Deze Beknopte handleiding is speciaal bedoeld om u bekend te
maken met de basisfuncties- en onderdelen van uw apparaat. Lees
de Beknopte handleiding en de Gebruikershandleiding zorgvuldig
door, zodat u het apparaat veilig en op de juiste manier gebruikt.
Voor uitgebreidere informatie kunt u terecht in de gebruikershandleiding op de
meegeleverde cd-rom.*
DUT
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te
vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of
anderen letsel kunnen veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade
aan de camera of andere apparatuur
kunnen veroorzaken
Opmerking:opmerkingen,gebruikstips
of aanvullende informatie
Waarschuwingen
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare
of explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen,
brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve
chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen,
gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als
de camera of de onderdelen of accessoires van de
camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen
en accessoires buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen
verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en
accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
2
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de fl itser van de camera niet vlakbij (op
minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of
dieren. Gebruik van de fl itser dicht bij de ogen van het
onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan
het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en
verwijder deze volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde •
batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen
en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw
camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle •
lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte
batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op •
verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel
of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te
heet worden.
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en
verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan •
door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera
niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is
niet van toepassing op waterschade aan het toestel.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan •
direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme
temperaturen kan permanente schade aan
interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffi ge, •
vervuilde, vochtige of slecht geventileerde
omgevingen om schade aan bewegende delen en
interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u •
deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het
batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil •
wanneer u deze op het strand of in een andere,
soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, •
ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige
schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels •
en adapters en het plaatsen van batterijen en
geheugenkaarten. Het forceren van stekkers,
onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot
schade aan poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de •
compartimenten, sleuven en toegangspunten van
de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik
wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en •
geheugenkaarten aan extreme temperaturen
(onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme
temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de
batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten
storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen •
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen
de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of
permanente schade aan de batterijen veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen •
met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien
nodig, de geheugenkaart met een zachte doek
schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst.
Schakel de camera uit wanneer u een •
geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of •
aan zware klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een •
andere camera of door een computer zijn
geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of •
geheugenkaart.
3
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan de
camera beschadigen, verwondingen veroorzaken of de
garantie ongeldig maken.
Bescherm het cameraobjectief
Laat de zon niet rechtstreeks in de lens schijnen. •
Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm het frontelement van het objectief tegen •
vingerafdrukken en krassen. Reinig het objectief met
een zachte, schone doek.
Important usage information
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen
door gekwalifi ceerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalifi ceerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren
en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwalifi ceerd onderhoud of reparatie
wordt niet door de garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur •
daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient
u de kabel van de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich •
na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw
worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact •
zitten als u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze •
zijn bedoeld.
4
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera
in vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een
warme en vochtige omgeving brengt, kan er op
de fi jne elektronische schakelingen en op de
geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht
in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van
bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten
aan de camera of onjuist gebruik.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn •
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de term “High Defi nition •
Multimedia Interface” zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing
LLC.
QuickTime® en het QuickTime®-logo zijn •
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van Apple Computer, Inc. en worden onder licentie
gebruikt.
Cameraspecifi caties of de inhoud van deze •
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving
worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Voor meer informatie over Open Source-licenties •
raadpleegt u “OpenSourceInfo.pdf” op de
meegeleverde cd-rom.
Pictogrammen in deze handleiding
OpnamemodusAanduiding
Smart Auto
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
Nacht
Portret
Landschap
Scène
Film
Uitleg van een opnamemodus naast de titel
Hiermee wordt aangegeven dat de verklaarde
functies alleen in de opnamemodus kunnen
worden geselecteerd. Bij de modus
met slechts een deel van de scéne overeen.
Ex) Adjusting exposure (brightness)
De belichting aanpassen (helderheid)
Afhankelijk van de hoeveelheid licht kunnen de foto’s lichter of donkerder worden. In dit geval kan de
gewenste aanpassing worden gedaan door de hoeveelheid licht die de camera binnenvalt te regelen.
In de onderstaande afbeelding wordt de draaiknop van
de opnamemodus op de camera weergegeven.
U kunt de gewenste opnamemodus selecteren door
aan de modusdraaiknop te draaien.
In de onderstaande afbeelding is de status gewijzigd in
).
(
Geselecteerde
opnamemodus
Richtingstoetsen in de gebruikershandleiding
Bij de uitleg over hoe u door het menu navigeert,
worden de hieronder weergegeven richtingstoetsen voor
omhoog, omlaag, naar links en naar rechts gebruikt.
Vb.) De modus ‘Afspelen’ gebruiken
De gebruiker kan opgeslagen foto’s en videos bekijken.
Druk op []
1
• Hiermee worden de recent opgeslagen
bestanden weergegeven.
Bekijk de volgende foto’s op volgorde met behulp
2
van [X].
[S]
AF MF
OK
ISO
[T]
WB
[X][W]
5
Menu-indicaties in deze handleiding
Menu-indicaties van de foto-opnamemodus
231123
1
Opname 1(1)
Opname 2(
Opname 3(3)
Gebruikersinstelling (
)
2
Instelling 1(1)
)
1
Instelling 2(
Instelling 3(3)
)
2
Menu-indicaties van de video-opnamemodus
231123
1
Opname 1(1)
Opname 2(
Opname 3(3)
)
2
Bv.: De beeldkwaliteit van een videobestand
instellen
Zet de modusdraaiknop op
1
Druk op [MENU]
2
Selecteer Opname1 (
3
Selecteer de gewenste beeldkwaliteit
4
) → Kwalit
1
6
Symbolen in deze handleiding
SymboolBetekenis
Extra informatie over de functie
Veiligheidsvoorschriften en
EV (Exposure Value)Belichtingswaarde
OIS (Optical Image
Stabilization)
ISO (Internationale
standaard voor fotofi lm)WB (White Balance)
Automatische
scherpstelling
Opnamereeks met
verschillende instelwaarden
Afdrukbestelling
Optische beeldstabilisatie
Filmgevoeligheid
Witbalans
1
) →
Uitdrukkingen in deze handleiding
Op de sluiterknop drukken
• Druk [Sluiter] half in: druk de sluiterknop half in
Druk op [• Sluiter]: druk de sluiterknop volledig in
Druk [Sluiter] half inDruk op [Sluiter]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: • het belangrijkste object in een
scène, zoals een persoon, dier of stilleven
Achtergrond: • de objecten rondom het
onderwerp
Compositie: • de combinatie van onderwerp en
achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt
bepaalt de belichting. De belichting kan worden
aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma
en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto’s donkerder of lichter.
Index ...................................................................98
Album op categorie
...........................76
81
9
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera
(bodydop, oogdop en
accessoireschoenkapje
meegeleverd)
Snelstartgids
De afbeelding van de onderdelen of optioneel toebehoren kan van de daadwerkelijke producten
verschillen.
Voor meer informatie over optioneel toebehoren, zie “Accessoires (optioneel toebehoren)”.
(Gebruikershandleiding op de cd-rom, pagina 123)
10
USB-kabelBatterijPolslus
Oplader/
voedingskabel
Software-cd-rom
gebruikershandleiding)
(inclusief
Naam en functie van elk onderdeel
Voor uitgebreidere informatie kunt u terecht in de gebruikershandleiding op de meegeleverde cd-rom. ( ).
Modusdraaiknop
Transportmodusknop
Groene knop*
Instelwiel
Sluiterknop
Aan-uitschakelaar
AF-hulplampje
Accessoireschoenkapje
Accessoireschoen
Dioptrieknop
Ingebouwde flitser
Flitserknop
Objectiefbevestigingsmarkering
Controleknop
scherptediepte
Objectiefvatting
Bodydop
Beeld-sensor
*Gebruik de groene knop [ ].
Dit product wordt automatisch omgezet naar EVF als de gebruikers
proberen gebruik te maken van de zoeker (EVF) door de oogsensor in
de modus Auto keuze te gebruiken. Alle informatie wordt dan afgebeeld
op de zoeker.Dek de oogsensor niet af met uw handen of met andere
voorwerpen.
Camerariembevestiging
Objectiefontgrendelknop
DC-IN-aansluiting
HDMI-aansluiting
Aansluiting voor
draadontspanner
USB/AV OUT-
aansluiting
11
Naam en functie van elk onderdeel
Zoekeroculair
Zoeker
MENU-knop
Oogsensor*
Scherm
Statuslampje
Statiefbevestiging
AEL-knop
EV-knop
DISP-knop
Functie(Fn)-knop
Richtingstoets
Klep voor geheugenkaart
Wisknop/Fotowizardknop
Weergaveknop
*Gebruik van de oogsensor
Omdat het door de oogsensor mogelijk is om automatisch tussen
het scherm en de elektronische zoeker (EVF) te wisselen, wordt de
opname-informatie in de zoeker weergegeven zodra deze wordt
gebruikt. Zorg ervoor dat u niet uw handen of andere voorwerpen
voor de oogsensor houdt. De camera kan beschadigd raken.
12
Klepje van
batterijcompartiment
Klepje van
batterijcompartiment
Naam en functie van elk onderdeel
Dioptrieknop/oogdop/statuslampje
Knop voor
afstelling op
oogafwijking
Zoekeroculair
Gebruik van de dioptrieknop
Het is mogelijk om de zoeker
aan te passen aan het
gezichtsvermogen van de
gebruiker.
Als het beeld niet duidelijk in
de zoeker wordt weergegeven,
draait u de dioptrieknop naar
links of rechts om een beter
beeld te krijgen.
Verwijdering van het
zoekeroculair
Bij levering is het zoekeroculair
op de camera bevestigd. Als
u het oculair wilt verwijderen,
duwt u het op de aangegeven
wijze omhoog.
Statuslampje
Statuslampje
Tijdens het opslaan van een foto
of het opnemen van een video
knippert dit statuslampje om aan
te geven dat de camera bezig is.
• Knippert: wanneer foto’s
worden opgeslagen, films
worden opgenomen of wanneer
de camera door de computer of
printer wordt uitgelezen.
• Brandt continu: wanneer
er geen gegevens worden
overgedragen terwijl een
verbinding met de computer of
printer tot stand is gebracht.
13
Naam en functie van elk onderdeel
Benaming van elk onderdeel van het objectief
Voor uitgebreidere informatie kunt u terecht in de gebruikershandleiding op de meegeleverde cd-rom. (
Elektrische
contactpunten
Koppelstuk van
objectiefvatting
Zoomring
Koppelstuk
voor
zonnekap
Lens
[SAMSUNG 18-55mm F3.5-5.6 OIS]
Wanneer u apart een objectief koopt, kunt u het beste contact met een servicecenter opnemen om te •
controleren welke modellen compatibel met de camera zijn.
Voor deze gebruikershandleiding is uitgegaan van het objectief • SAMSUNG 18-55 mm f/3.5-5.6 OIS.
Zie de gebruikers handleiding van de lens voor meer informatie over andere lenzen.
14
AF/MFschakelaar
OIS-schakelaar
Scherpstelring
Lens
[SAMSUNG
30mm F2]
Koppelstuk van
objectiefvatting
Scherpstelring
).
Voorbereiding van de camera
CHARGE
INSERT
De batterij opladen
Laad de batterij volledig op voordat u dit product
gaat gebruiken.
Sluit alles aan zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1
INSERT
Netsnoer
Oplaadlampje
INSERT
2
Oplader
Om de batterij uit de oplader te halen, •
tilt u de batterij voorzichtig in de richting
van de pijl.
Gebruik de aangewezen producten •
als oplader of batterij voor een
goed resultaat. SAMSUNG is niet
verantwoordelijk voor eventuele
ongelukken als gevolg van het gebruik
van andere dan de aangewezen
producten.
Kleur van het
oplaadlampje
RoodBezig met opladen
GroenVolledig opgeladen
Uitgeschakeld of geel Fout tijdens opladen
Oplaadstatus
15
Voorbereiding van de camera
De batterij plaatsen
1
2
16
Openen door
in de richting
van de pijl te
duwen
Vergrendeling
3
Sluiten door in
de richting van
de pijl omlaag
te duwen
Wanneer u de batterij uit de camera
wilt halen, trekt u de vergrendeling
voorzichtig omlaag. Vervolgens kunt u
de batterij verwijderen.
Voorbereiding van de camera
De geheugenkaart plaatsen
1
2
Controleer de
richting van
de metalen
contactpunten
alvorens de
geheugenkaart
te plaatsen.
3
Wanneer u de geheugenkaart uit de •
camera wilt halen, duwt u er voorzichtig op
om de kaart te ontgrendelen.
Verwijder de geheugenkaart of de •
batterij niet wanneer het statuslampje
op de camera knippert. Hierdoor zou
gegevensverlies of schade aan het product
kunnen ontstaan.
17
Voorbereiding van de camera
Het objectief bevestigen/loskoppelen
Verwijder de dop van de vatting van het objectief en de
bodydop van de camera voordat u het objectief gaat
plaatsen.
Lijn de rode markering op de camerabody uit met
het rode punt op de objectiefvatting en bevestig
het objectief door het rechtsom te draaien
totdat het vastklikt. Wanneer u het objectief wilt
loskoppelen, draait u het tegen de wijzers van
de klok in terwijl u de objectiefontgrendelknop
ingedrukt houdt.
Vóór de objectiefbevestiging
Bevestiging van het objectief
Koppelstuk van
objectiefvatting
18
Loskoppeling van het objectief
Voor een goede werking van het objectief is het aan •
te bevelen om dit te bevestigen of los te koppelen
terwijl de camera is uitgeschakeld.
SAMSUNG is niet verantwoordelijlk voor ongelukken, •
schade of problemen die ontstaan door het gebruik
van objectieven van een andere fabrikant.
De bodydop beschermt het product tijdens transport •
tegen krassen en stof.
Objectieven kunnen het beste worden verwisseld in •
een schone omgeving zonder zwevende deeltjes in
de lucht. Vreemde deeltjes in de camerabody of het
objectief kunnen een defect veroorzaken.
Zorg bij het bevestigen van het objectief dat u de •
interne delen van de camera niet met uw vingers
aanraakt. Stof en vreemde deeltjes in de camera
kunnen invloed hebben op de beeldkwaliteit en
kunnen tot een storing leiden.
Voorbereiding van de camera
Bevestiging van de camerariem
Wanneer de camerariem aan de body is bevestigd, kan de gebruiker de camera handig dragen.
19
Voorbereiding van de camera
Wanneer u de camera wilt aan- of uitzetten,
gebruikt u hiervoor de aan-uitschakelaar ON/OFF.
De eerste keer dat u de camera aanzet, wordt
u mogelijk gevraagd om de taal en datum in te
stellen.
Date & Time
2
Date
Time Zone
Time
Language
MENUOK
ExitChange
2010 1 1
00 : 00
English
20
Druk op [T] om de Language te selecteren
1
en druk vervolgens op [
Druk op [S/T/W/X] om de gewenste taaloptie
2
in te stellen en druk vervolgens op [
].
].
• Het scherm wordt in de gekozen taal weergegeven.
Datum & tijd
2
Datum
Tijdzone
tijd
Language
MENUOK
Afsl.Wijzigen
Druk op [S/T] om Datum te selecteren en
3
druk vervolgens op [
Druk op [S/T/W/X] om de gewenste datum
4
in te stellen en druk vervolgens op [
2
Datum
Tijdzone
tijd
Language
MENUOK
Afsl.Wijzigen
Datum & tijd
2010 1 1
00 : 00
Nederlands
2010 1 1
00 : 00
Nederlands
].
].
Voorbereiding van de camera
Druk op [T] om Tijdzone te selecteren en
5
druk vervolgens op [
Stel een wereldtijd in door te drukken op [W/X].
6
Als u zomer- en wintertijd wilt instellen,
7
drukt u op [S]. Druk nogmaals op [S] om
Tijdzone
2
Londen
[GMT +00:00] 2010/01/01 01:10 AM
MENU
TerugInstellen
].
deze optie uit te schakelen.
Druk op [ ] om de instelling op te slaan.
8
Druk op [T] om Tijd te selecteren en druk
9
vervolgens op [
Stel de gewenste tijd in door op [S/T/W/X]
10
te drukken en druk vervolgens op [
Datum & tijd
2
Datum
Tijdzone
tijd
Language
Afsl.Wijzigen
MENUOK
2010 1 1
00 : 00
Nederlands
].
].
Druk op [MENU] om het instellen te
11
beëindigen.
21
12:00
AM
2010.01.01
330
15
5
0001
12:0012:00
2010.01.01
2010.01.01
Voorbereiding van de camera
Alle details die in de zoeker te zien zijn, verschijnen precies zo op het scherm.
Met behulp van de live view-functie kunnen gebruikers handig een foto maken zonder door de zoeker te
hoeven kijken.
De pictogrammen op het scherm wijzen op het gebruik van de schakelaars voor OIS en AF/MF op het
objectief.
Pictogrammen
14
M
B
SF
RGB
OIS
22
F3.5
F3.
15
12:00AM 2010.01.01
-3
223110
C
ISO
+
AEL
0001
AFL
A
A
Informatiegedeelte
Opnamemodus
Video-opnamemodus
Scherpstelcontrole
Flitser
15
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
Bijstelling van de
+
3
223110
belichting
12:00
2010.01.01
〔 〕
AEL/AFL-instelling
Aantal resterende
0001
opnamen
Batterij-informatie
Geen geheugenkaart
geplaatst
Op het scherm worden de pictogrammen
voor de geselecteerde optie
weergegeven.
Waarschuwing voor
bewegingsonscherpte
AM
Tijd, datum en jaar
Scherpstelindicator
Vlek het meten Gebied
AF-zone
Histogram
Rasterprojectie
Voorbereiding van de camera
B
Opnameopties (links)
14
M
Grootte
Videoformaat
Beeldkwaliteit
SF
Videokwaliteit
Scherpstelgebied
Flitser
Aanpassing
fl itssterkte
Kleurruimte
RGB
Smart bereik
OIS
OIS
Spraakopname
Fader
Windonderdrukking
C
Opnameopties (rechts)
Transportmodus
Zelfontspanner
AF-modus
Witbalans
Witbalansaanpassing
ISO
ISO
Lichtmeting
Fotowizard
23
Selectie van menu’s en opties
Wanner u op [MENU] drukt, kunt u een gewenste optie of menu selecteren door te drukken op [S/T] of [ ].
Druk in de opnamemodus op [MENU].
1
U kunt een gewenste optie of menu
2
selecteren door te drukken op [S/T/W/X]
].
of [
OK-knop,
Keuze AF
Lichtmeetmethode
instellen,door
menunavigeren (W)
Voor het opslaan van een optie of menu drukt u
3
].
op [
Terug naar de vorige stap.
Als u terug wilt naar de vorige stap drukt u op [MENU].
De gebruiker kan weer naar de opnamemodus
terugkeren door op [Sluiter] te drukken.
24
AF/MF instellen, door menu
navigeren (
AF MF
OK
WB
ISO
ISO instellen, door menu
navigeren (
S
Witbalans
instellen,
door menu
navigeren (
T
)
)
X
Het instelwiel gebruiken
De gebruiker kan de waarde van een menuoptie
wijzigen door aan het instelwiel te draaien of door
in het menuscherm naar de gewenste positie te
gaan. Wanneer u bijvoorbeeld een foto in de modus
sluiterprioriteit neemt, kunt u hiermee snel de
gewenste sluitertijd instellen.
Voorbeeld. Gebruik van het instelwiel in de S-modus
Zet de modusdraaiknop op S.
1
Pas de sluitertijd aan door aan het instelwiel
2
te draaien.
• Het diafragma wordt automatisch ingesteld
)
in overeenstemming met de gekozen
sluitertijd.
Selectie van menu’s en opties
[Fn] gebruiken
Met behulp van de [Fn]-knop op de camera heeft de
gebruiker snel toegang tot belangrijke functies zoals
Kwaliteit, Formaat, AF-gebied, Flitser, Kleurruimte,
Smart bereik en OIS.
Voorbeeld. Flitserinstelling in de P-modus
Zet de modusdraaiknop op P.
1
Druk op de [Fn]-knop op de camera.
2
Selecteer Flitser met behulp van [W/X
3
instelwiel.
Flitser
0
-1 +1
-2
+2
14
M
SF
Druk op [S].
4
Stel de fl itseroptie in met [W/X] of het
5
instelwiel.
OIS
RGB
] of het
Druk op [S].
6
Stel de gewenste fl itssterkte in met behulp
7
van [W/X] of het instelwiel.
• Hiermee kunt u de fl itssterkte met ±2 stops
aanpassen.
Invulfl its
-1 +1
-2
0
+2
De mate
van
aanpassing
van de
14
M
SF
Kadreer het onderwerp en druk [Sluiter] half
8
in om scherp te stellen.
Druk [Sluiter] volledig in om de opname te
9
starten.
RGB
OIS
fl itssterkte
25
nelletsni diuleg ne mrehcS
Meer informatie over hoe u de weergaveopties van uw camera kunt wijzigen.
Het type weergave wijzigen
U kunt de weergavemethode van pictogrammen
en optionele items in de opname- en
weergavemodus selecteren.
Druk herhaaldelijk op [DISP].
DISP-knop
09:45 2010.01.01
14
M
SF
RGB
OIS
3
22 31 10
F3.7
20
Opnamemodus
DISP
ISO
AF - MF
WB
ISO
+
0001
Alle door de gebruiker ingestelde opname-•
informatie weergeven, behalve raster en
histogram.
Alle door de gebruiker ingestelde opnamemodi •
weergeven.
Alle informatie verbergen, behalve •
opnamemodus, sluitertijd, Diafragmawaarde,
belichting, resterend aantal opnames en
batterij-informatie.
De metagegevens van de opname weergeven.•
Het RGB-histogram, de momenteel •
geselecteerde optie en de ingestelde datum
Weergavemodus
weergeven.
Informatie weergeven over sluitertijd, •
Diafragmawaarde, bestandsnaam, actuele
bestand en het totale aantal opgeslagen
bestanden.
26
Het gebruikersscherm instellen
U kunt de weergavemethode van opnameinformatie instellen of verwijderen.
Druk in de opnamemodus op [MENU].
1
Selecteer Gebruikersinstelling (1) →
2
Gebruikersdisplay → een optie.
14
14
M
M
SF
FFFSSSSSSSFFFSSSS
RGB
RGB
OIS
F3.7
F3.7
20
20
Het histogram is een grafiek waarin de verdeling van alle
helderheden in het beeld wordt weergegeven. Als de grafiek
voornamelijk naar links helt, is de foto donker en als de grafiek
naar rechts helt, is de foto licht. De hoogte van de grafiek houdt
verband met de kleurinformatie en de grafiek wordt hoger al
een bepaalde
▲ latseeM
kleur meer is gespreid.
onderbelicht
-
3
223110
3
22 30
margotsih teH
▲
09:45 2010.01.01
2010.01.012010.01.0109:45 09:45
ISO
+
+
0001
0001
Meestal goed
belicht
▲ latseeM
overbelich
Raster
Pictogram
Histogram
Pictogram
s
Scherm en geluid instellen
De schermweergave instellen
De schermweergave kan worden ingesteld op de
stand die het gemakkelijkst is voor de gebruiker.
Druk in de opname- of weergavemodus op
1
[MENU].
Selecteer Instellingen 3 (
2
Schermkeuze.
Selecteer de gewenste optie.
3
1 21 1 2
3
Schermkeuze
Video
Anynet+ (HDMI-CEC)
HDMI-formaat
Firmware bijwerken
MENUOK
TerugInstellen
Auto keuze
Hoofdscherm
EVF
Auto
Auto keuze
NTSC
Hoofdscherm
EVF
On
Auto
Schakel over tussen Hoofdscherm en
EVF met de oogsensor
Het scherm wordt uitsluitend
weergegeven via Hoofdscherm
Het scherm wordt uitsluitend
weergegeven via EVF
) →
3
3
27
Eenvoudig foto’s maken
U kunt gemakkelijk foto’s maken door de noodzaak van gebruikersinstellingen te minimaliseren.
Zet de modusdraaiknop op .
1
Kadreer het onderwerp.
2
Alle details die in de zoeker te zien zijn,
verschijnen precies zo op het scherm.
14
M
RGB
OIS
0001
SMART
WHITE
28
Druk [Sluiter] half in om scherp te stellen.
3
14
M
SMART
RGB
OIS
SMART
Druk [Sluiter] volledig in om de opname te
4
starten.
WHITE
●
Groen: Het onderwerp is scherp.
●
Rood: Het onderwerp is niet scherp.
0001
Raadpleeg “Tips om betere foto’s te •
maken” (pag. 29) voor informatie over
hoe u betere foto’s maakt.
Druk op [ •
] om de opgeslagen beelden
op het scherm weer te geven.
Tips
Tipsom betere foto’s te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Zorg ervoor
dat uw hand,
uw haar en de
camerariem
het objectief of
de fl itser niet
blokkeren.
Image stabilization
Schakel de functie •
voor optische
beeldstabilisatie
(OIS) in om
bewegingsonscherpte
te vermijden. (pag. 33)
De sluiterknop half indrukken
Als u van tevoren
wilt controleren of de
scherpstelling goed
is, kunt u hiervoor
de sluiterknop half
indrukken. Wanneer
u de sluiterknop half
indrukt, worden de
scherpstelling en
belichting automatisch
aangepast.
14
M
SF
Scherpstelkader
ISO
RGB
OIS
125
F3.5
3
223110
De ingestelde
sluitertijd en
Diafragmawaarde
+
0001
Wanneer dit groen •
is, neemt u de
foto door [Sluiter]
volledig in te
drukken.
Als het rood is, is •
het onderwerp niet
scherp. Wijzig de
compositie of pas de
scherpstelling aan.
29
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende situaties kan een foto onscherp worden doordat het moeilijk is om het onderwerp scherp te krijgen.
Bij gebrek aan kleurcontrast (bijvoorbeeld als de kleren •
van het onderwerp eenzelfde kleur hebben als de
achtergrond)
Bij sterk tegenlicht achter het onderwerp•
Bij sterke lichtrefl ectie vanaf het onderwerp•
Bij een horizontaal streeppatroon, zoals luxafl ex•
Wanneer het onderwerp zich niet midden in het beeld •
bevindt
In het geval van een platte witte muur die geen specifi ek •
patroon bevat.
In het geval van een snel bewegend onderwerp.•
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera •
bevindt
Probeer eens gebruik te maken van de
scherpstelvergrendeling.
Kies een punt waarop gemakkelijk kan worden scherpgesteld
en stel daarop scherp door de sluiterknop half in te drukken.
Houd vervolgens [Sluiter] half ingedrukt en beweeg de
camera naar een gewenste compositie. Blijf de sluiterknop half
ingedrukt houden totdat u daadwerkelijk de foto neemt.
Kies een punt waarop gemakkelijk kan worden scherpgesteld
en stel daarop scherp door de sluiterknop half in te drukken.
Houd vervolgens [Sluiter] half ingedrukt en beweeg de
camera naar een gewenste compositie. Blijf de sluiterknop
half ingedrukt houden totdat u daadwerkelijk de foto neemt.
(Gebruikershandleiding op de cd-rom, pagina 77)
30
Loading...
+ 70 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.