→
“Categorieën beheren”
“
Voor spraakoproep”,
of “Voor nieuw bericht”.
“Voor video
Telefoonboek41
4. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video
toewijzen”.
Vervolg met stap 6 als u “Video toewijzen”
selecteert.
5. Selecteer “Stand. ringtones.” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend
gesprek” op bladzijde 109 of “Een ringvideo
toewijzen voor een inkomend gesprek” op
bladzijde 110 voor informatie over het selecteren
van een ringtone of videoclip.
De categorienaam wijzigen
U kunt de categorienamen wijzigen die worden
toegewezen aan de items in het Telefoonboek.
→
“Contacten”
“Categorieën beheren”
1. Markeer de gewenste categorie.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam bewerken”.
3. Wijzig de naam.
42Telefoonboek
Contactgroepen
U kunt een verzendlijst maken om hetzelfde bericht
tegelijkertijd naar een groep geadresseerden te
verzenden. U kunt maximaal 5 groepen registreren.
Een nieuwe verzendlijst maken
“Contacten”
toevoegen”
→
(M 8-6)
“Contactgroepen” → “Nieuwe groep
1. Voer de naam in voor de nieuwe groep.
De nieuwe groepsnaam wordt weergegeven na de
laatste groep op het groepslijstscherm.
Geadresseerden toevoegen aan een groep
Elke lijst kan maximaal 20 geadresseerden bevatten.
→
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Markeer de gewenste groep.
2. Selecteer “Nieuw item toewijzen”.
3. Selecteer het gewenste item.
Het detailscherm verschijnt.
4. Selecteer het gewenste telefoonnummer of
e-mailadres.
Tip
• Als u een item wijzigt dat aan een groep is
toegewezen, moet u het item opnieuw aan de groep
toewijzen om de wijziging in de groep door te voeren.
Markeer het item, druk op [Opties], en selecteer bij
stap 2 “Item opnieuw toewijzen.”.
• Als u een item uit de groep wilt verwijderen, markeer
dan het item, druk op [Opties], en selecteer bij stap 2
“Item verwijderen”.
• Als u een groep wilt verwijderen, markeer dan de
groepsnaam, druk op [Opties], en selecteer bij stap 1
“Verwijderen”.
Een bericht verzenden met de verzendlijst
→
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
3. Selecteer het gewenste berichttype.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55
voor verdere procedures.
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u controleren welk geheugen u
momenteel gebruikt voor het Telefoonboek.
“Contacten”
“Geheugenstatus”
→
(M 8-9-2)
“Contacten beheren” →
Snelkiezen
U kunt maximaal 8 telefoonnummers opslaan onder
Snelkiezen (blz. 24).
Items uit het Telefoonboek toewijzen aan
Snelkiezen
→
“Contacten”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Markeer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer de gewenste locatie.
Tip
• De negen cijfertoetsen (G - O) komen overeen
met de nummers van de lijst onder Snelkiezen.
Snelkiezen bewerken
“Contacten”
1. Markeer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw toewijzen”
(of “Toewijzen”).
“Telefoonboek”
(M 8-4)
→
“Snelkiezen”
Telefoonboek43
Een item uit het Telefoonboek
verzenden
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Als bericht” of “Via Bluetooth”.
Voor “Als bericht”
Zie “MMS” op bladzijde 54 voor meer informatie.
Voor “Via Bluetooth”
Zie “Bluetooth” op bladzijde 122 voor meer informatie.
Een item voor het Telefoonboek
ontvangen
Wanneer de telefoon een item voor het Telefoonboek
ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het
toestel stand-by staat.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt opgeslagen in het
Telefoonboek.
Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Zie “Verbindingen” op bladzijde 122 voor
informatie over het invoeren van Bluetoothinstellingen.
44Telefoonboek
Een voicemailbericht of
videoclipbericht verzenden naar een
adres uit het Telefoonboek
“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item, met inbegrip van het
telefoonnummer of e-mailadres dat u wilt
gebruiken.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer of
e-mailadres.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
4. Selecteer “Spraakbericht” of “Videobericht”.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55
voor verdere procedures.
Items uit het Telefoonboek
synchroniseren met items op het
internet
De datasynchronisatiefunctie is een netwerkdienst
waarmee u de gegevens in het telefoongeheugen kunt
synchroniseren met een server op het internet. De
gegevens op de SIM-kaart worden niet
gesynchroniseerd. Neem contact op met uw
netwerkoperator als u zich op deze dienst wilt
abonneren.
“Contacten”
Er zijn drie synchronisatiemogelijkheden.
Opmerking
• Deze mogelijkheden zijn niet beschikbaar als er geen
Het Telefoonboek synchroniseren
1. Selecteer “Nu synchroniseren!” om het
(M 8-7)
→
“Synchroniseren”
synchronisatie-instellingen actief zijn (M 8-7-5).
(M 8-7-1)
telefoonboek uit het telefoongeheugen te
synchroniseren met het telefoonboek op de
internetserver.
Neem contact op met uw netwerkoperator of
raadpleeg de webpagina van de internetserver voor
volledige informatie over de synchronisatieregels.
Een back-up maken van het Telefoonboek
(M 8-7-2)
1. Selecteer “Back-up” om het Telefoonboek op te
slaan op de internetserver.
Hierdoor worden alle contactgegevens
overschreven die momenteel op de server zijn
opgeslagen.
Het Telefoonboek herstellen
(M 8-7-3)
1. Selecteer “Herstellen” om het Telefoonboek van de
internetserver op te halen.
Hierdoor worden alle contactgegevens
overschreven die momenteel in het
telefoongeheugen zijn opgeslagen (contacten op de
SIM-kaart worden niet gewijzigd). U wordt
gevraagd de toestelcode op te geven voordat de
herstelactie wordt uitgevoerd. De herstelactie wordt
beëindigd als u een onjuiste code opgeeft.
Het log bekijken
(M 8-7-4)
1. Selecteer “Log bekijken” om de details van de
laatste synchronisatiesessie te bekijken.
Telefoonboek45
Synchronisatie-instellingen
“Contacten”
“Synchronisatie-instellingen”
→
“Synchroniseren” →
(M 8-7-5)
1. Selecteer de gewenste account of “Nieuwe maken”
om de volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”:Profielnaam voor
“Servernaam”:Adres server
“Gebruikers-id”:Gebruikers-id voor
“Wachtwoord”:Wachtwoord voor
“Proxy”:Proxy-instelling voor
“Naam contactendatabase”:
Opmerking
• Afhankelijk van uw netwerkoperator zijn de
synchronisatie-instellingen mogelijk al in de telefoon
ingevoerd. Er gelden wellicht beperkingen voor het
weergeven, verwijderen, kopiëren of wijzigen van
deze instellingen. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
46Telefoonboek
synchronisatie (unieke
naam)
verificatie
verificatie
synchronisatie
Databasenaam van het
Telefoonboek op de server
Een servicenummer bellen
Bepaalde SIM-kaarten bevatten servicenummers die
kunnen worden gebeld. Neem contact op met de
verkoper van uw SIM-kaart voor meer informatie. In
het scherm Contacten wordt onderaan de lijst de optie
“Servicenummer” weergegeven.
→
“Contacten”
“Servicenummer”
(M 8-10)
1. Selecteer het gewenste servicenummer.
Tip
• Als de SIM-kaart slechts één servicenummer bevat,
kunt u dit nummer bellen door bij stap 1 op B te
drukken.
• Als er op de SIM-kaart geen servicenummer is
opgeslagen, wordt dit menu niet weergegeven.
Camera
Uw telefoon is uitgerust met een digitale camera
waarmee u thuis en onderweg foto’s en videoclips kunt
maken. Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en
bedieningsprocedures voor het maken, opslaan en
verzenden van foto’s en videoclips, en
gemeenschappelijke en specifieke functies voor camera
en video.
(M 4)
Foto’s maken
“Camera”
1. Druk op B om een foto te maken.
U hoort het sluitergeluid en in het display ziet u de
foto die u hebt genomen.
2. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon.
Als u de foto niet wilt opslaan, drukt u op
[Annuler.].
Als u de foto wilt verzenden, drukt u bij stap 2 op B
en selecteert u de verzendoptie “Als Bericht”, “Als
MMS per Post” of “Naar MMS Album”.
Opmerking
• Als de videocamera wordt geactiveerd, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Naar fotocamera”, of drukt
u op c.
• Als u een foto probeert te versturen met een te grote
bestandsgrootte, wordt het afbeeldingsformaat
aangepast. De foto wordt in de oorspronkelijke
grootte opgeslagen in Mijn telefoon.
Camera47
Videoclips opnemen
U kunt uw telefoon gebruiken om videoclips op te
nemen.
“Camera”
Een voorbeeld van de opname wordt op het scherm
weergegeven.
Als u in de cameramodus bent, druk dan op d om over
te schakelen naar de videomodus.
1. Druk op B.
2. Druk op B als u wilt stoppen met opnemen.
3. Selecteer “Opslaan”.
De videoclip wordt in Mijn telefoon opgeslagen.
Selecteer “Voorbeeld” als u de videoclip wilt
bekijken voordat u deze opslaat.
Selecteer “Opslaan en verzenden” als u de videoclip
wilt verzenden. Selecteer vervolgens “Als Bericht”
of “Naar MMS Album”.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55
voor verdere procedures.
Opmerking
• U kunt videoclips alleen verzenden als u bij de
opnameduur “Voor MMS” hebt geselecteerd. Zie
“De opnametijd selecteren” op bladzijde 53 voor
meer informatie.
48Camera
Gemeenschappelijke functies voor
de cameramodus en videomodus
De digitale zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
1. Druk op a of b.
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar stand-by,
worden de zoominstellingen teruggezet naar de
standaardinstelling.
De belichting aanpassen
→
“Camera”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar stand-by,
worden de helderheidsinstellingen teruggezet naar de
standaardinstelling.
[Opties] → “Belichting”
: (Licht → Normaal → Donker)
Gebruik van de zelfontspanner
Selecteer de gewenste optie.
“Camera”
“Zelfontspanner” (cameramodus)
“Camera”
(videomodus)
→
[Opties] → “Modi” →
→
[Opties] → “Zelfontspanner”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
“ ” wordt op het scherm weergegeven als u “Aan”
selecteert.
Wisselen tussen de cameramodus en
videomodus
U kunt wisselen tussen de cameramodus en
videomodus door op c of d te drukken.
Selecteer de gewenste optie.
→
“Camera”
“Camera”
[Opties] → “Naar videocam.”
→
[Opties] → “Naar fotocamera”
De beeldkwaliteit of filmkwaliteit selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera”
“Camera”
→
[Opties] → “Beeldkwaliteit”
→
[Opties] → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit of
filmkwaliteit.
: Zeer hoog
:Hoog
:Normaal
Opmerking
• De bestandsgrootte neemt toe als u een betere
kwaliteit kiest.
Het opslaggeheugen selecteren
Selecteer de gewenste optie.
→
“Camera”
foto’s opslaan”
“Camera”
video’s opsl.”
[Opties] → “Instellingen” → “Nieuwe
→
[Opties] → “Instellingen” → “Nwe
1. Selecteer de gewenste geheugenlocatie: “In
telefoongeheugen”, “Naar geheugenkaart” of
“Kiezen vóór opslaan”.
Opmerking
• Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere
keer als u een foto of video opslaat de gewenste
locatie opgeven.
Camera49
Automatisch opslaan
U kunt de telefoon zo instellen dat uw foto’s en
videoclips automatisch worden opgeslagen.
→
“Camera”
opslaan”
[Opties] → “Instellingen” → “Autom.
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De beeldstabilisatiemodus selecteren
“Camera”
stabilisatie”
→
[Opties] → “Instellingen” → “Beeld
1. Selecteer “Modus 1: 50Hz” of “Modus 2: 60Hz”.
Opmerking
• Afhankelijk van de lichtbron kunnen op het beeld
verticale strepen voorkomen. Kies een andere
beeldstabilisatiemodus om dit te herstellen.
De helpfunctie gebruiken
→
“Camera”
50Camera
[Opties] → “Help”
Gemeenschappelijke sneltoetsen
Als aan een toets meerdere functies zijn toegewezen,
wisselt u tussen deze functies door de toets
herhaaldelijk in te drukken.
FotocameraVideocamera
GMaximale/minimale zoom
HBelichting
I
J Nieuwe foto’s opslaan Nieuwe video’s opslaan
K AfbeeldingsformaatAfbeeldingsformaat
LMicrofoon in-/
MBeeldkwaliteitFilmkwaliteit
NZelfontspanner in-/uitschakelen
O
Q
Wisselen tussen
weergave met en zonder
indicators op de zoeker
Wisselt tussen de interne en externe camera
P
Opmerking
• Voordat u een videoclip opslaat, is in “Voorbeeld”
de optie “Wisselen tussen de weergavemodi”
beschikbaar. Zie “Videoclips opnemen” op
bladzijde 48.
uitschakelen
Wisselen tussen de
weergavemodi op het
voorbeeldscherm
Functies in de cameramodus
Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren. Alle foto’s
die u maakt worden in het JPEG-formaat opgeslagen.
→
“Camera”
1. Selecteer het gewenste formaat.
(Externe camera) 960 × 1280 dots/
(Interne camera) 120 × 160 dots
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken
van fotoseries.
“Camera”
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn beschikbaar:
“Uit”:De functie Fotoserie wordt
• Als u “Handmatig” selecteert om een fotoserie te
maken, druk dan handmatig op B in de gewenste
snelheid.
• Wanneer de functies Zelfontspanner en Fotoserie
tegelijkertijd zijn ingesteld, wordt “ ” (in dit
voorbeeld voor “4 foto’s”) weergegeven.
• U kunt de functie Fotoserie niet gebruiken voor
afbeeldingsformaten groter dan 480
opties “9 foto’s” en “Overlappend” zijn niet
beschikbaar als het ingestelde afbeeldingsformaat
groter is dan 240
Met deze optie maakt u
achtereenvolgens 4 of 9
foto’s.
Als u deze modus selecteert,
kunt u vervolgens kiezen
tussen “Snel”, “Normaal” en
“Handmatig”.
fotoserie in één foto en
maakt een totaalbeeld.
Als u deze optie selecteert,
kunt u vervolgens kiezen
tussen “Snel” en “Normaal”.
×
×
320 dots.
640 dots. De
Camera51
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit de voorbeeldkaders of in
Mijn afbeeldingen.
→
“Camera”
toevoegen”
[Opties] → “Modi” → “Kader
1. Selecteer “Voorbeeldkaders” of “Mijn
afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt op het display
bevestigd.
3. Druk op B.
Opmerking
• Voor foto’s groter dan 240 dots [B]
kunt u deze functie niet gebruiken.
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het voorbeeld op volledige schermgrootte
weergeven zonder dat de displaytoetsen en indicators te
zien zijn.
→
“Camera”
[Opties] → “Instellingen”
×
320 dots [H]
1. Selecteer “Volledige zoeker”.
Kies “Normale zoeker” als u wilt terugkeren naar de
normale zoeker.
52Camera
Het sluitergeluid selecteren
→
“Camera”
“Sluitergeluid”
[Opties] → “Instellingen” →
1. U kunt kiezen tussen 3 voorbeeldgeluiden.
Druk bij stap 1 op [Afspelen] om het sluitergeluid af
te spelen.
Opmerking
• De functie Fotoserie maakt gebruik van een speciaal
sluitergeluid dat met bovengenoemde instellingen
niet kan worden gewijzigd.
• Het sluitergeluid is ook hoorbaar als de optie
“Hoofdvolume” (blz. 109) op “Stil” is ingesteld.
Deze instelling kan niet gewijzigd worden, dit om
onbevoegd gebruik te voorkomen.
Functies in de videomodus
De opnametijd selecteren
“Camera”
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
Opmerking
• Als u voor de opnametijd “Voor MMS” selecteert, is
• De optie “Opslaan en verzenden” wordt niet
→
[Opties] → “Opnametijd”
Voor MMS ():Beperkt de opnametijd tot
Max. Duur ():Minder dan 30 minuten
de bestandsgrootte afhankelijk van de
netwerkoperator. Als gevolg daarvan is de
kwaliteitsinstelling ook beperkt.
weergegeven nadat een opname is gemaakt in de
modus Max. Duur.
de lengte die de
netwerkoperator toestaat
voor het verzenden van
een bericht.
(afhankelijk van het
geheugen).
Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren.
→
“Camera”
[Opties] → “Afbeeld.formaat”
1. Kies “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)”.
Videoclips met geluid opnemen
Als u een videoclip met geluid wilt opnemen, moet de
microfoon worden aangezet.
→
“Camera”
“Microfoon”
[Opties] → “Instellingen” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
• Standaard staat de microf oon al aan. Selecteer “Uit”
als u een videoclip zonder geluid wilt opnemen.
• De bestandsgrootte wordt kleiner als u een videoclip
zonder geluid opneemt.
Video coderen
→
“Camera”
coderen”
[Opties] → “Instellingen” → “Video
1. Selecteer de gewenste videocodering.
Camera53
Berichten
Met uw telefoon kunt u SMS-, MMS- en
e-mailberichten ve rzenden en ontvangen. De telefoon is
compatibel met de meeste POP3-e-mailproviders.
(M 5)
SMS
Met SMS kunt u tekstberichten van maximaal
765 karakters verzenden. Als een bericht langer is dan
160 karakters, wordt het in meerdere delen opgesplitst.
MMS
Met MMS kunt u berichten sturen die vergezeld gaan
van beeld, geluid en video om uw gesprekspartner
aangenaam te verrassen. De maximale grootte voor
verzenden en ontvangen van berichten met
afbeeldingen, geluiden of videoclips is 300 KB.
E-mail
Met E-mail kunt u berichten tot 300 KB verzenden.
Opmerking
• Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet
beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem
contact op met uw netwerkoperator voor meer
informatie.
• De maximale berichtgrootte is afhankelijk van de
beperkingen die zijn ingesteld door de
netwerkoperator.
54Berichten
1
2
4
3
1. Veld voor geadresseerde
2. Berichtveld
3. Verzenden
4. Foto, Geluid, Video, Overig
Een nieuw bericht maken
(SMS/MMS)
“Berichten”
(E-mail)
“Berichten”
→
“Bericht maken” → “Bericht”
→
“Bericht maken” → “E-mail”
(M 5-1)
1. Selecteer het veld van de geadresseerde.
2. Selecteer de gewenste methode om de details van de
geadresseerde in te voeren.
3. Voor een MMS-bericht: voer een e-mailadres of
telefoonnummer in of selecteer dit in het
Telefoonboek. Voor een SMS-bericht: voer een
telefoonnummer in of selecteer dit. Voor een
e-mailbericht: voer een e-mailadres in of selecteer dit.
• Als u meerdere e-mailadressen of
telefoonnummers wilt toevoegen, markeert u het
veld voor de geadresseerde, drukt u op [Opties],
selecteert u “Ontvangers bewerken” en
vervolgens “Adres toevoegen”. Voer een
e-mailadres of telefoonnummer in of selecteer dit
in het Telefoonboek.
• Als u het type geadresseerde wilt wijzigen, drukt
u op [Opties], selecteert u “Ontvangers
bewerken” en markeert u de gewenste
geadresseerde. Druk op [Opties] en selecteer
“Wijzigen in Aan”, “Wijzigen in CC” of
“Wijzigen in BCC”.
• Als u een onderwerp wilt toevoegen, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Onderwerp toevoegen”.
4. Plaats de cursor in het berichtveld.
5. Schrijf het bericht.
6. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht
verzenden”.
Als het bericht is verzonden, wordt het naar de map
Verzonden berichten verplaatst.
Tip
• Als u hetzelfde bericht wilt verzenden naar een groep
geadresseerden, selecteert u bij stap 2 de optie
“Groep selecteren” en vervolgens de gewenste
groepsnaam. Zie “Een nieuwe verzendlijst maken”
op bladzijde 42 voor informatie over het maken van
een verzendlijst.
Berichten55
Een diavoorstelling toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55.
2. Druk op a om het bericht te markeren.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Dia toevoegen”.
4. Selecteer “Dia toevoegen na” of “Dia toevoegen
vóór”.
5. Voeg tekst toe aan het bericht.
Als u voor elke dia de duur wilt selecteren, markeert
u de ruimte tussen de dia’s. Druk op [Opties],
selecteer “Tijdsduur dia”, en selecteer de gewenste
duur. Herhaal stap 2 t/m 4 om meer dia’s toe te
voegen.
Tip
• Berichten kunnen maximaal 300 KB groot zijn.
Iedere dia kan één afbeelding en/of één
geluidsbestand of videoclip bevatten.
Gegevens uit Mijn telefoon bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Foto”,
“Geluid” of “Video” in het midden onderaan het
scherm, en druk vervolgens op B .
56Berichten
2. Selecteer “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen
geluiden” of “Opgeslagen video”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of
videoclips wilt opnemen, selecteert u “Foto
maken”, “Geluid opnemen” of “Video opnemen”.
• Als u JPEG-bestanden bijvoegt, selecteer dan de
juiste optie voor wijziging van de grootte. De
maximale berichtgrootte voor verzending is
afhankelijk van de netwerkoperator.
Bijlagen verwijderen of vervangen
1. Druk b ij stap 6 onder “Een nieuw ber icht maken” op
bladzijde 55 op [Opties] en selecteer voor iedere
bijlage de betreffende verwijderingsoptie.
Een item uit het Telefoonboek bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Overig” in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op B en
selecteer “Tel.boek bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen,
kiest u “Mijn contactgegev.”.
Een activiteit bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Overig” in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op B en
selecteer “Afspraak bijsluiten”.
2. Selecteer de gewenste dag met de activiteit die u
wilt bijvoegen.
3. Selecteer de gewenste activiteit.
De verzendingsopties gebruiken
U kunt voor elk type bericht verzendingsopties
instellen.
1. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm, druk vervolgens op B en selecteer
“Bericht Instellingen”.
• “Leesrapport” (“Aan”, “Uit”) (MMS): Met deze
optie kunt u instellen of u een bevestiging wilt
ontvangen wanneer het bericht is gelezen.
• “Afleverrapport” (“Aan”, “Uit”) (SMS/MMS):
Met deze optie kunt u instellen of u een
bevestiging wilt ontvangen wanneer het bericht
is afgeleverd op het adres van de geadresseerde.
• “Vervaltijd” (“Maximum”, “30 minuten”, “1
uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS):
Met deze optie kunt u instellen hoe lang het
bericht bewaard blijft op de server voordat het
vervalt.
“Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Met
•
deze optie geeft u de prioriteit van uw bericht aan.
• “Bezorgingstijd” (“Geen uitstel”, “30 minuten”,
“1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/
MMS): Met deze optie stelt u in wanneer het
bericht moet worden afgeleverd nadat u het
verzendt.
Berichten57
2. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht
verzenden”.
Als het bericht is verzonden, wordt het naar de map
Verzonden berichten verplaatst.
Opmerking
• De berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het
bericht maakt, is bij benadering gegeven.
• Als een bericht niet kan worden verzonden, blijft het
in Postvak UIT staa n en wordt op het stand-byscherm
“ ” weergegeven.
Tip
• Als u een bericht wilt opslaan zonder het te
verzenden, drukt u bij stap 4 onder “Een nieuw
bericht maken” op bladzijde 55 op [Opties] en
selecteert u “Opslaan in Concepten”.
• U kunt de volgende onderdelen met MMS-berichten
meesturen. Meer informatie hierover leest u in de
volgende paragrafen.
• Gegevens uit Mijn telefoon
• Item uit het Telefoonboek
• Activiteit die is ingevoerd in de Kalender, etc.
• Bij het opstellen van berichten kunt u gebruik maken
van sjablonen. Zie “Sjablonen gebruiken” op
bladzijde 35 voor informatie over deze optie.
58Berichten
Een bericht verzenden vanuit de map
Concepten
“Berichten”
(M 5-3)
→
“Concepten”
1. Selecteer de gewenste tab: SMS/MMS of E-mail.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken en
verzenden”.
3. Pas het bericht desgewenst aan.
4. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm.
Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Een voicemailbericht of videoclipbericht
verzenden
Bij het maken van een nieuw bericht kunt u een
voicemailbericht of videoclip opnemen.
Selecteer de gewenste optie.
“Berichten”
“Berichten”
(M 5-1-2) (M 5-1-3)
→
“Bericht maken” → “Spraakbericht”
→
“Bericht maken” → “Videobericht”
1. Druk op B om de opname te starten.
2. Druk op B om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Accepteren” om de opname bij het
nieuwe bericht bij te voegen.
Het bestand wordt opgeslagen in de betreffende
map in Mijn telefoon.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55
voor verdere procedures.
Een bericht lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in de
Inbox.
→
“Berichten”
“Inbox”
1. Selecteer de gewenste tab: SMS/MMS of E-mail.
2. Selecteer het bericht dat u wilt lezen.
Het telefoonnummer van een afzender in het
Telefoonboek opslaan
“Berichten”
→
“Inbox”
1. Markeer het bericht waarvan u het telefoonnummer
of e-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Adres opslaan”.
Het venster om een nieuw Telefoonboek-item in te
voeren verschijnt en het telefoonnummer is al
ingevuld. Zie “Een nieuw contact toevoegen” op
bladzijde 38 voor meer informatie over het maken
van een nieuw Telefoonboek-item.
Het telefoonnummer van een afzender bellen
dat in het bericht is opgenomen
→
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht met het telefoonnummer dat u
3. Selecteer de gewenste berichtmeldingen, druk op
[Opties] en selecteer “Selecteren” of “Alle
selecteren”.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
De geselecteerde berichten worden tegelijk
opgehaald.
Berichten59
Antwoorden op één bericht of alle berichten
“Berichten”
→
“Inbox”
1. Markeer het bericht waarvan u de afzender wilt
beantwoorden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Beantwoorden”
(alleen aan afzender) of “Allen beantwoorden” (aan
alle geadresseerden die staan vermeld in de
oorspronkelijke lijst Aan of CC).
3. Selecteer “Beantwoorden” of “Met geschiedenis”.
4. Schrijf het bericht.
5. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm.
Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Een bericht doorsturen
“Berichten”
→
“Inbox”
1. Markeer het bericht dat u wilt doorsturen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55.
60Berichten
Berichten in de lijst sorteren
“Berichten”
→
“Inbox”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Sorteren”.
3. Selecteer de gewenste sorteeroptie.
Berichten vergrendelen en ontgrendelen
“Berichten”
→
“Inbox”
1. Markeer het bericht dat u wilt vergrendelen of
ontgrendelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer “Vergrendelen” of “Ontgrendelen”.
Een afbeelding verzenden met MMS per Post
(M 5-1-4)
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar
een briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale
drukt de afbeelding af en verstuurt deze als briefkaart
naar het postadres van de geadresseerde in het MMSbericht. (Het adres van de Vodafone-centrale is al
ingevoerd in de telefoon. Dit adres kan niet worden
gewijzigd.)
Een MMS per Post maken
→
“Berichten”
→
“Opgeslagen afb.”
“Bericht maken” → “MMS per Post”
1. Selecteer de foto die u wilt verzenden.
Selecteer “Foto maken” als u eerst nieuwe foto’s
wilt maken.
Als de bestanden van de geselecteerde foto’s in
JPEG-formaat of de nieuw gemaakte foto’s te groot
zijn om te verzenden, wijzig dan de grootte en
probeer het opnieuw.
2. Schrijf het bericht.
Berichten mogen maximaal 200 bytes groot zijn.
3. Voer de geadresseerde in of selecteer deze.
Zie de opmerking hieronder voor meer informatie.
• “Naam” (verplicht):
Naam van de geadresseerde van een briefkaart,
maximaal 50 bytes
“Woonplaats” moeten ingevuld worden om een
briefkaart via MMS per Post te kunnen verzenden.
• Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van
de aangeboden dienst. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie. Als het
onderdeel “Land” niet wordt weergegeven, is het
niet mogelijk via MMS per Post berichten naar het
buitenland te sturen.
• Asterisken (sterretjes) in het bericht of adres worden
ongeldig als het bericht wordt verzonden. Het veld
Postcode mag geen spaties bevatten.
• Voor de dienst MMS per Post kunnen alleen JPEG-
bestanden worden gebruikt.
• De beeldkwaliteit van MMS per Post is afhankelijk
van het afbeeldingsformaat.
62Berichten
Berichtinstellingen
Algemene instellingen
“Berichten”
instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Thuis downloaden”:
• “Onderweg downloaden”:
• “Afleverrapport”:
→
“Bericht Instellingen” → “Algemene
Hiermee bepaalt u hoe berichten binnen uw
netwerk worden opgehaald.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt
Hiermee bepaalt u hoe berichten worden
opgehaald als u buiten uw netwerk roamt.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt
Schakelt verzoek om toezending van het
afleverrapport in of uit.
onmiddellijk van de
server.
uitgesteld.
onmiddellijk van de
server.
uitgesteld.
• “Leesrapport”:
Schakelt verzoek om toezending van het
leesrapport in of uit.
• “Vervaltijd”:
Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren het
berichtencentrum een door u verzonden bericht
mag proberen af te leveren. In deze periode zal
het berichtencentrum steeds proberen het bericht
bij de geadresseerde af te leveren.
• “Ondertekening”:
Opent het venster waarin u een handtekening
kunt invoeren.
• “Automatisch verwijd.”:
Verwijdert automatisch het oudste bericht
wanneer de map Inbox, de map Verzonden
berichten, of beide mappen (Inbox en
Verzonden) vol zijn.
• “Autom. opnieuw verzenden”:
Probeert opnieuw (maximaal twee keer) het
eerder niet-verzonden SMS/MMS-bericht te
verzenden. De opties zijn “Aan” en “Uit”.
• “Weergave berichtenlijst”:
Hiermee kunt u instellen hoe de gegevens in de
postbus moeten worden weergegeven. U kunt
kiezen uit “Gegevens op 1 regel” en “Gegevens
op 2 regels”.
Berichten63
SMS-instellingen
“Berichten”
→
“Bericht Instellingen” →
“SMS-instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Berichtencentrum”:
Voer het telefoonnummer van het
berichtencentrum in.
Als u voor een bericht naar een internationaal
nummer de landcode wilt invoeren, houd dan
Q ingedrukt totdat het teken + wordt
weergegeven.
• “Indeling”:
Selecteer het berichtformaat dat moet worden
gebruikt als u een nieuw bericht opstelt.
• “Antwoordmethode”:
Bepaal of de antwoordmethode gelijk moet zijn
aan de verzendmethode voor een antwoord op
een bericht.
64Berichten
• “Optimalisering”:
Wanneer deze optie is ingesteld op “Aan”
(standaard), worden double-byte tekens (zoals
Europese tekens met een accent) bij verzending
omgezet in single-byte tekens.
Wanneer deze optie is ingesteld op “Ui t”, worden
double-byte tekens verzonden zoals ze worden
weergegeven.
Het is mogelijk dat u dubbel moet betalen voor
double-byte tekens in verzonden SMS-berichten
wanneer Optimalisering is ingesteld op “Uit”.
MMS-instellingen
“Berichten”
→
“Bericht Instellingen” →
“MMS-instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “MMS-accounts”:
Selecteer de gewenste account of selecteer
“Nieuwe maken” om de volgende instellingen in
te voeren.
“Profielnaam”:MMS-profielnaam
(unieke naam)
“Proxy”:Proxyinstelling voor
MMS
“MMSC-adres”:Relay-server voor MMS
• “Afl.rapp. terugsturen”:
Hiermee stelt u in of aan de afzender al dan niet
een rapport moet worden verzonden als u een
bericht ontvangt.
• “Leesrapport toestaan”:
Hiermee kunt u de leesberichtfunctie aan- en
uitzetten. Deze functie wordt gebruikt als de
afzender een bericht wil ontvangen wanneer de
geadresseerde het bericht heeft gelezen.
• “Tijdsduur dia”:
Hiermee stelt u de tijdsduur van een dia in.
• “Max. berichtgrootte”:
Stelt de maximale berichtgrootte voor
verzending in, en blokkeert de verzending van
MMS-berichten die groter zijn dan de ingestelde
waarde.
• “Maakmodus”:
Als de Maakmodus op “Vrij” is gezet, kunt u alle
soorten bestanden aan het bericht toevoegen. Als
de Maakmodus op “Beperkt” is gezet, kunt u
alleen bepaalde formaten en bestanden tot een
bepaalde grootte toevoegen. De instelling
“Beperkt” geniet prioriteit boven “Max.
berichtgrootte”.
Berichten65
E-mailinstellingen
“Berichten”
“E-mailinstellingen”
→
“Bericht Instellingen” →
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Emailaccounts”:
Selecteer de gewenste account of selecteer
“Nieuwe maken” om de volgende instellingen in
te voeren.
“Accountnaam”:Naam van de e-mailaccount
(unieke naam)
“POP3-server”:Servernaam, gebruikers-id,
wachtwoord en
poortnummer voor een
POP3-server
“SMTP-server”:Servernaam, gebruikers-id,
wachtwoord, poortnummer
voor een SMTP-server en
SMTP-verificatie
“APN”:Toegangspunt voor e-mail
“E-mailadres”:E-mailadres
• “Interval downloaden”:
Stelt het interval in waarmee berichten worden
gedownload.
• “Max. berichtgrootte”:
Stelt de maximale berichtgrootte in voor
verzending en blokkeert de verzending van
e-mailberichten die groter zijn dan de ingestelde
waarde.
66Berichten
Vodafone live!
Uw telefoon is al voorzien van de juiste instellingen om
verbinding te maken met Vodafone live! en het internet
voor mobiele toepassingen.*
Vodafone live! is een wereld van informatie en
amusement op uw telefoon. Deze dienst biedt ook
opwindende nieuwe manieren om met uw familie en
vrienden te communiceren.
Vodafone live! met UMTS-technologie tilt mobiele
media naar een geheel nieuw niveau en brengt uw
telefoon tot leven. U kunt complete muzieknummers
downloaden, 3D-games spelen en nog veel meer. Waar
uw interesse ook naar uitgaat, u blijft altijd up-to-date.
En u kunt genieten van het nieuwste van het nieuwste,
uit en thuis. Dit allemaal nóg sneller dan voorheen en in
kristalheldere digitale kwaliteit. Dankzij de
mogelijkheid tot videogesprekken kunt u zelfs
oogcontact houden met uw gesprekspartner als u
kilometers van elkaar verwijderd bent! Deze dienst is
alleen mogelijk op UMTS-telefoons en in gebieden met
UMTS-dekking.
* Als u problemen met de verbinding ondervindt, neem
dan contact op met de klantenservice van Vodafone.
(M 2)
Hoofdmenu
→
“Vodafone live!”
De servicepagina van Vodafone live! wordt
weergegeven.
“Vodafone live!”
Het scherm voor invoer van de URL wordt
weergegeven, zodat u naar de betreffende site kunt
gaan.
“Vodafone live!”
Zie bladzijde 68.
“Vodafone live!”
WAP-informatiemeldingen worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De opgeslagen screenshots worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De geschiedenis wordt weergegeven van de pagina’s
die u onlangs hebt bezocht.
“Vodafone live!”
Zie bladzijde 69.
“Vodafone live!”
→
“Voer URL in”
→
“Favorieten”
→
“Meldingen Postvak IN”
→
“Opgeslagen pagina’s”
→
“Geschiedenis”
→
“Instellingen browser”
Vodafone live!67
Navigeren door een WAP-pagina
• abcd:
Hiermee markeert u de gewenste optie.
• B:Hiermee voert u de optie uit die aan de
onderzijde van het scherm in het midden
wordt weergegeven.
• A:Hiermee start u het optiemenu van de
browser.
• C:Hiermee selecteert u de actie die in de
rechterbenedenhoek van het scherm
wordt weergegeven.
Hiermee krijgt u toegang tot “Vodafone
live!” door de browser te openen.
• F (kort indrukken):
Hiermee sluit u de browser af.
(indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee schakelt u de telefoon uit.
68Vodafone live!
Favorieten bewerken
“Vodafone live!”
(M 2-3)
→
“Favorieten”
1. Selecteer de gewenste URL en druk op [Opties].
U kunt de favorietenlijst bewerken met de volgende
opties:
“Openen”:Selecteert een favoriet.
“Details”:Geeft gedetailleerde
“Pagina verzenden”: Verzendt het URL-adres
“Nieuw”:Maakt nieuwe mappen of
“Hernoemen”:Wijzigt de naam van
“URL bewerken”:Bewerkt de URL van een
“Verplaatsen”:Verplaatst favorieten naar
“Verwijderen”:Verwijdert favorieten.
“Alles verwijderen”: Verwijdert alle favorieten.
informatie over de WAPpagina.
naar geadresseerden.
favorieten.
favoriete pagina’s.
favoriete pagina.
een andere locatie.
Instellingen browser
“Vodafone live!”
(M 2-7)
→
“Instellingen browser”
“Lettergrootte”:Stelt de lettergrootte van de
pagina’s in.
“Verschuiving”:Stelt de scroll-snelheid in.
“Verwijzing”:Geeft aan of de referrer moet
worden vermeld.
“Cookies”:Wijzigt de cookie-
instellingen.
“Downloads”:Categoriseert
downloadgegevens van
afbeeldingen/geluiden/
objecten.
“Beveiliging”:Wijzigt de
beveiligingsinstellingen.
“Gepushte inhoud”:Hiermee stelt u in of een
pushbericht moet worden
bevestigd.
“Downloaden naar”: Selecteert de locatie
waarnaar de gegevens
moeten worden
gedownload.
Browseropties
In de WAP-browser kunt u verschillende opties instellen.
C → [Opties]
“Selecteren”:Selecteert een WAP-pagina.
“Startpagina”: Hiermee gaat u naar de
startpagina.
“Favorieten”:Zie bladzijde 68.
“Pagina markeren”:Markeert de geselecteerde
WAP-pagina.
“Deze koppeling opslaan”:
Downloadt de gekoppelde
WAP-paginagegevens.
“Items opslaan”:Slaat items van een WAP-
pagina op.
“Voer URL in”:Gaat naar de WAP-pagina
waarvan u het URL-adres
opgeeft.
Geschiedenis openen
“
”:Toont de geschiedenis van
pagina’s die u eerder hebt
bezocht.
“Volgende”:
Gaat naar de volgende pagina
van de weergegeven pagina’s.
“Pagina opnieuw laden”:
Laadt de WAP-pagina
opnieuw om de nieuwste
gegevens op te halen.
“Geavanceerd”:Geeft de geavanceerde
menu’s weer.
“Afsluiten”:Sluit de browser af.
Vodafone live!69
Geavanceerde opties
C
→
[Opties] → “Geavanceerd”
Opgeslagen pagina’s
“
”:De opgeslagen screenshots
worden weergegeven.
Deze pagina opslaan
“
”:Slaat de WAP-pagina op als
een lokaal bestand.
“Pagina verzenden”: Verzendt de gegevens van
de WAP-pagina.
“Details”:Geeft gedetailleerde
informatie over de WAPpagina.
“Browsergegevens”: Bewerkt de
browsergegevens. Hier kunt
u de cache/cookies/
geschiedenis leegmaken.
“In deze pag. zoeken”:Zoekt naar bepaalde
woorden op de WAPpagina.
“Tekst kopiëren”:Kopieert de tekst op de
WAP-pagina.
Instellingen browser
“
”:Geeft de instellingenmenu’s
weer.
Browser opn. starten
“
”:Start de browser opnieuw
op.
“Info”:Toont informatie over de
browser.
70Vodafone live!
Muziek
Muziekspeler
De muziekspeler ondersteunt geluidsbestanden in de
formaten MP3, MPEG-4 en 3GPP. Tijdens het afspelen
van geluidsbestanden op de achtergrond kunt u andere
menu’s gebruiken.
Een nieuwe playlist toevoegen
U kunt uw eigen playlist maken en hierbij uw favoriete
muzieknummers opslaan en beheren, en de volgorde
van muzieknummers bepalen.
T
(M 3)
(M 3-2)
→
“Mijn muziek” → “Playlists”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
2. Voer de naam van de playlist in.
Opmerking
• Als u een playlist wilt verwijderen, markeert u de
playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens
“Playlist verwijd.”.
• U kunt maximaal 99 playlists maken.
Geluidsbestanden afspelen
→
“Mijn muziek”
T
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt afspelen.
• “Alle muziek”:
Alle geluidsbestanden worden weergegeven.
• “Artiesten”:
De namen van alle artiesten worden
weergegeven.
Als u een artiest selecteert, worden alle albums
van de artiest weergegeven.
Als u een album selecteert, worden alle
geluidsbestanden van het geselecteerde album
weergegeven.
• “Albums”:
De namen van alle albums worden weergegeven.
Als u een album selecteert, worden alle
geluidsbestanden van het geselecteerde album
weergegeven.
• “Playlists”:
Alle playlists worden weergegeven.
Als u een playlist selecteert, worden alle
geluidsbestanden van de geselecteerde playlist
weergegeven.
2. Selecteer het gewenste geluidsbestand.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt
inlassen.
Opmerking
• Selecteer “Mijn muziek” om de lijst met beschikbare
muzieknummers te updaten.
Muziek71
• Als het profiel Stil is geactiveerd, wordt u gevraagd
of er al dan niet geluiden moeten worden afgespeeld.
• Als u het laatst afgespeelde bestand wilt afspelen,
selecteert u “Laatst gespeelde muziek”. “Nu
afgespeeld” wordt weergegeven als een bestand
wordt afgespeeld.
• Als u wordt gebeld, wordt een pauze ingelast en kunt
u het gesprek beantwoorden. Nadat het gesprek is
beëindigd, wordt de muziek automatisch op de
achtergrond hervat.
Tip
• U kunt naar het hoofdmenu terugkeren terwijl het
bestand op de achtergrond wordt afgespeeld.
• U kunt uw eigen playlist maken met alleen de
bestanden die u wenst (blz. 71).
• Geluidsbestanden op het toestel en de geheugenkaart
worden in hetzelfde overzicht weergegeven.
• Bij stap 2 kunt u het afspeelpatroon selecteren. Druk
op [Opties] en selecteer “Afspeelpatroon”.
“Normaal”:Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map éénmaal af en
stopt daarna.
“Herhalen”:Herhaalt het geselecteerde bestand
in de geselecteerde map.
72Muziek
“Alles herhalen”:
“Willekeurig”: Speelt de bestanden in de
• U kunt de Muziekspeler naar wens aanpassen met de
volgende toetsen:
a/ b: Verhoogt of verlaagt het volume.
b (ingedrukt houden): Dempt het geluid.
d: Springt naar het volgende bestand.
c: Keert terug naar het begin van het huidige
bestand.
d (ingedrukt houden): Vooruitspoelen.
c (ingedrukt houden): Terugspoelen.
F: Speelt het bestand af op de achtergrond.
Bestanden sorteren
→
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
T
Herhaalt alle bestanden in de
geselecteerde map.
geselecteerde map in willekeurige
volgorde af.
1. Druk op [Opties] en selecteer “Sorteren”.
2. Selecteer “Op titel”, “Artiest”, “Album” of
“Genre”.
De bestanden worden gesorteerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U voegt als volgt bestanden aan een playlist toe.
T
→
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
1. Markeer het bestand dat u aan de playlist wilt
toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Zie “Een nieuwe
playlist toevoegen” op bladzijde 71 voor informatie
over het toevoegen van een playlist.
3. Selecteer de gewenste map.
Het bij stap 1 gemarkeerde bestand wordt
opgeslagen.
Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen,
markeert u het bestand in de playlist en drukt u op
[Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Opmerking
• Een playlist kan maximaal 99 bestanden bevatten. U
kunt echter niet meer dan 350 bestanden in uw
telefoon opslaan.
Muziekbestanden downloaden
→
“Naar muziekwinkel”
T
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de
muziekbestanden kunt downloaden.
Opmerking
• Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators
beschikbaar. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
(M 3-3)
Muziek73
Mijn telefoon
Mijn telefoon bevat verschillende afbeeldings-,
ringtone- en videoclipgegevens. Mijn telefoon bevat
voorts vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak
bezochte WAP-pagina’s die u kunt gebruiken voor het
downloaden. U kunt ook via Bluetooth afbeeldings-,
ringtone- en videoclipgegevens overzenden naar
telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
Afbeeldingen
In dit menu kunt u foto’s beheren die met een digitale
camera zijn genomen en afbeeldingen die zijn
gedownload vanaf internetsites voor mobiele
toepassingen. U kunt afbeeldingen in de volgende
formaten opslaan: JPEG, PNG, WBMP en GIF.
Afbeeldingen bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6)
(M 6-1)
→
“Afbeeldingen”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te
keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Tip
• Met de toetsen P en R kunt u door de
afbeeldingen bladeren.
74Mijn telefoon
Afbeeldingen als achtergrond gebruiken
→
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u als achtergrond wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergrond”.
Een afbeelding opslaan bij een item in het
Telefoonboek
U kunt deze optie alleen gebruiken voor afbeeldingen
die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
→
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u aan het Telefoonboek
wilt toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan contacten
toev.”.
Als u bestaande gegevens wilt overschrijven,
selecteert u de gegevens die u wilt bewaren.
Als u de gegevens wilt opslaan als een nieuw item,
selecteert u “Als nieuw contact”.
Zie “Een nieuw contact toevoegen” op bladzijde 38
voor informatie over het invoeren van een naam.
Afbeeldingen bewerken
“Mijn telefoon”
→
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Foto-editor”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
• “Foto-editor” is voor sommige afbeeldingen
mogelijk niet beschikbaar (bijvoorbeeld
afbeeldingen waarop auteursrechten rusten).
Grootte aanpassen
U kunt de grootte van een afbeelding aanpassen aan het
doel waarvoor u de foto wilt gaan gebruiken.
→
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand waarvan u de grootte wilt
aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Grootte wijzigen”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
• “Grootte wijzigen” is voor sommige afbeeldingen
(bijvoorbeeld afbeeldingen waarop auteursrechten
rusten) niet beschikbaar.
Tip
• Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Afbeeldingen downloaden
→
“Mijn telefoon”
afbeeld.”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de
afbeeldingen kunt downloaden.
Geluiden & Ringtones
Gedownloade geluidsbestanden en AMR-gegevens die
zijn opgenomen met de functie Voice recorder, worden
opgeslagen in Geluiden & Ringtones. De
standaardringtones bevinden zich niet in Geluiden &
Ringtones. Alleen de geluidsbestanden die u met de
telefoon kunt afspelen, worden in Geluiden &
Ringtones opgeslagen.
Geluidsbestanden afspelen
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen” → “Meer
(M 6-2)
→
“Geluiden & Ringtones”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te
keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Opmerking
• Sommige geluidsbestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
Mijn telefoon75
Een geluidsbestand als ringtone gebruiken
“Mijn telefoon”
→
“Geluiden & Ringtones”
1. Markeer het bestand dat u als ringtone wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringtone inst.”.
Tip
• Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Geluidsbestanden downloaden
→
“Mijn telefoon”
“Meer ringtones”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de
geluidsbestanden kunt downloaden.
Video’s
In dit menu kunt u videoclips beheren die zijn
opgenomen door een videocamera of gedownload van
internetsites voor mobiele toepassingen.
Videoclips afspelen
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones” →
(M 6-4)
→
“Video’s”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te
keren naar het telefoongeheugen.
76Mijn telefoon
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt
inlassen.
Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals
op B.
Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Een videoclip gebruiken als ringvideo
U kunt uw telefoon zo instellen dat een videoclip wordt
afgespeeld als de telefoon overgaat.
→
“Mijn telefoon”
“Video’s”
1. Markeer de gewenste videoclip.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringvideo inst.”.
Tip
• Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Videoclips downloaden
→
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclips
kunnen worden gedownload.
“Video’s” → “Meer video’s”
Thema’s
Met thema’s kunt u het display gemakkelijk aan uw
wensen aanpassen.
In dit menu kunt u de thema’s beheren die zijn
gedownload van internetsites voor mobiele toepassingen.
Voorbeelden bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6-6)
→
“Thema’s”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te
keren naar het telefoongeheugen.
2. Markeer het thema waarvan u het voorbeeld wilt zien.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Voorbeeld”.
Het geselecteerde thema wordt weergegeven.
Thema’s instellen
“Mijn telefoon”
→
“Thema’s”
1. Selecteer het gewenste thema.
Het geselecteerde thema wordt ingesteld als het
standaardthema.
Tip
• Ongeacht het ingestelde thema kunt u altijd nog een
andere achtergrondafbeelding instellen. De andere
onderdelen volgen dan het ingestelde thema.
• Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Opmerking
• Als u uw originele afbeelding als achtergrond instelt,
wordt na stap 1 gevraagd of u de huidige
achtergrond wilt gebruiken (“Huidige achtergr.
gebruiken”) of een thema-achtergrond (“Themaachtergr. gebruiken”).
Thema’s downloaden
→
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u thema’s
kunt downloaden.
Andere documenten
Sommige bestandstypen worden in de map Andere
documenten van de telefoon opgeslagen. U kunt deze
bestanden op dezelfde manier gebruiken en bewerken
als bestanden in Mijn telefoon.
Een document openen
“Mijn telefoon”
“Thema’s” → “Meer thema’s”
(M 6-8)
→
“Andere documenten”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te
keren naar het telefoongeheugen.
Sommige afbeeldingen, geluidsbestanden, videoclips
en thema’s zijn voorzien van een beveiliging die
kopiëren onmogelijk maakt. Deze beveiliging heet
DRM (Digital Rights Management, bescherming van
auteursrechten). Voordat u deze bestanden kunt
openen, moet u de digitale licentie a ctiveren. Bestanden
die met DRM zijn beveiligd, worden aangeduid met
1. Markeer het bestand waarvan u de details wilt zien.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Details”.
Gegevens van Mijn telefoon uploaden
U kunt uw afbeeldingen, geluidsbestanden en
videoclips uploaden naar het MMS Album.
→
“Mijn telefoon”
“Mijn telefoon”
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
→
“Geluiden & Ringtones”
→
“Video’s”
1. Markeer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar MMS Album”.
Opmerking
• Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen,
geluidsbestanden e n videoclips kunnen niet geüpload
worden.
Meerdere bestanden tegelijk selecteren
U kunt in Mijn telefoon meerdere items tegelijk
selecteren om te verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
Opmerking
• De volgende procedure is van toepassing als andere
items dan themabestanden of “Meer afbeeld.”/
“Meer ringtones”/“Meer video’s” zijn gemarkeerd.
Selecteer de gewenste optie.
→
“Mijn telefoon”
“Mijn telefoon”
[Opties]
“Mijn telefoon”
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen” → [Opties]
→
“Geluiden & Ringtones” →
→
“Video’s” → [Opties]
→
“Andere documenten” → [Opties]
1. Selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Druk op B om de gewenste bestanden aan te
vinken.
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
Tip
• Als u het vinkje wilt verwijderen, selecteert u het
bestand opnieuw of selecteert u “Deselecteren” bij
stap 4.
• Als u alle bestanden wilt selecteren, kiest u “Alle
selecteren” bij stap 4. Als u de selectie van alle
bestanden wilt opheffen, kiest u “Alles deselect.”.
Mijn telefoon81
Games & toepassingen
(M 6-3)
(M 6-5)
Zie “Games & toepassingen” op bladzijde 83 voor
informatie over toepassingen van Vodafone.
Mijn sjablonen
U kunt maximaal 50 tekstsjablonen opslaan voor SMSen MMS-berichten. Een tekstsjabloon kan maximaal
256 karakters bevatten.
Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen
“Mijn telefoon”
sjabloon toev.”
1. Schrijf de tekst en druk vervolgens op B.
Mijn sjablonen bewerken
“Mijn telefoon”
1. Markeer de tekstsjabloon die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
Als u de tekstsjabloon wilt bekijken, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Tonen”.
Als u de tekstsjabloon wilt verwijderen, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Verwijderen”.
3. Wijzig de tekst en druk op B.
82Mijn telefoon
(M 6-7)
→
“Mijn sjablonen” → “Nwe
→
“Mijn sjablonen”
Mijn sjablonen verzenden
“Mijn telefoon”
→
“Mijn sjablonen”
1. Markeer de tekstsjabloon die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Sjabloon
verzenden”.
Geheugenstatus
Met deze functie kunt u de geheugenstatus van het
telefoongeheugen en de geheugenkaart controleren.
Deze functie is van toepassing op de volgende
onderdelen:
Telefoongeheugen: Toepassingen, Afbeeldingen,
Geheugenkaart: Afbeeldingen, Video’s, Mijn
“Mijn telefoon”
(M 6-9)
Video’s, Mijn ringtones,
Thema’s, Overig, Totaal
geheugen en Vrij geheugen
ringtones, Thema’s, Overig,
Totaal geheugen en Vrij
geheugen
→
“Geheugenstatus”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
Amusement
Games & toepassingen
Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunt u verschillende toepassingen
van Vodafone gebruiken. Als u deze toepassingen wilt
gebruiken, moet u deze eerst downloaden vanaf
internetsites voor mobiele toepassingen. Sommige
toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een
spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met
een netwerk.
Opmerking
• Toepassingen kunnen lokaal (geen verbinding)
worden uitgevoerd of gebaseerd zijn op een netwerk.
Netwerktoepassingen maken gebruik van
internetsites voor mobiele toepassingen om
informatie te updaten of spelletjes te spelen. Het
netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u
netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met
uw netwerkoperator voor meer informatie.
(M 1)
(M 1-1)
Toepassingen downloaden
→
“Amusement”
“Games”
“Amusement”
“Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
→
“Meer downloads”
→
“Games & toepassingen” →
→
“Meer toepassingen”
1. Selecteer de gewenste toepassing.
Voordat u de toepassing d ownloadt, wordt gevraagd
om te bevestigen wat u gaat ontvangen. U kunt de
toepassing downloaden nadat u de informatie op het
bevestigingsscherm hebt gecontroleerd.
2. Druk op B om het downloaden te starten.
3. Druk op B als u klaar bent.
Opmerking
• Op sommige informatieschermen is
gebruikersverificatie vereist voordat u de toepassing
kunt downloaden.
Amusement83
Toepassingen uitvoeren
“Amusement”
“Games” of “Toepassingen”
→
“Games & toepassingen” →
1. Selecteer de titel van de toepassing die u wilt
uitvoeren.
De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij
gebruik van toepassingen waarvoor een
netwerkverbinding nodig is, kunt u aangeven dat
verbinding met het netwerk moet worden gemaakt.
2. Als u de toepassing wilt beëindigen, drukt u op F
en selecteert u “Einde”.
De achtergrond voor het hoofddisplay instellen
“Amusement” → “Games & toepassingen” →
“Games” of “Toepassingen”
1. Markeer het bestand dat u als achtergrond wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergr.
instellen”.
Toestemming instellen
U kunt de toestemming voor geselecteerde Java™toepassingen instellen.
→
“Amusement”
“Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen”
→
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
84Amusement
3. Selecteer een van de volgende opties:
“Telefoongesprek”: Geeft al dan niet toestemming
“Webtoegang”:Geeft al dan niet toestemming
“Berichten verz.”: Geeft al dan niet toestemming
“Autom. uitvoeren”: Geeft al dan niet toestemming
“Lokale verbinding”:Geeft al dan niet toestemming
Gebruik.geg. lezen
“
“Gebr.geg. schrijv.”: Geeft al dan niet toestemming
“Multimedia gebr.”: Geeft al dan niet toestemming
voor het voeren van
spraakgesprekken.
om gebruik te maken van het
netwerk.
om taken met betrekking tot
MMS- en SMS-berichten uit
te voeren.
om programma’s automatisch
uit te voeren.
om verbinding te maken met
lokale apparaten.
”:Geeft al dan niet toestemming
om gebruikersgegevens te
lezen, zoals gegevens in het
Telefoonboek, de Inbox en
Mijn telefoon.
om in de telefoon gegevens in
te voeren, zoals in het
Telefoonboek, de Inbox en
Mijn telefoon.
om de functie voor multimediaopnamen te gebruiken.
4. Selecteer een van de volgende opties:
“Sessie”:Het bevestigingsbericht wordt
niet weergegeven totdat u het
programma verlaat, terwijl de
API van de opgegeven
functiegroep mag uitgevoerd
worden.
“Eenmalig”:Elke keer dat de API van de
opgegeven functiegroep
wordt uitgevoerd, wordt het
bevestigingsbericht
weergegeven.
“Algemeen geldig”: Het bevestigingsbericht wordt
niet weergegeven totdat het
programma wordt verwijderd
of de instellingen worden
gewijzigd, terwijl de API van
de opgegeven functiegroep
mag uitgevoerd worden.
“Nee”:De API van de opgegeven
functiegroep mag niet
uitgevoerd worden.
Opmerking
• Selecteer “Reset” bij stap 3 als u alle
toestemmingsinstellingen wilt wissen.
• Voor sommige Java™-toepassingen zijn niet alle
toestemmingen beschikbaar.
Toepassingsgegevens bekijken
U kunt gegevens van Java™-toepassingen bekijken.
→
“Amusement”
“Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Informatie”.
Een toepassing verplaatsen of verwijderen
U kunt een toepassing verplaatsen tussen mappen in
Games en mappen in Toepassingen. Ook kunt u
toepassingen verwijderen uit mappen.
→
“Amusement”
“Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verplaatsen” of
“Verwijderen”.
Amusement85
Instellingen
Toepassingsvolume
U kunt het volume van toepassingen (bijvoorbeeld de
geluidseffecten) op een van vijf niveaus instellen, of
uitzetten. Als het profiel is ingesteld op “Stil”, geldt de
instelling van “Hoofdvolume” (blz. 109).
“Amusement”
“Instellingen”
(M 1-1-3)
→
“Games & toepassingen” →
→
“Toepassingsvolume”
1. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of
b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op B.
Displayverlichting
“Amusement”
“Instellingen”
uitzetten”
→
“Games & toepassingen” →
→
“Displayverlichting” → “Aan/
1. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Standaardinstell.”.
“Aan”:Verlichting brandt terwijl de
“Uit”:Verlichting brandt niet terwijl
“Standaardinstell.”: Gebruikt de
86Amusement
toepassing actief is.
de toepassing actief is, ook
niet als er een toets wordt
ingedrukt.
standaardinstellingen van de
displayverlichting (blz. 116).
Knipperinstelling selecteren
Met deze instelling wordt de displayverlichting door de
toepassing geregeld. Als deze optie op “Uit” is
ingesteld, kan de displayverlichting vanuit de
toepassing niet worden ingeschakeld.
→
“Amusement”
“Instellingen”
“Knipperen”
“Games & toepassingen” →
→
“Displayverlichting” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Trilalarm
Wanneer de toepassing gebruikt maakt van een
trilalarm, kunt u dit in- of uitschakelen.
→
“Amusement”
“Instellingen”
“Games & toepassingen” →
→
“Trilalarm”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Oproepen & alarminstellingen
U kunt aan inkomende gesprekken en het alarm een
bepaalde prioriteit g even die van toepassing is als er ee n
toepassing actief is.
→
“Amusement”
“Instellingen”
“Games & toepassingen” →
→
“Oproep & alarminst.”
1. Selecteer “Spraakoproep”, “Video oproep”,
“Inkomend bericht” of “Alarm”.
2. Selecteer de gewenste methode.
• “Gespreksprioriteit”, “Prioriteit bericht” of
“Alarmprioriteit”:
Als u een gesprek of bericht ontvangt of als het alarm
afgaat, wordt de toepassing automatisch
onderbroken. Nadat u het gesprek hebt beëindigd of
het bericht hebt verzonden, of als het alarm is
afgelopen, geeft het onderbrekingspictogram aan
dat er een onderbroken toepassing actief is.
• “Gespreksindicatie”, “Berichtmelding” of
“Alarmindicatie”:
De toepassing wordt voortgezet maar op de eerste
regel van het scherm wordt een marquee (scrollende
tekst) weergegeven. Druk op D als u de toepassing
wilt onderbreken om het gesprek aan te nemen. Nadat
u het gesprek hebt beëindigd of het bericht hebt
verzonden, geeft h et onderbrekingspictogram aan
dat er een onderbroken toepassing actief is.
Screensavers
U kunt screensavers downloaden voor het standbyscherm en instellen wanneer de screensaver actief
moet worden.
worden beëindigd. Maak hierbij een keuze tussen
“na 15 min.” en “na 6 uur”.
Amusement87
Standaardinstellingen
“Amusement”
“Instellingen”
→
“Games & toepassingen” →
→
“Standaard instel.”
1. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121
voor informatie over de toestelcode.
Het geheugen wissen
“Amusement”
“Instellingen” → “Geheugen wissen”
→
“Games & toepassingen” →
1. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121
voor informatie over de toestelcode.
Java™-informatie
“Amusement”
“Java™ informatie”
Informatie over de licenties van Java™ wordt
weergegeven.
Mobiele TV
U kunt verbinding maken met de dienst Mobiele TV.
Opmerking
• Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators
beschikbaar. Neem contact op met uw
netwerkoperator voor meer informatie.
88Amusement
(M 1-1-4)
→
“Games & toepassingen” →
(M 1-2)
Streaming
U kunt videoclips afspelen op hetzelfde moment dat u
deze downloadt van het netwerk voor mobiele
toepassingen.
Bovendien kunt u het adres van de website als favoriet
opslaan.
“Amusement”
(M 1-3)
→
“Streaming”
1. Maak uw keuze uit “Laatst afgesp. streaming”,
“Voer URL in”, “Favoriet” of “Toegangslog”.
“Laatst afgesp. streaming”:
“Voer URL in”: Voer het adres in van de gewenste
“Favoriet”: Het adres van de website wordt
“Toegangslog”: Toont een log van de websites die
“Instellingen”: Instellingen voor de
Toont het laatst afgespeelde
streaming-bestand.
website. De browser wordt
geopend en het downloaden en
afspelen wordt gestart.
vastgelegd.
u hebt bezocht.
displayverlichting en
weergavegrootte.
Video’s
Videoclips afspelen
“Amusement”
(M 1-4)
(M 1-4-3)
→
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt
inlassen.
Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Tip
• U kunt de videospeler naar wens aanpassen met de
volgende toetsten:
a/b: Verhoogt of verlaagt het volume.
b (ingedrukt houden): Dempt het geluid.
d: Springt naar het volgende bestand.
c: Keert terug naar het begin van het huidige
bestand.
d (ingedrukt houden): Vooruitspoelen.
c (ingedrukt houden): Terugspoelen.
Een bestand zoeken om af te spelen
→
“Amusement”
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
4. Voer de eerste letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde
weergegeven en het gevonden bestand wordt
gemarkeerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U voegt als volgt bestanden aan een playlist toe.
“Amusement”
1.
Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
→
“Video’s” → “Mijn video’s”
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Markeer het bestand dat u aan de playlist wilt
toevoegen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Zie “Een nieuwe
playlist toevoegen” op bladzijde 90 voor informatie
over het maken van een playlist.
5. Selecteer de gewenste playlist.
Het bij stap 3 gemarkeerde bestand wordt
opgeslagen.
Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen,
markeert u het bestand in de playlist en drukt u op
[Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Amusement89
Een nieuwe playlist toevoegen
U kunt een playlist maken en hierin de door u gewenste
bestanden opnemen.
→
“Amusement”
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
3. Voer de naam van de playlist in.
4. Druk op B.
Opmerking
• Als u een playlist wilt verwijderen, markeert u de
playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens
“Playlist verwijd.”.
Instellingen
U kunt voor “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” en
“Weergavegrootte” een afspeelmodus selecteren die
wordt gebruikt als u videoclipbestanden afspeelt.
→
“Amusement”
1.
Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
“Video’s” → “Mijn video’s”
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand waarvoor u de afspeelmodus
• “Afspeelpatroon”
“Normaal”:Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map éénmaal
af en stopt daarna.
“Herhalen”: Herhaalt het geselecteerde
bestand in de geselecteerde
map.
“Alles herhalen”: Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map af.
“Willekeurig”:Speelt de bestanden in de
geselecteerde map in
willekeurige volgorde af.
• “Displayverlichting”
“Aan”: Verlichting is aan als het
bestand wordt afgespeeld.
“Uit”: Verlichting is uit als het
bestand wordt afgespeeld,
zelfs als u een toets indrukt.
“Standaardinstell.”: Gebruikt de
standaardinstellingen van de
displayverlichting (blz. 116).
• “Weergavegrootte”
“Oorspr. grootte”: Toont het bestand op
originele grootte.
“Vergroten”:Toont het bestand vergroot.
“Volledig scherm”: Toont het bestand op
volledige schermgrootte.
Videoclips downloaden
“Amusement”
→
“Video’s” → “Nieuwe video’s
(M 1-4-2)
ophalen”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclips
kunnen worden gedownload.
Videoclips afspelen
Het laatste bestand afspelen
→
“Amusement”
“Video’s” → “Laatst afgespeelde
(M 1-4-1)
video”
Amusement91
Kalender
Met de optie Kalender kunt u voor elke datum of tijd
gemakkelijk activiteiten (bijvoorbeeld taken of
afspraken) plannen.
Ook kunt u deze activiteiten via Bluetooth naar een pc
verzenden, zodat dezelfde gegevens ook daar
beschikbaar zijn. Als u gegevens uitwisselt met andere
apparaten, kunnen de weergegeven datum en tijd
verschillen van die van de oorspronkelijke gegevens,
afhankelijk van het gegevensformaat van het
ontvangende apparaat.
92Kalender
(M 11)
Een nieuw item invoeren
“Kalender”
1. Selecteer de dag waarvoor u een activiteit wilt
plannen.
2. Selecteer “Nieuw item toev.”.
3. Voer het onderwerp in.
4. Selecteer de gewenste categorie.
5. Voer de startdatum en tijd in.
6. Geef de tijdsduur op.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste
einddatum en eindtijd op.
7. Selecteer de tijd waarop u aan de activiteit wilt
worden herinnerd.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste
datum en tijd voor de herinnering op.
8. Druk op [Opslaan].
Opmerking
• Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt
het invoervenster voor datum en tijd weergegeven
(blz. 117).
• Het herinneringsalarm gaat niet af als
“Hoofdvolume” (blz. 109) op “Stil” is ingesteld.
Een andere herinneringstoon of herinneringsvideo
selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer
“Video toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend
gesprek” op bladzijde 109 voor informatie over het
selecteren van een toon.
De duur van de herinneringstoon of
herinneringsvideo wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het
toetsenblok in twee cijfers de gewenste tijd
invoeren.
De herhalingsoptie van de herinnering wijzigen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer de gewenste herhalingsoptie.
De locatie invoeren
1. Selecteer “Locatie” in het scherm Nieuw item.
2. Voer de locatie in van de activiteit.
Een omschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw
item.
2. Voer een omschrijving in van de activiteit.
De activiteit geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Aan” om de activiteit geheim te maken
of selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Kalender93
Een activiteit bekijken
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt weergeven.
2. Selecteer het gewenste item.
Zoeken op datum
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Ga naar”.
2. Selecteer “Vandaag” om de huidige dag weer te
geven, of “Voer datum in” om de gewenste datum
in te voeren.
Tip
• De maand- of weekweergave kunt u als volgt naar
wens instellen:
Maandweergave
P:Toont de vorige maand.
R:Toont de volgende maand.
Q:Toont de weekweergave.
K:Verplaatst de cursor naar vandaag.
c/ d:Verplaatst de cursor naar links (de vorige
dag) of naar rechts (de volgende dag).
a/ b:Verplaatst de cursor naar boven (vorige
week) of naar beneden (volgende week).
94Kalender
Weekweergave
P:Toont de vorige week.
R:Toont de volgende week.
Q:Toont de maandweergave.
K:Verplaatst de cursor naar vandaag.
c/d:Verplaatst de cursor naar links (de vorige
dag) of naar rechts (de volgende dag).
a/b:Verplaatst de weekweergave naar boven
of naar beneden (het vorige uur of
volgende uur).
Vrije dagen instellen
In de weekweergave en maandweergave kunt u een
datum of dag van de week markeren in zeven kleuren.
“Kalender”
Een datum kleuren
1. Markeer de dag die u als vrije dag wilt instellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Vrije dag instellen”.
3. Selecteer “Op datum” en selecteer vervolgens de
gewenste kleur.
Een dag van de week kleuren
1. Druk op [Opties] en selecteer “Vrije dag instellen”.
2. Selecteer “Op week” en selecteer de dagen van de
week waarvoor u een kleur wilt instellen.
3. Selecteer de gewenste kleur.
Tip
• De geselecteerde datum of dag(en) wordt ook
gemarkeerd op de kalender op het stand-byscherm.
Opmerking
• Als voor dezelfde datum zowel een datumkleur als
een kleur voor de dag van de week is geselecteerd,
dan wordt de datum gemarkeerd met de datumkleur.
• Er kunnen maximaal 100 dagen worden gemarkeerd.
Een activiteit zoeken
“Kalender”
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Zoeken”.
2. Voer de eerste letters van het onderwerp in.
De zoekresultaten worden in volgorde van tijd
weergegeven.
Een activiteit bewerken
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt bewerken.
2. Markeer het item dat u wilt bewerken, druk op
[Opties] en selecteer vervolgens “Bewerken”.
3. Selecteer het gewenste item en breng uw
wijzigingen aan.
4. Druk op [Opslaan].
Een activiteit verwijderen
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Verwijderen”.
2. Selecteer de gewenste optie.
“Deze afspraak” (dagweergave):
Verwijdert de geselecteerde
activiteit.
“Alles deze dag”: Verwijdert alle activiteiten van
de geselecteerde dag.
“Alles deze week” (weekweergave):
Verwijdert alle activiteiten van
de geselecteerde week.
“T/m vorige week” (weekweergave):
Verwijdert alle activiteiten vóór
de geselecteerde week.
Kalender95
“Alles deze maand” (maandweergave):
“T/m vorige maand” (maandweergave):
“Alle afspraken” (week- en maandweergave):
Een activiteit verzenden
“Kalender”
Verwijdert alle activiteiten van
de geselecteerde maand.
Verwijdert alle activiteiten vóór
de geselecteerde maand.
Verwijdert alle activiteiten uit de
kalender.
1. Selecteer de dag met de activiteiten die u wilt
verzenden.
2. Markeer het item dat u wilt verzenden, druk op
[Opties] en selecteer vervolgens “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht” of “Via Bluetooth”.
Voor “Via Bluetooth”
Zie “Bluetooth” op bladzijde 122 voor meer informatie.
Opmerking
• Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord
opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met
een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
96Kalender
Een activiteit ontvangen
Als u een activiteit ontvangt, verschijnt er een
bevestigingsbericht als de telefoon stand-by staat.
1. Druk op [Ja].
De ontvangen activiteit wordt in de Kalender
opgeslagen.
Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
• Zie “Verbindingen” op bladzijde 122 voor
informatie over het invoeren van Bluetoothinstellingen.
De geheugenstatus bekijken
1. Druk in een willekeurige weergave op [Opties] en
selecteer “Geheugenstatus”.
Organiser & toepassingen
Alarm
(M 7-1)
Het alarm instellen
Met het alarm kunt u op een vooraf ingesteld tijdstip
aan iets worden herinnerd.
Als u dat nog niet gedaan had, moet u de huidige datum
en tijd instellen voordat u het alarm kunt instellen.
→
“Organiser en toep.”
“Alarm”
(M 7)
1. Selecteer de lege regel (--:--) waaraan u een alarm
wilt toewijzen.
2. Voer de gewenste tijd in.
3. Druk op [Opslaan].
Herhaalopties voor het alarm
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2.
Selecteer “Eenmaal”, “Iedere dag” of “Gesel. dagen”.
“Eenmaal”:Het alarm gaat slechts éénmaal
“Iedere dag”:Het alarm gaat elke dag op het
“Gesel. dage n”:Het alarm gaat op de geselecteerde
af.
ingestelde tijdstip af.
dag(en) van de week op het
ingestelde tijdstip af.
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Ringtone/video toew.” in het scherm
Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Ringtone toewijzen” en vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer
“Video toewijzen”.
3. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend
gesprek” op bladzijde 109 voor informatie over het
selecteren van een toon.
De snooze van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Snooze” in het scherm Alarm instellen.
2. Selecteer de gewenste snooze-optie.
Organiser & toepassingen97
Het alarmvolume wijzigen
1. Selecteer “Alarmvolume” in het scherm
Alarmsignaal instellen.
2. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of
druk op b (of c) om het volume te verlagen.
Opmerking
• Het alarm gaat niet af als “Alarmvolume” op “Stil”
is ingesteld. Als het profiel is ingesteld op “Stil”,
geldt de instelling van “Hoofdvolume” (blz. 109).
Het trilalarm van de alarmtoon instellen
1. Selecteer “Trilalarm” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Zie “Trilalarm” op bladzijde 112 voor informatie
over het selecteren van een trilalarm.
De duur van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Duur” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer de gewenste duur.
98Organiser & toepassingen
Een alarm resetten
“Organiser en toep.”
→
“Alarm”
1. Markeer het alarm dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw instellen”.
Alle ingestelde alarmen resetten
“Organiser en toep.”
→
“Alarm”
1. Selecteer “Alles wissen”.
Rekenmachine
De rekenmachine kan de 4 rekenkundige
basisbewerkingen uitvoeren en werkt met getallen tot
12 cijfers.
“Organiser en toep.”
Enkele belangrijke handelingen voor het maken van
berekeningen:
Druk op P als u een decimaalteken wilt invoeren.
Druk op [Wissen] als u het ingevoerde cijfer of de
functie wilt wissen.
Druk op B om de berekening uit te voeren.
Druk op [Wissen] als u een nieuwe berekening wilt
maken.
(M 7-2)
→
“Rekenmachine”
Valuta omrekenen
U kunt de rekenmachine ook gebruiken als een
valutacalculator om een vreemde valuta naar of van uw
eigen valuta om te rekenen met een door u ingevoerde
wisselkoers.
Een wisselkoers instellen
→
“Organiser en toep.”
→
“Valuta omrekenen” → “Wisselkoers”
“Rekenmachine” → [Opties]
1. Selecteer “Eigen” of “Buitenlands”.
2. Voer de wisselkoers in.
Een bedrag omrekenen
“Organiser en toep.”
→
“Rekenmachine”
1. Voer het bedrag in dat u wilt omrekenen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Valuta omrekenen”.
3. Selecteer “Naar eigen valuta” of “Naar buitenl.
val.”.
Organiser & toepassingen99
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.