In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
DUT
Copyrightinformatie
•
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
•
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.
•
HDMI, het HDMI-logo en de term “High Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
•
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het
eigendom van hun respectieve eigenaars.
•
Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing
kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving
worden gewijzigd.
•
Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing
zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of
verspreiden.
•
Raadpleeg voor Open Source-licentie-informatie de
“OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde cd-rom.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste
bedrijfsvoering.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips
om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera
optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel
kunnen veroorzaken.
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet
te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een explosie veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en
bewaren dergelijke materialen niet in de buurt van de
camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand
van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van
het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het
gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten
het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden
ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek
gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd bloot aan direct
zonlicht of hoge temperaturen.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van de camera
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor
kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera
komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de
batterij, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met
een servicecenter van Samsung.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in
schade aan de camera of andere apparatuur.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor
langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of
roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant
aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u
de batterij niet beschadigt of verhit.
Niet authentieke, beschadigde of verhitte batterijen kunnen brand of
persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
•
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen
de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat
batterijen exploderen.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door
niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze is
bedoeld.
Verkeerd gebruik van de batterij kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of
een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Forceer de cameraonderdelen niet en oefen geen kracht
uit op de camera.
Dit kan leiden tot camerastoringen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en het
plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van kabels of het niet op de juiste manier plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en
accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van
het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of
gewist.
Gebruik nooit een beschadigde batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten
op de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden worden
beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
De cameralens beschermen.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor
verkleuren of defect raken.
Als de camera oververhit raakt, verwijdert u de batterij en
laat u de camera afkoelen.
•
Bij langdurig gebruik van de camera kan de batterij oververhit raken
en kan de interne temperatuur van de camera oplopen. Verwijder de
batterij als de camera niet meer werkt en laat deze afkoelen.
•
Hoge interne temperaturen kunnen ruis in uw foto's veroorzaken.
Dit is normaal en is niet van invloed op de algehele prestaties van de
camera.
4
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
PictogramFunctie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
( )
►
*
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
voor de sluiterknop.
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer 1
vervolgens Kwalit.).
Het getal naast het pictogram kan verschillen,
afhankelijk van de opnamemodus. Dat wil zeggen,
sommige opties bevinden zich onder 2 of 3.
Index .......................................................................................... 145
10
Fotografische concepten en conventies
Houding
Een goede houding waarin de camera stabiel kan worden
vastgehouden is noodzakelijk om goed foto's te kunnen maken. Zelfs
als u de camera op de juiste wijze vasthoudt, kan een verkeerde
lichaamshouding voor bewegingsonscherpte zorgen. Sta rechtop en stil
om een stevige ondergrond voor de camera te vormen. Wanneer u met
een lange sluitertijd fotografeert, houdt u uw adem in om te zorgen dat
uw lichaam zo min mogelijk beweegt.
De camera vasthouden
Houd de camera met uw rechterhand vast en plaats uw rechter
wijsvinger op de ontspanknop. Houd uw linkerhand ter ondersteuning
onder de lens.
Staand fotograferen
Bepaal de compositie; sta rechtop met uw voeten op schouderlengte
van elkaar en houd uw ellebogen naar beneden gericht.
11
Fotografische concepten en conventies
Geknield fotograferen
Bepaal de compositie; kniel met een knie op de grond en houd uw rug
recht.
Diafragma
Het diafragma is de lensopening en bepaalt hoeveel licht er in de
camera binnenvalt. Dit is een van de drie factoren die de belichting
bepalen. De diafragmamodule bestaat uit dunne metalen bladen die
openen en sluiten om meer of minder licht door de opening
(het diafragma) de camera te laten binnenvallen. De formaat van het
diafragma hangt nauw met de helderheid van de foto samen: hoe groter
het diafragma, des te helderder de foto; hoe kleiner het diafragma, des
te donkerder de foto.
De formaat van het diafragma wordt aangeduid met een waarde
die bekend staat als een 'F-getal'. Het f-getal staat voor de
brandpuntsafstand gedeeld door de diameter van de lens (de correcte
schrijfwijze is dan ook 'f/getal'. Als bijvoorbeeld een lens met een
brandpuntsafstand van 50 mm een diafragma-aanduiding van F2
(of f/2) heeft, is de diameter van het diafragma 25 mm (50 mm/
25 mm=F2). Hoe kleiner het f-getal is, hoe groter het diafragma is.
De opening in het diafragma wordt beschreven als de belichtingwaarde
(EV, Exposure Value). Het verdubbelen van de belichtingswaarde
(+1 EV) betekent dat de hoeveelheid binnenvallend licht verdubbelt.
En met het verlagen van de belichtingswaarde (-1 EV) wordt de
hoeveelheid binnenvallend licht gehalveerd. U kunt tevens de
belichtingscompensatiefunctie gebruiken om de hoeveelheid licht
nauwkeurig te regelen door de belichtingswaarden op te delen in 1/2,
1/3 EV, enzovoort.
+1 EV
F1.4F2F2.8F4F5.6F8
-1 EV
Stappen van de belichtingswaarde
Diafragma en scherptediepte
U kunt de achtergrond van een foto vervagen of verscherpen met
behulp van het diafragma. Het diafragma hangt nauw samen met de
scherptediepte (het gebied in een foto dat scherp is).
Foto met een grote scherptediepte Foto met een kleine scherptediepte
De diafragmamodule bevat verscheidene bladen. Deze bladen bewegen
samen en regelen de hoeveelheid licht die er door het midden van het
diafragma valt. Het aantal bladen is tevens van invloed op de vorm van licht in
nachtelijke opnamen. Als een diafragma een even aantal bladen heeft, wordt
het licht in een zelfde aantal delen verdeeld. Is het aantal bladen oneven, dan
is het aantal lichtdelen dubbel de hoeveelheid bladen.
Een diafragma met 8 bladen verdeelt het licht bijvoorbeeld in 8 delen en een
diafragma met 7 bladen verdeelt het licht in 14 delen.
7 bladen 8 bladen
13
Fotografische concepten en conventies
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen
en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een
foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het
diafragma op de beeldsensor valt.
Meestal kan de sluitertijd handmatig worden ingesteld. De maateenheid
van de sluitertijd wordt wel de “belichtingswaarde” (EV, exposure value)
genoemd. Deze wordt geregeld in intervallen van 1 s, 1/2 s, 1/4 s,
1/8 s, 1/15s, 1/1000 s, 1/2000 s, enzovoort.
+1 EV
Belichting
-1 EV
Hoe korter de sluitertijd, hoe minder licht binnenvalt. Hoe langer de
sluitertijd, hoe meer licht binnenvalt.
Zoals op de onderstaande foto's te zien is, valt er met een lange
sluitertijd meer licht binnen, waardoor de foto helderder wordt. En
met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de
foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het
onderwerp te bevriezen.
0,8 s0,004 s
1 s1/2 s1/4 s1/8 s1/15 s1/30 s
Sluitertijd
14
Fotografische concepten en conventies
ISO-waarde
De belichting van een beeld wordt bepaald door de gevoeligheid van de
camera. Deze gevoeligheid wordt gebaseerd op internationale normen
uit het tijdperk van analoge film, de ISO-waarden. Bij digitale camera's
wordt deze gevoeligheidsindex gebruikt voor de gevoeligheid van de
digitale sensor die het beeld opvangt.
Als de ISO-waarde verdubbelt, wordt de camera dubbel zo gevoelig
voor licht. Met een waarde van ISO 200 kunnen er bijvoorbeeld twee
keer zo snel foto's worden gemaakt als met ISO 100. Hogere
ISO-waarden kunnen echter tot “ruis” leiden, kleine deeltjes in een
foto die de opname een korrelig aanzien geven. In de regel is het het
beste om een lage ISO-waarde te gebruiken, tenzij u in een donkere
omgeving of 's nachts fotografeert.
Aangezien een lage ISO-waarde betekent dat de camera minder
gevoelig voor licht is, hebt u meer licht nodig om een optimale belichting
te bereiken. Open daarom bij een lage ISO-waarde het diafragma
verder of gebruik een langere sluitertijd om te zorgen dat er meer licht
de camera binnenvalt. Op een zonnige dag, als er een overvloed aan
licht is, hoeft een lage ISO-waarde niet vergezeld te gaan van een
lange sluitertijd. Op donkere plaatsen echter, of 's nachts, zal een lage
ISO-waarde in combinatie met een lange sluitertijd resulteren in een
onscherpe foto.
Foto op statief gemaakt met een hoge
ISO-waarde
Onscherpe foto met een lage
ISO-waarde
Veranderingen in de kwaliteit en helderheid door de ISO-waarde
15
Fotografische concepten en conventies
Hoe diafragma, sluitertijd en ISO-waarde
de belichting beïnvloeden
Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde hangen in de fotografie nauw
met elkaar samen. De diafragma-instelling regelt de formaat van
de lensopening waardoor het licht de camera binnenvalt, terwijl de
sluitertijd bepaalt hoe lang dat licht naar binnen mag vallen.
De ISO-waarde bepaalt de snelheid waarmee de film op licht reageert.
Samen bepalen deze drie elementen de belichting van een foto.
Een aanpassing van de sluitertijd, het diafragma of de ISO-waarde kan
met een aanpassing van een van de andere twee elementen worden
gecompenseerd, zodat de belichting gelijk blijft. De resultaten in het
beeld verschillen echter, afhankelijk van de gekozen instellingen. De
sluitertijd is bijvoorbeeld het element waarmee beweging in het beeld
wordt geregeld, het diafragma regelt de scherptediepte en met de
ISO-waarde kan de hoeveelheid korrel in een foto worden veranderd.
InstellingenResultaat
Sluitertijd
ISO-waarde
InstellingenResultaat
Hoge snelheid
= minder licht
Lage snelheid
= meer licht
Kort = stil
Langzaam = meer beweging
Hoge ISO-waarde
= gevoeliger voor licht
Lage ISO-waarde
= minder gevoelig voor
licht
Hoog = korreliger
Laag = minder korrelig
Diafragma
Wijd diafragma
= meer licht
Nauw diafragma
= minder licht
Wijd = kleine scherptediepte
Nauw = grote scherptediepte
16
Fotografische concepten en conventies
Samenhang tussen brandpuntsafstand,
beeldhoek en perspectief
De brandpuntsafstand, uitgedrukt in millimeters, is de afstand
tussen het midden van de lens en het brandpunt. Dit is van invloed
op de beeldhoek en het perspectief van de opname. Een korte
brandpuntsafstand vertaalt zich in een grote hoek, waarmee
groothoekopnamen van een breed gebied worden gemaakt. Een
lange brandpuntsafstand vertaalt zich in een kleine hoek, waarmee
teleopnamen van een klein gebied worden gemaakt.
Korte brandpuntsafstand
groothoeklens
groothoekopname
Lange brandpuntsafstand
telefotolens
telefoto-opname
nauwe beeldhoek
Bekijk de verschillen in de onderstaande foto's.
grote hoek
20-mm hoek50-mm hoek200-mm hoek
Normaal gesproken is een lens met een grote hoek geschikt voor
landschapsfoto's en wordt een lens met een nauwe hoek aanbevolen voor
sportevenementen en portretten.
17
Fotografische concepten en conventies
Scherptediepte
Portretten of stillevens worden meestal als mooi ervaren als de
achtergrond onscherp is, zodat het onderwerp goed naar voren komt.
Afhankelijk van het scherpgestelde gebied, kan een foto wazig of
scherp zijn. Dit wordt de scherptediepte genoemd (Engels: DOF, ‘depth
of field’).
De scherptediepte is het gebied rond het onderwerp dat scherp in beeld
is. Een kleine scherptediepte duidt op een klein gebied dat scherp is en
een grote scherptediepte op een groot gebied dat scherp in beeld is.
Een foto met een kleine scherptediepte, waarbij het onderwerp duidelijk
naar voren springt en de rest onscherp is, kan worden gemaakt met
een telelens of door een lage diafragmawaarde in te stellen. Een foto
met een grote scherptediepte, waarbij alle elementen in de foto scherp
in beeld zijn, kan worden gemaakt met een groothoeklens of door een
hoge diafragmawaarde in te stellen.
Wat bepaalt de vervagingseffecten?
Scherptediepte is afhankelijk van de diafragmawaarde
Hoe wijder het diafragma is (hoe lager de diafragmawaarde), des te
kleiner de scherptediepte. Sluitertijd en ISO-waarde hebben geen
invloed op de scherptediepte; alleen de formaat van het diafragma heeft
dat.
50 mm F5.750 mm F22
Kleine scherptediepteGrote scherptediepte
18
Fotografische concepten en conventies
Scherptediepte is afhankelijk van de brandpuntsafstand
Hoe langer de brandpuntsafstand, des te kleiner de scherptediepte.
Een telelens met een langere brandpuntsafstand is beter om een foto
met een kleine scherptediepte te maken dan een telelens met een
kortere brandpuntsafstand.
Scherptediepte hangt samen met de afstand tussen
onderwerp en camera
Hoe korter de afstand tussen onderwerp en camera, des te kleiner de
scherptediepte. Hierdoor kan een foto die van dichtbij wordt gemaakt
een kleine scherptediepte opleveren.
Een foto genomen met een 100 mm telelens
Een foto gemaakt met een 20 mm telelensEen foto genomen met een 100 mm
telelens
Een foto die dicht bij het onderwerp is genomen
19
Fotografische concepten en conventies
Scherptediepte bekijken
Met de knop Aangepast kunt u van tevoren zien hoe de foto gaat
worden. Wanneer u op deze knop drukt, wordt het diafragma op de
ingestelde waarde gezet (de lensopening wordt kleiner) en worden de
resultaten op het scherm weergegeven. Stel de functie van de knop
Aangepast in op Optisch voorb.. (pag. 97)
Compositie
Het is leuk om de schoonheid om ons heen met een camera vast te
leggen. Maar hoe mooi iets ook is, met een slechte compositie kan de
foto toch lelijk worden.
Bij de compositie is het van groot belang om onderwerpen prioriteit te
geven.
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in
het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van
derden een plezierig resultaat.
De regel van derden
De regel van derden deelt het beeldvlak op in een patroon van drie keer
drie gelijke rechthoeken.
Als u het onderwerp in de compositie wilt benadrukken, is het aan
te raden om het op een van de hoeken van de centrale rechthoek te
plaatsen.
20
Fotografische concepten en conventies
Met behulp van de regel van derden maakt u foto's met interessante
composities die in balans zijn. Hier ziet u een paar voorbeelden.
Foto's met twee onderwerpen
Als het onderwerp zich in een hoek van de foto bevindt, heeft dat het
effect dat de foto uit balans is. U kunt de foto in balans brengen door
een tweede onderwerp in de tegenoverliggende hoek te plaatsen, om
zo het gewicht van het beeld te verdelen.
Onderwerp 2
Onderwerp 1
InstabielStabiel
Onderwerp 1
Bij landschapsfoto's brengt een horizon in het midden het beeld uit
balans. Geef de foto meer gewicht door de horizon omhoog of omlaag
te brengen.
Onderwerp 2
Onderwerp 1
Onderwerp 1
Onderwerp 2
Onderwerp 2
InstabielStabiel
21
Fotografische concepten en conventies
Flitser
Licht is een van de belangrijkste elementen in fotografie. Het is echter
niet eenvoudig om altijd en overal voldoende licht te hebben. Met
behulp van een flitser kunt u de lichtinstellingen optimaliseren en diverse
effecten bereiken.
Een flitser kan u helpen de juiste belichting te creëren in situaties waarin
weinig licht aanwezig is. Het is ook handig in situaties waarin juist erg
veel licht aanwezig is. U kunt een flitser bijvoorbeeld gebruiken om de
belichting van de schaduw van een onderwerp te compenseren of om
bij tegenlicht zowel het onderwerp als de achtergrond duidelijk vast te
leggen.
Vóór correctieNa correctie
Richtgetal van flitser
Het modelnummer van een flitser verwijst naar de kracht van de flitser
en de maximale lichtopbrengst wordt aangegeven met een waarde die
“richtgetal” wordt genoemd. Hoe hoger het richtgetal is, des te groter
de lichtopbrengst van de flitser is. Het richtgetal wordt verkregen door
de afstand van de flitser tot het onderwerp te vermenigvuldigen met de
diafragmawaarde wanneer de ISO-waarde is ingesteld op 100.
Richtgetal = afstand van flitser tot onderwerp X diafragmawaarde
Diafragmawaarde = richtgetal / afstand van flitser tot onderwerp
Afstand van flitser tot onderwerp = richtgetal / diafragmawaarde
Als u het richtgetal van een flitser kent, kunt u daarom de optimale
afstand van de flitser tot het onderwerp schatten wanneer u de
flitser handmatig instelt. Als een flitser bijvoorbeeld het richtgetal
20 heeft en de afstand tot het onderwerp 4 meter is, is de optimale
diafragmawaarde F5.0.
22
Fotografische concepten en conventies
Bounce-fotografie
Bounce-fotografie is een methode van fotograferen waarbij het licht van
het onderwerp naar het plafond of de muren wordt geleid, zodat het
licht gelijkmatig wordt verspreid. Foto's die met een flitser zijn genomen
kunnen er onnatuurlijk uitzien en schaduwen werpen. Onderwerpen in
foto's die met bounce-fotografie zijn gemaakt, werpen geen schaduwen
en zien er vloeiend uit door het gelijkmatig verspreide licht.
23
Hoofdstuk 1
Mijn camera
Hier leest u alles over de indeling van de camera, de pictogrammen, basisfuncties en optionele
accessoires.
Mijn camera
Aan de slag
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera
(inclusief bodydop
en hot-shoe-bescherming)
Batterijhouder/voedingskabelSoftware-cd-rom
•
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
•
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecentrum van Samsung. Samsung is niet
verantwoordelijk voor schade die door het gebruik van niet goedgekeurde accessoires ontstaat. Zie pagina 144 voor
informatie over accessoires.
Externe flitserUSB-kabelOplaadbare batterij
SnelstartgidsPolslus
(met gebruiksaanwijzing)
25
Mijn camera
Onderdelen en functies
12
11
10
123
4
9
Nr.Naam
5
6
7
8
Modusdraaiknop
• t: Smart Auto-modus (pag. 41)
• P: Programmamodus (pag. 42)
• A: Diafragmaprioriteitmodus
(pag. 43)
• S: Sluitervoorkeuzemodus (pag. 43)
1
• M: Handmatige modus (pag. 44)
• i: Lensvoorkeuzemodus (pag. 45)
• N: Magische modus (pag. 48)
• p: Panoramamodus (pag. 48)
• s: Scènemodus (pag. 49)
• v: Filmmodus (pag. 51)
Instelwieltje
• Op het menuscherm: Ga naar het
gewenste menu-item.
• In de opnamemodus: De sluitertijd
of diafragmawaarde aanpassen
2
in bepaalde opnamemodi en het
formaat van een scherpstelgebied
wijzigen.
• In de afspeelmodus: Een foto
vergroten of verkleinen, miniaturen
weergeven, het volumeniveau
aanpassen.
Nr.Naam
Luidspreker
3
Microfoon
4
Oogje voor de polslus van de camera
5
Beeldsensor
6
Lensontgrendelknop
7
Lensvatting
8
Lensvattingmarkering
9
AF-hulplampje/Timerlampje
10
Aan/uit-schakelaar
11
Ontspanknop
12
26
Mijn camera > Onderdelen en functies
132
11
10
Nr.Naam
Hot-shoe-bescherming
1
Hot-shoe
2
Video-opnameknop
3
4
5
6
7
8
9
Een video opnemen.
Statuslampje
De status van de camera aangeven.
• Knippert: bij het opslaan van een
foto, het opnemen van een video of
4
5
6
7
het verzenden van gegevens naar
een computer of printer.
• Continu aan: wanneer er geen
gegevensoverdracht plaatsvindt of de
overdracht van gegevens naar een
computer of printer is voltooid.
EV-aanpassingsknop W (pag. 80)
Houd [W] ingedrukt en draai aan het
instelwieltje om de belichtingswaarde
aan te passen.
Fn-knop f
Belangrijke functies openen en
bepaalde instellingen preciezer
afstellen.
OK-knop o
• Op het menuscherm: de
geselecteerde opties opslaan.
• In de opnamemodus: handmatig
een scherpstelgebied selecteren in
bepaalde opnamemodi.
Nr.Naam
Knop Verwijderen/Aangepast
• In de opnamemodus: de
8
9
10
11
toegewezen functie uitvoeren.
(pag. 97)
• In de afspeelmodus: bestanden
verwijderen.
Navigatieknop (Slimme draaiknop)
• In de opnamemodus
- D: camera-instellingen bekijken
en opties wijzigen.
- I: een ISO-waarde selecteren.
- C: een snelheidsoptie selecteren.
- F: een AF-modus selecteren.
• In andere situaties
Respectievelijk omhoog, omlaag,
naar links en naar rechts gaan.
(U kunt ook aan het navigatiewiel
draaien.)
Weergaveknop y
De afspeelmodus openen.
MENU-knop m
Opties of menu's openen.
27
Mijn camera > Onderdelen en functies
5
4
3
Nr.Naam
USB- en A/V-aansluiting
Sluit de camera aan op een computer
1
of televisie.
HDMI-aansluiting
2
1
2
Batterij-/geheugenkaartklepje
Een geheugenkaart en batterij
3
plaatsen.
Statiefbevestigingspunt
4
Scherm
5
28
Mijn camera
Pictogrammen op het scherm
In de opnamemodus
Foto's maken
London
1. Opname-instellingen (links)
PictogramBeschrijving
Fotoformaat
Fotokwaliteit
Scherpstelgebied
Gezichtsdetectie
AF-modus (pag. 62)
Kleurruimte
Smart bereik (pag. 78)
2. Opname-instellingen (rechts)
PictogramBeschrijving
Snelheidsmodus
Flitseroptie
PictogramBeschrijving
Flitssterkte
Panoramamodus (pag. 48)
1
2
3
Lichtmeting (pag. 75)
Witbalans (pag. 58)
Fijnafstelling witbalans
Gezichtstint
Gezicht retoucheren
Fotowizard (pag. 61)
Smart filter (pag. 48)
Magisch kader (pag. 48)
Optische beeldstabilisatie (OIS)
(pag. 68)
3. Opnamegegevens
PictogramBeschrijving
i-Zoom aan
i-Zoom-verhouding
GPS actief*
Datum
Tijd
Locatie-informatie*
Focus-hulpbalk (pag. 67)
Autofocuskader
Spotmetingsgebied
Afstandsschaal (pag. 96)
PictogramBeschrijving
Bewegingsonscherpte
Histogram (pag. 96)
Opnamemodus
Scherpstelling
Flitserindicator
Sluitertijd
Diafragma
Belichtingswaarde
(over-/onderbelicht)
ISO-gevoeligheid (pag. 57)
Geheugenkaart niet
geplaatst**
Resterend aantal foto's
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
(Rood): leeg (de batterij
opladen)
* Deze pictogrammen worden weergegeven wanneer u een
optionele GPS-module aansluit.
** Foto's die zijn gemaakt zonder een geheugenkaart te
plaatsen, kunnen niet worden afgedrukt of overgebracht
naar een geheugenkaart of een computer.
Welke pictogrammen worden weergegeven, is
afhankelijk van de geselecteerde modus en de
ingestelde opties.
29
Loading...
+ 119 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.