Dit toestel werd ontworpen en vervaardigd om uw veiligheid te garanderen. Een fout in de installatie of het gebruik kan echter
gevaarlijk zijn. Het wordt dus ten zeerste aanbevolen om aandachtig deze handleiding te lezen en alle richtlijnen erin na te
leven.
VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
Om het risico op elektrische schokken te verkleinen, mag u het toestel niet demonteren. In geval van storing moet u beroep
doen op een erkend en gekwalificeerd technicus.
Stel het toestel niet aan vocht bloot. Hou het op een afstand van elke bron van vloeistoffen. Hanteer het toestel niet met
vochtige handen om het risico op kortsluiting te vermijden.
Tijdens het rijden mag u het volume niet te hoog instellen, u zou verstrooid kunnen raken en een ongeval veroorzaken.
Gebruik geen alcohol om het toestel schoon te maken; gebruik alleen een schone, droge en zachte doek.
Indien het toestel werd blootgesteld aan extreme temperaturen of een bijzonder vochtige omgeving, moet u wachten tot de
temperatuur van het voertuig opnieuw normaal is alvorens het toestel in werking te stellen.
Gebruik het toestel niet langdurig zonder de motor te laten draaien. De batterij van het voertuig zou kunnen leegraken.
Alvorens de installatie van het toestel in het dashboard af te werken, moet u eerst de aansluitingen uitvoeren en de goede
werking van het toestel nagaan.
Gebruik alleen de meegeleverde onderdelen voor de installatie van het toestel.
Plaats geen kabels op plaatsen die aan hoge temperaturen zijn onderworpen om te vermijden dat de isolerende mantel smelt.
Controleer bij het vervangen van de zekering of de stroomsterkte voldoet aan de gegevens meegedeeld door de fabrikant.
GEBRUIKSVOORZORGEN
Gebruik geen gekraste, vervormde of beschadigde disks in het toestel. Indien u er niet in slaagt een disk in te brengen,
forceer dan niets.
Breng nooit andere voorwerpen dan een disk in de disklader in (geldstukken, naalden, enz.) want dat kan het toestel
beschadigen of een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik alleen ronde disks met 12 cm diameter.
Indien het toestel wordt losgekoppeld van de batterij worden de gegevens uit het geheugen gewist.
Indien de disk gekrast, vuil, vervormd is of wanneer de opnamekwaliteit matig is, dan zal de klankkwaliteit tijdens het afspelen
eveneens matig zijn.
NL-3
INSTALLATIE
Opmerkingen:
- Kies de plaats van uw toestel zo dat het de chauffeur niet hindert tijdens het rijden.
- Alvorens de installatie van uw autoradio te voltooien, moet u de kabels aansluiten en nagaan of het toestel correct werkt.
- Raadpleeg uw garagist indien u voor de installatie gaten moet boren of andere werken moet uitvoeren aan uw wagen.
- Installeer het toestel zo dat het de chauffeur niet hindert bij het rijden en de passagier niet kwetst bij bruusk stoppen of geval
van nood.
- Indien de installatiehoek groter is dan 30° ten opzichte van het horizontale vlak kan het zijn dat het toestel niet correct werkt.
- Installeer het toestel niet op een plaats waar het blootgesteld is aan hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht of een
warmtebron. Vermijd ook contact met stof of vuil en overmatige trillingen.
Verwijder de immobilisatieschroeven van het CD-mechanisme alvorens het toestel te verwijderen.
Alvorens tot de installatie over te gaan, moet u de twee schroeven met de vermelding “REMOVE SCREW” verwijderen.
Verwijder de schroeven
alvorens hettoestel te
installeren.
Opening in het dashboard
Dit toestel kan geïnstalleerd worden in elke opening van het dashboard met de volgende afmetingen (DIN-norm):
182 mm
NL-4
53 mm
Installatie van de autoradio
Gelieve eerst alle aansluitingen te testen. Volg daarna de stappen die hieronder worden beschreven om uw toestel te
installeren.
1. Controleer of de motor afstaat. Ontkoppel daarna de kabel die verbonden is met de negatieve klem van de batterij van uw
voertuig.
2. Ontkoppel de dradenbundel en de antenne.
3. Druk op de toetsom het voorpaneel te verwijderen (voor meer details, zie
VOORPANEEL
OPEN“GEBRUIK VAN HET AFNEEMBARE
").
4. Duw het bovenste deel van de behuizing naar boven en trek om deze los te maken.
5. Gebruik de twee extractiesleutels om het toestel uit het montageframe te halen. Plaats de linker (L) en rechter (R)
extractiesleutels zo ver mogelijk (met inkeping naar boven) in hun opening in het midden van de linker en rechter zijde van het
toestel. Haal vervolgens de autoradio uit het montageframe.
Montageframe
Extractiesleutel
Behuizing
Voorpaneel
Extractiesleutel
Inkeping
6. Om het frame te monteren, plaats u het in het dashboard. Klap de lipjes van het frame in met behulp van een
schroevendraaier. Niet alle lipjes maken het mogelijk om het frame in het dashboard te houden. Kies deze die het best passen
bij de grootte van de opening in het dashboard. Om het frame te bevestigen, plooit u de juiste lipjes zo dat ze goed in contact
zijn met het dashboard.
Lipjes
Schroevendraaier
Boordplank
Montageframe
7. Sluit de dradenbundel en de antenne opnieuw aan en zorg ervoor dat u daarbij geen draad of kabel klemt.
8. Schuif het toestel in het frame tot het vastzit.
9. Gebruik het meegeleverde metalen staafje om de achterkant van de autoradio te bevestigen. Gebruik het meegeleverde
montagemateriaal (zeskantmoer M5mm, borgring veer) om één van de uiteinden van het metalen staafje te bevestigen op de
NL-5
montageschroef op de achterzijde van het toestel. Plooi indien nodig het metalen staafje om het te kunnen inbrengen in het
dashboard. Gebruik vervolgens het meegeleverde montagemateriaal (zelftappende schroef (5x25 mm), platte borgring) om
het andere uiteinde van het metalen staafje te bevestigen op een vast metalen onderdeel van het voertuig onder het
dashboard.
Dit metalen staafje maakt het ook mogelijk om het elektrische systeem van het toestel met de massa te verbinden.
Bevestig het korte deel van de bevestigingsschroef op de achterzijde van de autoradio en het lange deel op het dashboard.
Zeskantmoer
Veerring
Metalen staafje
Montageschroef
Platte borgring
Zelftappende schroef
10. Sluit de kabel opnieuw aan op de negatieve klem van de batterij van uw voertuig. Plaats de behuizing opnieuw en
installeer het voorpaneel (zie het onderdeel “”).
Gebruik van het afneembare voorpaneel
Demontage van het toestel
1. Controleer of de motor afstaat. Ontkoppel daarna de kabel die verbonden is met de negatieve klem van de batterij van uw
voertuig.
2. Druk op de toetsom het afneembare voorpaneel te verwijderen.
OPEN
3. Demonteer de behuizing.
4. Plaats de twee extractiesleutels in de openingen in het midden van de linker en rechter zijde van het toestel. Haal daarna
de autoradio uit het dashboard.
5. Verwijder eventueel het metalen staafje van de achterkant van de autoradio.
NL-6
GEBRUIK VAN HET AFNEEMBARE VOORPANEEL
VERWIJDEREN VAN HET VOORPANEEL
U kunt het voorpaneel verwijderen om diefstal te voorkomen. Gebruik daartoe de meegeleverde behuizing om het paneel op
te bergen en te beschermen tegen schade.
1. Druk op de toets OPENom het voorpaneel te kantelen.
2. Druk licht op de rechter zijde van het voorpaneel naar links en
verwijder het voorpaneel van de radio.
Fig.2Fig.1
Voorpaneel
3. Plaats het voorpaneel in de beschermende behuizing.
PLAATSEN VAN HET VOORPANEEL
Hou het paneel omgekeerd vast met de toetsen naar beneden.
Hou het voorpaneel rechts vast, bevestig de linker zijde van het
voorpaneel op de autoradio door dit in te brengen in de linker
inkeping die daartoe is voorzien.
Duw vervolgens voorzichtig het voorpaneel naar links en bevestig
de rechter zijde in de rechter inkeping.
Kantel daarna het voorpaneel naar boven om het te plaatsen.
Toets6 (ook gebruikt om 10 tracks vooruit
te gaan)
(29)
AUX-ingang (hulpingang)
De nummertoetsenvan 0 tot 9 kunnen ook
gebruikt worden voor het vormen van
telefoonnummers in Bluetooth-mode.
ALGEMENE GEBRUIKSRICHTLIJNEN
Het toestel resetten
U moet het toestel resetten indien u het voor het eerst gebruikt, indien u de batterij van het voertuig heeft vervangen of indien
u de aansluitingen heeft gewijzigd.
1. Schakel de autoradio uit.
2. Druk op de toetsen verwijder het voorpaneel. Druk vervolgens opmet een balpen of een dergelijk voorwerp om
RESET
de fabrieksinstellingen te herstellen.
Aan/uit
U kunt de autoradio inschakelen door op eender welke toets te drukken, behalve opofDe autoradio wordt
OPENEJECT.
ook ingeschakeld indien u een kaart inbrengt in de gleuf of indien u een USB-randtoestel aansluit op de USB-poort.
Indien het toestel is ingeschakeld, moet u langdurig op de toetsdrukken om het uit te schakelen.
PWR
De klank regelen
- Gebruik de toetsenom het volume in te stellen.
- Druk herhaaldelijk op de toetsom de audioparameter te selecteren die u wil instellen: het volume (« VOL»), de
bastonen (« BASS »), de hoge tonen ("TRE”), de balans (“BAL”) of de fader (“FAD”). Gebruik vervolgens de toetsen
VOL+/-
SEL
VOL+/-
om de geselecteerde parameter in te stellen.
- VOL+/- (volume): van 00 tot 46 (46 niveaus).
- « BASS » (bastonen) / « TRE » (hoge tonen) : van -6 tot +6
Druk langer dan 2 seconden op de toetsom naar het configuratiemenu te gaan. Gebruik vervolgens de toetsof
SELSEL
om naar het volgende element van het menu te gaan of de toetsom naar het vorige element te gaan. De elementen
verschijnen in de onderstaande volgorde:
« TA SEEK/ALARM », « MASK DPI/ALL », « TAVOL », « RETUNE L/S », « EQ MODE », « LOUD ON/OFF », « CLK FORMAT »,
« VOL LAST/ADJ », « V-ADJ », « BEEP ON/OFF », « STEREO/MONO », « LOCAL/DX ». (Meer uitleg over deze functies vindt
u op de volgende pagina's).
Nadat u uw functie heeft gekozen, drukt u op de toetsenom de instelling uit te voeren.
Gebruik de toetsenom TA SEEK te selecteren (zoeken naar verkeersinfo) of TAALARM (alarm verkeersinformatie).
VOL+/-
- Mode TA SEEK (verkeersinformatie zoeken):
Wanneer een ingesteld station gedurende 5 seconden geen verkeersinformatie ontvangt, zoekt de radio het volgende station
NL-10
met een andere PI dat verkeersinformatie uitzendt.
Indien het toestel na de gekozen afstemtijd (30 seconden voor een korte en 90 seconden voor een lange afstemming)) geen
zender vindt die verkeersinformatie uitzendt, begint het te zoeken naar het volgende station met dezelfde PI. Indien na een
zoekcyclus geen zender met dezelfde PI gevonden werd, zoekt de autoradio de volgende zender die verkeersinformatie
uitzendt.
- TAALARM-mode (alarm verkeersinformatie):
Selecteer deze mode om de automatische herafstemming uit te schakelen. De autoradio zal dan een dubbele pieptoon
weergeven (alarm).
Indien een nieuw afgestemd station gedurende 5 seconden geen verkeersinfo verspreidt, weerklinkt er een piep.
Indien het toestel gedurende de gekozen tijd het huidige station niet meer kan ontvangen, weerklinkt een piep.
Indien een net afgestemd station geen RDS-signaal heeft, verdwijnt de indicatie PI SEEK (PI zoeken).
Opmerking :
PI : (Program Identification) identificatie van de uitzending.
MASK DPI/ALL (frequenties AF met verschillende PI / alles maskeren):
Gebruik de toetsenom MASK DPI (AF-frequenties met andere DPI) of MASK ALL (alles maskeren) te selecteren.
VOL+/-
Iedere alternatieve frequentie (AF) met een andere PI of die geen voldoende krachtig RDS-signaal uitzendt zal normaal
gemaskeerd worden tijdens de controle van de PI wanneer het toestel een alternatieve frequentie zoekt. Het toestel gaat dus
niet automatisch over op dit type alternatieve frequentie. Het is ook mogelijk dat een AF die geen voldoende krachtig RDS
uitzendt wel een geldige AF is maar dat het toestel deze ten onrechte beschouwt als een station met andere PI-identificatie
omwille van storingen. Daarom biedt de autoradio de gebruiker een optie (MASK DPI) die de AF zonder krachtig RDS-signaal
niet maskeert.
- Mode « MASK DPI » (AF-frequenties met andere PI maskeren):
maskeert uitsluitend de alternatieve frequenties met een andere PI-identificatie.
- Mode MASK ALL (alles maskeren):
maskeert de alternatieve frequenties met een sterk signaal die een andere PI-identificatie hebben of geen voldoende krachtig
RDS-signaal uitzenden.
« TA VOL » (volume verkeersinformatie):
Met deze functie kunt u het minimale volume instellen voor de verkeersinformatie. Dit niveau moet tussen 00 en 46 liggen. De
standaardinstelling is 25. Druk op de toetsom het volume in te stellen.
VOL+/-
RETUNE L/S (lange/korte herafstemming):
Gebruik de toetsenom RETUNE L (lange herafstemming) of RETUNE S (korte herafstemming) te kiezen.
VOL+/-
Met deze functie kunt u de duur instellen waarmee het automatisch zoeken naar nieuwe frequenties moet worden uitgevoerd
wanneer de mode voor zoeken naar verkeersinfo of PI zoeken geactiveerd is.
Selecteer RETUNE L om het automatisch zoeken na 90 seconden te laten plaatsvinden.
Selecteer RETUNE S om het na 60 seconden te laten plaatsvinden.
NL-11
- Mode RETUNE L (lange herafstemming) :
- Mode RETUNE S (korte herafstemming) :
Er wordt na 90 seconden automatisch gezocht naar nieuwe frequenties.
Er wordt na 60 seconden automatisch gezocht naar nieuwe frequenties.
EQ MODE (equalizer):
Deze autoradio heeft verschillende vaste instellingen voor de equalizer. Gebruik de toetsenom één van de volgende
VOL+/-
instellingen te kiezen: « DSP OFF » (uitgeschakeld), « DSP POP » (pop), « DSP ROCK » (rock), « DSP CLAS » (klassiek), «
DSP FLAT » (normaal).
Indien de equalizer niet uitgeschakeld is, is het onmogelijk om de bassen en de hoge tonen te regelen.
« LOUD ON/OFF » (loudness aan/uit) :
Gebruik de toetsenom de loudness-functie in of uit te schakelen.
VOL+/-
« CLK FORMAT » (klokformaat) :
Gebruik de toetsenom het formaat 24U (24 HOURS) of 12U (12 HOURS) te kiezen.
Gebruik de toetsenom VOL LAST (laatste volume) of VOL ADJ (instelling volume) te kiezen.
VOL LAST (laatste volume):
VOL+/-
De autoradio wordt ingeschakeld op het volumeniveau waarop hij was ingesteld toen hij werd
uitgeschakeld.
« VOL ADJ » (instelling volume) :
Met deze functie kunt u het volumeniveau instellen waarmee de autoradio moet worden
ingeschakeld ongeacht het volumeniveau waarmee hij werd uitgeschakeld.
Om het volume in te stellen op een bepaald niveau, drukt u langdurig op de toetstot de aanduiding V-ADJ verschijnt.
Gebruik vervolgens de toetsenom het volume in te stellen.
VOL+/-
SEL
« BEEP ON/OFF » (beep aan/uit) :
Met deze autoradio kunt u de pieptoon in- of uitschakelen. Gebruik de toetsenom één van de volgende modes te
VOL+/-
kiezen:
- BEEP ON (beep aan): Er weerklinkt een pieptoon telkens een toets wordt ingedrukt.
- BEEP OFF (beep uit): De pieptoon is uitgeschakeld.
STEREO/MONO:
De FM-stations worden in stereo-mode ontvangen. Indien het signaal echter zwak is of de ontvangst niet goed, ga dan over op
mono om de klankkwaliteit te verbeteren.
Gebruik de toetsenom “STEREO” of “MONO” te kiezen.
VOL+/-
« LOCAL/DX » (plaatslijk/op afstand) :
In verstedelijkte gebieden beschikken de meeste stations over een voldoende sterk signaal. De mode “LOCAL” moet dan ook
geselecteerd worden. Ga naar mode « DX » (afstand) om stations te zoeken waarvan het signaal zwakker is.
Gebruik de toetsenom de ontvangst mode “LOCAL” of “DX” (afstand) te kiezen.
VOL+/-
NL-12
Dempen in-/uitschakelen
Indien het toestel is ingeschakeld, moet u kort op de toetsdrukken om de klank in of uit te schakelen. U kunt ook
drukken op de toetsom de klank opnieuw in te schakelen.
SEL, MOD, VOL+ of VOL-
PWR
Selectie van de mode
Wanneer het toestel werkt, druk dan herhaaldelijk op de toetsom een mode te kiezen volgens de onderstaande
MOD
volgorde: « RADIO », « CD » (disk vereist), « USB » (USB-toestel vereist), « CARD » (SD/MMC-kaart vereist), «AUX »
(aansluiting van een extern toestel op de hulpingang) of « BT AUDIO » (Bluetooth).
Opslag van de positie van onderbreking
- Indien u tijdens het afspelen van een disk, een USB-randtoestel of een kaart de autoradio uitschakelt of opnieuw inschakelt,
wordt het afspelen hervat waar het werd onderbroken.
- Indien u tijdens het afspelen van een disk, een USB-randtoestel of een kaart van mode verandert en daarna terugkeert naar
de vorige mode, wordt het afspelen hervat waar het werd onderbroken.
Informatie weergeven
- Druk herhaaldelijk op de toetsom de volgende informatie weer te geven:
DISP
- Bij ontvangst van een RDS-station:
In radiomode: Naam van het station -> Frequentie -> Klok -> Type programma
In CD/USB/kaart-mode: Informatie CD/USB/SD-mode -> Naam van het station -> Frequentie -> Klok -> Type programma
* Indien de autoradio geen informatie ontvangt over het tijdstip of het type programma toont het display “NO CLOCK” (geen
klok) of “NO PTY” (geen type programma).
- Bij ontvangst van een niet-RDS-station:
In radiomode: Frequentie -> Klok
In CD/USB/kaart-mode: Informatie CD/USB/SD-mode -> Frequentie -> Klok -> « NO PTY » (geen type programma)
De gekozen informatie wordt gedurende 5 seconden weergegeven, daarna keert de autoradio terug naar de eerste
weergavemode.
Weergave en instelling van de klok
Om te kijken hoe laat het is, drukt u herhaaldelijk op de toets(raadpleeg het onderdeel “Informatie weergeven”). Het
DISP
tijdstip blijft gedurende 5 seconden weergegeven. Daarna gaat de autoradio opnieuw naar de vorige weergavemode, behalve
indien u opnieuw op de toetsdrukt.
Om de klok in te stellen, houdt u de toetsingedrukt tot de klok knippert. Gebruik vervolgens de toetsom het cijfer
van de uren in te stellen en de toetsom het cijfer van de minuten in te stellen.
DISP
DISPVOL+
VOL-
NL-13
RADIOFUNCTIE
Druk op de toetsom de radiomode te selecteren.
MOD
Keuze van de radioband
Druk in radiomode herhaaldelijk op de toetsom één van de drie frequentiebanden te kiezen: FM1, FM2, FM3.
BAND
Automatisch / manueel afstemmen (per 50 KHz)
- Automatisch afstemmen:
Gebruik de toetsofom automatisch een station voorwaarts of achterwaarts te zoeken. De frequentie stijgt of daalt tot de
autoradio een station met sterk signaal vindt op de huidig geselecteerde band. Het bericht “SEARCH” (zoeken) verschijnt op
het LCD-scherm.
- Druk langdurig op de toetsoftot het bericht « MANUSEEK » (manueel zoeken) verschijnt op het scherm: de autoradio
gaat naar het manueel afstemmen.
- Manueel afstemmen:
Druk herhaaldelijk op de toetsofom de frequentie te verhogen of te verlagen en probeer zo een radiostation te vinden
op de huidige band. Om de frequentie sneller te verhogen of te verlagen, houdt u de toetsofingedrukt.
Indien bij het manueel afstemmen geen van beide toetsen gedurende 5 seconden wordt geactiveerd, gaat de autoradio
automatisch over op automatisch afstemmen. Het bericht “SEARCH” (zoeken) verschijnt op het LCD-scherm.
Opslaan van stations en beluisteren van opgeslagen stations
U kunt tot 18 stations opslaan (manueel of automatisch).
- Om een station op te slaan:
- Selecteer een band (indien nodig).
- Stel een station in met behulp van de toetsen/. (Zie het onderdeel « Automatisch/manueel afstemmen »).
- Druk gedurende minstens 2 seconden op één van de nummertoetsen van 1 tot 6.
- Een opgeslagen station beluisteren:
- Selecteer een band (indien nodig).
- Druk kort op de nummertoets (1-6) die overeenstemt met de preselectie van het gewenste station om dit station te
beluisteren. In RDS-mode kiest de autoradio de alternatieve frequentie met het sterkste signaal.
Automatisch opslaan / scannen van de preselecties
- Scannen van de preselecties van stations:
Druk op de toetsom de verschillende preselecties van stations te scannen. Indien het signaal voldoende sterk is, zendt
AMS
de autoradio de eerste preselectie gedurende 5 seconden uit en gaat daarna over naar de volgende preselectie tot het toestel
alle preselecties heeft gescand. Uiteindelijk stopt de autoradio dan op de preselectie waar het scannen begon. Tijdens het
scannen knippert de aanduiding van het preselectienummer op het LCD-scherm. Druk op de toetsom het scannen stop
AMS
te zetten.
NL-14
- Automatisch opslaan:
AMSDruk langdurig op de toetsom het automatisch opslaan te starten. De autoradio vertrekt van de laagste frequenties en
bewaart automatisch de 6 sterkste stations onder de preselectienummers. Wanneer de automatische opslag beëindigd is,
voert de autoradio een scan uit van de 6 preselecties die net werden opgeslagen.
RDS-SYSTEEM (RADIO DATA SYSTEM)
Een alternatieve frequentie zoeken voor het huidige radiostation
Druk kort op de toetsom de AF-mode in of uit te schakelen (alternatieve frequenties). De aanduiding “AF” op het
AF/REG
LCD-scherm kan er op 3 verschillende manieren uitzien:
Geen aanduiding « AF »:
De aanduiding « AF » wordt weergegeven:
De aanduiding « AF » knippert:
De AF-mode is uitgeschakeld.
De AF-mode is geactiveerd en de autoradio ontvangt RDS-informatie.
De AF-mode is geactiveerd maar de autoradio ontvangt nog geen RDS-informatie.
Wanneer AF-mode geactiveerd is, controleert de radio permanent de kracht van de alternatieve frequenties. De tijdsinterval
tussen elke controle van de alternatieve frequenties hangt af van de kracht van het signaal van het huidige station. Dat kan
gaan van enkele minuten voor de stations met een goede ontvangst tot enkele seconden voor de stations met een slechte
ontvangst. Telkens wanneer de autoradio een alternatieve frequentie vindt die sterker is dan de huidige frequentie, gaat hij
automatisch over op deze nieuwe frequentie. De veranderingen van frequentie en de controles van de alternatieve
frequenties gebeuren uiterst snel. Bijgevolg is de onderbreking van de klank op deze momenten meestal onhoorbaar. In FMradiomode, wanneer de AF-moden geactiveerd is, gelden de functies voor automatische opslag en het scannen van
preselecties enkel voor RDS-stations.
Beluisteren van regionale uitzendingen
Druk gedurende 2 seconden op de toetsom de regionale mode in of uit te schakelen.
AF/REG
Bepaalde stations kunnen soms regionale uitzendingen geven in de plaats van de normale nationale uitzendingen.
Wanneer de regionale mode geactiveerd is, blijven de uitzendingen ongewijzigd. Wanneer de regionale mode uitgeschakeld
is, ontvangt de autoradio de regionale variant van deze uitzendingen.
Gebruik van de functie PTY om een uitzending te selecteren
Druk langdurig en herhaaldelijk op de toetsom een type programma te selecteren in de onderstaande volgorde:
PTY
PTY MUSIC (PTY muziek)PTY SPEECH (PTY praatprogramma's)PTY OFF (PTY uitgeschakeld)
Wanneer « PTY MUSIC » (PTY muziek) of « PTY SPEECH » (PTY praatprogramma's) geselecteerd is, druk dan op één van de
nummertoetsen van 1 tot 6 om het gewenste type programma te zoeken. De autoradio stopt het zoeken wanneer het gewenste
type programma werd gevonden. Indien het gewenste type programma niet wordt gevonden, verlaat het toestel de PTYfunctie en keert het terug naar normale luistermode.
NL-15
TIP :
Wanneer “PTY MUSIC” (PTY muziek) geselecteerd is, stemmen de toetsen van 1 tot 6 met de volgende uitzendingen overeen:
Nummer van de toetsPTY (programmatype)
1Pop, rock
2Lichte, zachte muziek
3Klassieke muziek, andere
4Jazz, country
5Frans chanson, oldies
6Folkmuziek
Wanneer “PTY SPEECH” (PTY praatprogramma's) geselecteerd is, stemmen de toetsen van 1 tot 6 met de volgende
uitzendingen overeen:
1Nieuws, zaken, info
2Sport, educatief, theater
3Cultuur, wetenschappen, varia
4Weerbericht, financiën, kinderen
5Maatschappij, godsdienst, belprogramma's
6Reizen, vrije tijd, documentaires
Heruitzending van de verkeersinformatie
Gebruik van de functie TA (verkeersinfo):
Druk op de toetsom de TA-mode (verkeersinformatie) te activeren of te deactiveren.
TA
Wanneer de TA-mode geactiveerd is en een verkeersbericht wordt uitgezonden :
- Indien de autoradio in CD-mode (MP3/WMA), USB/SD/MMC-mode of hulpmode staat, gaat hij tijdelijk over naar radiomode.
- Indien het EON-systeem verkeersinformatie detecteert op een ander station, gaat de autoradio tijdelijk over op dit station.
- Indien het volume lager is dan het drempelniveau, wordt het automatisch tot dit niveau verhoogd.
- De aanduiding « TA » verschijnt wanneer de TA-mode is geactiveerd.
- De aanduiding “TP” wordt weergegeven bij ontvangst van een station dat verkeersinformatie uitzendt.
Onderbreken van de verkeersberichten:
Druk op de toets TA om het verkeersbericht te stoppen. De TA-mode wordt daardoor niet uitgeschakeld.
NL-16
CD/MP3/WMA AFSPELEN
Druk op de toetsom de diskmode te selecteren.
MOD
Een disk laden/uithalen
1. Druk op de toets OPENom het voorpaneel te doen kantelen en een disk in de gleuf in te brengen, met de bedrukte zijde
naar boven. Plaats daarna het voorpaneel opnieuw. Het afspelen van de CD begint automatisch.
2. Om de disk te verwijderen, drukt u op de toets OPEN om het voorpaneel te doen kantelen en daarna op de toets EJECT .
Afspelen / pauze
- Druk op de toetsom het lezen te onderbreken. Druk opnieuw op deze toets om het afspelen te hervatten.
- Hou tijdens het afspelen gedurende 2 seconden de toetsingedrukt om het afspelen te hervatten aan het begin van de
eerste track van de huidige disk.
Over naar de volgende/vorige track
- Druk tijdens het afspelen op de toetsom naar de volgende track te gaan.
- Druk tijdens het afspelen één maal op de toetsom terug te keren naar het begin van de huidige track. Druk opnieuw op
deze toetsom naar de vorige track te gaan.
Snel vooruit/achteruit
Hou tijdens het afspelen de toetsofingedrukt om snel vooruit of achteruit te gaan. Laat de toets los wanneer het toestel
bij de gewenste passage aankomt. De CD wordt opnieuw normaal afgespeeld.
10 tracks naar voren of naar achteren
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA op de toets of om 10 tracks vooruit of achteruit te gaan.
56
Intro-functie
U kunt de 10 eerste seconden van iedere track na elkaar beluisteren.
Druk in CD/MP3/WMA-mode, tijdens het afspelen, kort op de toetsom de 10 eerste seconden van elke track af te spelen.
SCN
Druk opnieuw op deze toets om het zoeken stop te zetten en de huidige track volledig te beluisteren.
- Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden langer dan 2 seconden op de toetsom de 10 eerste seconden van
SCN
elk bestand van de huidige map af te spelen. De aanduiding “SCN FOLD” (map scannen) verschijnt kort.
Herhaald afspelen
- Druk in CD/MP3/WMA-mode, tijdens het afspelen, kort op de toetsom de track herhaaldelijk af te spelen. Druk opnieuw
RPT
op deze toets om het herhaald afspelen stop te zetten en het normaal afspelen te hervatten.
- Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden langer dan 2 seconden op de toetsom alle bestanden van de
RPT
huidige map herhaald af te spelen. De aanduiding “RPT FOLD” (map herhalen) verschijnt kort.
NL-17
Willekeurig lezen
- Druk in CD/MP3/WMA-mode, tijdens het afspelen, kort op de toetsom alle tracks van de disk in willekeurige volgorde af
SHF
te spelen. Druk opnieuw op deze toets om het willekeurig afspelen te annuleren.
- Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA-bestanden langer dan 2 seconden op de toetsom alle bestanden van de
SHF
huidige map in willekeurige volgorde af te spelen. De aanduiding “SHF FOLD” (map in willekeurige volgorde) verschijnt kort.
Bestand zoeken in MP3/WMA-mode
Er bestaan 4 manieren om een bestand te openen in MP3/WMA-mode:
Zoeken op bestandnummerZoeken via navigatieZoeken op mapnaamZoeken op bestandsnaam
Zoeken op bestandsnummer :
a) Druk op de toetsom het zoeken op bestandsnummer te starten. De aanduiding “TRK-SCH” verschijnt op de display.
b) Druk op de toetsofom de selectie van deze zoekmode te bevestigen. De aanduiding « TRK001 »
verschijnt op de display (het cijfer van de eenheden knippert). Gebruik de toetsenom het cijfer van de eenheden in te
AMS
SEL, VOL+VOL-
VOL+/-
stellen.
c) Indien u langdurig de toetsindrukt, start de autoradio het afspelen van het gekozen bestand.
Indien u kort de toetsindrukt, begint het cijfer van de tientallen (“0”) te knipperen: gebruik dan de toetsenom het
SELVOL+/-
SEL
cijfer van de tientallen in te stellen.
d) Indien u langdurig de toetsindrukt, start de autoradio het afspelen van het gekozen bestand.
Indien u kort de toetsindrukt, begint het cijfer van de honderdtallen (“0”) te knipperen: gebruik dan de toetsenom
SELVOL+/-
het cijfer van de honderdtallen in te stellen. Druk tenslotte op de toets: de autoradio begint het afspelen van het gekozen
SEL
SEL
bestand.
Zoeken via navigatie:
a) Druk twee maal op de toetsom te zoeken via navigatie. De aanduiding “FILE-SCH” verschijnt op de display.
b) Druk op de toetsofom de selectie van deze zoekmode te bevestigen. De aanduiding « FOLD001 » (map
SEL, VOL+VOL-
AMS
001) verschijnt op de display (het cijfer “001” knippert).
Gebruik de toetsen VOL-/+ om een element te selecteren.
Indien het geselecteerde element een map is, moet u opnieuw op de toets SEL drukken om toegang te krijgen tot de inhoud
van de map. Gebruik vervolgens de toetsen VOL+/VOL- om een bestand uit de map te selecteren.
c) Druk tenslotte opom het geselecteerde bestand af te spelen. Gebruik de toetsom naar het vorige niveau terug te
SELVOL-
keren.
NL-18
Zoeken op mapnaam:
a) Druk drie maal op de toetsom te zoeken op mapnaam. De aanduiding “FOLD-SCH” verschijnt op de display.
AMS
b) Druk op de toetsofom de selectie van deze zoekmode te bevestigen. De letter « A » knippert op het LCD-
SEL, VOL+VOL-
scherm.
Gebruik de toetsenom het eerste karakter te selecteren. Druk op de toetsom te bevestigen. De letter "A«
VOL-/+SEL
knippert op de plaats van het volgende karakter. Selecteer dit en de volgende karakters op de hierboven beschreven manier.
c) Druk tenslotte opom te bevestigen en de geselecteerde map af te spelen. Indien deze mapnaam niet bestaat,
SEL
verschijnt de aanduiding “NO MATCH” (geen resultaat) op het LCD-scherm.
Zoeken op bestandsnaam:
a) Druk vier maal op de toetsom te zoeken op bestandsnaam. De aanduiding “CHAR-SCH” verschijnt op de display.
b) Volg stap b) en c) van het onderdeel “” om het gewenste bestand af te spelen.
AMS
Zoeken op mapnaam
ID3-informatie op MP3-bestanden
Druk in MP3-mode herhaald op de toets BAND om de naam van de map, van het bestand,
weer te geven op het LCD-scherm.
album
van de muziek, de uitvoerder en het
Opmerking :
Het afgespeelde MP3-bestand moet de overeenkomstige ID3-gegevens bevatten in formaat 1.0/2.0 zodat de 3 elementen die
hierboven onderlijnd staan op het LCD-scherm worden weergegeven.
NL-19
GEBRUIK VAN SD/MMC-GEHEUGENKAARTEN
Gebruik van een SD/MMC-kaart:
Wanneer u een SD/MMC-kaart in de gleuf plaatst, begint de autoradio automatisch deze kaart af te spelen.
Indien u een disk in het toestel plaatst tijdens het afspelen van een SD/MMC-kaart, begint de autoradio automatisch het disk
af te spelen. U kunt op de toetsdrukken om de kaartmode te selecteren.
MOD
De gebruikswijze van een SD/MMC-kaart is dezelfde als voor CD/MP3/WMA-disks.
Opmerkingen:
- Tijdens het afspelen van een geheugenkaart mag u de kaart niet aanraken of verwijderen.
- Indien de autoradio de kaart niet kan afspelen hoewel u de bovenstaande richtlijnen heeft gevolgd, dan moet u controleren of
de kaart in goede toestand is. U kunt deze ook verwijderen en opnieuw in de kaartgleuf inbrengen.
NL-20
GEBRUIK VAN USB-RANDAPPARATUUR
Gebruik van een USB-randapparaat:
Wanneer u een randapparaat inbrengt in de USB-poort zoekt de autoradio de MP3/WMA-bestanden erop en begint
automatisch het afspelen ervan.
Indien u een disk in het toestel plaatst tijdens het afspelen van een USB-apparaat, begint de autoradio automatisch de disk af
te spelen. U kunt op de toetsdrukken om de USB-mode te selecteren.
MOD
Opmerkingen:
- Het afspelen van MP3/WMA-bestanden op een USB-randtoestel is identiek met het afspelen van MP3/WMA-bestanden in
CD/MP3/WMA-mode.
- Tijdens het afspelen van een USB-randapparaat mag u dit niet aanraken of verwijderen.
- Indien de autoradio het USB-apparaat niet kan afspelen hoewel u de bovenstaande richtlijnen heeft gevolgd, dan moet u
controleren of het in goede toestand is. U kunt het ook verwijderen en opnieuw in de USB-poort inbrengen.
- Dit toestel ondersteunt enkel de standaard USB-randapparaten.
- De MP3 USB-spelers worden niet altijd als standaard beschouwd, want een merk of een model van toestel kan zijn eigen
normen hanteren. Daarom ondersteunt deze autoradio niet alle MP3-spelers.
- Indien u een MP3-speler wil aansluiten die één of meerdere normale batterijen bevat (niet herlaadbaar) moet u de
batterij(en) uit de MP3-speler halen alvorens deze aan te sluiten op de USB-poort. Indien u dat niet doet, kunnen de batterijen
ontploffen.
- Gelieve tijdens het afspelen van een USB-randapparaat dit niet uit de USB-poort te halen (verander eerst van mode).
GEBRUIK VAN DE HULPINGANG
Dit systeem beschikt over een hulpingang waarmee u muziek kunt beluisteren op externe toestellen die aangesloten zijn op
de autoradio. Druk op de toetsom de AUX-mode te selecteren.MOD
NL-21
BLUETOOTH-FUNCTIE
1. Koppelen
Druk langdurig op de toetsom het koppelen te starten.
1.1MOD
Activeer om te koppelen de Bluetooth-functie van uw draagbare telefoon en zoek daarna een randtoestel. Wanneer uw
1.2
GSM dat vraagt, voert u de code « 1234 » in. Bevestig via uw GSM.
Indien het koppelen gelukt is, verschijnt de aanduiding « PAIROK » (koppelen OK) op het LCD-scherm. Het pictogram
1.3
wordt doorlopend weergegeven. Indien het koppelen mislukt, verschijnt de aanduiding « PAIR ERR” (fout koppelen). Het
pictogram “” knippert op de display.
Opmerking :
Eens het koppelen voltooid is, wordt de verbinding automatisch gemaakt indien uw telefoon met deze functie is uitgerust.
Indien dat niet het geval is, verbind dan uw GSM manueel met de Bluetooth-autoradio.
2. Aansluiten/ontkoppelen
Aansluiten
2.1
Druk langdurig op de knopom de Bluetooth-autoradio aan te sluiten op de GSM waarmee hij werd gekoppeld. Indien de
BAND
verbinding gemaakt is, verschijnt de aanduiding « CONT OK » (verbinding OK) op het LCD-scherm. Indien de aansluiting niet
lukt, verschijnt de aanduiding “NO CONT” (geen verbinding) op het display en het pictogramknippert.
Ontkoppelen
2.2
Indien de Bluetooth-autoradio is aangesloten op uw GSM, druk dan langdurig op de toetsom deze te ontkoppelen.
BAND
3. IEMAND OPBELLEN
3.1 Bel direct het nummer vanuit uw GSM.
3.2 Vorm een nummer met de toetsen 0 tot 9 van de autoradio:
Wanneer de autoradio is aangesloten op de GSM, druk dan op de toets.
3.2.1
Gebruik de toetsen 0 tot 9 om een telefoonnummer in te voeren. De cijfers die u intoetst, verschijnen gelijktijdig op het
3.2.2
LCD-scherm. Indien u zich vergist bij het invoeren van het telefoonnummer, druk dan op de toetsom het verkeerde cijfer te
wissen.
3.2.3
Druk op de toetsom dit nummer te bellen.
3.3 Herhaal het laatst gevormde nummer :
3.3.1
Wanneer de autoradio is aangesloten op de GSM, druk dan op de toets.
3.3.2
Druk op de toetsom het laatst gevormde nummer weer te geven.
3.3.3
Druk op de toetsom dit nummer te bellen.
3.4 Een nummer opslaan:
Om telefoonnummers in het geheugen op te slaan, zie onderdeel « 6. Bluetooth-menu", punt b, op pagina NL-23.
3.5 Bel een nummer uit het geheugen:
3.5.1
Wanneer de autoradio is aangesloten op de GSM, druk dan op de toets.
3.5.2
Hou één van de nummertoetsen van 1 tot 6, die overeenstemt met het verkorte nummer van het opgeslagen
telefoonnummer, ingedrukt.
NL-22
4. Een oproep aanvaarden / afwijzen / beëindigen
4.1 Een oproep aanvaarden
Wanneer u een oproep ontvangt, druk dan op de toetsom deze te aanvaarden.
4.2 Een oproep afwijzen
Wanneer u een oproep ontvangt, druk dan op de toetsom deze af te wijzen.
4.3 Een oproep beëindigen
U kunt inhaken door op de toetste drukken.
5. Een oproep doorschakelen naar uw GSM
Indien u niet wil dat uw gesprek hoorbaar is door de luidsprekers van uw autoradio kunt u de huidige oproep naar uw GSM
doorschakelen door langdurig de toetsOm deze oproep daarna naar uw autoradio door te
schakelen, houdt u de toets
TEL MENU
TEL MENU
ingedrukt.
in te drukken.
6. Bluetooth-menu
Wanneer de autoradio is aangesloten op de GSM, druk dan herhaaldelijk op de toetsom het Bluetooth-menu weer
TEL MENU
te geven. Dit is de structuur van het Bluetooth-menu:
PRE NUM: Lijst met nummers in het geheugen.
RECV: Lijst met ontvangen oproepen.
DIAL: Lijst met gebelde nummers.
MISS: Lijst met gemiste oproepen.
AUTO ANS (MANU ANS) : Automatisch beantwoorden / manueel beantwoorden.
TALK29: Volume van de luidsprekers in Bluetooth-mode.
Druk op de toetsom één van deze opties te selecteren. Druk op de toetsom naar het submenu te gaan dat
TEL MENUSEL
overeenstemt met de gekozen optie. Druk op de toetsom het submenu te verlaten. Druk nogmaals op de toetsom het
Bluetooth-menu te verlaten.
a) Selecteer een nummer uit de lijst met opgeslagen nummers:
U kunt een nummer selecteren uit de lijst met behulp van de toets(om verder te gaan in de lijst) of op(om terug te
VOL+VOL-
keren in de lijst).
b) Voeg een nummer toe aan de lijst met opgeslagen nummers:
- Druk op de toetsom de lijst met opgeslagen nummers te openen. Indien u nog geen nummer aan de lijst heeft
TEL MENU
toegevoegd, verschijnt de aanduiding « EMPTY (1-6)” (leeg 1-6) op het scherm.
- Druk vervolgens op de toets,ofom de bewerkmode te openen.
SEL VOL+VOL-
NL-23
- Gebruik voor het invoeren van een nummer de nummertoetsen van 0 tot 9, # of*. Het nummer dat u intoetst, verschijnt
gelijktijdig op het LCD-scherm. Indien u zich vergist bij het invoeren van het telefoonnummer, druk dan op de toetsom het
verkeerde cijfer te wissen.
- Wanneer u klaar bent met het invoeren van het telefoonnummer drukt u op SEL om dit op te slaan. Druk op de toetsom de
bewerkmode te verlaten.
c) Een nummer bellen uit één van de lijsten van het Bluetooth-menu:
Wanneer u in de lijst met opgeslagen nummers, ontvangen oproepen, gebelde nummers of gemiste oproepen, kunt u één van
deze nummers rechtstreeks bellen door te drukken op.
Gebruik de toetsom de optie « AUTO ANS / MANUANS » te selecteren in het Bluetooth-menu. Selecteer
TEL MENU
vervolgens de regeling “AUTO ANS” (automatisch beantwoorden) of “MANU ANS” (manueel beantwoorden) met de toets
of.
VOL+VOL-
e) Het volume van de luidsprekers in Bluetooth-mode regelen
U kunt het volume van de luidsprekers in Bluetooth-mode instellen met de toetsenof.
VOL+VOL-
7. Met de stem nummers vormen
Indien uw GSM is uitgerust met een stemfunctie kunt u met de stem een nummer vormen.
Opmerking :
Gelieve deze functie te gebruiken volgens de instructies van de gebruikshandleiding van uw GSM.
8. A2DP-functie
Indien uw GSM ermee is uitgerust, maak dan gebruik van de A2DP-functie (profiel voor geavanceerde audiodistributie) om in
stereo muziekbestanden vanop uw GSM via de Bluetooth-autoradio uit te zenden. Zo kunt u de muziek die op uw GSM is
opgeslagen beluisteren via de luidsprekers van uw voertuig.
WAARSCHUWINGEN:
Zorg ervoor dat de afstand tussen uw GSM en de autoradio niet groter is dan 3 meter.
NL-24
OPMERKINGEN OVER DISKS
A. Opmerkingen over disks :
1. Gebruik geen disks die niet overeenstemmen met het standaardformaat (voorbeeld: vierkante, stervormige of hartvormige
disks). Deze laatste zouden het toestel kunnen beschadigen. Gebruik uitsluitend ronde disks.
2. Kleef geen etiket op het oppervlak van de disks, dat zou storingen kunnen veroorzaken.
Vuile, bestofte, gekraste of vervormde disks kunnen storingen veroorzaken.
B. Opmerkingen bij CD-R (opneembare compact disks) / CD-RW (opnieuw beschrijfbare disks):
1. Gebruik uitsluitend disks met de volgende opschriften:
2. Het toestel leest geen CD-R's en CD-RW's die niet gefinaliseerd werden. (Gelieve voor meer details over het finaliseren
van CD's uw handleiding van de CD-R/CD-RW-brander of uw brandsoftware te raadplegen).
3. Afhankelijk van de opnamemode, de disks en het materiaal dat gebruikt werd voor de opname kunnen sommige CD-R/CDRW's niet geschikt zijn voor het toestel. (zie *1)
*1: Volg de onderstaande aanbevelingen voor een beter afspeelresultaat:
a. Gebruik CD-RW's waarvan de snelheid tussen 1x en 4x ligt en brand aan een snelheid tussen 1x en 2x.
b. Gebruik CD-RW's waarvan de snelheid tussen 1x en 8x ligt en brand aan een snelheid tussen 1x en 2x.
c. Gebruik geen CD-RW die al meer dan 5 keer werd gebrand.
d. De autoradio ondersteunt disks die voldoen aan de norm ISO 9660 niveau 1 of niveau 2 of de norm Joliet of Romeo.
C. Opmerkingen bij MP3-bestanden
1. Wanneer u een MP3-bestand een naam geeft, moet u controleren of de extensie van het bestand wel degelijk “.mp3” is.
2. Indien het geen MP3-bestand betreft, ook al is de extensie “.mp3”, kan het toestel de inhoud niet herkennen.
D. Hanteren en onderhoud
- Vuile, bestofte, gekraste of vervormde disks kunnen storingen veroorzaken.
- Kleef geen etiketten op de disks en kras er niet in.
- Vervorm de disks niet.
- Plaats de disks altijd in hun doosjes om ze te beschermen.
- Plaats de disks niet:
1. in direct zonlicht;
2. Op een vuile, stofferige of vochtige plaats;
NL-25
3. in de buurt van het verwarmingssysteem van een auto;
4. Op de zetels of het dashboard.
Reinigen
Neem een zachte, droge doek om het oppervlak schoon te maken. Gebruik, indien de disk erg vuil is, een zachte doek die licht
gedrenkt werd in isopropylalcohol (gedenatureerd). Gebruik nooit oplosmiddelen zoals benzeen, verdunners of
schoonmaakproducten voor vinylplaten want deze zouden het oppervlak van de disk kunnen beschadigen.
Opmerking :
Naargelang de manier waarop hij gebruikt wordt en de omgevingsomstandigheden kan een disk gekrast raken. Ondanks deze
krassen kan de disk nog steeds werken. De aanwezigheid van deze krassen betekent niet dat de autoradio defect is.
Bedrukte zijde
naar boven.
Raak deonderkant
van dedisk niet aan.
Niet plooien.
Veeg de disk vanhet midden
naar buitentoe.
E. Voorzorgsmaatregelen i.v.m. het gebruik van nieuwe disks
Een nieuwe disk kan onregelmatigheden bevatten. Soms moet u deze verwijderen met een balpen of potlood. Zie de
illustratie.
Oneffenheden op
de buitenrand.
Balpen ofpotlood
Oneffenheden op
de binnenrand
NL-26
TECHNISCHE KENMERKEN
1. ALGEMEEN
Voeding...............................................................................................................DC 12 V, negatieve klem op de massa
Afmetingen van het toestel .............................................................................................178 (L) x 160 (D) x 50 (H) m m
Instelling van de klank...................................................................................................- Basse n (t ot 100 Hz) +/- 10 dB
..................................................................................................................................- Hoge tonen (tot 10 kHz) +/- 10 dB
Maximaal uitgangsvermogen .............................................................................................................................4 x 40 W
Stroomsterkte ..................................................................................................................................................15 A (m ax.)
2. CD-SPELER
Signaal/volumeverhouding .................................................................................................................................> 55 dB
Scheiding van de sporen ......................................................................................................................................> 40 dB
Tussenfrequentie...............................................................................................................................................10 ,7 M Hz
Signaal/volumeverhouding .......................................................................................................................55 dB ( mono)
Scheiding stereo...........................................................................................................................30 dB (65dBu,1KHz)
4. USB-stick / SD/MMC-kaart
Type USB-poort.............................................................................................................................................................1.1
Maximale capaciteit ondersteund door de USB-poort ..........................................................................................2 GB
Maximale capaciteit ondersteund door de slot voor SD/MMC-kaart...................................................................1 GB
NL-27
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Problemen
Het contact van de wagen is verbroken.
Het toestel start niet.
Onmogelijk de disk te laden
of uit te werpen.
Geen klank.
De klankverspringt.
De bedieningen reageren niet.
Geen radio-ontvangst.De antennekabelis niet correct aangesloten.Plaats de antennekabel stevig in de antennestekker van de autoradio.
Bij het automatisch afstemmen
vindt de radio het station niet.
De aansluitingenzijn niet correct.
Eén vande zekeringen van het voertuig is
gesprongen.
De zekeringachteraan het toestel is defect.
Er bevindt zich al een andere disk in de lezer.
U brengtde disk verkeerd in.Plaats een CD met de bedrukte zijde naar boven.
Het oppervlak van de disk is vuil, vervormd of
gekrast.
De temperatuurbinnenin het voertuig is te hoog.
Condensatie
Het volumeniveau is op het minimum ingesteld.
De aansluitingenzijn niet correct.
De installatiehoekis groter dan 30°.De montagehoekmoet kleiner zijn dan 30°.
Het oppervlak van de disk is vuil, vervormd of
gekrast.
1. De ingebouwde microprocessor werkt niet correct
omwille vanelektrische storing.
2. Het voorpaneel is niet correct geïnstalleerd.
De signalenzijn te zwak.
Oorzaken
Oplossingen
Zet de contactsleutel op “Accessory” zodat het toestel stroom krijgt.
Controleer de aansluitingen.
Controleer de zekeringen van het voertuig.
Vervang de zekering door een nieuwe met dezelfde kenmerken als de oude.
Verwijder de disk en plaats de nieuwe.
Reinig de disk of probeer een andere te spelen.
Laat de omgevingslucht afkoelen tot een normaal niveau.
Zet de autoradio zonder spanning gedurende ongeveer een uur.
Schakel daarna de spanning weer in.
Stel het volume in op het gewenste niveau.
Controleer de aansluitingen.
Reinig de disk of probeer een andere te spelen.
1. Druk op RESET.
2. Plaats het voorpaneel correct.
Selecteer manueel een station.
Controleer de aansluiting van de antennestekker.
Ga naar“DX”-mode (afstand).
NL-28
Indien u dit toestel in de toekomst wil wegwerpen, hou er dan rekening mee
dat elektrische toestellen niet bij het huishoudelijk afval thuishoren. Vraag na
waar het dichtstbijzijnde recyclagecentrum is. Raadpleeg uw stadsbestuur of
uw verkoper voor meer details (richtlijn elektrisch en elektronisch afval).
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.