In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Klik op een onderwerp
Bekende kwesties
Beknopt overzicht
User Manual
ST1000
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Draadloos netwerk/Bluetooth
Appendices
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen
ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Vermijd storing van pacemakers
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en
pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te
voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de
onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research.
Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een
pacemaker of ander medisch apparaat, dient u de camera
onmiddellijk uit te schakelen en voor instructies contact op te
nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische
apparaat.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, t
vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan
bewegende delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op t
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik t
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, t
sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg
van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt t
met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen
kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst t
of verwijdert.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera t
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of t
geheugenkaart.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur
De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten
in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch
personeel.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig
veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing
kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet
voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten,
medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto.
Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Belangrijke gebruiksinformatie
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als t
u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevens die via een WLAN of Bluetooth worden verzonden, t
kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het
verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via
open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor t
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt
op auteursrechten, handelsmerken, intellectueeleigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de
openbare zedelijkheid.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
U kunt firmware downloaden via www.samsung.com of t
www.samsungcamera.com.
Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het t
land waar u hem hebt aangeschaft.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn t
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple t
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition t
Multimedia Interface" zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
®
Bluetootht
handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden
door Samsung Digital Imaging Co., Ltd. onder licentie
gebruikt. Alle andere handelsmerken en productnamen
zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
Wi-Fit
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
en het Bluetooth-logo zijn geregistreerde
®
, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
Basisfuncties 13
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 30
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's
opneemt.
Opname-instellingen 41
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de
opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven en bewerken 64
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u
de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV
aansluit.
Draadloos netwerk/Bluetooth 91
Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende
functies via WLAN's (Wireless Local Area Networks) en de
Bluetooth-voorziening.
Appendices 107
Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen,
alsmede specificaties en onderhoudstips.
5
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
OpnamemodusPictogram
Smart Auto
Auto
Programma
Scène
DUAL IS
Film
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
bijv.)
S
a
p
s
d
v
Beschikbaar in de
modi Programma,
DUAL IS en Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop] (staat voor
[]
de sluiterknop)
()
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren
om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer
(staat voor Selecteer
*
Voetnoot
>
, en vervolgens )
>
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
AEB
AF
AP
DIS
DLNA
DPOF
EV
GPS
OIS
WB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
Autofocus (automatische scherpstelling)
Access Point(Toegangspunt)
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
Digital Living Network Alliance
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [tOntspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half inDruk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt: het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt: de objecten rondom het onderwerp
Compositiet: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Onderwerp
Compositie
Achtergrond
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichtingOverbelicht (te helder)
7
Bekende kwesties
Hier vindt u antwoorden op bekende kwesties. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Als de foto al is genomen, selecteert u t
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t47)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
Gebruik de t
Druk [tOntspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 28)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Schakel de flitser in. (pag. t46)
Selecteer t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t47)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
Neem geen foto's tegen de zon in.t
Selecteer t
Stel de flitsoptie in op t
Stel de optie Automatische contrastbalans (tACB) in. (pag. 57)
Pas de belichting aan. (pag. t56)
Stel de lichtmeting in op t
bevindt. (pag. 58)
d
Nacht in de modus s. (pag. 34)
Tegenl. in de modus s. (pag. 32)
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 46)
-modus. (pag. 35)
Invulflits. (pag. 46)
Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader
8
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 79)
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t-modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 32
Rode ogent, Anti-rode ogen (om rode ogen te
voorkomen of te corrigeren)
Gezichtsdetectiet
f
51
46
f
's Nachts of in het donker foto's
maken
s
t-modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 32
Flitseropties t
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
46
f
47
f
Actiefoto's maken
Continut, Bew.detectie f 61
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t-modus > Close-up, Tekst f 32
Macrot, Auto macro (close-upfoto's maken)
Witbalanst (de kleurtint wijzigen)
f
59
48
f
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
EV (de belichting bijstellen) t
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte t
achtergronden)
L.metingtf 58
AEB (van een scène 3 foto's met verschillende t
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Gebruiksaanwijzing op cd-romSnelstartgids
Optionele accessoires
CameraAC-adapter/
USB-kabel
Basisfuncties
GeheugenkaartadapterPolslus
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke
artikelen.
14
Camera-indeling
Maak u bekend met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Power-knop (Aan/uit)
Ontspanknop
Microfoon
Interne antenne*
* Vermijd contact
met de interne
antenne tijdens het
gebruik van het
draadloos netwerk
Batterijklep
Plaatsing van batterij
en geheugenkaart
USB-, A/V- en HDMI-poort
Voor aansluiten van USB-kabel,
A/V-kabel en HDMI-adapter
Basisfuncties
GPS-antenne
Flitser
AF-hulplampje/timerlampje
Lens
Statiefbevestigingspunt
15
Camera-indeling
Luidspreker
Zoomknop
In- en uitzooment
Inzoomen op een deel van de foto of t
bestanden als miniaturen weergeven
Weergaveknop
Statuslampje
Knippertt: bij opslaan van een foto of video, bij uitlezen
door een computer of printer, bij een onscherp onderwerp,
bij het maken van een draadloze netwerkverbinding, bij het
verzenden van een foto of bij het inschakelen van de GPSmodus of Bluetooth-voorziening
Licht opt: bij aansluiting op een computer of wanneer er op
het onderwerp is scherpgesteld
Aanraakscherm
1
2
Basisfuncties
16
Pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
t : Framesnelheid
t: Belichting met ACB
t: Lichtmeting
t: Type serie-opname
t: Fotostijlen
t: Beeldaanpassing (scherpte,
contrast, kleurverzadiging)
t: Lange sluitertijd
t: Optical Image Stabilisation (OIS)
t: Geluidsopname
<>
t: Volgende rij instellingen
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele microSDTM-geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
Geheugenkaart
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Basisfuncties
Batterijvergrendeling
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Batterij
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst.
18
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Rood•: bezig met opladen
Groen•: volledig opgeladen
Basisfuncties
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de •
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 20)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Houd [P] ingedrukt om de camerageluiden uit te schakelen.
19
De eerste instelling uitvoeren
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
Selecteer
1
Selecteer een taal.
2
Selecteer 3 Time Zone (Tijdzone).
Selecteer een tijdzone en selecteer 4 .
Language.
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u t.
Basisfuncties
Selecteer 5 Date & Time (Datum/tijd).
Stel de datum en tijd in, selecteer een datumnotatie en
6
selecteer .
Selecteer 7 om naar de opnamemodus te gaan.
20
Het aanraakscherm gebruiken
10+
Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en
potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de t
schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar
een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende
effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met
de schermpen te slepen.
Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u:t
meerdere items tegelijk aanraakt de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt de camera gebruikt in combinatie met een lcd-beschermlaag of een -
ander lcd-accessoire
Als u gedurende enkele seconden geen handelingen verricht, gaat het t
scherm uit om de batterij te sparen.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Basisfuncties
Slepen
Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen.
EV
-2-10+2-2 -
2+1
Gebaren gebruiken
U kunt bepaalde functies uitvoeren door opdrachten te tekenen
op het aanraakscherm.
GebaarBeschrijving
Teken een horizontale streep naar rechts of links
om het volgende of vorige bestand weer te geven.
Teken een X om een foto te wissen.
Teken een cirkel om een foto te draaien.
Teken een diagonale streep om de vergrote foto
te verschuiven.
21
Een opnamemodus selecteren
Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen.
Selecteer het moduspictogram.
1
Selecteer een modus.
2
ModusBeschrijving
Smart Auto: Hiermee maakt u een foto waarbij de
S
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 31)
Auto: Hiermee maakt u snel een foto met de minimale
a
instellingen. (pag. 25)
Programma: Hiermee stelt u zelf opties in voor de
p
foto die u maakt. (pag. 36)
Scène: Hiermee maakt u een foto met vooraf
s
ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 32)
DUAL IS: Hiermee maakt u een foto met opties die
d
geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen.
(pag. 35)
v
Film: Hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 38)
Basisfuncties
22
Een opnamemodus selecteren
Een opnamemodus met bewegingsdetectie
selecteren
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de
camera te kantelen.
Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op
.
Naar de Film-modus gaan (pag. 38)
Naar de Programma-modus gaan (pag. 36)
Basisfuncties
Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 31)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt, zoals weergegeven.
23
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het type weergave voor het aanraakscherm
instellen
Selecteer in de opnamemodus1 . (Selecteer in de
weergavemodus
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Volledig: hiermee wordt de naam van een optie
weergegeven wanneer u een pictogram selecteert.
Basis: hiermee worden pictogrammen zonder de
naam van een optie weergegeven. Deze optie is alleen
beschikbaar in de weergavemodus.
Verborgn: hiermee worden pictogrammen op het scherm
verborgen als u 3 seconden lang geen handelingen
uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen
opnieuw weer te geven).
.)
Volledig
Basisfuncties
Optie Beschrijving
Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De
rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak
uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen
van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de
opnamemodus.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Selecteer in de opname- of weergavemodus 1 M
Selecteer
2
Selecteer een optie.
3
OptieBeschrijving
Uit
Aan
Piepjes.
De camera laat geen geluid klinken.
De camera laat een geluid klinken.
Selecteer 4 om terug te gaan naar de vorige modus.
24
.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken.
Zorg dat de camera in 1 a
standaardopnamemodus.
Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram t
a
.
Kadreer het onderwerp.
2
-modus (Auto) staat, de
Basisfuncties
Druk [3 Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [4 Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 28 voor tips om betere foto's te maken.
25
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
een optische functie voor inzoomen tot 5x en een digitale functie
voor inzoomen tot 5x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 25 keer
inzoomen.
Druk [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Druk [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Zoomverhouding
InzoomenUitzoomen
De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt.
Basisfuncties
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Zoomindicator
Digitaal bereik
Optisch bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi t
S, d, s
Gezichtsdetectie.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
(in bepaalde scènes) en v en in combinatie met
26
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
apsv
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctieNa correctie
Selecteer in de opnamemodus 1 f
keer)
Selecteer een optie.
2
OptieBeschrijving
.
Uit: hiermee schakelt u de OIS-functie uit.
Aan: hiermee schakelt u de OIS-functie in.
> (een of twee
Basisfuncties
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:t
wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen
wanneer u digitale zoom gebruikt wanneer de camera te veel trilt wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij selectie van Nacht in de modus
wanneer de batterij bijna leeg is -
wanneer u een close-up neemt Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's t
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OISfunctie bij gebruik van een statief uit.
Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in t
dat geval de camera uit en weer in zodat de OIS-functie weer naar
behoren werkt.
s
)
27
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De sluiterknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [tOntspanknop] om
een foto te maken als het
kader groen is.
Pas het kader aan en druk t
[Ontspanknop] nogmaals
half in als het kader rood is.
Basisfuncties
Bewegingsonscherpte verminderen
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) t
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 27)
Selecteer de modus t
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 35)
d
om de
Als h wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op tInvulflits. (pag. 46)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t47)
28
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
-
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 46)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
voor continuopnamen
of bewegingsdetectie.
(pag. 61)
Basisfuncties
29
Loading...
+ 100 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.