Samsung EX2F User Manual [nl]

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Gebruiksaanwijzing
EX2F
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Instellingen
Bijlagen
Index

Informatie over gezondheid en veiligheid

Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig
gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel.
2
Vermijd storing van pacemakers.
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheidInformatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
4
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen
in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueeleigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn
geregistreerde handelsmerken van SD Association.
HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition
Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
®
Wi-Fi
, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u
deze hebt aangeschaft.
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier
en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 14
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 40
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 64
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 95
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, televisie, HDTV of 3D-televisie aansluit.
Draadloos netwerk 126
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 148
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen 154
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
5
Indicatoren gebruikt in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
Programma
Diafragmaprioriteit
Sluiterprioriteit
Handmatig
Magisch Plus
Film
Wi-Fi
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld. Opmerking: de modus g ondersteunt wellicht niet de functies voor alle scènes of modi.
Bijvoorbeeld:
T p A h M g v w
Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit en Film
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
[]
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie Normaal (betekent
selecteer Gezichtsdetectie en selecteer vervolgens Normaal).
* Voetnoot
6
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk [Ontspanknop] half in: de sluiterknop half indrukken
Druk op [Ontspanknop]: de sluiterknop volledig indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting
S
7
Overbelicht (te helder)
S

Algemene problemen oplossen

Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp.
Het onderwerp is te donker door tegenlicht.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 68)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 109)
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 71)
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de beeldstabilisatiefunctie of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 38)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Selecteer Scène Nacht in de modus g. (pag. 48)
Schakel de flitser in. (pag. 69)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 71)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Scène Tegenl. in de modus g. (pag. 48)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 69)
Pas de belichting aan. (pag. 82)
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 84)
8

Beknopt overzicht

Foto's van mensen maken
g
-modus > Scène > Beautyshot f 49
g
-modus > Beeld in beeld f 55
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of corrigeren)
Gezichtsdetectie f 77
Zelfportret f 77
68
f
's Nachts of in het donker foto's maken
g
-modus > Scène > Nacht, Zon onder,
71
48
f
Dageraad
Flitseropties f 68
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
f
Actiefoto's maken
h
-modus f 46
Modus voor snelle serieopnamen f 87
Vooraf vastleggen f 88
Foto's van tekst, insecten en bloemen maken
g
-modus > Scène > Tekst f 48
Macro f 72
Panoramische actiefoto's maken
g
-modus > Panorama > Actiepanorama f 52
De belichting aanpassen (helderheid)
g
-modus > HDR f 57
ISO-waarde (om de gevoeligheid aan te passen
71
aan licht)
f
EV (de belichting aanpassen) f 82 L.meting f 84 WB BKT f 88 AE BKT f 88
Foto's van de omgeving maken
g
-modus > Scène > Landschap f 48
g
-modus > Panorama f 50
3D-foto's maken
g
-modus > Scène > 3D-foto f 50
g
-modus > Panorama > 3D-panorama f 50
Bewegingsonscherpte voorkomen
Beeldstabilisatie f 37
9
Effecten toepassen op foto's
g
-modus > Magisch kader f 53
g
-modus > Gesplitste opname f 54
g
-modus > Artistieke pen f 56
Smart filter-effecten f 90
Beeld aanpassen (Contrast, Scherpte of Kleurverz. aanpassen)
Bestanden op categorie bekijken in Smart
99
Album
f
Bestanden weergeven als miniaturen f 100
Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
Foto's als diashow weergeven f 104
Bestanden op een televisie, HDTV of 3D-televisie weergeven
De camera op een computer aansluiten
115
f
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
f
Foto's of video's via e-mail verzenden f 139 Geluid en volume aanpassen f 150 De helderheid van het
scherm aanpassen De schermtaal wijzigen f 150 De datum en tijd instellen f 151 Voordat u contact opneemt met een
servicecenter
f
101
135
f
170
93
f
112
f
150
f

Inhoud

Basisfuncties
Uitpakken .................................................................... 15
Indeling van de camera ............................................... 16
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 22
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 23
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 24
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 26
Het modusscherm gebruiken ...................................... 27
Opties of menu's selecteren ....................................... 29
Het scherm en geluid instellen .................................... 32
Foto's maken ............................................................... 34
Tips om betere foto's te maken .................................. 38
..................................................................... 14
De Smart Link-knop gebruiken .................................... 19
Het scherm gebruiken ................................................ 20
Een polslus bevestigen ............................................... 20
Een lensdop bevestigen .............................................. 21
De batterij opladen ..................................................... 23
De camera inschakelen .............................................. 23
Een modusscherm selecteren ..................................... 27
Pictogrammen op het modusscherm ........................... 27
[MENU] gebruiken ...................................................... 29
[Fn] gebruiken ............................................................ 31
Het schermtype instellen ............................................. 32
Het geluid instellen ..................................................... 33
Zoomen .................................................................... 35
Bewegingsonscherpte voorkomen ............................... 37
Uitgebreide functies
De Smart Auto-modus gebruiken ............................... 41
De Programmamodus gebruiken ................................ 43
De modus Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken ..................... 44
De modus Magisch Plus gebruiken ............................ 48
De Filmmodus gebruiken ............................................ 60
10
......................................................... 40
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken ....................... 45
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ............................. 46
De modus Handmatig gebruiken ................................. 47
De Scènemodus gebruiken ......................................... 48
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 49
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 50
De 2D- of 3D-panorama gebruiken .............................. 50
De Actiepanorama-modus gebruiken ........................... 52
De Magische kadermodus gebruiken ........................... 53
De modus Gesplitste opname gebruiken ...................... 54
De modus Beeld in Beeld gebruiken ............................ 55
De modus Artistieke pen gebruiken .............................. 56
De HDR-modus gebruiken .......................................... 57
De Creatieve filmmaker-modus gebruiken ..................... 58
Video's met hoge snelheid opnemen ........................... 62
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken .............. 63
Inhoud
Opnameopties
.................................................................. 64
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... 65
De resolutie selecteren ............................................... 65
De fotokwaliteit instellen .............................................. 66
De timer gebruiken ...................................................... 67
Opnamen in het donker maken ................................... 68
Rode ogen voorkomen ............................................... 68
De flitser gebruiken ..................................................... 68
De flitser gebruiken ..................................................... 69
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 71
De scherpstelling aanpassen ...................................... 72
Macro gebruiken ........................................................ 72
Autofocus gebruiken ................................................... 72
Scherpstellen op een geselecteerd gebied ................... 74
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 75
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 76
11
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 77
Gezichten detecteren ................................................. 77
Een zelfportret maken ................................................. 77
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 78
Knipperende ogen detecteren ..................................... 79
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 79
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 80
Tips voor gezichtsdetectie ........................................... 81
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 82
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 82
De belichtingswaarde vergrendelen .............................. 83
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 84
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ............................. 84
Serieopnamen ............................................................. 87
Foto's maken in de modus voor snelle serieopnamen .... 87
Foto's maken in de modus voor vooraf vastleggen ........ 88
Foto's met de bracketfunctie maken ............................ 88
Smart filter-effecten toepassen ................................... 90
Het ND-filtereffect aanpassen ..................................... 92
Foto's aanpassen ........................................................ 93
Het geluid van de zoom verminderen ......................... 94
Inhoud
Afspelen/bewerken
........................................................... 95
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 96
De afspeelmodus starten ............................................ 96
Foto's weergeven ..................................................... 102
Een video afspelen ................................................... 105
Foto's bewerken ........................................................ 107
Het formaat van foto's wijzigen ................................... 107
Een foto draaien ....................................................... 107
Smart filter-effecten toepassen .................................. 108
Foto's aanpassen ..................................................... 109
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ........................... 110
Bestanden weergeven op een televisie,
HDTV of 3D-televisie ................................................. 112
Bestanden naar een computer overbrengen ............ 115
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ....... 116
............................................................ 115
Programma's op de computer .................................. 117
Programma's installeren die op de cd zijn meegeleverd
iLauncher gebruiken ................................................. 118
Samsung RAW Converter gebruiken .......................... 121
............................................................ 117
Draadloos netwerk
12
Verbinding maken met een WLAN en
......................................................... 126
netwerkinstellingen configureren .............................. 127
Verbinding maken met een WLAN ............................. 127
De aanmeldingsbrowser gebruiken ............................ 129
Tips over netwerkverbinding ...................................... 129
Tekst invoeren .......................................................... 130
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone ............................................................... 132
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop .............................................................. 133
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken ................................................................... 135
Een website openen ................................................. 135
Foto's of video's uploaden ........................................ 135
Foto's of video's via e-mail verzenden ..................... 137
E-mailinstellingen wijzigen .......................................... 137
Foto's of video's via e-mail verzenden ........................ 139
Foto's uploaden naar een cloudserver ..................... 140
Automatische back-up gebruiken om foto's
of video's te verzenden ............................................ 141
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc
Foto's of video's verzenden naar een pc ..................... 141
................................................. 141
Foto's of video's weergeven op een tv met
TV Link-functionaliteit ................................................ 143
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ............................. 145
Over de WOL-functie Wake on LAN ......................... 146
Inhoud
Instellingen
...................................................................... 148
Instellingenmenu ....................................................... 149
Het instellingenmenu openen .................................... 149
Het instellingenmenu gebruiken ................................. 150
Bijlagen
............................................................................ 154
Foutmeldingen ........................................................... 155
Cameraonderhoud .................................................... 157
De camera reinigen .................................................. 157
De camera gebruiken of opbergen ............................. 158
Geheugenkaarten .................................................... 160
De batterij ................................................................ 163
Optionele accessoires gebruiken .............................. 167
Optionele flitsers gebruiken ....................................... 167
Een optionele optische zoeker gebruiken .................... 167
Een optische conversielens gebruiken ........................ 168
De sluiterknop gebruiken ........................................... 169
De microfoon gebruiken ............................................ 169
Voordat u contact opneemt met een
servicecenter ............................................................. 170
Cameraspecificaties .................................................. 173
Woordenlijst ............................................................... 178
Verklaring in officiële talen ......................................... 184
Index .......................................................................... 186
13

Basisfuncties

Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitpakken
Indeling van de camera
…………………………………… 15
…………………… 16 De Smart Link-knop gebruiken Het scherm gebruiken Een polslus bevestigen Een lensdop bevestigen
…………………… 20
…………………… 20
………………… 21
…………… 19
De batterij en geheugenkaart plaatsen
De batterij opladen en de camera inschakelen
De eerste instellingen uitvoeren
Uitleg over de pictogrammen
………………………………… 23 De batterij opladen De camera inschakelen
……………………… 23
…………………… 23
………… 24
…………… 26
… 22
Het modusscherm gebruiken
Een modusscherm selecteren Pictogrammen op het modusscherm
Opties of menu's selecteren
[MENU] gebruiken [Fn] gebruiken
…………………………… 31
Het scherm en geluid instellen
Het schermtype instellen Het geluid instellen
Foto's maken
Zoomen Bewegingsonscherpte voorkomen
……………………………… 34
…………………………………… 35
…………… 27
…………… 27
……………… 29
………………………… 29
…………… 32
………………… 32
……………………… 33
Tips om betere foto's te maken
…… 27
……… 37
………… 38

Uitpakken

De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Polslus Gebruiksaanwijzing op cd-rom
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd.
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-
Snelstartgids Lensdop/lensdoplusje
Optionele accessoires
Optische zoeker Flitser Camera-etui HDMI-kabel/A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart Geheugenkaart/
goedgekeurde accessoires ontstaan.
Geheugenkaartadapter
Basisfuncties
15
Microfoon Sluiterknop

Indeling van de camera

Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Draaiknop voor transportmodus
(pag. 19)
Modusdraaiknop (pag. 18)
Ontspanknop
Microfoon
Lens
AF-hulplampje/Timerlampje
Wieltje aan voorzijde
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Power-knop
Basisfuncties
16
Flitser
Oogje voor polslus van camera (pag. 20)
Cameraring
Verwijder de ring en plaats een optische conversielens
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van het draadloze netwerk.
Statiefbevestigingspunt
Indeling van de camera
Klepje voor accessoireschoen
Flitserknop
Statuslampje
Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer, als het beeld onscherp is, als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met WLAN of een foto verzendt, of wanneer de modus Scherm auto. uit is ingeschakeld
Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld
Accessoireschoen
Scherm
Knoppen (pag. 18)
Zoomknop
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel
Basisfuncties
17
Indeling van de camera
Knoppen
Knop Beschrijving
Het opnemen van een video starten.
De belichtingswaarde vergrendelen in de opnamemodus.
Het weergegeven bestand beveiligen in de afspeelmodus.
Opties of menu's openen.
Opties openen in de opnamemodus.
Wanneer u op de navigatieknop drukt:
D
c
F
t
Wanneer u de navigatieknop draait:
Scrollen naar een optie of menu.
De diafragmawaarde aanpassen in de opnamemodus.
Scrollen door bestanden in de afspeelmodus.
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Basisfuncties Overige functies
De schermoptie wijzigen. Omhoog
De macro-optie wijzigen. Omlaag
De flitseroptie wijzigen. Naar links
Smart Link-knop: een vooraf ingestelde Wi-Fi-
Naar rechts
functie starten.
Basisfuncties
Modusdraaiknop
Symbool Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera
T
automatisch een geschikte scènemodus selecteert.
Programma: hiermee maakt u een foto door opties
p
in te stellen, met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde.
Diafragmaprioriteit: hiermee selecteert de camera
A
de sluitertijd op basis van de diafragmawaarde die u handmatig hebt ingesteld.
Sluiterprioriteit: hiermee selecteert de camera de
h
diafragmawaarde op basis van de sluitertijd die u handmatig hebt ingesteld.
Handmatig: hiermee kunt u verschillende camera-
M
instellingen aanpassen, waaronder de sluitertijd en diafragmawaarde.
g
Magisch Plus: een foto maken met verschillende effecten.
Film: hiermee kunt u instellingen aanpassen voor het
v
opnemen van een video.
Wi-Fi: verbinding maken met draadloze lokale netwerken
w
en de functies ervan gebruiken.
18
Indeling van de camera
Draaiknop voor transportmodus
Symbool Beschrijving
Eén foto maken.
Een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
Een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
Volgens een bracketoptie,
3 foto's maken met een verschillende witbalans.
3 foto's maken met verschillende belichtingen.
In de opnamemodus maakt de camera maximaal 10 foto's achter elkaar wanneer u op [Ontspanknop] drukt.
In de video-opnamemodus maakt de camera snelle video's.
Opnamen maken voordat [Ontspanknop] volledig wordt ingedrukt.
Basisfuncties

De Smart Link-knop gebruiken

U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [Smart Link].
Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie te
activeren. De camera activeert de ingestelde functie.
Een optie voor een Smart Link-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [Smart Link] drukt.
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
1
Selecteer n Smart Link (Wi-Fi-knop).
2
Selecteer de gewenste Wi-Fi-functie. (pag. 152)
3
19
Indeling van de camera

Het scherm gebruiken

Klap het scherm 180° naar buiten en draai het omhoog of omlaag voor foto's vanuit een hoge of lage hoek of voor zelfportretten. U kunt het scherm maximaal 90° omlaag of 180° omhoog draaien.
Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
Draai het scherm alleen binnen de toegestane hoek. Anders kan de camera beschadigd raken.
Basisfuncties

Een polslus bevestigen

Bevestig een polslus om de camera makkelijk te dragen.
20
Indeling van de camera

Een lensdop bevestigen

Bevestig een lensdop met een lensdoplusje om de lens van de camera te beschermen.
Als u tegelijkertijd een lensdop en een polslus wilt bevestigen, moet u eerst de polslus bevestigen aan het oogje en vervolgens de lensdop aan de polslus.
Basisfuncties
21

De batterij en geheugenkaart plaatsen

Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omlaag zijn gericht.
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het Samsung-logo omlaag gericht.
Batterijvergrendeling
Oplaadbare batterij
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf.
Schuif de vergrendeling omlaag om de batterij los te maken.
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
De geheugenkaartadapter gebruiken
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, kunt u de camera niet volledig gebruiken. Plaats een geheugenkaart voordat u de camera gebruikt.
22

De batterij opladen en de camera inschakelen

De batterij opladen

Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
Rode lampje brandt: opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties

De camera inschakelen

Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 24)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus.
Als u de camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, laat de camera geen geluiden horen.
23

De eerste instellingen uitvoeren

Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen.
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk op [t]
1
of [
o
].
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk
2
op [
o
].
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone.
Druk op [F/t] om een tijdzone te selecteren en druk
3
op [
o
].
Als u de zomertijd wilt instellen, drukt u op [D].
Tijdzone : Thuis
Londen
Terug Zomertijd
Basisfuncties
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren
4
en druk op [
Datum/tijd aanpassen
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
5
Draai de navigatieknop of druk op [D/c] om de
6
datum en tijd in te stellen en druk op [
24
t
] of [o].
JaarMaand Dag Uur Min.
Afsl. Instellen
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
o
].
De eerste instellingen uitvoeren
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk op
7
[
t
] of [o].
Druk op [D/c] om een datumnotatie te selecteren
8
en druk op [
Druk op [c] om Type tijd te selecteren en druk op [t]
9
of [
Druk op [D/c] om een tijdnotatie te selecteren en
10
druk op [
Druk op [m] om over te schakelen naar de
11
opnamemodus.
o
o
].
].
o
].
Basisfuncties
25

Uitleg over de pictogrammen

Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de opties die zijn ingesteld nadat het gele lampje heeft geknipperd.
3
Opnamegegevens
Symbool Beschrijving
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Beschikbare opnametijd
Belichtingswaarde
Automatische belichtingsvergrendeling aan
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart niet geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk
opgeladen
: leeg (opladen)
: lader aangesloten*
Huidige tijd en datum
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Histogram (pag. 32)
* De batterij wordt niet opgeladen als de camera
is ingeschakeld.
1
Opnameopties (links)
Symbool Beschrijving
Opnamemodus
ISO-waarde
Witbalans
Smart filter
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging)
Gezichtsdetectie
Gezichtretouch
Gezichtstint
Modus voor één opname
Modus voor snelle serieopnamen
Modus voor vooraf vastleggen
1
2
3
Symbool Beschrijving
Bracket-modus
ND-filter aan
Scherpstelgebied
2
Opnameopties (rechts)
Symbool Beschrijving
Smart Zoom aan
Fotoresolutie
Autofocus continu aan
Fotokwaliteit
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Flitser
Sound Alive Aan
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Autofocusinstelling
Timer
Basisfuncties
26

Het modusscherm gebruiken

Scène
Beeld
in
beeld
Panorama
Artis
tieke
pen
Magi
ch
r
itste
opname
Creat
ieve
filmma
ker
Selecteer een modusscherm door de modusdraaiknop te draaien en selecteer een modus in het modusscherm door een pictogram te selecteren.

Een modusscherm selecteren

Draai in de opname- of afspeelmodus de modusdraaiknop om een modusscherm weer te geven.
1
Scène
Panorama
Magisch
Gesplitste
s
Gespl
kade
kader
opname
2
Artistieke
HDR
pen
Creatieve filmmaker
Huidig modusvenster
Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan.
Moduspictogrammen
Draai de navigatieknop of druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en druk op [ om de modus weer te geven.
Beeld in
beeld
Nr. Beschrijving
1
2
o
]
Basisfuncties

Pictogrammen op het modusscherm

<Magisch Plus>
Beschrijving
Symbool
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 48)
Panorama: Een serie foto's maken en combineren om een panoramisch beeld te maken. (pag. 50)
Magisch kader: een foto maken met verschillende kadereffecten. (pag. 53)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 54)
Beeld in beeld: een achtergrondfoto vastleggen en een kleinere foto of video op de voorgrond invoegen. (pag. 55)
Artistieke pen: een foto maken en een video opslaan waarin wordt weergegeven hoe het filtereffect moet worden toegepast. (pag. 56)
HDR: scènes vastleggen met de nadruk op middentonen door de donkere en heldere gebieden te beperken. (pag. 57)
Creatieve filmmaker: een film maken met foto's of video's. (pag. 58)
27
Het modusscherm gebruiken
<Wi-Fi>
Beschrijving
Symbool
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (pag. 132)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 133)
Delen op sociale netwerken: foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 135)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 139)
Cloud: foto's uploaden naar een cloudserver. (pag. 140)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de
camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (pag. 141)
TV Link: foto's of video's die u hebt opgenomen met de camera, weergeven op een breedbeeldtelevisie. (pag. 143)
Basisfuncties
28

Opties of menu's selecteren

Als u een optie of een menu wilt selecteren, drukt u op [m] of [f].

[MENU] gebruiken

Als u opties wilt selecteren, drukt u op [m] en draait u de navigatieknop of drukt u op [D/c/F/t] of [o].
Druk in de opnamemodus op [m].
1
Draai de navigatieknop of druk op [D/c/F/t] om
2
naar een menu of een optie te scrollen.
of
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het
3
gemarkeerde menu te bevestigen.
Basisfuncties
Teruggaan naar het vorige menu
Druk nogmaals op [m] om terug te gaan naar het vorige menu.
Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
29
Loading...
+ 161 hidden pages