
NL Mobiele airconditioner
Belangrijke veiligheidsinstructies
LEES AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK
■ Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of ontoereikende ervaring en kennis, mits zij onder
toezicht staan of zijn geïnstrueerd over een veilig gebruik van dit apparaat en potentiële risico's begrijpen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen die niet onder
toezicht staan. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
■ Wanneer het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door een geautoriseerd servicecentrum
of een soortgelijk bevoegde persoon om gevaarlijke situaties te voorkomen. Het apparaat mag niet worden
gebruikt met een beschadigd netsnoer of stekker.
■ Het apparaat moet zo worden opgeslagen dat mechanische beschadiging wordt voorkomen.
■ Het apparaat moet worden opgeslagen in een goed geventileerde ruimte, waarvan de afmetingen
overeenkomen met de afmetingen gespecificeerd voor gebruik.
■ Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte waar geen permanent open vuur (bijv. een werkend
gastoestel) en ontstekingsbronnen (bijv. werkende elektrische verwarming) zijn.
■ Controleer voordat u het apparaat op het stopcontact aansluit of de nominale spanning vermeld op het
typeplaatje overeenkomt met de elektrische spanning van het stopcontact.
■ Sluit het apparaat alleen aan op een goed geaard stopcontact.
■ Het stopcontact moet vrij toegankelijk zijn zodat de stekker indien nodig snel losgekoppeld kan worden van
de stroomvoorziening.
■ Het apparaat is bedoeld voor gebruik in woningen, kantoren en gelijkaardige ruimtes. Het apparaat mag
niet gebruikt worden in stoffige ruimtes of ruimtes met een hoge luchtvochtigheid, zoals bijv. wasruimtes of
badkamers, in ruimtes waar chemische stoffen worden opgeslagen, in een industriële omgeving of
buitenshuis.
■ Plaats het apparaat niet in de buurt van open vuur of warmtebronnen.
■ Plaats het apparaat niet op een onstabiele ondergrond, zoals bijv. een dik tapijt.
■ Het apparaat mag alleen worden gebruikt op een droge, stabiele, gladde en vlakke ondergrond.
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.

■ Aangezien het apparaat met wieltjes uitgerust is, dient u extra aandachtig te zijn dat het niet bv. van de
trap valt of van hellende vlakten afschuift. Zet de wieltjes indien nodig vast.
■ Gebruik voor de assemblage van het apparaat alleen originele onderdelen. Zorg ervoor dat het apparaat
voordat u met de assemblage begint uitgeschakeld is en de stekker niet in het stopcontact zit.
■ Controleer voordat u de stekker in het stopcontact steekt of het apparaat juist geassembleerd is volgens de
instructies in deze handleiding.
■ Raak het apparaat niet aan met natte of vochtige handen. Dit geldt vooral als het is aangesloten op het
stopcontact.
■ Stel het apparaat niet bloot aan druppelend of spuitend water en dompel het niet onder in water of andere
vloeistoffen.
■ Dek de openingen voor aanzuiging en afvoer van lucht niet af en steek er geen voorwerpen in. Dit kan
leiden tot beschadiging van het apparaat.
■ Tijdens het gebruik moet er rond alle zijden van het apparaat ten minste 30 cm voor luchtcirculatie zijn.
■ Vermijd dat u langdurig in koude lucht verblijft. Het kan negatieve gevolgen hebben op uw gezondheid.
■ Gebruik om het apparaat in of uit te schakelen altijd de bijbehorende knoppen op het bedieningspaneel of
de afstandsbediening. Schakel het apparaat niet uit door de stekker uit het stopcontact te trekken.
■ Schakel het apparaat altijd eerst uit en neem de stekker uit het stopcontact als u het apparaat zonder
toezicht wilt laten of niet gaat gebruiken en voor verplaatsing, demontage of reiniging.
■ Probeer de behuizing van het apparaat niet te demonteren.
■ Koppel het apparaat los van het stopcontact door aan de stekker en niet aan het netsnoer te trekken. Dit
kan schade aan het netsnoer of het stopcontact veroorzaken.
■ Gebruik het apparaat niet als het beschadigd is of als het netsnoer of de stekker beschadigd is.
■ Sla het apparaat rechtopstaand op. U kunt het apparaat rechtopstaand of liggend op zijn kant vervoeren.
Als u het apparaat al hebt gebruikt, zorg er dan voor dat al het condenswater is afgevoerd. Wacht na
vervoer ten minste 1 uur voor u het apparaat weer in gebruik neemt.
■ Gebruik het apparaat niet als het niet correct functioneert, als het beschadigd is of in water
ondergedompeld is geweest. Repareer of wijzig het apparaat om gevaarlijke situaties te voorkomen niet
zelf. Laat alle reparaties uitvoeren door een geautoriseerd servicecentrum. Door ingrepen aan het apparaat
loopt u het risico dat uw wettelijke rechten m.b.t. onbevredigende prestaties of de kwaliteitsgarantie
vervallen.
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.

Lees deze handleiding door.
Waarschuwing:
Brandgevaar.
SPECIFIEKE WAARSCHUWINGEN VOOR APPARATEN MET HET KOELGAS R290
■ Lees de waarschuwingen zorgvuldig door.
■ Gebruik voor het ontdooien en reinigen geen andere instrumenten dan aanbevolen door de fabrikant.
■ Dit apparaat moet in een omgeving worden geplaatst waar geen permanent werkende ontstekingsbronnen aanwezig
zijn (bijv. open vuur, gastoestellen of elektrische apparaten).
■ Boor geen gaten in het apparaat en verbrand het niet.
■ Koelgassen kunnen reukloos zijn.
■ Dit apparaat moet worden geplaatst in ruimtes met een oppervlakte groter dan 12 m
2
.
■ Dit apparaat bevat ca. 280 g R290-koelgas.
■ R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese milieuregelgeving. Boor of maak geen gaten in de onderdelen van
het koelcircuit.
■ De ruimte waarin het apparaat wordt geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen moet het vasthouden voorkomen van
mogelijk lekkende koelmiddelen die een explosie of brand kunnen veroorzaken als gevolg van de ontsteking van het
koelmiddel na het inschakelen van een elektrische verwarming, kooktoestel of andere ontstekingsbronnen.
■ Het apparaat moet zo worden opgeslagen dat het niet mechanisch beschadigd kan raken.
■ Personen die aan de koelcircuits werken of deze repareren moeten daartoe gemachtigd zijn door een geautoriseerde
instelling die hun vaardigheid in de hantering van koelmiddelen certificeert in overeenstemming met de specifieke
beoordeling van de vereniging voor deze sector.
■ Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd op grond van de aanbevelingen van de fabrikant van dit
apparaat. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarvoor een bijdrage van andere gekwalificeerde personen
nodig is, mogen alleen worden uitgevoerd onder toezicht van gespecialiseerde experts voor de sector brandbare
koelmiddelen.
■ Controleer op het typeplaatje welk type koelgas gebruikt wordt in uw apparaat.
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.

NL Mobiele
NL Mobiele airconditioner
Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
■ Gelieve deze gebruikershandleiding voor het gebruik van dit apparaat aandachtig door te nemen, ook als u al bekend bent met het gebruik van
soortgelijke apparaten. Gebruik het apparaat alleen zoals beschreven in deze handleiding. Bewa ar de handleiding voor toekomstig gebruik.
■ Wij raden u aan d e originele kartonnen doos, het verpakkingsmateriaal, de aankoopbon, de aansprakelijkheidsverklaring van de verkoper of het
garantiebewijs te bewaren voor ten minste de d uur van de wettelijke aansprakelijkheid voor onbevredigende prestaties of kwaliteitsgarantie. Het is
aanbevolen om het apparaat voor vervoer in de originele doos van de fabrikant te verpakken.
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A1 Luchtuitlaat
A2 Bedieningspaneel
A3 Handgreep (aan beide zijden)
A4 Wieltjes
A5 Opening voor luchtuitlaat
BEDIENING VAN DE MOBIELE AIRCONDITIONER
A. BEDIENINGSPANEEL
■ Steek de stekker in het stopcontact. De mobiele airconditioner wordt nu in de stand -by-modus gebracht.
In- en uitschakelen van de mobiele airconditioner
■ Druk om de airconditioner in te schakelen op de knop POWER C8. Door nogm aals op de knop te drukken wordt de airconditioner uitgeschakeld.
Opmerking:
Schakel de mobiele airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. Schakel de mobiele airconditioner uit met de
POWER-knop C8, wacht een paar minuten en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Bedrijfsmodi
1. Koelmodus
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop C13 totdat het controlelampje voor koelen C2 gaat branden. Stel met behulp van de knoppen –/+ C10 en
C11 de gewenste temperatuur in. U kunt de temperatuur instellen tussen 18 en 32 °C.
■ Stel met de FAN -knop C9 de ventilatorsnelheid in. Door herhaaldelijk op de FAN-knop C9 te drukken wordt de snelheid als volgt gewijzigd: High
(hoge snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage snelheid) – Auto (automatische snelheid). M et elke druk gaat ook het bijbehorende
controlelampje op het bedieningspaneel branden.
A6 Netsnoer
A7 Luchtinlaat boven
A8 Afvoeropening boven
A9 Luchtinlaat onder
A10 Afvoeropening voor condenswater
BESCHRIJVING VAN DE ACCESSOIRES
B1 Flexibele slang voor luchtafvoer
B2 Afvoer voor in het raam
B3 Eindstuk
B4 Afstandsbediening
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
C1 Controlelampje verwarmingsmodus (alleen voor de
modellen SACMT1221CH en SAC MT1222CH)
C2 Controlelampje koelmodus
C3 Controlelampje ontvochtigingsmodus
C4 Controlelampje ventilatormodus
C5 Controlelampje timer
C6 Display
B5 Afvoerslang
B6 Raamafdichting van stof (niet afgebeeld)
C7 Controlelampje ventilatorsnelheid
(High – hoog; Medium – gemiddeld; Low – laag; Auto-automatisch)
C8 POWER-knop voor in- en uitschakeling
C9 FAN-knop voor instelling van de ventilatorsnelheid
C10 Knop –
C11 Knop +
C12 TIMER-knop voor instelling van de timer
C13 MODE-knop voor selectie van de bedrijfsmodus
2. Verwarmingsmodus (alleen voor de modellen SAC MT1221CH en SAC MT1222CH)
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop C13 totdat het controlelampje voor verwarmen C1 gaat branden. Stel met behulp van d e knoppen –/+ C10 en
C11de gewenste temperatuur in. U kunt de temperatuur instellen tussen 10 en 25 °C.
■ Stel met de FAN-knop C9 de ventilatorsnelheid in. Door herhaaldelijk op de FAN -knop C9 te drukken wordt de snelheid als volgt gewijzigd: High (hoge
snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage sne lheid) – Auto (automatische snelheid). Met elke druk gaat ook het bijbehorende
controlelampje op het bedieningspaneel branden. De airconditioner begint binnen een paar minuten met verwarmen. De ventilator kan o ok als de
temperatuur al bereikt is in korte intervallen in werking zijn.
■ Tijdens de verwarmingsmodus gaat in de airconditioner water uit de lucht condenseren, die zich verzamelt in het ingebouwde reservoir. Zodra het
reservoir vol is, verschijnt op het display C6 (vol reservoir; het water moet uit het reservoir worden verwijderd. Ga te werk volgens de
instructies in het gedeelte “Condenswaterafvoer“ verderop in de handleiding. Zodra het reservoir leeg is, start de airconditioner weer.
Opmerking:
Als u de airconditioner i n een zeer koele ruimte p laatst, gaat deze zichzelf automatisc h ontdooien. De werking kan tijdelijk onderbroken
worden. Op het display C6 wordt het symbool Lt getoond. Ook kunt u meer geluid waarnemen. Dit is een normaal verschijnse l.
AFSTANDSBEDIENING
D1 Display
D2 Aan-/uit-knop
D3 MODE-knop voor selectie van de bedrijfsmodus
D4 TIMER-knop voor instelling van de timer
D5 SLEEP-knop.
INSTALLATIE
Plaatsing van de mobiele airconditioner
■ Plaats de mobiele airconditioner op een vlakke, droge en stabiele ondergrond in d e buurt van een goed geaard stopcontact.
■ De mobiele airconditioner is uitgerust met wieltjes A4 voor een eenvoud igere hantering. Gebruik de wieltjes A4 niet als u de aircond itioner over
een tapijt of vergelijkbare ondergrond wilt verplaatsen. Rijd niet over voorwerpen heen.
■ Zorg er voor een optimale effectiviteit voor dat de airconditioner op minimaal 45 cm afstand van de wand en andere obstakels staat.
■ Houd ramen en deuren dicht en sluit (rol)gordijnen om de effectiviteit van de airconditioner te verhogen.
■ Zorg ervoor dat er g een warmtebronnen ingeschakeld zijn in de ruimte. Plaats de mobiele airconditioner niet in een ruimte met een hoge
luchtvochtigheid, zoals wasruimtes.
Opmerking:
Gebruik de mobiele airconditioner niet voor het koelen van ruimtes met computerservers e.d.
Installatie, afstelling, onderhoud en reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon.
Aansluiting van de flexibele slang op de mobiele airconditioner
■ De flexibele slang B1 moet aangesloten zijn op de mobiele airconditioner en in het raam geïnstalleerd zijn o vereenkomstig de bedrijfsmodus die u
wilt instellen. Installeer de flexibele slang B1 als u de bedrijfsmodus koelen of ontvochtigen of de automatische modus wilt g ebruiken. De flexibele
slang B1 hoeft niet geïnstalleerd te worden als u de ventilatormodus wilt instellen.
■ Trek de flexibele slang B1 uit tot de gewenste lengte. Plaats het eindstuk B3 op het ene uiteinde van d e flexibele s lang B1. Plaats hem in d e
luchtuitlaatopening A5 en draai naar links om de flexibele slang B1 vast te zetten.
■ Plaats de afvoer voor in het raam B2 op het losse uiteinde van de flexibele slang B1.
Installatie van de flexibele slang met behulp van de raamafdichting van stof
■ De stoffen afdichting B7 is geschikt voor kantel-, vleuge l- of dakramen. De stoffen afdichting B7 is uitgerust met klittenband om d e installatie van de
afdichting in het raam te vergemakkelijken. Open het raam en plaats de stoffen afdichting B7 in de gecreëerde gleuf. Het is aanbe volen om d e
plaats waarop u de afdichting B7 zult plaatsen (raam en kozijn) goed t e ontvetten met een geschikt middel. Verwijder het besc hermende papier van
de band en plak d e band op het k ozijn. Plak het nooit op de binnenkant van het kozijn, anders kan h et raam niet meer g esloten worden. Plak
vervolgens het andere deel van de afdichting B7 op de binnen- of buitenzijde van de raamvleuge l. Controleer of het raam dicht kan.
■ Om de flexibele s lang B1 erin te kunnen plaatsen, is de afdichting voorzien van een rits. Open de rits op een plaats waar u d e flexibele slang B1
makkelijk in de opening kunt steken.
■ De afdichting B7 hoeft niet uit het raam te worden verwijderd als u de airconditioner niet gaat gebruiken. Het raam kan ook met geïnstalleerde
afdichting worden gesloten.
3. Ventilatormodus
■ Druk herhaa ldelijk op de MODE-knop C13 totdat het controlelampje voor d e ventilatormodus C4 gaat branden. Stel met de FAN -knop C9 d e
ventilatorsnelheid in. Door herhaaldelijk op de FA N-knop C9 te drukken wordt de s nelheid als volgt gewijzigd: High (hoge snelheid) – Medium
(gemiddelde snelheid) – Low (lag e snelheid). Met elke druk gaat ook het bijbehorende controlelampje op het bedieningspaneel branden en verschijnt
op het display C6 een grafische weergave van de gese lecteerde snelheid. In deze modus kan de temperatuur niet word en ingesteld en hoeft de
flexibele slang B1 niet op de airconditioner te worden aangesloten.
4. Ontvochtigingsmodus
■ Zorg ervoor dat de flexibele slang B1 op de airconditioner aangesloten is en uit het raam v oert. Druk herhaaldelijk op de MODE-knop C13 totdat het
controlelampje voor ontvochtigen gaat branden. Op het display C6 word t getoond. In deze modus kunnen de temperatuur en de
ventilatiesnelheid niet worden ingesteld. De ventilatiesnelheid wordt automatisch ingesteld.
Functies van de mobiele airconditioner
1. Automatische inschakelfunctie
■ Druk om de airconditioner in te schakelen op de POWER-knop C8. Ste l met behulp van de MODE-knop C13 de bedrijfsmodus in waarin u de
airconditioner wilt inschakelen. S tel met behulp van de knoppen –/+ C10 e n C11 de gewenste temperatuur in en met de FAN-knop C9 d e gewenste
ventilatorsnelheid. Druk om de airconditioner uit te schakelen op de POWER-knop C8.
■ Druk nu op de TIMER-knop C12; op het display C6 verschijnt het kloksymbool en de tijd in cijfers gaat knipperen. Stel met behulp van de knoppen –/+
C10 en C11 de tijd in waarna de mobiele airconditioner automatisch ing eschakeld moet worden. De tijd van de automatische insc hakeling kan worden
ingesteld van 30 minuten tot 24 uur (tot 10 uur in stappen van 30 minuten, tot 24 uur in stappen van een uur).
■ Na een aantal seconden wordt de tijd opg eslagen in het geheugen van de airco nditioner en op het display C6 verschijnt het controlelampje voor
automatische inschakeling. Zodra de ingestelde tijd is verstreken, wordt de mobiele airconditioner automatisch ing eschakeld.
■ Als u na instelling van de automatische inschakeling op de knop TIMER C12 of POWER C8 drukt, wordt de instelling automatisch geannuleerd.
2. Automatische uitschakelfunctie
■ Druk terwijl de mobiele airc onditioner in werking is op de TIMER -knop C12; op het display C6 verschijnt het kloksymbool en de tijd in cijfers gaat
knipperen. Stel met behulp van de knoppen –/+ C10 en C11 de tijd in waarna de mobiele airco nditioner automatisch uitgeschakeld moet worden.
■ De tijd voor automatische uitschakeling kan worden ingesteld tussen 30 minuten en 24 uur.
■ Na een aantal seconden wordt de tijd opg eslagen in het geheugen van de airco nditioner en op het display C 6 verschijnt het controlelampje voor
automatische uitschakeling. Zodra de ingestelde tijd is verstreken, wordt de mobiele airconditioner automatisch uitgeschakeld .
■ Als u na instelling van de automatische uitschakeling op de knop TIMER C12 of POWER C8 druk t, wordt de instelling automatisch geannuleerd.
B. AFSTANDSBEDIENING
Plaatsing en vervanging van de
batterijen
■ Schuif het afdekkapje van het batterijcompartiment uit de achterzijde van d e afstandsbediening. Plaats er 2 a lkalinebatterijen van het type AAA/LR03
(2x 1,5 V) in en sluit het kapje.
■ Let bij het plaatsen van de batterijen op de juiste polariteit zoals aangegeven in het batterijcompartiment.
■ Gebruik bij vervanging van de batterijen altijd nieuwe batterijen van hetzelfde type; combineer nooit oude en nieuwe batterijen van verschillende
typen.
D6 SWING-knop.
D7 Knop ▲
D8 Knop ▼
D9 FAN-knop voor instelling van de ventilatorsnelheid
D10 °C/°F-knop voor wijziging temperatuureenheid
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.

Opmerking:
Na verwijdering van de batterijen worden alle instellingen van de afstandsbediening gewist. Na plaatsing van nieuwe batterij en worden
de standaardinstellingen van de afstandsbediening zoals geprogrammeerd door de fabrikant ingesteld.
■ Als u de afstandsbediening langer dan 2 maanden niet gaat gebruiken, verwijder dan de batterijen.
Gebruik van de afstandsbediening
■ Zorg er voor een juiste werking van de af standsbediening voor dat de maximale afstand tot de airconditioner niet meer dan 7 m bedraagt en dat
zich tussen de afstandsbediening en de airconditioner geen obstakels bevinden die de signaaloverdracht kunnen storen.
■ Richt de afstandsbediening op de airconditioner. De signaaloverdracht wordt bevestigd door een kort g eluidssignaal.
■ Stel de afstandsbediening niet bloot aan direct zonlicht of hoge temperaturen. Hierdoor kan het gebeuren dat er geen signaaloverdracht plaatsvindt.
In- en uitschakelen van de mobiele airconditioner
■ Druk om de airconditioner in te schakelen eenmaal op de knop D2. Door nogmaals op de knop D2 te drukken wordt de airconditioner
uitgeschakeld.
Bedrijfsmodi
1. Koelmodus
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop D3 totdat de pijl op het display D1 stopt bij het symbool Stel met behulp van de knoppen
D7 en D8 de gewenste temperatuur in. U kunt de temperatuur instellen tussen 18 en 32 °C.
■ Stel met de FAN-knop de ventilatorsnelheid in. Door herhaaldelijk op de FAN-knop D 9 te drukken wordt de snelheid als volgt gewijzigd : High
(hoge snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage snelheid) – Auto (automatische snelheid). Met elke druk op de knop schakelt de pijl
op het display D1 door naar een andere snelheid.
2. Verwarmingsmodus (alleen voor de modellen SAC MT1221CH en SAC MT1222CH)
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop D3 totdat de pijl op het display D1 st opt bij het symbool
■ Stel met behulp van de knoppen D7 en D8 de gewenste temperatuur in. U kunt de temperatuur instellen tussen 13 en 27 °C.
■ Stel met de FAN-knop D9 de ventilatorsnelheid in. Door herhaa ldelijk op de FAN-knop D9 te drukken wordt de snelheid als volgt g ewijzigd: High
(hoge snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage snelheid) – Auto (automatische snelheid). Met elke druk op de knop schakelt de pijl
op het display D1 door naar een andere snelheid.
■ Tijdens de verwarmingsmodus g aat in de airconditioner water uit de lucht condens eren, die zich verzamelt i n het ingebouwde re servoir. Zodra het
reservoir vol is, verschijnt op het display C6 (vol reservoir) en moet het water uit het reservoir worden verwijderd . Ga te werk volgens de
instructies in het gedeelte “Condenswaterafvoer“ verderop in de handleiding. Z odra het reservoir leeg is, start de airconditioner weer.
Opmerking:
Als u de airconditioner in een zeer koele ruimte plaatst, activeert deze het proces van automatische opwarming van het intern e
systeem, dat eventuele bevriezing voorkomt. De werking kan tijdelijk onderbroken word en. Op het display C6 wordt getoond. Ook
kunt u meer geluid waarnemen. Dit is een normaal verschijnsel.
3. Ventilatormodus
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop D3 totdat de pijl op het display D1 st opt bij het symbool “
■ Stel met de FAN-k nop D9 de ventilatorsnelheid in. Door herhaa ldelijk op de FAN-knop D9 te drukken wordt de snelheid als volgt gewijzigd: High
(hoge snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage snelheid). Met elke druk op de knop schakelt de pijl op het display D1 door naar een
andere snelheid.
Opmerking:
In de ventilatormodus kan de temperatuur niet worden ingesteld; daarom verschijnt de temperatuur niet op het disp lay D1.
4. Ontvochtigingsmodus
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop D3, totd at de pijl op het display D1 stopt bij het symboo l “. Op het display D1 w ordt het symbool “dH”
getoond.
■ In de ontvochtigingsmodus kan de ventilatorsnelheid niet worden gewijzigd.
5. Automatische modus
■ Als u de automatische modus instelt, kiest de airconditioner automatisch de bedrijfsm odus afhankelijk van de temperatuur in de ruimte.
■ Druk herhaaldelijk op de MODE-knop D3 totdat de pijl op het display D1 st opt bij het symbool
■ Stel met de FAN-knop D9 de ventilatorsnelheid in. Door herhaa ldelijk op de FAN-knop D9 te drukken wordt de snelheid als volgt g ewijzigd: High
(hoge snelheid) – Medium (gemiddelde snelheid) – Low (lage snelheid) – Auto (automatische snelheid). Met elke druk op de knop schakelt de pijl
op het display D1 door naar een andere snelheid.
■ Voor de modellen SAC MT9020C en SAC MT1220C (zonder verwarmingsfunctie): de mobiele airconditioner gaat werken in de ventilatormodus als
de temperatuur in de ruimte lager is dan 23 °C, en in de koelmodus als de temperatuur in de ruimte hog er is dan 23 °C.
■ Voor de modellen SAC MT1221CH en SAC MT1222CH (met verwarmingsfunctie): d e mobiele airconditioner gaat werken in d e verwarmingsmodus
als de temperatuur in de ruimte lager is dan 20 °C, in de ventilatormodus als de temperatuur in de ruimte tussen 20 en 23 °C ligt, en in de
koelmodus als de temperatuur in de ruimte hoger is dan 23 °C.
Functies van de mobiele airconditioner 1.
Sleep-functie
■ De sleep-functie wordt gebruikt voor verlaging van het stroomverbruik gedurende de nacht, wanneer geen constante temperatuur nod ig is.
■ Kies een bedrijfsmodus – verwarmen of koelen – zie eerder in de handleiding.
■ Druk op de knop D5 en op het display D1 verschijnt het symbool *. De mobiele airconditioner g aat werken in de laatst gekozen modus.
■ Als de koelmodus wordt geselecteerd, neemt de temperatuur in twee uur tijd m et 2 °C toe. Deze nieuwe temperatuur wordt gedurende 6 uur
gehandhaafd, waarna de mobiele airconditioner zichzelf uitschakelt.
■ Als de verwarmingsmodus wordt geselecteerd, neemt de temperatuur in twee uur tijd met 3 °C af. Deze nieuwe temperatuur wordt gedurende 5 uur
gehandhaafd, waarna de mobiele airconditioner zichzelf uitschakelt.
■ U kunt de sleep-functie op elk moment annuleren door op de knop D5, D 3 of D9 te drukken.
■ De sleep-functie kan niet worden ingesteld in de ventilator- of ontvochtigingsmodus.
2. Functie automatische in- en uitschakeling
Automatische inschakeling
■ Met de functie automatische inschakeling kan de tijd worden ingesteld waarna de mobiele airconditioner automatisch ingeschake ld wordt.
■ Druk om de airconditioner in te schakelen op de knop D1. Stel met behulp van de knop D3 de bedrijfsmod us in waarin u de airconditioner w ilt
inschakelen. Stel met behulp van de knoppen ▲/▼D7 en D8 de gewenste temperat uur in en met de knop D9 de gewenste ventilatorsn elheid. Druk
om de airconditioner uit te schakelen op de knop D1.
■ Druk tweemaal op de knop D4; op het display D1 verschijnt d e tijd en het symbool ON Stel met behulp van de knoppen ▲/▼D7 en D8 de tijd
in waarna de mobiele airconditioner automatisch ing eschakeld moet worden. De tijd van de automatische inschakeling kan w orden ingesteld van 30
minuten tot 24 uur (tot 10 uur in stappen van 30 minuten, tot 24 uur in stappen van een uur).
■ Druk eenmaal op de knop D4 om d e instelling te bevestigen. Op het display D1 verschijnt de ingestelde tijd en het s ymbool ON blijft
branden.
■ Zodra de ingestelde tijd is verstreken, wordt de mobiele airconditioner automatisch ingeschakeld. Als u na instelling van de automatische
inschakeling op de knop D4 of D2 drukt, wordt de instelling geannuleerd.
Automatische uitschakeling
■ Met de functie automatische uitschakeling kan de tijd worden ingesteld waarna de mobiele airconditioner automatisch uitg eschakeld wordt.
■ Druk als de mobiele airconditioner in werking is eenmaal op de knop D4. Op het display D1 verschijnt de tijd en het symbool “ OFF.
■ Stel met behulp van de knoppen ▲/▼D7 en D8 de tijd in waarna de mobiele airconditioner automatisch uitgeschakeld moet worden. De tijd van de
automatische uitschakeling kan worden ingesteld van 30 minuten tot 24 uur (tot 10 uur in stappen van 30 minuten, tot 24 uur in stappen van een
uur).
■ Druk eenmaal op de knop D4 om de instelling te bevestigen. Op het display D1 verschijnt de ingestelde tijd en het symbool OFF blijft
branden.
■ Zodra de ingestelde tijd is verstreken, wordt de mobiele airconditioner automatisch uitgeschakeld. Als u na instelling van d e automatische
uitschakeling op de knop D4 of D2 drukt, wordt de instelling geannuleerd.
3. Functie instelling van de kanteling van de lamellen
■ Met de knop D7 kunt u kiezen of de lucht naar links of rechts moet st romen. Druk eenmaal op de knop D7 en op het display D1 v erschijnt een pijl bij
het symbool . Door nogmaals op de knop D7 te drukken verdwijnt de pij l en wordt de functie geannuleerd.
Wijziging van de temperatuureenheid
■ Druk als de airconditioner in de stand-by-modus staat op de knop D10 om de temperatuureenhei d te wijzigen van °C naar °F of andersom.
ONDERHOUD EN REINIGING
■ Schakel de mobiele airconditioner vóór reiniging uit, wacht een paar minuten en trek vervo lgens de stekker uit het stopcontact.
Reiniging van de luchtfilters
■ Bij regelmatig gebruik van de mobiele airconditioner moeten de luchtfilters, die zich achter het beschermende rooster van de luchtinlaat boven en
onder A7 en A9 bevinden, ten minste eenmaal per 14 dagen worden gereinigd om te voorkomen d at de ventilator stoffig wordt.
■ Verwijder voorzichtig het beschermende rooster en neem d e filters eruit. Verwijder het stof met een stofzuiger. Was de filters bij sterke
verontreiniging met de hand in een oplossing van lauw water (max. 40 °C) en wat neutraal wasmiddel. Spoel ze daarna af onder st romend water en
laat aan de lucht drogen. Zodra de filters droog zijn, kunt u ze terug plaatsen.
Opmerking:
Gebruik de mobiele airconditioner niet zonder correct geplaatste luchtfilters of met natte of vochtig e luchtfilters.
■ Het condenswaterreservoir moet direct worden geleegd a ls op het display C1 het symbool “Ft” verschijnt en ook voordat u het apparaat opslaat, om
het ontstaan van schimmels te voorkomen.
■ In huishoudens met huisdieren moet het rooster regelmatig worden schoongemaakt om te voorkomen dat het verstopt raakt d oor dierenhaar.
Reiniging van de behuizing
■ Gebruik voor het schoonmaken van de behuizing een doek die u licht hebt bevochtigd met een oplossing van warm water en neutraal
reinigingsmiddel. Droog het gereinigde oppervlak vervolgens grondig af.
■ Bespuit de mobiele airconditioner niet met water of andere vloeistoffen, giet er geen water overheen en d ompel hem niet ond er in water of and ere
vloeistoffen.
■ Gebruik bij het reinigen geen schuurmiddelen, verdunners, benzine enz.
Opslag van de mobiele airconditioner
■ Laat de mobiele airconditioner in een verwarmde ruimte gedurende ongeveer 12 uur in werking i n de ventilatormodus om te zorgen dat het apparaat
goed droog is en daarmee het ontstaan van schimmel te voorkomen.
■ Koppel de flexibele slang B1 los en bewaar hem op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
■ Laat al het condenswater uit het reservoir lopen – zie hoofdstuk. “Condenswaterafvo er”.
■ Maak a lle luchtfilters schoon en zet ze weer op hun plaats. Veeg de behuizing van de airconditioner schoon. Verwijder de batterijen uit de
afstandsbediening.
■ Sla de airconditioner op een koele, droge, donkere plaats op.
Condenswaterafvoer
■ Als het water in h et reservoir een vooraf vastgesteld niveau bereikt, word t de werking van d e mobiele airconditioner stopg ezet en verdwijnt op het
display C6 het symbool “Ft” (full tank – vol reservoir). Ga als volgt te werk om het condenswat er uit de airconditioner te verwijderen:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verplaats de mobiele airconditioner voorzichtig naar een plaats waar het water afgetapt kan worden.
3. Plaats onder de afvoeropening A10 een bak waarin u het condenswater wilt aftappen. Verwijder voorzichtig d e dop uit de afvoeropening A10.
Koppel de afvoerslang B6 eraan en laat het condenswater eruit lopen.
4. Koppel als het reservoir leeg is (als er geen condenswater meer uit loopt) de afvoerslang B6 los en plaats de dop weer in de afvoeropening
A10.
5. Steek de stekker in het stopcontact en zet de mobiele airconditioner aan.
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.

Type en gewicht koelmiddel
65 dB(A) (hoge instelling)
Maximaal toegestane overdruk: Aanzuiging/afzuiging van het koelcircuit
Afmeting mobiele airconditioner (l x b x h)
Bedrijfstemperatuur (koelen)
Aanbevolen oppervlakte van de ruimte
Capaciteit condenswaterreservoir
Type en gewicht koelmiddel
65 dB(A) (hoge instelling)
Maximaal toegestane overdruk: Aanzuiging/afzuiging van het koelcircuit
Afmeting mobiele airconditioner (l x b x h)
Bedrijfstemperatuur (koelen)
Aanbevolen oppervlakte van de ruimte
SAC MT1221CH / SAC MT1222CH
Ingangsvermogen (koelen/verwarmen)
Stroomverbruik (koelen/verwarmen)
Capaciteit condenswaterreservoir
Type en gewicht koelmiddel
65 dB(A) (hoge instelling)
Maximaal toegestane overdruk: aanzuiging/afzuiging van het koelcircuit
Afmeting mobiele airconditioner (l x b x h)
Bedrijfstemperatuur (koelen)
Bedrijfstemperatuur (verwarmen)
Aanbevolen oppervlakte van de ruimte
De aangegeven geluidsemissie van het apparaat is 65 dB (A), wat neerkomt op geluidsniveau A ten opzichte van de referentiewaarde van 1 pW.
Als u een permanente afvoer van condenswater uit de mobiele airconditioner wenst, kunt u de afvoerslang B6 aan de afvoeropening bevestigen. Ga
als volgt te werk:
1. Trek de stekker uit het st opcontact.
2. Verwijder de dop uit de bovenste afvoeropening A8. Sluit d e afvoerslang B6 aan. Als de lengte van de afvoerslang B6 niet voldoende is, moet
een langere slang van hetzelfde type worden aangeschaft. Verleng de afvoerslang B 6 nooit door er een verlengstuk op te zetten.
3. Koppel het uiteinde van de afvoerslang B6 aan d e afvoeropening.
4. Steek de stekker in het stopcontact en zet de mobiele airconditioner aan.
Opnieuw in gebruik nemen
■ Controleer of het netsnoer en de stekker niet beschadigd zijn en of de luchtfilters schoon zijn. Plaats nieuwe batterijen in d e afstandsbediening. Ga t e
werk volgens de instructies in het gedeelte Plaatsing en vervanging van de batterijen. Installeer de mobiele airconditioner v olgens de instructies in
het hoofdstuk “Installatie”.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Foutmeldingen
De mobiele airconditioner is uitgerust met een systeem dat bevriezing voorkomt bij zeer
lage temperaturen.
De airconditioner start weer zodra het interne systeem ontdooid is.
Defect van de temperatuursensor
Neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum.
Leeg het reservoir. Ga te werk volgens de instructies in het bovenstaande hoofdstuk
“Condenswaterafvoer“.
Opmerking:
Als zich een van bovenstaand e storingen voordoet, schakel de mobiele airconditioner dan uit en kijk wat de oorzaak van het def ect is.
Schakel de airconditioner weer in en als het defect zich opnieuw voordoet, verwijder d an de stekker uit het stopcontact en neem contact
op met de fabrikant, een geautoriseerd servicecentrum of een gekwalificeerd persoon en vertrouw de reparatie van het defect a an hen
Problemen oplossen
■ Controleer het apparaat voordat u contact opneemt met een geautoriseerd servicecentrum op grond van de volgende instructies:
De mobiele airconditioner start niet.
Geen stroom in het stopcontact.
Schakel de zekering in of probeer een ander stopcontact.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De interne zekering is uitgeschakeld.
Wacht 30 minuten en neem als het probleem aanhoudt contact op
met een geautoriseerd servicecentrum.
De mobiele airconditioner werkt maar
kort.
De flexibele slang voor luchtafvoer B1 is
niet aangesloten of is geblokkeerd.
Schakel de airconditioner uit, koppel de slang los, controleer of hij
niet geblokkeerd is en sluit de slang weer aan.
De luchtinlaten A7 en A9 zijn geblokkeerd.
Verwijder de obstakels die de openingen voor luchttoevoer
blokkeren.
De mobiele airconditioner staat aan,
maar koelt niet.
De ramen en deuren van de ruimte staan
open.
Zorg ervoor dat alle ramen en deuren gesloten zijn.
In de ruimte bevinden zich
warmtebronnen.
Verwijder deze warmtebronnen indien mogelijk.
De flexibele slang voor luchtafvoer B1 is
Sluit de flexibele slang B1 aan.
De oppervlakte van de ruimte is te groot.
Controleer de gekoelde ruimte.
Tijdens de werking is een
onaangename geur waarneembaar.
De luchtfilters zijn verstopt door vuil of
dierenhaar.
Schakel de airconditioner uit en reinig de filters volgens
bovenstaande instructies.
De mobiele airconditioner schakelt na
ongeveer 3 minuten na inschakeling
zelf uit.
De zekering van de compressor
beschermt de airconditioner tegen
beschadiging als deze binnen 3 minuten
opnieuw wordt ingeschakeld.
Wacht een paar minuten en zet de airconditioner dan opnieuw aan.
Op het display C1 wordt een
foutmelding getoond.
Ga te werk volgens de instructies in het gedeelte Foutmeldingen.
TECHNISCHE GEGEVENS SAC MT9020C
Voeding ______________________________________________________________________________ 220-240V~/50 Hz
Koelvermogen _________________________________________________________________________ 9 kBtu/u
Ingangsvermogen _______________________________________________________________________ 1000 W
Stroomverbruik ----------------------------------------------------------- ----------------------------------- --------------------------435 A
EER-waarde koeling _________________________________________________________________________________ 2.6
Ontvochtigingscapaciteit _______________________________________________________________________________ 1 l/u
Capaciteit ingebouwd condenswaterreservoir ____________________________________ ____________ 0,41 l
Copyright © 2018, Fast ČR, a.s.
De effectiviteit van de airconditioner kan lager zijn wanneer deze buiten het bovengenoemde bedrijfstemperatuurbereik wordt gebruikt.
Wijzigingen in de tekst en technische gegevens voorbehouden.
INSTRUCTIES EN INFORMATIE OVER HET WEGWERPEN VAN GEBRUIKTE VERPAKKING
Breng het gebruikte verpakkingsmateriaal naar het door de gemeente aangewezen inzame lpunt voor afval.
VERWIJDERING VAN GEBRUIKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR
* Gebruik van d it symbool op producten of begeleidende d ocumenten betekent, dat de gebruikte elektrische en elektronische
producten niet in het normale huishoude lijke afval terecht mogen komen. Lever deze producten voor een juiste verwijdering en
recycling in bij de aangewezen inzamelpunten. Als alternatief kunt u in sommige Europese landen uw producten terugbrengen
naar uw verkoper bij aankoop van een gelijkwaardig nieuw product.
Een correcte verwijdering van dit product helpt waardevolle natuurlijke hulpbronnen t e besparen en voorkomt schade aan het
milieu en de volksgezondheid veroorzaakt door onjuiste afvalverwijdering. Wend u voor verdere informatie tot uw gemeente of
het dichtstbijzijnde inzamelpunt.
In overeenstemming met de nationale regelgeving kunnen voor een onjuiste verwijdering van dit soort afval boetes word en opgelegd.
Voor zakelijke entiteiten in lidstaten van de Europese Unie
Als u elektrische of elektronische apparaten wilt verwijderen, neem dan contact op met uw verkoper of leverancier voor de nodige informatie.
Verwijdering in landen buiten de Europese Unie
Wilt u dit product verwijderen, vraag dan de nodige informatie over de juiste manier van verwijderen bij uw gemeente of uw verkoper.
Opmerking:
De afvoers lang B6 moet op dezelfde hoogt e of lager dan d e bovenste afvoeropening A8 geïnstalleerd word en, anders wordt het
condenswater niet correct uit het reservoir afgevoerd.
Dit product voldoet aan alle basiseisen van de EU-richtlijnen die erop van toepassing zijn.