Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u de
mobiele telefoon in gebruik neemt. Het niet opvolgen
van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties
leiden en kan in strijd met de wet zijn.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzak en . Het ge br uik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Uitschakelen in een ziekenhuis
Schakel de telefoon uit als u zich in de nabijheid van
medische apparatuur bevindt. Houd u aan alle
geldende regels of voorschriften.
Storingen
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon
uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet
is toegestaan of gevaar of stor ing en ka n oplev e ren
(bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld, vooral
wanneer deze bereik heeft.
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Alarmnummer bellen
Controleer of de telefoon is ingeschakeld en bereik
heeft. Toets het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer) en druk op de toets . Het
kan zijn dat u bepaalde functies moet uitschakelen
voordat u het alarmnummer kunt bellen. Zorg ervoor
dat u alle benodigde informatie zo precies mogelijk
doorgeeft. Verbreek de verbinding pas als u daartoe
opdracht hebt gekregen.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig . Zorg ervoor dat
de telefoon droog blijft.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires. Het gebruik van niet-goedgekeurde
accessoires kan de telefoon beschadigen en kan
gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd.
Deskundige technische service
Laat de installatie en het onderhoud van de telefoon
altijd over aan gekwalificeerde technici.
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 150 voor meer info rmatie over
veiligheid.
WAARSCHUWING
VERVANGING VAN DE BATTERIJ DOOR EEN
BATTERIJ VAN EEN ONJUIST TYPE KAN TOT EEN
EXPLOSIE LEIDEN.
Uitpakken
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Telefoon
Batterij
Opmerking
worden meegeleverd is afhankelijk van het land.
Uw Samsung-dealer kan de volgende accessoires
leveren:
• Batterijoplader
• Draagbare oortelefoon
• Eenvoudige handsfree-kit
• Adapter voor sigarettenaansteker
• Riempje voor om de vinger
• Kit voor datacommunicatie
: welke onderdelen met de telefoon
Reisadapter
Gebruiksaanwijzing
GOOI OUDE BATTERIJEN WEG VOLGENS DE
GELDENDE RICHTLIJNEN.
8
9
De telefoon
De telefoon
Onderdelen
In de volgende illustraties worden de belangrijkste
onderdelen van de telefoon aangegeven:
Geopend
Luidspreker
Klepje
Linkerfunctietoets
Volumetoetsen
/bladertoetsen
Kiezen/
Bevestigen
menukeuze
Annuleren/
Terug/
Correctietoets
Toetsen voor
speciale
functies
Aansluiting oplader
10
Hoofddisplay
Standbylampje
Stuurtoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Rechterfunctietoets
WAP-browser
-toets
Aan/Uit/Menu
verlaten
Alfanumerieke
toetsen
Microfoon
Gesloten
Aansluiting
oortelefoon
Toets(en) Beschrijving
De functie uitvoeren die erboven, op
de onderste regel van het display,
(functietoetsen)
wordt aangegeven.
In de menustand: door de menuopties
en het telefoonlijstgeheugen bladeren
met de toetsen Omhoog en Omlaag ,
respectievelijk teruggaan naar het
vorige menuniveau of het huidige
menu selecteren met de toetsen Links
en Rechts.
In de standby-stand: direct naar
veelgebruikte menuopties gaan met
de toetsen Omhoog en Omlaag. Zie
pagina 109 voor meer informatie over
sneltoetsen.
In de standby-stand: direct de
WAP-browser (Wireless Application
Protocol) starten.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand: de oproepenlijst
openen. In de menustand:
menufunctie kiezen of ingevoerde
informatie (zoals een naam) opslaan
in het telefoon- of SIM-geheugen.
Antenne
Standby-lampje
11
De telefoon
De telefoon
Toets(en) Beschrijving
Tekens van het display wissen. In de
menustand: teruggaan naar het vorige
menuniveau.
Gesprek beëindigen.
Ingedrukt houden: telefoon aan- of
uitzetten.
In de menustand: uw invoer annuleren
en teruggaan naar de standby-stand.
Ingedrukt houden in de standby-
stand: direct toegang tot de
voicemailserver.
Cijfers, letters en speciale tekens
invoeren.
Bij verschillende functies verschillende
acties uitvoeren.
De toets ingedrukt houden wanneer
u een telefoonnummer invoert: een
pauze invoeren.
De toets ingedrukt houden in de
standby-stand: naar de stille modus
gaan of deze verlaten.
(linkerkant van de telefoon)
Tijdens het bellen: het volume van de
luidspreker aanpassen.
In de standby-stand met de telefoon
opengeklapt: het toetsvolume
aanpassen.
In de menustand: door de menuopties
en het telefoonlijstgeheugen bladeren.
(vervolg)
Display
Indeling van het display
Het hoofddisplay bestaat uit drie gedeelten:
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
Menu Namen
GedeelteBeschrijving
Bovenste regelHier worden diverse symbolen
weergegeven. Zie pagina 14.
MiddengedeelteHier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld een
telefoonnummer) weergegeven.
Onderste regelHier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Betekenis
functietoetsen
12
13
De telefoon
De telefoon
Symbolen
SymboolBeschrijving
Toont de sterkte van het
ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes,
hoe sterker het signaal.
Verschijnt tijdens een gesprek. Dit
symbool verschijnt met het getal 1, 2
of beide, wanneer het gebruik van
meerdere lijnen (Alternate Line
Service) door uw SIM-kaart wordt
ondersteund.
Bijvoorbeeld , , .
Verschijnt als u zich buiten het
servicegebied bevindt. Als dit symbool
wordt getoond, kunt u niet bellen en
geen oproepen beantwoorden.
Verschijnt wanneer u nieuwe of
onbeluisterde voicemailberichten
hebt. Dit symbool kan worden
weergegeven als , , of ,
wanneer het gebruik van meerdere
lijnen (Alternate Line Service) door uw
SIM-kaart wordt ondersteund.
Verschijnt wanneer u nieuwe of
ongelezen berichten hebt.
Verschijnt wanneer u nieuwe of
ongelezen mu lti m e d ia b e ri ch ten hebt.
Verschijnt wanneer u het alarm hebt
ingesteld.
Verschijnt wanneer de microfoon
uitgeschakeld is.
SymboolBeschrijving
Verschijnt wanneer de
(vervolg)
doorschakelfunctie is geactiveerd. Dit
symbool verschijnt met het getal 1, 2
of beide, wanneer het gebruik van
meerdere lijnen (Alternate Line
Service) door uw SIM-kaart wordt
ondersteund.
Bijvoorbeeld , , .
Verschijnt wanneer u buiten bereik
van uw eigen netwerk bent en bent
aangemeld bij een ander netwerk,
bijvoorbeeld in het buitenland.
Verschijnt wanneer u verbinding hebt
met het GPRS-netwerk.
Verschijnt wanneer u zich binnen het
thuisnetwerk bevindt. (
Dit symbool
wordt alleen weergegeven wanneer deze
optie wordt ondersteund door uw
provider.)
Verschijnt wanneer u zich binnen het
kantoornetwerk bevindt. (
Dit symbool
wordt alleen weergegeven wanneer deze
optie wordt ondersteund door uw
provider.)
Verschijnt wanneer u het type
belsignaal voor inkomende oproepen
instelt op
melodie
Trillen
. Zie pagina 97 voor meer
of
Trillen +
informatie.
Verschijnt wanneer de stille stand
actief is.
Toont de batterijstatus. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
14
15
De telefoon
Verlichting
De achtergrond van het display en het toetsenbord
zijn verlicht. Wanneer u op een toets drukt of het
klepje opent, gaat de verlichting een bepaalde tijd
aan, afhankelijk van de instellingen in het menu
Verlichting
display na een minuut uitgeschakeld.
Met behulp van het menu
Menu 5.1.4
(
verlichting aan blijft. Zie pagina 101 voor meer
informatie.
Met het menu
Menu 5.1.5
(
dat de verlichting alleen gedurende een bepaalde
periode wordt gebruikt. Zie pagina 102 voor meer
informatie.
. Om stroom te besparen wordt het
Verlichting
) kunt u instellen hoe lang de
Verlichting automatisch
) kunt u de telefoon ook zo instellen
Standby-lampje
Het standby-lampje bevindt zich op het klepje. Het
knippert wanneer er diensten beschikbaar zijn op
de telefoon.
U kunt het lampje in- en uitschakelen met het menu
Standby-lampje (Menu 5.1.6
voor meer informatie.
). Zie
pagina 102
Aan de slag
De SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Hierop zijn uw
abonnementsgegevens (PIN, extra diensten en
dergelijke) opgeslagen.
Belangrijk:
1. Zet de telefoon zo nodig uit door de toets
ingedrukt te houden totdat er door middel van
een afbeelding wordt aangegeven dat de
telefoon wordt uitgeschakeld.
2. Haal de batterij van de telefoon. Zo gaat u te
werk:
➀
➁
de SIM-kaart en de contactpunten
hierop zijn zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging. Behandel
de kaart dus zeer voorzichtig wanneer
u deze plaatst of verwijdert.
Houd de SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
Druk op het lipje boven de batterij en houd dit
in die stand.
Haal de batterij van de telefoon af, zoals
aangegeven in de afbeelding.
16
Standbylampje
17
Aan de slag
Aan de slag
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zoals aangegeven, en zorg ervoor dat de kaart
goed vastzit in de houder.
Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten
van de kaart naar de telefoon gericht zijn.
Opmerking
: als u de SIM-kaart moet
verwijderen, schuift u deze in de aangegeven
richting uit de houder.
4. Vervang de batterij en zorg er hierbij voor dat de
nokjes aan de onderkant van de batterij in de
betreffende uitsparingen in de telefoon vallen.
5. Druk de batterij tegen de achterkant van de
telefoon totdat de batterij op zijn plaats klik t.
De batterij opladen
De telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij.
Bij de telefoon wordt een reisadapter geleverd
waarmee de batterij kan worden opgeladen.
Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en
opladers. Uw Samsung-dealer kan u hierover meer
informatie geven.
Terwijl de batterij wordt opgeladen, kunt u de
telefoon gewoon blijven gebruiken. Hierdoor duurt
het opladen wel langer.
Opmerking
telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen
batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst,
steekt u de connector van de adapter in de
aansluiting op de onderzijde van de telefoon.
: laad de batterij volledig op voordat u de
18
19
Aan de slag
Aan de slag
2. Steek het netsnoer van de adapter in een
gewoon stopcontact.
Tijdens het opladen knippert het batterijsymbool
rechtsboven in het display om aan te geven dat
de batterij wordt opgeladen.
3. Als het opladen voltooid is, stopt het
batterijsymbool met knipperen en wordt de
melding "Opgeladen" weergegeven. Vervolgens
kunt u het snoer van de adapter uit het
stopcontact halen en de adapter verwijderen
door de grijze knopjes aan weerszijden van de
connector in te drukken en de connector uit de
telefoon te trekken.
Opmerking
: wanneer de telefoon wordt opgeladen,
kunt u de batterij pas verwijderen nadat u de adapter
van de telefoon hebt losgekoppeld. Als u dit niet doet,
kan de telefoon beschadigd raken.
Indicator batterij bijna leeg
Als de batterij vrijwe l le e g is en u n og m a ar en kele
minuten kunt bellen, wordt u op de volgende
manieren gewaarschuwd door de batterijsensor:
het symbool voor een lege batterij knippert (),
u hoort een waarschuwingstoon en er verschijnt
met regelmatige tussenpozen een melding op het
display
Als de batterij zo leeg raakt dat de telefoon niet
meer kan werken, wordt de telefoon automatisch
uitgeschakeld.
20
De telefoon aan- en uitzetten
Zo zet u de telefoon aan:
1. Open het klepje.
2. Houd de toets ingedrukt totdat de tele foon
aan is.
3. Als u om een wachtwoord wordt gev raagd, voert
OK
u dat in en drukt u op de functietoets
wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op "00000000". Zie pagina 146 voor meer
informatie.
De telefoon zoekt uw netwerk en de huidige
datum en tijd worden op het display
weergegeven. Wanneer het netwerk gevonden
is, kunt u bellen en oproepen beantwoorden.
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
Menu Namen
Opmerking
menuoptie
: U kunt de taal aanpassen met de
Taal (Menu 5.4
). Zie pagina 104 voor
meer informatie.
Zo zet u de telefoon uit:
Houd de toets ingedrukt totdat er door middel
van een animatie wordt aange geven dat de telefoon
wordt uitgeschakeld.
. Het
21
Aan de slag
Aan de slag
Functies en opties selecteren
De telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu's en
submenu's, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen en . In elk menu en submenu
kunt u de instellingen van een bepaalde functie
bekijken en eventueel wijzigen.
De functietoetsen hebben in verschillende
contexten verschillende functies. Onder in het
display ziet u direct boven de toets welke functie de
functietoets op dat moment vervult.
Voorbeeld
:
NETWERK
07:30
WO 06 MRT
Menu Namen
Zo bekijkt u de beschikbare functies en opties en
kunt u er een kiezen:
1. Druk op de desbetreffen de functietoets.
2.
Gewenste actieWerkwijze
Het volgende selecteren:
• getoonde functie
• gemarkeerde optie
De volgende functie
tonen of de volgende
optie markeren
Druk op de
functietoets
Kies
de toets Rechts.
Druk op de toets
Omlaag of op de
toets aan de
of
linkerkant van de
telefoon.
Naar de vorige functie of
naar de vorige optie van
een lijst
Druk op de toets
Omhoog of op de
toets aan de
linkerkant van de
telefoon.
Een niveau omhoog
gaan in de
menustructuur
Druk op de toets
Links, op de
functietoets of op
C
de toets
.
Met de
linkerfunctietoets
gaat u naar de
menufuncties.
22
Met de
rechterfunctietoets
gaat u naar de
functie Telefoonlijst.
Terugkeren naar de
standby-stand
Druk op de toets
.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de benodigde code in en
OK
druk op de functietoets
Opmerking
: wanneer u een lijst met opties opent,
.
wordt de huidige optie gemarkeerd. Als er maar twee
opties zijn, bijvoorbeeld
Uitzetten
, wordt de optie gemarkeerd die momenteel
Aan/Uit
of
Aanzetten/
niet actief is, zodat u deze direct kunt selecteren.
23
Telefoneren
Telefoneren
Gesprek beëindigen
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de
toets .
Opmerking
het menu
geselecteerd, wordt het nummer automatisch
maximaal tien keer opnieuw gekozen wanneer de
persoon die u wilt bellen uw oproep niet beantwoordt of
in gesprek is. Zie pagina 108 voor meer informatie.
Internationaal bellen
1. Houd de toets 0 ingedrukt.
Het teken
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk op .
Nummer corrigeren
Cijfers die u
wilt wissen
: als u de optie
Extra instellingen (Menu 5.6
+
verschijnt op het display.
Werkwijze
Nummer herhalen
in
) hebt
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op
de toets .
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gem iste oproepen
waarvan de beller bekend is. Zie "Oproepenlijst" op
pagina 91 voor meer informatie.
Deze nummers bellen:
1. Als er tekens op het display staan, drukt u op de
toets om naar de standby-stand terug te
keren.
2. Druk op de toets om een lijst weer te geven
met de laatste nummers, in de volgorde van het
tijdstip van de gesprekken of de oproepen.
3. Blader met de toetsen Omhoog en Omlaag door
de nummers totdat het gewenste nummer is
gemarkeerd.
Laatste cijfer op
het display
Een ander cijfer
in het
telefoonnummer
Alle cijfersHoud de toets
24
Druk op de toets C.
Druk op de stuurtoets totdat de
cursor rechts van het cijfer staat
dat u wilt wissen. Druk op
kunt ook een ontbrekend cijfer
invoegen door op de
desbetreffende toets te drukken.
seconde ingedrukt.
C
C
langer dan één
. U
25
Telefoneren
Telefoneren
4. Gewenste actie
Werkwijze
Nummer kiezenDruk op de toets .
Nummer wijzigen Druk op de functietoets
Opties
en kies
Wijzigen
.
Breng de gewenste
wijzigingen aan. Zie hiervoor
pagina 24.
Nummer wissenDruk op de functietoets
Alle nummers in
de lijst Nummer
herhalen
verwijderen
Opties
Druk op de functietoets
Opties
Zet een vinkje bij
oproepen
functietoets
en kies
en kies
Wissen
Alles wissen
en druk op de
Wissen
.
Alle
.
Wanneer om een bevestiging
wordt gevraagd, drukt u op
Ja
de functietoets
.
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Telefoonnummers die u vaak gebruikt, kunt u
opslaan op de SIM-kaart of in het geheugen van de
telefoon. Samen worden deze geheugens de
telefoonlijst genoemd. U hoeft alleen maar een
naam te selecteren om het bijbehorende nummer
te bellen. Zie pagina 54 voor meer informatie over
de functies van de telefoonlijst.
Het volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerkant van de telefoon te drukken.
Druk op om het volume te verhogen of op om
het te verlagen.
.
In de standby-stand met het klepje open kunt u
met deze toetsen ook het toetsvolume aanpassen.
26
27
Telefoneren
Telefoneren
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt
de animatie weergegeven die hoort bij een
inkomend gesprek.
Als de beller wordt herkend, wordt het
telefoonnummer weergegeven (of de naam, als de
beller in de telefoonlijst staat).
1. Open zo nodig het klepje. Druk op de toets
of de functietoets
oproep te beantwoorden.
Als in het menu
de optie
geselecteerd, kunt u een oproep beantwoorden
door op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de toets en de
functietoets
Als in het menu
de optie
een oproep ook beantwoorden door het klepje te
openen. Zie pagina 108.
Opmerking
een van de volumetoetsen ingedrukt voordat u het
klepje opent, of drukt u op de functietoets
of de toets .
Antwoord met elke toets
Klepje actief
Opnemen
Extra instellingen (Menu 5.6
Weiger
: om een oproep te weigeren houdt u
. Zie pagina 108.
Extra instellingen (Menu 5.6
om de inkomende
is
is geselecteerd, kunt u
Weiger
Gemiste oproepen bekijken
Als u om welke reden dan ook een oproep niet kunt
of wilt beantwoorden, kunt u zien wie geprobeerd
heeft u te bellen (als deze dienst voor u beschik baar
is). Desgewenst kunt u deze persoon terugbellen.
Na een niet-beantwoorde oproep verschijnen in de
standby-stand direct de gemiste oproepen op het
display.
Een gemiste oproep direct bekijken:
1. Open zo nodig het klepje van de telefoon.
)
)
2. Druk op de functietoets
Als het telefoonnummer van de laatste gemiste
oproep beschikbaar is, wordt dit getoond.
Gewenste actie Werkwijze
3.
Door de gemiste
oproepen lopen
Weergegeven nummer
bellen
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Kies
.
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag.
Druk op de toets .
Druk op de functietoets
Kies
. Zie hierna.
2. Beëindig het gesprek door het klepje te sluiten
of op de toets te drukken.
Opmerking
u menufuncties of de telefoonlijst gebruikt. Nadat het
gesprek is beëindigd, wordt op het display het
functiescherm weergegeven dat u hebt gebruikt vóór
het gesprek.
28
: u kunt een oproep beantwoorden terwijl
29
Telefoneren
Telefoneren
Nummer gemiste oproep wijzigen
Opmerking
niet beschikbaar is, wordt de optie
weergegeven.
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om de
optie
3. Druk op de functietoets
4. Breng de gewenste wijzigingen aan.
5.
Gewenste actie Werkwijze
Nummer bellenDruk op de toets .
Nummer opslaanDruk op de functietoets
: als het nummer van de gemiste oproep
Wijzigen
Wijzigen
Opties
te selecteren.
Kies
Opslaan
gewenste naam en locatie
in. Zie pagina 54 voor
meer informatie.
.
.
en voer de
niet
Gemiste oproep wissen
1. Druk op de functietoets
2. Druk zo nodig op de toets Omhoog of Omlaag
om de optie
3. Druk op de functietoets
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om dit menu te verlaten.
Opmerking
Menu 3.1
(
tot het overzicht met gemiste oproepen. Zie pagina 91
voor meer informatie.
Wissen
: via het menu
) hebt u op elk gewenst moment toegang
Opties
te selecteren.
Kies
Gemiste oproepen
.
.
Snel overschakelen naar de stille
modus
De stille modus is handig wanneer u op een plaats
bent waar het geluid van de telefoon storend zou
zijn, bijvoorbeeld in de schouwburg.
Houd in de standby-stand de toets
u de melding "Stille modus AAN" en het symbool
Trillen () op het display ziet.
In de stille modus worden de geluidsinstellingen
van de telefoon als volgt gewijzigd:
OptieNieuwe instelling
Type belsignaal (
Toetstoon (
Berichtsignaal (
Klepsignaal (
Toon bij in-/uitschakelen
(
Menu 4.7
Andere tonen (
U kunt de stille modus uitschakelen en terugkeren
naar de vorige geluidsinstellingen door de toets
ingedrukt te houden totdat de melding "Stille
modus UIT" verschijnt. Het symbool Trillen () is
niet langer zichtbaar.
Opmerking
modus automatisch uitgeschakeld.
Menu 4.3
Menu 4.4
Menu 4.5
Menu 4.6
)
Menu 4.8
: als u de telefoon uitzet, wordt de stille
)Trillen
)UIT
)Alleen lichtsignaal
)UIT
)UIT
ingedrukt tot
UIT
30
31
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
De telefoon beschikt over een aantal functies die u
ook tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Een gesprek in de wacht zetten
U kunt het huidige gesprek op elk gewenst moment
in de wacht zetten. Als het netw erk dit ondersteunt,
kunt u vervolgens een ander nummer bellen.
Wanneer u een gesprek in de wacht hebt en
daarnaast een gesprek voert, kunt u schakelen
tussen de twee gesprekken.
U kunt een telefoongesprek in de wacht zetten door
op de functietoets
gesprek op elk gewenst moment uit de wacht halen
door op de functietoets
Terwijl u aan het bellen bent, start u als volgt een
nieuw telefoongesprek:
1. Toets het telefoonnummer in dat u wilt bellen of
zoek het op in de telefoonlijst.
Zie pagina 36 voor meer informatie over het
zoeken naar een nummer in de telefoonlijst.
2. Druk op de toets om het tw eede n umm er t e
bellen.
Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in
de wacht gezet.
Of
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets
In wacht
In wacht
te drukken. U kunt het
Haal op
te drukken.
te drukken.
U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets
drukken.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
andere gesprek uit de wacht gehaald, zodat u dit
gesprek kunt voortzetten.
Wanneer u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op
de toets .
Wissel
te
De menuopties gebruiken
Tijdens een gesprek kunt u de opties in het
hoofdmenu gebruiken.
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de functietoets
Menu
is gemarkeerd.
3. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om door de
lijst te lopen.
Opmerking
gebruiken tijdens een gesprek. Deze zijn
uitgeschakeld in de lijst.
4. Druk op de functietoets
gewenste menu is gemarkeerd.
5. Als het geselecteerde menu subopties heeft,
herhaalt u stap 4 en 5.
Zie de lijst op pagina 49 voor meer informatie over
de beschikbare menu's.
: u kunt sommige menu's niet
Opties
OK
Kies
.
wanneer de optie
wanneer het
32
33
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
De microfoon uitschakelen (Micr. uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Voorbeeld
U kunt de microfoon als volgt tijdelijk uitschakelen:
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de toets Omlaag om de optie
3. Druk op de functietoets
De microfoon weer inschakelen:
1. Druk op de functietoets
2. Druk zo nodig op de toets Omlaag om de optie
3. Druk op de functietoets
: het kan zijn dat u tegen iemand bij u in
de kamer iets wilt zeggen wat de
persoon aan de andere kant van de lijn
niet mag horen.
Opties
te markeren.
OK
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
niet meer horen.
Opties
Micr. aan
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
weer horen.
te markeren.
OK
.
Micr. uit
.
.
.
Toetstonen in- en uitschakelen
Met deze opties kunt u toetstonen in- en
uitschakelen. Als de optie
worden de toetstonen niet verzonden, zodat u
tijdens een gesprek op de toetsen kunt drukken
zonder irritante toetstonen.
Opmerking
antwoordapparaten of telefoon centrales moet u de
DTMF aan
optie
: als u wilt kunnen communiceren met
selecteren.
DTMF uit
is geselecteerd,
DTMF-tonen verzenden
Tijdens een gesprek kunt u de DTMF-tonen (Dual
Tone Multi-Frequency) verzenden van het nummer
op het display.
Deze optie is handig bij het invoeren van een
wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een
geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van
een bank.
U verzendt de DTMF-tonen als volgt:
1. Druk op de functietoets
het teleservicesysteem bent verbonden.
2. Druk op de toets Omlaag om de optie
te markeren.
DTMF
3. Druk op de functietoets
Opties
OK
wanneer u met
Zend
.
34
4. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en
druk op de functietoets
De tonen voor het nummer op het display
worden verzonden.
OK
.
35
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer opzoeken
in de telefoonlijst.
1. Druk op de functietoets
2. Druk op de toets Omlaag om de optie
Telefoonlijst
3. Druk op de functietoets
De telefoonlijst wordt weergegeven.
4. Voer de naam in die u zoekt.
Terwijl u de eerste letters van de naam invoert,
wordt direct begonnen met z oeken en worden
de gevonden items alvast weergegeven.
5. Druk op de functietoets
gemarkeerde item weer te geven.
Zie pagina 54 voor meer informatie over de functie
Telefoonlijst.
te markeren.
Opties
OK
Kies
.
.
om het
Terwijl u aan het bellen bent, kunt u als volgt een
oproep beantwoorden:
1. Druk op de toets om het inkomende gesprek
aan te nemen. Het ee rste telefoongesp rek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets
drukken.
3. U kunt het wachtende gesprek beëindigen door
op de functietoets
vervolgens de optie
U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
de toets te drukken.
Opties
te drukken en
Stop wacht
Wissel
te selecteren.
te
Multiparty-gesprekken
Multiparty (ook wel telefonisch vergaderen of
conference call genoemd) is een netwerkdienst
waarbij maximaal zes mensen tegelijkertijd aan een
telefoongesprek kunnen deelnemen. Raadpleeg uw
provider voor meer informatie.
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl
u in gesprek bent, als uw netwerk deze service
ondersteunt en u de menuoptie
Menu 7.3
(
pagina 126). Wanneer er een oproep binnenkomt,
wordt u daarvan door middel van een
waarschuwingstoon op de hoogte gesteld.
36
) hebt ingesteld op
Wisselgesprek
Aanzetten
(zie
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel de eerste deelnemer op de gebruikelijke
manier.
2. Bel de tweede deelnemer op de gebruikelijke
manier. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
3. U kunt de eerste deelnemer aan het gesprek
toevoegen door op de functietoets
drukken en vervolgens de optie
selecteren. Druk op de functietoets
Deelnemen
Opties
OK
te
.
te
37
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
4. U kunt een nieuwe deelnemer aan het
multiparty-gesprek toevoegen door de persoon
in kwestie op de gebruikelijke manier te bellen
en op de functietoets
Opties
Selecteer vervolgens de optie
druk op de functietoets
te drukken.
OK
.
Deelnemen
en
U kunt een inkomende oproep aan het multipartygesprek toevoegen door de bewuste oproep te
beantwoorden, op de functietoets
drukken en de optie
Deelnemen
Opties
te selecteren.
te
Herhaal deze procedure zo vaak als nodig.
Een privé-gesprek voeren met een van de
deelnemers
1. Druk op de functietoets
Kies deelnemer
. Druk op de functietoets OK.
De lijst met deelnemers aan het multipartygesprek wordt weergegeven.
2. Markeer een deelnemer in de lijst door op de
toets Omhoog of Omlaag te drukken en druk op
de functietoets
Kies
3. Druk op de functietoets
Privé
is gemarkeerd.
Opties
en kies de optie
of de toets .
OK
wanneer de optie
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets
Kies deelnemer
. Druk op de functietoets OK.
De lijst met deelnemers aan het multipartygesprek wordt weergegeven.
2. Markeer een deelnemer in de lijst door op de
toets Omhoog of Omlaag te drukken en druk op
de functietoets
Kies
3. Selecteer de optie
toets Omlaag te drukken en druk op de
OK
functietoets
.
De verbinding met die deelnemer wordt
verbroken, maar met de andere deelnemers
kunt u blijven spreken.
4. Beëindig het multiparty-gesprek door het klepje
te sluiten of op de toets te drukken.
Opties
en kies de optie
of de toets .
Verwijderen
door op de
U kunt nu een privé-gesprek met de persoon in
kwestie voeren. De andere deelnemers kunnen
gewoon met elkaar blijven praten.
4. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek
door op de functietoets
vervolgens de optie
Deelnemen
Druk op de functietoets
Opties
te drukken en
OK
.
te selecteren.
Nu kunnen alle deelnemers aan het multipartygesprek elkaar weer horen.
38
39
Tekst invoeren
Tijdens het gebruik van de telefoon zult u merken
dat u regelmatig tekst moet intoetsen, bijvoorbeeld
voor het opslaan van namen in de telefoonlijst, het
maken van uw begroetingsbericht of het noteren
van afspraken in uw agenda. U kunt met het
toetsenbord van de telefoon alfanumerieke tekens
invoeren.
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
• T9-stand
In deze stand hebt u slechts één toets per letter
nodig voor het invoeren van woorden. Aan iedere
toets op het toetsenbord zijn verschillende letters
5
toegewezen. Als u één keer op de toets
verschijnt J, K of L. In de T9-stand worden de
tekens die u intoetst, automatisch vergeleken
met een ingebouwd woordenboek en wordt op
grond daarvan de mees t w a ar schijn lij k e le tte r
gekozen, zodat u veel minder toetsaanslagen
nodig hebt dan bij gebruik van de normale ABCstand.
•ABC-stand
Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters
intoetsen door de toets met de gewenste letter
één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de
gewenste letter word t ge t oo nd.
drukt,
Tekst invoeren
De tekstinvoerstand wijzigen
Wanneer u in een scherm bent waarin u tekens kunt
invoeren, ziet u in het display het symbool voor de
tekstinvoerstand.
Voorbeeld
Gewenste standDruk op de
T9-stand wordt weergegeven.
ABC-stand wordt weergegeven.
Cijferstand wordt weergegeven.
: tekstbericht schrijven
Nieuw bericht
Opties
rechterfunctietoets totdat
Zie pagina 42.
Zie pagina 44.
Zie pagina 45.
Symbool voor
tekstinvoerstand
• Cijferstand
In deze stand kunt u cijfers invoeren.
• Symboolstand
In deze stand kunt u een aantal symbolen en
speciale tekens invoeren.
40
Symboolstandde lijst met symbolen wordt
weergegeven.
Zie pagina 46.
41
Tekst invoeren
Tekst invoeren
De T9-stand gebruiken
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een
teken in te voeren. Deze tekstinvoerstand is
gebaseerd op een ingebouwd woordenboek.
Een woord invoeren in de T9-sta nd:
1. In de T9-invoerstand vo er t u een wo or d in m et
2
de toetsen
toets slechts één keer in.
Voorbeeld: het woord HALLO inv o eren in de T9-
Het woord dat u invoert, verschijnt op het
display. Het kan na elke ingedrukte toets
veranderen.
2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt
of verwijdert.
3. Als het woord juist is, gaat u verder met h et
volgende woord.
Anders drukt u meerdere malen op de toets
Omhoog of Omlaag om alternatieve woorden
weer te geven die overeenkomen m et de
toetsen die u hebt ingedrukt.
Voorbeeld
4. U voegt een spatie in met de toets .
Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek
van T9:
t/m 9. Druk voor iedere letter de
stand:
druk op de toetsen
4, 2, 5, 5
en 6.
0
: voor zowel OF als ME gebruikt u de
6
toetsen
en 3. De telefoon toont het
meest gebruikte woord eerst.
,
1. Nadat u de toetsen hebt ingedrukt die het woord
0
vormen, drukt u op de toets
of Omlaag om
alternatieve woorden weer te geven.
0
2. Wanneer u op de toets
laatste alternatieve woord, ziet u
of Omlaag drukt bij het
VoegToe
op
de onderste regel van het display. Druk op de
functietoets
VoegToe
3. Wis indien nodig het woord met de toets
.
C
en
voer het woord dat u wilt toevoegen in de ABCstand in; zie pagina 44.
OK
4. Druk op de functietoets
.
Het woord wordt toegevoegd aan he t
woordenboek van T9 en wordt het eerste woord
voor de bijbehorende toetsencombinatie.
Opmerking
: deze functie is niet beschikbaar voor
alle talen.
• Voor een punt, streepje of apostrof drukt u op de
1
toets
. De T9-stand past grammaticaregels toe
om ervoor te zorgen dat het juiste leesteken
wordt gekozen.
Voorbeeld
: Voor het invoegen van de twee lees-
1
tekens, is twee keer de toets
gebruikt.
’ s a v o n d s .
• In de T9-stand kunt u met de toets tussen
hoofdletters en kleine letters schakelen. Er zijn
drie mogelijkheden: Alleen kleine letters (),
Beginhoofdletter () en Alleen hoofdletters ().
Ab
• Met de toetsen Links en Rechts kunt u de cursor
C
verplaatsen. Druk op de toets
verwijderen. Houd de toets
als u letters wilt
C
ingedrukt om alle
letters te wissen.
42
43
Tekst invoeren
Tekst invoeren
De ABC-stand gebruiken
Voer de gewenste tekst in met behulp van de
1
toetsen
1. Druk op de toets met de gewenste letter:
2. Voer alle letters op deze manier in.
Opmerking
de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer
dezelfde letter wilt invoeren (of een andere letter van
dezelfde toets), moet u enkele seconden wachten. De
cursor gaat dan automatisch een positie verder.
Daarna kunt u de volgende letter invoeren.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de beschikbare tekens:
Toets
t/m 0.
- Eén keer voor de eerste letter op de toets
- Twee keer voor de tweede letter
- Enzovoorts
: als u op een andere toets drukt, schuift
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletter
Spatie
Kleine letter
• Druk op de toets om een spatie in te voegen.
• In de ABC-stand kunt u met de toets schakelen
tussen hoofdletters en kleine letters. Er zijn drie
mogelijkheden: Alleen kleine letters (),
Beginhoofdletter () en Alleen hoofdletters ().
Ab
• Met de stuurtoetsen kunt u de cursor
C
verplaatsen. Druk op de toets
verwijderen. Houd de toets
als u letters wilt
C
ingedrukt om alle
letters te wissen.
De cijferstand gebruiken
In deze stand kunt u cijfers invoegen in een
tekstbericht. Druk op de desbetreffende
cijfertoetsen.
44
45
Tekst invoeren
Symbolen invoeren
In deze stand kunt u speciale tekens en symbolen
invoegen in een tekstbericht.
SYMBOOL
De menu's gebruiken
De telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw wensen kunt aanpassen. Deze
functies zijn toegankelijk via menu's en submenu's.
U kunt menu's en submenu's weergeven door de
stuurtoetsen of de sneltoetsen te gebruiken.
Een menu weergeven met de
stuurtoetsen
OK 10 Terug
Gewenste actie Werkwijze
Een symbool
selecteren
Meer symbolen
weergeven
Symbool invoegen in
het bericht
De invoer annuleren en
teruggaan naar de
vorige stand
Druk op de desbetreffende
cijfertoets.
Druk op de toets Omhoog
of Omlaag.
Druk op de functietoets
OK
.
Druk op de functietoets
Terug
.
1. Druk in de standby-stand op de functietoets
Menu
om de menustand te activeren.
2. Blader met de toets Omhoog of Omlaag naar
een hoofdmenu, bijvoorbeeld
Druk op de functietoets
om het menu te openen.
3. Als het menu een submenu bevat, bijvoorbeeld
Taal
, kunt u dit openen door er met de toets
Omhoog of Omlaag heen te lopen en vervolgens
op de functietoets
drukken.
Als het geselecteerde menu vervolgopties bevat,
herhaalt u deze stap.
Kies
Telefoonopties
Kies
of de toets Rechts
of op de toets Rechts te
.
46
47
De menu's gebruiken
De menu's gebruiken
Gewenste actieWerkwijze
4.
Door de menu's lopenDruk op de toets
Omhoog of Omlaag of
gebruik de toetsen en
aan de linkerkant van
de telefoon.
De gekozen instelling
bevestigen
Teruggaan naar het
vorige menuniveau
Het menu verlaten
Druk op de functietoets
Kies
of de toets Rechts.
Druk op de functietoets
of de toets Links.
Druk op de toets .
zonder de instellingen
te wijzigen
Een menufunctie oproepen met de
sneltoets
Alle menuonderdelen, zoals hoofdmenu's,
submenu's en opties, hebben nummers en kunnen
via dat nummer snel worden weergegeven. Het
nummer van de sneltoets wordt rechtsonder op het
display weergegeven, naast de functietoets . U
Menu
kunt eenvoudigweg op de functietoets
drukken en het gewenste nummer intoetsen.
Opmerking
: in de lijst op pagina 49 kunt u nagaan
welke nummers aan de diverse menu's zijn
toegewezen. Het kan zijn dat deze nummers niet
precies overeenkomen met de menunummers op de
telefoon, afhankelijk van de diensten die de SIM-kaart
ondersteunt.
Voorbeeld: de optie
1. Druk op de functietoets
Taal
weergeven.
Menu
.
Overzicht van de menuopties
In het volgende overzicht worden de beschikbare
menu's weergegeven, alsmede het nummer dat aan
elke menuoptie is toegewezen en het nummer van
de pagina waarop u meer kunt lezen over de
desbetreffende functie.
Opmerking
extra mogelijkheden, wordt het menu van de
kaart weergegeven wanneer u op de functietoets
Menu
instructies bij de SIM-kaart voor meer informatie.
1. Tekstberichten
: als u een SIM AT-kaart gebruikt met
SIM AT
drukt om de menustand te activeren. Zie de
(zie pagina 66)
1.1 Postvak IN
1.2 Postvak UIT
1.3 Nieuw bericht
1.4 Standaardberichten
1.5 Instellingen
1.5.1 Instelling 1
1.5.2 Instelling 2
1.5.3 Algemeen
1.6 Alles wissen
1.7 Geheugenstatus
1.7.1 SIM-geheugen
1.7.2 Telefoongeheugen
1.7.3 Infoberichten geheugen
1.8 Voicemail
1.8.1 Verbinden met voicemailserver
1.8.2 Telefoonnummer voicemailserver
1.9 Infoberichten
1.9.1 Lezen
1.9.2 Ontvangen
1.9.3 Kanalen
1.9.4 Taal
*
*
-
5
voor
2. Druk op toets
3. Druk op toets
4
Telefoonopties
voor
Taal
.
De beschikbare talen worden weergegeven.
48
.
* Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart
wordt ondersteund.
49
De menu's gebruiken
De menu's gebruiken
2. Multimediaberichten
2.1 Postvak IN
2.2 Postvak UIT
2.3 Concepten
2.4 Nieuw bericht
2.5 Standaardberichten
2.6 Alles wissen
2.7 Geheugenstatus
2.8 Instellen
2.8.1 Ontvangstbevestiging
2.8.2 Leesbevest. aanvragen
2.8.3 Automatisch downloaden
2.8.4 Berichtacceptatie
2.8.5 Nummer verbergen
2.8.6 Vervaldatum
2.8.7 Aflevertijd
2.8.8 Prioriteit
2.8.9 Bevest. toegestaan
2.8.10 Paginaduur
2.9 MMS-profiel
3. Oproepenlijst
3.1 Gemiste oproepen
3.2 Ontvangen oproepen
3.3 Uitgaande oproepen
3.4 Alles wissen
3.5 Gespreksduur
3.6 Gesprekskosten
(zie pagina 91)
3.5.1 Duur laatste gesprek
3.5.2 Alle uitgaande oproepen
3.5.3 Alle inkomende oproepen
3.5.4 Op nul zetten
*
3.6.1 Kosten laatste oproep
3.6.2 Totale kosten
3.6.3 Maximale kosten
3.6.4 Op nul zetten
3.6.5 Maximale kosten instellen
3.6.6 Prijs per eenheid
(zie pagina 78)
4. Geluidsopties
4.1 Beltoon
4.2 Belvolume
4.3 Type belsignaal
4.4 Toetstoon
4.5 Berichtsignaal
4.5.1 SMS-toon
4.5.2 SMS-infoberichttoon
4.6 Klepsignaal
4.7 Toon bij in-/uitschakelen
4.8 Andere tonen
5. Telefoonopties
5.1 Displayinstellingen
5.1.1 Achtergrond
5.1.2 Menustijl
5.1.3 Contrast
5.1.4 Verlichting
5.1.5 Verlichting automatisch
5.1.6 Standby-lampje
5.1.7 Logo provider
5.2 Begroeting
5.3 Eigen nummer
5.4 Taal
5.5 Beveiliging
5.5.1 PIN-controle
5.5.2 PIN wijzigen
5.5.3 Toestel blokkeren
5.5.4 Wachtwoord wijzigen
5.5.5 SIM blokkeren
5.5.6 Privacy
5.5.7 FDN-modus
5.5.8 PIN2 wijzigen
5.6 Extra instellingen
5.7 Sneltoets
5.7.1 Toets omhoog
5.7.2 Toets omlaag
5.8 Instellingen terugzetten
(zie pagina 96)
(zie pagina 100)
*
*
* Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart
wordt ondersteund.
50
* Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart
wordt ondersteund.
51
Loading...
+ 62 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.