Sharp AY-X, XPM7CR, 9CR, 12CR User Manual [nl]

R
Air Conditioner
Uses ozone layer friendly refridgerant R-410A.
Verwendet das die Ozonschicht schonende Kühlmittel R-410A.
Utilise un réfrigérant qui nattaque pas la couche dozone, le R-410A.
Utiliza refrigerante R-410A que no daña la capa
de ozono.
Utilizza il refrigerante R-410A che non danneggia il buco nellozono.
Usa refrigerante R-410A amigo da camada de ozono.
Χρησιµοποιεί ψυκτικ R-410A αβλαβές για το
στρώµα του ζοντος.
Gebruikt de ozon-vriendelijke koelvloeistof R­410A.
Ozon tabakasına zarar vermeyen R-410A So©utucu madde kullanılır.
Использует охладитель R-410A безвредный
для озонового слоя.
ΕΣΩΤΕΡΙΚΗ ΣΥΣΚΕΥΗ
BINNEN-UNIT
∑Ç ÜN∑TE
DZENHTZZBQ ;KJR
AY-XM7CR AY-XM9CR
OUTDOOR UNIT AUSSENGERÄT UNITE EXTERIEURE UNIDAD EXTERIOR UNITA' ESTERNA UNIDADE EXTERIOR
ΕΞΩΤΕΡΙΚΗ ΣΥΣΚΕΥΗ
BUITEN-UNIT
DIΩ ÜN∑TE
ZFHEÖZBQ ;KJR
AE- XM18CR
AE- XM24CR AY-XM12CR AY-XPM7CR AY-XPM9CR AY-XPM12CR
MODELS
AY-XM7CR AY-XM9CR AY-XM12CR
AY-XPM7CR AY-XPM9CR AY-XPM12CR
MULTI SPLIT TYPE ROOM AIR CONDITIONER
MEHRFACH-AUFTEILUNGS­ZIMMER-KLIMAGERÄT
CLIMATISEUR DE SALLE DE TYPE A DIVISION MULTIPLE
ACONDICIONADOR DE AIRE PARA HABITACIÓN TIPO MULTI DIVISIÓN
TIPO A SEZIONE MUL TIPLA CONDIZIONATORE D'ARIA PER ABITAZIONI
AR CONDICIONADO DE SALA DE MÚLTIPLAS UNIDADES
ΣΥΣΚΕΥΗ ΚΛΙΜ∆ΤΙΣΜOΥ ∆ΩΜAΤΙOΥ ΠOΛΛAΠΛOΥ ∆ΙAIPOYMENOY TYΠOY
MUL TI-SPLIT AIRCONDITIONER
MULT∑-SPL∑T KL∑MA
RJVZFNZSQ RJZLBWBJZTH DJPLEXF VZJUJ;KJXZJUJ NBGF
OPERATION MANUAL BEDIENUNGSANLEITUNG NOTICE D'UTILISATION MANUAL DE INSTRUCCIONES MANUALE DI ISTRUZIONE MANUAL DE INSTRUÇÕES
ΕΓΧΕΙΡΙ∆ΙΟ ΛΕΙΤΟΥΡΓΙΑΣ
GEBRUIKSAANWIJZING
KULLANMA KILAVUZU
РУКОВОДСТВО ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
ΕΛΛΗΝΙΚΑ
NEDERLANDS
TÜRKÇE
HECCRBQ
NEDERLANDS
Dank u voor het in deze SHARP airconditioner gestelde vertrouwen. Lees deze gebruiks­aanwijzing in zijn geheel zorgvuldig door voordat u het toestel in gebruik neemt.
INHOUD
• VOORZORGSMAATREGELEN ..................N-1
• AANVULLENDE INFORMATIE OVER
DE BEDIENING ...........................................N-3
• TIPS VOOR ENERGIEBESPARING ...........N-3
• BENAMING VAN DE ONDERDELEN .........N-4
• INSTALLATIE VAN HET STOFOPVANG-
FILTER EN ONTGEURINGSFILTER ..........N-7
• DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN ....N-8
• BASISBEDIENING.......................................N-10
• INSTELLEN
VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING .........N-12
• WERKING OP VOLLE KRACHT .................N-13
• ÉÉN-UURS TIMER .............................. N-13
• BEDIENING MET BEHULP VAN DE
SCHAKELKLOK................................... N-14
• TIPS VOOR
PLASMACLUSTERBEDIENING.......... N-16
• PLASMACLUSTERBEDIENING .......... N-17
• ZELFREINIGINGSFUNCTIE ............... N-17
• HELPFUNCTIE .................................... N-18
• OPTIEPAKKET .................................... N-18
• ONDERHOUD ..................................... N-19
VOORDAT U DE STORINGSDIENST
BELT .................................................... N-22
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK
Trek niet aan het netsnoer en vervorm het niet. Door trekken en verkeerd gebruik van het
1
netsnoer kan het toestel worden beschadigd waardoor schokgevaar kan ontstaan. Stel uzelf en anderen niet gedurende lange tijd rechtstreeks bloot aan de uitgeblazen
2
lucht. Dit kan namelijk slecht zijn voor uw gezondheid. Als de airconditioner wordt gebruikt in kamers waar peuters, kinderen, bejaarde,
3
bedlegerige of anders valide personen verblijven, dient u voor een geschikte kamer­temperatuur te zorgen.
Steek nooit voorwerpen in het toestel. Als er voorwerpen in het toestel worden gestoken, is
4
er gevaar voor lichamelijk letsel door de hoge draaisnelheid van de ventilatoren in het toestel. Sluit de airconditioner altijd aan op een aarding. Sluit de aardingsdraad niet aan op een
5
gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of telefoonaardingsdraad. Als het toestel niet naar behoren is geaard, kan dit leiden tot elektrische schokken.
Als er iets ongewoons aan de hand is met de airconditioner (bijv. een brandgeur), mag u het
6
toestel onmiddellijk niet meer bedienen en dient u de stroomonderbreker op UIT te zetten. Volg de landelijk geldende voorschriften voor de elektrische bedrading op. Foutieve
7
elektrische bedrading kan oververhitting van het snoer, de stekker of het stopcontact tot gevolg hebben en brand veroorzaken.
Gebruik uitsluitend het door de fabrikant voorgeschreven netsnoer als vervanging.
8
Vervanging dient door een erkend installateur of onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE / VERWIJDEREN / HERSTELLEN
• Probeer het toestel nooit zelf te installeren/verwijderen/herstellen. Als dit werk niet goed wordt uitgevoerd, kan het elektrische schokken, waterlekken, brand, enz. tot gevolg hebben. Neem contact op met uw dealer of een andere erkende onderhoudsmonteur wanneer u het toestel wilt installeren/verwijderen/herstellen.
Dit toestel is conform Richtlijnen 89/336/EEC en 73/23/EEC, gewijzigd door 93/68/EEC. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
N-1
NEDERLANDS
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK
Zet af en toe een deur of een raam open om de kamer te ventileren, vooral als er in de
1
kamer gastoestellen worden gebruikt. Als de kamer niet voldoende wordt geventileerd, kan er een tekort aan zuurstof ontstaan.
Druk niet op de toetsen met natte handen. Dit zou kunnen leiden tot elektrische schokken.
2
Schakel de stroomonderbreker uit voor uw eigen veiligheid wanneer u het toestel
3
gedurende lange tijd niet gebruikt. Kijk regelmatig het montageframe van de buiten-unit na op slijtage en controleer of het
4
nog goed is bevestigd. Zet niets op de buiten-unit en ga er niet op staan; anders kan het voorwerp of de persoon
5
er af vallen en letsel oplopen. Dit toestel is ontworpen voor gebruik in woningen. Gebruik het toestel niet voor andere
6
doeleinden, zoals voor dieren in kennels en planten in kassen. Zet geen water op het toestel. Als water in het toestel terechtkomt, kan de elektrische
7
isolatie worden aangetast, wat kan leiden tot elektrische schokken. Dek de luchtinlaten en -uitlaten van het toestel niet af; anders zal het vermogen afnemen
8
of kunnen er problemen ontstaan. Schakel het toestel altijd uit met de stroomonderbreker voordat u onderhoud uitvoert of
9
het toestel reinigt. Binnenin in het toestel draait een ventilator die u eventueel zou kunnen verwonden.
Spat of giet geen water rechtstreeks op het toestel. Water kan elektrische schokken
10
veroorzaken of het toestel beschadigen. Dit toestel mag niet worden gebruikt door jonge kinderen of zieke personen zonder
11
toezicht. Let erop dat jonge kinderen niet met de airconditioner spelen.
WAARSCHUWINGEN BIJ DE PLAATSING/INSTALLATIE
• Sluit de airconditioner alleen aan op een voeding met de aangegeven spanning en frequentie. Als u een voeding met een andere spanning en frequentie gebruikt, kan het toestel schade
oplopen en eventueel brand veroorzaken.
• Installeer het toestel niet in een kamer waar brandbare gassen kunnen vrijkomen; anders kan er brand ontstaan.
Installeer het toestel op een plaats waar het aan een minimum van stof, dampen en vocht wordt blootgesteld.
• Leg de afvoerslang zodanig dat de afvoer vlot kan lopen. Als de afvoer niet goed ligt, kunnen de kamer, meubelen, enz. nat worden.
• Installeer afhankelijk van de installatieplaats een lekstroomschakelaar of een stroomonder­breker om elektrische schokken te voorkomen.
N-2
AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE BEDIENING
TEMPERATUURBEREIK
BINNENTEMP. BUITENTEMP.
bovenste
KOELEN
VERWARMEN
D.T. = Drogebol-temperatuur N.T. = Nattebol-temperatuur
limiet 23˚C N.T. -
onderste 21˚C D.T. 21˚C D.T.
limiet 15˚C N.T. -
bovenste
limiet - 18˚C N.T.
onderste 20˚C D.T. -7˚C D.T.
limiet - -8˚C N.T.
32˚C D.T. 43˚C D.T.
27˚C D.T. 24˚C D.T.
IN GEVAL VAN STROOMONDERBREKINGEN
Deze airconditioner heeft een geheugenfunctie waarin alle instellingen bewaard blijven in geval van een stroomonderbreking. Nadat de stroomonderbreking is opgelost, wordt het toestel automatisch heropgestart met de instellingen van voor de stroomonderbreking, met uitzondering van eventuele instellingen voor de schakelklok. De schakelklok moet na een stroomonderbreking opnieuw worden ingesteld.
VOORVERWARMFUNCTIE
Als het toestel op VERWARMEN wordt gezet, kan het twee tot vijf minuten duren voordat de binnen­ventilator wordt ingeschakeld. Dit om te voorkomen dat het toestel koude lucht blaast.
ONTDOOIFUNCTIE
• Wanneer er zich ijs op de warmtewisselaar van de buitenunit vormt terwijl het toestel op VER­WARMEN staat, zorgt een automatische ontdooier gedurende ongeveer 5 tot 10 minuten voor voldoende warmte om het ijs te ontdooien. Tijdens het ontdooien worden de binnenen buitenventilatoren stopgezet.
• Na het ontdooien wordt het toestel automatisch weer op VERWARMEN gezet.
WARMTECAPACITEIT
• Het toestel gebruikt een warmtepomp die warmte aan de buitenlucht onttrekt en deze warmte naar de kamer brengt. De temperatuur van de buitenlucht heeft dus een grote invloed op de warmtecapaciteit.
Als de warmtecapaciteit door lage buitentemperaturen te veel afneemt, dient u een extra verwarmings­toestel te gebruiken.
• Het verwarmen van de gehele kamer kan door de gedwongen luchtcirculatie enige tijd duren.
• De ingebouwde beveili­ging kan ervoor zorgen dat het toestel niet kan worden gebruikt buiten dit bereik.
• Er kan zich condens op de luchtuitlaat vormen als het toestel voortdurend in de functie KOELEN of DRO­GEN werkt en de lucht­vochtigheid groter is dan 80%.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Hieronder staan enkele nuttige tips waarmee u bij het gebruik van uw airconditioner energie kunt besparen.
STEL DE JUISTE TEMPERATUUR IN
• Als u de thermostaat 1°C hoger instelt dan de gewenste temperatuur in de functie KOELEN en 2°C lager in de functie VERWARMEN, zal u ongeveer 10 procent energie besparen.
• Wanneer de thermostaat voor de functie KOELEN op een lagere temperatuur wordt ingesteld dan nodig, dan neemt het energieverbruik toe.
WEER DIRECT ZONLICHT EN VOORKOM TOCHT
• Als direct zonlicht wordt geweerd tijdens het koelen, bespaart u energie.
• Sluit vensters en deuren tijdens het koelen en verwarmen.
STEL DE LUCHTSTROOMRICHTING IN OM EEN OPTIMALE LUCHT­CIRCULATIE TE VERKRIJGEN
HOUD DE FILTERS SCHOON OM EEN EFFICIËNTE WERKING TE VERKRIJGEN
MAAK OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE SCHAKELKLOK TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT WANNEER HET TOESTEL
GEDURENDE LANGERE TIJD NIET WORDT GEBRUIKT
• De binnen-unit verbruikt een kleine hoeveelheid energie, zelfs wanneer het toestel is uitgeschakeld.
N-3
NEDERLANDS
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
BINNEN-UNIT
(voor modellen AY-XPM7CR, AY-XPM9CR, AY-XPM12CR)
1 2 3 4 5
6 7
8 9 0 q w
1 STOFOPVANGFILTER
(niet-wasbaar)
2 ONTGEURINGSFILTER
(wasbaar)
3 Inlaat (lucht) 4 Opklapbaar paneel 5 Luchtfilters 6 AUX.-toets 7 ONTVANGST-venster 8 Indicatorpaneel 9 Verticaal instelbare
jaloezieën
0 Horizontaal instelbare
jaloezieën
q Uitlaat (lucht) w Afstandsbediening
e BUITEN-
temperatuurindicator (groen
r TEMPERATUURINDICATOR
)
BUITEN-UNIT
AE-XM18CR
ECO POWER
e r t y u i o
!
@
#
$
t KAMER-temperatuurindica-
tor (groen
y VERMOGENSCONTROLE-
INDICATOR
u PLASMACLUSTER-indicator
(blauw, groen)
i SCHAKELKLOK-indicator
(oranje
o BEDRIJF-indicator
(rood
! Inlaat (lucht) @ Verbindingskabel # Koelstofbuis $ Uitlaat (lucht)
)
)
)
OPMERKING: De toestellen kunnen in werkelijkheid iets verschillen van bovenstaande afbeeldingen.
N-4
BINNEN-UNIT
(voor modellen AY-XM7CR, AY-XM9CR, AY-XM12CR)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ECO POWER
1 Inlaat (lucht) 2 Opklapbaar paneel 3 Luchtfilters 4 AUX.-toets 5 ONTVANGST-venster 6 Indicatorpaneel 7 Verticaal instelbare
jaloezieën
8 Horizontaal instelbare
jaloezieën
9 Uitlaat (lucht) 0 Afstandsbediening
q VERMOGENSCONTROLE-
INDICATOR
w
TEMPERATUURINDICATOR
e BUITEN-
temperatuurindicator (groen
)
BUITEN-UNIT
AE-XM24CR
q w e r t y
!
@
#
$
r KAMER-
temperatuurindicator (groen
t SCHAKELKLOK-indicator
(oranje
y
BEDRIJF-indicator (rood
! Inlaat (lucht) @ Verbindingskabel # Koelstofbuis
$ Uitlaat (lucht)
)
)
)
NEDERLANDS
N-5
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
AFSTANDSBEDIENING
DISPLAY
FULL POWER
MODE
FAN
SWING
1h
CLEAN
SET/C
1
2
3 4
5 6
7 8 9 0 q
w e r t y u
i o
1 ZENDER 2 DISPLAY (LCD-scherm) 3 DISPLAY-toets 4 VOLLE KRACHT-toets (FULL POWER) 5 AAN/UIT-toets 6 THERMOSTAAT-toets 7 FUNCTIE-toets (MODE) 8 VENTILATOR-toets (FAN) 9 ÉÉN-UURS TIMER-toets 0 TIMER AAN-toets
(voor instelling van de timer)
q TIMER UIT-toets
(voor instelling van de timer)
w PLASMACLUSTER-toets
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
e TIJD VOORUIT-toets r TIJD ACHTERUIT-toets t ZELFREINIGING-toets (CLEAN)
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
y TIMER INSTEL/ANNULEER-toets (SET/C) u Duidt aan dat het BATTERIJVAK zich onder
dit teken bevindt
i KLOK-toets o ZWENK-toets (SWING)
LCD-SCHERM VAN DE AFSTANDSBEDIENING
p THERMOSTAATINSTELLING VOOR AUTO-
MATISCHE BEDIENING EN DROOGSTAND
a ZELFREINIGINGSSYMBOOL
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY­XPM9CR/AY-XPM12CR)
s SYMBOOL VOOR VERZENDEN d FUNCTIESYMBOLEN
: AUTO : DROGEN : VERVARMEN : KOELEN
f TEMPERATUURINDICATOR g SYMBOOL VOOR WERKING OP VOLLE
KRACHT
h SYMBOLEN VOOR DE VENTILATORSNEL-
HEID
: AUTO : LAAG : HOOG : ZACHT
N-6
p a
s d
AM PM
AM PM
AUTO
f
C
g h
j k l
j TIMER AAN-INDICATOR/KLOK
Duidt de ingestelde tijd van de aan­timer of de huidige tijd aan.
k TIMER UIT-INDICATOR
Duidt de ingestelde tijd voor de uit­timer of de één-uurs timer aan.
l PLASMACLUSTERSYMBOOL
(uitsluitend voor modellenAY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
INSTALLATIE VAN HET STOFOPVANGFILTER EN ONTGEURINGSFILTER
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
Het stofopvangfilter en het ontgeuringsfilter zijn verpakt als accessoires van dit toestel. Tijdens de werking van de airconditioner verwijderen de filters stof en tabaksrook uit de lucht en voeren ze zuivere lucht af.
Verwijder de luchtfilters.
1
1 Open het opklapbare paneel.
1
2
STOFOPVANGFILTER (grijs)
Plaats de zwarte zijde naar boven.
3
Filterstop
2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze
te ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder
ze.
Plaats het stofopvangfilter en het ont-
2
geuringsfilter onder de filterstoppen op het luchtfilter.
ONTGEURINGSFILTER (groen)
Plaats de luchtfilters terug.
3
1 Plaats de luchtfilters terug in de oor-
spronkelijke stand.
2 Sluit het opklapbare paneel.
3
2
1
oorzorgsmaatregelen
V
De filters zitten verzegeld in een plastic zak om hun stofopvangeffect te bewaren. Open de zak niet voordat u de filters gaat gebruiken. (Anders zal de levensduur van de filters afnemen.)
Stel de filters niet bloot aan direct zonlicht. (Anders zal de kwaliteit ervan verminderen.)
3 Druk het met de pijl aangegeven ge-
deelte van het paneel stevig aan om het paneel te vergrendelen.
NEDERLANDS
N-7
DE AFST ANDSBEDIENING GEBRUIKEN GEBRUIKEN
BATTERIJEN PLAATSEN Gebruik twee AAA-batterijen (R03).
Verwijder het deksel van de
1
afstandsbediening. Leg twee batterijen in het vak en
2
let hierbij op de polen en — .
Op het display verschijnt AM 6:00 wanneer de batterijen juist zijn geplaatst.
Plaats het deksel terug.
3
OPMERKINGEN:
Bij normaal gebruik hebben de batterijen een levensduur van ongeveer één jaar.
Bij het vervangen van de batterijen moeten altijd beide batterijen tegelijk worden
vervangen door nieuwe batterijen van hetzelfde type.
Als de afstandsbediening na het vervangen van de batterijen niet goed functioneert, verwijder dan de batterijen en leg ze na ongeveer 30 seconden terug.
Verwijder de batterijen van de afstandsbediening wanneer het toestel gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Deksel van batterijvak
-
+
+
-
DE AFST ANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Richt de afstandsbediening op het ontvangstvenster van de binnen­unit en druk op de gewenste toets. De eenheid geeft een geluids­signaal wanneer het signaal van de afstandsbediening is ontvangen.
Zorg ervoor dat er geen gordijnen of andere voorwerpen tussen de afstands­bediening en de binnenunit zijn.
De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 7 meter.
N-8
LET OP
Zorg ervoor dat het ontvangstvenster voor de afstandsbediening niet aan direct zonlicht wordt blootgesteld, omdat hierdoor de afstandsbediening wordt gehinderd. Sluit een gordijn om het zonlicht tegen te houden als het direct op het ontvangstvenster schijnt.
TL-verlichting met een snelstarter kan het signaal van de afstandsbediening storen.
De signalen van een afstandsbediening van een televisietoestel, videorecorder of andere
apparatuur kunnen invloed hebben op de airconditioner.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of de warmte van een verwar­mingstoestel. Stel de airconditioner en afstandsbediening ook niet bloot aan vocht of schokken omdat ze hierdoor kunnen verkleuren of anderszins kunnen worden beschadigd.
INSTELLEN VAN DE HUIDIGE TIJD
Er zijn twee tijdsaanduidingen: 12-uuraanduiding en 24-uur­aanduiding.
MODE
FAN
SWING
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
1h
CLEAN
SET/C
2 3
1
Voorbeeld: 5 uur in de namiddag
Klok Display
12-uuraanduiding PM 5:00 24-uuraanduiding 17:00
Om de 12-uuraanduiding in te stellen,
1
drukt u eenmaal op de KLOK-toets in de eerste stap.
Om de 24-uuraanduiding in te stellen, drukt u tweemaal op de KLOK-toets in de eerste stap.
Druk op de TIJD VOORUIT- of TIJD
2
ACHTERUIT-toets om de huidige tijd in te stellen.
Houd de toets ingedrukt om de tijdsaanduiding op het display snel te doen vooruit- of achteruitlopen.
Druk op de SET/C-toets.
3
De dubbelepunt (:) knippert om aan te duiden dat de klok in werking is.
OPMERKING:
De huidige tijd kan niet worden ingesteld wanneer de timer wordt gebruikt.
NEDERLANDS
N-9
BASISBEDIENING
AM
Druk op de FUNCTIE-toets (MODE) om de
1
gewenste functie in te schakelen.
AUTO VERWARMEN KOELEN DROGEN
DISPLAY
FULL POWER
MODE
FAN
SWING
1h
CLEAN
SET/C
2 5
Druk op de AAN/UIT-toets om het toestel in
2
te schakelen.
De rode BEDRIJF-indicator ( ) begint te branden.
3
Druk op de THERMOSTAAT-toets om de
3
1
4
gewenste temperatuur in te stellen.
Bij de AUTO bedie ning en in de functie DROGEN kan de temperatuur worden gewijzigd in stappen van 1°C en binnen een bereik van 2°C hoger tot 2°C lager dan de temperatuur die automatisch door de airconditioner wordt bepaald.
Bij de functies KOELEN en VERWARMEN kan de temperatuur worden ingesteld binnen een bereik van 18 tot 32°C.
Druk op de VENTILATOR-toets (FAN) om
4
de gewenste ventilatorsnelheid in te stellen.
AUTO ZACHT LAAG HOOG
(Voorbeeld: 1°C hoger)
(Voorbeeld: 2°C lager)
C
C
Bij de functie DROGEN kan de ventilator-
snelheid niet worden ingesteld.
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY­XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
OPMERKINGEN:
Deze airconditioner is een meervoudig model waarbij twee (of drie) binnen-units zijn aangesloten op één buiten­unit. Wanneer de ingestelde functie tussen de binnen-units onderling verschilt, kan het zijn dat de later bediende binnen-unit(s) niet werkt (werken).
Wanneer de binnen-unit(s) werkt (werken) in de functie VERWARMEN, kan (kunnen) de andere binnen­unit(s) niet werken in de functies KOELEN of DROGEN.
Waneer de binnen-unit(s) werkt (werken) in de functies KOELEN of DROGEN, kan (kunnen) de andere binnen-unit(s) niet werken in de functie VERWARMEN.
Wanneer de functie van de later bediende binnen-unit(s) verschillend is van de functie van de binnen-unit(s) die reeds in gebruik is (zijn), zult u na 4 seconden een lange pieptoon horen. De temperatuurindicator op het indicatorpaneel zal knipperen. Dit duidt aan dat de later bediende binnen-unit(s) niet werkt (werken). Wijzig in dit geval de functie van de afstandsbediening en stuur hetzelfde functiesignaal als voor de functie waarin de andere binnen-unit(s) werkt (werken). De later bediende binnen-unit(s) geeft (geven) tweemaal een pieptoon weer en treedt (treden) in werking.
aangeven en het BEDRIJF-indicator en het SCHAKELKLOK-indicator zullen afwisselend
Druk opnieuw op de AAN/UIT-toets om het
5
toestel uit te schakelen.
De rode BEDRIJF-indicator ( ) gaat uit.
N-10
TIPS VOOR DE AUTO FUNCTIE
Als het toestel is ingeschakeld worden in de AUTO stand de temperatuurinstelling en de stand automatisch gekozen op basis van de kamertemperatuur en de buitentemperatuur.
Functies en Temperatuurinstellingen
281810034
26
Verwar-
(24°C)
Binnentemp.
(¡C)
Koelen
(24°C)
Verwar-
Verwar-
men
(23°C)
men
(22°C)
men
De cijfers tussen ( ) zijn temperatuur­instellingen
Drogen
Kamertemperatuur
(
–2°C
Koelen
)
(25°C)
Koelen
(26°C)
Buiten­temp.
Als tijdens de werking de buitentemperatuur
(¡C)
wijzigt, zullen de temperatuurinstellingen automatisch verschuiven zoals getoond op de grafiek.
De functie van de eerst bediende binnen­unit heeft voorrang op de functie van de andere binnenunit(s) zonder verwijzing naar de tabel.
TIPS VOOR HET INDICATORPANEEL
Telkens wanneer u op de DISPLAY-toets drukt, zal het indicatorpaneel veranderen op de volgende manier.
(AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
ECO
VERMOGENSCONTROLE­INDICATOR
ECO
Kamertemperatuur­indicator
Temperatuur­indicator
Buitentemperatuur­indicator
De kamertemperatuur en het VERMOGENS­CONTROLEINDICATOR verschijnen op het display.
De buitentemperatuur en het VERMOGENS­CONTROLEINDICA­TOR verschijnen op het display.
Er verschijnt niets op het display.
DISPLAY
FULL POWER
(AY-XM7CR/AY-XM9CR/AY-XM12CR)
ECO
Kamertemperatuur­indicator
Buitentemperatuur­indicator
Temperatuur­indicator
VERMOGENSCONTROLE­INDICATOR
ECO
VERMOGENSCONTROLEINDICATOR
Wanneer de kamer- of buitentemperatuur op het display verschijnt, zal de VERMOGENS­CONTROLEINDICATOR oplichten in vier niveaus voor de functies KOELEN en VERWARMEN (3 niveaus voor de functie DROGEN), om het werkingsvermogen aan te duiden. Wanneer de airconditioner met maximumvermogen werkt in de functies KOELEN en VERWARMEN, zal op het indicatorpaneel de aanduiding Power oplichten en Eco uitgaan.
OPMERKINGEN:
De temperaturen die verschijnen op het display zijn waarden bij benadering en kunnen afwijken van de eigenlijke temperaturen.
Temperatuurweergavebereik Kamertemperatuur: 0°C ~ 40°C ( dan 0°C bedraagt en
verschijnt wanneer de temperatuur meer dan 40°C bedraagt.) Buitentemperatuur: –9°C ~ 45°C ( dan –9°C bedraagt en
verschijnt op het display tijdens de eerste 120 seconden van de bediening terwijl de
verschijnt wanneer de temperatuur meer dan 45°C bedraagt.)
temperaturen worden gedetecteerd. (De temperatuurdetectie kan langer dan 120 seconden duren wanneer de andere binnen-unit(s) reeds in gebruik is (zijn).)
wordt getoond gedurende 5 seconden wanneer de unit niet in gebruik is.
verschijnt op het display wanneer de temperatuur minder
verschijnt op het display wanneer de temperatuur minder
N-11
NEDERLANDS
INSTELLEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING
VERTICALE LUCHTSTROOMRICHTING
Voor optimaal comfort wordt de luchtstroomrichting voor elke functie automatisch ingesteld, zoals onderstaande tabel laat zien:
De functies KOELEN en DROGEN Horizontale luchtstroming VERWARMEN-functie Diagonale luchtstroming
INSTELLEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING
Druk eenmaal op de ZWENK­toets (SWING) van de afstands­bediening.
De stand van de verticaal instelbare jaloezieën verandert voortdurend.
De functies KOELEN en
DROGEN
Instelbereik
VERWARMEN-functie
Druk nogmaals op de ZWENK­toets (SWING) wanneer de verticaal instelbare jaloezieën in de gewenste stand staan.
De jaloezieën worden stilgezet binnen het bereik op de afbeel­ding.
De gewijzigde positie wordt in het geheugen opgeslagen en de vol­gende keer dat u het toestel ge­bruikt wordt automatisch dezelfde positie ingesteld.
Het instelbereik is beper­kter dan het ZWENK­bereik om condens­druppels te voorkomen.
Het instelbereik is groter, zodat de luchtstroom naar de vloer kan worden gericht.
HORIZONTALE LUCHTSTROOMRICHTING
Pak de horizontaal instelbare jaloe­zieën vast zoals de afbeelding laat zien en stel de luchtstroomrichting naar voorkeur in.
LET OP
Stel de verticaal instelbare jaloezieën nooit met de hand in.
Er kunnen defecten optreden wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt om de verticaal
instelbare jaloezieën in te stellen nadat ze met de hand zijn ingesteld.
Er kan condensvorming optreden wanneer de verticaal instelbare jaloezieën bij de
functies KOELEN of DROGEN gedurende langere tijd op de laagste stand staan.
Wanneer de airconditioner met de ventilatorsnelheid ZACHT wordt gebruikt, mogen de horizontaal instelbare jaloezieën niet gedurende langere tijd in de uiterste standen naar links of rechts worden gezet. Anders kan zich condens op de jaloezieën vormen.
N-12
WERKING OP VOLLE KRACHT
In deze stand werkt de airconditioner met het maximumvermogen en koelt of verwarmt hij de kamer zodanig snel dat u het toestel kunt inschakelen wanneer u net bent thuisgekomen.
Om de werking op VOLLE KRACHT te activeren,
1
drukt u tijdens de bediening op de VOLLE KRACHT­toets (FULL POWER).
Op het display van de afstandsbediening verschijnt
PM
DISPLAY
De temperatuursaanduiding zal uitgaan.
Druk nogmaals op de VOLLE KRACHT-toets (FULL POWER).
FULL POWER
1
De werking op VOLLE KRACHT wordt eveneens
OPMERKING:
U kunt geen temperatuur en ventilatorsnelheid instellen bij werking op VOLLE KRACHT.
”.
UITSCHAKELEN
geannuleerd bij wijziging van de bedieningsfunctie of bij het uitschakelen van het toestel.
ÉÉN-UURS TIMER
Wanneer de ÉÉN-UURS TIMER wordt ingeschakeld, wordt het toestel na één uur automatisch uitgeschakeld.
Druk op de ÉÉN-UURS TIMER-toets.
1
Op het display van de afstandsbediening verschijnt
De oranje SCHAKELKLOK-indicator (
begint te branden.
Het toestel wordt na een uur automatisch uitge­schakeld.
UITSCHAKELEN
MODE
FAN
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY­XPM12CR.
1h
1
Druk op de TIMER ANNULEER-toets (SET/C).
De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( ) op het toestel gaat uit.
U kunt het toestel ook uitschakelen met behulp van de AAN/UIT-toets.
De rode BEDRIJF-indicator ( ) en de oranje SCHA- KELKLOK-indicator (
OPMERKINGEN:
De ÉÉN-UURS TIMER heeft voorrang op de INSCHAKEL- en UITSCHAKELTIJDEN.
Wanneer de ÉÉN-UURS TIMER wordt ingesteld terwijl het toestel niet is ingeschakeld, zal het toestel gedurende één uur werken in de van tevoren ingestelde functie.
Wanneer u het toestel nog een uur wilt gebruiken voordat het toestel d.m.v. de ÉÉN-UURS TIMER wordt uitgeschakeld, druk dan nogmaals op de ÉÉN-UURS TIMER-toets.
Als de TIMER AAN en/of TIMER UIT ingesteld zijn, annuleert de TIMER ANNULEER-toets
(SET/C) alle instellingen.
”.
) op het toestel
) op het toestel gaat uit.
NEDERLANDS
N-13
BEDIENING MET BEHULP VAN DE SCHAKELKLOK
OPMERKING:
Alvorens de timer in te stellen, controleert u of de klok juist ingesteld is overeenkomstig de huidige tijd.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Druk op de TIMER UIT-toets ( ).
1
De TIMER UIT-indicator gaat knipperen; druk
2
op de TIJD VOORUIT- of TIJD ACHTERUIT­toets om de gewenste tijd in te stellen. (De tijd kan worden ingesteld in stappen van 10
AM
DISPLAY
FULL POWER
MODE
1h
1
FAN
CLEAN
SWING
SET/C
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
2 3
minuten.) Richt de afstandsbediening op het signaal-
3
ontvangstvenster op het toestel en druk op de TIMER INSTEL-toets (SET/C).
De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( op het toestel begint te branden.
De eenheid geeft een geluidssignaal wanneer het signaal van de afstandsbediening is ont­vangen.
)
TIPS VOOR AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Wanneer de UITSCHAKELTIJD is inge­steld om het toestel automatisch uit te schakelen, wordt de temperatuur automatisch bewaakt om te voorkomen dat het in de kamer te heet of te koud wordt terwijl u slaapt. (Automatische sluimer­functie)
KOELEN/DROGEN-FUNCTIE:
Een uur nadat de bediening via de schakelklok begonnen is, wordt de thermostaat automatisch 1°C hoger gezet dan de oorspronkelijke instelling.
VERWARMEN-FUNCTIE:
Een uur nadat de bediening via de schakel­klok begonnen is, wordt de thermostaat automatisch 3°C lager gezet dan de oorspronkelijke instelling.
ANNULEREN VAN DE TIMERFUNCTIE
Druk op de TIMER ANNULEER-toets (SET/C).
De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( ) op het toestel gaat uit.
Op het display van de afstandsbedien­ing verschijnt de hui­dige tijd.
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/AY­XPM9CR/AY-XPM12CR.
MODE
FAN
SWING
1h
CLEAN
OPMERKING:
Als de TIMER AAN, de TIMER UIT en de ÉÉN­UURS TIMER ingesteld zijn, kunt u met de TIMER ANNULEER-toets (SET/C) alle in­stellingen annuleren.
SCHAKELTIJDEN WIJZIGEN
Annuleer eerst de instelling van de TIMER en stel hem vervolgens opnieuw in.
N-14
SET/C
AUTOMATISCH INSCHAKELEN
Druk op de TIMER AAN-toets ( ).
1
De TIMER AAN-indicator gaat knipperen; druk op
2
de TIJD VOORUIT- of TIJD ACHTERUIT-toets om de gewenste tijd in te stellen. (De tijd kan
AM
DISPLAY
FULL POWER
CLEAN
1h
1
2
SET/C
3
MODE
FAN
SWING
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/ AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
worden ingesteld in stappen van 10 minuten.) Richt de afstandsbediening op het signaalontvangst-
3
venster op het toestel en druk op de TIMER INSTEL­toets (SET/C).
De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( het toestel begint te branden.
De eenheid geeft een geluidssignaal wanneer het signaal van de afstandsbediening is ont­vangen.
Kies de bedieningsstand.
4
Het toestel wordt vóór het ingestelde tijdstip inge­schakeld zodat de kamer de gewenste tempe­ratuur kan bereiken tegen het geprogrammeerde tijdstip. (Ontwaakfunctie)
Als de binnen-unit(s) werkt (werken) in een be­paalde functie terwijl de TIMER AAN wordt inge­steld voor een andere unit in een andere functie, zal de timer de vereiste bediening niet inscha­kelen.
) op
GECOMBINEERD GEBRUIK VAN DE AAN- EN DE UIT-TIMER
U kunt de AAN- en de UIT-timer in combinatie gebruiken.
Voorbeeld:
Om de werking uit te schakelen om 11 uur s avonds en te hervatten (met dezelfde functie- en tempera­tuurinstellingen) en de kamertemperatuur op het
AM
PM
gewenste niveau te brengen om 7 uur s ochtends.
Stel de TIMER UIT in op 11 uur s avonds tijdens
1
de bediening. Stel de TIMER AAN in op 7 uur s ochtends.
2
De pijl ( de TIMER UIT-indicator geeft aan welke timer eerst zal worden geactiveerd.
of ) tussen de TIMER AAN-indicator en
OPMERKINGEN:
U kunt de AAN-TIMER en UIT-TIMER niet programmeren als u het toestel wilt gebruiken met verschillende temperaturen of andere instellingen.
Elk van de timers kan worden geprogrammeerd om als eerste te worden geactiveerd.
N-15
NEDERLANDS
TIPS VOOR PLASMACLUSTERBEDIENING
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)12CR)
De ionisator van de airconditioner geeft ionenclusters, een verzameling van positieve en negatieve ionen, af aan de lucht in de kamer. De clusterionen beperken de uit de lucht afkomstige schimmel en ontgeuren/ ontbinden moleculen die geur veroorzaken.
Ionisator
Schimmels Geurtjes
Ionenclusters
LUCHT REINIGEN
De vrijkomende clusterionen beperken de uit de lucht afkomstige schimmel en ontgeuren/ ontbinden moleculen die geur veroorzaken.
LUCHT VERFRISSEN
Men zegt dat er vele negatieve ionen aanwezig zijn in natuurlijke omgevingen zoals bij watervallen en in bossen. Bij deze functie komt een groot aantal negatieve ionen vrij zodat de lucht in de kamer een dergelijke omgevingstoestand benadert.
AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING
De stof- en geursensor detecteren vervuilde lucht in de kamer. Nadat de airconditioner is ingeschakeld, wordt de luchtreiniginsfunctie gedurende één minuut in werking gesteld om vuile lucht op te sporen. De luchtreinigings- en luchtverfrissingsfunctie worden automatisch gekozen en in werking gesteld afhankelijk van de graad van luchtvervuiling. De luchtreinigingsfunctie zal in werking treden wanneer de lucht vuil wordt bevonden, de luchtverfrissingsfunctie zal in werking treden wanneer de lucht zuiver is.
ZELFREINIGINGSFUNCTIE
De plasmaclusterbediening wordt uitgevoerd met de functie VENTILEREN of VERWARMEN om schimmelgroei te beperken en de binnenkant van de airconditioner te drogen. Maak regelmatig gebruik van deze bediening bij de verandering van seizoen. Reeds aanwezige schimmel kan bij deze bediening niet worden verwijderd.
TIPS VOOR STOFSENSOR EN GEURSENSOR
Waarop reageert de stofsensor?
De stofsensor reageert op schimmel, planten-/bloempollen, dode teken, stof, tabaksrook enz.
Waarop reageert de geursensor?
De geursensor reageert op tabaksrook, motoruitlaatgassen, geur afkomstig van dieren, enz. De stof- en geursensor kunnen ook reageren op dampen van insecticiden, cosmetica, alcohol,
chemicaliën en dergelijke, en op buitengewone veranderingen van temperatuur/vochtigheid.
N-16
PLASMACLUSTERBEDIENING
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
U kunt kiezen tussen AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING, LUCHTREINIGING of LUCHTVERFRISSING.
Druk terwijl de unit in werking is op de PLASMA-
1
CLUSTER-toets om de functie te kiezen.
AUTOMATISCH- LUCHTREI- LUCHTVER- ANNU-
PLASMACLUSTER NIGING FRISSING LEREN
Bij LUCHTREINIGEN licht de blauwe PLASMA­CLUSTER-indicator van het toestel op.
Bij LUCHTVERFRISSEN licht de groene PLASMA­CLUSTER-indicator van het toestel op.
MODE
AUTO
AM
1h
FAN
SWING
CLEAN
1
SET/C
UITSCHAKELEN
Druk op de PLASMACLUSTER-toets totdat het PLASMACLUSTER-symbool op het display van de afstandsbediening uit gaat.
De PLASMACLUSTER-indicator van het toestel gaat uit.
OPMERKINGEN:
De instelling van de PLASMACLUSTER-functie wordt opgeslagen en hervat wanneer de airconditioner weer wordt ingeschakeld.
Druk op de DISPLAY-toets om de PLASMACLUSTER-indicator te doven.
Als u op de PLASMACLUSTER-toets drukt terwijl de unit niet in werking is, wordt de
PLASMACLUSTER-functie uitgevoerd zonder bijkomende airconditioning-functie (bv. VERWARMEN of KOELEN). Het functiesymbool op de afstandsbediening gaat uit en de ventilatorsnelheid kan niet op AUTO worden ingesteld. Op dat ogenblik ondervindt u mogelijk dat de VERWARMEN-functie wordt uigevoerd door units in andere kamers. De draaisnelheid van de binnenventilator zal afnemen en de ventilator zal AAN en UIT schakelen afhankelijk van de kamertemperatuur.
ZELFREINIGINGSFUNCTIE
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
Druk op de ZELFREINIGING-toets (CLEAN) wanneer
1
het toestel uitgeschakeld is.
• Op het display van de afstandsbediening verschijnt “ ”.
De rode BEDRIJF-indicator (
AM
FAN
SWING
CLEAN
SET/C
1
OPMERKING:
U kunt geen temperatuur, ventilatorsnelheid, luchtstroomrichting of timer instellen in de ZELF-
REINIGINGSFUNCTIE.
MACLUSTER-indicator op het toestel lichten op.
Het toestel wordt uitgeschakeld na veertig minuten.
De resterende bedieningstijd wordt aangeduid op de
TEMPERATUURINDICATOR van de binnenunit en zal per minuut aftellen.
UITSCHAKELEN
Druk op de ZELFREINIGING-toets (CLEAN). U kunt het toestel ook uitschakelen met de AAN/UIT­toets.
De rode BEDRIJF-indicator ( ), de blauwe PLAS­MACLUSTER-indicator en de TEMPERATUURIN­DICATOR op het toestel zullen uitgaan.
) en de blauwe PLAS-
NEDERLANDS
N-17
HELPFUNCTIE
Gebruik deze functie wanneer er geen afstandsbediening beschikbaar is.
INSCHAKELEN
Open het voorpaneel van de binnen-unit en druk op de AUX.-toets op het bedieningspaneel.
De rode BEDRIJF-indicator ( begint te branden en het toestel wordt ingeschakeld waarbij automatisch de functie AUTO wordt gekozen.
De ventilatorsnelheid en de temperatuur worden ingesteld op AUTO.
UITSCHAKELEN
Druk opnieuw op de AUX.-toets op het bedienings­paneel.
De rode BEDRIJF-indicator ( gaat uit.
OPMERKING:
Wanneer u tijdens normaal gebruik op de AUX.­toets drukt, wordt het toestel uitgeschakeld.
) van het toestel
AUX.
) van het toestel
OPTIEPAKKET
(uitsluitend voor modellen AY-XM7CR/AY-XM9CR/ AY-XM12CR)
Luchtfilter
Tijdens de werking van de airconditioner verwijdert het luchtfilter stof en tabaksrook uit de lucht en voert het zuivere lucht uit. De in het luchtfilter gebruikte apatiet bactericiden onderdrukken de activiteiten van geabsorbeerde virussen en andere ziektekiemen. De vervangingstermijn voor het wegwerptype bedraagt ongeveer 3 ~ 6 maanden. Neem contact op met uw dealer voor de aankoop van deze optie.
Type AZ-F900B
N-18
ONDERHOUD
Schakel de airconditioner en de stroomonderbreker uit alvorens onderhoudswerk­zaamheden uit te voeren.
(voor modellen AY-XM7CR/AY-XM9CR/AY-XM12CR)
DE FILTERS REINIGEN
1
2
3
2
1
3
De luchtfilters dienen elke twee weken te worden gereinigd.
SCHAKEL HET TOESTEL UIT
1
VERWIJDER DE FILTERS
2
1 Open het voorpaneel. 2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze te
ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder
ze.
REINIG DE FILTERS
3
Verwijder stof met behulp van een stofzuiger. Als de filters vuil zijn, kunt u ze wassen met warm water en een mild reinigingsmiddel. Droog de filters in de schaduw voordat u ze terugplaatst.
PLAATS DE FILTERS TERUG
4
1 Plaats de filters in de oorspronkelijke stand
terug.
2 Sluit het voorpaneel. 3 Druk het met de pijl aangegeven gedeelte
van het paneel stevig aan om het paneel te vergrendelen.
TOESTEL EN AFSTANDSBEDIENING REINIGEN
Reinig het toestel en de afstandsbediening met een zachte doek.
Giet of mors er geen water op. Dit kan schokgevaar opleveren en de apparatuur
beschadigen.
Gebruik nooit heet water, verfverdunner, schuurmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
ONDERHOUD NA SEIZOENSGEBRUIK
Gebruik het toestel in de KOELEN-
1
functie en met een tempera­tuurinstelling van 32°C gedurende ongeveer een halve dag zodat het mechanisme volledig kan drogen.
Stop de bediening.
2
Als u een stroomonderbreker alleen voor de airconditioner heeft, kunt u die uitschakelen.
Reinig de filters en plaats ze terug.
3
N-19
ONDERHOUD VOOR SEIZOENSGEBRUIK
Controleer of de luchtfilters schoon
1
zijn. Controleer of er geen obstructies
2
in de luchtinlaat en luchtuitlaat zitten.
Kijk regelmatig het montageframe
3
van de buitenunit na op slijtage en controleer of het nog goed is beves­tigd.
NEDERLANDS
ONDERHOUD
Schakel de airconditioner en de stroomonderbreker uit alvorens onderhoudswerk­zaamheden uit te voeren.
(voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
DE FILTERS REINIGEN
1
2
3
2
1
3
De luchtfilters dienen elke twee weken te worden gereinigd.
SCHAKEL HET TOESTEL UIT
1
VERWIJDER DE FILTERS
2
1 Open het voorpaneel. 2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze te
ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder ze.
VERWIJDER HET ONTGEURINGSFILTER
3
EN HET STOFOPVANGFILTER VAN DE LUCHTFILTERS
REINIG DE FILTERS
4
Verwijder stof met behulp van een stofzuiger. Als de filters vuil zijn, kunt u ze wassen met warm water en een mild reinigingsmiddel. Droog de filters in de schaduw voordat u ze terugplaatst.
PLAATS HET ONTGEURINGSFILTER EN
5
HET STOFOPVANGFILTER TERUG PLAATS DE FILTERS TERUG
6
1 Plaats de filters in de oorspronkelijke stand
terug.
2 Sluit het voorpaneel. 3 Druk het met de pijl aangegeven gedeelte
van het paneel stevig aan om het paneel te vergrendelen.
TOESTEL EN AFSTANDSBEDIENING REINIGEN
Reinig het toestel en de afstandsbediening met een zachte doek.
Giet of mors er geen water op. Dit kan schokgevaar opleveren en de apparatuur
beschadigen.
Gebruik nooit heet water, verfverdunner, schuurmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
ONDERHOUD NA SEIZOENSGEBRUIK
Zet het toestel in de ZELFREINI-
1
GINGSFUNCTIE zodat het me­chanisme volledig kan drogen.
Stop de bediening.
2
Als u een stroomonderbreker alleen voor de airconditioner heeft, kunt u die uitschakelen.
Reinig de filters en plaats ze terug.
3
N-20
ONDERHOUD VOOR SEIZOENSGEBRUIK
Controleer of de luchtfilters
1
schoon zijn. Controleer of er geen obstructies
2
in de luchtinlaat en luchtuitlaat zitten.
Kijk regelmatig het montageframe
3
van de buitenunit na op slijtage en controleer of het nog goed is bevestigd.
REINIGEN VAN HET ONTGEURINGSFILTER (GROEN)
Het filter moet om de 3 ~ 6 maanden worden gereinigd.
VERWIJDER DE LUCHTFILTERS
1
REINIG HET ONTGEURINGSFILTER
2
1 Verwijder het ontgeuringsfilter van de
luchtfilters.
2 Drenk het ontgeuringsfilter in een zachte
detergentoplossing gedurende 10 tot 20 minuten.
Filterstop
OPMERKING:
Vervanging is noodzakelijk om de 3 jaar, aangezien het ontgeuringseffect afneemt. Nieuwe filters zijn verkrijgbaar bij uw dichtstbijzijnde dealer.
Vervangingsfilter: Type AZ-F910C
Spoel het filter overvloedig af met water en laat het volledig drogen in het zonlicht.
3 Plaats het schoongemaakte ontgeuringsfilter
onder de filterstoppen op de luchtfilters.
PLAATS DE LUCHTFILTERS TERUG
3
VERVANGING VAN HET STOFOPVANGFILTER (GRIJS)
Het filter moet worden vervangen om de 3 ~ 6 maanden.
VERWIJDER DE LUCHTFILTERS
Filterstop
OPMERKING:
Het vuile stofopvangfilter is niet afwasbaar en kan niet opnieuw worden gebruikt. Nieuwe filters zijn verkrijgbaar bij uw dichtstbijzijnde dealer.
Vervangingsfilter: Type AZ-F900C
1
VERVANG HET STOFOPVANGFILTER
2
1 Verwijder het oude stofopvangfilter van de
luchtfilters.
2 Plaats het nieuwe stofopvangfilter met de
zwarte kant naar boven onder de filter­stoppen op de luchtfilters.
PLAATS DE LUCHTFILTERS TERUG
3
N-21
NEDERLANDS
VOORDAT U DE STORINGSDIENST BELT
Onderstaande verschijnselen duiden niet op een defect aan het toestel.
HET TOESTEL WERKT NIET
Het toestel werkt niet wanneer het direct nadat het is uitgeschakeld weer wordt ingeschakeld. Het toestel werkt evenmin direct nadat de functie is gewijzigd. Dit om interne mechanis­men te beschermen. Wacht 3 minuten voordat u het toestel bedient.
HET TOESTEL BLAAST GEEN WARME LUCHT
Het toestel is bezig met voorverwarmen of ontdooien.
GEURTJES
Er kunnen geurtjes van tapijten en meubelen worden opgezogen, die daarna weer worden uitgeblazen, evenals de geur van de onderdelen van de airconditioner.
KRAKENDE GELUIDEN
Het kan voorkomen dat het toestel krakende geluiden produceert. Dit geluid ontstaat door wrijving van het voorpaneel of andere componenten die uitzetten door temperatuurwijzigingen.
SUIZENDE GELUIDEN
Het zachte, suizende geluid is het geluid van de koelstof die door het toestel stroomt.
DE BINNEN-UNIT WORDT WARM, OOK AL IS HIJ NIET IN WERKING
Dit komt doordat de koelvloeistof ook door de leidingen van de niet-werkende binnen-unit stroomt wanneer de andere binnen-unit in de VERWARMEN-functie werkt.
WATERDAMPEN
In de functies KOELEN en DROGEN zijn soms wat waterdampen bij de luchtuitlaat zichtbaar, wat wordt veroorzaakt door het verschil tussen de kamertemperatuur en de temperatuur van de lucht die door het toestel wordt uitgeblazen.
In de functie VERWARMEN kunnen tijdens het ontdooien soms wat waterdampen worden uitgestoten.
DE BUITEN-UNIT STOPT NIET
Na het stopzetten van de bediening zal de ventilator van de buiten-unit gedurende onge­veer één minuut draaien om de unit af te koelen.
HET TOESTEL WERKT NIET IN DE DOOR U GEVRAAGDE FUNCTIE
Wanneer een binnen-unit werkt in de KOELEN- of DROGEN-functie, kunt u de andere binnen-unit niet bedienen in de VERWARMEN-functie. (Na 4 seconden hoort u een lange pieptoon en zal de temperatuurindicator op het indicatorpaneel
aangeven en zullen het BEDRIJF-indi-
cator en het SCHAKELKLOK-indicator afwisselend knipperen.)
Wanneer een binnen-unit werkt in de VERWARMEN-functie, kunt u de andere binnen-unit niet bedienen in de KOELEN­of DROGEN-functie. (Na 4 seconden hoort u een lange pieptoon en zal de tempera­tuurindicator op het indicatorpaneel aangeven en zullen het BEDRIJF-indicator en het SCHAKELKLOK-indicator af­wisselend knipperen.)
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
DE LUCHTUITLAAT VAN DE PLASMA­CLUSTER GEEFT EEN GEUR AF
Dit is de geur van ozon, afkomstig van de ionisator. De ozonconcentratie is zeer laag en heeft geen negatieve invloed op uw gezondheid. De in de lucht vrijgekomen ozon zal snel afbreken en de ozonconcentratie in de kamer zal niet oplopen.
BINNEN-UNIT WORDT WARM, OOK AL WERKT HIJ NIET IN DE VERWARMEN-FUNCTIE
Wanneer u op de PLASMACLUSTER-toets drukt terwijl de unit niet in werking is, zal de PLASMACLUSTER­bediening uitgevoerd worden zonder bijkomende airconditioning-functie (bv. VERWARMEN of KOELEN). Het is mogelijk dat u op dat ogenblik warme lucht uit de luchtuitlaat voelt komen als de units in andere kamers werken in de VERWARMEN-functie. De draaisnelheid van de binnenventilator neemt af en de ventilator schakelt AAN en UIT afhankelijk van de kamertemperatuur.
EEN ZACHT ZOEMGELUID
Dit is het geluid dat u hoort wanneer het toestel ionenclusters genereert.
HET TOESTEL BLAAST GEEN LUCHT
(PLASMACLUSTER-bediening zonder bijkomende airconditioning-functie, ZELFREINIGING-functie)
De andere binnen-unit(s) is (zijn) bezig met ontdooien.
Tijdens de AUTOMATISCHE PLASMA­CLUSTERBEDIENING werkt de aircon­ditioner in de LUCHTVERFRISSINGS­FUNCTIE, zelfs wanneer er geur in de kamer aanwezig is.
Wanneer bijvoorbeeld de kamer vol tabaks­rook hangt voordat de airconditioner wordt ingeschakeld, kan het zijn dat de GEUR­SENSOR niet reageert.
N-22
Controleer onderstaande punten wanneer het toestel niet naar behoren functioneert.
WANNEER HET TOESTEL NIET FUNCTIONEERT
Controleer of de stroomonderbreker is uitgeschakeld of de zekering is gesprongen.
ALS HET TOESTEL DE KAMER NIET VOLDOENDE KOELT (OF VERWARMT)
Controleer de filters. Indien vuil, reinigen.
Controleer of ramen en deu­ren goed gesloten zijn.
Controleer de luchtinlaat en de luchtuitlaat van de buiten-unit op obstructies.
Een groot aantal mensen in de kamer kan er de oorzaak van zijn dat de gewenste tempe­ratuur niet bereikt wordt.
Controleer of de thermostaat op de juiste stand is ingesteld.
Controleer de kamer op de aanwezigheid van toestellen die warmte kunnen afgeven.
ALS HET TOESTEL GEEN SIGNALEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ONTVANGT
Controleer of de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn.
Neem contact op met de onderhoudsdienst wanneer de BEDRIJF-indicator, de SCHAKELKLOK­indikator en de TEMPERATUURINDICATOR op het indicatorpaneel knipperen.
Probeer het signaal opnieuw te verzenden door de afstandsbe­diening goed op het ontvangst­venster van het toestel te rich­ten.
Controleer of de batterijen met de polen in de juiste richting in de afstands­bediening zijn gelegd.
N-23
NEDERLANDS
SHARP CORPORATION
OSAKA, JAPAN
Printed in Thailand
TINSEA309JBRZ 02BO TL 1
Loading...