Samsung DIGIMAX A400 User Manual [nl]

NEDERLANDS
User's Manual
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een camera van Samsung. Deze handleiding biedt alle informatie die u nodig hebt om de camera te kunnen gebruiken, inclusief het maken van opnamen, het downloaden van afbeeldingen en het gebruiken van de toepassingssoftware. Lees deze handleiding goed door voordat u gaat werken met uw nieuwe camera.
Instructies
Gebruik deze camera in de onderstaande volgorde
Installeer het stuurprogramma
voor de camera
Voordat u de camera, via de USB-kabel, aansluit op een PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Installeer het stuurprogramma voor de camera dat wordt meegeleverd op de cd­rom met toepassingssoftware. (p.91)
Maak een foto. (p.19)
Maak een foto
Sluit de
USB-kabel aan
Controleer of de camera is
ingeschakeld
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de USB­poort van de PC en op de USB-aansluiting van de camera. (p.99)
Controleer of de camera is ingeschakeld. Als de camera is uitgeschakeld, zet u deze aan met de aan/uit-schakelaar.
Controleer
Open Windows Verkenner en zoek naar [Removable Disk]. (p.100)
[Removable Disk]
Als u een kaartlezer gebruikt om de opnamen op de geheugenkaart te kopiëren naar uw pc, kunnen de opnamen beschadigd raken. Als u de opnamen die u hebt gemaakt met de camera wilt overdragen naar uw pc, gebruikt u altijd de meegeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op de pc. Houdt u er rekening mee dat de fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor verlies of beschadiging van opnamen op de geheugenkaart bij gebruik van een kaartlezer.
[2]
Inhoud
GEREED
Kennis maken met uw camera 5
Informatie over de pictogrammen 5
Gevaar 6
Waarschuwing 6
Voorzichtig 7
Waarschuwing van FCC 7
Systeemgrafiek 8
Identificatie van functies 10
Voor- en bovenzijde 10
Achter- en onderzijde 10
Zijkant / Knop voor 5 functies 11
Modusschakelaar 11
Instructies voor het gebruik van de
voedingsbron 13
De batterijen gebruiken 13
Aansluiten op een voedingsbron 14
De batterijen gebruiken 14
Instructies voor het gebruik van de
geheugenkaart 15
Onderhoud uitvoeren op de
geheugenkaart 15
De gegevens op de geheugenkaart
beschermen 15
De geheugenkaart plaatsen 17
De geheugenkaart verwijderen 17
OPNAME
Indicator LCD-scherm 18
De opnamemodus starten 19
Filmclip opnemen 19
Spraakopname maken 20
Een stilstaand beeld opnemen 20
Waar u op moet letten bij het maken van
opnamen 21
De cameraknop gebruiken om de camera
in te stellen 22
AAN/UIT-knop 22
SLUITER-knop 22
Zoomknop W/ T 22
Knop Spraakmemo / OMHOOG 24
Knop Macro/ Omlaag (Scherpte-instelling)
Vergrendeling scherpte-instelling 26
Knop FLITSER / LINKS 27
Knop voor zelfontspanner / Rechts 29
Knop MENU / OK 30
Knop +/- 31
LCD-Knop 34
Het LCD-scherm gebruiken om de camera-
instellingen te wijzigen 35
Het menu gebruiken 37
Modus 37
Formaat 38
Kwaliteit 39
Lichtmeting 40
Continue opname 40
Effect 41
Fotokader 42
Scherpte 43
De cameraconfiguratie opslaan / laden
(MIJNINST) 44
25
AFSPELEN
Afspeelmodus starten 45
Een stilstaand beeld afspelen 45
Bewegende beelden afspelen 46
Een spraakopname afspelen 46
Indicator LCD-scherm 47
De cameraknop gebruiken om de camera in
te stellen 48
Knop Miniaturen / Vergroting 48
[3]
Inhoud
Knop Spraakmemo / OMHOOG 49 Knop voor afspelen en pauzeren / Omlaag Knop LINKS/ RECHTS/ MENU/ OK 51 LCD-knop 51 Wisknop 52 De afspeelfunctie instellen met behulp van het LCD-scherm 53 De diashow starten 56 Een opname draaien 57 AFM.WIJZ 58 Opnamen beveiligen 59 Alle opnamen verwijderen 60 DPOF 60 DPOF : STANDRD 61 DPOF : INDEX 61 DPOF : AFDRUK 62 DPOF : ANNULEER 62 KOPIE 63 PictBridge 64 PictBridge : selectie van opnamen 65 PictBridge : PRINT 66 PictBridge : Afdrukinstelling 67 PictBridge : RESET (HERSTELLEN) 68
50
SETUP
Menu Setup 69 Bestandsnaam 70 Automatische uitschakeling 71 Taal 72 Een geheugenkaart formatteren 73 De datum instellen 74 De tijd instellen 74 Datumtype 75 De opnametijd afdrukken 75 Geluid 76 Een extern apparaat aansluiten (via USB)
76
Type video-uitvoer selecteren 77 Snelweergave 78 Initialisatie 78 Het menu MijnCAM instellen 79 Beginafbeelding 79 Begingeluid 80 Belangrijke opmerkingen 81 Waarschuwingsindicator 83 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum 84 Specificaties 87
SOFTWARE
Opmerkingen met betrekking tot software Systeemvereisten 89 Informatie over de software 90 De toepassingssoftware installeren 91 PC-modus starten 99 Het USB-stuurprogramma verwijderen on der Windows 98SE 102 Verwisselbare schijf 103 De verwisselbare schijf verwijderen 104 Het USB-stuurprogramma installeren op de MAC 105 Het USB-stuurprogramma gebruiken op de MAC 105 Digimax Viewer 2.1 106 PhotoImpression gebruiken 107 Digimax Reader 108 FAQ (Veelgestelde vragen) 110
89
[4]
Kennis maken met uw camera
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een digitale camera van Samsung.
Lees, voordat u deze camera gaat gebruiken, eerst de gebruikershandleiding zorgvuldig door. Wanneer u service nodig hebt, neemt u de camera en de accessoires die verantwoordelijk zijn voor de storing aan de camera (zoals batterijen, geheugenkaart, enz.) mee naar het geautoriseerde servicecentrum of de winkel waar U de camera heeft gekocht. Controleer voordat u de camera wilt gaan gebruiken (bijvoorbeeld vóór een uitstapje of een belangrijke gebeurtenis) of deze correct werkt om teleurstellingen te voorkomen. Samsung camera accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies of voor enige schade die het gevolg is van storingen aan de camera. Bewaar de handleiding op een veilige plek. Microsoft Windows en het Windows-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle merk- en productnamen in deze handleiding zijn gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.
Informatie over de pictogrammen
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van deze camera die u helpen op een veilige en juiste wijze te werken met deze camera. Hierdoor voorkomt u schade en letsel bij anderen.
GEVAAR
GEVAAR geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot minder ernstig letsel.
[5]
Gevaar
Probeer deze camera niet op enigerlei wijze aan te passen. Dit kan namelijk leiden tot brand, letsel, elektrische schokken of ernstige schade aan u of uw camera. Interne inspectie, onderhoud en reparaties dienen te worden uitgevoerd door uw leverancier of door het servicecentrum voor cameras van Samsung. Gebruik dit product niet in de directe nabijheid van brandbare of explosieve gassen, aangezien hierdoor het risico van een explosie toeneemt. Gebruik de camera niet meer als er vloeistof of vreemde voorwerpen in zijn binnengedrongen. Schakel de camera uit en verwijder de stroombron. U moet contact opnemen met uw leverancier of met het servicecentrum voor cameras van Samsung. Ga niet door met het gebruik van de camera omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schokken. Stop geen metalen of brandbare voorwerpen in de camera via de toegangspunten, zoals de kaartsleuf of het batterijvak. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Gebruik deze camera niet met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische schokken.
Waarschuwing
Maak geen gebruik van de flitser in de onmiddellijke nabijheid van mensen of dieren. Als de flitser te dicht bij de ogen van het onderwerp afgaat, kan dit leiden tot schade aan de ogen. Richt, bij het maken van fotos, nooit de lens van de camera rechtstreeks op een zeer krachtige lichtbron. Dit kan leiden tot permanente schade aan uw ogen. Houd dit product en de bijbehorende accessoires om veiligheidsredenen buiten het bereik van kinderen of dieren om ongelukken te voorkomen zoals
het inslikken van batterijen of kleine camera-accessoires. Neem in het geval van een ongeluk onmiddellijk contact op met een arts.
Er bestaat een kans op letsel door de bewegende onderdelen van de camera. Batterijen en camera kunnen heet worden bij langdurig gebruik.Dit kan leiden tot storingen in de camera. Als dit gebeurt, laat u de camera enkele minuten ongebruikt zodat deze kan afkoelen. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Laat deze camera niet achter op plekken waar de temperatuur extreem kan oplopen, zoals een afgesloten voertuig, direct zonlicht of andere plaatsen waar extreme temperatuurschommelingen optreden. Blootstelling aan extreme temperaturen kan een negatieve invloed hebben op de interne onderdelen van de camera en kan leiden tot brand. Dek de camera niet af als deze in gebruik is. Hierdoor kan de temperatuur hoog oplopen, waardoor de camerabehuizing beschadigd kan raken en er brand kan ontstaan. Gebruik de camera en de bijbehorende accessoires altijd in een goed geventileerde ruimte.
[6]
Voorzichtig
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera. Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in een open vuur.
Plaats de batterijen in de juiste richting. Verwijder de batterijen wanneer u de camera gedurende langere tijd niet wilt gebruiken. Batterijen kunnen gaan lekken en de onderdelen van de camera onherstelbaar beschadigen. Gebruik de flitser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt met een of ander voorwerp. Raak de flitser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden. Schakel de camera altijd uit nadat u deze hebt gebruikt. Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
Waarschuwing van FCC
Tests hebben aangetoond dat dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in commerciële installaties. Dit apparaat genereert, absorbeert en straalt RF-energie (Radio Frequentie) uit. Als het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit leiden tot verstoring van het radioverkeer. Er is echter geen garantie dat er in sommige gevallen geen interferentie zal optreden. Als er toch interferentie optreedt terwijl het apparaat in werking is, probeert u één of meer van de volgende maatregelen.
Wijzig de locatie en richting van uw antenne. Vergroot de afstand tussen de camera en het apparaat waarvan de werking wordt verstoord. Gebruik een andere aansluiting op het desbetreffende apparaat. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Samsung of met een radio/ TV-installateur.
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-voorschriften. Door wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door de verantwoordelijke conformiteitsinstantie zijn goedgekeurd, kan de gebruiker zijn of haar bevoegdheid voor het gebruik van de apparatuur verliezen.
[7]
Systeemgrafiek
Controleer of u over de juiste productonderdelen beschikt voordat u het product gaat gebruiken. Als u de optionele apparatuur wilt aanschaffen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Samsung-dealer of met het lokale Samsung-servicecentrum.
< Meegeleverde items >
Gebruikershandleiding
Productgarantie
DPOF-compatibele
printer (zie p. 60)
Opbergtasje
SD-geheugenkaart
(zie p. 15)
Draagriem voor camera
Oplaadbare batterij
(SNB-2312)
Oplaadbare batterij
(SBP-1303)
Cd met software
(zie p. 90)
AA-
alkalinebatterijen
[8]
Netnoer
Batterijlader
(SBC-N1)
Batterijlader
(SBC-L1)
Systeemgrafiek
Computer (zie p. 99)
USB-/videokabel
PictBridge-
compatibele printer
(zie p. 64)
Systeemvereisten
Voor Windows
PC met MMX Pentium 233MHz-processor of sneller (XP : Pentium II 300MHz) Windows 98/98SE/2000/ME/XP Minimaal 32MB RAM (XP : 128MB) 140MB vrije ruimte op de vaste schijf USB-poort CD-ROM-station 800x600 pixels, beeldscherm dat 16-bits kleuren ondersteunt (24-bits kleurenbeeldscherm aanbevolen)
Voor Macintosh
Power Mac G3 of hoger Mac OS 9,0 ~ 10,2 Minimaal 64MB RAM 110MB vrije ruimte op de vaste schijf USB-poort CD-ROM-station QuickTime 6,01 of hoger voor bewegende beelden
Extern beeldscherm
Gele kabel - Video
(zie p. 77)
VOORZICHTIG
Als u de camera aansluit op een computer, printer of externe monitor, moet u de USB­kabel gebruiken die is meegeleverd met de camera. Als u dat niet doet, kunnen de externe apparaten de camera niet herkennen.
[9]
Identificatie van functies
Voor- en bovenzijde
Modusschakelaar
Sluiterknop
Flitser
Spiegel voor
zelfportret
Achter- en onderzijde
Lampje voor
camerastatus
LCD-scherm
Aan/uit-knop
Microfoon
Lampje voor zelfontspanner
Lens
Zoomknop W (Miniatuurmodus)
Zoomknop T (Digitale zoom)
USB-aansluiting
Video-aansluiting
[10]
Aansluitpunt voor statief
Knop voor de afspeelmodus
Knop voor 5 functies
+/-, Knop VERWIJDEREN
LCD-knop
Identificatie van functies
Zijkant / Knop voor 5 functies
Oogje voor draagriem
Afdekklepje Batterijvakje
Knop voor spraakmemo / OMHOOG
Knop ZELFONTSPANNER/ RECHTS
Knop MENU/OK
Sleuf voor
geheugenkaart
Batterijvak
Knop
FLITSER
/LINKS
Knop MACRO / AFSPELEN
& PAUZE / OMLAAG
Modusschakelaar
U kunt de gewenste werkmodus selecteren met de modusschakelaar aan de bovenzijde van de camera. Deze digitale camera beschikt over 3 opnamemodi. Deze worden hieronder aangegeven.
Modus Filmclip
Er kunnen nu bewegende beelden worden opgenomen zolang de beschikbare geheugencapaciteit dat toelaat. Beeldformaat en bestandstype worden hieronder aangegeven.
- Afmeting : 640X480, 320X240 (door gebruiker te selecteren)
- Bestandstype voor bewegende beelden : *.avi (MJPEG)
Modus Spraakopname
Het maken van een spraakopname kan doorgaan zolang er voldoende geheugencapaciteit beschikbaar is. (Max: 1 uur)
- Bestandstype : *.wav
[11]
Identificatie van functies
Modus Still image
U kunt kiezen uit de modi AUTO ( ), PROGRAMMA ( ) en SCÈNE. In de modus SCENE kunt u kiezen uit de menuopties NIGHT (NACHTOPNAME), PORTRAIT (PORTRET), LANDSCAPE (LANDSCHAP), TEXT RECOGNITION (TEKSTHERKENNING) en FIREWORKS (VUURWERK).
Lampje voor zelfontspanner
Pictogram
Inschakelen
Na het maken van een
opname Tijdens opname van filmclip Het lampje knippert met tussenpozen van 1 seconde. Tijdens spraakopname Het lampje knippert met tussenpozen van 1 seconde. Als de USB-kabel is aangesloten Bezig met verzenden van gegevens
Status Omschrijving
Knipperend
Knipperend
Knipperend
Lampje voor camerastatus
Status Omschrijving
Gedurende de laatste 2 seconden knippert het lampje snel met tussenpozen van 0,25 seconde.
De eerste 7 seconden knippert het lampje éénmaal per seconde.
Gedurende de laatste 3 seconden knippert het lampje éénmaal per 0,25 seconde.
Er wordt een opname gemaakt na ongeveer 10 seconden en vervolgens
na 2 seconden nog een keer.
Het lampje gaat aan en vervolgens uit als de camera gereed is voor het maken van een opname. Het lampje knippert tijdens het opslaan van de beeldgegevens en gaat uit als de camera gereed is voor het maken van een opname.
Het lampje gaat branden (LCD-scherm wordt uitgeschakeld) Het lampje knippert (LCD-scherm wordt uitgeschakeld)
Moduspictogrammen
MODUS FILMCLIP
Pictogram
MODUS
NACHT PORTRET
Pictogram
[12]
SPRAAKOPNAME
LANDSCHAPPEN
AUTO
SCÈNE
PROGRAMMA
TEXT VUURWERK
AFSPELEN
Instructies voor het gebruik van de voedingsbron
U kunt alleen batterijen gebruiken als voedingsbron voor de camera.
De batterijen gebruiken
Wij adviseren u bij een digitale camera gebruik te maken van batterijen. (Binnen een jaar na de productiedatum). Niet-oplaadbare batterijen :Type AA - Alkaline, Ni-Mn, Ni-Zn, Lithium
Type CR-V3 - Lithium
Oplaadbare batterijen :Type AA - Ni-MH (Samsung SNB-2312 aanbevolen),
Ni-Cd (meer dan 1000mAh)
Type CR-V3 - Samsung SBP-1303 (lithium-ionbatterij) U kunt overal alkalinebatterijen aanschaffen. De levensduur van batterijen is echter afhankelijk van de fabrikant van de batterijen en de omstandigheden tijdens het fotograferen. Schakel, als u de camera niet gebruikt, altijd de stroom uit. Probeer de niet-oplaadbare batterijen niet op te laden. Dit kan leiden tot een explosie. Verwijder de batterijen als de camera gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Batterijen verliezen vermogen met het verstrijken van de tijd en kunnen gaan lekken als u ze in de camera laat zitten. Wij adviseren u gebruik te maken van ALKALINE-batterijen met een grote capaciteit aangezien mangaanbatterijen niet voldoende vermogen leveren. Lage temperaturen (beneden 0°C) kunnen de prestaties van de batterijen nadelig beïnvloeden en kunnen de levensduur van de batterijen bekorten. De batterijen herstellen zich gewoonlijk bij normale temperaturen. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar heen. Bij langdurig gebruik van de camera kan de behuizing warm worden. Dit is volstrekt normaal.
[13]
Aansluiten op een voedingsbron
De batterijen gebruiken
[ De AA-batterij plaatsen ] [ De CR-V3--batterij plaatsen ]
: Als de camera niet wordt ingeschakeld nadat u batterijen hebt
geplaatst, controleert u of de batterijen correct zijn geïnstalleerd (+ / -).
1. Open het afdekklepje voor het batterijvak door het in de richting van de pijl te duwen.
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak door ertegen te duwen totdat het vastklikt.
2. Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+/-).
Op het LCD-scherm worden 3 indicatoren voor de batterijstatus weergegeven.
Indicator voor batterijstatus
Batterijstatus
De batterijen zijn
volledig opgeladen
Nieuwe batterijen
voorbereiden
De batterijen zijn bijna leeg. Plaats nieuwe batterijen.
[14]
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
Onderhoud uitvoeren op de geheugenkaart
Formatteer de geheugenkaart (zie p. 73).Als u een nieuw aangeschafte kaart voor het eerst gebruikt, bevat deze gegevens die niet kunnen worden herkend door de camera of opnamen die zijn gemaakt met een andere camera. Zet de camera uit als u de geheugenkaart gaat plaatsen of verwijderen. Naarmate de geheugenkaart vaker wordt gebruikt, nemen de prestaties uiteindelijk af. Als dit gebeurt, moet u een nieuwe geheugenkaart aanschaffen. Slijtage van de geheugenkaart valt niet onder de garantie van Samsung. De geheugenkaart is een elektronisch precisie-instrument. Buig de geheugenkaart niet om, laat deze niet vallen en stel deze niet bloot aan zware druk. Berg de geheugenkaart niet op in een omgeving met krachtige elektronische of magnetische velden (bijvoorbeeld in de buurt van luidsprekers of TV-toestellen). Gebruik deze kaart niet en berg deze niet op in een omgeving waarin sprake is van grote temperatuurschommelingen. Zorg ervoor dat de geheugenkaart niet vuil wordt en dat deze niet in contact komt met vloeistoffen van enigerlei aard. Als dit toch gebeurt, maakt u de geheugenkaart schoon met een zachte doek. Bewaar de geheugenkaart in de bijbehorende opberghoes als u de kaart niet gebruikt. Tijdens en na perioden van langdurig gebruik, kan de geheugenkaart warm aanvoelen. Dit is volstrekt normaal. Gebruik geen geheugenkaart die al is gebruikt in een andere digitale camera. Als u de geheugenkaart wilt gebruiken in deze camera, formatteert u de kaart eerst met behulp van deze camera.
Gebruik geen geheugenkaart die is geformatteerd door een andere digitale camera of geheugenkaartlezer.
De gegevens op de geheugenkaart beschermen
Als het volgende aan de hand is, bestaat de kans dat de gegevens op de geheugenkaart beschadigd raken:
- Als de geheugenkaart op onjuiste wijze wordt gebruikt.
- Als de stroom wordt uitgeschakeld of de geheugenkaart wordt verwijderd tijdens het opnemen, verwijderen (formatteren) of lezen.
Samsung kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van gegevens. Het is raadzaam belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, CD, enz. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is : Als u de sluiterknop half indrukt bij het maken van een opname, wordt het bericht [KAART VOL!] weergegeven en werkt de camera niet. U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in de camera optimaliseren door de geheugenkaart te vervangen of door overbodige opnames te verwijderen van de geheugenkaart.
[15]
Instructies voor het gebruik van de geheugenkaart
INFORMATIE
Als u het klepje van het batterijvak opent terwijl de camera is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. Verwijder de geheugenkaart niet als het lampje voor de camerastatus (groen) knippert, omdat anders de gegevens op de geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
De camera kan SD-geheugenkaarten en Multi Media Cards (MMC).
Kaartpennen
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Label
[ SD-geheugenkaart (Secure Digital) ]
Bij gebruik van het interne geheugen van 16MB, beschikt u volgens de specificaties over de volgende capaciteit voor continue opname. Deze getallen zijn schattingen omdat de beeldcapaciteit kan worden beïnvloed door variabelen zoals het onderwerp.
Modus Modus STILSTAAND BEELD Modus FILMCLIP
Kwaliteit/ Formaat
SUPERHOOG
HOOG
NORMAAL
15FPS - - - - -
24FPS - - - - -
2272(P) 2048 1600(M) 1024 640(E) 640 320
910163165- -
18 22 33 63 123 - -
30 34 48 94 185 - -
De SD-geheugenkaart heeft een schakelaar voor schrijfbeveiliging waarmee u kunt voorkomen dat beeldbestanden worden verwijderd of dat de kaart wordt geformatteerd. Als u de schakelaar naar de onderkant van de SD-geheugenkaart toeschuift, zijn de gegevens beveiligd. Als u de schakelaar naar de bovenkant van de SD-geheugenkaart toeschuift, wordt de beveiliging opgeheven. Schuif de schakelaar naar de bovenkant van de SD-geheugenkaart voordat u een opname gaat maken.
35SEC
20SEC 44SEC
1MIN25SEC
[16]
De geheugenkaart plaatsen
1. Zet de camera uit en trek het klepje voor het batterijvak in de richting van de pijl om de batterijvak te openen.
2. Zorg dat de voorkant van de geheugenkaart in de richting van de voorkant van de camera (lens) en de kaartpinnen in de richting van de achterkant van de camera (LCD-scherm) wijzen en druk de geheugenkaart vervolgens in de kaartsleuf totdat u een klik hoort.
3.
Sluit het klepje van het batterijvak door erop te drukken totdat u een klik hoort. Als de geheugenkaart niet soepel naar binnen schuift, mag u geen extra kracht gebruiken om de kaart te plaatsen. Controleer de plaatsingsrichting en breng de kaart vervolgens op de juiste wijze aan. Breng de geheugenkaart niet in de verkeerde richting in. Als u dit wel doet, kan de sleuf voor de geheugenkaart beschadigd raken.
De geheugenkaart verwijderen
1. Schakel de stroom uit met behulp van de aan/uit-knop. Open het afdekklepje voor het batterijvak en druk op de geheugenkaart zoals in de afbeelding wordt aangegeven.Laat de kaart vervolgens los.
2. Verwijder de geheugenkaart en sluit het klepje voor het
batterijvak.
[17]
Indicator LCD-scherm
Het LCD-scherm geeft informatie weer over de opnamefuncties en -selecties.
[ Beeld & volledige info ]
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1 Batterij p. 14
2
3 Continue opname p. 40
4 Flitser p. 27
5 HandmatigZelfontspanner p. 29
6 Macro p. 25
7 Lichtmeting p. 40
8 Indicator Kaart geplaatst
9
10
11 Datum/ Tijd 2004/09/01 01:00 PM
12 Belichtingscorrectie p. 33
13 Witbalans p. 31
Opnamemodus
Kader voor automatische scherpte-instelling
Waarschuwing bij bewegen van camera
p. 11 ~ 12
p. 37
p. 21
[18]
Indicator LCD-scherm
14 ISO p. 32
15 Scherpte p. 43
16 Beeldkwaliteit p. 39
17 Beeldformaat 2272, 2048, 1600, 1024, 640 p. 38
18
19 Spraakmemo p. 24
20
Aantal resterende fotos
Resterende opnametijd (bewegende beelden/spraakopname)
Optische zoom / Digitale zoomfactor
De opnamemodus starten
Als de geheugenkaart wel in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor de geheugenkaart. Als de geheugenkaart niet in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor het interne geheugen.
Filmclip opnemen
1.
Plaats de batterijen (p.14). Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de geheugenkaart (p.17). Aangezien deze camera een intern geheugen van 16MB heeft, hoeft u geen geheugenkaart te plaatsen. Als geen geheugenkaart wordt geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen. Als de geheugenkaart is geplaatst, worden opnamen opgeslagen op de geheugenkaart.
3. Sluit het klepje voor het batterijvak.
4. Druk op de aan/uit-knop om de camera in te schakelen.
5.
Selecteer de modus MOVIE CLIP (BEWEGENDE BEELDEN) ( ) door de modusschakelaar te verplaatsen.
6.
Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van het LCD-scherm.
7.
Druk de sluiterknop in om bewegende beelden op te nemen. Druk op de sluiterknop om bewegende beelden op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, worden nog steeds bewegende beelden opgenomen. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop. Beeldformaat en bestandstype worden hieronder aangegeven.
- Afmeting : 640x480, 320x240 (door gebruiker te selecteren)
- Bestandstype : *.avi (MJPEG)
18
00:01:25/ 00:24:52
SSTTAANNDDBB YY
[ Modus FILMCLIP ]
[19]
De opnamemodus starten
Spraakopname maken Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor het opnemen van bewegende beelden.
5. Selecteer de modus VOICE RECORDING( ) (SPRAAKOPNAME) door de modusschakelaar te verplaatsen.
6. Druk op de sluiterknop om een spraakopname te maken.
- Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een
spraakopname gemaakt zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat (max: 1 uur). De opnametijd wordt weergegeven op het LCD-scherm.
- Als u de sluiterknop loslaat, gaat het maken van de
spraakopname gewoon door.
- Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
- Bestandstype : *.wav
INFORMATIE
40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het maken van geluidsopnamen.
Een stilstaand beeld opnemen Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor het opnemen van bewegende beelden.
5.
Selecteer de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) ( ) door de modusschakelaar te verplaatsen.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en
bekijk welke opname u wilt maken met behulp van het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
STANDBY
START:SHUTTER
[ SPRAAKopname ]
INFORMATIE
[ Modus STILSTAAND BEELD ]
Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp. In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
[20]
Waar u op moet letten bij het maken van opnamen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt
Druk lichtjes op de sluiterknop om de scherpte-instelling en de batterijlading voor de flitser te
bevestigen. Druk op de sluiterknop helemaal in om de opname te maken.
[ Lichtjes op de sluiterknop drukken ]
De beschikbare opnametijd kan variëren, afhankelijk van opnamecondities en camera­instellingen. Als de flitser is uitgeschakeld of de modus Langzame synchronisatie is ingeschakeld bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser inschakelen. Opname met tegenlichtcorrectie : Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet
tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Bij tegenlicht kunt u gebruikmaken van de steunflits (p. 27), spotmeting (p. 40)
of tegenlichtcorrectie (p. 33). Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het nemen van een foto. Onder bepaalde omstandigheden bestaat de kans dat het systeem voor scherpteregeling niet werkt zoals verwacht.
- Bij het fotograferen van een onderwerp met weinig contrast.
- Als het onderwerp sterk reflecteert of glanst.
- Als het onderwerp met hoge snelheid beweegt.
- Als er sprake is sterke lichtweerkaatsing of als de achtergrond helverlicht is.
- Bij een onderwerp met alleen horizontale lijnen of een heel smal onderwerp
(zoals een stok of een vlaggenmast).
- Als de omgeving donker is.
[ De sluiterknop indrukken ]
[21]
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
U kunt de opnamemodi STILL IMAGE, VOICE RECORDING en MOVIE CLIP (STILSTAAND BEELD, SPRAAKOPNAME en BEWEGENDE BEELDEN) instellen met behulp van de cameraknoppen.
AAN/UIT-knop
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. Als deze camera gedurende de ingestelde tijd (ongeveer 60 seconden) niet wordt gebruikt, wordt de camera automatisch in de slaapstand gezet (LCD-scherm: UIT, Lampje voor camerastatus: AAN). Als u de camera opnieuw wilt gebruiken, drukt u op een willekeurige knop, met uitzondering van de aan/uit­schakelaar. Als de camera gedurende de ingestelde tijd niet wordt gebruikt, wordt automatisch de stroom uitgeschakeld om de batterijen te sparen. Raadpleeg pagina 71 voor meer informatie over de functie voor automatisch uitschakelen.
SLUITER-knop
Gebruikt voor het maken van opnamen (beelden of spraak) in de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD, SPRAAKOPNAME of FILMCLIP). In de modus FILMCLIP Als de sluiterknop volledig wordt ingedrukt, wordt het opnemen van bewegende beelden gestart. Als u éénmaal op de sluiterknop drukt, wordt een filmclip opgenomen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop. In de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) Als u de sluiterknop halverwege indrukt, wordt de automatische scherpte-instelling geactiveerd en wordt de instelling van de flitser gecontroleerd. Als u de sluiterknop volledig indrukt, wordt de foto gemaakt en worden de afbeeldingsgegevens opgeslagen. Als u het opnemen van een spraakmemo selecteert, wordt begonnen met opnemen zodra het opslaan van de beeldgegevens is voltooid.
Zoomknop W/ T
Als het menu niet wordt weergegeven, werkt de knop als knop voor OPTISCHE ZOOM of DIGITALE ZOOM.
[22]
Zoomknop W/ T
Deze camera heeft een functie voor 2,8X optisch en 4X digitaal zoomen. Als u beide gebruikt, hebt u de beschikking over een zoomfactor van 11X.
TELE-zoom Optische zoom TELE : Druk op de zoomknop T. Hiermee kunt u inzoomen op het
onderwerp waardoor dit dichterbij lijkt.
Digitale zoom TELE : Als de maximale optische zoomfactor (2,8X) is ingeschakeld,
kunt u de digitale zoomsoftware activeren door op de zoomknop T te drukken. Als u de zoomknop T loslaat, blijft de op dat moment gekozen instelling voor de digitale zoomfunctie actief. Als de maximale digitale zoomfactor (4X) is ingeschakeld, heeft het indrukken van de zoomknop T geen effect. U kunt de digitale zoomfactor bepalen aan de hand van de numerieke waarde [X1,1 ~ X 4,0] naast de zoombalk.
Druk op de
zoomknop T
[ WIDE-zoom ] [ TELE-zoom ] [ Digitale zoom 2X ]
WIDE-zoom Optische zoom WIDE : Op de zoomknop W drukken. Hiermee kunt u uitzoomen op het
onderwerp waardoor dit verderaf lijkt. Als u continu op de knop W drukt, wordt de camera ingesteld op de minimale zoominstelling. De afstand tussen camera en onderwerp ljikt dan het grootst.
Druk op de
zoomknop T
Druk op de
zoomknop W
[ WIDE-zoom ]
[ TELE-zoom ]
Druk op de
zoomknop W
[ Optische zoom 2X ]
Digitale zoom WIDE : Als de digitale zoomfunctie actief is, kunt u de digitale zoomfactor
stapsgewijs verkleinen door op de zoomknop W te drukken.
Optische zoomfunctie
Als u de zoomknop W loslaat, wordt de digitale zoomfunctie uitgeschakeld. Als u op de zoomknop W drukt, wordt eerst de digitale en vervolgens de optische zoomfactor verkleind totdat de minimale instelling is bereikt.
Digitale zoomfunctie
[ Digitale zoom 4X ]
Druk op de
zoomknop W
[ Digitale zoom 2X ] [ TELE-zoom ]
Druk op de
zoomknop W
[23]
Zoomknop W/ T
INFORMATIE
U kunt de digitale zoomfunctie alleen gebruiken als het LCD-scherm is ingeschakeld. Het verwerken van opnames die zijn gemaakt met behulp van de digitale zoomfunctie duurt mogelijk iets langer. Dit kan even duren.
De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt bij het opnemen van filmclip.
Het gebruik van de digitale zoomfunctie kan leiden tot een lager beeldkwaliteit. Als de maximale optische zoomfactor (2,8 X) is ingeschakeld, kunt u de digitale zoomfactor verhogen met stappen van 0,1 door op de zoomknop T te drukken. Tijdens het opnemen van bewegende beelden kan de zoomfunctie niet worden ingeschakeld. Raak de lens niet aan om te voorkomen dat u een onduidelijke opname maakt of dat er een storing optreedt in de camera. Als de afbeelding van lage kwaliteit is, schakelt u de camera uit en opnieuw om de lenspositie te veranderen.
Druk niet op de lens aangezien hierdoor een storing in de camera kan optreden. Als de camera is ingeschakeld, mag u de bewegende delen van de cameralens niet aanraken omdat dit tot onduidelijke opnamen kan leiden. Raak de lens niet aan tijdens het gebruik van de zoomfunctie. Dit kan leiden tot schade aan de lens.
Knop Spraakmemo ( ) / OMHOOG
Druk, terwijl het menu wordt weergegeven, op de knop OMHOOG om de cursor omhoog te verplaatsen in het submenu.
Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, werkt de knop OMHOOG als knop voor het opnemen van spraakmemo´s. U kunt uw spraak toevoegen aan een opgeslagen stilstaand beeld.
Een spraakmemo opnemen
1. Selecteer de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) door de modusschakelaar te verplaatsen.
2. Druk op de knop SPRAAKMEMO. Als de indicator voor het opnemen van spraakmemo´s wordt weergegeven op het LCD-scherm, is deze instelling ingeschakeld.
[24]
[ Spraakmemo voorbereiden ]
STOP:SHUTTER
REC
[ Spraakmemo opnemen ]
Knop Spraakmemo ( ) / OMHOOG
3. Druk op de sluiterknop en maak een opname. De afbeelding wordt opgeslagen op de geheugenkaart.
4. De spraakmemo wordt opgenomen gedurende tien seconden vanaf het moment waarop de afbeelding is opgeslagen. Als u tijdens het opnemen van een spraakmemo op de sluiterknop drukt, wordt de geluidsopname beëindigd.
INFORMATIE
40 cm tussen u en de camera (microfoon) is de beste afstand voor het maken van geluidsopnamen.
Knop Macro ( ) / Omlaag (Scherpte-instelling)
Druk, terwijl het menu wordt weergegeven, op de knop OMLAAG om van het hoofdmenu naar een submenu te gaan of om de menu omlaag te verplaatsen in het submenu.
Als het menu niet wordt weergegeven, kunt u de knop MACRO/OMLAAG gebruiken om macro-opnamen te maken (met een afstandsbereik van 5-80 cm).
[ Automatische scherpte-instelling ]
Typen scherpstellingsmodi en instelbereiken (W: Wide - Groothoek, T: Tele)
Type scherpstellingsmodus
Instelbereik 80cm ~ oneindig W : 5 ~ 80cm T : 39 ~ 80cm
Auto
[ Macro ]
Macro ( )
INFORMATIE
Als u de macromodus hebt ingeschakeld, bestaat de kans dat de camera gaat trillen. Als dat het geval is, lost u dit probleem op door een statief te gebruiken. Als u een opname maakt binnen een afstand van 30cm (MACRO-instelling), selecteert u de modus FLASH OFF (FLITSER UIT).
[25]
Knop Macro ( ) / Omlaag (Scherpte-instelling)
Beschikbare scherpstellingsmethode, per opnamemodus. (O : Selecteerbaar, X : Niet selecteerbaar, : Oneindig instelbereik)
Modus
Pictogram
Macro O O O X X X O X
Filmclip
Auto O O O O O X
Auto
Programma
Nacht Portret
Landschap
Tekst
Vuurwerk
Vergrendeling scherpte-instelling
Gebruik de functie voor vergrendeling van de scherpte-instelling als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet midden in het beeld bevindt.
De vergrendeling van de scherpte-instelling gebruiken
1. Controleer of het onderwerp zich in het midden van het kader voor automatische scherpte­instelling bevindt.
2. Druk de sluiterknop tot halverwege in. Als het groene kader voor automatische scherpte­instelling zichtbaar wordt, betekent dit dat de camera is scherpgesteld op het onderwerp. Zorg ervoor dat u de sluiterknop niet volledig indrukt. In dat geval wordt een opname gemaakt.
3. Verplaats de camera, terwijl de sluiterknop nog steeds tot halverwege is ingedrukt, om uw compositie te wijzigen en druk de sluiterknop vervolgens volledig in om de opname te maken. Als u de vinger van de sluiterknop neemt, wordt de functie voor vergrendeling van de scherpte-instelling geannuleerd.
1. Het beeld dat u wilt opnemen.
[26]
2. Druk de sluiterknop in tot halverwege en stel scherp op het onderwerp.
3. Pas de compositie aan en druk de sluiterknop volledig in.
Knop FLITSER ( ) / LINKS
Als u op de knop LINKS drukt terwijl het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt de cursor verplaatst naar het linker tabblad. Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD­scherm, werkt de knop LINKS als FLITSER-knop ( ).
De flitsmodus selecteren
1. Verplaats de modusschakelaar naar de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD).
2. Druk op de flitserknop totdat de gewenste indicator voor de flitsermodus wordt weergegeven op het LCD-scherm.
3. Er wordt een indicator voor de flitsermodus weergegeven op het LCD-scherm. Gebruik de juiste flitsmodus voor de omgeving waarin u werkt.
Flitserbereik
ISO WIDE TELE
AUTO 0,3m ~ 3,0m 0,3m ~ 2,0m
[ Automatisch flitsen selecteren ]
Eenheid: m
INFORMATIE
Als u veelvuldig gebruik maakt van de flitser, raken de batterijen sneller uitgeput. Onder normale gebruiksomstandigheden duurt de oplaadtijd van de flitser minder dan 7 seconden. Als de batterijen zwak zijn, duurt het opladen langer. In de modus voor continue opname en de modus voor filmclips werkt de flitser niet. Maak opnamen binnen het flitserbereik. De beeldkwaliteit wordt niet gegarandeerd als het onderwerp zich te dichtbij bevindt of sterk reflecteert. Het LCD-scherm wordt enige tijd uitgeschakeld nadat u de flitser hebt gebruikt, zodat de flitser opnieuw kan worden opgeladen.
[27]
Knop FLITSER ( ) / LINKS
Indicator voor flitsmodus
Pictogram
Flitsmodus Omschrijving
Automatisch
flitsen
Automatisch
flitsen en
verwijderen van
rode ogen
Ondersteunende
flits
Synchronisatie
lage
sluitersnelheid
Flitser uit
Als het voorwerp of de achtergrond donker is, wordt automatisch de flitser van de camera gebruikt.
Als een voorwerp of de achtergrond donker is, wordt automatisch de flitser van de camera gebruikt en wordt het rode ogen-effect beperkt door het gebruik van de functie voor verwijderen van rode ogen.
De flitser gaat af ongeacht de hoeveelheid licht die beschikbaar is. De intensiteit van de flitser kan worden geregeld, afhankelijk van de heersende condities. Hoe helderder de achtergrond of het onderwerp is, hoe zwakker de flits.
De flitser werkt in combinatie met een lage sluitersnelheid om de juiste belichting te krijgen. Wij adviseren u bij deze functie gebruik te maken van een statief. Wanneer u een opname maakt bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
De flitser gaat niet af. Selecteer deze modus bij het maken van opnamen op plaatsen of in situaties waarin het gebruik van de flitser verboden is. Wanneer u een opname maakt bij weinig licht, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
Beschikbare flitsermodus, per opnamemodus
XXOXOXXX
XOOXOXXX
XXOXOXXX
XXOOXXXX
OOOOOOOO
[28]
Knop voor zelfontspanner( ) / Rechts
Als u op de knop RECHTS drukt terwijl het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt de cursor verplaatst naar de rechter tab.
Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, werkt de knop RECHTS als knop voor de zelfontspanner ( ). Deze functie wordt gebruikt als de fotograaf een foto van zichzelf wil maken.
De zelfontspanner selecteren
1. Stel de modusschakelaar in op de modus STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD) of MOVIE CLIP (FILMCLIP).
2. Druk op de knop voor de zelfontspanner totdat de gewenste indicator wordt weergegeven op het LCD­scherm. Er wordt een pictogram voor een zelfontspanner van 2 seconden, van 10 seconden of een dubbele zelfontspanner weergegeven op het LCD­scherm. In de modus Filmclip werkt alleen de zelfontspanner voor 10 seconden.
Zelfontspanner voor 2SEC ( ) : Als u op de sluiterknop drukt, wordt na 2 seconden een opname gemaakt. Zelfontspanner voor 10SEC ( ) : Als u op de sluiterknop drukt, wordt na 10 seconden een opname gemaakt. Dubbele zelfontspanner ( ) : Er wordt een opname gemaakt na ongeveer 10 seconden en vervolgens na 2 seconden nog een keer. Als de flitser wordt gebruikt, kan de zelfontspanner voor 2 seconden worden vertraagd, afhankelijk van de oplaadtijd van de flitser.
3. Als u op de sluiterknop drukt, wordt de opname gemaakt nadat de ingestelde tijd is verstreken.
[
De zelfontspanner voor 10SEC selecteren
]
INFORMATIE
Als u een opname maakt met behulp van de zelfontspanner, werkt het lampje voor de zelfontspanner als volgt:
Instelling van zelfontspanner voor 2 seconden : Het lampje voor de zelfontspanner knippert elke 0,25 seconde gedurende 2 seconden. Instelling van zelfontspanner voor 10 seconden :
Het lampje voor de zelfontspanner knippert elke seconde gedurende de eerste 7 seconden.
Gedurende de resterende 3 seconden knippert het lampje elke 0,25 seconde. Als u de aan/uit-knop, de modusschakelaar, de knop voor de zelfontspanner of de sluiterknop gebruikt terwijl de zelfontspanner actief is, wordt de zelfontspanner uitgeschakeld.
[29]
Knop MENU / OK
Knop MENU
-
Als u op de menuknop drukt, wordt in elke cameramodus een menu weergegeven op het LCD­scherm. Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt het LCD-scherm in de beginstand gezet.
- U kunt een menuoptie kiezen als een van de volgende modi is geselecteerd: MOVIE CLIP (FILMCLIP) of STILL IMAGE (STILSTAAND BEELD). Er is geen menu beschikbaar als de modus SPRAAKOPNAME is geselecteerd.
Druk op knop
MENU
[ Menu uit ] [ Menu aan ]
Knop OK
- Als u op deze knop drukt terwijl het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt de cursor verplaatst naar het submenu of wordt uw invoer bevestigd.

2272
MODUS
AUTO PROGRAMMA SCÈNE
INFORMATIE
Het menu wordt in de volgende situaties niet weergegeven op het LCD-scherm:
- Als op een andere knop wordt gedrukt.
- Terwijl de beeldgegevens worden verwerkt. (als het statuslampje van de camera knippert)
- Als de batterijen leeg zijn.
Wanneer op het LCD-scherm een menu wordt weergegeven, kunt u de sluiterknop niet gebruiken om bijvoorbeeld een opname te maken. Als u een opname wilt maken, annuleert u simpelweg de menuweergave door op de knop MENU te drukken.
[30]
Loading...
+ 86 hidden pages