Sharp 770SH User Manual [nl]

Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Sharp Telecommunications of Europe Limited dat het toestel 770SH in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de originele verklaring van overeenstemming is te vinden op het volgende Internet­adres: http://www.sharp-mobile.com

Inleiding

Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe UMTS-telefoon 770SH.
Informatie over deze gebruikershandleiding
Aan deze gebruikershandleiding is veel aandacht besteed zodat u snel en efficiënt vertrouwd kunt raken met de eigenschappen en functies van uw telefoon.
LET OP
• Wij raden u ten zeerste aan om van alle belangrijke gegevens kopieën te bewaren. Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat in producten met elektronische geheugens gegevens verloren gaan of veranderen. Daarom aanvaarden wij geen aansprakelijkheid voor gegevens die verloren gaan of op andere wijz e niet meer bruikbaar zijn, of dat nu het gevolg is van onjuist gebruik, reparatie, defecten, vervanging van de batterij, gebruik van de telefoon nadat de gespecificeerde levensduur van de batterij verstreken is of vanwege een andere oorzaak.
• Wij aanvaarden geen directe of indirecte verantwoordelijkheid voor financiële schade of claims van derden die het gevolg zijn van het gebruik van dit product of de functies daarvan, zoals in het geval van gestolen creditcardnummers, verlies of wijziging van opgeslagen gegevens, etc.
• Alle bedrijfs- en/of productnamen zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen.
De indeling van de schermen in deze gebruikershandleiding
• kan afwijken van het scherm van uw toestel. De informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
• De in deze gebruikershandleiding beschreven functies worden mogelijk niet in alle gevallen door alle netwerken ondersteund.
• Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor inhoud, informatie, enz. die van het netwerk wordt gedownload. Op het scherm kunnen af en toe een paar zwarte of
• heldere pixels verschijnen. Dit heeft echter geen enkele invloed op de functies of prestaties van de telefoon.
Intellectuele eigendomsrechten
Op grond van auteursrechtwetten mag materiaal dat door auteursrechten is beschermd (muziek, afbeeldingen, enz.) alleen worden gereproduceerd, gewijzigd en gebruikt voor privé-doeleinden. Indien de gebruiker materiaal voor andere doeleinden gebruikt, maar ten aanzien van auteursrechten geen rechten kan uitoefenen of van de eigenaar van de auteursrechten geen expliciete toestemming heeft verkregen om voor andere doeleinden auteursrechtelijk beschermd materiaal te reproduceren, wijzigen of gebruiken, dan wordt dit beschouwd als een inbreuk op de auteursrechtwetten en heeft de eigenaar het recht om een claim voor schadevergoeding in te dienen. Om deze reden dient illegaal gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal te worden vermeden. Windows is een gedepone erd handelsmerk van Mic rosoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inleiding 1
Powered by JBlend™ Copyright 1997-2005 Aplix Corporation. All rights reserved. JBlend and all JBlend-based trademarks and logos are trademarks or registered trademarks of Aplix Corporation in Japan and other countries.
®
Powered by Mascot Capsule Mascot Capsule Corporation ©2002-2006 HI Corporation. All Rights Reserved.
Licensed by Inter Digital Technology Corporation under one or more of the following United States Patents and/or their domestic or foreign counterparts and other patents pending, including U.S. Patents: 4,675,863: 4,779,262: 4,785,450: 4,811,420: 5,228,056: 5,420,896: 5,799,010: 5,166,951: 5,179,571 & 5,345,467
T9 Text Input is licensed under one or more of the following: U.S. Pat. Nos. 5,818,437, 5,953,541, 5,187,480, 5,945,928, and 6,011,554; Australian Pat. No. 727539; Canadian Pat. No. 1,331,057; United Kingdom Pat. No. 2238414B; Hong Kong Standard Pat. No. HK0940329; Republic of Singapore Pat. No. 51383; Euro. Pat. No. 0 842 463 (96927260.8) DE/DK, FI, FR, IT, NL,PT.ES,SE,GB; Republic of Korea Pat. Nos. KR201211B1 and KR226206B1; and additional patents are pending worldwide.
®
is a registered trademark of HI
/Micro3D Edition™
CP8 PATENT
2 Inleiding
microSD™ is a trademark of SD Card Association.
Bluetooth is a trademark of the Bluetooth SIG, Inc.
The Bluetooth word mark and logos are owned by the Bluetooth SIG, Inc. and any use of such marks by Sharp is under license. Other trademarks and trade names are those of their respective owners.
Licensed by QUALCOMM Incorporated under one or more of the following United States Patents and/or their counterparts in other nations ; 4,901,307 5,490,165 5,056,109 5,504,773 5,101,501 5,506,865 5,109,390 5,511,073 5,228,054 5,535,239 5,267,261 5,544,196 5,267,262 5,568,483 5,337,338 5,600,754 5,414,796 5,657,420 5,416,797 5,659,569 5,710,784 5,778,338
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Visual Patent Portfolio License voor persoonlijk en niet-commercieel gebruik, op basis waarvan een consument (i) video mag coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Video Standard (“MPEG-4 Video”) en/of (ii) MPEG-4 Video mag decoderen die is gecodeerd door een consument in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of die is verkregen bij een erkende videoleverancier. Geen licentie wordt verleend voor enig ander gebruik. Meer informatie kunt u opvragen bij MPEG LA. Zie http://www.mpegla.com.
De licentie van dit product is uitgegeven krachtens de MPEG-4 Systems Patent Portfolio License voor het coderen in overeenstemming met de MPEG-4 Systems Standard, behalve dat een extra licentie en betaling van royalty’s noodzakelijk zijn voor het coderen in verband met (i) gegevens die zijn opgeslagen of gedupliceerd op fysieke media waarvoor per titel een licentie wordt betaald en/of (ii) gegevens waarvoor per titel een licentie wordt betaald en die naar een eindgebruiker worden verzonden voor permanent(e) opslag en/of gebruik. Een dergelijke extra licentie kan worden verkregen bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com voor verdere bijzonderheden.
MPEG Layer-3 audiocoderingstechnologie onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Handige functies en mogelijkheden
Uw telefoon beschikt over de volgende mogelijkheden:
• Videogesprekken. U kunt met elkaar spreken terwijl u elkaar op het scherm ziet.
• Java™-games in 3D en kleur. U kunt ook games en toepassingen downloaden van Vodafone live!.
• TFT (Thin Film Transistor) LCD-kleurendisplay met extra scherpe beelden voor een betere weergave.
• Een ingebouwde digitale camera om foto’s en videoclips te maken.
• Een berichtfunctie voor het lezen en maken van SMS-berichten.
• MMS (Multimedia Messaging Services) waarmee u berichten met beeld, geluid en video kunt verzenden om uw gesprekspartner aangenaam te verrassen.
• E-mail waarmee u berichten tot 300 KB kunt verzenden en berichten met bijlagen kunt ontvangen.
• Een WAP-kleurenbrowser die toegang biedt tot Vodafone live!.
• Uw eigen ringtones en ringvideo’s. U kunt geluids- of videoclipbestanden gebruiken als ringtone of ringvideo.
• Een muziekspeler die geluidsbestanden in de formaten MP3, MPEG-4 en 3GPP kan afspelen (ondersteunde codecs voor MPEG-4 of 3GPP zijn AMR, AAC, AAC+ en AAC+e).
• Afspelen van gedownloade geluiden en videoclips.
• Een spraakrecorderfunctie waarmee u tekst kunt inspreken en afspelen.
• Een draadloze Bluetooth®-verbinding om met bepaalde apparaten contact te maken en gegevens over te zenden. U kunt afbeeldingen, ringtones en videoclips overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.
• Een gegevenssynchronisatiefunctie om op het internet items uit het Telefoonboek bij te werken.
• Een kalender en alarm en de mogelijkheid om activiteiten (bijv. taken of afspraken) te maken en verzenden.
• Een sleuf voor een microSD™-geheugenkaart voor gemakkelijke gegevensuitwisseling met een pc die deze kaart ondersteunt.
Inleiding 3

Inhoudsopgave

Inleiding ........................................................1
Uw telefoon .................................................. 7
Optionele accessoires .................................. 7
Beginnen ...................................................... 8
De SIM-kaart en batterij plaatsen .............. 12
De SIM-kaart en batterij verwijderen ........ 13
De batterij opladen .................................... 14
De geheugenkaart plaatsen en verwijderen
De stereo handsfree-kit aansluiten ............ 17
De telefoon aan- en uitzetten ..................... 17
Toetsenblokvergrendeling ......................... 18
Display-indicators (hoofddisplay) ............. 19
Display-indicators (extern display) ........... 21
Gebruik van de functies ............................22
Spraak- en video-oproepen ...................... 23
Telefoneren ................................................ 23
Snelkiezen ................................................. 24
Opgeslagen nummers bellen ..................... 24
Een spraakoproep beantwoorden .............. 24
Gespreksmenu (spraakoproep) .................. 25
Een videogesprek voeren .......................... 28
4 Inhoudsopgave
... 15
Een video-oproep beantwoorden ............... 29
Gespreksmenu (video-oproep) ..................30
Karakters invoeren ....................................33
De invoertaal wijzigen ...............................34
De invoermodus wijzigen ..........................34
Mijn woordenboek .....................................35
Sjablonen gebruiken ..................................35
Gebruik van het menu ...............................36
Hoofdmenu ................................................ 36
Sneltoetsen .................................................36
Telefoonboek .............................................37
De naamvolgorde wijzigen ........................37
Een andere lijst weergeven ........................37
Het opslaggeheugen selecteren .................. 38
De items in het Telefoonboek sorteren ...... 38
Een niet-geregistreerd nummer opslaan ....38
Een nieuw contact toevoegen ....................38
Mijn contactgegevens bekijken .................39
Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen
de SIM-kaart en de telefoon ...................... 39
Een naam zoeken ....................................... 39
Bellen vanuit het Telefoonboek .................39
Items van het Telefoonboek bewerken ......40
Een ringtone of ringvideo aan items
toewijzen ....................................................40
Een verjaardag opnemen in de Kalender ... 41
Items uit het Telefoonboek verwijderen .... 41
Categorieën beheren ..................................41
Contactgroepen ..........................................42
Geheugenstatus ..........................................43
Snelkiezen ..................................................43
Een item uit het Telefoonboek verzenden
....44
Een item voor het Telefoonboek
ontvangen ...................................................44
Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden naar een adres uit het
Telefoonboek .............................................44
Items uit het Telefoonboek synchroniseren
met items op het internet ............................45
Een servicenummer bellen .........................46
Camera ....................................................... 47
Foto’s maken .............................................47
Videoclips opnemen ..................................48
Gemeenschappelijke functies voor de
cameramodus en videomodus ....................48
Functies in de cameramodus ......................51
Functies in de videomodus .........................53
Berichten ....................................................54
SMS ............................................................54
MMS ..........................................................54
E-mail .........................................................54
Een nieuw bericht maken ...........................55
Berichtinstellingen .....................................63
Vodafone live! ............................................67
Navigeren door een WAP-pagina ..............68
Muziek .........................................................71
Muziekspeler ..............................................71
Mijn telefoon ..............................................74
Afbeeldingen ..............................................74
Geluiden & Ringtones ................................75
Video’s .......................................................76
Thema’s ......................................................77
Andere documenten ...................................77
Gemeenschappelijke menu-opties ..............78
Games & toepassingen ...............................82
Mijn sjablonen ............................................82
Geheugenstatus ..........................................82
Amusement ................................................83
Games & toepassingen ...............................83
Inhoudsopgave 5
Instellingen ................................................ 86
Mobiele TV ............................................... 88
Streaming .................................................. 88
Video’s ...................................................... 89
Kalender ..................................................... 92
Organiser & toepassingen ........................97
Alarm ......................................................... 97
Rekenmachine ........................................... 99
Voice recorder ......................................... 100
Stopwatch ................................................ 101
Taken ....................................................... 101
Wereldklok .............................................. 103
Aftel-timer ............................................... 104
E-Book .................................................... 104
Uitgavenoverzicht ................................... 105
Help ......................................................... 106
SIM-toepassingen ....................................107
Instellingen .............................................. 108
Telefoon instellingen ............................... 108
Verbindingen ........................................... 122
Instellingen voor oproepen ...................... 127
Netwerkinstellingen ................................ 133
Gespreksregister ..................................... 139
Gesprekstimers ........................................ 140
6 Inhoudsopgave
Datateller .................................................140
Gesprekskosten ........................................ 140
De 770SH op uw pc aansluiten ...............142
Systeemvereisten .....................................142
UMTS/GSM-modem ...............................142
Handset Manager ..................................... 143
Sync Manager .......................................... 143
Installatie van de software .......................144
Software-ondersteuning ........................... 144
Problemen oplossen ...............................145
Veiligheidsmaatregelen en
gebruiksvoorwaarden .............................147
GEBRUIKSVOORWAARDEN ............. 147
OMGEVING ........................................... 151
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR
GEBRUIK IN DE AUTO ........................ 151
SAR ......................................................... 152
INFORMATIE OVER VERANTWOORDE
VERWIJDERING ...................................153
MEDEDELING BETREFFENDE DE
FCC .......................................................... 154
Index .........................................................156
Overzicht van de menufuncties ..............159

Uw telefoon

Controleer het volgende zorgvuldig. In het pakket moeten zich de volgende onderdelen bevinden:
• UMTS/GSM 900/1800/1900 GPRS-telefoon
• Oplaadbare Li-ion accu
• Batterijlader
• Stereo Hands Free-kit
•CD-ROM
• microSD™-geheugenkaart*
• Gebruikershandleiding
• Snelstartgids * In sommige landen wordt dit onderdeel niet geleverd.

Optionele accessoires

• Li-ion reserve-accu (XN-1BT77)
• Sigarettenaansteker-oplader (XN-1CL30)
• USB-gegevenskabel (XN-1DC30)
• Batterijlader (XN-1QC31)
• Handsfree microfoonset (XN-1HU90)
• Stereo headset (XN-1HS90) Het is mogelijk dat bovengenoemde accessoires in
bepaalde landen niet leverbaar zijn. Neem voor informatie contact op met uw leverancier.
Uw telefoon 7

Beginnen

1
2
3
4 5
6 7
8
8Beginnen
9
10
11
12 13
14
15
16 17 18
19
20
21
22
23
24
1. Luistergedeelte/Luidspreker
2. Navigatietoetsen (pijltoetsen):
Verplaatst de cursor om een menu-item te markeren, etc.*
Pijltoetsen omhoog/ omlaag: a b
Pijltoets links:
c
Toont items uit het Telefoonboek vanuit stand-by. In deze handleiding w orden de pictogrammen a en b gebruikt om naar deze toetsen te verwijzen.
Toont het scherm “Bericht maken” tijdens stand-by. In deze handleiding wordt het pictogram c gebruikt om naar deze toets te verwijzen.
Pijltoets rechts:
d
Toont de maandelijkse of wekelijkse kalender vanuit stand-by. In deze handleiding wordt het pictogram d gebruikt om naar deze toets te verwijzen.
3. Middelste toets:BToont het hoofdmenu
vanuit stand-by, en voert functies uit.
4. Linkerdisplaytoets:AVoert de functie linksonder
in het scherm uit. Toont tijdens stand-by het hoofdmenu.*
5. Toets Verzenden/Opnieuw kiezen:
D
Belt nummers of beantwoordt gesprekken, toont de gespreksregisters vanuit stand-by.
6. Videotelefoontoets: SBegint videogesprekken of
beantwoordt gesprekken. Toont het videogespreksvenster vanuit stand-by.
7. Voicemail-toets:GHoud deze toets ingedrukt
om contact te maken met de voicemailcentrale. (Afhankelijk van de SIM­kaart.)
8. */Shift-toets:
P
Wisselt tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden: Abc, ABC, 123 en abc in het tekstinvoerscherm. Druk tijdens stand-by op deze toets om P, ?, – of * in te voeren. Houd tijdens stand-by deze toets even ingedrukt om het toetsenblok te vergrendelen.
Beginnen 9
9. Hoofddisplay
10.Subcamera (Interne camera) Rechterdisplaytoets:CVoert de functie rechtsonder in
11.
het scherm uit. Opent “Vodafone live!” door vanuit stand-by de browser te
*
openen.
Einde/AAN/UIT-toets:
12.
F
Muziektoets:
13.
T
14.Sneltoets:
U
Beëindigt een gesprek en zet het toestel aan of uit.
Toont het menu Muziek tijdens stand-by.
Toont het menu Shortcut vanuit stand-by.* In het menu Shortcut (blz. 119) kunt u wijzigen welke functie wordt geactiveerd als u vanuit stand-by de volgende toetsen indrukt: de navigatietoetsen, de linkerdisplaytoets, de rechterdisplaytoets en de sneltoets (toetsen 2, 4, 11 en 14 in dit overzicht).
15.Toetsenblok
10 Beginnen
16.#/Stil-toets:
R
Toont het symboolscherm op het tekstinvoerscherm. Houd deze toets even ingedrukt om een andere taal te kiezen in het tekstinvoerscherm. Houd tijdens stand-by deze toets ingedrukt om de profielinstelling te wisselen tussen het huidige profiel en het profiel Stil.
17.Microfoon
18.Ingebouwde antenne:
Waarschuwing: Dek de onderrand van de telefoon niet met uw hand af wanneer u de telefoon gebruikt. De prestaties van de ingebouwde antenne kunnen hierdoor nadelig worden beïnvloed.
19.Camera (Externe camera)
20.Batterijdeksel
21.Connector voor handsfree-kit/microfoon
22.Extern display
23.Externe connector: Voor aansluiting van de
oplader of USB­gegevenskabel.
24.Zijtoetsen (V/W): Verplaatst de markering
omhoog of omlaag. Druk tijdens stand-by of tijdens een gesprek op deze toets om het volume van het luistergedeelte te verhogen of te verlagen. Druk tijdens een inkomend gesprek op deze toets om het belsignaal te onderdrukken of het trilsignaal uit te schakelen (indien geactiveerd).
* In het menu Shortcut kan worden gewijzigd welke
functie vanuit stand-by wordt geactiveerd. Zie “Shortcut” op bladzijde 119.
Beginnen 11

De SIM-kaart en batterij plaatsen

1. Schuif de batterijdeksel weg ( ).
1
2
2. Schuif de SIM-kaart in de SIM-houder.
SIM-kaart
12 Beginnen
3. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif de geleiders aan de bovenzijde van de batterij in de batterijsleuven . Plaats vervolgens de batterij in de telefoon .
4. Plaats de batterijdeksel terug.
Opmerking
Gebruik alleen 3 V SIM-kaarten.
Gebruik alleen de standaardbatterij.

De SIM-kaart en batterij verwijderen

1. Controleer of de telefoon uit staat en dat de oplader
en andere accessoires zijn losgekoppeld. Schuif de batterijdeksel open.
2. Pak de batterij vast bij het uitstekende gedeelte en
verwijder de batterij uit de telefoon.
3. Schuif de SIM-kaart uit de SIM-houder.
4. Houd de batterij zodanig dat de metalen contacten
van de batterij naar beneden wijzen en schuif deze in de sleuven. Sluit de deksel.
Hoe u zich ontdoet van de batterij
Het toestel wordt door een batterij van stroom voorzien. Houd u aan de volgende regels om het milieu te beschermen:
• Breng de gebruikte batterij voor recycling naar een inzamelingspunt voor che misch afval, uw leverancier of de klantenservice.
• Stel de gebruikte batterij niet bloot aan open vuur, dompel de ba tterij niet in w ater en geef de batterij nie t met het gewone huishoudelijke afval mee.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Werp lege batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
Beginnen 13

De batterij opladen

U moet de batterij minimaal 150 minuten opladen voordat u de telefoon voor de eerste keer gebruikt.
De oplader gebruiken
1. Open het deksel van de externe connector aan de
zijkant van de telefoon, draai het weg en sluit de oplader horizontaal aan op de externe connector. De oplader zit goed vast als hij vastklikt.
De oplader verwijderen
De batterij-indicator geeft met het pictogram ‘voldoende opg eladen’ aan wanneer de ba tterij volledig opgeladen is.
1. Haal de stekker van de oplader uit het stopcontact.
2. Druk de knoppen aan de zijkant van de oplader
in en verwijder deze vervolgens uit de externe connector van de telefoon .
2. Sluit de oplader aan op een stopcontact.
Tijdens het opladen geeft de batterij-indicator ( ) de huidige status aan van de batterij. Normale oplaadtijd: Ongeveer 150 minuten
Opmerking
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de
conditie van de batterij en andere omstandigheden. (Zie “Batterij” op bladzijde 148.)
14 Beginnen
3. Sluit de deksel.
Opmerking
Gebruik geen opladers die niet zijn goedgekeurd,
omdat deze de telefoon kunnen beschadigen en de garantie ongeldig kunnen maken. Zie “Batterij” op bladzijde 148 voor meer informatie.
Trek de oplader niet met kracht uit de telefoon omdat
dit het toestel kan beschadigen.
De batterij opladen met de sigarettenaansteker­oplader
Met de optionele sigarettenaansteker-oplader kan de batterij via het sigarettenaanstekerpunt in uw auto worden opgeladen.
Indicator batterijstatus
Rechtsboven in het hoofddisplay en in het midden van het externe display wordt de huidige oplaadstatus van de batterij weergegeven.
Wanneer de batterij tijdens gebruik leeg raakt
Als de batterij bijna leeg is, klinkt er een alarm en wordt “ ” weergegeven op het hoofddisplay en het externe display.
Laad de batterij zo snel mogelijk op als u dit alarm hoort. Als u dit niet doet en de telefoon blijft gebruiken, is een normale werking niet meer gegarandeerd.
Batterij-indicators Oplaadstatus
Voldoende opgeladen
Opladen aanbevolen
Opladen vereist
Leeg

De geheugenkaart plaatsen en verwijderen

Opmerking
Gebruik niet te veel kracht op de kaarthouder omdat deze dan kan breken. De houder is dun en breekt gemakkelijk.
Raak de metalen uiteinden niet aan met uw handen of met metalen voorwerpen.
Schakel het toestel altijd uit voordat u de geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Let op dat u de kaart niet ondersteboven, dwars of achterstevoren in de telefoon steekt.
Houd geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
De geheugenkaart plaatsen
1. Schakel de telefoon uit.
2. Schuif de batterijdeksel open.
Beginnen 15
3. Verschuif de kaarthouder zoals hieronder getoond
in (OPEN ), en plaats vervolgens de geheugenkaart zoals getoond in - .
4. Sluit de deksel.
Tip
U ziet de volgende indicators als de geheugenkaart in
gebruik is:
: De kaart is geplaatst.
: De kaart is beschadigd of onbruikbaar.
Controleer of de kaart goed op zijn plaats zit.
: De kaart wordt gelezen of er worden gegevens
naar de kaart geschreven.
: De kaart wordt geformatteerd.
16 Beginnen
De geheugenkaart verwijderen
1. Schakel de telefoon uit.
2. Schuif de batterijdeksel open.
3. Druk de deksel zachtjes naar beneden en verschuif
tegelijkertijd de kaarthouder zoals hieronder getoond in (OPEN ). Verwijder vervolgens de geheugenkaart zoals getoond in - .
4. Sluit de deksel.

De stereo handsfree-kit aansluiten

1. Open de deksel van de connector en draai deze weg.
2. Sluit de handsfree-kit aan.

De telefoon aan- en uitzetten

U zet de telefoon aan of uit door F ongeveer 2 seconden lang ingedrukt te houden.
De PIN-code invoeren
Als de PIN-code ingeschakeld is, wordt u gevraagd om uw PIN-code in te voeren elke keer als u uw telefoon inschakelt. Zie “De PIN-code inschakelen/ uitschakelen” op bladzijde 119 als u wilt weten hoe u uw PIN-code instelt.
1. Voer uw PIN-code in.
De PIN-code is 4 tot 8 cijfers lang.
2. Druk op B.
Opmerking
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. Zie “De PIN-code inschakelen/uitschakelen” op bladzijde 119.
Als u de klok nog niet hebt ingesteld, verschijnt het invoerscherm voor datum en tijd (blz. 117).
Beginnen 17
Alle Telefoonboek-items van de SIM-kaart kopiëren
Als u voor de eerste keer de SIM-kaart in de telefoon plaatst en het Telefoonboek opent, dan wordt u gevraagd of u Telefoonboek-items van de SIM-kaart wilt kopiëren. Voer de scherminstructies uit. U kunt ook op een later tijdstip items van de SIM-kaart kopiëren met behulp van het menu Telefoonboek. Dit doet u als volgt:
“Contacten” kopiëren”
“Contacten beheren” → “Alles
1. Selecteer “Van SIM naar telefoon”.

Toetsenblokvergrendeling

U kunt het toetsenblok vergrendelen om te voorkomen dat de toetsen per abuis worden ingedrukt.
Het toetsenblok vergrendelen
1. Houd tijdens stand-by P ingedrukt.
Het toetsenblok ontgrendelen
1. Houd tijdens stand-by P ingedrukt.
Tip
Noodnummers (112, etc.) kunnen altijd worden
ingevoerd en gebeld, ook als het toetsenblok is vergrendeld.
18 Beginnen

Display-indicators (hoofddisplay)

Indicatorgebied
Linkerdisplaytoets
toets
1. / : Sterkte van het ontvangen signaal/ netwerk buiten bereik
: UMTS/GPRS / : GPRS ingeschakeld/GPRS
uitgeschakeld
: Bezig met roamen buiten netwerk
2. : Vliegmodus
3. : Gegevensuitwisseling met extern apparaat
RechterdisplaytoetsMiddelste
4.
/ : Verbinding met de server
[ingeschakeld/bezig met communicatie]
5. / : Spraakoproep [inkomend/gesprek
6. / / : Videogesprekscommunicatiemodus
7. / / : Berichtmeldingen [SMS en MMS/
8. / / : Postbus vol [alleen SIM-kaart/alleen
9. : Inloggen van Instant Messenger
10. : Doorschakeling van “Spraakoproepen”
11. ////:
12. / / : Java™-toepassing [geactiveerd
gaande]
ingeschakeld [spraak/video/spraak en video]
E-mail/Instant Messenger]
telefoon/zowel SIM-kaart als telefoon]
ingesteld op “Altijd”
Verbindingsstatus [USB-kabel/Bluetooth-instelling [geactiveerd (tijdens stand-by)/bezig met gegevensuitwisseling/bezig met spreken via de Bluetooth-headset/Mijn telefoon verbergen]]
(gekleurd)/onderbroken (grijs)]/ Muziekspeler
Beginnen 19
13. : Beveiligde WAP-pagina weergegeven
14.///: Stil/trilalarminstelling [stil/oplopend volume/trilalarm ingeschakeld/stil en trilalarm ingeschakeld]
15. / / : Luidsprekermodus [luidspreker telefoon/luidspreker geactiveerd/ microfoon gedempt]
16. : Geheugenkaart geplaatst
17. : Batterijstatus
18. : Dagelijks alarm ingeschakeld
19. / : Activiteit ingeschakeld [met/zonder herinneringsalarm]
20. : Postvak UIT bevat niet-verzonden berichten [SMS/MMS/E-mail]
21. / / : WAP/OTA Provisioning-meldingen [WAP-melding/OTA-Provisioning­melding/WAP- en OTA-Provisioning­meldingen]
22. : Berichtsignaal voicemail
23. : “Geheime geg. tonen” ingesteld op “Aan”
24. : Functieblokkering ingeschakeld
20 Beginnen
25. : Toetsenblokvergrendeling ingeschakeld
26.(Geen weergave)/////: Huidig profiel [Normaal/Vergadering/ Actief/Auto/Headset/Stil]

Display-indicators (extern display)

Statusindicators
1. / : Sterkte van het ontvangen signaal/ netwerk buiten bereik
2. : Batterijstatus
3. : Gemiste oproep
4. : Inkomende oproep
5. : Inkomende video-oproep
6. : Oproep in uitvoering
7. / / : Meldingen [berichten/OTA-inhoud/ Instant Messenger]
8. : WAP Push-service
9. : Alarmtoon of snooze ingeschakeld
Beginnen 21

Gebruik van de functies

Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. U opent het hoofdmenu door tijdens stand-by op de middelste toets B te drukken.
Als u een functie wilt activeren, moet u de overeenkomende menu-onderdelen markeren en selecteren. M enu-onderdelen worden al tijd aangegeven met aanhalingstekens. U kunt een menu-onderdeel selecteren door met de toetsen a, b, c en d de cursor te verplaatsen en het onderdeel te markeren, en vervolgens op B te drukken om uw keuze te bevestigen.
Sommige procedures maken gebruik van de displaytoetsen. Deze toetsen worden aangegeven met vierkante haakjes. De functies van de displaytoetsen worden links- en rechtsonder in het scherm weergegeven. Druk in dat geval op de betreffende displaytoets (A of C).
Als u wilt terugkeren naar het vorige scherm, drukt u op de rechterdisplaytoets wanneer op het scherm Terug staat aangegeven. Als u het hoofdmenu wilt sluiten, drukt u op de rechterdisplaytoets als hiervoor op het scherm Afsluiten wordt weergegeven.
22 Gebruik van de functies
Ieder onderwerp in deze gebruikershandleiding begint met een overzicht van de onderdelen die u achtereenvolgens eerst moet selecteren (in cursief aangegeven) voordat u het vervolg van de procedure kunt uitvoeren. Nadat u een onderdeel hebt geselecteerd, verschijnt de volgende reeks onderdelen waaruit u een keuze kunt maken. Open de menu­onderdelen op lagere niveaus nadat u de onderdelen in het bovenliggende menu hebt geopend.
Voorbeeld:
“Contacten”
“Telefoonboek” → “Nieuw contact”

Spraak- en video-oproepen

Telefoneren

1. Voer het gewenste net- en abonneenummer in en
druk op D om te bellen. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen.
Noodoproepen
1. Voer met de toetsen 112 (internationaal
noodnummer) in en druk op D om te bellen.
Opmerking
Niet op alle mobiele netwerken is het mogelijk
noodoproepen tot stand te brengen wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties in gebruik zijn. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Dit noodnummer kan gewoonlijk worden gebruikt
om, met of zonder SIM-kaart, in een land een alarmnummer te bellen wanneer een UMTS/ GSM-netwerk binnen bereik is.
Internationale gesprekken
1. Houd Q ingedrukt totdat het teken +
(internationaal voorloopnummer) verschijnt.
2. Voer de landcode in, gevolgd door het netnummer
(zonder de voorloopnul) en het telefoonnummer en druk op D om te bellen.
Een ingevoerd telefoonnummer aan het Telefoonboek toevoegen
1. Nadat u een nummer hebt gekozen, drukt u op
[Opties] en kiest u “Nummer opslaan”. Zie “Een nieuw contact toevoegen” op bladzijde 38
voor informatie over het toevoegen van een nieuw item.
Mijn telefoonnummer weergeven of verbergen op het display van de persoon die wordt opgebeld
1. Nadat u een telefoonnummer hebt ingevoerd, drukt
u op [Opties] en kiest u “Mijn ID tonen” of “Mijn ID verbergen”, en drukt u op D om te bellen.
Spraak- en video-oproepen 23

Snelkiezen

Uit het geheugen (telefoon en SIM) van het Telefoonboek kunnen maximaal 8 telefoonnummers worden toegewezen als snelkiesnummer. Met de cijfertoetsen G t/m O kunt u deze nummers bellen. Het telefoonnummer van de voicemail-centrale is toegewezen aan G. Meer informatie over het instellen van snelkiesnummers vindt u onder “Snelkiezen” op bladzijde 43.
1. Als u met de snelkiesfunctie een nummer wilt
bellen, houdt u een van de cijfertoetsen G t/m O ingedrukt.
Het opgeslagen snelkiesnummer wordt dan gebeld.

Opgeslagen nummers bellen

U kunt nummers bellen die zijn opgeslagen in het gespreksregister. Selecteer een specifieke lijst of “Alle oproepen”. Specifieke lijsten bevatten maximaal 30 nummers en de lijst “Alle oproepen” maximaal 90 nummers.
1. Druk tijdens stand-by op D.
2. Selecteer “Alle oproepen”, “Gekozen nummers”,
“Gemiste oproepen” of “Ontvangen oproepen”. Druk op c of d als u naar een ander
gespreksregister wilt gaan.
24 Spraak- en video-oproepen
3. Markeer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
4. Druk op D om het opgeslagen nummer van een
spraakoproep te bellen of op S om het opgeslagen nummer van een video-oproep te bellen.

Een spraakoproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D, B of druk op [Opties] en selecteer
“Antw.” om de oproep te beantwoorden. Of druk op een willekeurige toets behalve F,
[Opties] of [In gespr.] wanneer de functie “Antw. willek. toets” (antwoorden door een willekeurige toets in te drukken) ingeschakeld is. U kunt in elk profiel de functie Antwoorden met willekeurige toets instellen (blz. 112).
Tip
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam van de beller op het scherm.
Als het nummer een geheim nummer is, dan
verschijnt op het scherm “Afgeschermd”.
Als er een gesprek binnenkomt van iemand wiens foto
in het Telefoonboek is opgeslagen, worden de foto en de naam weergegeven.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk bij een inkomend gesprek op F als u de
oproep niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk bij een inkomend gesprek op [In gespr.] om de
beller een ingesprektoon te laten horen.

Gespreksmenu (spraakoproep)

De telefoon heeft tijdens gesprekken een aantal extra functies.
Het volume van het luistergedeelte aanpassen
U kunt het volume van het luistergedeelte (en het volume van de handsfree-kit als een handsfree-kit is aangesloten) instellen op vijf niveaus.
1. Druk op V of W om het scherm voor het volume van
het luistergedeelte op te roepen.
2. Druk op V (of a/d) om het gespreksvolume te
verhogen, of op W (of b/c) om het te verlagen.
3. Druk op B als het volume op het gewenste niveau
is ingesteld.
De luidspreker aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidspreker op de telefoon wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Luidspreker aan”.
Een gesprek in de wachtstand zetten
Met deze functie kunt u tegelijkertijd twee gesprekken afhandelen. Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen, kunt u het huidige gesprek in de wachtstand zetten.
Tijdens een gesprek iemand anders bellen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wachtstand”. Het huidige gesprek wordt in de wachtstand gezet.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer
kiezen”.
3. Voer het telefoonnummer in van de andere persoon
die u wilt bellen en druk op D om deze persoon te bellen.
Tip
In plaats van stap 1 uit te voeren, kunt u tijdens een
gesprek ook iemand anders bellen door gewoon het telefoonnummer in te toetsen. Het huidige gesprek wordt dan automatisch in de wachtstand gezet.
Spraak- en video-oproepen 25
Tijdens een gesprek het SMS/MMS-menu openen
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Berichten”. De volgende opties zijn mogelijk: “Bericht maken”
om een SMS en MMS te maken of “Inbox”, “Verzonden” of “Concepten” om deze mappen te openen. Zie “SMS” en “MMS” op bladzijde 54 voor meer informatie over SMS en MMS.
Oproep in de wacht
Deze functie meldt een ander inkomend gesprek terwijl u in gesprek bent.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Wacht & beantw.” om de tweede oproep te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand gezet en
u kunt nu spreken met de tweede beller.
Opmerking
U moet “Oproep in de wacht” op “Aan” zetten als u
gebruik wilt maken van de dienst Oproep in de wacht (blz. 133).
Niet alle netwerken bieden de dienst Oproep in de
wacht aan. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als u het tweede gesprek niet wilt beantwoorden,
druk dan bij stap 1 op [Opties] en selecteer “In gesprek”. Als u “Weigeren” selecteert, wordt het tweede gesprek opgeslagen als een gemist gesprek.
26 Spraak- en video-oproepen
Conferentiegesprek
Een conferentiegesprek is een gesprek met meer dan 2 deelnemers. U kunt maximaal 5 personen aan een conferentiegesprek laten deelnemen.
Een conferentiegesprek beginnen
U kunt een conferentiegesprek beginnen als er één actief gesprek is en één gesprek in de wachtstand staat.
1. Druk tijdens een gesprek op [Opties] en selecteer
“Altijd meepraten” om aan het conferentiegesprek deel te nemen.
2. Druk op F om het conferentiegesprek te
beëindigen.
Opmerking
Niet alle netwerken bieden de dienst
conferentiegesprek aan. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
Als u het gesprek met alle deelnemers wilt
beëindigen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Alle oproepen beëindigen”.
Als u niet wilt dat nieuwe personen deelnemen aan
het huidige gesprek, kunt u op [Opties] drukken en “Weigeren” selecteren of de ingesprektoon verzenden door “In gesprek” te selecteren.
Er zijn meer opties beschikbaar voor een
conferentiegesprek als u in stap 1 “Altijd meepraten” hebt geselecteerd:
Als u alle deelnemers in de wachtstand wilt zetten,
selecteert u “Alle in wachtst.”.
Selecteer “Privégesprek” als u alle deelnemers
behalve het huidige gesprek in de wachtstand wilt zetten.
Nieuwe deelnemers toevoegen aan een conferentiegesprek
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nw nummer kiezen”.
2. Voer het nummer in van de persoon die u aan het
conferentiegesprek wilt laten deelnemen en druk op D om te bellen.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Altijd meepraten”
om de persoon te laten deelnemen aan het conferentiegesprek. Herhaal stappen 1 t/m 3 als u nog meer deelnemers
aan de conferentie wilt toevoegen.
Het gesprek met een conferentiedeelnemer beëindigen
1. Markeer tijdens een conferentiegesprek de persoon
wiens deelname aan het conferentiegesprek u wilt beëindigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Dit gespr. beëind.”.
Een privégesprek voeren met één van de conferentiedeelnemers
Als u met een van de conferentiedeelnemers een privégesprek wilt v oeren, kunt u de betreffende persoon in de conferentielijst selecteren en de andere deelnemers in de wachtstand zetten.
1. Selecteer tijdens een conferentiegesprek de persoon
met wie u wilt spreken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Privégesprek”.
3. Druk na beëindiging van het privégesprek op
[Opties] en selecteer “Altijd meepraten” om terug te keren naar het conferentiegesprek.
De microfoon dempen
1. Druk tijdens een gesprek op [Mic. uit].
Als u het microfoongeluid weer wilt inschakelen, drukt u op [Mic. aan].
Spraak- en video-oproepen 27

Een videogesprek voeren

Opmerking
Videogesprekken zijn alleen mogelijk als beide
partijen een UMTS-telefoon gebruiken en zich in een gebied met UMTS-dekking bevinden. Zie “Display­indicators (hoofddisplay)” op bladzijde 19.
Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen en dat
het signaal sterk is voordat u deze functie gebruikt.
Zet de luidspreker aan of gebruik een handsfree-kit
zodat u tegelijk kunt sp reken en naar het videovenster op het hoofddisplay kunt kijken.
2
3
1
28 Spraak- en video-oproepen
4
Statusindicators
1. Subvenster voor uw beeld
2. Verstreken tijd
3. Hoofdvenster voor het beeld van degene met wie u belt
4. Naam of telefoonnummer van degene met wie u belt
Een video-oproep tot stand brengen
Een videogesprek starten door het telefoonnummer in te voeren
1. Selecteer het net- en abonneenummer dat u wilt
bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Video oproep” of
druk op S om te bellen. Als u het verkeerde nummer invoert, druk dan op
[Wissen] om het nummer links van de cursor te verwijderen. Als de verbinding is gemaakt, wordt de afbeelding van de persoon die u belt bovenin het venster weergegeven en uw afbeelding linksonder.
Tip
Als het toestel van degene die u belt niet is uitgerust
met een videogespreksfunctie, drukt u op F en voert u het telefoonnummer nogmaals in om een gewoon gesprek te voeren.
Een videogesprek starten met de videotelefoontoets
1. Druk op S.
Uw afbeelding wordt bovenin het venster weergegeven.
2. Voer het telefoonnummer in of druk op [Opties] en
selecteer “Gespreksregister”, “Contacten” of “Voer nummer in”.
3. Als u het gewenste nummer hebt geselecteerd, drukt
u op S.
Een videogesprek starten met Snelkiezen
1. Druk op S.
Uw afbeelding wordt bovenin het venster weergegeven.
2. Houd een van de cijfertoetsen (G tot en met O)
ingedrukt. Het opgeslagen snelkiesnummer wordt gebeld. Als
de verbinding is gemaakt, wordt de afbeelding van de persoon die u belt bovenin het venster weergegeven en uw afbeelding linksonder.

Een video-oproep beantwoorden

Bij een inkomend gesprek gaat de telefoon over.
1. Druk op D om het gesprek met video te
beantwoorden of druk op [Opties] en selecteer “Afbeelding verbergen” om het gesprek alleen met spraak te beantwoorden.
Tip
Als u geabonneerd bent op nummerweergave en het
netwerk van de beller het nummer verzendt, dan verschijnt het nummer van de beller op het scherm. Als de naam en het nummer van de beller in het Telefoonboek zijn opgeslagen, dan ziet u de naam van de beller op het scherm.
Een inkomend gesprek weigeren
1. Druk bij een inkomend gesprek op F als u de
oproep niet wilt beantwoorden.
De beller laten weten dat u niet bereikbaar bent
1. Druk op [In gespr.] terwijl de telefoon overgaat om
de beller van een inkomend gesprek een ingesprektoon te laten horen zodat deze weet dat u het gesprek niet kunt aannemen.
Spraak- en video-oproepen 29

Gespreksmenu (video-oproep)

De microfoon dempen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Mic. uit].
Als u het microfoongeluid weer wilt inschakelen, drukt u op [Mic. aan].
Beeld wisselen
U kunt het beeld van het hoofdvenster en subvenster wisselen.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Ander beeld kiezen”.
Het beeld van uzelf wijzigen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Camerabeeld”.
2. Selecteer “Interne camera”, “Externe camera” of
“Alternatieve foto”. “Interne camera”: Het door de interne camera
opgenomen beeld wordt weergegeven en verzonden naar de andere partij.
“Externe camera”: Het door de externe camera
opgenomen beeld wordt weergegeven en verzonden naar de andere partij.
30 Spraak- en video-oproepen
“Alternatieve foto”: De camera wordt
uitgeschakeld en het beeld dat is geselecteerd in “Alternatieve foto” of “Video oproepinst.” wordt gebruikt.
De luidspreker aan- en uitzetten
U kunt spreken via de luidspreker op de telefoon wanneer deze ingeschakeld is.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Luidspreker aan”.
Opmerking
In een lawaaiige omgeving zult u een gesprek
mogelijk niet of niet goed kunnen voortzetten. U wordt aangeraden in dat geval de handsfree-kit te gebruiken.
Met deze optie kunnen er geluidsstoringen ontstaan
als u het volume van het luistergedeelte verhoogt. U wordt aangeraden in dat geval het volume van het luistergedeelte te verlagen of de handsfree-kit te gebruiken.
Video-oproepinstellingen
De kwaliteit van het inkomende of uitgaande beeld aanpassen
U kunt de kwaliteit aanpassen van het beeld van de gebelde persoon of de beller.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Kwaliteit inkomende beelden” of
“Kwaliteit uitgaande beelden”.
3. Selecteer “Normaal”, “Hoogste kwaliteit” of
“Hoogste snelheid”. “Normaal”: De standaard kwaliteit wordt
“Hoogste kwaliteit”: De beeldkwaliteit is
Hoogste snelheid
gebruikt.
belangrijker dan de snelheid.
”: De snelheid is belangrijker
dan de beeldkwaliteit.
De displayverlichting aan- en uitzetten
U kunt de displayverlichting van het venster aanzetten.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Displayverlichting”.
3. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Als stand.instell.”.
Wanneer “Aan” is geselecteerd, is de displayverlichting tijdens een videogesprek altijd aan. Als “Als stand.instell.” geselecteerd is, wordt de displayverlichting uitgeschakeld na de tijd die u hebt ingesteld in het menu Displayverlichting (blz. 116).
De videobelichting aanpassen
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Belichting”.
3. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Spraak- en video-oproepen 31
Spiegelbeeld
Tijdens een videogesprek kunt u uw eigen beeld op het subvenster omkeren.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Spiegelbeeld”.
3. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Het beeld van de interne camera wijzigen in de alternatieve foto
Tijdens een videogesprek kunt u de beller het beeld tonen van de interne camera of een alternatieve foto, of een afbeelding tonen uit de opgeslagen afbeeldingen terwijl een gesprek in de wachtstand staat.
1. Druk tijdens een videogesprek op [Opties] en
selecteer “Video oproepinst.”.
2. Selecteer “Alternatieve foto” of “In wacht
afbeelding”.
3. Selecteer “Standaardafbeelding” of “Mijn
afbeeldingen”.
32 Spraak- en video-oproepen

Karakters invoeren

Als u karakters wilt invoeren om items in het Telefoonboek op te nemen, SMS- of M MS-berichten te maken, etc., drukt u op de corresponderende toetsen.
Als u met gewone tekstinvoer werkt, druk dan elke toets net zo vaak in totdat het gewenste karakter wordt weergegeven. Voorbeeld: druk eenmaal op letter ‘A’ te krijgen of tweemaal om de letter ‘B’ te krijgen.
Tabel met karakters
Telkens wanneer u de toets indrukt verschijnt het volgende karakter in de reeks. De volgorde is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Nederlands
Toets Hoofdletters Kleine letters
. (punt), (komma) - (verbindingsstreepje) ? !
G
’ (apostrof) @ :1
ABCЗДБАВ2 abcздбав2 2
H
DEFËÉÈÊ3 defëéèê3 3
I
GHIÏÍÌÎ4 ghiïíìî4 4
J
JKL5 jkl5 5
K
MNOÖÓÒÔ6 mnoöóòô6 6
L
H
om de
Numeriek
1
Toets Hoofdletters Kleine letters
PQRS7 pqrsß7 7
M
TUVÜÚÛÙ8 tuvüúûù8 8
N
WXYZ9 wxyz9 9
O
(spatie) + = < > € £ $ ¥ % & 0 0
Q
Wisselt tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers. U hebt vier mogelijkheden:
P
Abc, ABC, 123 en abc.
.,?!:;-+# @' " ( )_&€£$ %/ ˜ <>§= \ |¥
¿¡^[ ]{ }¤ÅÄ
R
Же джаЗЙ и й м СсЦШцштЯЬь
ù ∆ΦΓ ΛΩΠΨΣΘ Ξ (spatie)
:
-
G Q
: Houd deze toets ingedrukt om te
P
: Houd deze toets ingedrukt om het
R
Houd deze toets ingedrukt om de
O
cijfers 0 - 9 in te voeren.
wisselen tussen gewone tekstinvoer en T9-tekstinvoer.
invoertaalscherm weer te geven.
Karakters invoeren 33
Numeriek

De invoertaal wijzigen

1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Invoertaal”.
2. Selecteer de gewenste taal.

De invoermodus wijzigen

T9-tekstinvoer
T9-tekstinvoer is een versnelde methode om tekst in te voeren.
1. Druk in het tekstinvoerscherm op P om naar de
T9-modus over te schakelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Invoermodus”.
3. Selecteer de invoermodus (Abc, ABC, 123 of abc).
4. Druk voor elke letter die u wilt invoeren de
betreffende toets eenmaal in. Als u bijvoorbeeld het woord “Hoe” wilt invoeren,
drukt u op JLI.
5. Als het weergegeven woord niet het woord is dat u
nodig hebt, druk dan op a of b totdat het juiste woord verschijnt.
6. Druk op B om het woord te selecteren.
34 Karakters invoeren
Opmerking
Als bij stap 5 het juiste woord niet verschijnt, ga dan
over op gewone tekstinvoer om het juiste woord in te voeren.
Tip
Als u op Q drukt in plaats van stap 6 uit te voeren,
wordt naast het geselecteerde woord een spatie ingevoegd.
Symbolen en interpunctie
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Symbool”.
2. Selecteer het gewenste symbool.

Mijn woordenboek

U kunt uw eigen woordenlijst maken voor T9-tekstinvoer.
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en
selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Selecteer “Nieuw woord toev.” en voer een nieuw
woord in.
Een woord in de lijst bewerken
1. Druk in de T9-tekstinvoermodus op [Opties] en
selecteer “Mijn woordenboek”.
2. Markeer het gewenste woord.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Wijzig het woord.

Sjablonen gebruiken

Als u karakters invoert, kunt u gebruik maken van zinnen die zijn opgeslagen in Mijn sjablonen.
Zie “Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen” op bladzijde 82 voor informatie over het maken van een tekstsjabloon.
1. Verplaats in het tekstinvoerscherm de cursor naar
het punt waar u de sjabloon wilt invoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
3. Selecteer “Sjabloon invoegen”.
4. Selecteer de gewenste tekstsjabloon.
Tekst kopiëren, knippen en plakken
1. Druk in het tekstinvoerscherm op [Opties] en
selecteer “Extra”.
2. Selecteer “Kopiëren” of “Knippen”.
3. Verplaats de cursor naar de eerste letter die moet
worden gekopieerd of geknipt en druk op B.
4. Verplaats de cursor naar de laatste letter om het
gebied te markeren dat u wilt knippen of kopiëren, en druk op B.
5. Verplaats de cursor naar het punt waar u de
gemarkeerde tekst wilt plakken.
6. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”.
7. Selecteer “Plakken”.
Karakters invoeren 35

Gebruik van het menu

Hoofdmenu

1. Druk op B tijdens stand-by.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
2. Druk op a, b, c of d om het gewenste menu te
markeren en druk op B om de functie te openen. Zie “Overzicht van de menufuncties” op
bladzijde 159 voor bijzonderheden over de menuopties.
36 Gebruik van het menu

Sneltoetsen

U kunt menu’s snel openen door met B en de cijfertoetsen het corresponderende nummer in het hoofdmenu te kiezen. Voor nummer 10 t/m 12 drukt u op B en P (10), Q (11) of R (12). Zie “Overzicht van de menufuncties” op bladzijde 159.
Sneltoetsen staan vermeld in de titels van deze gebruikershandleiding.
Voorbeelden:
Als u met de sneltoetsen het submenu “Spraakbericht” (M 5-1-2) wilt kiezen
Druk op B KGH. Als u met de sneltoetsen het submenu
“Help” (M 7-10) wilt kiezen Druk op B MP.
Opmerking
De sneltoetsen werken alleen op de eerste drie
menuniveaus.

Telefoonboek

In het Telefoonboek kunt u de telefoonnummers en e-mailadressen opslaan van uw vrienden, familie en collega’s.
In de telefoon kunnen maximaal 500 items worden opgeslagen. In het Telefoonboek kunt u de hieronder genoemde onderdelen opslaan:
Contactgegevens in het telefoongeheugen
Voornaam maximaal 32 karakters Achternaam maximaal 32 karakters Telefoonnummer maximaal 3 telefoonnummers
E-mailadres maximaal 3 e-mailadressen (elk
Categorie 16 categorieën Straat & nummer maximaal 64 karakters Woonplaats maximaal 64 karakters Provincie maximaal 64 karakters Postcode maximaal 20 karakters Land maximaal 32 karakters Memo maximaal 256 karakters Verjaardag (datum) Foto (bestandsnaam)
(M 8-1)
(elk maximaal 32 cijfers)
maximaal 128 karakters)
Ringtone/video toew.
Ringtone/video toew.
Ringtone/video toew.
Geheim (Aan of Uit)
Contactgegevens in het SIM-geheugen (afhankelijk van de SIM-kaart)
Naam maximaal 32 karakters Telefoonnummer maximaal 32 cijfers

De naamvolgorde wijzigen

“Contacten” → “Instellingen” → “Volgorde”
Voor spraakoproep: (bestandsnaam)
Voor video oproep: (bestandsnaam)
Voor nieuw bericht: (bestandsnaam)
(M 8-8-1)
1. Selecteer “Voor-achternaam” of
“Achter-voornaam”.

Een andere lijst weergeven

“Contacten” → “Instellingen” → “Locatie Tel.boek”
(M 8-8-2)
1. Selecteer “Telefoon”, “SIM” of “Beide”.
Er verschijnt een bericht als de geselecteerde locatie verschilt van het geheugen waarin contacten worden opgeslagen.
Telefoonboek 37
Het opslaggeheugen selecteren (M 8-8-3)
“Contacten” → “Instellingen” → “Nwe contacten opsl.”
1. Selecteer “Telefoon”, “SIM” of “Kiezen vóór
opslaan”. Er verschijnt een bericht als de geselecteerde locatie
verschilt van die van de weergegeven lijst.
Tip
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere
keer wanneer u een nieuw item opslaat het geheugen kiezen.

De items in het Telefoonboek sorteren

U kunt de items in het Telefoonboek op alfabetische volgorde of per categorie weergeven.
“Contacten” sorteren”
1. Selecteer “Op alfabet” of “Op categorie”.
(M 8-8-4)
“Instellingen” → “Contacten

Een niet-geregistreerd nummer opslaan

Na beëindiging van een gesprek kan een scherm verschijnen waarin wordt gevraagd of u het telefoonnummer wilt registreren in het Telefoonboek.
“Contacten” opsl.”
38 Telefoonboek
(M 8-8-5)
“Instellingen” → “Ongeregistreerde
1.
Selecteer “Inkomend gesprek” of “Uitgaand gesprek”.
2. Selecteer “Aan” of “Uit”.

Een nieuw contact toevoegen

U kunt nieuwe contactpersonen opslaan in het geheugen van de telefoon of de SIM-kaart. Zie “Het opslaggeheugen selecteren” hoe u tussen deze geheugens kunt wisselen.
Het aantal telefoonnummers dat u op de SIM-kaart kunt opslaan hangt af van de capaciteit van de kaart. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
“Contacten” → “Telefoonboek” → “Nieuw contact”
Als u voor het opslaan van de gegevens de optie “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u kiezen uit “Naar telefoon” en “In SIM”.
1. Selecteer het veld dat u wilt invullen en voer de
gegevens in.
2. Druk op [Opslaan] als u klaar bent.
Tip
Als u een contact toevoegt, moet minimaal één veld
worden ingevuld (“Voornaam”, “Achternaam”, “Telefoonnummer” of “E-mailadres” voor het telefoongeheugen; of “Naam” of “Telefoonnummer” voor het SIM-geheugen).
Mijn contactgegevens bekijken (M 8-5)
U kunt uw eigen contactgegevens op dezelfde manier in het Telefoonboek registreren en bewerken als de overige items.
“Contacten”
“Mijn contactgegev.”
Items uit het Telefoonboek kopiëren tussen de SIM-kaart en de telefoon (M 8-9-1)
“Contacten” → “Contacten beheren” → “Alles kopiëren”
1. Selecteer “Va n SIM naar telefoon” of “Van telefoon
naar SIM”.
Opmerking
Wanneer u voor de eerste keer de SIM-kaart in uw
telefoon plaatst en het Telefoonboek start, verschijnt automatisch een scherm waarin u wordt gevraagd of u wel of niet gegevens wilt kopiëren. Het aantal items uit het Telefoonboek dat kan worden gekopieerd, hangt af van de capaciteit van de SIM-kaart.
Als er onvoldoende geheugen is om alle items op te
slaan, kunt u het kopiëren niet voltooien.

Een naam zoeken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Voer de eerste letters van de naam in.
De eerste naam die begint met de ingevoerde letters wordt gemarkeerd.
Tip
Vóór het zoeken kunt u de locatie opgeven waarin u
wilt zoeken: “Telefoon”, “SIM” of “Beide”.

Bellen vanuit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item en druk op D
(spraakoproep) of S (video-oproep).
Tip
Als bij een item meer dan één telefoonnummer staat
vermeld, markeer dan na stap 1 het gewenste telefoonnummer en druk op D (spraakoproep) of S (video-oproep).
U kunt ook rechtstreeks vanuit het detailscherm van
het Telefoonboek bellen. Selecteer op het detailscherm het gewenste telefoonnummer en druk op D (spraakoproep) of S (video-oproep).
Telefoonboek 39

Items van het Telefoonboek bewerken

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Wijzig de gegevens.
4. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Een miniatuurbeeld aan items toevoegen
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Foto”.
4. Selecteer “Foto toewijzen”.
5. Selecteer de gewenste foto.
6. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Opmerking
Als u een foto uit het telefoongeheugen verwijdert,
wordt ook het bijbehorende miniatuurbeeld verwijderd.
Als een miniatuurbeeld wilt toevoegen maar er nog
geen hebt, volgt u dezelfde procedure maar selecteert u bij stap 4 “Foto maken”.
40 Telefoonboek
“Telefoonboek”

Een ringtone of ringvideo aan items toewijzen

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
3. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
4. Selecteer “Voor spraakoproep”, “Voor video
oproep” of “Voor nieuw bericht”.
5. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video
toewijzen”. Vervolg met stap 7 als u “Video toewijzen”
selecteert.
6. Selecteer “Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”.
7. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 109 of “Een ringvideo toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 110 voor informatie over het selecteren van een ringtone of videoclip.
8. Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.

Een verjaardag opnemen in de Kalender

Verjaardagen bij items in het Telefoonboek kunnen ook in de kalender worden opgenomen.
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Tonen”.
3. Druk op d om de tweede tab weer te geven.
4. Druk op b om de verjaardag te markeren.
5. Druk op [Opties] en selecteer “Stel herinnering in”.
6. Druk op B.
Tip
Na registratie kunnen de gegevens in de Kalender
worden aangepast. Zie “Een andere herinneringstoon of herinneringsvideo selecteren” en verder op bladzijde 93 voor informatie over het aanpassen van een ingevoerde activiteit.
“Stel herinnering in” wordt niet weergegeven in stap
5 als het kalendergeheugen vol is.
“Telefoonboek”

Items uit het Telefoonboek verwijderen

Alle items uit het Telefoonboek verwijderen (M 8-9-3)
“Contacten” wissen”
1. Selecteer “Toestel-items”, “SIM-items” of “Items
op beide”.
2. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121 voor informatie over de toestelcode.
Een item uit Telefoonboek verwijderen
“Contacten”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.

Categorieën beheren

Voor iedere categorie kunt u een andere ringtone instellen. Als u de ringtone van een categorie niet wijzigt, wordt de ringtone gebruikt die in het menu Profielen is toegewezen.
“Contacten”
1. Markeer de gewenste categorie.
2.
Druk op [Opties] en selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer
oproep”
“Contacten beheren” → “Alle items
“Telefoonboek”
(M 8-3)
“Categorieën beheren”
Voor spraakoproep”,
of “Voor nieuw bericht”.
“Voor video
Telefoonboek 41
4. Selecteer “Ringtone toewijzen” of “Video
toewijzen”. Vervolg met stap 6 als u “Video toewijzen”
selecteert.
5. Selecteer “Stand. ringtones.” of “Mijn ringtones”.
6. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 109 of “Een ringvideo toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 110 voor informatie over het selecteren van een ringtone of videoclip.
De categorienaam wijzigen
U kunt de categorienamen wijzigen die worden toegewezen aan de items in het Telefoonboek.
“Contacten”
“Categorieën beheren”
1. Markeer de gewenste categorie.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Naam bewerken”.
3. Wijzig de naam.
42 Telefoonboek

Contactgroepen

U kunt een verzendlijst maken om hetzelfde bericht tegelijkertijd naar een groep geadresseerden te verzenden. U kunt maximaal 5 groepen registreren.
Een nieuwe verzendlijst maken
“Contacten” toevoegen”
(M 8-6)
“Contactgroepen” → “Nieuwe groep
1. Voer de naam in voor de nieuwe groep.
De nieuwe groepsnaam wordt weergegeven na de laatste groep op het groepslijstscherm.
Geadresseerden toevoegen aan een groep
Elke lijst kan maximaal 20 geadresseerden bevatten.
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Markeer de gewenste groep.
2. Selecteer “Nieuw item toewijzen”.
3. Selecteer het gewenste item.
Het detailscherm verschijnt.
4. Selecteer het gewenste telefoonnummer of
e-mailadres.
Tip
Als u een item wijzigt dat aan een groep is
toegewezen, moet u het item opnieuw aan de groep toewijzen om de wijziging in de groep door te voeren. Markeer het item, druk op [Opties], en selecteer bij stap 2 “Item opnieuw toewijzen.”.
Als u een item uit de groep wilt verwijderen, markeer
dan het item, druk op [Opties], en selecteer bij stap 2 “Item verwijderen”.
Als u een groep wilt verwijderen, markeer dan de
groepsnaam, druk op [Opties], en selecteer bij stap 1 “Verwijderen”.
Een bericht verzenden met de verzendlijst
“Contacten”
“Contactgroepen”
1. Selecteer de gewenste groepsnaam.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
3. Selecteer het gewenste berichttype.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 voor verdere procedures.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u controleren welk geheugen u momenteel gebruikt voor het Telefoonboek.
“Contacten” “Geheugenstatus”
(M 8-9-2)
“Contacten beheren” →

Snelkiezen

U kunt maximaal 8 telefoonnummers opslaan onder Snelkiezen (blz. 24).
Items uit het Telefoonboek toewijzen aan Snelkiezen
“Contacten”
1. Selecteer het gewenste item.
2. Markeer het gewenste telefoonnummer.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Snelkiezen”.
4. Selecteer de gewenste locatie.
Tip
De negen cijfertoetsen (G - O) komen overeen
met de nummers van de lijst onder Snelkiezen.
Snelkiezen bewerken
“Contacten”
1. Markeer het item dat u wilt wijzigen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw toewijzen”
(of “Toewijzen”).
“Telefoonboek”
(M 8-4)
“Snelkiezen”
Telefoonboek 43

Een item uit het Telefoonboek verzenden

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Markeer het gewenste item.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Contact verzenden”.
3. Selecteer “Als bericht” of “Via Bluetooth”.
Voor “Als bericht”
Zie “MMS” op bladzijde 54 voor meer informatie.
Voor “Via Bluetooth”
Zie “Bluetooth” op bladzijde 122 voor meer informatie.

Een item voor het Telefoonboek ontvangen

Wanneer de telefoon een item voor het Telefoonboek ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel stand-by staat.
1. Druk op [Ja].
Het ontvangen item wordt opgeslagen in het Telefoonboek. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
Zie “Verbindingen” op bladzijde 122 voor
informatie over het invoeren van Bluetooth­instellingen.
44 Telefoonboek

Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden naar een adres uit het Telefoonboek

“Contacten” → “Telefoonboek”
1. Selecteer het gewenste item, met inbegrip van het
telefoonnummer of e-mailadres dat u wilt gebruiken.
2. Selecteer het gewenste telefoonnummer of
e-mailadres.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bericht maken”.
4. Selecteer “Spraakbericht” of “Videobericht”.
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 voor verdere procedures.

Items uit het Telefoonboek synchroniseren met items op het internet

De datasynchronisatiefunctie is een netwerkdienst waarmee u de gegevens in het telefoongeheugen kunt synchroniseren met een server op het internet. De gegevens op de SIM-kaart worden niet gesynchroniseerd. Neem contact op met uw netwerkoperator als u zich op deze dienst wilt abonneren.
“Contacten”
Er zijn drie synchronisatiemogelijkheden.
Opmerking
Deze mogelijkheden zijn niet beschikbaar als er geen
Het Telefoonboek synchroniseren
1. Selecteer “Nu synchroniseren!” om het
(M 8-7)
“Synchroniseren”
synchronisatie-instellingen actief zijn (M 8-7-5).
(M 8-7-1)
telefoonboek uit het telefoongeheugen te synchroniseren met het telefoonboek op de internetserver.
Neem contact op met uw netwerkoperator of raadpleeg de webpagina van de internetserver voor volledige informatie over de synchronisatieregels.
Een back-up maken van het Telefoonboek (M 8-7-2)
1. Selecteer “Back-up” om het Telefoonboek op te
slaan op de internetserver. Hierdoor worden alle contactgegevens
overschreven die momenteel op de server zijn opgeslagen.
Het Telefoonboek herstellen
(M 8-7-3)
1. Selecteer “Herstellen” om het Telefoonboek van de
internetserver op te halen. Hierdoor worden alle contactgegevens
overschreven die momenteel in het telefoongeheugen zijn opgeslagen (contacten op de SIM-kaart worden niet gewijzigd). U wordt gevraagd de toestelcode op te geven voordat de herstelactie wordt uitgevoerd. De herstelactie wordt beëindigd als u een onjuiste code opgeeft.
Het log bekijken
(M 8-7-4)
1. Selecteer “Log bekijken” om de details van de
laatste synchronisatiesessie te bekijken.
Telefoonboek 45
Synchronisatie-instellingen
“Contacten” “Synchronisatie-instellingen”
“Synchroniseren” →
(M 8-7-5)
1. Selecteer de gewenste account of “Nieuwe maken”
om de volgende instellingen in te voeren. “Profielnaam”: Profielnaam voor
“Servernaam”: Adres server “Gebruikers-id”: Gebruikers-id voor
“Wachtwoord”: Wachtwoord voor
“Proxy”: Proxy-instelling voor
“Naam contactendatabase”:
Opmerking
Afhankelijk van uw netwerkoperator zijn de
synchronisatie-instellingen mogelijk al in de telefoon ingevoerd. Er gelden wellicht beperkingen voor het weergeven, verwijderen, kopiëren of wijzigen van deze instellingen. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
46 Telefoonboek
synchronisatie (unieke naam)
verificatie
verificatie
synchronisatie
Databasenaam van het Telefoonboek op de server

Een servicenummer bellen

Bepaalde SIM-kaarten bevatten servicenummers die kunnen worden gebeld. Neem contact op met de verkoper van uw SIM-kaart voor meer informatie. In het scherm Contacten wordt onderaan de lijst de optie “Servicenummer” weergegeven.
“Contacten”
“Servicenummer”
(M 8-10)
1. Selecteer het gewenste servicenummer.
Tip
Als de SIM-kaart slechts één servicenummer bevat,
kunt u dit nummer bellen door bij stap 1 op B te drukken.
Als er op de SIM-kaart geen servicenummer is
opgeslagen, wordt dit menu niet weergegeven.

Camera

Uw telefoon is uitgerust met een digitale camera waarmee u thuis en onderweg foto’s en videoclips kunt maken. Dit hoofdstuk beschrijft de basisfuncties en bedieningsprocedures voor het maken, opslaan en verzenden van foto’s en videoclips, en gemeenschappelijke en specifieke functies voor camera en video.
(M 4)

Foto’s maken

“Camera”
1. Druk op B om een foto te maken.
U hoort het sluitergeluid en in het display ziet u de foto die u hebt genomen.
2. Druk op [Opslaan].
De foto wordt opgeslagen in Mijn telefoon. Als u de foto niet wilt opslaan, drukt u op [Annuler.]. Als u de foto wilt verzenden, drukt u bij stap 2 op B en selecteert u de verzendoptie “Als Bericht”, “Als MMS per Post” of “Naar MMS Album”.
Opmerking
Als de videocamera wordt geactiveerd, drukt u op
[Opties] en selecteert u “Naar fotocamera”, of drukt u op c.
Als u een foto probeert te versturen met een te grote
bestandsgrootte, wordt het afbeeldingsformaat aangepast. De foto wordt in de oorspronkelijke grootte opgeslagen in Mijn telefoon.
Camera 47

Videoclips opnemen

U kunt uw telefoon gebruiken om videoclips op te nemen.
“Camera”
Een voorbeeld van de opname wordt op het scherm weergegeven.
Als u in de cameramodus bent, druk dan op d om over te schakelen naar de videomodus.
1. Druk op B.
2. Druk op B als u wilt stoppen met opnemen.
3. Selecteer “Opslaan”.
De videoclip wordt in Mijn telefoon opgeslagen. Selecteer “Voorbeeld” als u de videoclip wilt bekijken voordat u deze opslaat. Selecteer “Opslaan en verzenden” als u de videoclip wilt verzenden. Selecteer vervolgens “Als Bericht” of “Naar MMS Album”. Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 voor verdere procedures.
Opmerking
U kunt videoclips alleen verzenden als u bij de
opnameduur “Voor MMS” hebt geselecteerd. Zie “De opnametijd selecteren” op bladzijde 53 voor meer informatie.
48 Camera

Gemeenschappelijke functies voor de cameramodus en videomodus

De digitale zoomfunctie gebruiken
De zoomverhouding aanpassen
1. Druk op a of b.
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar stand-by, worden de zoominstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
De belichting aanpassen
“Camera”
1. Druk op a (Licht) of b (Donker).
Zodra de telefoon is teruggekeerd naar stand-by, worden de helderheidsinstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
[Opties] → “Belichting”
: (Licht Normaal Donker)
Gebruik van de zelfontspanner
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” “Zelfontspanner” (cameramodus)
“Camera” (videomodus)
[Opties] → “Modi” →
[Opties] → “Zelfontspanner”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
“ ” wordt op het scherm weergegeven als u “Aan” selecteert.
Wisselen tussen de cameramodus en videomodus
U kunt wisselen tussen de cameramodus en videomodus door op c of d te drukken.
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” “Camera”
[Opties] → “Naar videocam.”
[Opties] → “Naar fotocamera”
De beeldkwaliteit of filmkwaliteit selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” “Camera”
[Opties] → “Beeldkwaliteit”
[Opties] → “Filmkwaliteit”
1. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit of
filmkwaliteit.
: Zeer hoog :Hoog :Normaal
Opmerking
De bestandsgrootte neemt toe als u een betere
kwaliteit kiest.
Het opslaggeheugen selecteren
Selecteer de gewenste optie.
“Camera” foto’s opslaan”
“Camera” video’s opsl.”
[Opties] → “Instellingen” → “Nieuwe
[Opties] → “Instellingen” → “Nwe
1. Selecteer de gewenste geheugenlocatie: “In
telefoongeheugen”, “Naar geheugenkaart” of “Kiezen vóór opslaan”.
Opmerking
Als u “Kiezen vóór opslaan” selecteert, kunt u iedere
keer als u een foto of video opslaat de gewenste locatie opgeven.
Camera 49
Automatisch opslaan
U kunt de telefoon zo instellen dat uw foto’s en videoclips automatisch worden opgeslagen.
“Camera” opslaan”
[Opties] → “Instellingen” → “Autom.
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De beeldstabilisatiemodus selecteren
“Camera” stabilisatie”
[Opties] → “Instellingen” → “Beeld
1. Selecteer “Modus 1: 50Hz” of “Modus 2: 60Hz”.
Opmerking
Afhankelijk van de lichtbron kunnen op het beeld
verticale strepen voorkomen. Kies een andere beeldstabilisatiemodus om dit te herstellen.
De helpfunctie gebruiken
“Camera”
50 Camera
[Opties] → “Help”
Gemeenschappelijke sneltoetsen
Als aan een toets meerdere functies zijn toegewezen, wisselt u tussen deze functies door de toets herhaaldelijk in te drukken.
Fotocamera Videocamera
G Maximale/minimale zoom H Belichting I J Nieuwe foto’s opslaan Nieuwe video’s opslaan K Afbeeldingsformaat Afbeeldingsformaat L Microfoon in-/
M Beeldkwaliteit Filmkwaliteit N Zelfontspanner in-/uitschakelen O Q
Wisselen tussen
weergave met en zonder
indicators op de zoeker
Wisselt tussen de interne en externe camera
P
Opmerking
Voordat u een videoclip opslaat, is in “Voorbeeld”
de optie “Wisselen tussen de weergavemodi” beschikbaar. Zie “Videoclips opnemen” op bladzijde 48.
uitschakelen
Wisselen tussen de
weergavemodi op het
voorbeeldscherm

Functies in de cameramodus

Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren. Alle foto’s die u maakt worden in het JPEG-formaat opgeslagen.
“Camera”
1. Selecteer het gewenste formaat.
(Externe camera) 960 × 1280 dots/
(Interne camera) 120 × 160 dots
Fotoserie
Er zijn verschillende modi beschikbaar voor het maken van fotoseries.
“Camera”
1. Selecteer de gewenste modus.
De volgende opties zijn beschikbaar: “Uit”: De functie Fotoserie wordt
[Opties] → “Afbeeld.formaat”
768 × 1024 dots/480 × 640 dots/ 240 × 320 dots/120 × 160 dots
[Opties] → “Modi” → “Fotoserie”
geannuleerd.
“4 foto’s”/“9 foto’s” ( / ):
“Overlappend” ( ): Overlapt de foto’s van een
Opmerking
Als u “Handmatig” selecteert om een fotoserie te
maken, druk dan handmatig op B in de gewenste snelheid.
Wanneer de functies Zelfontspanner en Fotoserie
tegelijkertijd zijn ingesteld, wordt “ ” (in dit voorbeeld voor “4 foto’s”) weergegeven.
U kunt de functie Fotoserie niet gebruiken voor
afbeeldingsformaten groter dan 480 opties “9 foto’s” en “Overlappend” zijn niet beschikbaar als het ingestelde afbeeldingsformaat groter is dan 240
Met deze optie maakt u achtereenvolgens 4 of 9 foto’s. Als u deze modus selecteert, kunt u vervolgens kiezen tussen “Snel”, “Normaal” en “Handmatig”.
fotoserie in één foto en maakt een totaalbeeld. Als u deze optie selecteert, kunt u vervolgens kiezen tussen “Snel” en “Normaal”.
×
×
320 dots.
640 dots. De
Camera 51
Een kader selecteren
U kunt een kader kiezen uit de voorbeeldkaders of in Mijn afbeeldingen.
“Camera” toevoegen”
[Opties] → “Modi” → “Kader
1. Selecteer “Voorbeeldkaders” of “Mijn
afbeeldingen”.
2. Selecteer het gewenste kader.
Het geselecteerde kader wordt op het display bevestigd.
3. Druk op B.
Opmerking
Voor foto’s groter dan 240 dots [B]
kunt u deze functie niet gebruiken.
Het volledige scherm gebruiken
U kunt het voorbeeld op volledige schermgrootte weergeven zonder dat de displaytoetsen en indicators te zien zijn.
“Camera”
[Opties] → “Instellingen”
×
320 dots [H]
1. Selecteer “Volledige zoeker”.
Kies “Normale zoeker” als u wilt terugkeren naar de normale zoeker.
52 Camera
Het sluitergeluid selecteren
“Camera” “Sluitergeluid”
[Opties] → “Instellingen” →
1. U kunt kiezen tussen 3 voorbeeldgeluiden.
Druk bij stap 1 op [Afspelen] om het sluitergeluid af te spelen.
Opmerking
De functie Fotoserie maakt gebruik van een speciaal
sluitergeluid dat met bovengenoemde instellingen niet kan worden gewijzigd.
Het sluitergeluid is ook hoorbaar als de optie
“Hoofdvolume” (blz. 109) op “Stil” is ingesteld. Deze instelling kan niet gewijzigd worden, dit om onbevoegd gebruik te voorkomen.

Functies in de videomodus

De opnametijd selecteren
“Camera”
1. Selecteer “Voor MMS” of “Max. Duur”.
Opmerking
Als u voor de opnametijd “Voor MMS” selecteert, is
De optie “Opslaan en verzenden” wordt niet
[Opties] → “Opnametijd”
Voor MMS ( ): Beperkt de opnametijd tot
Max. Duur ( ): Minder dan 30 minuten
de bestandsgrootte afhankelijk van de netwerkoperator. Als gevolg daarvan is de kwaliteitsinstelling ook beperkt.
weergegeven nadat een opname is gemaakt in de modus Max. Duur.
de lengte die de netwerkoperator toestaat voor het verzenden van een bericht.
(afhankelijk van het geheugen).
Het afbeeldingsformaat selecteren
U kunt het formaat van de foto’s selecteren.
“Camera”
[Opties] → “Afbeeld.formaat”
1. Kies “Groot(QCIF)” of “Klein(SubQCIF)”.
Videoclips met geluid opnemen
Als u een videoclip met geluid wilt opnemen, moet de microfoon worden aangezet.
“Camera” “Microfoon”
[Opties] → “Instellingen” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Opmerking
Standaard staat de microf oon al aan. Selecteer “Uit”
als u een videoclip zonder geluid wilt opnemen.
De bestandsgrootte wordt kleiner als u een videoclip
zonder geluid opneemt.
Video coderen
“Camera” coderen”
[Opties] → “Instellingen” → “Video
1. Selecteer de gewenste videocodering.
Camera 53

Berichten

Met uw telefoon kunt u SMS-, MMS- en e-mailberichten ve rzenden en ontvangen. De telefoon is compatibel met de meeste POP3-e-mailproviders.
(M 5)
SMS
Met SMS kunt u tekstberichten van maximaal 765 karakters verzenden. Als een bericht langer is dan 160 karakters, wordt het in meerdere delen opgesplitst.
MMS
Met MMS kunt u berichten sturen die vergezeld gaan van beeld, geluid en video om uw gesprekspartner aangenaam te verrassen. De maximale grootte voor verzenden en ontvangen van berichten met afbeeldingen, geluiden of videoclips is 300 KB.

E-mail

Met E-mail kunt u berichten tot 300 KB verzenden.
Opmerking
Sommige MMS-functies zijn mogelijk niet beschikbaar. Dit hangt af van uw netwerk. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
De maximale berichtgrootte is afhankelijk van de beperkingen die zijn ingesteld door de netwerkoperator.
54 Berichten
1
2
4
3
1. Veld voor geadresseerde
2. Berichtveld
3. Verzenden
4. Foto, Geluid, Video, Overig

Een nieuw bericht maken

(SMS/MMS) “Berichten” (E-mail) “Berichten”
“Bericht maken” → “Bericht”
“Bericht maken” → “E-mail”
(M 5-1)
1. Selecteer het veld van de geadresseerde.
2. Selecteer de gewenste methode om de details van de
geadresseerde in te voeren.
3. Voor een MMS-bericht: voer een e-mailadres of
telefoonnummer in of selecteer dit in het Telefoonboek. Voor een SMS-bericht: voer een telefoonnummer in of selecteer dit. Voor een e-mailbericht: voer een e-mailadres in of selecteer dit.
• Als u meerdere e-mailadressen of telefoonnummers wilt toevoegen, markeert u het veld voor de geadresseerde, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en vervolgens “Adres toevoegen”. Voer een e-mailadres of telefoonnummer in of selecteer dit in het Telefoonboek.
• Als u het type geadresseerde wilt wijzigen, drukt u op [Opties], selecteert u “Ontvangers bewerken” en markeert u de gewenste geadresseerde. Druk op [Opties] en selecteer “Wijzigen in Aan”, “Wijzigen in CC” of “Wijzigen in BCC”.
• Als u een onderwerp wilt toevoegen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Onderwerp toevoegen”.
4. Plaats de cursor in het berichtveld.
5. Schrijf het bericht.
6. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Als het bericht is verzonden, wordt het naar de map Verzonden berichten verplaatst.
Tip
Als u hetzelfde bericht wilt verzenden naar een groep
geadresseerden, selecteert u bij stap 2 de optie “Groep selecteren” en vervolgens de gewenste groepsnaam. Zie “Een nieuwe verzendlijst maken” op bladzijde 42 voor informatie over het maken van een verzendlijst.
Berichten 55
Een diavoorstelling toevoegen
1. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55.
2. Druk op a om het bericht te markeren.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Dia toevoegen”.
4. Selecteer “Dia toevoegen na” of “Dia toevoegen
vóór”.
5. Voeg tekst toe aan het bericht.
Als u voor elke dia de duur wilt selecteren, markeert u de ruimte tussen de dia’s. Druk op [Opties], selecteer “Tijdsduur dia”, en selecteer de gewenste duur. Herhaal stap 2 t/m 4 om meer dia’s toe te voegen.
Tip
Berichten kunnen maximaal 300 KB groot zijn.
Iedere dia kan één afbeelding en/of één geluidsbestand of videoclip bevatten.
Gegevens uit Mijn telefoon bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Foto”, “Geluid” of “Video” in het midden onderaan het scherm, en druk vervolgens op B .
56 Berichten
2. Selecteer “Opgeslagen afb.”, “Opgeslagen
geluiden” of “Opgeslagen video”.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Als u nieuwe foto’s wilt maken of geluiden of videoclips wilt opnemen, selecteert u “Foto maken”, “Geluid opnemen” of “Video opnemen”.
• Als u JPEG-bestanden bijvoegt, selecteer dan de juiste optie voor wijziging van de grootte. De maximale berichtgrootte voor verzending is afhankelijk van de netwerkoperator.
Bijlagen verwijderen of vervangen
1. Druk b ij stap 6 onder “Een nieuw ber icht maken” op
bladzijde 55 op [Opties] en selecteer voor iedere bijlage de betreffende verwijderingsoptie.
Een item uit het Telefoonboek bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op B en selecteer “Tel.boek bijsluiten”.
2. Selecteer het gewenste item.
Als u uw eigen contactgegevens wilt bijvoegen, kiest u “Mijn contactgegev.”.
Een activiteit bijvoegen
1. Markeer bij stap 6 onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55 de indicator “Overig” in de rechterbenedenhoek van het scherm. Druk op B en selecteer “Afspraak bijsluiten”.
2. Selecteer de gewenste dag met de activiteit die u
wilt bijvoegen.
3. Selecteer de gewenste activiteit.
De verzendingsopties gebruiken
U kunt voor elk type bericht verzendingsopties instellen.
1. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm, druk vervolgens op B en selecteer “Bericht Instellingen”.
• “Leesrapport” (“Aan”, “Uit”) (MMS): Met deze optie kunt u instellen of u een bevestiging wilt ontvangen wanneer het bericht is gelezen.
• “Afleverrapport” (“Aan”, “Uit”) (SMS/MMS): Met deze optie kunt u instellen of u een bevestiging wilt ontvangen wanneer het bericht is afgeleverd op het adres van de geadresseerde.
• “Vervaltijd” (“Maximum”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/MMS): Met deze optie kunt u instellen hoe lang het bericht bewaard blijft op de server voordat het vervalt. “Prioriteit” (“Hoog”, “Normaal”, “Laag”): Met
• deze optie geeft u de prioriteit van uw bericht aan.
• “Bezorgingstijd” (“Geen uitstel”, “30 minuten”, “1 uur”, “6 uur”, “1 dag”, “1 week” (SMS/ MMS): Met deze optie stelt u in wanneer het bericht moet worden afgeleverd nadat u het verzendt.
Berichten 57
2. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Als het bericht is verzonden, wordt het naar de map Verzonden berichten verplaatst.
Opmerking
De berichtgrootte die wordt getoond terwijl u het
bericht maakt, is bij benadering gegeven.
Als een bericht niet kan worden verzonden, blijft het
in Postvak UIT staa n en wordt op het stand-byscherm “ ” weergegeven.
Tip
Als u een bericht wilt opslaan zonder het te
verzenden, drukt u bij stap 4 onder “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 op [Opties] en selecteert u “Opslaan in Concepten”.
U kunt de volgende onderdelen met MMS-berichten
meesturen. Meer informatie hierover leest u in de volgende paragrafen.
Gegevens uit Mijn telefoon
Item uit het Telefoonboek
Activiteit die is ingevoerd in de Kalender, etc.
Bij het opstellen van berichten kunt u gebruik maken
van sjablonen. Zie “Sjablonen gebruiken” op bladzijde 35 voor informatie over deze optie.
58 Berichten
Een bericht verzenden vanuit de map Concepten
“Berichten”
(M 5-3)
“Concepten”
1. Selecteer de gewenste tab: SMS/MMS of E-mail.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken en
verzenden”.
3. Pas het bericht desgewenst aan.
4. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Een voicemailbericht of videoclipbericht verzenden
Bij het maken van een nieuw bericht kunt u een voicemailbericht of videoclip opnemen. Selecteer de gewenste optie.
“Berichten” “Berichten”
(M 5-1-2) (M 5-1-3)
“Bericht maken” → “Spraakbericht”
“Bericht maken” → “Videobericht”
1. Druk op B om de opname te starten.
2. Druk op B om de opname te stoppen.
3. Selecteer “Accepteren” om de opname bij het
nieuwe bericht bij te voegen. Het bestand wordt opgeslagen in de betreffende
map in Mijn telefoon. Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 voor verdere procedures.
Een bericht lezen
Berichten die u ontvangt worden opgeslagen in de Inbox.
“Berichten”
“Inbox”
1. Selecteer de gewenste tab: SMS/MMS of E-mail.
2. Selecteer het bericht dat u wilt lezen.
Het telefoonnummer van een afzender in het Telefoonboek opslaan
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht waarvan u het telefoonnummer
of e-mailadres wilt opslaan.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Adres opslaan”.
Het venster om een nieuw Telefoonboek-item in te voeren verschijnt en het telefoonnummer is al ingevuld. Zie “Een nieuw contact toevoegen” op bladzijde 38 voor meer informatie over het maken van een nieuw Telefoonboek-item.
Het telefoonnummer van een afzender bellen dat in het bericht is opgenomen
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht met het telefoonnummer dat u
wilt bellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Oproep”.
Eén MMS ophalen
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer de berichtmelding ( ) van het bericht
dat u wilt ophalen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
Tip
U kunt ook meerdere berichten tegelijkertijd
ophalen. Zie “Meerdere MMS-berichten tegelijk ophalen”.
Meerdere MMS-berichten tegelijk ophalen
“Berichten”
“Inbox”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Selecteer de gewenste berichtmeldingen, druk op
[Opties] en selecteer “Selecteren” of “Alle selecteren”.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Downloaden”.
De geselecteerde berichten worden tegelijk opgehaald.
Berichten 59
Antwoorden op één bericht of alle berichten
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht waarvan u de afzender wilt
beantwoorden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Beantwoorden”
(alleen aan afzender) of “Allen beantwoorden” (aan alle geadresseerden die staan vermeld in de oorspronkelijke lijst Aan of CC).
3. Selecteer “Beantwoorden” of “Met geschiedenis”.
4. Schrijf het bericht.
5. Markeer “Verzenden” in de linkerbenedenhoek van
het scherm. Druk op B en selecteer “Bericht verzenden”.
Een bericht doorsturen
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht dat u wilt doorsturen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Doorsturen”.
3. Voer stap 1 t/m 5 uit onder “Een nieuw bericht
maken” op bladzijde 55.
60 Berichten
Berichten in de lijst sorteren
“Berichten”
“Inbox”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Sorteren”.
3. Selecteer de gewenste sorteeroptie.
Berichten vergrendelen en ontgrendelen
“Berichten”
“Inbox”
1. Markeer het bericht dat u wilt vergrendelen of
ontgrendelen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Geavanceerd”.
3. Selecteer “Vergrendelen” of “Ontgrendelen”.
Een afbeelding verzenden met MMS per Post (M 5-1-4)
Met uw telefoon kunt u MMS-berichten versturen naar een briefkaartencentrale van Vodafone. Deze centrale drukt de afbeelding af en verstuurt deze als briefkaart naar het postadres van de geadresseerde in het MMS­bericht. (Het adres van de Vodafone-centrale is al ingevoerd in de telefoon. Dit adres kan niet worden gewijzigd.)
Een MMS per Post maken
“Berichten”
“Opgeslagen afb.”
“Bericht maken” → “MMS per Post”
1. Selecteer de foto die u wilt verzenden.
Selecteer “Foto maken” als u eerst nieuwe foto’s wilt maken. Als de bestanden van de geselecteerde foto’s in JPEG-formaat of de nieuw gemaakte foto’s te groot zijn om te verzenden, wijzig dan de grootte en probeer het opnieuw.
2. Schrijf het bericht.
Berichten mogen maximaal 200 bytes groot zijn.
3. Voer de geadresseerde in of selecteer deze.
Zie de opmerking hieronder voor meer informatie.
• “Naam” (verplicht): Naam van de geadresseerde van een briefkaart, maximaal 50 bytes
• “Straat & nummer” (verplicht): Straat en huisnummer, maximaal 50 bytes
• “Woonplaats” (verplicht): Woonplaats, maximaal 50 bytes
• “Postcode” (optioneel): Postcode, maximaal 20 bytes
• “Land” (optioneel): Land, maximaal 20 bytes
4. Druk op [Opties] en selecteer “MMS per Post”.
Berichten 61
Opmerking
De onderdelen “Naam”, “Straat & nummer” en
“Woonplaats” moeten ingevuld worden om een briefkaart via MMS per Post te kunnen verzenden.
Welke onderdelen worden weergegeven hangt af van
de aangeboden dienst. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie. Als het onderdeel “Land” niet wordt weergegeven, is het niet mogelijk via MMS per Post berichten naar het buitenland te sturen.
Asterisken (sterretjes) in het bericht of adres worden
ongeldig als het bericht wordt verzonden. Het veld Postcode mag geen spaties bevatten.
Voor de dienst MMS per Post kunnen alleen JPEG-
bestanden worden gebruikt.
De beeldkwaliteit van MMS per Post is afhankelijk
van het afbeeldingsformaat.
62 Berichten

Berichtinstellingen

Algemene instellingen
“Berichten” instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Thuis downloaden”:
• “Onderweg downloaden”:
• “Afleverrapport”:
“Bericht Instellingen” → “Algemene
Hiermee bepaalt u hoe berichten binnen uw netwerk worden opgehaald.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt
Hiermee bepaalt u hoe berichten worden opgehaald als u buiten uw netwerk roamt.
“Altijd downloaden”: Downloadt berichten
“Altijd uitstellen”: Het downloaden wordt
Schakelt verzoek om toezending van het afleverrapport in of uit.
onmiddellijk van de server.
uitgesteld.
onmiddellijk van de server.
uitgesteld.
• “Leesrapport”: Schakelt verzoek om toezending van het leesrapport in of uit.
• “Vervaltijd”: Hiermee geeft u aan hoeveel dagen en uren het berichtencentrum een door u verzonden bericht mag proberen af te leveren. In deze periode zal het berichtencentrum steeds proberen het bericht bij de geadresseerde af te leveren.
• “Ondertekening”: Opent het venster waarin u een handtekening kunt invoeren.
• “Automatisch verwijd.”: Verwijdert automatisch het oudste bericht wanneer de map Inbox, de map Verzonden berichten, of beide mappen (Inbox en Verzonden) vol zijn.
• “Autom. opnieuw verzenden”: Probeert opnieuw (maximaal twee keer) het eerder niet-verzonden SMS/MMS-bericht te verzenden. De opties zijn “Aan” en “Uit”.
• “Weergave berichtenlijst”: Hiermee kunt u instellen hoe de gegevens in de postbus moeten worden weergegeven. U kunt kiezen uit “Gegevens op 1 regel” en “Gegevens op 2 regels”.
Berichten 63
SMS-instellingen
“Berichten”
“Bericht Instellingen” →
“SMS-instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Berichtencentrum”: Voer het telefoonnummer van het berichtencentrum in.
Als u voor een bericht naar een internationaal nummer de landcode wilt invoeren, houd dan Q ingedrukt totdat het teken + wordt weergegeven.
• “Indeling”: Selecteer het berichtformaat dat moet worden gebruikt als u een nieuw bericht opstelt.
• “Antwoordmethode”: Bepaal of de antwoordmethode gelijk moet zijn aan de verzendmethode voor een antwoord op een bericht.
64 Berichten
• “Optimalisering”: Wanneer deze optie is ingesteld op “Aan” (standaard), worden double-byte tekens (zoals Europese tekens met een accent) bij verzending omgezet in single-byte tekens.
Wanneer deze optie is ingesteld op “Ui t”, worden double-byte tekens verzonden zoals ze worden weergegeven.
Het is mogelijk dat u dubbel moet betalen voor double-byte tekens in verzonden SMS-berichten wanneer Optimalisering is ingesteld op “Uit”.
MMS-instellingen
“Berichten”
“Bericht Instellingen” →
“MMS-instellingen”
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “MMS-accounts”: Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken” om de volgende instellingen in te voeren.
“Profielnaam”: MMS-profielnaam
(unieke naam)
“Proxy”: Proxyinstelling voor
MMS
“MMSC-adres”: Relay-server voor MMS
• “Afl.rapp. terugsturen”: Hiermee stelt u in of aan de afzender al dan niet een rapport moet worden verzonden als u een bericht ontvangt.
• “Leesrapport toestaan”: Hiermee kunt u de leesberichtfunctie aan- en uitzetten. Deze functie wordt gebruikt als de afzender een bericht wil ontvangen wanneer de geadresseerde het bericht heeft gelezen.
• “Tijdsduur dia”: Hiermee stelt u de tijdsduur van een dia in.
• “Max. berichtgrootte”: Stelt de maximale berichtgrootte voor verzending in, en blokkeert de verzending van MMS-berichten die groter zijn dan de ingestelde waarde.
• “Maakmodus”: Als de Maakmodus op “Vrij” is gezet, kunt u alle soorten bestanden aan het bericht toevoegen. Als de Maakmodus op “Beperkt” is gezet, kunt u alleen bepaalde formaten en bestanden tot een bepaalde grootte toevoegen. De instelling “Beperkt” geniet prioriteit boven “Max. berichtgrootte”.
Berichten 65
E-mailinstellingen
“Berichten” “E-mailinstellingen”
“Bericht Instellingen” →
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt instellen.
• “Emailaccounts”: Selecteer de gewenste account of selecteer “Nieuwe maken” om de volgende instellingen in te voeren. “Accountnaam”: Naam van de e-mailaccount
(unieke naam)
“POP3-server”: Servernaam, gebruikers-id,
wachtwoord en poortnummer voor een POP3-server
“SMTP-server”: Servernaam, gebruikers-id,
wachtwoord, poortnummer voor een SMTP-server en
SMTP-verificatie “APN”: Toegangspunt voor e-mail “E-mailadres”: E-mailadres
• “Interval downloaden”: Stelt het interval in waarmee berichten worden gedownload.
• “Max. berichtgrootte”: Stelt de maximale berichtgrootte in voor verzending en blokkeert de verzending van e-mailberichten die groter zijn dan de ingestelde waarde.
66 Berichten

Vodafone live!

Uw telefoon is al voorzien van de juiste instellingen om verbinding te maken met Vodafone live! en het internet voor mobiele toepassingen.*
Vodafone live! is een wereld van informatie en amusement op uw telefoon. Deze dienst biedt ook opwindende nieuwe manieren om met uw familie en vrienden te communiceren.
Vodafone live! met UMTS-technologie tilt mobiele media naar een geheel nieuw niveau en brengt uw telefoon tot leven. U kunt complete muzieknummers downloaden, 3D-games spelen en nog veel meer. Waar uw interesse ook naar uitgaat, u blijft altijd up-to-date. En u kunt genieten van het nieuwste van het nieuwste, uit en thuis. Dit allemaal nóg sneller dan voorheen en in kristalheldere digitale kwaliteit. Dankzij de mogelijkheid tot videogesprekken kunt u zelfs oogcontact houden met uw gesprekspartner als u kilometers van elkaar verwijderd bent! Deze dienst is alleen mogelijk op UMTS-telefoons en in gebieden met UMTS-dekking.
* Als u problemen met de verbinding ondervindt, neem
dan contact op met de klantenservice van Vodafone.
(M 2)
Hoofdmenu
“Vodafone live!”
De servicepagina van Vodafone live! wordt weergegeven.
“Vodafone live!”
Het scherm voor invoer van de URL wordt weergegeven, zodat u naar de betreffende site kunt gaan.
“Vodafone live!”
Zie bladzijde 68.
“Vodafone live!”
WAP-informatiemeldingen worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De opgeslagen screenshots worden weergegeven.
“Vodafone live!”
De geschiedenis wordt weergegeven van de pagina’s die u onlangs hebt bezocht.
“Vodafone live!”
Zie bladzijde 69.
“Vodafone live!”
“Voer URL in”
“Favorieten”
“Meldingen Postvak IN”
“Opgeslagen pagina’s”
“Geschiedenis”
“Instellingen browser”
Vodafone live! 67

Navigeren door een WAP-pagina

a b c d:
Hiermee markeert u de gewenste optie.
B: Hiermee voert u de optie uit die aan de
onderzijde van het scherm in het midden wordt weergegeven.
A: Hiermee start u het optiemenu van de
browser.
C: Hiermee selecteert u de actie die in de
rechterbenedenhoek van het scherm wordt weergegeven. Hiermee krijgt u toegang tot “Vodafone live!” door de browser te openen.
F (kort indrukken):
Hiermee sluit u de browser af.
(indrukken en ingedrukt houden):
Hiermee schakelt u de telefoon uit.
68 Vodafone live!
Favorieten bewerken
“Vodafone live!”
(M 2-3)
“Favorieten”
1. Selecteer de gewenste URL en druk op [Opties].
U kunt de favorietenlijst bewerken met de volgende opties: “Openen”: Selecteert een favoriet. “Details”: Geeft gedetailleerde
“Pagina verzenden”: Verzendt het URL-adres
“Nieuw”: Maakt nieuwe mappen of
“Hernoemen”: Wijzigt de naam van
“URL bewerken”: Bewerkt de URL van een
“Verplaatsen”: Verplaatst favorieten naar
“Verwijderen”: Verwijdert favorieten. “Alles verwijderen”: Verwijdert alle favorieten.
informatie over de WAP­pagina.
naar geadresseerden.
favorieten.
favoriete pagina’s.
favoriete pagina.
een andere locatie.
Instellingen browser
“Vodafone live!”
(M 2-7)
“Instellingen browser”
“Lettergrootte”: Stelt de lettergrootte van de
pagina’s in. “Verschuiving”: Stelt de scroll-snelheid in. “Verwijzing”: Geeft aan of de referrer moet
worden vermeld. “Cookies”: Wijzigt de cookie-
instellingen. “Downloads”: Categoriseert
downloadgegevens van
afbeeldingen/geluiden/
objecten. “Beveiliging”: Wijzigt de
beveiligingsinstellingen. “Gepushte inhoud”: Hiermee stelt u in of een
pushbericht moet worden
bevestigd. “Downloaden naar”: Selecteert de locatie
waarnaar de gegevens
moeten worden
gedownload.
Browseropties
In de WAP-browser kunt u verschillende opties instellen.
C → [Opties]
“Selecteren”: Selecteert een WAP-pagina. “Startpagina”: Hiermee gaat u naar de
startpagina. “Favorieten”: Zie bladzijde 68. “Pagina markeren”: Markeert de geselecteerde
WAP-pagina. “Deze koppeling opslaan”:
Downloadt de gekoppelde
WAP-paginagegevens. “Items opslaan”: Slaat items van een WAP-
pagina op. “Voer URL in”: Gaat naar de WAP-pagina
waarvan u het URL-adres
opgeeft.
Geschiedenis openen
”:Toont de geschiedenis van
pagina’s die u eerder hebt
bezocht. “Volgende”:
Gaat naar de volgende pagina
van de weergegeven pagina’s. “Pagina opnieuw laden”:
Laadt de WAP-pagina
opnieuw om de nieuwste
gegevens op te halen. “Geavanceerd”: Geeft de geavanceerde
menu’s weer. “Afsluiten”: Sluit de browser af.
Vodafone live! 69
Geavanceerde opties
C
[Opties] → “Geavanceerd”
Opgeslagen pagina’s
”:De opgeslagen screenshots
worden weergegeven.
Deze pagina opslaan
”:Slaat de WAP-pagina op als
een lokaal bestand.
“Pagina verzenden”: Verzendt de gegevens van
de WAP-pagina.
“Details”: Geeft gedetailleerde
informatie over de WAP­pagina.
“Browsergegevens”: Bewerkt de
browsergegevens. Hier kunt u de cache/cookies/ geschiedenis leegmaken.
“In deze pag. zoeken”:Zoekt naar bepaalde
woorden op de WAP­pagina.
“Tekst kopiëren”: Kopieert de tekst op de
WAP-pagina.
Instellingen browser
”:Geeft de instellingenmenu’s
weer.
Browser opn. starten
”:Start de browser opnieuw
op.
“Info”: Toont informatie over de
browser.
70 Vodafone live!

Muziek

Muziekspeler

De muziekspeler ondersteunt geluidsbestanden in de formaten MP3, MPEG-4 en 3GPP. Tijdens het afspelen van geluidsbestanden op de achtergrond kunt u andere menu’s gebruiken.
Een nieuwe playlist toevoegen
U kunt uw eigen playlist maken en hierbij uw favoriete muzieknummers opslaan en beheren, en de volgorde van muzieknummers bepalen.
T
(M 3)
(M 3-2)
“Mijn muziek” → “Playlists”
1. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
2. Voer de naam van de playlist in.
Opmerking
Als u een playlist wilt verwijderen, markeert u de
playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
U kunt maximaal 99 playlists maken.
Geluidsbestanden afspelen
“Mijn muziek”
T
1. Selecteer het onderdeel dat u wilt afspelen.
• “Alle muziek”: Alle geluidsbestanden worden weergegeven.
• “Artiesten”: De namen van alle artiesten worden weergegeven. Als u een artiest selecteert, worden alle albums van de artiest weergegeven. Als u een album selecteert, worden alle geluidsbestanden van het geselecteerde album weergegeven.
• “Albums”: De namen van alle albums worden weergegeven. Als u een album selecteert, worden alle geluidsbestanden van het geselecteerde album weergegeven.
• “Playlists”: Alle playlists worden weergegeven. Als u een playlist selecteert, worden alle geluidsbestanden van de geselecteerde playlist weergegeven.
2. Selecteer het gewenste geluidsbestand.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen.
Opmerking
Selecteer “Mijn muziek” om de lijst met beschikbare
muzieknummers te updaten.
Muziek 71
Als het profiel Stil is geactiveerd, wordt u gevraagd
of er al dan niet geluiden moeten worden afgespeeld.
Als u het laatst afgespeelde bestand wilt afspelen,
selecteert u “Laatst gespeelde muziek”. “Nu afgespeeld” wordt weergegeven als een bestand wordt afgespeeld.
Als u wordt gebeld, wordt een pauze ingelast en kunt
u het gesprek beantwoorden. Nadat het gesprek is beëindigd, wordt de muziek automatisch op de achtergrond hervat.
Tip
U kunt naar het hoofdmenu terugkeren terwijl het
bestand op de achtergrond wordt afgespeeld.
U kunt uw eigen playlist maken met alleen de
bestanden die u wenst (blz. 71).
Geluidsbestanden op het toestel en de geheugenkaart
worden in hetzelfde overzicht weergegeven.
Bij stap 2 kunt u het afspeelpatroon selecteren. Druk
op [Opties] en selecteer “Afspeelpatroon”. “Normaal”: Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map éénmaal af en stopt daarna.
“Herhalen”: Herhaalt het geselecteerde bestand
in de geselecteerde map.
72 Muziek
“Alles herhalen”:
“Willekeurig”: Speelt de bestanden in de
U kunt de Muziekspeler naar wens aanpassen met de
volgende toetsen:
a/ b: Verhoogt of verlaagt het volume. b (ingedrukt houden): Dempt het geluid. d: Springt naar het volgende bestand. c: Keert terug naar het begin van het huidige
bestand.
d (ingedrukt houden): Vooruitspoelen. c (ingedrukt houden): Terugspoelen. F: Speelt het bestand af op de achtergrond.
Bestanden sorteren
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
T
Herhaalt alle bestanden in de geselecteerde map.
geselecteerde map in willekeurige volgorde af.
1. Druk op [Opties] en selecteer “Sorteren”.
2. Selecteer “Op titel”, “Artiest”, “Album” of
“Genre”. De bestanden worden gesorteerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U voegt als volgt bestanden aan een playlist toe.
T
“Mijn muziek” → “Alle muziek”
1. Markeer het bestand dat u aan de playlist wilt
toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Zie “Een nieuwe playlist toevoegen” op bladzijde 71 voor informatie over het toevoegen van een playlist.
3. Selecteer de gewenste map.
Het bij stap 1 gemarkeerde bestand wordt opgeslagen. Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, markeert u het bestand in de playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Opmerking
Een playlist kan maximaal 99 bestanden bevatten. U
kunt echter niet meer dan 350 bestanden in uw telefoon opslaan.
Muziekbestanden downloaden
“Naar muziekwinkel”
T
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de muziekbestanden kunt downloaden.
Opmerking
Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators
beschikbaar. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
(M 3-3)
Muziek 73

Mijn telefoon

Mijn telefoon bevat verschillende afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens. Mijn telefoon bevat voorts vaak gebruikte tekstberichtzinnen en vaak bezochte WAP-pagina’s die u kunt gebruiken voor het downloaden. U kunt ook via Bluetooth afbeeldings-, ringtone- en videoclipgegevens overzenden naar telefoons waarop OBEX is geactiveerd.

Afbeeldingen

In dit menu kunt u foto’s beheren die met een digitale camera zijn genomen en afbeeldingen die zijn gedownload vanaf internetsites voor mobiele toepassingen. U kunt afbeeldingen in de volgende formaten opslaan: JPEG, PNG, WBMP en GIF.
Afbeeldingen bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6)
(M 6-1)
“Afbeeldingen”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Tip
Met de toetsen P en R kunt u door de
afbeeldingen bladeren.
74 Mijn telefoon
Afbeeldingen als achtergrond gebruiken
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u als achtergrond wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergrond”.
Een afbeelding opslaan bij een item in het Telefoonboek
U kunt deze optie alleen gebruiken voor afbeeldingen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u aan het Telefoonboek
wilt toevoegen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Aan contacten
toev.”. Als u bestaande gegevens wilt overschrijven,
selecteert u de gegevens die u wilt bewaren. Als u de gegevens wilt opslaan als een nieuw item, selecteert u “Als nieuw contact”. Zie “Een nieuw contact toevoegen” op bladzijde 38 voor informatie over het invoeren van een naam.
Afbeeldingen bewerken
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand dat u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Foto-editor”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
“Foto-editor” is voor sommige afbeeldingen
mogelijk niet beschikbaar (bijvoorbeeld afbeeldingen waarop auteursrechten rusten).
Grootte aanpassen
U kunt de grootte van een afbeelding aanpassen aan het doel waarvoor u de foto wilt gaan gebruiken.
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
1. Markeer het bestand waarvan u de grootte wilt
aanpassen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Grootte wijzigen”.
3. Selecteer de gewenste optie.
Opmerking
“Grootte wijzigen” is voor sommige afbeeldingen
(bijvoorbeeld afbeeldingen waarop auteursrechten rusten) niet beschikbaar.
Tip
Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Afbeeldingen downloaden
“Mijn telefoon” afbeeld.”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de afbeeldingen kunt downloaden.

Geluiden & Ringtones

Gedownloade geluidsbestanden en AMR-gegevens die zijn opgenomen met de functie Voice recorder, worden opgeslagen in Geluiden & Ringtones. De standaardringtones bevinden zich niet in Geluiden & Ringtones. Alleen de geluidsbestanden die u met de telefoon kunt afspelen, worden in Geluiden & Ringtones opgeslagen.
Geluidsbestanden afspelen
“Mijn telefoon”
“Afbeeldingen” → “Meer
(M 6-2)
“Geluiden & Ringtones”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Opmerking
Sommige geluidsbestanden kunnen niet worden
afgespeeld.
Mijn telefoon 75
Een geluidsbestand als ringtone gebruiken
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones”
1. Markeer het bestand dat u als ringtone wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringtone inst.”.
Tip
Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Geluidsbestanden downloaden
“Mijn telefoon” “Meer ringtones”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u de geluidsbestanden kunt downloaden.

Video’s

In dit menu kunt u videoclips beheren die zijn opgenomen door een videocamera of gedownload van internetsites voor mobiele toepassingen.
Videoclips afspelen
“Mijn telefoon”
“Geluiden & Ringtones” →
(M 6-4)
“Video’s”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
76 Mijn telefoon
2. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen. Als u het afspelen wilt hervatten, drukt u nogmaals op B. Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Een videoclip gebruiken als ringvideo
U kunt uw telefoon zo instellen dat een videoclip wordt afgespeeld als de telefoon overgaat.
“Mijn telefoon”
“Video’s”
1. Markeer de gewenste videoclip.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als ringvideo inst.”.
Tip
Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Videoclips downloaden
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclips kunnen worden gedownload.
“Video’s” → “Meer video’s”

Thema’s

Met thema’s kunt u het display gemakkelijk aan uw wensen aanpassen. In dit menu kunt u de thema’s beheren die zijn gedownload van internetsites voor mobiele toepassingen.
Voorbeelden bekijken
“Mijn telefoon”
(M 6-6)
“Thema’s”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Markeer het thema waarvan u het voorbeeld wilt zien.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Voorbeeld”.
Het geselecteerde thema wordt weergegeven.
Thema’s instellen
“Mijn telefoon”
“Thema’s”
1. Selecteer het gewenste thema.
Het geselecteerde thema wordt ingesteld als het standaardthema.
Tip
Ongeacht het ingestelde thema kunt u altijd nog een
andere achtergrondafbeelding instellen. De andere onderdelen volgen dan het ingestelde thema.
Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Opmerking
Als u uw originele afbeelding als achtergrond instelt,
wordt na stap 1 gevraagd of u de huidige achtergrond wilt gebruiken (“Huidige achtergr. gebruiken”) of een thema-achtergrond (“Thema­achtergr. gebruiken”).
Thema’s downloaden
“Mijn telefoon”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar u thema’s kunt downloaden.

Andere documenten

Sommige bestandstypen worden in de map Andere documenten van de telefoon opgeslagen. U kunt deze bestanden op dezelfde manier gebruiken en bewerken als bestanden in Mijn telefoon.
Een document openen
“Mijn telefoon”
“Thema’s” → “Meer thema’s”
(M 6-8)
“Andere documenten”
1. Druk op d om de lijst met bestanden op de
geheugenkaart weer te geven, en op c om terug te keren naar het telefoongeheugen.
2. Selecteer het gewenste bestand.
Tip
Zie “Gemeenschappelijke menu-opties” op
bladzijde 78 voor andere menu-opties.
Mijn telefoon 77

Gemeenschappelijke menu-opties

Auteursrechtelijk beveiligde bestanden (DRM) activeren
Sommige afbeeldingen, geluidsbestanden, videoclips en thema’s zijn voorzien van een beveiliging die kopiëren onmogelijk maakt. Deze beveiliging heet DRM (Digital Rights Management, bescherming van auteursrechten). Voordat u deze bestanden kunt openen, moet u de digitale licentie a ctiveren. Bestanden die met DRM zijn beveiligd, worden aangeduid met
.
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
1. Markeer het bestand dat u wilt activeren.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Activeren”.
Opmerking
Sommige afbeeldingen met DRM kunt u niet openen,
zelfs niet nadat u ze hebt geactiveerd.
78 Mijn telefoon
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Thema’s”
“Andere documenten”
Gegevens van Mijn telefoon verzenden
Selecteer de gewenste optie.
Voor alle bestanden behalve themabestanden
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Andere documenten”
1. Markeer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht” of “Via Bluetooth”.
Voor themabestanden
Themabestanden kunnen alleen via Bluetooth verzonden worden.
“Mijn telefoon”
“Thema’s”
1. Markeer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verz. via
Bluetooth”.
Tip
Zie “Een nieuw bericht maken” op bladzijde 55 voor
informatie over het maken van een bericht.
Zie “Bluetooth” op bladzijde 122 voor informatie
over Bluetooth-instellingen.
Opmerking
Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen/geluiden/
videoclips kunnen niet met een bericht worden meegestuurd, met uitzondering van bestanden in Apart Afleveren.
Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord
opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
Als u een afbeelding wilt verzenden, selecteert u “Als
MMS per Post” bij stap 3.
Gegevens ontvangen voor Mijn telefoon
Wanneer de telefoon gegevens voor Mijn telefoon ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als het toestel stand-by staat.
1. Druk op [Ja].
De ontvangen gegevens worden opgeslagen in de betreffende map van Mijn telefoon.
Tip
Zie “Verbindingen” op bladzijde 122 voor
informatie over Bluetooth-instellingen.
Gegevens van Mijn telefoon gebruiken
U kunt de gegevens in Mijn telefoon kopiëren, verplaatsen, sorteren, een andere naam geven en verwijderen.
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Thema’s”
“Andere documenten”
1. Markeer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Extra”/
“Geavanceerd”.
Mijn telefoon 79
3. Selecteer de gewenste optie.
“Verplaatsen”: Verplaatst bestanden naar een
“Kopiëren”: Kopieert bestanden. Selecteer de
“Map maken”: Maakt een nieuwe map. “Meervoudige selectie”:
“Sorteren”: Sorteert de bestanden. Selecteer
Opmerking
Als u “Thema’s” selecteert, kunt u bij stap 3 alleen
“Verplaatsen”, “Kopiëren” en “Sorteren” selecteren.
De naam van een bestand wijzigen
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
andere map. Selecteer de map waarnaar u bestanden wilt verplaatsen.
map waarnaar u bestanden wilt kopiëren.
Selecteert meerdere bestanden.
de bestanden die u wilt sorteren.
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Thema’s”
“Andere documenten”
1. Markeer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Hernoemen”.
80 Mijn telefoon
Een bestand verwijderen
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Thema’s”
“Andere documenten”
1. Markeer het gewenste bestand.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verwijderen”.
De details bekijken van Mijn telefoon
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
“Thema’s”
“Andere documenten”
1. Markeer het bestand waarvan u de details wilt zien.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Details”.
Gegevens van Mijn telefoon uploaden
U kunt uw afbeeldingen, geluidsbestanden en videoclips uploaden naar het MMS Album.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen”
“Geluiden & Ringtones”
“Video’s”
1. Markeer het bestand dat u wilt uploaden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verzenden”.
3. Selecteer “Naar MMS Album”.
Opmerking
Auteursrechtelijk beveiligde afbeeldingen,
geluidsbestanden e n videoclips kunnen niet geüpload worden.
Meerdere bestanden tegelijk selecteren
U kunt in Mijn telefoon meerdere items tegelijk selecteren om te verplaatsen, kopiëren of verwijderen.
Opmerking
De volgende procedure is van toepassing als andere
items dan themabestanden of “Meer afbeeld.”/ “Meer ringtones”/“Meer video’s” zijn gemarkeerd.
Selecteer de gewenste optie.
“Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
[Opties] “Mijn telefoon” “Mijn telefoon”
“Afbeeldingen” → [Opties]
“Geluiden & Ringtones” →
“Video’s” → [Opties]
“Andere documenten” → [Opties]
1. Selecteer “Geavanceerd”.
2. Selecteer “Meervoudige selectie”.
3. Druk op B om de gewenste bestanden aan te
vinken.
4. Druk op [Opties] en selecteer de gewenste optie.
Tip
Als u het vinkje wilt verwijderen, selecteert u het
bestand opnieuw of selecteert u “Deselecteren” bij stap 4.
Als u alle bestanden wilt selecteren, kiest u “Alle
selecteren” bij stap 4. Als u de selectie van alle bestanden wilt opheffen, kiest u “Alles deselect.”.
Mijn telefoon 81

Games & toepassingen

(M 6-3)
(M 6-5)
Zie “Games & toepassingen” op bladzijde 83 voor informatie over toepassingen van Vodafone.

Mijn sjablonen

U kunt maximaal 50 tekstsjablonen opslaan voor SMS­en MMS-berichten. Een tekstsjabloon kan maximaal 256 karakters bevatten.
Tekst aan Mijn sjablonen toevoegen
“Mijn telefoon” sjabloon toev.”
1. Schrijf de tekst en druk vervolgens op B.
Mijn sjablonen bewerken
“Mijn telefoon”
1. Markeer de tekstsjabloon die u wilt bewerken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
Als u de tekstsjabloon wilt bekijken, drukt u op [Opties] en selecteert u “Tonen”. Als u de tekstsjabloon wilt verwijderen, drukt u op [Opties] en selecteert u “Verwijderen”.
3. Wijzig de tekst en druk op B.
82 Mijn telefoon
(M 6-7)
“Mijn sjablonen” → “Nwe
“Mijn sjablonen”
Mijn sjablonen verzenden
“Mijn telefoon”
“Mijn sjablonen”
1. Markeer de tekstsjabloon die u wilt verzenden.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Sjabloon
verzenden”.

Geheugenstatus

Met deze functie kunt u de geheugenstatus van het telefoongeheugen en de geheugenkaart controleren. Deze functie is van toepassing op de volgende onderdelen:
Telefoongeheugen: Toepassingen, Afbeeldingen,
Geheugenkaart: Afbeeldingen, Video’s, Mijn
“Mijn telefoon”
(M 6-9)
Video’s, Mijn ringtones, Thema’s, Overig, Totaal geheugen en Vrij geheugen
ringtones, Thema’s, Overig, Totaal geheugen en Vrij geheugen
“Geheugenstatus”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.

Amusement

Games & toepassingen

Toepassingen gebruiken
Met deze telefoon kunt u verschillende toepassingen van Vodafone gebruiken. Als u deze toepassingen wilt gebruiken, moet u deze eerst downloaden vanaf internetsites voor mobiele toepassingen. Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid om, binnen een spel of netwerktoepassing, verbinding te maken met een netwerk.
Opmerking
Toepassingen kunnen lokaal (geen verbinding)
worden uitgevoerd of gebaseerd zijn op een netwerk. Netwerktoepassingen maken gebruik van internetsites voor mobiele toepassingen om informatie te updaten of spelletjes te spelen. Het netwerk brengt u mogelijk meer in rekening als u netwerktoepassingen gebruikt. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
(M 1)
(M 1-1)
Toepassingen downloaden
“Amusement” “Games”
“Amusement” “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
“Meer downloads”
“Games & toepassingen” →
“Meer toepassingen”
1. Selecteer de gewenste toepassing.
Voordat u de toepassing d ownloadt, wordt gevraagd om te bevestigen wat u gaat ontvangen. U kunt de toepassing downloaden nadat u de informatie op het bevestigingsscherm hebt gecontroleerd.
2. Druk op B om het downloaden te starten.
3. Druk op B als u klaar bent.
Opmerking
Op sommige informatieschermen is
gebruikersverificatie vereist voordat u de toepassing kunt downloaden.
Amusement 83
Toepassingen uitvoeren
“Amusement” “Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
1. Selecteer de titel van de toepassing die u wilt
uitvoeren. De geselecteerde toepassing wordt uitgevoerd. Bij
gebruik van toepassingen waarvoor een netwerkverbinding nodig is, kunt u aangeven dat verbinding met het netwerk moet worden gemaakt.
2. Als u de toepassing wilt beëindigen, drukt u op F
en selecteert u “Einde”.
De achtergrond voor het hoofddisplay instellen
“Amusement” → “Games & toepassingen” → “Games” of “Toepassingen”
1. Markeer het bestand dat u als achtergrond wilt
gebruiken.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Als achtergr.
instellen”.
Toestemming instellen
U kunt de toestemming voor geselecteerde Java™­toepassingen instellen.
“Amusement” “Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen”
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Toestemming”.
84 Amusement
3. Selecteer een van de volgende opties:
“Telefoongesprek”: Geeft al dan niet toestemming
“Webtoegang”: Geeft al dan niet toestemming
“Berichten verz.”: Geeft al dan niet toestemming
“Autom. uitvoeren”: Geeft al dan niet toestemming
“Lokale verbinding”:Geeft al dan niet toestemming
Gebruik.geg. lezen
“Gebr.geg. schrijv.”: Geeft al dan niet toestemming
“Multimedia gebr.”: Geeft al dan niet toestemming
voor het voeren van spraakgesprekken.
om gebruik te maken van het netwerk.
om taken met betrekking tot MMS- en SMS-berichten uit te voeren.
om programma’s automatisch uit te voeren.
om verbinding te maken met lokale apparaten.
”:Geeft al dan niet toestemming
om gebruikersgegevens te lezen, zoals gegevens in het Telefoonboek, de Inbox en Mijn telefoon.
om in de telefoon gegevens in te voeren, zoals in het Telefoonboek, de Inbox en Mijn telefoon.
om de functie voor multimedia­opnamen te gebruiken.
4. Selecteer een van de volgende opties:
“Sessie”: Het bevestigingsbericht wordt
niet weergegeven totdat u het programma verlaat, terwijl de API van de opgegeven functiegroep mag uitgevoerd worden.
“Eenmalig”: Elke keer dat de API van de
opgegeven functiegroep wordt uitgevoerd, wordt het bevestigingsbericht weergegeven.
“Algemeen geldig”: Het bevestigingsbericht wordt
niet weergegeven totdat het programma wordt verwijderd of de instellingen worden gewijzigd, terwijl de API van de opgegeven functiegroep mag uitgevoerd worden.
“Nee”: De API van de opgegeven
functiegroep mag niet uitgevoerd worden.
Opmerking
Selecteer “Reset” bij stap 3 als u alle
toestemmingsinstellingen wilt wissen.
Voor sommige Java™-toepassingen zijn niet alle
toestemmingen beschikbaar.
Toepassingsgegevens bekijken
U kunt gegevens van Java™-toepassingen bekijken.
“Amusement” “Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Informatie”.
Een toepassing verplaatsen of verwijderen
U kunt een toepassing verplaatsen tussen mappen in Games en mappen in Toepassingen. Ook kunt u toepassingen verwijderen uit mappen.
“Amusement” “Games” of “Toepassingen”
“Games & toepassingen” →
1. Markeer de gewenste Java™-toepassing.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Verplaatsen” of
“Verwijderen”.
Amusement 85

Instellingen

Toepassingsvolume
U kunt het volume van toepassingen (bijvoorbeeld de geluidseffecten) op een van vijf niveaus instellen, of uitzetten. Als het profiel is ingesteld op “Stil”, geldt de instelling van “Hoofdvolume” (blz. 109).
“Amusement” “Instellingen”
(M 1-1-3)
“Games & toepassingen” →
“Toepassingsvolume”
1. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of
b (of c) om het volume te verlagen, en druk vervolgens op B.
Displayverlichting
“Amusement” “Instellingen” uitzetten”
“Games & toepassingen” →
“Displayverlichting” → “Aan/
1. Selecteer “Aan”, “Uit” of “Standaardinstell.”.
“Aan”: Verlichting brandt terwijl de
“Uit”: Verlichting brandt niet terwijl
“Standaardinstell.”: Gebruikt de
86 Amusement
toepassing actief is.
de toepassing actief is, ook niet als er een toets wordt ingedrukt.
standaardinstellingen van de displayverlichting (blz. 116).
Knipperinstelling selecteren
Met deze instelling wordt de displayverlichting door de toepassing geregeld. Als deze optie op “Uit” is ingesteld, kan de displayverlichting vanuit de toepassing niet worden ingeschakeld.
“Amusement” “Instellingen” “Knipperen”
“Games & toepassingen” →
“Displayverlichting” →
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Trilalarm
Wanneer de toepassing gebruikt maakt van een trilalarm, kunt u dit in- of uitschakelen.
“Amusement” “Instellingen”
“Games & toepassingen” →
“Trilalarm”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
Oproepen & alarminstellingen
U kunt aan inkomende gesprekken en het alarm een bepaalde prioriteit g even die van toepassing is als er ee n toepassing actief is.
“Amusement” “Instellingen”
“Games & toepassingen” →
“Oproep & alarminst.”
1. Selecteer “Spraakoproep”, “Video oproep”,
“Inkomend bericht” of “Alarm”.
2. Selecteer de gewenste methode.
• “Gespreksprioriteit”, “Prioriteit bericht” of “Alarmprioriteit”: Als u een gesprek of bericht ontvangt of als het alarm afgaat, wordt de toepassing automatisch onderbroken. Nadat u het gesprek hebt beëindigd of het bericht hebt verzonden, of als het alarm is afgelopen, geeft het onderbrekingspictogram aan dat er een onderbroken toepassing actief is.
• “Gespreksindicatie”, “Berichtmelding” of “Alarmindicatie”: De toepassing wordt voortgezet maar op de eerste regel van het scherm wordt een marquee (scrollende tekst) weergegeven. Druk op D als u de toepassing wilt onderbreken om het gesprek aan te nemen. Nadat u het gesprek hebt beëindigd of het bericht hebt verzonden, geeft h et onderbrekingspictogram aan dat er een onderbroken toepassing actief is.
Screensavers
U kunt screensavers downloaden voor het stand­byscherm en instellen wanneer de screensaver actief moet worden.
“Amusement” “Instellingen”
“Games & toepassingen” →
“Screensavers” → “Aan/uitzetten”
1. Selecteer “Aan” of “Uit”.
De activeringstijd selecteren
“Amusement” “Instellingen” “Activeringstijd”
“Games & toepassingen” →
“Screensavers” →
1. Voer met het toetsenblok in twee cijfers de
activeringstijd in.
De beëindigingstijd selecteren
“Amusement” “Instellingen” → “Screensavers” → “Beëindigingstijd”
“Games & toepassingen” →
1. Stel in na welke tijdsduur de screensaver moet
worden beëindigd. Maak hierbij een keuze tussen “na 15 min.” en “na 6 uur”.
Amusement 87
Standaardinstellingen
“Amusement” “Instellingen”
“Games & toepassingen” →
“Standaard instel.”
1. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121 voor informatie over de toestelcode.
Het geheugen wissen
“Amusement” “Instellingen” → “Geheugen wissen”
“Games & toepassingen” →
1. Voer uw toestelcode in.
Zie “De toestelcode wijzigen” op bladzijde 121 voor informatie over de toestelcode.
Java™-informatie
“Amusement” “Java™ informatie”
Informatie over de licenties van Java™ wordt weergegeven.

Mobiele TV

U kunt verbinding maken met de dienst Mobiele TV.
Opmerking
Deze dienst is niet bij alle netwerkoperators
beschikbaar. Neem contact op met uw netwerkoperator voor meer informatie.
88 Amusement
(M 1-1-4)
“Games & toepassingen” →
(M 1-2)

Streaming

U kunt videoclips afspelen op hetzelfde moment dat u deze downloadt van het netwerk voor mobiele toepassingen.
Bovendien kunt u het adres van de website als favoriet opslaan.
“Amusement”
(M 1-3)
“Streaming”
1. Maak uw keuze uit “Laatst afgesp. streaming”,
“Voer URL in”, “Favoriet” of “Toegangslog”. “Laatst afgesp. streaming”:
“Voer URL in”: Voer het adres in van de gewenste
“Favoriet”: Het adres van de website wordt
“Toegangslog”: Toont een log van de websites die
“Instellingen”: Instellingen voor de
Toont het laatst afgespeelde streaming-bestand.
website. De browser wordt geopend en het downloaden en afspelen wordt gestart.
vastgelegd.
u hebt bezocht.
displayverlichting en weergavegrootte.

Video’s

Videoclips afspelen
“Amusement”
(M 1-4)
(M 1-4-3)
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het gewenste bestand.
Druk op B als u tijdens het afspelen een pauze wilt inlassen. Druk op [Terug] als u wilt stoppen met afspelen.
Tip
U kunt de videospeler naar wens aanpassen met de volgende toetsten:
a/b: Verhoogt of verlaagt het volume. b (ingedrukt houden): Dempt het geluid. d: Springt naar het volgende bestand. c: Keert terug naar het begin van het huidige
bestand.
d (ingedrukt houden): Vooruitspoelen. c (ingedrukt houden): Terugspoelen.
Een bestand zoeken om af te spelen
“Amusement”
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Zoeken”.
4. Voer de eerste letters van de titel in.
De zoekresultaten worden in alfabetische volgorde weergegeven en het gevonden bestand wordt gemarkeerd.
Een bestand aan de playlist toevoegen
U voegt als volgt bestanden aan een playlist toe.
“Amusement”
1.
Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
“Video’s” → “Mijn video’s”
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Markeer het bestand dat u aan de playlist wilt
toevoegen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Aan playlist toev.”.
De playlists worden weergegeven. Zie “Een nieuwe playlist toevoegen” op bladzijde 90 voor informatie over het maken van een playlist.
5. Selecteer de gewenste playlist.
Het bij stap 3 gemarkeerde bestand wordt opgeslagen. Als u bestanden uit een playlist wilt verwijderen, markeert u het bestand in de playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Uit playlist verw.”.
Amusement 89
Een nieuwe playlist toevoegen
U kunt een playlist maken en hierin de door u gewenste bestanden opnemen.
“Amusement”
“Video’s” → “Mijn video’s”
1. Selecteer “Telefoongeheugen” of
“Geheugenkaart”.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Nieuwe playlist”.
3. Voer de naam van de playlist in.
4. Druk op B.
Opmerking
Als u een playlist wilt verwijderen, markeert u de
playlist en drukt u op [Opties]. Selecteer vervolgens “Playlist verwijd.”.
Instellingen
U kunt voor “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting” en “Weergavegrootte” een afspeelmodus selecteren die wordt gebruikt als u videoclipbestanden afspeelt.
“Amusement”
1.
Selecteer “Telefoongeheugen” of “Geheugenkaart”.
“Video’s” → “Mijn video’s”
2. Selecteer “Alle video’s” of de gewenste playlist.
3. Selecteer het bestand waarvoor u de afspeelmodus
wilt wijzigen.
4. Druk op [Opties] en selecteer “Instellingen”.
5. Selecteer “Afspeelpatroon”, “Displayverlichting”
of “Weergavegrootte”.
90 Amusement
6. Kies uit de volgende opties:
• “Afspeelpatroon” “Normaal”: Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map éénmaal af en stopt daarna.
“Herhalen”: Herhaalt het geselecteerde
bestand in de geselecteerde map.
“Alles herhalen”: Speelt alle bestanden in de
geselecteerde map af.
“Willekeurig”: Speelt de bestanden in de
geselecteerde map in willekeurige volgorde af.
• “Displayverlichting” “Aan”: Verlichting is aan als het
bestand wordt afgespeeld.
“Uit”: Verlichting is uit als het
bestand wordt afgespeeld, zelfs als u een toets indrukt.
“Standaardinstell.”: Gebruikt de
standaardinstellingen van de displayverlichting (blz. 116).
• “Weergavegrootte” “Oorspr. grootte”: Toont het bestand op
originele grootte. “Vergroten”: Toont het bestand vergroot. “Volledig scherm”: Toont het bestand op
volledige schermgrootte.
Videoclips downloaden
“Amusement”
“Video’s” → “Nieuwe video’s
(M 1-4-2)
ophalen”
Op het scherm verschijnt de site vanwaar de videoclips kunnen worden gedownload.
Videoclips afspelen
Het laatste bestand afspelen
“Amusement”
“Video’s” → “Laatst afgespeelde
(M 1-4-1)
video”
Amusement 91

Kalender

Met de optie Kalender kunt u voor elke datum of tijd gemakkelijk activiteiten (bijvoorbeeld taken of afspraken) plannen.
Ook kunt u deze activiteiten via Bluetooth naar een pc verzenden, zodat dezelfde gegevens ook daar beschikbaar zijn. Als u gegevens uitwisselt met andere apparaten, kunnen de weergegeven datum en tijd verschillen van die van de oorspronkelijke gegevens, afhankelijk van het gegevensformaat van het ontvangende apparaat.
92 Kalender
(M 11)
Een nieuw item invoeren
“Kalender”
1. Selecteer de dag waarvoor u een activiteit wilt
plannen.
2. Selecteer “Nieuw item toev.”.
3. Voer het onderwerp in.
4. Selecteer de gewenste categorie.
5. Voer de startdatum en tijd in.
6. Geef de tijdsduur op.
Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste einddatum en eindtijd op.
7. Selecteer de tijd waarop u aan de activiteit wilt
worden herinnerd. Als u “Overig” selecteert, geef dan de gewenste
datum en tijd voor de herinnering op.
8. Druk op [Opslaan].
Opmerking
Als u eerder geen datum en tijd hebt ingevoerd, wordt
het invoervenster voor datum en tijd weergegeven (blz. 117).
Het herinneringsalarm gaat niet af als
“Hoofdvolume” (blz. 109) op “Stil” is ingesteld.
Een andere herinneringstoon of herinneringsvideo selecteren
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Ringtone/video toew.”.
3. Selecteer “Ringtone toewijzen” en vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video toewijzen”.
4. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 109 voor informatie over het selecteren van een toon.
De duur van de herinneringstoon of herinneringsvideo wijzigen
1. Selecteer “Herinnering” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Duur”.
3. Selecteer de duur.
Als u “Overig” selecteert, kunt u met het toetsenblok in twee cijfers de gewenste tijd invoeren.
De herhalingsoptie van de herinnering wijzigen
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer de gewenste herhalingsoptie.
De locatie invoeren
1. Selecteer “Locatie” in het scherm Nieuw item.
2. Voer de locatie in van de activiteit.
Een omschrijving invoeren
1. Selecteer “Omschrijving” in het scherm Nieuw
item.
2. Voer een omschrijving in van de activiteit.
De activiteit geheim maken
1. Selecteer “Geheim” in het scherm Nieuw item.
2. Selecteer “Aan” om de activiteit geheim te maken
of selecteer “Uit” als u dit niet wilt.
Kalender 93
Een activiteit bekijken
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt weergeven.
2. Selecteer het gewenste item.
Zoeken op datum
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Ga naar”.
2. Selecteer “Vandaag” om de huidige dag weer te
geven, of “Voer datum in” om de gewenste datum in te voeren.
Tip
De maand- of weekweergave kunt u als volgt naar
wens instellen: Maandweergave
P: Toont de vorige maand. R: Toont de volgende maand. Q: Toont de weekweergave. K: Verplaatst de cursor naar vandaag. c/ d: Verplaatst de cursor naar links (de vorige
dag) of naar rechts (de volgende dag).
a/ b: Verplaatst de cursor naar boven (vorige
week) of naar beneden (volgende week).
94 Kalender
Weekweergave
P: Toont de vorige week. R: Toont de volgende week. Q: Toont de maandweergave. K: Verplaatst de cursor naar vandaag. c/d: Verplaatst de cursor naar links (de vorige
dag) of naar rechts (de volgende dag).
a/b: Verplaatst de weekweergave naar boven
of naar beneden (het vorige uur of volgende uur).
Vrije dagen instellen
In de weekweergave en maandweergave kunt u een datum of dag van de week markeren in zeven kleuren.
“Kalender”
Een datum kleuren
1. Markeer de dag die u als vrije dag wilt instellen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Vrije dag instellen”.
3. Selecteer “Op datum” en selecteer vervolgens de
gewenste kleur.
Een dag van de week kleuren
1. Druk op [Opties] en selecteer “Vrije dag instellen”.
2. Selecteer “Op week” en selecteer de dagen van de
week waarvoor u een kleur wilt instellen.
3. Selecteer de gewenste kleur.
Tip
De geselecteerde datum of dag(en) wordt ook
gemarkeerd op de kalender op het stand-byscherm.
Opmerking
Als voor dezelfde datum zowel een datumkleur als
een kleur voor de dag van de week is geselecteerd, dan wordt de datum gemarkeerd met de datumkleur.
Er kunnen maximaal 100 dagen worden gemarkeerd.
Een activiteit zoeken
“Kalender”
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Zoeken”.
2. Voer de eerste letters van het onderwerp in.
De zoekresultaten worden in volgorde van tijd weergegeven.
Een activiteit bewerken
“Kalender”
1. Selecteer de dag die u wilt bewerken.
2. Markeer het item dat u wilt bewerken, druk op
[Opties] en selecteer vervolgens “Bewerken”.
3. Selecteer het gewenste item en breng uw
wijzigingen aan.
4. Druk op [Opslaan].
Een activiteit verwijderen
1. Druk in een maand- of weekweergave op [Opties]
en selecteer “Verwijderen”.
2. Selecteer de gewenste optie.
“Deze afspraak” (dagweergave):
Verwijdert de geselecteerde activiteit.
“Alles deze dag”: Verwijdert alle activiteiten van
de geselecteerde dag.
“Alles deze week” (weekweergave):
Verwijdert alle activiteiten van de geselecteerde week.
“T/m vorige week” (weekweergave):
Verwijdert alle activiteiten vóór de geselecteerde week.
Kalender 95
“Alles deze maand” (maandweergave):
“T/m vorige maand” (maandweergave):
“Alle afspraken” (week- en maandweergave):
Een activiteit verzenden
“Kalender”
Verwijdert alle activiteiten van de geselecteerde maand.
Verwijdert alle activiteiten vóór de geselecteerde maand.
Verwijdert alle activiteiten uit de kalender.
1. Selecteer de dag met de activiteiten die u wilt
verzenden.
2. Markeer het item dat u wilt verzenden, druk op
[Opties] en selecteer vervolgens “Verzenden”.
3. Selecteer “Als Bericht” of “Via Bluetooth”.
Voor “Via Bluetooth”
Zie “Bluetooth” op bladzijde 122 voor meer informatie.
Opmerking
Als u apparaten pairt, moet u uw wachtwoord
opgeven als u voor de eerste maal contact maakt met een apparaat waarop Bluetooth is geactiveerd.
96 Kalender
Een activiteit ontvangen
Als u een activiteit ontvangt, verschijnt er een bevestigingsbericht als de telefoon stand-by staat.
1. Druk op [Ja].
De ontvangen activiteit wordt in de Kalender opgeslagen. Druk op [Nee] om de ontvangst af te wijzen.
Tip
Zie “Verbindingen” op bladzijde 122 voor
informatie over het invoeren van Bluetooth­instellingen.
De geheugenstatus bekijken
1. Druk in een willekeurige weergave op [Opties] en
selecteer “Geheugenstatus”.

Organiser & toepassingen

Alarm

(M 7-1)
Het alarm instellen
Met het alarm kunt u op een vooraf ingesteld tijdstip aan iets worden herinnerd.
Als u dat nog niet gedaan had, moet u de huidige datum en tijd instellen voordat u het alarm kunt instellen.
“Organiser en toep.”
“Alarm”
(M 7)
1. Selecteer de lege regel (--:--) waaraan u een alarm
wilt toewijzen.
2. Voer de gewenste tijd in.
3. Druk op [Opslaan].
Herhaalopties voor het alarm
1. Selecteer “Herhalen” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2.
Selecteer “Eenmaal”, “Iedere dag” of “Gesel. dagen”. “Eenmaal”: Het alarm gaat slechts éénmaal
“Iedere dag”: Het alarm gaat elke dag op het
“Gesel. dage n”: Het alarm gaat op de geselecteerde
af.
ingestelde tijdstip af.
dag(en) van de week op het ingestelde tijdstip af.
Een andere alarmtoon of videoclip selecteren
1. Selecteer “Ringtone/video toew.” in het scherm
Alarmsignaal instellen.
2. Selecteer “Ringtone toewijzen” en vervolgens
“Stand. ringtones” of “Mijn ringtones”, of selecteer “Video toewijzen”.
3. Selecteer de gewenste ringtone of videoclip.
Zie “Een ringtone toewijzen voor een inkomend gesprek” op bladzijde 109 voor informatie over het selecteren van een toon.
De snooze van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Snooze” in het scherm Alarm instellen.
2. Selecteer de gewenste snooze-optie.
Organiser & toepassingen 97
Het alarmvolume wijzigen
1. Selecteer “Alarmvolume” in het scherm
Alarmsignaal instellen.
2. Druk op a (of d) om het volume te verhogen of
druk op b (of c) om het volume te verlagen.
Opmerking
Het alarm gaat niet af als “Alarmvolume” op “Stil”
is ingesteld. Als het profiel is ingesteld op “Stil”, geldt de instelling van “Hoofdvolume” (blz. 109).
Het trilalarm van de alarmtoon instellen
1. Selecteer “Trilalarm” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer “Aan”, “Aan geluid kopp.” of “Uit”.
Zie “Trilalarm” op bladzijde 112 voor informatie over het selecteren van een trilalarm.
De duur van de alarmtoon wijzigen
1. Selecteer “Duur” in het scherm Alarmsignaal
instellen.
2. Selecteer de gewenste duur.
98 Organiser & toepassingen
Een alarm resetten
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Markeer het alarm dat u wilt resetten.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Opnieuw instellen”.
Alle ingestelde alarmen resetten
“Organiser en toep.”
“Alarm”
1. Selecteer “Alles wissen”.

Rekenmachine

De rekenmachine kan de 4 rekenkundige basisbewerkingen uitvoeren en werkt met getallen tot 12 cijfers.
“Organiser en toep.”
Enkele belangrijke handelingen voor het maken van berekeningen:
Druk op P als u een decimaalteken wilt invoeren. Druk op [Wissen] als u het ingevoerde cijfer of de functie wilt wissen. Druk op B om de berekening uit te voeren. Druk op [Wissen] als u een nieuwe berekening wilt maken.
(M 7-2)
“Rekenmachine”
Valuta omrekenen
U kunt de rekenmachine ook gebruiken als een valutacalculator om een vreemde valuta naar of van uw eigen valuta om te rekenen met een door u ingevoerde wisselkoers.
Een wisselkoers instellen
“Organiser en toep.”
“Valuta omrekenen” → “Wisselkoers”
“Rekenmachine” → [Opties]
1. Selecteer “Eigen” of “Buitenlands”.
2. Voer de wisselkoers in.
Een bedrag omrekenen
“Organiser en toep.”
“Rekenmachine”
1. Voer het bedrag in dat u wilt omrekenen.
2. Druk op [Opties] en selecteer “Valuta omrekenen”.
3. Selecteer “Naar eigen valuta” of “Naar buitenl.
val.”.
Organiser & toepassingen 99
Loading...