Samsung DIGIMAX A5 User Manual [nl]

Hartelijk dank voor het aanschaffen van een camera van Samsung. Deze handleiding biedt alle informatie die u nodig hebt om de camera te kunnen gebruiken, inclusief het maken van opnamen, het downloaden van afbeeldingen en het gebruiken van de toepassingssoftware. Lees deze handleiding goed door voordat u gaat werken met uw nieuwe camera.
Figuren (afbeeldingen) die worden gebruikt in de handleiding, zijn gebaseerd op model Digimax A5.
NEDERLANDS
Digimax A53
2
Instructies
Gebruik deze camera in de onderstaande volgorde
Sluit de
USB-kabel aan
Installeer het stuurprogramma
voor de camera
Voordat u de camera, via de USB-kabel, aansluit op een PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Installeer het stuurprogramma voor de camera dat wordt meegeleverd op de cd­rom met toepassingssoftware.(p.97)
Maak een foto.(p.21)
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de USB­poort van de PC en op de USB-aansluiting van de camera.(p.105)
Controleer of de camera is ingeschakeld. Als de camera is uitgeschakeld, zet u deze aan met de aan/uit-schakelaar.
Maak een foto
Controleer of de camera is
ingeschakeld
Controleer
[Removable Disk]
Open Windows Verkenner en zoek naar [Removable Disk].(p.106)
Als u een kaartlezer gebruikt om de opnamen op de geheugenkaart te kopiëren naar uw pc, kunnen de opnamen beschadigd raken. Als u de opnamen die u hebt gemaakt met de camera wilt overdragen naar uw pc, gebruikt u altijd de meegeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op de pc. Houdt u er rekening mee dat de fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor verlies of beschadiging van opnamen op de geheugenkaart bij gebruik van een kaartlezer.
3
Inhoud
Kennis maken met uw camera 5 Informatie over de pictogrammen 5 Gevaar 6 Waarschuwing 6 Voorzichtig 7 Waarschuwing van FCC 7 Deze digitale camera kan worden gebruikt voor 8 Inhoud verpakking 10 Identificatie van functies 11
Voor- en bovenzijde 11 Achter- en onderzijde 11 Zijkant / Knop voor 5 functies 12 Keuzeschijf voor modusselectie 12
Aansluiten op een voedingsbron 15
Het gebruik van een voedingsadapter (3.3V 2.0A) 15
De batterijen gebruiken 16 Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart 17
Onderhoud uitvoeren op de
geheugenkaart 17
De gegevens op de geheugenkaart
beschermen 17 De geheugenkaart plaatsen 19 De geheugenkaart verwijderen 19
Indicator LCD-scherm 20 De opnamemodus starten 21
De modus AUTO gebruiken 21
De modus PROGRAMMA gebruiken 22
De AS-modus gebruiken 22
De M-modus gebruiken 23
De modus SPRAAKOPNAME
gebruiken 23
De modus FILMCLIP gebruiken 24
Pauzeren tijdens het opnemen van een filmclip (voor continu opnemen) 24 NACHT-modus 25
De modus SCÈNE gebruiken 25 Waar u op moet letten bij het maken van opnamen 26 De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen 27
AAN/UIT-knop 27
SLUITER-knop 27 Zoomknop W/T 27 Knop Spraakmemo/OMHOOG 29 Knop Macro/Omlaag (Scherpte-instelling) 30 Vergrendeling scherpte-instelling 31 Knop FLITSER/LINKS 32 Knop voor zelfontspanner/Rechts 34 Knop MENU/OK 35 Knop +/- 36 Knop ASM (knop voor handmatige en scènemodus) 39 LCD-knop 41 Het LCD-scherm gebruiken om de camera-instellingen te wijzigen 42 Het menu gebruiken 44
Formaat 44
Kwaliteit 45
Lichtmeting 46
Continue opname 46
Effect 47
Scherpte 48
De cameraconfiguratie opslaan/
laden (MIJNINST) 49
Scène 50
Afspeelmodus starten 51
Een stilstaand beeld afspelen 51
Bewegende beelden afspelen 52
GEREED
OPNAME
AFSPELEN
4
Inhoud
Een spraakopname afspelen 52 Indicator LCD-scherm 53 De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen 54
Knop Miniaturen/ Vergroting 54
Knop Spraakmemo/ OMHOOG 55
Knop voor afspelen en pauzeren/
Omlaag 56
Knop LINKS/ RECHTS/ MENU/ OK 57
LCD-knop 57
Wisknop 58 De afspeelfunctie instellen met behulp van het LCD-scherm 59 De diashow starten 62 Een opname draaien 63 AFM.WIJZ 64 Opnamen beveiligen 65 Alle opnamen verwijderen 66 DPOF 66 DPOF : STANDRD 67 DPOF : INDEX 67 DPOF : AFDRUK 68 DPOF : ANNULEER 68 KOPIE 69 PictBridge 70 PictBridge: selectie van opnamen 71 PictBridge : PRINT 72 PictBridge: Afdrukinstelling 73 PictBridge: RESET (HERSTELLEN) 74
Menu Setup 75 Bestandsnaam 76 Automatische uitschakeling 77 Taal 78 Een geheugenkaart formatteren 79 Datum/tijd instellen 80 Datumtype 80 De opnametijd afdrukken 81
Functielampje 81 Geluid 82 Een extern apparaat aansluiten (via USB) 83 Helderheid LCD 83 Snelweergave 84 Initialisatie 84 Het menu MijnCAM instellen 85 Beginafbeelding 85 Sluitertoon 86 Begingeluid 86 Belangrijke opmerkingen 87 Waarschuwingsindicator 89 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum 90 Specificaties 93
Opmerkingen met betrekking tot software 95 Systeemvereisten 95 Informatie over de software 96 De toepassingssoftware installeren 97 PC-modus starten 105 Het USB-stuurprogramma verwijderen onder Windows 98SE 108 Verwisselbare schijf 109 De verwisselbare schijf verwijderen 110 Het USB-stuurprogramma installeren op de MAC 111 Het USB-stuurprogramma gebruiken op de MAC 111 Digimax Viewer 2.1 112 PhotoImpression gebruiken 113 Digimax Reader 114 FAQ (Veelgestelde vragen) 116
SOFTWARE
SETUP
5
Kennis maken met uw camera
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een digitale camera van Samsung.
Lees, voordat u deze camera gaat gebruiken, eerst de gebruikershandleiding zorgvuldig door. Wanneer u service nodig hebt, neemt u de camera en de accessoires die verantwoordelijk zijn voor de storing aan de camera (zoals batterijen, geheugenkaart, enz.) mee naar het geautoriseerde servicecentrum of de winkel waar U de camera heeft gekocht. Controleer voordat u de camera wilt gaan gebruiken (bijvoorbeeld vóór een uitstapje of een belangrijke gebeurtenis) of deze correct werkt om teleurstellingen te voorkomen. Samsung camera accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies of voor enige schade die het gevolg is van storingen aan de camera. Bewaar de handleiding op een veilige plek. Microsoft Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle merk- en productnamen in deze handleiding zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van deze camera die u helpen op een veilige en juiste wijze te werken met deze camera. Hierdoor voorkomt u schade en letsel bij anderen.
Informatie over de pictogrammen
GEVAAR
GEVAAR geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot minder ernstig letsel.
6
Gevaar
Probeer deze camera niet op enigerlei wijze aan te passen. Dit kan namelijk leiden tot brand, letsel, elektrische schokken of ernstige schade aan u of uw camera. Interne inspectie, onderhoud en reparaties dienen te worden uitgevoerd door uw leverancier of door het servicecentrum voor cameras van Samsung. Gebruik dit product niet in de directe nabijheid van brandbare of explosieve gassen, aangezien hierdoor het risico van een explosie toeneemt. Gebruik de camera niet meer als er vloeistof of vreemde voorwerpen in zijn binnengedrongen. Schakel de camera uit en verwijder de stroombron (batterijen of wisselstroomadapter). U moet contact opnemen met uw leverancier of met het servicecentrum voor cameras van Samsung. Ga niet door met het gebruik van de camera omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schokken. Stop geen metalen of brandbare voorwerpen in de camera via de toegangspunten, zoals de kaartsleuf of het batterijvak. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Gebruik deze camera niet met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische schokken.
Maak geen gebruik van de flitser in de onmiddellijke nabijheid van mensen of dieren. Als de
flitser te dicht bij de ogen van het onderwerp afgaat, kan dit leiden tot schade aan de ogen.
Richt, bij het maken van fotos, nooit de lens van de camera rechtstreeks op een zeer
krachtige lichtbron. Dit kan leiden tot permanente schade aan uw ogen.
Houd dit product en de bijbehorende accessoires om veiligheidsredenen buiten het bereik van
kinderen of dieren om ongelukken te voorkomen zoals
het inslikken van batterijen of kleine camera-accessoires. Neem in het geval van een ongeluk onmiddellijk contact op met een arts.
Er bestaat een kans op letsel door de bewegende onderdelen van de camera. Batterijen en camera kunnen heet worden bij langdurig gebruik.Dit kan leiden tot storingen in de camera. Als dit gebeurt, laat u de camera enkele minuten ongebruikt zodat deze kan afkoelen. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Laat deze camera niet achter op plekken waar de temperatuur extreem kan oplopen, zoals een afgesloten voertuig, direct zonlicht of andere plaatsen waar extreme temperatuurschommelingen optreden. Blootstelling aan extreme temperaturen kan een negatieve invloed hebben op de interne onderdelen van de camera en kan leiden tot brand. Dek de camera of wisselstroomadapter nooit af tijdens het gebruik. Hierdoor kan de temperatuur hoog oplopen, waardoor de camerabehuizing beschadigd kan raken en er brand kan ontstaan. Gebruik de camera en de bijbehorende accessoires altijd in een goed geventileerde ruimte.
Waarschuwing
7
Voorzichtig
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera. Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in een open vuur.
Plaats de batterijen in de juiste richting. Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende langere tijd niet wilt gebruiken. Batterijen kunnen gaan lekken en de onderdelen van de camera onherstelbaar beschadigen. Gebruik de flitser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt met een of ander voorwerp. Raak de flitser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden. Vervoer de camera niet als deze is ingeschakeld en u gebruik maakt van de wisselstroomadapter. Schakel de camera na gebruik altijd uit voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert. Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
Waarschuwing van FCC
Tests hebben aangetoond dat dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in commerciële installaties. Dit apparaat genereert, absorbeert en straalt RF-energie (Radio Frequentie) uit. Als het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit leiden tot verstoring van het radioverkeer. Er is echter geen garantie dat er in sommige gevallen geen interferentie zal optreden. Als er toch interferentie optreedt terwijl het apparaat in werking is, probeert u één of meer van de volgende maatregelen.
Wijzig de locatie en richting van uw antenne. Vergroot de afstand tussen de camera en het apparaat waarvan de werking wordt verstoord. Gebruik een andere aansluiting op het desbetreffende apparaat. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Samsung of met een radio/TV-installateur.
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-voorschriften. Door wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door de verantwoordelijke conformiteitsinstantie zijn goedgekeurd, kan de gebruiker zijn of haar bevoegdheid voor het gebruik van de apparatuur verliezen.
8
Deze digitale camera kan worden gebruikt voor
Afdrukken van opnamen met behulp van een gespecialiseerde printer, printer met DPOF- en PictBridge-ondersteuning of een ontwikkelcentrale met DPOF­apparatuur. (Raadpleeg pagina 66~74)
Downloaden van
beeldbestanden van
camera naar computer.
(Raadpleeg pagina 106)
Bewerken van fotos op een PC
(Raadpleeg pagina 113)
Maak een foto.
(Raadpleeg pagina 21)
9
Deze digitale camera kan worden gebruikt voor
Rechtstreeks invoegen van foto's in
een elektronisch document
Maken van een zelfportret en de foto gebruiken om uw kalender een persoonlijk tintje te geven
U kunt zelfs uw eigen unieke cadeaupapier
maken met behulp van uw digitale opnamen.
Maken van een digitaal fotoalbum
Spraakopnamen maken.
(Raadpleeg pagina 23)
Bewegende beelden opnemen
(Raadpleeg pagina 24)
10
Inhoud verpakking
Controleer of u over de juiste productonderdelen beschikt voordat u het product gaat gebruiken.
gemarkeerde inhoud is optioneel.
Digitale camera
Draagriem voor
camera
USB-kabelOpbergtasje
Gebruikershandleiding
SD-geheugenkaartCd met softwareProductgarantie
2 AA-
alkalinebatterijen
Wisselstroomadapter
(SAC-32, 3.3V)
Batterijlader
Oplaadbare
batterij
NetnoerBatterijlader
Oplaadbare
batterij
Netnoer
Digimax Battery I-Pack : SNB-2312 KIT Digimax Battery I-Pack : SBP-1303 KIT
11
Identificatie van functies
Voor- en bovenzijde
Achter- en onderzijde
* Bij gebruik van de digitale zoom voor het maken van een opname kan de compositie van de
opname afwijken afhankelijk van of u het LCD-scherm of de zoeker gebruikt. De opname wordt gemaakt in de compositie zoals die te zien in op het LCD-scherm.
Zoeker
Lampje voor flitser (rood)
Keuzeschijf voor modusselectie
Lampje voor automatische scherpte-instelling (AF - groen)
Zoomknop W (Miniatuurmodus)
LCD-knop
Zoomknop T (Digitale zoom)
Knop voor 5 functies
Aansluitpunt voor statief
Knop ASM (handmatige en scènemodus)
Knop voor de
afspeelmodus
Aansluitpunt voor gelijkstroomvoeding
USB-aansluiting
LCD-scherm
+/-, Knop
VERWIJDEREN
Sluiterknop
Aan/uit-knop
Microfoon
Spiegel voor
zelfportret
Luidspreker
Lens
Keuzeschijf voor modusselectie
Zoeker
Flitser
Functielampje
12
Identificatie van functies
PROGRAMMA
Selecteer deze modus om snel en eenvoudig foto's te maken met minimale gebruikersinteractie.
Als u de automatische modus selecteert, worden de optimale instellingen geconfigureerd voor de camera. U kunt nog steeds alle functies configureren, met uitzondering van de iris en de sluitersnelheid.
Modus AUTO
U kunt de gewenste werkmodus selecteren met behulp van de keuzeschijf aan de bovenkant van de camera. Deze digitale camera beschikt over 8 opnamemodi. Deze worden hieronder aangegeven.
Zijkant / Knop voor 5 functies
Keuzeschijf voor modusselectie
Batterijvak
Sleuf voor geheugenkaart
Afdekklepje Batterijvakje
Knop
FLITSER/LINKS
Knop MENU /
OK
Knop MACRO/OMLAAG
Knop ZELFONTS PANNER / RECHTS
Knop voor spraakmemo / OMHOOG
13
Identificatie van functies
Modus voor diafragmaprioriteit/sluiterprioriteit In de DS-modus kunnen het diafragma en de sluitersnelheid handmatig worden ingesteld.
Modus AS
Modus HANDMATIG In deze modus kunnen de diafragmawaarde, de sluitersnelheid en verschillende andere functies handmatig worden ingesteld.
Modus M
Het maken van een spraakopname kan doorgaan zolang er voldoende geheugencapaciteit beschikbaar is. (Max: 1 uur)
- Bestandstype voor spraakopname : *.wav
Modus SPRAAKOPNAME
Er kunnen nu bewegende beelden worden opgenomen zolang de beschikbare geheugencapaciteit dat toelaat.
- Afmeting : 640X480, 320X240, 160X120 (door gebruiker te selecteren)
- Bestandstype voor bewegende beelden : *.avi
Modus FILMCLIP
Gebruik het menu om op eenvoudige wijze optimale instellingen te kiezen voor een reeks opnamesituaties zoals portretten, kinderen, landschappen, tekstherkenning, close­ups, zonsondergangen, zonsopkomsten, tegenlicht, vuurwerk, strandscènes en sneeuwlandschappen.
SCENE-modus
Deze modus wordt s nachts gebruikt of als de achtergrond erg donker is.
NACHT-modus
14
Identificatie van functies
Functielampje en lampje voor zelfontspanner
Functie Omschrijving
De eerste 7 seconden knippert het lampje éénmaal per seconde. Gedurende de laatste 3 seconden knippert het lampje éénmaal per 0,25 seconde. *
De lamp werkt tijdens het gebruik van de zelfontspanner zelfs als de lamp is uitgeschakeld in de configuratie.(Op basis van zelfontspanner van 10 seconden. Zie p.34)
Het functielampje knippert en gaat vervolgens uit als de camera gereed is voor het maken van een opname
Het functielampje knippert eenmaal Functielampje knippert met tussenpozen van 1 seconde
MODUS
Pictogram
Pictogram
MODUS
SCÈNE
AUTO
PROGRAMMA
AS
M
SPRAAKOPNAME
FILMCLIP
NACHTSCÈNE
AFSPELEN
KINDEREN
Moduspictogrammen
LANDSCHAPPEN
CLOSE UP
TEXT
PORTRET
ZONSONDER
-GANGEN
ZONSOPKOMSTEN
TEGENLICHT
VUURWERK
STRANDSCÈNES EN
SNEEUVLANDSCHAPPEN
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Niet scherpgesteld. PC-modus: Bezig met verzenden van gegevens
Opnamemodus (druk lichtjes op de sluiterknop): Scherpgesteld.
Aan
Groen
Kleur Status Camerastatus
Knipperend
Flitser tijdens het opladen Flitser gereed
Aan
Rood
Lampje voor automatische scherpte-instelling
Lampje voor flitser
Kleur Status Camerastatus
Aan
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld met de LCD-knop. PC-modus: Als de USB-kabel is aangesloten.
Groen
Lampje schijf voor modusselectie
Terwijl de zelfontspanner is ingeschakeld
Inschakelen Na het maken van een opname
Tijdens opname van filmclip Tijdens spraakopname
15
Aansluiten op een voedingsbron
Belangrijke informatie over het gebruik van batterijen.
De alkalinebatterijen zijn overal verkrijgbaar, maar hun levensduur is afhankelijk van het merk batterijen en de omstandigheden tijdens het gebruik van de camera. Schakel, als u de camera niet gebruikt, altijd de stroom uit. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Verwijder de batterijen als de camera gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Batterijen verliezen vermogen met het verstrijken van de tijd en kunnen gaan lekken als u ze in de camera laat zitten. Wij adviseren u gebruik te maken van ALKALINE-batterijen met een grote capaciteit aangezien mangaanbatterijen niet voldoende vermogen leveren. Lage temperaturen (beneden 0°C) kunnen de prestaties van de batterijen nadelig beïnvloeden en kunnen de levensduur van de batterijen bekorten. De batterijen herstellen zich gewoonlijk bij normale temperaturen. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar heen. Bij langdurig gebruik van de camera kan de behuizing warm worden. Dit is volstrekt normaal.
INFORMATIE
Als u toegang tot een netvoeding hebt, kunt u de camera gedurende lange tijd gebruiken met behulp van een wisselstroomadapter (3.3V 2.0A). Sluit de aansluitplug aan op de camera (DC IN 3.3V ). Verwijder de batterijen uit de camera als u een wisselstroomadapter gebruikt.
Het gebruik van een voedingsadapter (3.3V 2.0A)
De camera kan op twee manieren van stroom worden voorzien. U kunt batterijen of een wisselstroomadapter (100V ~ 250V) (gelijkstroom 3.3V / 2,0A) gebruiken. Wij adviseren u bij een digitale camera gebruik te maken van batterijen. (Binnen een jaar na de productiedatum). Niet-oplaadbare batterijen : Type AA - Alkaline, Ni-Mn, Ni-Zn, Lithium
Type CR-V3 - Lithium
Oplaadbare batterijen : Type AA - Ni-MH (Samsung SNB-2312 aanbevolen),
Ni-Cd (meer dan 1000mAh)
Type CR-V3 - Samsung SBP-1303 (lithium-ionbatterij)
16
Aansluiten op een voedingsbron
Batterijstatus
Indicator voor batterijstatus
De batterijen zijn
volledig opgeladen
Nieuwe batterijen
voorbereiden
De batterijen zijn bijna leeg.
Plaats nieuwe batterijen.
Op het LCD-scherm worden 3 indicatoren voor de batterijstatus weergegeven.
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak door ertegen te duwen totdat het vastklikt.
2.
Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
1. Open het afdekklepje voor het batterijvak door het in de richting van de pijl te duwen.
: Als de camera niet wordt ingeschakeld nadat u batterijen hebt
geplaatst, controleert u of de batterijen correct zijn geïnstalleerd (+/-).
De batterijen gebruiken
[ De AA-batterij plaatsen ]
[ De CR-V3--batterij plaatsen ]
Schakel altijd de stroom uit voordat u de wisselstroomadapter uit het stopcontact verwijdert Net als bij alle apparaten die worden aangesloten op de netvoeding, is de veiligheid van groot belang. Zorg ervoor dat de camera en de adapter niet in contact komen met water of met metalen voorwerpen. Zorg ervoor dat u een correct type wisselstroomadapter(3.3V 2.0A) gebruikt voor de camera. Als u dit niet doet, kan dat uw garantie ongeldig maken.
GEVAAR
17
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Formatteer de geheugenkaart (zie p. 79).Als u een nieuw aangeschafte kaart voor het eerst gebruikt, bevat deze gegevens die niet kunnen worden herkend door de camera of opnamen die zijn gemaakt met een andere camera. Zet de camera uit als u de geheugenkaart gaat plaatsen of verwijderen. Naarmate de geheugenkaart vaker wordt gebruikt, nemen de prestaties uiteindelijk af. Als dit gebeurt, moet u een nieuwe geheugenkaart aanschaffen. Slijtage van de geheugenkaart valt niet onder de garantie van Samsung. De geheugenkaart is een elektronisch precisie-instrument. Buig de geheugenkaart niet om, laat deze niet vallen en stel deze niet bloot aan zware druk. Berg de geheugenkaart niet op in een omgeving met krachtige elektronische of magnetische velden (bijvoorbeeld in de buurt van luidsprekers of TV-toestellen). Gebruik deze kaart niet en berg deze niet op in een omgeving waarin sprake is van grote temperatuurschommelingen. Zorg ervoor dat de geheugenkaart niet vuil wordt en dat deze niet in contact komt met vloeistoffen van enigerlei aard. Als dit toch gebeurt, maakt u de geheugenkaart schoon met een zachte doek. Bewaar de geheugenkaart in de bijbehorende opberghoes als u de kaart niet gebruikt. Tijdens en na perioden van langdurig gebruik, kan de geheugenkaart warm aanvoelen. Dit is volstrekt normaal. Gebruik geen geheugenkaart die al is gebruikt in een andere digitale camera of geheugenkaartlezer. Gebruik geen geheugenkaart die is geformatteerd door een andere digitale camera of geheugenkaartlezer.
Onderhoud uitvoeren op de geheugenkaart
Als het volgende aan de hand is, bestaat de kans dat de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken:
- Als de geheugenkaart op onjuiste wijze wordt gebruikt.
- Als de stroom wordt uitgeschakeld of de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het opnemen, verwijderen (formatteren) of lezen.
Samsung kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van gegevens. Het is raadzaam belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, CD, enz. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is : Als u de sluiterknop half indrukt bij het maken van een opname, wordt het bericht [KAART VOL!] weergegeven en werkt de camera niet. U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in de camera optimaliseren door de geheugenkaart te vervangen of door overbodige opnames te verwijderen van de geheugenkaart.
De gegevens op de geheugenkaart beschermen
18
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Als u het klepje van het batterijvak opent terwijl de camera is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. Verwijder de geheugenkaart niet als het lampje voor automatische scherpte-instelling (groen) brandt, omdat anders de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
INFORMATIE
[ SD-geheugenkaart (Secure Digital) ]
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Label
Kaartpennen
De camera kan SD-geheugenkaarten en Multi Media Cards (MMC).
De SD-geheugenkaart heeft een schakelaar voor schrijfbeveiliging waarmee u kunt voorkomen dat beeldbestanden worden verwijderd of dat de kaart wordt geformatteerd. Als u de schakelaar naar de onderkant van de SD-geheugenkaart toeschuift, zijn de gegevens beveiligd. Als u de schakelaar naar de bovenkant van de SD-geheugenkaart toeschuift, wordt de beveiliging opgeheven. Schuif de schakelaar naar de bovenkant van de SD-geheugenkaart voordat u een opname gaat maken.
Bij gebruik van het interne geheugen van 16MB, beschikt u volgens de specificaties over de volgende capaciteit voor continue opname. Deze getallen zijn schattingen omdat de beeldcapaciteit kan worden beïnvloed door variabelen zoals het onderwerp.
Modus
Kwaliteit/ Formaat
2592 2272 2048 1600 1024 640 640 320 160
SUPERHOOG
456112770 - - -
HOOG
8 11 13 22 55 140 - - -
NORMAAL
13 17 20 34 83 206 - - -
30FPS - - - - - - 19SEC 41SEC
2MIN 10SEC
15FPS - - - - - - 31SEC
1MIN 18SEC
3MIN 48SEC
Modus STILSTAAND BEELD Modus FILMCLIP
19
De geheugenkaart plaatsen
1. Schakel de stroom uit met behulp van de aan/uit-knop. Open het afdekklepje voor het batterijvak en druk op de geheugenkaart zoals in de afbeelding wordt aangegeven.Laat de kaart vervolgens los.
2. Verwijder de geheugenkaart en sluit het klepje voor het
batterijvak.
3.
Sluit het klepje van het batterijvak door erop te drukken totdat u een klik hoort. Als de geheugenkaart niet soepel naar binnen schuift, mag u geen extra kracht gebruiken om de kaart te plaatsen. Controleer de plaatsingsrichting en breng de kaart vervolgens op de juiste wijze aan. Breng de geheugenkaart niet in de verkeerde richting in. Als u dit wel doet, kan de sleuf voor de geheugenkaart beschadigd raken.
2. Zorg dat de voorkant van de geheugenkaart in de richting van de achterkant van de camera (LCD-scherm) en de kaartpinnen in de richting van de voorkant van de camera (lens) wijzen en druk de geheugenkaart vervolgens in de kaartsleuf totdat u een klik hoort.
1. Zet de camera uit en trek het klepje voor het batterijvak in de richting van de pijl om de batterijvak te openen.
De geheugenkaart verwijderen
20
Indicator LCD-scherm
[ Beeld & volledige info ]
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1 Batterij p.16
3 Continue opname p.46 4 Flitser p.32 5 HandmatigZelfontspanner p.34 6 Macro p.30 7 Lichtmeting p.46 8 Indicator Kaart geplaatst 9
Kader voor automatische scherpte-instelling
10
Waarschuwing bij bewegen van camera
p.26
11 Datum/Tijd
2004.09.01 01:00 PM 12 Belichtingscorrectie p.38 13 Witbalans p.37~38
Het LCD-scherm geeft informatie weer over de opnamefuncties en -selecties.
Opnamemodus
2
p.12~13
p.49
AEB
21
Indicator LCD-scherm
14
ISO
p.36
15
Scherpte
p.48
16
Beeldkwaliteit
p.45
17
Beeldformaat
2592, 2272, 2048, 1600, 1024, 640
p.44
Aantal resterende fotos 8
Resterende opnametijd (bewegende beelden/spraakopname)
00:00:19/ 00:25:00
19
Spraakmemo
p.29
20
Optische zoom/ digitale zoomfactor
De opnamemodus starten
1. Plaats de batterijen(p. 16). Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de geheugenkaart (p. 19)
3. Sluit het klepje voor het batterijvak.
4. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen. (Als de datum en tijd die worden weergegeven op het LCD-scherm onjuist zijn, stelt u deze opnieuw in voordat u een opname gaat maken.)
5. Selecteer de modus AUTO door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
De modus AUTO ( ) gebruiken
[Modus AUTO]
18
Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp. In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
INFORMATIE
22
De modus PROGRAMMA ( ) gebruiken Als u de automatische modus selecteert, worden de optimale instellingen geconfigureerd voor de camera. U kunt nog steeds alle functies configureren, met uitzondering van de diafragmawaarde en de sluitersnelheid.
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus PROGRAMMA door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de menuknop om geavanceerde functies te configureren, zoals beeldformaat (p. 44), kwaliteit (p. 45), lichtmeting (p. 46), continue opname (p. 46) beeldeffecten (p. 47), scherpte (p. 48) en MIJNINST (p. 49).
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
De opnamemodus starten
[ PROGRAMMA ]
De AS-modus ( ) gebruiken In deze modus kunnen het diafragma en de sluitersnelheid handmatig worden ingesteld.
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de AS-modus door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Gebruik de knoppen ASM, Omhoog/Omlaag/Links/Rechts om de diafragmawaarde en sluitersnelheid te selecteren.
* Zie pagina 39 voor een gedetailleerde beschrijving van de
instellingen voor diafragma en sluitertijd.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[ Modus-AS ]
23
De opnamemodus starten
De M-modus ( ) gebruiken In deze modus kunnen het diafragma en de sluitersnelheid handmatig worden ingesteld. Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de H-modus door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Gebruik de knoppen ASM, Omhoog/Omlaag/Links/Rechts om de diafragmawaarde en sluitersnelheid te selecteren.
* Zie pagina 40 voor een gedetailleerde beschrijving van
de instellingen voor diafragma en sluitertijd.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
* Als de H-modus is geselecteerd, wordt onder aan het LCD-
scherm een balk weergegeven met de belichtingswaarde. ( )
[ Modus M ]
De modus SPRAAKOPNAME ( ) gebruiken
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus SPRAAKOPNAME door aan de keuzeschijf te draaien.
6. Druk op de sluiterknop om een spraakopname te maken.
- Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een spraakopname gemaakt zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat (maximaal: 1 uur). De opnametijd wordt weergegeven op het LCD-scherm. Als u de sluiterknop loslaat, gaat het maken van de spraakopname gewoon door.
- Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de
sluiterknop.
- Bestandstype : *.wav
* 40cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste
afstand voor het maken van geluidsopnames.
* Het lampje voor automatische scherpte-instelling (groen)
knippert tijdens het maken van spraakopnamen.
[ SPRAAKOPNAME ]
START:SHUTTER
STANDBY
24
De opnamemodus starten
[ Modus FILMCLIP ]
De modus FILMCLIP ( ) gebruiken
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus FILMCLIP door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Het pictogram voor de modus FILMCLIP en de beschikbare opnametijd worden weergegeven op het LCD-scherm
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm. Druk op de sluiterknop om filmclips op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, worden nog steeds filmclip opgenomen. De opnametijd wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop. Beeldformaat en bestandstype worden hieronder aangegeven.
- Afmeting : 640x480, 320 x 240, 160x120(door gebruiker te selecteren)
- Bestandstype : *.avi
Pauzeren tijdens het opnemen van een filmclip (voor continu opnemen) Met deze camera kunt u tijdelijk stoppen bij ongewenste scènes tijdens het opnemen van een filmclip. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes opnemen in een filmclip zonder meerdere filmclips te hoeven maken.
Continu opnemen gebruiken
Stappen 1 t/m 6 zijn gelijk aan die voor de modus FILMCLIP.
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm. Druk op de sluiterknop om filmclips op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, worden nog steeds filmclip opgenomen.
8. Druk op de pauzeknop ( ) om het opnemen tijdelijk te onderbreken.
9. Druk nogmaals op de pauzeknop ( ) om het opnemen te hervatten.
10. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de
sluiterknop.
[ Continu opnemen van een filmclip ]
25
De opnamemodus starten
De modus SCÈNE ( ) gebruiken Gebruik het menu om op eenvoudige wijze optimale instellingen te kiezen voor een reeks opnamesituaties zoals portretten, kinderen, landschappen, tekstherkenning, close-ups, zonsondergangen, zonsopkomsten, tegenlicht, vuurwerk, strandscènes en sneeuwlandschappen. Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor de modus AUTO.
5. Selecteer de modus SCÈNE door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Druk op de knop ASM (handmatige en scènemodus) en gebruik de knop Links of Rechts om het submenu te selecteren.
7. Klik, nadat u het gewenste submenu hebt geselecteerd, op de knop ASM (handmatige en scènemodus) of op de knop OK.
8. Het pictogram voor de huidige scène wordt in de linkerbovenhoek van het LCD-scherm weergegeven.
9. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
10. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
[ SCENE-modus ]
NACHT-modus ( ) Deze modus wordt s nachts gebruikt of als de achtergrond erg donker is. Het is mogelijk dat de camera trilt. Als dat het geval is, lost u dit probleem op door een statief te gebruiken. Gebruik de knoppen ASM, Omhoog/Omlaag/Links/Rechts om de diafragmawaarde en sluitersnelheid te selecteren. Zie pagina 39 voor een gedetailleerde beschrijving van de instellingen voor diafragma en sluitertijd.
[ NACHT-modus ]
26
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor de flitser te bevestigen. Druk op de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en camera­instellingen. Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser inschakelen. Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt u de instelling [TGNLICHT] in de scènemodus (zie pagina 50), steunflits (zie pagina 32), spotmeting (zie pagina 46), of belichtingscorrectie (zie pagina 38). Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto. Aangezien wat u ziet door de zoeker enigszins kan afwijken van de uiteindelijke foto wanneer u deze neemt van een afstand van minder dan 1,5m, wordt geadviseerd gebruik te maken van het LCD-scherm bij het maken van de compositie. Als u veelvuldig gebruik maakt van de LCD-scherm, raken de batterijen snel leeg. U wordt geadviseerd het LCD-scherm uit te schakelen en zo veel mogelijk gebruik te maken van de optische zoeker om de batterijen te sparen. Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp (zoals een stok
of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
[ De sluiterknop indrukken ]
27
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
U kunt de opnamemodus instellen met behulp van de cameraknoppen.
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen. Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt gebruikt, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
AAN/UIT-knop
Gebruikt voor het maken van opnamen (beelden of spraak) in de OPNAMEMODUS. In de modus FILMCLIP: Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, wordt het opnemen van bewegende beelden gestart. Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een filmclip opgenomen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop. In de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) Als u de sluiterknop halverwege indrukt, wordt de automatische scherpte-instelling geactiveerd en wordt de instelling van de flitser gecontroleerd. Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de foto gemaakt en worden de afbeeldingsgegevens opgeslagen. Als u het opnemen van een spraakmemo selecteert, wordt begonnen met opnemen zodra het opslaan van de beeldgegevens is voltooid.
SLUITER-knop
Zoomknop W/T
Als het menu niet wordt weergegeven, werkt de knop als knop voor OPTISCHE ZOOM of DIGITALE ZOOM.
28
Zoomknop W/T
Deze camera heeft een functie voor 3X optisch en 4X digitaal zoomen. Als u beide gebruikt, hebt u de beschikking over een zoomfactor van 12X.
TELE-zoom
Optical zoom TELE : Druk op de zoomknop T. Hiermee kunt u inzoomen op het
onderwerp waardoor dit dichterbij lijkt.
Digitale zoom TELE : Als de maximale optische zoomfactor (3X) is ingeschakeld, kunt
u de digitale zoomsoftware activeren door op de zoomknop T te drukken. Als u de zoomknop T loslaat, blijft de op dat moment gekozen instelling voor de digitale zoomfunctie actief. Als de maximale digitale zoomfactor (4X) is ingeschakeld, heeft het indrukken van de zoomknop T geen effect.
[ WIDE-zoom ] [ TELE-zoom ] [ Digitale zoom 2,0X ]
Druk op de
zoomknop T.
Druk op de
zoomknop T.
WIDE-zoom
Optical zoom WIDE : Op de zoomknop W drukken. Hiermee kunt u uitzoomen op het
onderwerp waardoor dit verderaf lijkt. Als u continu op de knop W drukt, wordt de camera ingesteld op de minimale zoominstelling. De afstand tussen camera en onderwerp ljikt dan het grootst.
Digital zoom WIDE : Als de digitale zoomfunctie actief is, kunt u de digitale zoomfactor
stapsgewijs verkleinen door op de zoomknop W te drukken. Als u de zoomknop W loslaat, wordt de digitale zoomfunctie uitgeschakeld. Als u op de zoomknop W drukt, wordt eerst de digitale en vervolgens de optische zoomfactor verkleind totdat de minimale instelling is bereikt.
[ TELE-zoom ]
[ Optische zoom 2X ]
[ WIDE-zoom ]
Druk op de
zoomknop W.
Druk op de
zoomknop W.
[ Digitale zoom 4,0X ]
[ Digitale zoom 2,0X ] [ TELE-zoom ]
Druk op de
zoomknop W.
Druk op de
zoomknop W.
Optische zoomfunctie
Digitale zoomfunctie
29
Zoomknop W/T
U kunt de digitale zoomfunctie alleen gebruiken als het LCD-scherm is ingeschakeld. Het verwerken van opnames die zijn gemaakt met behulp van de digitale zoomfunctie duurt mogelijk iets langer. Dit kan even duren. De digitale zoom werkt niet in de modus voor nachtopnamen. Het gebruik van de digitale zoomfunctie kan leiden tot een lager beeldkwaliteit. De zoomfunctie kan niet worden geactiveerd tijdens het opnemen van bewegende beelden. Raak de lens niet aan om te voorkomen dat u een onduidelijke opname maakt of dat er een storing optreedt in de camera. Als de afbeelding van lage kwaliteit is, schakelt u de camera uit en opnieuw om de lenspositie te veranderen. Druk niet op de lens aangezien hierdoor een storing in de camera kan optreden. Als de camera is ingeschakeld, mag u de bewegende delen van de cameralens niet aanraken omdat dit tot onduidelijke opnamen kan leiden. Raak de lens niet aan tijdens het gebruik van de zoomfunctie. Dit kan leiden tot schade aan de lens.
INFORMATIE
Knop Spraakmemo ( )/ OMHOOG
Druk, terwijl het menu wordt weergegeven, op de knop OMHOOG om de cursor omhoog te verplaatsen in het submenu. Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, werkt de knop OMHOOG als knop voor het opnemen van spraakmemo´s. U kunt uw spraak toevoegen aan een opgeslagen stilstaand beeld.
Een spraakmemo opnemen
1. Draai aan de keuzeschijf voor modusselectie om een opnamemodus te selecteren, met uitzondering van FILMCLIP of SPRAAKOPNAME.
2. Druk op de knop SPRAAKMEMO( ). Als de indicator voor het opnemen van spraakmemo´s wordt weergegeven op het LCD­scherm, is deze instelling ingeschakeld.
[ Spraakmemo opnemen ]
[ Spraakmemo voorbereiden ]
STOP:SHUTTER
REC
30
Knop Spraakmemo ( )/OMHOOG
3. Druk op de sluiterknop en maak een opname. De afbeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
4. De spraakmemo wordt opgenomen gedurende tien seconden vanaf het moment waarop de afbeelding is opgeslagen. Als u tijdens het opnemen van een spraakmemo op de sluiterknop drukt, wordt de geluidsopname beëindigd.
40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het maken van geluidsopnamen.
INFORMATIE
Als u de macromodus hebt ingeschakeld, bestaat de kans dat de camera gaat trillen. Als dat het geval is, lost u dit probleem op door een statief te gebruiken. Als u een opname maakt binnen een afstand van 25cm (MACRO-instelling), selecteert u de modus FLASH OFF (FLITSER UIT).
INFORMATIE
Druk, terwijl het menu wordt weergegeven, op de knop OMLAAG om van het hoofdmenu naar een submenu te gaan of om de menu omlaag te verplaatsen in het submenu.
Als het menu niet wordt weergegeven, kunt u de knop MACRO/OMLAAG gebruiken om macro-opnamen te maken (met een afstandsbereik van 4-80 cm).
Typen scherpstellingsmodi en instelbereiken (W: Wide - Groothoek, T: Tele)
Knop Macro( ) /Omlaag (Scherpte-instelling)
Type scherpstellingsmodus
Auto
Instelbereik 80cm ~ oneindig W : 4 ~ 80cm T : 25 ~ 80cm
[ Automatische scherpte-instelling ]
[ Macro ]
Macro ( )
Loading...
+ 90 hidden pages