OPERATION MANUAL
BEDIENUNGSANLEITUNG
NOTICE D'UTILISATION
MANUAL DE INSTRUCCIONES
MANUALE DI ISTRUZIONE
MANUAL DE INSTRUÇÕES
ΕΓΧΕΙΡΙ∆ΙΟ ΛΕΙΤΟΥΡΓΙΑΣ
GEBRUIKSAANWIJZING
KULLANMA KILAVUZU
РУКОВОДСТВО ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
ENGLISH
DEUTSCH
FRANÇAIS
ESPAÑOL
ITALIANO
PORTUGUÊS
ΕΛΛΗΝΙΚΑ
NEDERLANDS
TÜRKÇE
HECCRBQ
NEDERLANDS
Dank u voor het in deze SHARP airconditioner gestelde vertrouwen. Lees deze gebruiksaanwijzing in zijn geheel zorgvuldig door voordat u het toestel in gebruik neemt.
INHOUD
• VOORZORGSMAATREGELEN ..................N-1
• AANVULLENDE INFORMATIE OVER
DE BEDIENING ...........................................N-3
BELT .................................................... N-22
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK
Trek niet aan het netsnoer en vervorm het niet. Door trekken en verkeerd gebruik van het
1
netsnoer kan het toestel worden beschadigd waardoor schokgevaar kan ontstaan.
Stel uzelf en anderen niet gedurende lange tijd rechtstreeks bloot aan de uitgeblazen
2
lucht. Dit kan namelijk slecht zijn voor uw gezondheid.
Als de airconditioner wordt gebruikt in kamers waar peuters, kinderen, bejaarde,
3
bedlegerige of anders valide personen verblijven, dient u voor een geschikte kamertemperatuur te zorgen.
Steek nooit voorwerpen in het toestel. Als er voorwerpen in het toestel worden gestoken, is
4
er gevaar voor lichamelijk letsel door de hoge draaisnelheid van de ventilatoren in het toestel.
Sluit de airconditioner altijd aan op een aarding. Sluit de aardingsdraad niet aan op een
5
gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of telefoonaardingsdraad. Als het toestel niet
naar behoren is geaard, kan dit leiden tot elektrische schokken.
Als er iets ongewoons aan de hand is met de airconditioner (bijv. een brandgeur), mag u het
6
toestel onmiddellijk niet meer bedienen en dient u de stroomonderbreker op UIT te zetten.
Volg de landelijk geldende voorschriften voor de elektrische bedrading op. Foutieve
7
elektrische bedrading kan oververhitting van het snoer, de stekker of het stopcontact tot
gevolg hebben en brand veroorzaken.
Gebruik uitsluitend het door de fabrikant voorgeschreven netsnoer als vervanging.
8
Vervanging dient door een erkend installateur of onderhoudsmonteur te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE / VERWIJDEREN / HERSTELLEN
• Probeer het toestel nooit zelf te installeren/verwijderen/herstellen. Als dit werk niet goed
wordt uitgevoerd, kan het elektrische schokken, waterlekken, brand, enz. tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw dealer of een andere erkende onderhoudsmonteur wanneer u het
toestel wilt installeren/verwijderen/herstellen.
Dit toestel is conform Richtlijnen 89/336/EEC en 73/23/EEC, gewijzigd door 93/68/EEC.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
N-1
NEDERLANDS
VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK
Zet af en toe een deur of een raam open om de kamer te ventileren, vooral als er in de
1
kamer gastoestellen worden gebruikt. Als de kamer niet voldoende wordt geventileerd,
kan er een tekort aan zuurstof ontstaan.
Druk niet op de toetsen met natte handen. Dit zou kunnen leiden tot elektrische schokken.
2
Schakel de stroomonderbreker uit voor uw eigen veiligheid wanneer u het toestel
3
gedurende lange tijd niet gebruikt.
Kijk regelmatig het montageframe van de buiten-unit na op slijtage en controleer of het
4
nog goed is bevestigd.
Zet niets op de buiten-unit en ga er niet op staan; anders kan het voorwerp of de persoon
5
er af vallen en letsel oplopen.
Dit toestel is ontworpen voor gebruik in woningen. Gebruik het toestel niet voor andere
6
doeleinden, zoals voor dieren in kennels en planten in kassen.
Zet geen water op het toestel. Als water in het toestel terechtkomt, kan de elektrische
7
isolatie worden aangetast, wat kan leiden tot elektrische schokken.
Dek de luchtinlaten en -uitlaten van het toestel niet af; anders zal het vermogen afnemen
8
of kunnen er problemen ontstaan.
Schakel het toestel altijd uit met de stroomonderbreker voordat u onderhoud uitvoert of
9
het toestel reinigt. Binnenin in het toestel draait een ventilator die u eventueel zou kunnen
verwonden.
Spat of giet geen water rechtstreeks op het toestel. Water kan elektrische schokken
10
veroorzaken of het toestel beschadigen.
Dit toestel mag niet worden gebruikt door jonge kinderen of zieke personen zonder
11
toezicht.
Let erop dat jonge kinderen niet met de airconditioner spelen.
WAARSCHUWINGEN BIJ DE PLAATSING/INSTALLATIE
• Sluit de airconditioner alleen aan op een voeding met de aangegeven spanning en frequentie.
Als u een voeding met een andere spanning en frequentie gebruikt, kan het toestel schade
oplopen en eventueel brand veroorzaken.
• Installeer het toestel niet in een kamer waar brandbare gassen kunnen vrijkomen; anders
kan er brand ontstaan.
Installeer het toestel op een plaats waar het aan een minimum van stof, dampen en vocht
wordt blootgesteld.
• Leg de afvoerslang zodanig dat de afvoer vlot kan lopen. Als de afvoer niet goed ligt, kunnen
de kamer, meubelen, enz. nat worden.
• Installeer afhankelijk van de installatieplaats een lekstroomschakelaar of een stroomonderbreker om elektrische schokken te voorkomen.
Deze airconditioner heeft een geheugenfunctie waarin alle instellingen bewaard blijven in geval van
een stroomonderbreking.
Nadat de stroomonderbreking is opgelost, wordt het toestel automatisch heropgestart met de
instellingen van voor de stroomonderbreking, met uitzondering van eventuele instellingen voor de
schakelklok.
De schakelklok moet na een stroomonderbreking opnieuw worden ingesteld.
VOORVERWARMFUNCTIE
Als het toestel op VERWARMEN wordt gezet, kan het twee tot vijf minuten duren voordat de binnenventilator wordt ingeschakeld. Dit om te voorkomen dat het toestel koude lucht blaast.
ONTDOOIFUNCTIE
• Wanneer er zich ijs op de warmtewisselaar van de buitenunit vormt terwijl het toestel op VERWARMEN staat, zorgt een automatische ontdooier gedurende ongeveer 5 tot 10 minuten voor
voldoende warmte om het ijs te ontdooien. Tijdens het ontdooien worden de binnenen
buitenventilatoren stopgezet.
• Na het ontdooien wordt het toestel automatisch weer op VERWARMEN gezet.
WARMTECAPACITEIT
• Het toestel gebruikt een warmtepomp die warmte aan de buitenlucht onttrekt en deze warmte naar de
kamer brengt. De temperatuur van de buitenlucht heeft dus een grote invloed op de warmtecapaciteit.
•
Als de warmtecapaciteit door lage buitentemperaturen te veel afneemt, dient u een extra verwarmingstoestel te gebruiken.
• Het verwarmen van de gehele kamer kan door de gedwongen luchtcirculatie enige tijd duren.
• De ingebouwde beveiliging kan ervoor zorgen dat
het toestel niet kan worden
gebruikt buiten dit bereik.
• Er kan zich condens op de
luchtuitlaat vormen als het
toestel voortdurend in de
functie KOELEN of DROGEN werkt en de luchtvochtigheid groter is dan
80%.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Hieronder staan enkele nuttige tips waarmee u bij het gebruik van uw airconditioner
energie kunt besparen.
STEL DE JUISTE TEMPERATUUR IN
• Als u de thermostaat 1°C hoger instelt dan de gewenste temperatuur in de functie KOELEN en
2°C lager in de functie VERWARMEN, zal u ongeveer 10 procent energie besparen.
• Wanneer de thermostaat voor de functie KOELEN op een lagere temperatuur wordt ingesteld dan
nodig, dan neemt het energieverbruik toe.
WEER DIRECT ZONLICHT EN VOORKOM TOCHT
• Als direct zonlicht wordt geweerd tijdens het koelen, bespaart u energie.
• Sluit vensters en deuren tijdens het koelen en verwarmen.
STEL DE LUCHTSTROOMRICHTING IN OM EEN OPTIMALE LUCHTCIRCULATIE TE VERKRIJGEN
HOUD DE FILTERS SCHOON OM EEN EFFICIËNTE WERKING TE
VERKRIJGEN
MAAK OPTIMAAL GEBRUIK VAN DE SCHAKELKLOK
TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT WANNEER HET TOESTEL
GEDURENDE LANGERE TIJD NIET WORDT GEBRUIKT
• De binnen-unit verbruikt een kleine hoeveelheid energie, zelfs wanneer het toestel is uitgeschakeld.
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
e TIJD VOORUIT-toets
r TIJD ACHTERUIT-toets
t ZELFREINIGING-toets (CLEAN)
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
y TIMER INSTEL/ANNULEER-toets (SET/C)
u Duidt aan dat het BATTERIJVAK zich onder
dit teken bevindt
i KLOK-toets
o ZWENK-toets (SWING)
LCD-SCHERM VAN DE
AFSTANDSBEDIENING
p THERMOSTAATINSTELLING VOOR AUTO-
MATISCHE BEDIENING EN DROOGSTAND
a ZELFREINIGINGSSYMBOOL
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AYXPM9CR/AY-XPM12CR)
s SYMBOOL VOOR VERZENDEN
d FUNCTIESYMBOLEN
: AUTO: DROGEN
: VERVARMEN: KOELEN
f TEMPERATUURINDICATOR
g SYMBOOL VOOR WERKING OP VOLLE
KRACHT
h SYMBOLEN VOOR DE VENTILATORSNEL-
HEID
: AUTO: LAAG
: HOOG: ZACHT
N-6
p
a
s
d
AM
PM
AM
PM
AUTO
f
C
g
h
j
k
l
j TIMER AAN-INDICATOR/KLOK
Duidt de ingestelde tijd van de aantimer of de huidige tijd aan.
k TIMER UIT-INDICATOR
Duidt de ingestelde tijd voor de uittimer of de één-uurs timer aan.
l PLASMACLUSTERSYMBOOL
(uitsluitend voor modellenAY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
INSTALLATIE VAN HET STOFOPVANGFILTER
EN ONTGEURINGSFILTER
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
Het stofopvangfilter en het ontgeuringsfilter zijn verpakt als accessoires van dit toestel.
Tijdens de werking van de airconditioner verwijderen de filters stof en tabaksrook uit
de lucht en voeren ze zuivere lucht af.
Verwijder de luchtfilters.
1
1 Open het opklapbare paneel.
1
2
STOFOPVANGFILTER (grijs)
Plaats de zwarte zijde naar boven.
3
Filterstop
2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze
te ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder
ze.
Plaats het stofopvangfilter en het ont-
2
geuringsfilter onder de filterstoppen op het
luchtfilter.
ONTGEURINGSFILTER (groen)
Plaats de luchtfilters terug.
3
1 Plaats de luchtfilters terug in de oor-
spronkelijke stand.
2 Sluit het opklapbare paneel.
3
2
1
oorzorgsmaatregelen
V
• De filters zitten verzegeld in een plastic zak om hun stofopvangeffect te bewaren.
Open de zak niet voordat u de filters gaat gebruiken. (Anders zal de levensduur van de
filters afnemen.)
• Stel de filters niet bloot aan direct zonlicht. (Anders zal de kwaliteit ervan verminderen.)
3 Druk het met de pijl aangegeven ge-
deelte van het paneel stevig aan om
het paneel te vergrendelen.
NEDERLANDS
N-7
DE AFST ANDSBEDIENING GEBRUIKEN
GEBRUIKEN
BATTERIJEN PLAATSEN Gebruik twee AAA-batterijen (R03).
Verwijder het deksel van de
1
afstandsbediening.
Leg twee batterijen in het vak en
2
let hierbij op de polen — en — .
• Op het display verschijnt “AM
6:00” wanneer de batterijen juist
zijn geplaatst.
Plaats het deksel terug.
3
OPMERKINGEN:
• Bij normaal gebruik hebben de batterijen een levensduur van ongeveer één jaar.
• Bij het vervangen van de batterijen moeten altijd beide batterijen tegelijk worden
vervangen door nieuwe batterijen van hetzelfde type.
• Als de afstandsbediening na het vervangen van de batterijen niet goed functioneert,
verwijder dan de batterijen en leg ze na ongeveer 30 seconden terug.
• Verwijder de batterijen van de afstandsbediening wanneer het toestel gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt.
Deksel van batterijvak
-
+
+
-
DE AFST ANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Richt de afstandsbediening op het
ontvangstvenster van de binnenunit en druk op de gewenste toets.
De eenheid geeft een geluidssignaal wanneer het signaal van de
afstandsbediening is ontvangen.
• Zorg ervoor dat er geen gordijnen of
andere voorwerpen tussen de afstandsbediening en de binnenunit zijn.
• De afstandsbediening heeft een bereik
van ongeveer 7 meter.
N-8
LET OP
• Zorg ervoor dat het ontvangstvenster voor de afstandsbediening niet aan direct zonlicht
wordt blootgesteld, omdat hierdoor de afstandsbediening wordt gehinderd. Sluit een
gordijn om het zonlicht tegen te houden als het direct op het ontvangstvenster schijnt.
• TL-verlichting met een snelstarter kan het signaal van de afstandsbediening storen.
• De signalen van een afstandsbediening van een televisietoestel, videorecorder of andere
apparatuur kunnen invloed hebben op de airconditioner.
• Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of de warmte van een verwarmingstoestel. Stel de airconditioner en afstandsbediening ook niet bloot aan vocht of
schokken omdat ze hierdoor kunnen verkleuren of anderszins kunnen worden beschadigd.
INSTELLEN VAN DE HUIDIGE TIJD
Er zijn twee tijdsaanduidingen:
12-uuraanduiding en 24-uuraanduiding.
MODE
FAN
SWING
De PLASMACLUSTER- en
ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend
voorzien op de modellen AY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
1h
CLEAN
SET/C
2
3
1
Voorbeeld: 5 uur in de namiddag
KlokDisplay
12-uuraanduidingPM 5:00
24-uuraanduiding17:00
Om de 12-uuraanduiding in te stellen,
1
drukt u eenmaal op de KLOK-toets in de
eerste stap.
Om de 24-uuraanduiding in te stellen,
drukt u tweemaal op de KLOK-toets in
de eerste stap.
Druk op de TIJD VOORUIT- of TIJD
2
ACHTERUIT-toets om de huidige tijd in
te stellen.
• Houd de toets ingedrukt om de
tijdsaanduiding op het display snel te
doen vooruit- of achteruitlopen.
Druk op de SET/C-toets.
3
• De dubbelepunt (:) knippert om aan te
duiden dat de klok in werking is.
OPMERKING:
• De huidige tijd kan niet worden ingesteld
wanneer de timer wordt gebruikt.
NEDERLANDS
N-9
BASISBEDIENING
AM
Druk op de FUNCTIE-toets (MODE) om de
1
gewenste functie in te schakelen.
AUTO VERWARMEN KOELEN DROGEN
DISPLAY
FULL
POWER
MODE
FAN
SWING
1h
CLEAN
SET/C
2
5
Druk op de AAN/UIT-toets om het toestel in
2
te schakelen.
• De rode BEDRIJF-indicator ( ) begint te
branden.
3
Druk op de THERMOSTAAT-toets om de
3
1
4
gewenste temperatuur in te stellen.
• Bij de AUTO bedie
ning en in de functie
DROGEN kan de
temperatuur worden
gewijzigd in stappen
van 1°C en binnen
een bereik van 2°C
hoger tot 2°C lager
dan de temperatuur
die automatisch door
de airconditioner
wordt bepaald.
• Bij de functies KOELEN en VERWARMEN
kan de temperatuur worden ingesteld binnen
een bereik van 18 tot 32°C.
Druk op de VENTILATOR-toets (FAN) om
4
de gewenste ventilatorsnelheid in te stellen.
AUTOZACHT LAAGHOOG
(Voorbeeld: 1°C hoger)
(Voorbeeld: 2°C lager)
C
C
• Bij de functie DROGEN kan de ventilator-
snelheid niet worden ingesteld.
De PLASMACLUSTER- en
ZELFREINIGING-toetsen zijn
uitsluitend voorzien op de modellen AYXPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
OPMERKINGEN:
Deze airconditioner is een meervoudig model waarbij twee (of drie) binnen-units zijn aangesloten op één buitenunit.
Wanneer de ingestelde functie tussen de binnen-units onderling verschilt, kan het zijn dat de later bediende
binnen-unit(s) niet werkt (werken).
• Wanneer de binnen-unit(s) werkt (werken) in de functie VERWARMEN, kan (kunnen) de andere binnenunit(s) niet werken in de functies KOELEN of DROGEN.
• Waneer de binnen-unit(s) werkt (werken) in de functies KOELEN of DROGEN, kan (kunnen) de andere
binnen-unit(s) niet werken in de functie VERWARMEN.
Wanneer de functie van de later bediende binnen-unit(s) verschillend is van de functie van de binnen-unit(s) die
reeds in gebruik is (zijn), zult u na 4 seconden een lange pieptoon horen. De temperatuurindicator op het
indicatorpaneel zal “
knipperen. Dit duidt aan dat de later bediende binnen-unit(s) niet werkt (werken). Wijzig in dit geval de functie van de
afstandsbediening en stuur hetzelfde functiesignaal als voor de functie waarin de andere binnen-unit(s) werkt
(werken). De later bediende binnen-unit(s) geeft (geven) tweemaal een pieptoon weer en treedt (treden) in werking.
” aangeven en het BEDRIJF-indicator en het SCHAKELKLOK-indicator zullen afwisselend
Druk opnieuw op de AAN/UIT-toets om het
5
toestel uit te schakelen.
• De rode BEDRIJF-indicator ( ) gaat uit.
N-10
TIPS VOOR DE AUTO FUNCTIE
Als het toestel is ingeschakeld worden in de AUTO stand de temperatuurinstelling en de stand
automatisch gekozen op basis van de kamertemperatuur en de buitentemperatuur.
Functies en Temperatuurinstellingen
281810034
26
Verwar-
(24°C)
Binnentemp.
(¡C)
Koelen
(24°C)
Verwar-
Verwar-
men
(23°C)
men
(22°C)
men
De cijfers tussen ( ) zijn temperatuurinstellingen
Drogen
Kamertemperatuur
(
–2°C
Koelen
)
(25°C)
Koelen
(26°C)
Buitentemp.
• Als tijdens de werking de buitentemperatuur
(¡C)
wijzigt, zullen de temperatuurinstellingen
automatisch verschuiven zoals getoond op
de grafiek.
• De functie van de eerst bediende binnenunit heeft voorrang op de functie van de
andere binnenunit(s) zonder verwijzing naar
de tabel.
TIPS VOOR HET INDICATORPANEEL
Telkens wanneer u op de DISPLAY-toets drukt, zal
het indicatorpaneel veranderen op de volgende
manier.
(AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
ECO
VERMOGENSCONTROLEINDICATOR
ECO
Kamertemperatuurindicator
Temperatuurindicator
Buitentemperatuurindicator
De kamertemperatuur
en het VERMOGENSCONTROLEINDICATOR
verschijnen op het
display.
De buitentemperatuur
en het VERMOGENSCONTROLEINDICATOR verschijnen op
het display.
Er verschijnt niets op
het display.
DISPLAY
FULL
POWER
(AY-XM7CR/AY-XM9CR/AY-XM12CR)
ECO
Kamertemperatuurindicator
Buitentemperatuurindicator
Temperatuurindicator
VERMOGENSCONTROLEINDICATOR
ECO
VERMOGENSCONTROLEINDICATOR
Wanneer de kamer- of buitentemperatuur op het display verschijnt, zal de VERMOGENSCONTROLEINDICATOR oplichten in vier niveaus voor de functies KOELEN en VERWARMEN
(3 niveaus voor de functie DROGEN), om het werkingsvermogen aan te duiden. Wanneer de
airconditioner met maximumvermogen werkt in de functies KOELEN en VERWARMEN, zal op
het indicatorpaneel de aanduiding “Power” oplichten en “Eco” uitgaan.
OPMERKINGEN:
• De temperaturen die verschijnen op het display zijn waarden bij benadering en kunnen afwijken
van de eigenlijke temperaturen.
• Temperatuurweergavebereik
Kamertemperatuur: 0°C ~ 40°C (
dan 0°C bedraagt en
verschijnt wanneer de temperatuur meer dan 40°C bedraagt.)
Buitentemperatuur: –9°C ~ 45°C (
dan –9°C bedraagt en
•
verschijnt op het display tijdens de eerste 120 seconden van de bediening terwijl de
verschijnt wanneer de temperatuur meer dan 45°C bedraagt.)
temperaturen worden gedetecteerd. (De temperatuurdetectie kan langer dan 120 seconden
duren wanneer de andere binnen-unit(s) reeds in gebruik is (zijn).)
•
wordt getoond gedurende 5 seconden wanneer de unit niet in gebruik is.
verschijnt op het display wanneer de temperatuur minder
verschijnt op het display wanneer de temperatuur minder
N-11
NEDERLANDS
INSTELLEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING
VERTICALE LUCHTSTROOMRICHTING
Voor optimaal comfort wordt de luchtstroomrichting voor elke functie automatisch
ingesteld, zoals onderstaande tabel laat zien:
De functies KOELEN en DROGENHorizontale luchtstroming
VERWARMEN-functieDiagonale luchtstroming
INSTELLEN VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING
Druk eenmaal op de ZWENKtoets (SWING) van de afstandsbediening.
• De stand van de verticaal instelbare
jaloezieën verandert voortdurend.
De functies KOELEN en
DROGEN
Instelbereik
VERWARMEN-functie
Druk nogmaals op de ZWENKtoets (SWING) wanneer de
verticaal instelbare jaloezieën in
de gewenste stand staan.
• De jaloezieën worden stilgezet
binnen het bereik op de afbeelding.
• De gewijzigde positie wordt in het
geheugen opgeslagen en de volgende keer dat u het toestel gebruikt wordt automatisch dezelfde
positie ingesteld.
Het instelbereik is beperkter dan het ZWENKbereik om condensdruppels te voorkomen.
Het instelbereik is groter,
zodat de luchtstroom
naar de vloer kan worden
gericht.
HORIZONTALE LUCHTSTROOMRICHTING
Pak de horizontaal instelbare jaloezieën vast zoals de afbeelding laat
zien en stel de luchtstroomrichting
naar voorkeur in.
LET OP
Stel de verticaal instelbare jaloezieën nooit met de hand in.
Er kunnen defecten optreden wanneer de afstandsbediening wordt gebruikt om de verticaal
•
instelbare jaloezieën in te stellen nadat ze met de hand zijn ingesteld.
• Er kan condensvorming optreden wanneer de verticaal instelbare jaloezieën bij de
functies KOELEN of DROGEN gedurende langere tijd op de laagste stand staan.
Wanneer de airconditioner met de ventilatorsnelheid “ZACHT” wordt gebruikt, mogen de
horizontaal instelbare jaloezieën niet gedurende langere tijd in de uiterste standen naar
links of rechts worden gezet.
Anders kan zich condens op de jaloezieën vormen.
N-12
WERKING OP VOLLE KRACHT
In deze stand werkt de airconditioner met het maximumvermogen en koelt of verwarmt
hij de kamer zodanig snel dat u het toestel kunt inschakelen wanneer u net bent
thuisgekomen.
Om de werking op VOLLE KRACHT te activeren,
1
drukt u tijdens de bediening op de VOLLE KRACHTtoets (FULL POWER).
• Op het display van de afstandsbediening verschijnt
“
PM
DISPLAY
• De temperatuursaanduiding zal uitgaan.
Druk nogmaals op de VOLLE KRACHT-toets (FULL
POWER).
FULL
POWER
1
• De werking op VOLLE KRACHT wordt eveneens
OPMERKING:
• U kunt geen temperatuur en ventilatorsnelheid instellen bij werking op VOLLE KRACHT.
”.
UITSCHAKELEN
geannuleerd bij wijziging van de bedieningsfunctie of
bij het uitschakelen van het toestel.
ÉÉN-UURS TIMER
Wanneer de ÉÉN-UURS TIMER wordt ingeschakeld, wordt het toestel na één uur
automatisch uitgeschakeld.
Druk op de ÉÉN-UURS TIMER-toets.
1
• Op het display van de afstandsbediening verschijnt
“
• De oranje SCHAKELKLOK-indicator (
begint te branden.
• Het toestel wordt na een uur automatisch uitgeschakeld.
UITSCHAKELEN
MODE
FAN
De PLASMACLUSTER- en
ZELFREINIGING-toetsen zijn
uitsluitend voorzien op de modellen
AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AYXPM12CR.
1h
1
Druk op de TIMER ANNULEER-toets (SET/C).
• De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( ) op het toestel
gaat uit.
U kunt het toestel ook uitschakelen met behulp van
de AAN/UIT-toets.
• De rode BEDRIJF-indicator ( ) en de oranje SCHA-
KELKLOK-indicator (
OPMERKINGEN:
• De ÉÉN-UURS TIMER heeft voorrang op de INSCHAKEL- en UITSCHAKELTIJDEN.
• Wanneer de ÉÉN-UURS TIMER wordt ingesteld terwijl het toestel niet is ingeschakeld, zalhet toestel gedurende één uur werken in de van tevoren ingestelde functie.
• Wanneer u het toestel nog een uur wilt gebruiken voordat het toestel d.m.v. de ÉÉN-UURSTIMER wordt uitgeschakeld, druk dan nogmaals op de ÉÉN-UURS TIMER-toets.
• Als de TIMER AAN en/of TIMER UIT ingesteld zijn, annuleert de TIMER ANNULEER-toets
(SET/C) alle instellingen.
”.
) op het toestel
) op het toestel gaat uit.
NEDERLANDS
N-13
BEDIENING MET BEHULP VAN DE SCHAKELKLOK
OPMERKING:
Alvorens de timer in te stellen, controleert u of de klok juist ingesteld is overeenkomstig de
huidige tijd.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Druk op de TIMER UIT-toets ( ).
1
De TIMER UIT-indicator gaat knipperen; druk
2
op de TIJD VOORUIT- of TIJD ACHTERUITtoets om de gewenste tijd in te stellen. (De tijd
kan worden ingesteld in stappen van 10
AM
DISPLAY
FULL
POWER
MODE
1h
1
FAN
CLEAN
SWING
SET/C
De PLASMACLUSTER- en ZELFREINIGING-toetsen
zijn uitsluitend voorzien op de modellen AY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
2
3
minuten.)
Richt de afstandsbediening op het signaal-
3
ontvangstvenster op het toestel en druk op de
TIMER INSTEL-toets (SET/C).
• De oranje SCHAKELKLOK-indicator (
op het toestel begint te branden.
• De eenheid geeft een geluidssignaal wanneer
het signaal van de afstandsbediening is ontvangen.
)
TIPS VOOR AUTOMATISCH
UITSCHAKELEN
Wanneer de UITSCHAKELTIJD is ingesteld om het toestel automatisch uit te
schakelen, wordt de temperatuur
automatisch bewaakt om te voorkomen
dat het in de kamer te heet of te koud wordt
terwijl u slaapt. (Automatische sluimerfunctie)
KOELEN/DROGEN-FUNCTIE:
• Een uur nadat de bediening via de
schakelklok begonnen is, wordt de
thermostaat automatisch 1°C hoger gezet
dan de oorspronkelijke instelling.
VERWARMEN-FUNCTIE:
• Een uur nadat de bediening via de schakelklok begonnen is, wordt de thermostaat
automatisch 3°C lager gezet dan de
oorspronkelijke instelling.
ANNULEREN VAN DE TIMERFUNCTIE
Druk op de TIMER ANNULEER-toets (SET/C).
• De oranje SCHAKELKLOK-indicator ( ) op
het toestel gaat uit.
• Op het display van
de afstandsbediening verschijnt de huidige tijd.
De PLASMACLUSTER- en
ZELFREINIGING-toetsen zijn
uitsluitend voorzien op de
modellen AY-XPM7CR/AYXPM9CR/AY-XPM12CR.
MODE
FAN
SWING
1h
CLEAN
OPMERKING:
• Als de TIMER AAN, de TIMER UIT en de ÉÉNUURS TIMER ingesteld zijn, kunt u met de
TIMER ANNULEER-toets (SET/C) alle instellingen annuleren.
SCHAKELTIJDEN WIJZIGEN
Annuleer eerst de instelling van de TIMER en
stel hem vervolgens opnieuw in.
N-14
SET/C
AUTOMATISCH INSCHAKELEN
Druk op de TIMER AAN-toets ( ).
1
De TIMER AAN-indicator gaat knipperen; druk op
2
de TIJD VOORUIT- of TIJD ACHTERUIT-toets
om de gewenste tijd in te stellen. (De tijd kan
AM
DISPLAY
FULL
POWER
CLEAN
1h
1
2
SET/C
3
MODE
FAN
SWING
De PLASMACLUSTER- en
ZELFREINIGING-toetsen zijn uitsluitend
voorzien op de modellen AY-XPM7CR/
AY-XPM9CR/AY-XPM12CR.
worden ingesteld in stappen van 10 minuten.)
Richt de afstandsbediening op het signaalontvangst-
3
venster op het toestel en druk op de TIMER INSTELtoets (SET/C).
• De oranje SCHAKELKLOK-indicator (
het toestel begint te branden.
• De eenheid geeft een geluidssignaal wanneer
het signaal van de afstandsbediening is ontvangen.
Kies de bedieningsstand.
4
• Het toestel wordt vóór het ingestelde tijdstip ingeschakeld zodat de kamer de gewenste temperatuur kan bereiken tegen het geprogrammeerde
tijdstip. (Ontwaakfunctie)
• Als de binnen-unit(s) werkt (werken) in een bepaalde functie terwijl de TIMER AAN wordt ingesteld voor een andere unit in een andere functie,
zal de timer de vereiste bediening niet inschakelen.
) op
GECOMBINEERD GEBRUIK VAN DE AAN- EN DE UIT-TIMER
U kunt de AAN- en de UIT-timer in combinatie gebruiken.
Voorbeeld:
Om de werking uit te schakelen om 11 uur ’s avonds
en te hervatten (met dezelfde functie- en temperatuurinstellingen) en de kamertemperatuur op het
AM
PM
gewenste niveau te brengen om 7 uur ’s ochtends.
Stel de TIMER UIT in op 11 uur ’s avonds tijdens
1
de bediening.
Stel de TIMER AAN in op 7 uur ’s ochtends.
2
De pijl (
de TIMER UIT-indicator geeft aan welke timer eerst
zal worden geactiveerd.
of ) tussen de TIMER AAN-indicator en
OPMERKINGEN:
• U kunt de AAN-TIMER en UIT-TIMER niet programmeren als u het toestel wilt gebruiken
met verschillende temperaturen of andere instellingen.
• Elk van de timers kan worden geprogrammeerd om als eerste te worden geactiveerd.
N-15
NEDERLANDS
TIPS VOOR PLASMACLUSTERBEDIENING
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)12CR)
De ionisator van de airconditioner geeft ionenclusters, een verzameling van
positieve en negatieve ionen, af aan de lucht in de kamer.
De clusterionen beperken de uit de lucht afkomstige schimmel en ontgeuren/
ontbinden moleculen die geur veroorzaken.
Ionisator
Schimmels
Geurtjes
Ionenclusters
LUCHT REINIGEN
De vrijkomende clusterionen beperken de uit de lucht afkomstige schimmel en ontgeuren/
ontbinden moleculen die geur veroorzaken.
LUCHT VERFRISSEN
Men zegt dat er vele negatieve ionen aanwezig zijn in natuurlijke omgevingen zoals bij
watervallen en in bossen. Bij deze functie komt een groot aantal negatieve ionen vrij zodat de
lucht in de kamer een dergelijke omgevingstoestand benadert.
AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING
De stof- en geursensor detecteren vervuilde lucht in de kamer.
Nadat de airconditioner is ingeschakeld, wordt de luchtreiniginsfunctie gedurende één minuut
in werking gesteld om vuile lucht op te sporen.
De luchtreinigings- en luchtverfrissingsfunctie worden automatisch gekozen en in werking gesteld
afhankelijk van de graad van luchtvervuiling.
De luchtreinigingsfunctie zal in werking treden wanneer de lucht vuil wordt bevonden, de
luchtverfrissingsfunctie zal in werking treden wanneer de lucht zuiver is.
ZELFREINIGINGSFUNCTIE
De plasmaclusterbediening wordt uitgevoerd met de functie VENTILEREN of VERWARMEN
om schimmelgroei te beperken en de binnenkant van de airconditioner te drogen.
Maak regelmatig gebruik van deze bediening bij de verandering van seizoen.
Reeds aanwezige schimmel kan bij deze bediening niet worden verwijderd.
TIPS VOOR STOFSENSOR EN GEURSENSOR
Waarop reageert de stofsensor?
• De stofsensor reageert op schimmel, planten-/bloempollen, dode teken, stof, tabaksrook enz.
Waarop reageert de geursensor?
• De geursensor reageert op tabaksrook, motoruitlaatgassen, geur afkomstig van dieren, enz.
De stof- en geursensor kunnen ook reageren op dampen van insecticiden, cosmetica, alcohol,
chemicaliën en dergelijke, en op buitengewone veranderingen van temperatuur/vochtigheid.
N-16
PLASMACLUSTERBEDIENING
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
U kunt kiezen tussen AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING, LUCHTREINIGING
of LUCHTVERFRISSING.
Druk terwijl de unit in werking is op de PLASMA-
1
CLUSTER-toets om de functie te kiezen.
AUTOMATISCH-LUCHTREI-LUCHTVER-ANNU-
PLASMACLUSTERNIGINGFRISSINGLEREN
• Bij LUCHTREINIGEN licht de blauwe PLASMACLUSTER-indicator van het toestel op.
• Bij LUCHTVERFRISSEN licht de groene PLASMACLUSTER-indicator van het toestel op.
MODE
AUTO
AM
1h
FAN
SWING
CLEAN
1
SET/C
UITSCHAKELEN
Druk op de PLASMACLUSTER-toets totdat het
PLASMACLUSTER-symbool op het display van de
afstandsbediening uit gaat.
• De PLASMACLUSTER-indicator van het toestel gaat uit.
OPMERKINGEN:
• De instelling van de PLASMACLUSTER-functie wordt opgeslagen en hervat wanneer de
airconditioner weer wordt ingeschakeld.
• Druk op de DISPLAY-toets om de PLASMACLUSTER-indicator te doven.
• Als u op de PLASMACLUSTER-toets drukt terwijl de unit niet in werking is, wordt de
PLASMACLUSTER-functie uitgevoerd zonder bijkomende airconditioning-functie (bv.
VERWARMEN of KOELEN). Het functiesymbool op de afstandsbediening gaat uit en de
ventilatorsnelheid kan niet op AUTO worden ingesteld. Op dat ogenblik ondervindt u mogelijk
dat de VERWARMEN-functie wordt uigevoerd door units in andere kamers. De draaisnelheid
van de binnenventilator zal afnemen en de ventilator zal AAN en UIT schakelen afhankelijk van
de kamertemperatuur.
ZELFREINIGINGSFUNCTIE
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
Druk op de ZELFREINIGING-toets (CLEAN) wanneer
1
het toestel uitgeschakeld is.
• Op het display van de afstandsbediening verschijnt “ ”.
• De rode BEDRIJF-indicator (
AM
FAN
SWING
CLEAN
SET/C
1
OPMERKING:
• U kunt geen temperatuur, ventilatorsnelheid, luchtstroomrichting of timer instellen in de ZELF-
REINIGINGSFUNCTIE.
MACLUSTER-indicator op het toestel lichten op.
• Het toestel wordt uitgeschakeld na veertig minuten.
• De resterende bedieningstijd wordt aangeduid op de
TEMPERATUURINDICATOR van de binnenunit en zal
per minuut aftellen.
UITSCHAKELEN
Druk op de ZELFREINIGING-toets (CLEAN).
U kunt het toestel ook uitschakelen met de AAN/UITtoets.
•
De rode BEDRIJF-indicator ( ), de blauwe PLASMACLUSTER-indicator en de TEMPERATUURINDICATOR op het toestel zullen uitgaan.
) en de blauwe PLAS-
NEDERLANDS
N-17
HELPFUNCTIE
Gebruik deze functie wanneer er geen afstandsbediening beschikbaar is.
INSCHAKELEN
Open het voorpaneel van de binnen-unit en druk
op de AUX.-toets op het bedieningspaneel.
• De rode BEDRIJF-indicator (
begint te branden en het toestel wordt
ingeschakeld waarbij automatisch de functie
AUTO wordt gekozen.
• De ventilatorsnelheid en de temperatuur worden
ingesteld op AUTO.
UITSCHAKELEN
Druk opnieuw op de AUX.-toets op het bedieningspaneel.
• De rode BEDRIJF-indicator (
gaat uit.
OPMERKING:
Wanneer u tijdens normaal gebruik op de AUX.toets drukt, wordt het toestel uitgeschakeld.
) van het toestel
AUX.
) van het toestel
OPTIEPAKKET
(uitsluitend voor modellen AY-XM7CR/AY-XM9CR/
AY-XM12CR)
Luchtfilter
Tijdens de werking van de airconditioner verwijdert
het luchtfilter stof en tabaksrook uit de lucht en
voert het zuivere lucht uit.
De in het luchtfilter gebruikte apatiet bactericiden
onderdrukken de activiteiten van geabsorbeerde
virussen en andere ziektekiemen.
De vervangingstermijn voor het wegwerptype
bedraagt ongeveer 3 ~ 6 maanden.
Neem contact op met uw dealer voor de aankoop
van deze optie.
Type AZ-F900B
N-18
ONDERHOUD
Schakel de airconditioner en de stroomonderbreker uit alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
(voor modellen AY-XM7CR/AY-XM9CR/AY-XM12CR)
DE FILTERS REINIGEN
1
2
3
2
1
3
De luchtfilters dienen elke twee weken te worden
gereinigd.
SCHAKEL HET TOESTEL UIT
1
VERWIJDER DE FILTERS
2
1 Open het voorpaneel.
2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze te
ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder
ze.
REINIG DE FILTERS
3
Verwijder stof met behulp van een stofzuiger.
Als de filters vuil zijn, kunt u ze wassen met
warm water en een mild reinigingsmiddel.
Droog de filters in de schaduw voordat u ze
terugplaatst.
PLAATS DE FILTERS TERUG
4
1 Plaats de filters in de oorspronkelijke stand
terug.
2 Sluit het voorpaneel.
3 Druk het met de pijl aangegeven gedeelte
van het paneel stevig aan om het paneel
te vergrendelen.
TOESTEL EN AFSTANDSBEDIENING REINIGEN
• Reinig het toestel en de afstandsbediening met een zachte doek.
• Giet of mors er geen water op. Dit kan schokgevaar opleveren en de apparatuur
beschadigen.
• Gebruik nooit heet water, verfverdunner, schuurmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
ONDERHOUD NA
SEIZOENSGEBRUIK
Gebruik het toestel in de KOELEN-
1
functie en met een temperatuurinstelling van 32°C gedurende
ongeveer een halve dag zodat het
mechanisme volledig kan drogen.
Stop de bediening.
2
Als u een stroomonderbreker alleen
voor de airconditioner heeft, kunt u
die uitschakelen.
Reinig de filters en plaats ze terug.
3
N-19
ONDERHOUD VOOR
SEIZOENSGEBRUIK
Controleer of de luchtfilters schoon
1
zijn.
Controleer of er geen obstructies
2
in de luchtinlaat en luchtuitlaat
zitten.
Kijk regelmatig het montageframe
3
van de buitenunit na op slijtage en
controleer of het nog goed is bevestigd.
NEDERLANDS
ONDERHOUD
Schakel de airconditioner en de stroomonderbreker uit alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
(voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
DE FILTERS REINIGEN
1
2
3
2
1
3
De luchtfilters dienen elke twee weken te worden
gereinigd.
SCHAKEL HET TOESTEL UIT
1
VERWIJDER DE FILTERS
2
1 Open het voorpaneel.
2 Druk de luchtfilters iets omhoog om ze te
ontgrendelen.
3 Trek de luchtfilters omlaag en verwijder ze.
VERWIJDER HET ONTGEURINGSFILTER
3
EN HET STOFOPVANGFILTER VAN DE
LUCHTFILTERS
REINIG DE FILTERS
4
Verwijder stof met behulp van een stofzuiger.
Als de filters vuil zijn, kunt u ze wassen met
warm water en een mild reinigingsmiddel.
Droog de filters in de schaduw voordat u ze
terugplaatst.
PLAATS HET ONTGEURINGSFILTER EN
5
HET STOFOPVANGFILTER TERUG
PLAATS DE FILTERS TERUG
6
1 Plaats de filters in de oorspronkelijke stand
terug.
2 Sluit het voorpaneel.
3 Druk het met de pijl aangegeven gedeelte
van het paneel stevig aan om het paneel
te vergrendelen.
TOESTEL EN AFSTANDSBEDIENING REINIGEN
• Reinig het toestel en de afstandsbediening met een zachte doek.
• Giet of mors er geen water op. Dit kan schokgevaar opleveren en de apparatuur
beschadigen.
• Gebruik nooit heet water, verfverdunner, schuurmiddelen of agressieve oplosmiddelen.
ONDERHOUD NA
SEIZOENSGEBRUIK
Zet het toestel in de ZELFREINI-
1
GINGSFUNCTIE zodat het mechanisme volledig kan drogen.
Stop de bediening.
2
Als u een stroomonderbreker
alleen voor de airconditioner heeft,
kunt u die uitschakelen.
Reinig de filters en plaats ze terug.
3
N-20
ONDERHOUD VOOR
SEIZOENSGEBRUIK
Controleer of de luchtfilters
1
schoon zijn.
Controleer of er geen obstructies
2
in de luchtinlaat en luchtuitlaat
zitten.
Kijk regelmatig het montageframe
3
van de buitenunit na op slijtage
en controleer of het nog goed is
bevestigd.
REINIGEN VAN HET ONTGEURINGSFILTER (GROEN)
Het filter moet om de 3 ~ 6 maanden worden gereinigd.
VERWIJDER DE LUCHTFILTERS
1
REINIG HET ONTGEURINGSFILTER
2
1 Verwijder het ontgeuringsfilter van de
luchtfilters.
2 Drenk het ontgeuringsfilter in een zachte
detergentoplossing gedurende 10 tot 20
minuten.
Filterstop
OPMERKING:
• Vervanging is noodzakelijk om de 3 jaar, aangezien het ontgeuringseffect afneemt.
Nieuwe filters zijn verkrijgbaar bij uw dichtstbijzijnde dealer.
Vervangingsfilter: Type AZ-F910C
Spoel het filter overvloedig af met water en
laat het volledig drogen in het zonlicht.
3 Plaats het schoongemaakte ontgeuringsfilter
onder de filterstoppen op de luchtfilters.
PLAATS DE LUCHTFILTERS TERUG
3
VERVANGING VAN HET STOFOPVANGFILTER (GRIJS)
Het filter moet worden vervangen om de 3 ~ 6 maanden.
VERWIJDER DE LUCHTFILTERS
Filterstop
OPMERKING:
• Het vuile stofopvangfilter is niet afwasbaar en kan niet opnieuw worden gebruikt.
Nieuwe filters zijn verkrijgbaar bij uw dichtstbijzijnde dealer.
Vervangingsfilter: Type AZ-F900C
1
VERVANG HET STOFOPVANGFILTER
2
1 Verwijder het oude stofopvangfilter van de
luchtfilters.
2 Plaats het nieuwe stofopvangfilter met de
zwarte kant naar boven onder de filterstoppen op de luchtfilters.
PLAATS DE LUCHTFILTERS TERUG
3
N-21
NEDERLANDS
VOORDAT U DE STORINGSDIENST BELT
Onderstaande verschijnselen duiden niet op een defect aan het toestel.
HET TOESTEL WERKT NIET
Het toestel werkt niet wanneer het direct nadat
het is uitgeschakeld weer wordt ingeschakeld.
Het toestel werkt evenmin direct nadat de
functie is gewijzigd. Dit om interne mechanismen te beschermen. Wacht 3 minuten voordat
u het toestel bedient.
HET TOESTEL BLAAST GEEN WARME
LUCHT
Het toestel is bezig met voorverwarmen of ontdooien.
GEURTJES
Er kunnen geurtjes van tapijten en meubelen
worden opgezogen, die daarna weer worden
uitgeblazen, evenals de geur van de onderdelen
van de airconditioner.
KRAKENDE GELUIDEN
Het kan voorkomen dat het toestel krakende
geluiden produceert. Dit geluid ontstaat door wrijving
van het voorpaneel of andere componenten die
uitzetten door temperatuurwijzigingen.
SUIZENDE GELUIDEN
Het zachte, suizende geluid is het geluid van
de koelstof die door het toestel stroomt.
DE BINNEN-UNIT WORDT WARM, OOK
AL IS HIJ NIET IN WERKING
Dit komt doordat de koelvloeistof ook door de
leidingen van de niet-werkende binnen-unit
stroomt wanneer de andere binnen-unit in de
VERWARMEN-functie werkt.
WATERDAMPEN
• In de functies KOELEN en DROGEN zijn
soms wat waterdampen bij de luchtuitlaat
zichtbaar, wat wordt veroorzaakt door het
verschil tussen de kamertemperatuur en
de temperatuur van de lucht die door het
toestel wordt uitgeblazen.
• In de functie VERWARMEN kunnen tijdens
het ontdooien soms wat waterdampen
worden uitgestoten.
DE BUITEN-UNIT STOPT NIET
Na het stopzetten van de bediening zal de
ventilator van de buiten-unit gedurende ongeveer één minuut draaien om de unit af te koelen.
HET TOESTEL WERKT NIET IN DE
DOOR U GEVRAAGDE FUNCTIE
• Wanneer een binnen-unit werkt in de
KOELEN- of DROGEN-functie, kunt u de
andere binnen-unit niet bedienen in de
VERWARMEN-functie. (Na 4 seconden
hoort u een lange pieptoon en zal de
temperatuurindicator op het indicatorpaneel
“
” aangeven en zullen het BEDRIJF-indi-
cator en het SCHAKELKLOK-indicator
afwisselend knipperen.)
• Wanneer een binnen-unit werkt in de
VERWARMEN-functie, kunt u de andere
binnen-unit niet bedienen in de KOELENof DROGEN-functie. (Na 4 seconden hoort
u een lange pieptoon en zal de temperatuurindicator op het indicatorpaneel “
aangeven en zullen het BEDRIJF-indicator
en het SCHAKELKLOK-indicator afwisselend knipperen.)
”
(uitsluitend voor modellen AY-XPM7CR/AY-XPM9CR/AY-XPM12CR)
DE LUCHTUITLAAT VAN DE PLASMACLUSTER GEEFT EEN GEUR AF
Dit is de geur van ozon, afkomstig van de ionisator.
De ozonconcentratie is zeer laag en heeft geen
negatieve invloed op uw gezondheid. De in de
lucht vrijgekomen ozon zal snel afbreken en de
ozonconcentratie in de kamer zal niet oplopen.
BINNEN-UNIT WORDT WARM, OOK AL WERKT
HIJ NIET IN DE VERWARMEN-FUNCTIE
Wanneer u op de PLASMACLUSTER-toets drukt terwijl
de unit niet in werking is, zal de PLASMACLUSTERbediening uitgevoerd worden zonder bijkomende
airconditioning-functie (bv. VERWARMEN of KOELEN).
Het is mogelijk dat u op dat ogenblik warme lucht uit de
luchtuitlaat voelt komen als de units in andere kamers
werken in de VERWARMEN-functie.
De draaisnelheid van de binnenventilator neemt af
en de ventilator schakelt AAN en UIT afhankelijk
van de kamertemperatuur.
EEN ZACHT ZOEMGELUID
Dit is het geluid dat u hoort wanneer het toestel
ionenclusters genereert.
HET TOESTEL BLAAST GEEN LUCHT
(PLASMACLUSTER-bediening zonder
bijkomende airconditioning-functie,
ZELFREINIGING-functie)
• De andere binnen-unit(s) is (zijn) bezig
met ontdooien.
Tijdens de AUTOMATISCHE PLASMACLUSTERBEDIENING werkt de airconditioner in de LUCHTVERFRISSINGSFUNCTIE, zelfs wanneer er geur in de
kamer aanwezig is.
• Wanneer bijvoorbeeld de kamer vol tabaksrook hangt voordat de airconditioner wordt
ingeschakeld, kan het zijn dat de GEURSENSOR niet reageert.
N-22
Controleer onderstaande punten wanneer het toestel niet naar behoren functioneert.
WANNEER HET TOESTEL NIET FUNCTIONEERT
Controleer of de stroomonderbreker is uitgeschakeld of de zekering is gesprongen.
ALS HET TOESTEL DE KAMER NIET VOLDOENDE KOELT (OF VERWARMT)
Controleer de filters. Indien
vuil, reinigen.
Controleer of ramen en deuren goed gesloten zijn.
Controleer de luchtinlaat en de
luchtuitlaat van de buiten-unit
op obstructies.
Een groot aantal mensen in de
kamer kan er de oorzaak van
zijn dat de gewenste temperatuur niet bereikt wordt.
Controleer of de thermostaat
op de juiste stand is ingesteld.
Controleer de kamer op de
aanwezigheid van toestellen
die warmte kunnen afgeven.
ALS HET TOESTEL GEEN SIGNALEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
ONTVANGT
Controleer of de batterijen
van de afstandsbediening
leeg zijn.
Neem contact op met de onderhoudsdienst wanneer de BEDRIJF-indicator, de SCHAKELKLOKindikator en de TEMPERATUURINDICATOR op het indicatorpaneel knipperen.
Probeer het signaal opnieuw te
verzenden door de afstandsbediening goed op het ontvangstvenster van het toestel te richten.
Controleer of de batterijen
met de polen in de juiste
richting in de afstandsbediening zijn gelegd.
N-23
NEDERLANDS
SHARP CORPORATION
OSAKA, JAPAN
Printed in Thailand
TINSEA309JBRZ 02BO TL 1
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.