Samsung SGH-S300M, SGH-S300 User Manual [nl]

*Het is mogelijk dat de informatie in deze gebruiksaanwijzing op sommige plaatsen afwijkt van uw telefoon, omdat deze soms afhangt van de geïnstalleerde software of uw internet provider. Drukfouten voorbehouden.

ELECTRONICS

 

Printed in Korea

World Wide Web

Code No.: GH68-03517A

Dutch. 02/2003. Rev. 1.0

http://www.samsungmobile.com

TRI BAND GPRS TELEFOON SGH-S300

Inhoud

 

Belangrijke veiligheidsinformatie.................

7

Uitpakken ....................................................

9

Uw telefoon................................................

10

Onderdelen.......................................................

10

Display.............................................................

13

Standby-lampje.................................................

16

Aan de slag ................................................

17

SIM-kaart installeren .........................................

17

Batterij opladen.................................................

19

Telefoon aanen uitzetten ..................................

21

Telefoneren................................................

22

Zelf bellen ........................................................

22

Volume aanpassen.............................................

24

Een oproep beantwoorden ..................................

25

Gemiste oproepen bekijken.................................

26

Snel naar de stille modus overschakelen ...............

28

Functies en opties selecteren.....................

29

Voorbeeld: Display-taal instellen..........................

31

Telefoonlijst...............................................

33

Naam en nummer vastleggen..............................

33

Opties telefoonlijst gebruiken ..............................

35

Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen ..........

37

Een belgroep wijzigen ........................................

39

Verkort kiezen...................................................

40

Geheugenstatus controleren................................

41

2

3

Inhoud

 

 

Tekst intoetsen ..........................................

42

Tekstinvoerstand wijzigen...................................

43

T9 stand...........................................................

 

44

Standen voor hoofdletters/kleine letters ...............

45

Speciale tekens intoetsen ...................................

47

Stand voor cijfers ..............................................

47

Tijdens gesprek beschikbare opties ...........

48

Gesprek in de wacht zetten.................................

48

Microfoon uitschakelen .......................................

49

Toetstonen inen uitschakelen ............................

50

Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ..............

50

SMS diensten....................................................

 

51

Een tweede oproep beantwoorden (wisselgesprek). 51

Multiparty-gesprekken (telefonisch vergaderen).....

52

Het menu ...................................................

 

54

Naar menufunctie bladeren .................................

54

Naar menufunctie via sneltoets............................

55

Overzicht menufuncties ......................................

55

Berichten ...................................................

 

60

Lezen (Menu 1.1) .................................................

60

Schrijven (Menu 1.2) ............................................

62

Standaardberichten (Menu 1.3).............................

64

Instellingen (Menu 1.4) ........................................

64

Info-berichten

(Menu 1.5).....................................

66

Voice Mail (Menu 1.6) ...........................................

67

Voorkeuren (Menu 1.7).........................................

68

Geheugenstatus (Menu 1.8) ..................................

68

Oproepenlijst .............................................

69

Gemist (Menu 2.1) ...............................................

69

Ontvangen (Menu 2.2)..........................................

69

Uitgaand (Menu 2.3).............................................

70

Gesprektellers

(Menu 2.4).....................................

70

Kostentellers

(Menu 2.5).......................................

71

Geluidopties...............................................

72

Beltoon (Menu 3.1)...............................................

72

4

 

 

 

 

 

 

Inhoud

Belvolume

(Menu 3.2) ..........................................

 

72

Type belsignaal

(Menu 3.3) ...................................

73

Toetstoon

(Menu 3.4) ...........................................

 

73

Bericht signaal

(Menu 3.5) ....................................

74

Toon klepje (Menu 3.6).........................................

 

75

Toon bij in-/uitschakelen

(Menu 3.7) .....................

75

Andere tonen

(Menu 3.8) ......................................

 

75

Telefoon opties ..........................................

 

76

Infrarood aan

(Menu 4.1)......................................

 

76

Gebruikersinstellingen (Menu 4.2) .........................

77

Begroeting

(Menu 4.3)..........................................

 

78

Eigen nummer

(Menu 4.4) ....................................

78

Taalkeuze

(Menu 4.5) ...........................................

 

79

Beveiliging

(Menu 4.6)..........................................

 

79

LCD-scherm instellingen

(Menu 4.7) .....................

82

Extra instellingen (Menu 4.8) ................................

84

Sneltoets (Menu 4.9) ............................................

 

85

Reset instellingen (Menu 4.10) ..............................

85

Organizer ...................................................

 

 

 

86

Agenda

(Menu 5.1)...............................................

 

86

Actielijst

(Menu 5.2) .............................................

 

88

Tijd en datum

(Menu 5.3)

.....................................

91

Alarm (Menu 5.4) .................................................

 

92

Calculator

(Menu 5.5) ...........................................

 

93

Valutabeurs (Menu 5.6) ........................................

 

94

Netwerkdiensten........................................

 

95

Doorschakelen

(Menu 6.1) ....................................

95

Blokkeren

(Menu 6.2) ...........................................

 

97

Wisselgesprek

(Menu 6.3)

.....................................

99

Netwerk kiezen

(Menu 6.4) ..................................

100

Nr.weergave

(Menu 6.5) ......................................

 

101

Gebr.groepen

(Menu 6.6).....................................

 

101

Bandkeuze

(Menu 6.7).........................................

 

103

Amusement..............................................

 

 

104

 

 

 

 

 

 

5

Inhoud

 

Spelletjes (Menu 7.1) ..........................................

104

WAP browser (Menu 7.2) .....................................

104

Downloads (Menu 7.3).........................................

104

Problemen oplossen.................................

107

Toegangscodes ........................................

110

Wachtwoord voor telefoon .................................

110

PIN.................................................................

111

PUK ................................................................

111

PIN2 ...............................................................

112

PUK2 ..............................................................

112

Wachtwoord voor blokkeren van gesprekken ........

113

Informatie met betrekking tot gezondheid en

veiligheid .................................................

114

Blootstelling aan radiogolven

 

(SAR informatie) ..............................................

114

Voorzorgen bij het gebruik van batterijen ............

116

Verkeersveiligheid ............................................

118

Gebruiksomgeving ............................................

120

Omgeving waar kans is op explosies ...................

122

Telefoneren in geval van nood............................

123

Overige belangrijke veiligheidsinformatie .............

124

Verzorging en onderhoud...................................

125

Verklarende woordenlijst.........................

127

Index .......................................................

132

6

Belangrijke veiligheidsinformatie

Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u uw telefoon in gebruik neemt. Houdt u zich er niet aan, dan kan dit gevaar opleveren of kunt u de wet overtreden. Uitvoerige veiligheidsinformatie vindt u op pagina 114 onder “Gezondheidsen veiligheidsinformatie”.

Verkeersveiligheid voor alles

Gebruik de telefoon nooit tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto.

Uitschakelen als u gaat tanken

Gebruik de telefoon niet bij een benzinestation of in de buurt van chemicaliën of brandstoffen.

Uitschakelen in een vliegtuig

Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Daarom is gebruik hiervan in een vliegtuig verboden en gevaarlijk.

Uitschakelen in een ziekenhuis

Schakel uw telefoon uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. Volg alle van kracht zijnde voorschriften op.

Storingen

De werking van elke mobiele telefoon kan nadelig worden beïnvloed door apparatuur die radiofrequenties uitzendt.

Speciale voorschriften

Houd u aan speciale voorschriften en schakel uw telefoon uit op plaatsen waar het gebruik verboden is of gevaar of storingen kan opleveren (b.v. in een ziekenhuis).

7

Belangrijke veiligheidsinformatie

Radiofrequenties

Deze telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiofrequenties (RF). Om aan deze eisen te blijven voldoen, dient u uitsluitend door Samsung geleverde of goedgekeurde accessoires te gebruiken. Gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan ertoe leiden dat niet meer aan deze eisen wordt voldaan.

Stand van de telefoon

Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld.

Accessoires en batterijen

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen.

Deskundige technische service

Laat onderhoud altijd over aan gekwalificeerde technici.

Uitpakken

In de doos vindt u de volgende onderdelen:

Telefoon

Adapter

Batterij Gebruiksaanwijzingen

Microfoon

Software cd-rom

Datakabel

Uw SAMSUNG dealer kan de volgende accessoires leveren:

• Oplader

• Microfoon

• Hands-free kit

• Houder voor in de

• Standaard/extra

auto

dunne batterijen

 

• Adapter voor sigarettenaansteker

8

9

Uw telefoon

Onderdelen

Toets

 

 

De volgende afbeeldingen tonen de belangrijkste onderdelen van uw telefoon.

Luidspreker

Klepje

Display

Navigatietoetsen

 

 

Aansluiting

WAP browser

 

toets

 

oortelefoon

 

 

 

Functietoets

Functietoets

 

(links)

(rechts)

 

Volumetoetsen

Aan/uit/menu

 

Kiezen/

 

verlaten

 

bevestigen

 

(functie-

menukeuze

 

 

Alfanumerieke

toetsen)

Annuleren/

toetsen

 

correctietoets

 

 

Infraroodpoort

Microfoon

 

Toetsen voor

 

 

 

speciale functies

 

 

Antenne

Standby-lampje

Extern display

Uw telefoon

Beschrijving

In menu’s, door de menukeuzes of de telefoonlijst bladeren.

In de standby-stand, direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 85 voor meer informatie over sneltoetsen).

In menu’s, terug naar vorig menuniveau of keuze van het huidige menu.

Bij het ingeven van tekst, voor het naar links of rechts verplaatsen van de cursor.

In de standby-stand, direct naar veel gebruikte menu-opties (zie pagina 85 voor meer informatie over sneltoetsen).

Voert de functie uit die erboven is aangegeven (op de onderste regel van het display).

In de stand-by stand, opent direct de WAP browser.

Wist tekens van het display.

In menu’s, terug naar vorig menuniveau.

10

11

Uw telefoon

Toets Beschrijving (vervolg)

Zelf bellen of oproep beantwoorden.

Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, kunt u het laatste nummer dat u heeft gebeld of waarvan u een oproep heeft ontvangen (opnieuw) bellen.

In menu’s, menufunctie kiezen of ingevoerde informatie opslaan (zoals een naam) in het telefoonof SIM-geheugen.

Gesprek beëindigen. Ingedrukt houden om telefoon inof uit te schakelen.

In menu’s, terug naar standby-stand en ingevoerde informatie annuleren.

Als u deze toets in de standby-stand ingedrukt houdt, wordt uw voice mail geopend.

Cijfers, letters en een aantal speciale tekens invoeren.

Speciale tekens invoeren.

Uitvoeren van diverse functies.

(zijkant van de telefoon)

Tijdens een gesprek, volume van luidspreker aanpassen.

In de standby-stand, toetsvolume aanpassen.

In menu’s, door de menukeuzes of telefoonlijst bladeren.

Uw telefoon

Display

Indeling display

Het display bestaat uit drie gedeelten:

 

 

 

 

 

 

Symbolen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tekst en

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

afbeeldingen

 

 

 

 

 

 

 

 

Menu

Namen

 

 

 

Functietoetsen

 

 

 

 

Gedeelte

Beschrijving

Bovenste regel

Toont diverse symbolen (zie

 

 

pagina 14).

Midden-

Hier worden meldingen,

gedeelte

instructies en ingevoerde

 

 

informatie (bijvoorbeeld

 

 

telefoonnummer) weergegeven.

Onderste regel

Toont de functies die op dat

 

 

moment aan de twee

 

 

functietoetsen zijn toegewezen.

12

13

Uw telefoon

Symbolen

Sym- Beschrijving bool

Sterkte ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes, hoe sterker het signaal.

Verschijnt tijdens een gesprek.

Verschijnt wanneer u verbinding met het GPRS netwerk maakt.

Verschijnt wanneer de stille modus is ingeschakeld of wanneer de menukeuze

Type belsignaal (Menu 3.3) op Trillen is ingesteld. Voor meer informatie, zie pagina 73.

Verschijnt als een nieuw bericht is ontvangen.

Verschijnt als een nieuw voice-mail bericht is ontvangen.

Verschijnt tijdens het invoeren van tekst om aan te geven wat de huidige tekstinvoerstand is.

Verschijnt als u het alarm instelt.

Toont de batterijstatus. Hoe meer staafjes, hoe voller de batterij.

Verschijnt wanneer de infraroodpoort geactiveerd is. Voor meer informatie, zie pagina 76.

Uw telefoon

Sym- Beschrijving bool

Verschijnt als u buiten het bereik van uw eigen netwerk bent en bij een ander netwerk bent aangemeld (b.v. in het buitenland).

Verschijnt als de Stille modus aan staat.

Verlichting

De verlichting van het display wordt ingeschakeld zodra u een toets indrukt. Als u gedurende een bepaalde periode geen toets indrukt, gaat de verlichting automatisch weer uit. Met de optie

Verlichting (Menu 4.7.2) kunt u instellen of de verlichting lang of kort aan moet blijven. Zie pagina 82 voor meer bijzonderheden.

Via de menukeuze Verlichting autom.

(Menu 4.7.3) kunt u de telefoon ook zo instellen dat de verlichting gedurende een bepaalde periode aanblijft. Meer informatie hierover vindt u op pagina 83.

Extern display

Op het klepje van de telefoon bevindt zich een extern display. In dit externe display kunt u zien of er een binnenkomende oproep of bericht is. Ook kunt u hier het afgaan van een eventueel door u ingesteld alarm zien. In dat geval gaat de verlichting van het display aan en wordt het alarmsymbool getoond.

14

15

Uw telefoon

Als het klepje dicht is, wordt het display uitgeschakeld zodat u het als spiegeltje kunt gebruiken. Om het display weer in te schakelen, houdt u de toets of aan de zijkant van de telefoon ingedrukt.

Bij een binnenkomende oproep of wanneer het klepje wordt geopend, wordt het display automatisch ingeschakeld.

Standby-lampje

Het lampje bevindt zich op het klepje, vlak boven het externe display. Het knippert als de telefoon gebruiksklaar is en verbinding heeft met het netwerk.

U kunt het lampje inen uitschakelen met de optie Standby-lampje (Menu 4.7.4). Zie pagina 83 voor meer bijzonderheden.

Standbylampje

Aan de slag

SIM-kaart installeren

Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart. Die bevat een geheugen waarin uw abonnementsgegevens (PIN, aanvullende diensten e.d.) zijn opgeslagen.

Belangrijk! De SIM-kaart is zeer gevoelig voor beschadiging of verbuiging (dit geldt met name voor de contacten). Behandel de SIM dus zeer voorzichtig als u hem plaatst of verwijdert.

Houd een SIM-kaart buiten het bereik van kinderen.

1.Zet zo nodig de telefoon uit door de toets ingedrukt te houden tot het slotfilmpje start.

2.Haal de batterij uit de telefoon. Zo gaat u te werk:

Duw de vergrendeling van de batterij naar de bovenkant van de telefoon en houd hem in deze stand.

Til de batterij van de telefoon af (zie illustratie).

16

17

Samsung SGH-S300M, SGH-S300 User Manual

Aan de slag

3.Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder, zodat de houder de kaart in de juiste stand vastzet.

Zorg ervoor dat de hoek met de schuine rand linksonder zit en de gouden contactjes naar de telefoon gericht zijn.

Opmerking: Als u de SIM-kaart moet verwijderen, schuift u het in de aangegeven richting en haalt u hem uit de houder.

4.Plaats de batterij op de telefoon. Zorg ervoor dat de nokjes van de batterij in de uitsparingen aan de onderkant van de telefoon zitten.

Aan de slag

5.Duw de batterij omlaag tot deze op zijn plaats klikt. Controleer voordat u de telefoon aanzet of de batterij goed geplaatst is.

Batterij opladen

Uw telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion- batterij. Bij uw telefoon wordt een adapter geleverd. Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en opladers. Uw SAMSUNG dealer kan u hierover meer informatie geven.

U kunt de telefoon tijdens het opladen van de batterij blijven gebruiken.

Opmerking: Laad de batterij volledig op voordat u de telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig opgeladen.

1.Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst, sluit u het snoertje van de adapter aan op de onderzijde van de telefoon.

18

19

Aan de slag

2.Doe de adapter in een normaal stopcontact.

3.Na het opladen haalt u de adapter uit het stopcontact en maakt u de adapter los van de telefoon, door de grijze knopjes aan de zijkant van de connector in te drukken en de connector uit de telefoon te trekken.

Indicatie batterij bijna leeg

Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt regelmatig de melding:

**Batterij is** bijna leeg

Menu Namen

Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te kunnen gebruiken, schakelt het toestel zich automatisch uit.

 

 

Aan de slag

Telefoon aanen uitzetten

 

 

 

1.

Open het klepje.

 

2.

Houd de toets

ingedrukt tot de telefoon

 

aan is.

 

3.Als het toestel om een wachtwoord vraagt, geeft u dat in en drukt u op de functietoets OK. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Zie pagina 110 voor meer informatie.

4.Als het toestel om een PIN vraagt, geeft u uw PIN-code in en drukt u op de functietoets OK. Zie pagina 111 voor meer bijzonderheden.

De telefoon zoekt uw netwerk en zodra hij dit heeft gevonden, verschijnt het standby-scherm, zoals hieronder aangegeven. Nu kunt u zelf bellen of oproepen beantwoorden.

NETWERK 07:30

WO 06 MRT

07:30

WO/06

Menu Namen

Opmerking: De displaytaal is standaard ingesteld op Nederlands. U kunt de taal aanpassen met de optie Taalkeuze (Menu 4.5). Zie pagina 79 voor meer informatie.

5.Om de telefoon uit te schakelen, houdt u de

toets ingedrukt tot het slotfilmpje wordt getoond.

20

21

Telefoneren

Zelf bellen

Als de telefoon standby staat, toetst u het netnummer en telefoonnummer in en drukt u op .

Opmerking: Als u de functie Nr. herhalen in menu Extra instellingen

(Menu 4.8) hebt ingeschakeld

(zie pagina 84) en de persoon die u wilt bellen neemt niet op of is in gesprek, wordt het nummer automatisch maximaal tien keer opnieuw gekozen.

Internationaal bellen

1.Houd de toets ingedrukt.

Het + teken verschijnt in het display.

2.Geef nu het landnummer in, dan het netnummer en het abonneenummer. Druk daarna op .

Nummer corrigeren

U wilt wissen...

Doe dan het volgende...

Laatste cijfer op

Druk op de toets

.

het display

 

 

Ander cijfer van

Druk op de toets

of totdat de

het nummer

cursor rechts naast het cijfer staat

 

dat u wilt wissen. Druk op de

 

toets . U kunt ook een

 

ontbrekend cijfer invoeren door

 

op de betreffende toets te

 

drukken.

 

Alle cijfers

Houd de toets

ruim 1 seconde

 

ingedrukt.

 

Telefoneren

Gesprek beëindigen

Om een gesprek te beëindigen, drukt u kort op de toets .

Laatste nummer herhalen

De telefoon slaat de nummers op van uitgaande gesprekken en van inkomende en gemiste oproepen waarvan de beller bekend is. Voor meer informatie, zie “Oproepenlijst” op pagina 69.

Met de volgende stappen laat u een van die nummers automatisch opnieuw kiezen.

1.Maak eventueel het display leeg, door de

toets gedurende ruim een seconde ingedrukt te houden.

2.Druk op de toets om naar de lijst met laatstgekozen nummers te gaan.

3.Gebruik de toetsen en om door deze lijst te bladeren tot u bij het gewenste nummer bent.

4. Wilt u...

Doe dan het

volgende...

 

Het

Druk op de toets .

gemarkeerde

 

nummer

 

draaien

 

Het

• Druk op de functietoets

gemarkeerde

Wijzig.

nummer

• Voer de gewenste

wijzigen

wijzigingen in. Voor

 

meer informatie, zie

 

“Nummer corrigeren”

 

op pagina 22

22

23

Telefoneren

Een nummer kiezen uit de telefoonlijst

U kunt namen en nummers die u regelmatig belt, opslaan op de SIM-kaart en in het geheugen van uw telefoon, de telefoonlijst. Dan hoeft u alleen maar de naam te selecteren om het bijbehorende nummer te laten kiezen. Zie pagina 33 voor meer informatie over de telefoonlijst.

Volume aanpassen

Met de toetsen en links op het toestel kunt u tijdens een gesprek het luidsprekervolume aanpassen.

Druk op om het volume te verhogen of op om het te verlagen.

In de standby-stand, met het klepje open, kunt u met de toetsen en het toetsvolume aanpassen.

24

Telefoneren

Een oproep beantwoorden

Als iemand u belt, gaat uw telefoon over en knippert het telefoonsymbool midden op het display.

Opnemen Weiger

Als de beller wordt herkend, verschijnt zijn telefoonnummer (of zijn naam als die in uw telefoonlijst is opgeslagen).

1.Open, indien nodig, het klepje. Druk op de

toets of de functietoets Opnemen om een binnenkomend gesprek te beantwoorden.

Als de menu-optie Elke toets antw. in menu

Extra instellingen (Menu 4.8) is ingeschakeld, kunt u een gesprek aannemen door op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering

van de toets en de functietoets Weiger (zie pagina 84).

Als Klepje actief in menu Extra instellingen

(Menu 4.8) is geselecteerd, kunt u een oproep ook beantwoorden door het klepje te openen (zie pagina 84).

Opmerking: Om een oproep te weigeren, houdt u de volumetoetsen links op de telefoon ingedrukt, zonder het klepje te openen.

2.U kunt een gesprek of oproep beëindigen door het klepje te sluiten of door op te drukken.

Opmerking: U kunt de telefoon ook opnemen terwijl u menufuncties of de telefoonlijst

gebruikt.

25

Telefoneren

Gemiste oproepen bekijken

Als u om welke reden dan ook een gesprek niet wilt of kunt beantwoorden, kunt u nagaan wie er naar u belde, als die functie beschikbaar is.

Daarna kunt u beslissen of u zelf terugbelt.

Na een niet beantwoorde oproep verschijnt in de standby-stand het aantal gemiste oproepen op het display.

Via de volgende stappen kunt u een gemiste oproep direct bekijken.

1.Open, indien nodig, het klepje.

2.Druk op de functietoets Kies.

Is het bij de laatste gemiste oproep behorende telefoonnummer beschikbaar, dan wordt dit getoond.

3. U wilt...

Druk dan op...

 

Door de gemiste

De toets

of

.

oproepen bladeren

 

 

 

Getoonde nummer

De toets .

 

 

bellen

 

 

 

Nummer van gemiste De functietoets Kies oproep wissen of (zie volgende pagina). wijzigen

Telefoneren

Nummer gemiste oproep wijzigen

Opmerking: Als het nummer van de gemiste oproep niet beschikbaar is, verschijnt de optie

Bewerken niet.

1.Druk op de functietoets Opties.

2.Druk indien nodig op de toets of om de optie Bewerken te kiezen.

3.Druk op de functietoets Kies.

4.Voer de gewenste wijzigingen in.

5. U wilt...

Druk dan op...

Het nummer

De toets .

bellen

 

Het nummer

De functietoets Opslaan en

opslaan

geef daarna de naam en

 

locatie in (zie pagina 33 voor

 

meer informatie).

Gemiste oproep wissen

1.Druk op de functietoets Opties.

2.Druk indien nodig op de toets of om de optie Wissen te kiezen.

3.Druk op de functietoets Kies.

U kunt op elk gewenst moment op de toets drukken om deze menu-keuze te verlaten.

Opmerking: Door de optie Gemist (Menu 2.1) te kiezen, komt u direct in deze menukeuze. Zie pagina 69 voor meer informatie.

26

27

Telefoneren

Snel naar de stille modus overschakelen

De stille modus is handig wanneer u op een plaats bent waar het overgaan van uw telefoon storend zou werken, bijvoorbeeld tijdens een kerkdienst of een concert.

In de standby-stand kunt u de telefoon snel in de stille modus zetten, door de toets ingedrukt te houden tot de melding “Stille modus AAN” wordt getoond en het symbool van de trilfunctie () wordt weergegeven.

In de stille modus worden de geluidsinstellingen van uw telefoon als volgt gewijzigd.

Optie

Nieuwe instelling

 

 

Type belsignaal

Trillen

(Menu 3.3)

 

 

 

Toetstoon (Menu 3.4)

UIT

 

 

SMS toon (Menu 3.5.1)

Alleen lichtsignaal

 

 

Fouttoon (Menu 3.8.1)

UIT

 

 

U kunt de stille modus uitschakelen en terug naar de vorige geluidsinstellingen, door de toets ingedrukt te houden totdat “Stille modus UIT” verschijnt. Het symbool van de trilfunctie () is niet langer zichtbaar.

28

Functies en opties selecteren

Uw telefoon heeft een aantal functies waarmee u het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen. Deze functies bevinden zich in menu’s en submenu’s, die u kunt selecteren met de twee functietoetsen en . In elk menu en submenu kunt u de instellingen van een bepaalde functie bekijken en eventueel veranderen.

De functie van een functietoets is afhankelijk van de plaats waar die zich in het menu bevindt. Onder in het display ziet u direct boven de toets welke functie de functietoets op dat moment vervult.

Voorbeeld:

Opties 918

Druk op de linker

Druk op de rechter

functietoets om de

functietoets om een

beschikbare opties te

andere tekstinvoer-

openen.

stand te kiezen.

29

Functies en opties selecteren

Via de volgende stappen krijgt u een overzicht van de beschikbare functies/opties en kunt u er een kiezen.

1. Druk op de desbetreffende functietoets.

2. U wilt...

Druk dan op...

 

Selecteren:

De functietoets Kies of

• De getoonde functie

de toets .

 

of

 

 

 

• De gemarkeerde

 

 

 

optie

 

 

 

De volgende functie

De toets

of

links

zien of de volgende

op de telefoon.

 

optie markeren

 

 

 

Naar de vorige functie

De toets

of

links

of lijst

op de telefoon.

 

Een niveau hoger in

De toets

, functietoets

de menustructuur

of toets .

 

Dit menu verlaten

De toets

.

 

zonder instellingen

 

 

 

aan te passen

 

 

 

Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of PIN gevraagd. Voer de juiste code in en druk op de functietoets OK.

Functies en opties selecteren

Voorbeeld: Display-taal instellen

1.In de standby-stand drukt u op de functietoets Menu om in het menu te komen.

NETWERK 07:30 WO 06 MRT

Menu Namen

2.Druk op de toets of om door de menu’s te bladeren tot u bij menu Telefoon opties bent.

Oproepen lijst

Geluid opties

Telefoon opties

Kies 4

3.Druk op de functietoets Kies of de toets om het menu Telefoon opties te openen.

Telefoon opties

Infrarood aan Gebruikersin...

Begroeting Eigen nummer

Taalkeuze

Kies 4.1

Als de naam van een geselecteerde optie niet op de regel past, loopt deze automatisch van rechts naar links.

30

31

Functies en opties selecteren

4.Druk op de toets of om naar het submenu Taalkeuze te gaan.

Telefoonopties

Infrarood aan

Gebruikersin...

Begroeting

Eigen

Nederlands

 

Geeft de huidige

Taalkeuze

 

 

instelling aan

 

 

 

Kies

4.5

 

 

5.Druk op de functietoets Kies of de toets voor een overzicht van de beschikbare talen.

De huidige taal wordt gemarkeerd weergegeven.

Taalkeuze

Español

Nederlands Huidige taal

Svenska

Dansk

Português

Kies 4.5.6

6.Druk op toets of om de door u gewenste taal te markeren.

7.Druk op de functietoets Kies of de toets om uw keuze te bevestigen.

8.Druk twee keer op de toets of om het menu te verlaten.

32

Telefoonlijst

U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen in het geheugen van uw SIM-kaart opslaan. Daarnaast biedt het geheugen van uw telefoon ruimte aan 500 nummers en namen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst.

Naam en nummer vastleggen

U kunt een nummer op twee manieren vastleggen:

In de standby-stand met de functietoets Opslaan

In het menu Telefoonlijst via de optie Nieuwe contact.

Een nummer vastleggen in de standbystand

Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt boven de linker functietoets Opslaan. Daarmee kunt u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst opslaan.

1. Voer het nummer in dat u wilt opslaan.

Opmerking: Als u tijdens het invoeren van een nummer een fout maakt, kunt u deze met de toets corrigeren. Zie pagina 22 voor meer bijzonderheden.

2.Druk op de functietoets Opslaan als u zeker weet dat het nummer correct is.

3.Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort. Er zijn drie categorieën:

Mobiel

Werk

Privé

Druk op de toets of en daarna op de

 

functietoets Kies om de gewenste categorie te

 

selecteren.

33

 

Telefoonlijst

4.Geef de naam in en druk op de functietoets OK.

Het aantal posities dat voor ingave van de naam beschikbaar is, is afhankelijk van uw SIM-kaart. Meer informatie over het ingeven van tekst vindt u op pagina 42.

De telefoon gaat nu naar de eerste lege plaats in het geheugen dat als laatste is gebruikt om een nummer vast te leggen. Als dat geheugen vol is, wordt de eerste vrije plaats in het andere geheugen getoond.

Opmerking: Wanneer u van telefoon wisselt, blijft de informatie die op uw SIM-kaart is opgeslagen beschikbaar op uw nieuwe telefoon. Informatie die in het toestel zelf is opgeslagen is dan niet meer beschikbaar en zal eventueel opnieuw moeten worden ingegeven.

5.Druk op de rechter functietoets om te wisselen tussen Op SIM en In tst..

6.Als u het ingevoerde nummer en de ingevoerde naam op een andere dan de voorgestelde positie

wilt opslaan, druk dan op de toets en geef daarna met de cijfertoetsen de locatie op waar u de informatie wilt opslaan.

7.Druk op OK om het nummer en de naam op te slaan.

Na de gegevens te hebben opgeslagen, toont de telefoon de zojuist opgeslagen naam.

8. U wilt...

Druk dan op...

Invoeropties gebruiken

De functietoets

 

Opties.

 

Teruggaan naar de

De toets

.

standby-stand

 

 

Telefoonlijst

Een nummer in de telefoonlijst opslaan

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Blader met de toets of naar Nieuwe contact en druk op de functietoets Kies om uw keuze te bevestigen.

3.Selecteer het symbool van de categorie waar het nummer dat u wilt opslaan toe behoort.

Opmerking: U kunt hierbij ook het e-mail

symbool () kiezen en een e-mail adres opslaan in plaats van een telefoonnummer.

4.Om het nummer op te slaan, volgt u de procedure zoals beschreven vanaf stap 4 op pagina 34.

Opties telefoonlijst gebruiken

De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die u kunt openen door op de functietoets Opties te drukken.

U wilt...

Druk dan...

 

Gemarkeerde optie

Op de functietoets Kies of de

kiezen

toets .

 

Andere optie

Enkele keren op

of

selecteren

tot de gewenste optie

 

gemarkeerd wordt

 

 

weergegeven.

 

34

35

Telefoonlijst

De volgende opties zijn beschikbaar:

Invoegen: hiermee kunt u een telefoonnummer uit de telefoonlijst in de stand voor normaal bellen plakken. Gebruik deze optie als u een nummer wilt bellen dat deels identiek is aan het nummer in de telefoonlijst, bijvoorbeeld een intern nummer binnen hetzelfde bedrijf.

Gebruik de toets als u het nummer wilt aanpassen (zie pagina 22 voor meer informatie). Druk op als u het nummer wilt bellen.

Wijzigen: hiermee kunt u de geselecteerde naam en nummer wijzigen.

Wissen: hiermee kunt u een nummer en een naam uit de telefoonlijst verwijderen. De telefoon vraagt om een bevestiging voor de wisopdracht. Druk op de functietoets Ja.

Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een andere geheugenlocatie kopiëren. Gebruik deze optie om een nummer op te slaan dat veel lijkt op een reeds opgeslagen nummer. Pas het nummer aan en sla op het in de telefoonlijst.

Belgroep: hiermee kunt u de contactpersoon aan een belgroep toewijzen. Wanneer u door iemand die tot die groep behoort wordt gebeld, kunt u dat aan bijvoorbeeld het belsignaal horen. Selecteer een van de tien beschikbare groepen.

Kies de optie Geen groep als u een nummer uit een groep wilt verwijderen.

Zie pagina 39 voor meer informatie over de instellingen voor belgroepen.

Aan groep toevoegen: hiermee kunt u van de op dat moment geselecteerde contactpersoon aan verschillende categorieën (mobiel, werk, privé, e-mail) een nummer toevoegen. Per contactpersoon kan voor iedere categorie één nummer c.q. e-mail adres worden opgeslagen.

Telefoonlijst

Nummer opzoeken in telefoonlijst en bellen

Nadat u nummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u hierin op twee manieren zoeken:

Op naam

Op belgroep

Een nummer op naam opzoeken

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Als Zoek gemarkeerd wordt weergegeven, drukt u op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een naam op te geven.

3.Geef de beginletter(s) in van de naam die u zoekt.

U ziet nu de namen in de telefoonlijst, beginnend met de eerste die aan de ingevoerde beginletters voldoet. Die naam is bovendien gemarkeerd.

4. U wilt...

Druk dan...

Gemarkeerde

Op de functietoets Kies.

naam bekijken

 

 

Naar een andere

Enkele keren op de toets

naam

of

tot de gezochte

 

naam gemarkeerd is.

Naam opzoeken

Op de toets met de

beginnend met een

gewenste letter.

andere letter

 

 

5.Zodra u de gewenste naam hebt gevonden,

drukt u op de toets om het nummer te bellen of op de functietoets Opties om naar de andere telefoonlijstopties te gaan. Voor meer informatie, zie pagina 35.

36

37

Telefoonlijst

Een nummer op belgroep opzoeken

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Blader met de toets of naar Groep zoeken en druk op de functietoets Kies. De telefoon vraagt u nu om een groepsnaam op te geven.

3.Geef de eerste letter(s) is van de naam van de groep die u zoekt.

U ziet nu een overzicht van de groepen, te beginnen met de eerste groep waarvan de beginletters met uw ingave overeenstemmen. Deze naam is gemarkeerd weergegeven.

4.Blader met de toets of naar de gewenste groep en druk op de functietoets

Kies.

U ziet nu een overzicht van de contactpersonen die tot die groep behoren.

5. U wilt...

Druk dan...

 

Gemarkeerde

Op de functietoets Kies.

naam bekijken

 

 

 

Naar een andere

Enkele keren op de

naam

toets

of

tot

 

de gezochte naam

 

gemarkeerd is.

 

6.Als u de gewenste naam hebt gevonden, drukt u

op de toets om het nummer te bellen, of op de functietoets Opties om een van de andere telefoonlijstopties te gebruiken. Voor meer informatie, zie pagina 35.

Telefoonlijst

Een belgroep wijzigen

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Blader met de toets of naar Groep wijzigen en druk op de functietoets Kies.

3.Geef de beginletter(s) in van de naam van de

groep die u zoekt of blader met de toets of

door de lijst naar de gewenste groep.

4.Als de groep die u zoekt is geselecteerd, drukt u op de functietoets Opties.

5.Kies de diverse opties en wijzig waar nodig de instellingen. De volgende opties zijn beschikbaar:

Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u gebeld wordt door een persoon uit de groep.

SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die moet worden gebruikt als u een tekstbericht ontvangt van een persoon uit de groep.

Pictogram: hiermee kunt u een pictogram kiezen dat verschijnt als u wordt gebeld door een persoon uit de groep.

Groepsnaam: hiermee kunt u een naam toekennen aan de groep. Op pagina 42 vindt u meer informatie over het intoetsen van tekst.

6.Als uw instellingen naar wens zijn, drukt u op de toets of .

38

39

Telefoonlijst

Verkort kiezen

Zodra u de nummers in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u deze gemakkelijk bellen.

Nummers voor verkort kiezen toekennen

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Blader met de toets of naar Verkort kiezen en druk op de functietoets Kies.

3.Selecteer de toets die u voor het verkort kiezen wilt gebruiken (de toetsen t/m ) en druk op de functietoets OK.

Opmerking: Als aan de betreffende toets al een nummer is toegekend, wordt de functietoets OK vervangen door de functietoets Opties. Ga naar stap 6.

4.Kies de gewenste contactpersoon uit de lijst en druk op de functietoets Kies.

5.Zijn er meer nummers, druk dan op de toets of om het gewenste nummer te selecteren en druk op de functietoets Kies.

6.Nadat u aan de betreffende toets een nummer hebt toegewezen, zijn de volgende opties beschikbaar.

Wijzigen: hiermee kunt u aan de toets een ander nummer toekennen.

Wissen: het nummer wordt gewist, zodat geen nummer meer aan de toets is toegewezen.

Telefoonlijst

Alles wissen: alle nummers worden gewist. Aan geen enkele toets is dan meer een nummer toegewezen.

Nummer: hiermee kunt u zien welk nummer aan de toets is toegewezen.

7. Als u klaar bent, drukt u op de toets of .

Verkort kiezen via de telefoonlijst

Om de nummers te bellen die aan de toetsen t/m zijn toegewezen, houd u de betreffende toets ingedrukt.

Opmerking: Geheugenplaats 1 is gereserveerd voor het telefoonnummer van uw Voice Mail server.

Geheugenstatus controleren

U kunt controleren hoeveel namen en nummers er zijn opgeslagen in de telefoonlijst (geheugens van SIM-kaart en telefoon) en hoeveel vrije locaties er nog over zijn.

1.Druk in de standby-stand op de functietoets

Namen.

2.Kies de optie Geheugenstatus.

3.Druk op de toets of om het aantal vrije geheugenlocaties op de kaart en in de telefoon te bekijken.

40

41

Tekst intoetsen

U zult regelmatig tekst willen intoetsen, bijvoorbeeld als u een naam in de telefoonlijst wilt opnemen, uw eigen welkomtekst wilt maken of afspraken in de agenda wilt zetten. Daarom kunt u met de toetsen van de telefoon ook letters en andere tekens ingeven.

Uw telefoon beschikt over een aantal standen waarmee u tekst in kunt voeren:

T9 stand

In deze stand kunt u door slechts één toets per letter in te toetsen woorden ingeven. Aan iedere toets op het toetsenbord zijn verschillende letters toegewezen. Met de

toets kunt u de letters J, K en L maken. In de T9 stand worden de tekens die u intoetst, automatisch vergeleken met een ingebouwd linguïstisch woordenboek en wordt het meest waarschijnlijke woord automatisch aangevuld, zodat u vaak minder toetsen nodig hebt dan bij gebruik van de normale standen voor hoofdletter en kleine letters.

Standen voor hoofdletters en kleine letters

Hiermee kunt u hoofdletters of kleine letters intoetsen door de toets waarop de gewenste letter staat aangegeven één, twee, drie of vier keer in te drukken tot de gewenste letter wordt getoond.

Tekens

In deze stand kunt u speciale tekens intoetsen

Cijfers

In deze stand kunt u cijfers intoetsen.

Tekst intoetsen

Tekstinvoerstand wijzigen

Wanneer u in een scherm staat waarin u letters wilt intoetsen, ziet u in het display de tekstinvoerstand.

Indicatie tekstinvoerstan

 

Opties

918

 

Wilt u...Ò

Druk dan op de

 

 

functietoets

 

 

totdat...

T9 stand

 

wordt getoond.

 

 

Zie pagina 44.

Hoofdletters

A wordt getoond.

 

 

Zie pagina 45.

Kleine letters

a wordt getoond.

 

 

Zie pagina 45.

Cijfers

1 wordt getoond.

 

 

Zie pagina 47.

Tekens

 

wordt getoond.

 

 

Zie pagina 47.

42

43

Tekst intoetsen

T9 stand

Met de voorspellende T9 tekstinvoerstand kunt u tekens intoetsen met een enkele toetsdruk. Deze invoerstand werkt met een ingebouwd woordenboek.

1.Zorg ervoor dat de tekstinvoerstand T9 aan staat en begin met de toetsen t/m het woord in te toetsen. Voor iedere letter hoeft u de toets maar één keer aan te slaan.

Voorbeeld: Om in de stand T9 HALLO in te geven,drukt u op de toetsen , , , en .

Het woord dat u ingeeft verschijnt in het display. Het kan bij iedere nieuwe toetsaanslag veranderen.

2.Voordat u letters kunt wijzigen of wissen, moet u het hele woord intoetsen.

3.Is het woord juist, ga dan verder met het volgende woord.

Wilt u wijzigingen aanbrengen, druk dan zo vaak

als nodig op , of voor alternatieve woorden voor de door u ingegeven letters.

Voorbeeld: Zowel OF en ME worden gemaakt met de toetsen , . De telefoon toont het meest gebruikte woord eerst.

4. Sluit ieder woord af met een spatie ().

Om een woord in te toetsen dat niet is gevonden in de T9 stand, kiest u de tekstinvoerstand voor hoofdletters of kleine letters.

Tekst intoetsen

Voor een punt, streepje of apostrof, drukt u op de toets . De T9 stand maakt gebruikt van grammaticaregels om ervoor te zorgen dat het juiste leesteken wordt gekozen.

Voorbeeld: wordt twee keer gebruikt om twee leestekens te tonen.

Om in de T9 stand tussen hoofden kleine letters te wisselen, gebruikt u de toets .

U kunt de cursor ook verplaatsen met de

toetsen en . Druk op de toets om letters te wissen. Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen.

Standen voor hoofdletters/kleine letters

Met de toetsen t/m kunt u tekst intoetsen.

1.Druk op de toets met de letter die u wilt invoeren:

-Eén keer voor de eerste letter

-Twee keer voor de tweede letter

-Enz.

2.Voer de resterende letters op dezelfde wijze in.

Opmerking: Als u op een andere toets drukt, schuift de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer dezelfde letter invoert (of een andere letter van dezelfde toets), wacht dan enkele seconden. De cursor gaat dan automatisch een positie verder.

44

45

Tekst intoetsen

Zie onderstaande tabel voor meer informatie over de tekens die met de toetsen kunnen worden ingegeven.

Toets

Tekens in de weergegeven volgorde

Hoofdletters

Kleine letters

 

 

Spatie

 

Voor het invoegen van een spatie drukt u op de toets .

U kunt de cursor ook verplaatsen met de

toetsen en . Om letters te wissen, drukt u op de toets . Houd de toets even ingedrukt om alle letters te wissen.

Tekst intoetsen

Speciale tekens intoetsen

Met de stand Tekens kunt u speciale tekens en symbolen in een tekstbericht invoegen.

OK 918

Met de navigatietoetsen gaat u naar het gewenste teken of symbool. Vervolgens drukt u op de functietoets OK om dit in uw bericht in te voegen.

Stand voor cijfers

In de cijferstand kunt u in een tekstbericht cijfers intoetsen door de betreffende cijfertoetsen in te drukken (bijvoorbeeld een telefoonnummer).

Druk op de toetsen waarop de door u gewenste cijfers voorkomen en ga daarna eventueel terug naar de gewenste tekstinvoerstand.

46

47

Tijdens gesprek beschikbare opties

Uw telefoon heeft een aantal functies die u ook tijdens een gesprek kunt gebruiken.

Gesprek in de wacht zetten

U kunt een gesprek op elk gewenst moment in de wacht zetten. Als uw provider die dienst aanbiedt, kunt u tijdens een gesprek een ander gesprek gaan voeren. Eén van beide gesprekken is actief en het tweede staat in de wacht. Desgewenst kunt u tussen beide gesprekken heen en weer schakelen.

Druk op de functietoets Wacht als u een gesprek in de wacht wilt zetten. Zodra u weer terug wilt gaan naar dat gesprek, drukt u op de functietoets

Haal op.

Via de volgende stappen begint u tijdens een gesprek een tweede gesprek.

1.Geef het telefoonnummer in van degene die u wilt bellen of zoek dit op in de telefoonlijst.

2.Druk op de toets om dit nummer te bellen.

Het eerste gesprek wordt dan automatisch in de wacht gezet.

Een tweede manier om dit te doen is de volgende:

1.Druk op de functietoets Wacht om het huidige gesprek in de wacht te zetten.

2.Bel op de gebruikelijke wijze het nummer van de persoon die u tegelijkertijd wilt spreken.

Druk op de functietoets Wissel om tussen beide gesprekken te switchen.

Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het in de wacht gezette gesprek wordt weer opgehaald, zodat u het gesprek met die persoon kunt voortzetten.

Bij elk van de gesprekken drukt u op de toets als u dat gesprek wilt beëindigen.

Tijdens gesprek beschikbare opties

Microfoon uitschakelen

U kunt de microfoon tijdelijk uitschakelen, zodat de persoon aan de andere kant van de lijn u niet kan horen.

Voorbeeld: U wilt even iets zeggen tegen iemand die bij u in de ruimte zit, zonder dat de persoon met wie u aan het telefoneren bent dat kan horen.

Zo schakelt u de microfoon tijdelijk uit:

1.Druk op de functietoets Opties.

2.Druk indien nodig op de toets om de optie Micr. uit te accentueren.

3.Druk op de functietoets OK.

De persoon aan de andere kant van de lijn kan u nu niet meer horen.

Zo zet u de microfoon weer aan:

1.Druk op de functietoets Opties.

2.Druk indien nodig op de toets om de optie Micr. aan te accentueren.

3.Druk op de functietoets OK.

Nu kan de persoon met wie u verbonden bent u weer horen.

48

49

Loading...
+ 58 hidden pages