Samsung DIGIMAX 201 User Manual [nl]

Hartelijk dank voor het aanschaffen van een camera van Samsung. Deze handleiding biedt alle informatie die u nodig hebt om de Digimax 201 te kunnen gebruiken, inclusief het maken van foto’s, het downloaden van afbeeldingen en het gebruiken van MGI PhotoSuite III SE -software. Lees deze handleiding goed door voordat u gaat werken met uw nieuwe camera.
DUTCH
2
INSTRUCTIES
Gebruik deze camera in de onderstaande volgorde
stuurprogramma
voor de camera
Voordat u de USB-kabel aansluit op de PC en deze camera, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Installeer het stuurprogramma voor de camera dat wordt meegeleverd op de cd-rom met toepassingssoftware. (p.87)
Maak een foto. (p.33~52)
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan op de USB-poort van dePCenopdeUSB-aansluiting van de camera. (p.75~76)
Controleer of de camera is ingeschakeld. Als de camera is uitgeschakeld, zet u deze aan met de aan/uit-schakelaar. (p.36)
Open Windows Verkenner en zoek naar [Verwijderbare schijf]. (p.93)
Maak een foto
Sluit de USB-kabel
aan
Controleer of de
camera is
ingeschakeld
Controleer
[Verwijderbare schijf]
3
GEREED
SPECIALE FUNCTIES
Deze digitale camera biedt de volgende functies.
Een hoge resolutie van 2,0 megapixels 2Xdigitale zoomlens Functie voor opnemen van bewegende beelden Afdruk van datum op stilstaande beelden Ondersteuning voor meerdere talen
Waarschuwing van FCC
Tests hebben aangetoond dat dit apparaat voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat van Klasse B volgens artikel 15 van de FCC-voorschriften. Deze grenswaarden zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in commerciële installaties. Dit apparaat genereert, absorbeert en straalt RF-energie (Radio Frequentie) uit. Als het apparaat niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan dit leiden tot verstoring van het radioverkeer. Er is echter geen garantie dat er in sommige gevallen geen interferentie zal optreden. Als er toch interferentie optreedt terwijl het apparaat in werking is, probeert u één of meer van de volgende maatregelen.
Wijzig de locatie en richting van uw antenne. Vergroot de afstand tussen de camera en het apparaat waarvan de werking wordt verstoord. Gebruik een andere aansluiting op het desbetreffende apparaat. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Samsung of met een radio/TV-installateur.
Dit apparaat voldoet aan artikel 15 van de FCC-voorschriften.
4
INHOUDSOPGAVE
Kennis maken met uw camera
6
Veiligheidsinstructie
7 Deze digitale camera kan worden gebruikt voor 10 Inhoud verpakking 12 Identificatie van functies
13 Buitenkant product (voor-/boven­/onderaanzicht) 13 Buitenkant product (achteraanzicht) 14 Statuslampje voor camera 15 Indicator LCD-scherm 17 Definitie cameramodus 19
Modus STILSTAAND BEELD 19 Modus AFSPELEN 19 Modus BEWEGENDE BEELDEN 19 Modus INSTELLEN 19
Menu-indicator LCD-scherm 21
Voorbereiding
25 De stroomvoorziening 25
De batterijen gebruiken 25 Indicator voor batterijstatus 25
De wisselstroomadapter gebruiken 27 De draagriem bevestigen 27 De SD-geheugenkaart plaatsen 28 De SD-geheugenkaart verwijderen 30 Instructies voor het gebruik van de SD­geheugenkaart 30
Opnamemodus 33
Opnamemodus starten 33
Een stilstaand beeld opnemen 33
Bewegende beelden opnemen 34 De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen 36
AAN/UIT-knop 36
Sluiterknop 36
LCD-knop 36
MENU-knop 37
Schakelaar voor scherpte-instelling 38
Knop voor 4 functies 39
Knop SET/RECHTS 40
Knop MINIATUUR / LINKS 41
Knop ZELFONTSPANNER/ OMHOOG
41
Knop FLITSER/ OMLAAG 42 Het LCD-scherm gebruiken om de camera in te stellen 45
IMAGE SIZE (BEELDFORMAAT) 46
IMAGE QUALITY (BEELDKWALITEIT)
47 WHITE BALANCE (WITBALANS) 49 EV COMPENSATION (BELICHTINGSCORRECTIE)
50
Opnametijd voor bewegende beelden 52
Afspeelmodus
53
De afspeelmodus starten 53
Een stilstaand beeld afspelen 53 Bewegende beelden afspelen 54
De afspeelfunctie instellen met behulp van de cameraknop 56
Aan/Uit-knop 56 LCD-knop 56
Gereed Geavanceerde functies
5
GEREED
INHOUDSOPGAVE
Menuknop 57 Knop voor 4 functies 57 Knop MINIATUREN / LINKS 58 Knop SET/ RECHTS 59 Knop OMHOOG 60
Knop OMLAAG 60 De afspeelfunctie instellen met behulp van het LCD-scherm 61
Verwijderen van afbeeldingen 61
Slide Show (Diashow) 64
Protect (Beveiligen) 65
#ofprints(Aantal afdrukken) 66
Instellingsmodus 67
De instellingsmodus SETUP starten 67
Beep (Pieptoon) 67
POWER OFF (UITSCHAKELEN) 68
DATE IMPRINT (DATUM AFDRUKKEN)
69 DATE TYPE (DATUMTYPE) 70 DATE SETUP (DATUM INSTELLEN)
71 QUICK VIEW (SNELWEERGAVE) 72 LANGUAGE (TAAL) 73 RESET (HERSTELLEN) 74
PC-modus 75
PC-modus starten 75
Belangrijke opmerkingen
77
Waarschuwing! 77
Waarschuwingsindicator 79 Voordat u contact opneemt met een servicecentrum 80
Controleer het volgende 80 Specificaties
82
Softwarehandleiding
84
Opmerkingen met betrekking tot software
84 Informatie over software 85 Het USB-stuurprogramma voor Windows 98SE installeren 87 DirectX 8.1 installeren 88 Het USB-stuurprogramma verwijderen onder Windows 91 Verwijderbare schijf 93 De verwisselbare schijf verwijderen 94
Windows 98SE 94
Windows 2000/ME/XP 94 Het USB-stuurprogramma installeren op de MAC 96 Het USB-stuurprogramma gebruiken op de MAC 96 Digimax Viewer installeren 97 Digimax Viewer 99 MGI PhotoSuite III SE installeren 100 MGI PhotoSuite III SE 103 Functies van MGI PhotoSuite III SE 104 MGI PhotoSuite lll SE gebruiken 106
GET (LADEN): Foto’s ophalen 106
PREPARE (VOORBEREIDEN) 110
COMPOSE (SAMENSTELLEN) 111
ORGANIZE (ORDENEN) 112
SHARE (UITWISSELEN) 116
PRINT (AFDRUKKEN) 117
FAQ (VEELGESTELDE VRAGEN) 118
Software
Geavanceerde functies
6
KENNIS MAKEN MET UW CAMERA
Hartelijk dank voor het aanschaffen van een digitale camera van Samsung.
Lees, voordat u deze camera gaat gebruiken, eerst de gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar de handleiding op een veilige plek.
Informatie over de symbolen
Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van deze camera die u helpen op een veilige en juiste wijze te werken met deze camera. Hierdoor voorkomt u schade en letsel bij anderen.
GEVAAR
GEVAAR geeft een dreigend gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaar aan dat, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot minder ernstig letsel.
OPMERKING
OPMERKING geeft een toestand of situatie aan die, als er niets aan wordt gedaan, kan leiden tot een storing aan de camera of een slechte beeldkwaliteit.
INFORMATIE
INFORMATIE biedt extra hulp bij het bedienen van de camera.
7
GEREED
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE
GEVAAR
Probeer deze camera niet op enigerlei wijze aan te passen. Dit kan namelijk leiden tot brand, letsel, elektrische schokken of ernstige schade aan u of uw camera. Interne inspectie, onderhoud en reparaties dienen te worden uitgevoerd door uw leverancier of door het servicecentrum voor camera’s van Samsung.
Gebruik dit product niet in de directe nabijheid van brandbare of explosieve gassen, aangezien hierdoor het risico van een explosie toeneemt.
Gebruik de camera niet meer als er vloeistof of vreemde voorwerpen in zijn binnengedrongen. Schakel de camera uit en verwijder de stroombron (batterijen of wisselstroomadapter). U moet contact opnemen met uw leverancier of met het servicecentrum voor camera’s van Samsung. Ga niet door met het gebruik van de camera omdat dit kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Stop geen metalen of brandbare voorwerpen in de camera via de toegangspunten, zoals de kaartsleuf of het batterijvak. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik deze camera niet met natte handen. Dit kan leiden tot elektrische schokken.
8
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van de flitser in de onmiddellijke nabijheid van mensen of dieren. Als de flitser te dicht bij de ogen van het onderwerp afgaat, kan dit leiden tot schade aan de ogen. Maak geen gebruik van de flitser bij het fotograferen van kinderen van een afstand van minder dan 1 meter.
Richt, bij het maken van foto’s, nooit de lens van de camera rechtstreeks op een zeer krachtige lichtbron. Dit kan leiden tot permanente schade aan de camera of tot beschadiging van uw ogen.
Laat deze camera niet achter op plekken waar de temperatuur extreem kan oplopen, zoals een afgesloten voertuig, direct zonlicht of andere plaatsen waar extreme temperatuurschommelingen optreden. Blootstelling aan extreme temperaturen kan een negatieve invloed hebben op de interne onderdelen van de camera en kan leiden tot brand.
Dek de camera of wisselstroomadapter nooit af tijdens het gebruik. Hierdoor kan de temperatuur hoog oplopen, waardoor de camerabehuizing beschadigd kan raken en er brand kan ontstaan. Gebruik de camera en de bijbehorende accessoires altijd in een goed geventileerde ruimte.
Houd dit product en de bijbehorende accessoires om veiligheidsredenen buiten het bereik van kinderen of dieren om ongelukken te voorkomen zoals:
het inslikken van batterijen of kleine camera-accessoires.Raadpleeg in het geval van ongelukken meteen een arts. Er bestaat een kans op permanente beschadiging van de ogen als de flitser wordt gebruikt op een afstand van minder dan één meter van de ogen van een persoon. Er bestaat een kans op letsel door de bewegende onderdelen van de camera.
9
GEREED
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE
VOORZICHTIG
Lekkende, oververhitte of beschadigde batterijen kunnen leiden tot brand of letsel.
Gebruik batterijen die geschikt zijn voor deze camera. Sluit batterijen niet kort, verhit ze niet en gooi ze niet in een open vuur. Gebruik geen oude batterijen in combinatie met nieuwe en gebruik ook geen batterijen van verschillende merken.
Zorg ervoor dat de batterijen correct worden geplaatst met betrekking tot de polariteit (+ / -). Koppel de camera altijd los van de voedingsbron wanneer de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Gebruik de flitser niet terwijl u deze vasthoudt met uw hand of aanraakt met een of ander voorwerp. Raak de flitser na gebruik niet aan. Dit kan leiden tot brandwonden. Vervoer de camera niet als deze is ingeschakeld en u gebruik maakt van de wisselstroomadapter. Schakel de camera na gebruik altijd uit voordat u de adapter uit het stopcontact verwijdert. Controleer vervolgens of alle verbindingssnoeren of kabels naar andere apparaten zijn losgekoppeld voordat u de camera gaat vervoeren. Als u dit niet doet, kunnen de snoeren of kabels beschadigd raken en kunnen er brand of elektrische schokken optreden.
10
Afdrukken van opnames met behulp van een gespecialiseerde printer, printer met DPOF­ondersteuning of een ontwikkelcentrale met DPOF-apparatuur. (p.66)
Downloaden van beeldbestanden van camera naar computer. (p.75~76)
Bewerken van foto’s op een PC (p.103~117)
Maken van foto’s. (p.33~52)
DEZE DIGITALE CAMERA KAN WORDEN GEBRUIKT VOOR
11
GEREED
DEZE DIGITALE CAMERA KAN WORDEN GEBRUIKT VOOR
Rechtstreeks invoegen van foto’s in een elektronisch document
Maken van een zelfportret en de foto gebruiken om visitekaartjes een persoonlijk tintje te geven
Ukunt zelfs uw eigen unieke cadeaupapier maken met behulp van uw digitale opnames.
Maken van een digitaal fotoalbum
12
INHOUD VERPAKKING
INHOUD VERPAKKING
Controleer of u over de juiste productonderdelen beschikt voordat u het product gaat gebruiken.
Accessoires (optioneel)
Digitale camera 2 AA-alkalinebatterijen Opbergtasje
Draagriem voor camera
ProductgarantieGebruikershandleiding
Cd-rom met toepassingssoftware
en stuurprogramma's
Wisselstroomadapter SD-geheugenkaart
USB-kabel
13
GEREED
Buitenkant product (voor-/boven-/onderaanzicht)
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Sluiterknop
Lens
Lampje voor
zelfontspanner
Zoeker Flitser
USB-aansluiting
Aansluitpunt voor gelijkstroomvoeding
Hendel voor scherpteregeling
Keuzeschijf voor
modusselectie
Afdekklepje voor
batterijvak/kaartsleuf
Kaartsleuf
Aansluitpunt voor statief
Batterijvak
14
Buitenkant product (achteraanzicht)
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Knop voor 4 functies
LCD-scherm
Menuknop
Aan/uit-knop
Zoeker
LCD-knop
Statuslampje
voor camera
Oogje voor draagriem
Knop MINIATUUR / LINKS ( )
Knop FLITSER / OMLAAG ( )
Knop voor 4 functies
Knop ZOOM / SET / RECHTS ( )
Knop ZELFONTSPANNER / OMHOOG ( )
15
GEREED
Statuslampje voor camera
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Statuslampje voor camera
Statuslampje voor camera
Kleuren Status Status camera
Knipperend en uit Apparaat wordt opgestart
Als het LCD-scherm is uitgeschakeld Als de USB-kabel is aangesloten
Langzaam knipperend
Flitser wordt opgeladen Verwerking van beelden (compressie/decompressie) USB actief
Optimaal fotobereik bij meer dan 1,5m
Aan
Snel knipperend
Groen
16
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
INFORMATIE
Lampje voor zelfontspanner
Kleuren Status Camerastatus
Knipperend De eerste zeven seconden knippert het lampje éénmaal per
seconde. Gedurende de laatste drie seconden knippert het lampje éénmaal per 0.5 seconde.
Knippert 1 keer Als de camera is ingeschakeld / als de sluiterknop wordt
losgelaten.
Pieptoon Camerastatus Pieptoon bij aan/uit Alsdecamerawordtin-ofuitgeschakeld. Normale pieptoon (kort piepje) Bij draaien aan keuzeschijf/drukken op
sluiterknop/drukken op cameraknoppen Fouttoon Als een fout optreedt (tweemaal lang en tweemaal kort) Pieptoon zelfontspanner Er klinkt een pieptoon als het lampje van de
zelfontspanner knippert
Rood
Pieptoon
-Als u depieptoon hoorbaar wilt maken, moet u de pieptoon inschakelen in het menu voor de instellingsmodus.
17
GEREED
Indicator LCD-scherm
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1Opnamemodus
p.33 / 34 2Batterij p.25 3Waarschuwing bij bewegen van camera
p.35 / 43 4Flitser
p.43 / 44 5Zelfontspanner p.41 6Modus voor scherpte-instelling p.38 7Witbalans p.50 8Belichtingscorrectie +0.5 EV p.50 9 Digitale zoomfunctie p.40
Aantal resterende opnames (stilstaande beelden) 0006 Beschikbare opnametijd (bewegende beelden) 00:10
11 Beeldformaat p.46
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Het LCD-scherm geeft informatie weer over de opnamecondities.
Opnamemodus
Beeld & volledigeinfo
10
18
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Modus AFSPELEN
Stilstaande beelden volledigestatus Bewegende beelden envolledige status
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
1Batterij p.25 2Beveiligen p.65 34-richtingenpictogram p.40 4Indicator voor aantal afdrukken p.66 5 Digitale zoomfunctie p.40 6Nummer vastgelegde afbeelding 100-
0006
7Indicator SD-geheugenkaart p.28 8Indicator voor bewegende beelden p.34
Nr. Omschrijving Pictogrammen Pagina
12 Kwaliteit p.47 13 Indicator SD-geheugenkaart p.28 14 Tijd
13:00
15 Datum
2002/09/01
19
GEREED
Definitie cameramodus
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Ukunt de gewenstewerkmodusselecteren met behulp van dekeuzeschijfaan de bovenkant van decamera. Deze digitale camera beschikt over 4 werkmodi. Deze worden hieronder aangegeven.
Modus STILSTAAND BEELD ( )
Deze camera heeft 3 vaste modi voor scherpte-instelling. Dit zijn:
1. Macro ( ) : 0.18m ~ 0.25m
2. Portrait ( ) : 0.8m ~ 1.3m
3. Normal ( ) : 1.3m ~ oneindig
Modus AFSPELEN ( )
In deze modus kunnen de in het geheugen opgeslagen foto’s worden bekeken op het LCD-scherm aan de achterkant van de camera. In deze modus kunt u kiezen uit weergeven van 1 afbeelding, een scherm met 9 pictogrammen, een diashow, verwijderen van één afbeelding, verwijderen van alle afbeeldingen, formatteren, beveiligen, instellen van aantal afdrukken en digitaal zoomen.
Modus BEWEGENDE BEELDEN ( )
In deze modus worden bewegende beelden opgenomen zolang er opnametijd beschikbaar is of gedurende een vooraf ingestelde tijdsduur. De flitser wordt uitgeschakeld (FLASH OFF) als deze modus wordt geselecteerd.
Modus INSTELLEN ( )
In deze modus kunt u basisfuncties instellen, zoals BEEP (PIEPTOON), POWER OFF(UITSCHAKELEN), DATE IMPRINT (DATUM AFDRUKKEN), DATE TYPE (DATUMTYPE), DATE/TIME SETUP (DATUM/TIJD INSTELLEN), QUICK VIEW (SNELWEERGAVE), LANGUAGE (TAAL) en RESET (HERSTELLEN).
INFORMATIE
PC-modus
Uw computer herkent de camera als verwijderbare schijf wanneer deze is aangesloten via de USB-kabel. U kunt afbeeldingen uitwisselen tussen de computer en de camera. Als u Windows 98/98SE gebruikt, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren voordat u de USB-kabel aansluit. De werkmodus van de camera wordt gewijzigd in PC­modus zodra de USB-kabel wordt aangesloten.
Indicator voor modusselectie
20
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Cameramodus en menu selecteren
Ukunteencameramodus of een menu selecteren door aan de keuzeschijf te draaien of op de knop MENU te drukken zoals hieronder wordt aangegeven.
Zet de
camera
aan
Modus
STILSTAAND
BEELD ( )
Menu voor modus
STILSTAAND
BEELD
Modus
BEWEGENDE
BEELDEN( )
Menu voor modus
AFSPELEN
Modus AFSPELEN
Menu voor modus
BEWEGENDE
BEELDEN
Sluit
USB-kabel aan
PC-modus
Druk op knopMENU
Druk op knopMENU
Druk op knopMENU
Draai aan dekeuzeschijf
Draai aan dekeuzeschijf
Draai aan dekeuzeschijf
Modus
INSTELLEN
21
GEREED
Menu-indicator LCD-scherm
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Elke modus heeft een menu zoals hieronder wordt weergegeven. *gemarkeerd submenu is de standaardinstelling.
Cameramodus
Hoofdmenu Submenu
STILL IMAGE ( )
WHITE BALANCE
QUALITY
IMAGE SIZE
1600x1200* (p.46)
1280x960
640x480
SUPER FINE
(p.47)
FINE*
NORMAL
AUTO*
(p.49)
DAYLIGHT
SUNSET
FLUORESCENT
TUNGSTEN
-2.0 ~ 0.0* ~ +2.0EV (0.5 EV steps)
(p.50)
EXPOSURE
22
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Cameramodus
Hoofdmenu Submenu
PLAY ( )
DELETE NO*
DELETE IMAGE
SLIDE SHOW 1/2*/3/4/5/6/7/8/9 SEC
#OFPRINTS
0*, 1,2,3,4,5,6,7,8,9
PROTECT LOCK
UNLOCK*
YES
NO*DELETE ALL
YES
NO*FORMAT
YES
(p.61)
(p.62)
(p.63)
(p.66)
(p.64)
(p.65)
(p.52)
MOVIE CLIP ( )
TIME 10 SEC*
20 SEC 30 SEC
MANUAL
23
GEREED
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
Cameramodus
Hoofdmenu Submenu
SETUP( ) 1/2
BEEP ON*
OFF
DATE IMPRINT
ON*
OFF
DATE TYPE YYYY/ MM/ DD*
MM/ DD/ YYYY
DD/ MM/ YYYY
CANCEL, 1*, 2,3,4,5,6,7,8,9,10MIN
(p.67)
(p.69)
(p.68)
(p.70)
POWER OFF
24
IDENTIFICATIE VAN FUNCTIES
INFORMATIE
De PC-modus bevat geen menu en het LCD-scherm wordt altijd uitgeschakeld in de PC-
modus.
Cameramodus
Hoofdmenu Submenu
SETUP( ) 2/2
DATE SETUP 2000/01/01~2099/12/31
QUICK VIEW OFF
1 SEC*
2 SEC
3 SEC
(p.71)
(p.72)
LANGUAGE
ENGLISH
FRANÇAIS
DEUTSCH
ESPAÑOL
ITALIANO
? ?
? @Kf@Kf? @@@@@?@@@@@@?
?J(?'X?J(M?@e? ?.Y?S,?.Y??@e?
7Hh? @?@?@@@@@@@?? @?h@?? @?@@@@@@@?@?? @?@?f@?@?? @?@?f@?@?? @?@@@@@@@?@?? @?@?f@?@?? @?@?f@?@?? @?@@@@@@@?@?? @?g?J@?? @?g?@@??
?
? ?
? @?e?@f? @?e?@f?
?J5?e?@f? ?7Y?e?@f? J@@@@@@@@@@@?
7@e?W@@@Xe? ?J@@e?7Y@V1e? ?.Y@eJ5?@?@e?
?@e7H?@?@e?
?@?J5??@?3L??
?@W.Y??@?S)X?
?@(Y?@@@@0R/?
?@H?e?@f?
?@f?@f?
?@f?@f?
?@f?@f?
?
(p.73)
RESET NO*
YES
(p.74)
25
GEREED
De stroomvoorziening
VOORBEREIDING
De camera kan op twee manieren van stroom worden voorzien. U kunt batterijen (AA-alkaline of CR­V3) of een wisselstroomadapter (gelijkstroom 3.3V / 2,0A) gebruiken.
Indicator voor batterijstatus
Op het LCD-scherm worden 3 indicatoren voor de batterijstatus weergegeven.
De batterijen gebruiken
1. Open het afdekklepje voor het batterijvak door het in de richting van de pijl te duwen.
2. Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak door ertegen te duwen totdat het vastklikt.
:Debatterijenzijnvolledig opgeladen
:Nieuwebatterijen voorbereiden
:Debatterijenzijnbijnaleeg.Nieuwe batterijen plaatsen
26
VOORBEREIDING
INFORMATIE
Deze camera wordt automatisch uitgeschakeld als deze een tijdje niet is gebruikt. Raadpleeg de functie [POWER OFF] (p. 68).
OPMERKING
Belangrijke informatie over het gebruik van batterijen Verwijder de batterijen als de camera gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Batterijen verliezen vermogen met het verstrijken van de tijd en kunnen gaan lekken als u ze in de camera laat zitten. Wij adviseren u gebruik te maken van ALKALINE-batterijen met een grote capaciteit aangezien mangaanbatterijen niet voldoende vermogen leveren. Lage temperaturen (beneden 0°C) kunnen de prestaties van de batterijen nadelig beïnvloeden en kunnen de levensduur van de batterijen bekorten. De batterijen herstellen zich gewoonlijk bij normale temperaturen. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar heen. Bij langdurig gebruik van de camera kan de behuizing warm worden. Dit is volstrekt normaal. Als u gedurende langere tijd met deze camera wilt werken, kunt u het beste een wisselstroomadapter gebruiken.
27
GEREED
VOORBEREIDING
De wisselstroomadapter gebruiken
Als u toegang tot een netvoeding hebt, kunt u de camera gedurende lange tijd gebruiken met behulp van een wisselstroomadapter. Als u de camera aansluit op een computer, kunt u beter een wisselstroomadapter gebruiken, aangezien de camera dan veel langer kan werken. Sluit de adapter aan op het aansluitingspunt (DC 3,3V IN) op de camera.
De draagriem bevestigen
Gebruik altijd de draagriem om te voorkomen dat de camera per ongeluk beschadigd raakt. Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen
GEVAAR/OPMERKING
Schakel altijd de stroom uit voordat u de wisselstroomadapter uit het stopcontact verwijdert. Net als bij alle apparaten die worden aangesloten op de netvoeding, is de veiligheid van groot belang. Zorg ervoor dat de camera en de adapter niet in contact komen met water of met metalen voorwerpen. Zorg ervoor dat u een correct type wisselstroomadapter gebruikt voor de camera (3.3v /2.0A). Als u dit niet doet, kan dat uw garantie ongeldig maken.
12
28
De SD-geheugenkaart plaatsen
VOORBEREIDING
De camera beschikt over een intern flash-geheugen van 8MB, waarmee u opnames van stilstaande en bewegende beelden kunt opslaan in de camera. U kunt de geheugencapaciteit echter uitbreiden met behulp van een optionele SD-geheugenkaart (aangeduid met KAART) zodat u meer stilstaande en bewegende beelden kunt opslaan.
1. Zet de camera uit en trek het klepje voor de kaartsleuf in de richting van de pijl om de sleuf te openen.
2. Plaats de kaart volledig in de kaartsleuf. De pennen van de kaart moeten in dezelfde richting wijzen als het LCD-scherm. De kaart is dan correct geplaatst.
3. Sluit het afdekklepje door het tegen de richting van de pijl in te schuiven totdat u een klik hoort.
Nadat de KAART is geplaatst, gaat het lampje voor de SD­geheugenkaart branden op het LCD-scherm. Als de kaart niet past, controleert u of deze correct is geplaatst. Oefen geen druk uit op de kaart.
OPMERKING
Plaats de MMC (Multi Media Card) op dezelfde wijze als de SD-geheugenkaart. Wanneer u de Multi Media Card verkeerd om plaatst, kan de kaart wel naar binnen worden geschoven, maar past deze niet goed in de kaartsleuf. Probeer de kaart niet met geweld naar binnen te schuiven en laat het klepje van het batterijvak openstaan. Controleer de kaart en installeer deze op de juiste wijze.
29
GEREED
VOORBEREIDING
De kaart heeft een schakelaar voor schrijfbeveiliging waarmee u kunt voorkomen dat beeldbestanden worden verwijderd of de kaart wordt geformatteerd. Als u de schakelaar naar de onderkant van de kaart toeschuift, zijn de gegevens beveiligd. Als u de schakelaar naar de bovenkant van de kaart toeschuift, wordt de beveiliging opgeheven. Controleer de positie van de schakelaar voordat u een opname maakt.
SD-geheugenkaart (Secure Digital)
Schakelaar voor schrijfbeveiliging
Label
Kaartpennen
30
De SD-geheugenkaart verwijderen
VOORBEREIDING
1. Schakel de stroom uit met behulp van de aan/uit-knop.
2. Open het afdekklepje voor de kaartsleuf en druk op de KAART zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Laat de kaart vervolgens los.
3. Verwijder de KAART en sluit het afdekklepje voor de kaartsleuf.
OPMERKING
Verwijder de KAART niet als het statuslampje voor de camera (groen) knippert, omdat anders de gegevens op de KAART beschadigd kunnen raken.
Instructies voor het gebruik van de SD-geheugenkaart
Een nieuwe KAART voor het eerst gebruiken
Voordat u de KAART kunt gebruiken, moet deze eerst worden geïnitialiseerd. Bij het initialiseren wordt de geheugenkaart geschikt gemaakt voor het opnemen van gegevens. Raadpleeg pagina 63 voor nadere informatie over het formatteren van de kaart ([FORMAT]).
31
GEREED
VOORBEREIDING
Deze getallen zijn schattingen omdat de beeldcapaciteit kan worden beïnvloed door variabelen zoals prestaties vandegeheugenkaart en onderwerp.
Onderhoud uitvoeren op de SD-geheugenkaart
Zet decamerauit als u de KAARTgaatplaatsen of verwijderen. Naarmate de KAART vaker wordt gebruikt, nemen de prestaties af. Als dit het geval is, moet u een nieuwe KAARTaanschaffen.Slijtage van de KAART valtnietonder de garantie vanSamsung. De KAARTiseen elektronisch precisie-instrument. Buig deKAARTniet om, laat deze nietvallenen stel deze niet blootaanzware druk. Berg de KAART niet op in een omgeving met krachtige elektronische of magnetische velden (bijvoorbeeld indebuurt van luidsprekers of TV-toestellen). Gebruik deze kaart niet en berg deze niet op in een omgeving waarin sprake is van grote temperatuurschommelingen. Zorg ervoor dat de KAART niet vuil wordt en dat deze niet in contact kan komen met vloeistoffen van enigerlei aard.Alsdit toch gebeurt, verwijdert uhetvuil met een zachte doek. Bewaar deKAARTin de bijbehorende opberghoes alsude kaart niet gebruikt. Tijdens ennaperioden van langdurig gebruik, kandeKAART warm aanvoelen. Ditisvolstrektnormaal.
Geheugencapaciteit
Wanneer ugebruikmaaktvaneen 16/32MB geheugenkaart of hetinternegeheugen,geldt de volgende specificatie voordeopnamecapaciteit.(Deze getallen dienen als indicatie voordeverwachte capaciteit.)
Aantal opnames
Intern geheugen SD-geheugenkaart
8MB 16MB 32MB
Superfine
10 20 43
Fine
18 34 74
Normal
26 50 109
Superfine
15 29 63
Fine
28 53 116
Normal
43 85 185
Superfine
48 95 206
Fine
83 172 372
Normal
153 286 621
1600X1200
(Groot)
Formaat van
opgenomen beeld
Kwaliteit van
opgenomen beeld
1280X960
(Midden)
640X480
(Klein)
32
VOORBEREIDING
De gegevens op de SD-geheugenkaart beschermen
Als het volgende aan de hand is, bestaat de kans dat de opgenomen gegevens beschadigd raken:
-AlsdeKAART op onjuiste wijze wordt gebruikt.
-Als de stroom wordt uitgeschakeld of de KAART wordt verwijderd tijdens het opnemen, verwijderen (formatteren) of lezen.
Samsung kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van gegevens. Het is raadzaam belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, CD, enz.
INFORMATIE
Als er geen kaart is geplaatst, wordt het indicatorlampje voor de SD-geheugenkaart niet weergegeven op het LCD-scherm. Als er onvoldoende geheugen beschikbaar is.
-Alsudesluiterknop half indrukt bij het maken van een opname, wordt het volgende bericht weergegeven en werkt de camera niet.
Ukuntdehoeveelheid geheugen in de camera optimaliseren door de KAART te vervangen of door afbeeldingen die u niet langer nodig hebt te verwijderen van de KAART.
MEMORY FULL !
33
Geavanceerde functies
Opnamemodus starten
OPNAMEMODUS
1. Plaats de batterijen (p. 25). Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+ / -).
2. Plaats de KAART (p. 28). Aangezien deze camera over een intern geheugen van 8MB beschikt, hoeft u de SD-geheugenkaart niet te plaatsen. Als de KAART niet is geplaatst, wordt een afbeelding opgeslagen in het interne geheugen. Ukuntdegeheugencapaciteit uitbreiden door de KAART te plaatsen. Als de KAART is geplaatst, wordt een afbeelding opgeslagen op de KAART.
3. Sluit het afdekklepje van de kaartsleuf.
4. Zet de camera aan met de aan/uit-schakelaar.
5. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
7. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
Een stilstaand beeld opnemen
Als de KAART in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor de KAART. Als de KAART niet in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor het interne geheugen.
34
OPNAMEMODUS
Bewegende beelden opnemen
Stappen 1 t/m 4 zijn gelijk aan die voor het opnemen van stilstaande beelden.
5. Selecteer de modus BEWEGENDE BEELDEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
6. Het pictogram voor de modus BEWEGENDE BEELDEN en de beschikbare opnametijd worden weergegeven op het LCD­scherm
7. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en bekijk welke opname u wilt maken met behulp van de zoeker of het LCD-scherm.
8. Druk op de sluiterknop om bewegende beelden op te nemen zolang de beschikbare opnametijd dit toelaat. Als u de sluiterknop loslaat, worden nog steeds bewegende beelden opgenomen. Het pictogram voor de modus BEWEGENDE BEELDEN knippert tijdens het maken van de opname. Als u het opnemen wilt stoppen, drukt u nogmaals op de sluiterknop.
(Bij selectie van het submenu [MANUAL]) in de modus BEWEGENDE BEELDEN)
Beeldformaat en bestandstype worden hieronder aangegeven.
-Beeldformaat :QVGA (320 x 240)
-Bestandstype : *.AVI
INFORMATIE
Controleer in de volgende situaties de datum en tijd en corrigeer deze.
-Alsudezecameravoorheteerstgebruikt.
-Telkens nadat de wisselstroomadapter en batterijen zijn verwijderd.
OPMERKING
Hoewel u de opnametijd zelf kunt instellen in het menu van de modus BEWEGENDE BEELDEN, is de beschikbare opnametijd afhankelijk van de beschikbare geheugencapaciteit.
[Modus BEWEGENDE BEELDEN ]
35
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
OPMERKING
Waarschuwing bij bewegen van camera
Als de flitser is uitgeschakeld, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval kunt u een statief gebruiken, de camera op een stabiel oppervlak plaatsen of de flitser inschakelen. Opname met tegenlichtcorrectie
Wanneer u buitenshuis opnames maakt, kunt u beter niet tegen de zon in fotograferen omdat de foto anders te donker kan zijn vanwege het tegenlicht. Bij tegenlicht kunt u gebruik maken van de functie voor tegenlichtcorrectie (raadpleeg pagina
50). Zorg dat de lens of de flitser niet worden geblokkeerd tijdens het maken van een opname. Aangezien wat u ziet door de zoeker enigszins kan afwijken van de uiteindelijke foto wanneer u deze neemt van een afstand van minder dan 1,5m, wordt geadviseerd gebruik te maken van het LCD-scherm bij het maken van de compositie. Als u veelvuldig gebruik maakt van het LCD-scherm, raken de batterijen snel leeg.
Uwordt geadviseerd het LCD-scherm uit te schakelen en zo veel mogelijk gebruik te maken van de optische zoeker om de batterijen te sparen. In de volgende situaties kunnen opnames onscherp zijn.
-Indemodus voor scherpte-instelling Macro, als de afstand tot het onderwerp minder dan 0,18m of meer dan 0,25m bedraagt. Zorg ervoor dat de afstand in de modus Macro tussen 0,18m en 0,25m bedraagt.
-Indemodus voor scherpte-instelling Portrait, als de afstand tot het onderwerp minder dan 0,8m of meer dan 1,3m bedraagt. Zorg ervoor dat de afstand in de modus Portrait tussen 0,8m en 1,3m bedraagt.
-Indemodus voor scherpte-instelling Normal, als de afstand tot het onderwerp minder dan 1,3m bedraagt. Zorg ervoor dat de afstand in de modus Normal tussen 1,3m en oneindig bedraagt.
36
OPNAMEMODUS
De cameraknop gebruiken om de camera in te stellen
Ukunt de modi STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN instellen met behulp van de cameraknop.
AAN/UIT-knop
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Dit wordt gedaan om de batterijen te sparen. De camera kan opnieuw worden ingeschakeld met de aan/uit-knop.
Sluiterknop
Gebruikt voor het maken van opnames in de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN).
LCD-knop
Als u op de LCD-knop drukt in de opnamemodus (STILSTAAND BEELD, BEWEGENDE BEELDEN), wordt de weergave gewijzigd zoals hieronder wordt aangegeven.
37
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
MENU-knop
Op MENU-knop
drukken
Beeld en volledige informatie
Op LCD-knop
drukken
Op LCD-knop
drukken
Op LCD-knop
drukken
Beeld en basisinformatie
LCD uit
Als u op de menuknop drukt, wordt in elke cameramodus een menu weergegeven op het LCD-scherm. Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt het LCD-scherm in de beginstand gezet.
Ukunteen menuoptie kiezen als een van de volgende modi is geselecteerd: Modus STILSTAAND BEELD, modus BEWEGENDE BEELDEN, modus AFSPELEN en modus INSTELLEN. Er is geen menu beschikbaar als de PC-modus is geselecteerd. Raadpleeg pagina 19 voor nadere informatie over het menu voor de cameramodus.
menu uit menu aan
STILL IMAGE
IMAGE SIZE QUALITY WHITE BALANCE AUTO EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
38
OPNAMEMODUS
OPMERKING
Ukunt voorkomen dat de opname onscherp wordt door de scherpte in te stellen op een bereik tussen 0,8m en 1,3m.
OPMERKING
Ukunt voorkomen dat de opname onscherp wordt door de scherpte in te stellen op een bereik tussen 0,18m en 0,25m.
Schakelaar voor scherpte-instelling
Modus voor scherpte-instelling Macro ( )
Het instellingsbereik is 0,18m tot 0,25m. Wanneer u deze modus voor scherpte-instelling selecteert, wordt een pictogram Macro/Portrait ( )weergegevenophetLCD-scherm.
Controleer, voordat u een opname maakt, of de schakelaar voor scherpte-instelling in de gewenste positie staat. Aangezien wat u ziet door de zoeker enigszins kan afwijken van de uiteindelijke foto wanneer u deze neemt van een afstand van minder dan 1,5m, wordt geadviseerd gebruik te maken van het LCD-scherm bij het maken van de compositie.
Er zijn 3 opties voor scherpte-instelling in de modus STILSTAAND BEELD.
Modus voor scherpte-instelling Portrait ( )
Het instellingsbereik is 0,8m tot 1,3m. Wanneer u deze modus voor scherpte-instelling selecteert, wordt een pictogram Macro/Portrait ( )weergegevenophetLCD-scherm.
39
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
Knop voor 4 functies
Uitleg van de knop voor 4 functies [ Knop voor 4 functies ]
KNOP
MENUWEERGAVE
Modus STILSTAAND BEELD Modus BEWEGENDE BEELDEN Pagina
Knop( ) AAN De menucursor omhoog verplaatsen De menucursoromhoog verplaatsen
OMHOOG UIT De zelfontspanningsmodus selecteren De zelfontspanningsmodusselecteren
Knop( ) AAN Demenucursor omlaag De menucursoromlaag OMLAAG UIT De flitsmodus selecteren Geenfunctie Knop ( ) AAN Geen functie Geen functie
LINKS UIT Geen functie Geen functie Knop( ) AAN De selectie bevestigen De selectiebevestigen RECHTS UIT Digitale zoom activeren Geen functie
p.41
p.42
p.41
p.40
OPMERKING
Ukuntvoorkomen dat de opname onscherp wordt door de scherpte in te stellen op een bereik tussen 1,3m en oneindig.
Modus voor scherpte-instelling Normal ( )
Het instellingsbereik is 1,3m tot oneindig. Wanneer u deze modus voor scherpte-instelling selecteert, wordt geen pictogram weergegeven op het LCD-scherm.
40
OPNAMEMODUS
Knop SET/RECHTS ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt deze gebruikt voor het bevestigen van gegevens die zijn gewijzigd met de knoppen of . Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met deze knop de digitale zoomfunctie activeren. De maximale vergroting bij zoomen bedraagt 2X bij het maken en bekijken van opnames.
Een normale opname
Druk op knop
SET
Opname met digitale zoom
INFORMATIE
Het verwerken van opnames die zijn gemaakt met behulp van de digitale zoomfunctie duurt mogelijk iets langer. Dit kan even duren. De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de modus voor BEWEGENDE BEELDEN. Het gebruik van de digitale zoomfunctie kan leiden tot een lager beeldkwaliteit.
Digitale zoomfunctie
Ukuntdedigitale zoomfunctie alleen gebruiken als het LCD-scherm is ingeschakeld.
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop SET om een tweemaal vergrote opname weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk nogmaals op de knop SET om de digitale zoomfunctie uit te schakelen.
41
Geavanceerde functies
Knop ZELFONTSPANNER ( )/ OMHOOG ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop OMHOOG ( )demenucursor omhoog verplaatsen. Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD­scherm, werkt de knop LINKS ( )alsknop voor de zelfontspanner in de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN). Deze functie wordt gebruikt als de fotograaf een foto van zichzelf wil maken.
De zelfontspanner selecteren. De zelfontspanner werkt alleen in de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN). Gebruik een statief of plaats de camera op een stabiele ondergrond.
1. Schakel het LCD-scherm niet uit.
2. Selecteer de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN) door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Als de indicator voor de zelfontspanner wordt weergegeven op het LCD-scherm nadat u op de knop voor de zelfontspanner hebt gedrukt, is deze instelling ingeschakeld.. Druk nogmaals op de knop voor de zelfontspanner om de zelfontspanner uit te schakelen.
4. Als u op de sluiterknop drukt, wordt na tien seconden een foto gemaakt. Daarna wordt de zelfontspanner geannuleerd.
Als u het submenu [MANUAL] selecteert in het menu [TIME] bij het opnemen van BEWEGENDE BEELDEN, kunt u blijven opnemen zolang de geheugencapaciteit dit toestaat. Druk op de sluiterknop om het opnemen te stoppen.
OPNAMEMODUS
Knop MINIATUUR / LINKS ( )
In de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN) heeft de knop LINKS ( )geenfunctie. Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop RECHTS ( ) de miniatuurfunctie activeren. In de miniatuurmodus kunt u 9 opnames tegelijk bekijken op het LCD-scherm.
42
OPNAMEMODUS
Knop FLITSER( ) / OMLAAG ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt udemenucursor omlaag verplaatsen of van submenu veranderen door op de knop OMLAAG ( )tedrukken. Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, werkt de knop ( )alsflitserknop.
De flitsmodus selecteren
De flitser werkt alleen in de modus voor stilstaande beelden.
1. Schakel het LCD-scherm niet uit.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Druk op de flitserknop totdat de gewenste indicator voor de flitsermodus (FLASH) wordt weergegeven op het LCD-scherm. Gebruik de juiste flitsmodus voor de omgeving waarin u werkt.
Hieronder worden de standaardinstellingen voor elke modus weergegeven.
-Modus STILSTAAND BEELD : Automatisch flitsen
-Modus BEWEGENDE BEELDEN : Flitser uit (vast)
Automatisch flitsen selecteren
INFORMATIE
De standaardwaarde is UIT. Het lampje voor de zelfontspanner (rode LED) knippert 10 seconden lang nadat u op de knop voor de zelfontspanner hebt gedrukt.
-Deeerste 7 seconden knippert het lampje éénmaal per seconde.
-Delaatste 3 seconden knippert het lampje éénmaal per 0,5 seconde. De resterende tijd voor het maken van opnames wordt weergegeven op het LCD-scherm.
43
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
FLITSMODUS Indicator Definitie
Als het voorwerp of de achtergrond donker is, wordt automatisch de flitser van de camera gebruikt. Als een voorwerp of de achtergrond donker is, wordt automatisch de flitser van de camera gebruikt en wordt het ‘rode ogen’-effect beperkt door het gebruik van de functie voor verwijderen van rode ogen.
Wanneer u ’s nachts een opname maakt, worden de achtergrond en het onderwerp licht bij een trage sluitertijd. Wij adviseren u gebruik te maken van een statief. Wanneer u een opname maakt, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
Indicator voor flitsmodus
Automatisch flitsen en
verwijderen van rode
ogen
Automatisch flitsen
Synchronisatie lage
sluitersnelheid
44
OPNAMEMODUS
OPMERKING
Als u veelvuldig gebruik maakt van de flitser, raken de batterijen sneller uitgeput. Onder normale gebruiksomstandigheden duurt de oplaadtijd van de flitser minder dan 10 seconden. Als de batterijen zwak zijn, duurt het opladen langer. Maak opnames binnen het flitserbereik.
Het flitserbereik
Hieronder worden de flitserbereiken aangegeven.
De beeldkwaliteit wordt niet gegarandeerd als het onderwerp zich te dichtbij bevindt of sterk reflecteert.
Modus ISO Flitserbereik
Modus STILSTAAND BEELD AUTO (100, 200) 0.8 ~3m
De flitser gaat af ongeacht de hoeveelheid licht die beschikbaar is.
De flitser gaat niet af. Selecteer deze modus bij het maken van opnames op plaatsen waar het gebruik van de flitser is verboden. Wanneer u een opname maakt, wordt mogelijk de waarschuwingsindicator voor het trillen van de camera ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
Ondersteunende flits
Flitser uit
45
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
Het LCD-scherm gebruiken om de camera in te stellen
De opnamefuncties kunnen worden gewijzigd met behulp van het LCD-scherm. Als u in de OPNAMEMODUS (STILSTAAND BEELD / BEWEGENDE BEELDEN) op de knop MENU drukt, wordt het menu weergegeven op het LCD-scherm. De volgende functies zijn beschikbaar, afhankelijk van de modus die u hebt geselecteerd (STILSTAAND BEELD of BEWEGENDE BEELDEN).
Modus
Modus STILSTAAND BEELD
Modus BEWEGENDE BEELDEN
PAGINA
IMAGE SIZE (BEELDFORMAAT) O X p.46
IMAGE QUALITY (BEELDKWALITEIT) O X p.47
WHITE BALANCE (WITBALANS) O X p.49
DIGITAL ZOOM (DIGITALE ZOOM) O X p.40
EV COMPENSATION (BELICHTINGSCORRECTIE)
OXp.50
MOVIE CLIP RECORDING TIME (OPNAMETIJD BEWEGENDE BEELDEN)
XOp.52
INFORMATIE
Het menu wordt in de volgende situaties niet weergegeven op het LCD-scherm:
-Alsopeen andere knop wordt gedrukt.
-Tijdens de verwerking van afbeeldingsgegevens (Als het rode lampje naast de zoeker knippert.)
-Alsdebatterijen leeg zijn.
Wanneer op het LCD-scherm een menu wordt weergegeven, kunt u de sluiterknop niet gebruiken om bijvoorbeeld een foto te maken. Als u een foto wilt maken, annuleert u simpel de menuweergave door op de menuknop te drukken. Het menu wordt dan niet langer weergegeven en de camera kan worden gebruikt voor het maken van foto's.
46
OPNAMEMODUS
IMAGE SIZE (BEELDFORMAAT)
In de modus STILSTAAND BEELD kunt u het formaat voor een afbeelding selecteren. Een grote afbeelding neemt meer geheugenruimte in beslag, zodat een groter afbeeldingsformaat het totale aantal opnames beperkt dat u kunt opslaan op een geheugenkaart. Hieronder worden de afbeeldingsformaten aangegeven.
Het afbeeldingsformaat selecteren
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )en selecteer [IMAGE SIZE].
6. Druk op de knop SET ( )omhetsubmenuweer te geven.
7. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )en selecteer [L], [M] of [S] ( ).
8. Druk op de knop SET ( )omdeinstellingtebevestigen. De standaardwaarde is [1600x1200 (L)].
9. Druk op de knop MENU om de menuweergave te annuleren.
1600x1200
1280x960 640X480
STILL IMAGE
IMAGE SIZE QUALITY WHITE BALANCE AUTO EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
Modus STILSTAAND BEELD
STILL IMAGE
IMAGE SIZE
1600X1200 1280X0960 0640X0480
EXIT:MENU SET:
47
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
De beeldkwaliteit selecteren
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [QUALITY].
6. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
7. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer SUPER FINE, FINE of NORMAL.
8. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen. De standaardwaarde is FINE.
9. Druk op de knop MENU om de menuweergave te annuleren.
SUPER FINE [S]
HOOG [F] NORMAAL [N]
IMAGE QUALITY (BEELDKWALITEIT)
In de modus STILSTAAND BEELD kunt u de beeldkwaliteit (compressieverhouding) selecteren. Hoe hoger de waarde voor de instelling QUALITY (KWALITEIT), hoe beter de uiteindelijke afbeelding. Een hoge waarde voor de kwaliteitsinstelling vereist echter meer geheugen en beperkt daarom het aantal opnames dat u kunt opslaan op de geheugenkaart. SUPER FINE is de hoogste kwaliteit en NORMAL [N] de laagste. Kies de instelling op basis van uw behoefte. Hieronder worden de beschikbare beeldkwaliteiten aangegeven.
STILL IMAGE
QUALITY
SUPER FINE
FINE
NORMAL
EXIT:MENU SET:
STILL IMAGE
IMAGE SIZE QUALITY WHITE BALANCE AUTO EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
48
OPNAMEMODUS
JPEG [Joint Photographic Experts Group] : De naam van de commissie die de standaardalgoritme voor beeldcompressie heeft ontworpen. De JPG-bestandsindeling is ontworpen voor het comprimeren van digitale afbeeldingen zonder dat dit de kwaliteit van de oorspronkelijke afbeelding negatief beïnvloedt. Het is de meestgebruikte indeling voor gecomprimeerde beeldbestanden op het web.
JPEG
OPMERKING
Het beeldbestand wordt opgeslagen in *.jpg-indeling. Deze bestandsindeling voldoet aan de DCF(Design rule for Camera File system),
49
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
WHITE BALANCE (WITBALANS)
De kleuren van de opgenomen beelden kunnen veranderen afhankelijk van het beschikbare licht. Met de instelling voor de witbalans kunt u de kleuren aanpassen zodat deze er natuurlijker uitzien. De gewijzigde waarde voor de witbalans blijft gehandhaafd totdat de camera wordt uitgeschakeld. Er zijn 5 menu’s beschikbaar voor de witbalans: AUTO (AUTOMATISCH) / DAYLIGHT (DAGLICHT) /SUNSET (ZONSONDERGANG) / FLUORESCENT (FLUORESCEREND), TUNGSTEN (KUNSTLICHT)
De witbalans selecteren
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [WHITE BALANCE].
6. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
7. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer het gewenste submenu voor de witbalans.
8. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen. De standaardwaarde is [AUTO].
9. Druk op de knop MENU om de menuweergave te annuleren.
STILL IMAGE
WHITE BALANCE
AUTO
EXIT:MENU SET:
STILL IMAGE
IMAGE SIZE QUALITY WHITE BALANCE AUTO EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
50
OPNAMEMODUS
EV COMPENSATION (BELICHTINGSCORRECTIE)
Deze camera past automatisch de belichtingsinstelling aan op basis van de omgevingsverlichting. Ukuntdebelichtingswaarde echter wijzigen met behulp van het submenu [EXPOSURE]. In de modus STILSTAAND BEELD kunt u de belichtingswaarde selecteren. Als u de belichtingswaarde verhoogt, krijgt u een lichtere foto. Als u de belichtingswaarde verlaagt, wordt de foto donkerder.
INFORMATIE
AUTO : De camera selecteert automatisch de juiste witbalans, afhankelijk van
de omgevingsverlichting.
DAYLIGHT (DAGLICHT)
:Voorhetmaken van opnames midden overdag.
SUNSET (ZONSONDERGANG)
:Voorhetmaken van opnames tijdens zonsondergang
FLUORESCENT (FLUORESCEREND)
:Voorhetmaken van opnames bij een fluorescerende verlichting.
TUNGSTEN (KUNSTLICHT)
:Voorhet maken van opnames bij kunstlicht (gewone gloeilamp). Als u de waarde voor de witbalans wijzigt in de modus STILSTAAND BEELD, wordt deze waarde tevens gebruikt in de modus BEWEGENDE BEELDEN.
De belichtingswaarde selecteren
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus STILSTAAND BEELD door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
STILL IMAGE
IMAGE SIZE QUALITY WHITE BALANCE AUTO EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
51
Geavanceerde functies
OPNAMEMODUS
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [EXPOSURE].
6. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
7. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer het gewenste submenu voor de belichtingswaarde [EXPOSURE].
8. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven. De standaardwaarde is [0.0EV].
9. Druk op de knop MENU om de menuweergave te annuleren.
OPMERKING
Instellingsbereik belichtingscorrectie -2.0 tot +2.0 EV (stappen van 0.5 EV)
De belichting blijft ongewijzigd totdat de camera wordt uitgeschakeld. Als de camera opnieuw wordt ingeschakeld, wordt de belichtingscorrectie weer ingesteld op 0,0EV (geen belichtingscorrectie).
Wanneer u de belichtingswaarde hebt gewijzigd, wordt deze waarde weergegeven op het LCD-scherm.
Als de belichtingswaarde wordt verhoogd of verlaagd kunnen foto’s over- of onderbelicht (te licht of te donker) zijn. Bekijk uw afbeeldingen met behulp van het LCD-scherm om te controleren of ze zijn gelukt.
Als u de waarde voor de belichtingscorrectie wijzigt in de modus STILSTAAND BEELD, wordt deze waarde tevens gebruikt in de modus BEWEGENDE BEELDEN.
STILL IMAGE
EXPOSURE
+0.0
EXIT:MENU SET:
52
Opnametijd voor bewegende beelden
OPNAMEMODUS
Dit menu wordt alleen weergegeven in de modus BEWEGENDE BEELDEN. Ukunt de opnametijd voor bewegende beelden instellen.
De opnametijd voor bewegende beelden selecteren
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus BEWEGENDE BEELDEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer de gewenste opnametijd voor bewegende beelden.
6. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen. De standaardwaarde is [10SEC].
MOVIE CLIP
TIME
10 SEC
20 SEC 30 SEC MANUAL
EXIT:MENU SET:
53
Geavanceerde functies
AFSPEELMODUS
De afspeelmodus starten
Zet de camera aan en selecteer de modus AFSPELEN door op de schijf voor modusselectie te drukken. De camera kan nu de afbeeldingen afspelen die zijn opgeslagen in het geheugen. Ukunt de functie voor de modus AFSPELEN instellen met behulp van de knoppen op de camera en het LCD-scherm.
1. Zet de camera aan met de aan/uit-schakelaar.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. De laatste afbeelding die is opgeslagen in het geheugen wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4. Selecteer een opname die u wilt afspelen door op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG( )tedrukken.
Een stilstaand beeld afspelen
54
AFSPEELMODUS
Hieronder worden de functies in de modus AFSPELEN weergegeven.
Miniaturen, Digitale zoomfunctie, Weergave van beeldinformatie Afbeeldingen verwijderen, Alle afbeeldingen verwijderen, Formatteren, Diashow, Afbeelding beveiligen Aantal afdrukken
Cameraknop
Afspelen
Afdrukinstelling
LCD-scherm
Bewegende beelden afspelen
Stappen 1 t/m 3 zijn gelijk aan die voor het afspelen van stilstaande beelden.
4. Selecteer de bewegende beelden die u wilt afspelen door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )tedrukken. Als u een bestand met bewegende beelden selecteert, wordt de indicator voor bewegende beelden ( ) weergegeven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop SET om de bewegende beelden af te spelen.
-U kunt het afspelen van bewegende beelden tijdelijk onderbreken door nogmaals op de knop SET te drukken.
-U kunt het afspelen stoppen door op de knop MENU te drukken.
-Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )om andere opnames af te spelen.
Geavanceerde functies
55
AFSPEELMODUS
INFORMATIE
Als de KAART in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor de KAART. Als de KAART niet in de camera is geplaatst, werken alle camerafuncties alleen voor het
interne geheugen.
De laatste afbeelding die is opgeslagen in het geheugen wordt weergegeven op het LCD-
scherm.
Als de SD-geheugenkaart is geplaatst, wordt de afbeelding weergegeven die als laatste is
opgeslagen op de SD-kaart.
Het LCD-scherm blijft actief totdat de camera wordt uitgeschakeld in de AFSPELEN modus. Het menu wordt in de volgende gevallen niet weergegeven op het LCD-scherm:
-Alsopeen andere knop wordt gedrukt.
-Tijdens de verwerking van afbeeldingsgegevens (als het groene lampje naast de zoeker knippert)
-Alsdebatterijen leeg zijn.
OPMERKING
Als het interne geheugen of de SD-geheugenkaart geen afbeeldingen bevat, wordt het
bericht [NO IMAGE] ([GEEN AFBEELDING]) weergegeven op het LCD-scherm.
56
AFSPEELMODUS
De afspeelfunctie instellen met behulp van de cameraknop
Ukunt de functie voor de afspeelmodus instellen met behulp van de cameraknoppen.
Aan/Uit-knop
Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de camera. De camera wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Dit wordt gedaan om de batterijen te sparen. De camera kan opnieuw worden ingeschakeld met de aan/uit-knop.
LCD-knop
Als u op de LCD-knop drukt in de afspeelmodus, wordt de weergave gewijzigd zoals hieronder wordt aangegeven.
Ukunt de beeldinformatie (beeldformaat, opnamedatum, tijd, flitser) controleren op het scherm met beeld- en basisinformatie. Voorbeeld: SIZE : 1600x1200 Beeldformaat DATE: 2002/09/01 Opnamedatum
TIME : 13:24:07 Tijd
FLASH : FIRED FIRED (AFGEGAAN)
SIZE : Beeldformaat DATE : Opnamedatum TIME : Tijd FLASH : Bij gebruik van een flitser.
Beeld en volledige informatie
Beeld en basisinformatie
Op LCD-knop
drukken
Op LCD-knop
drukken
Geavanceerde functies
57
AFSPEELMODUS
Menuknop
Als u op de menuknop drukt, wordt in elke cameramodus een menu weergegeven op het LCD­scherm. Als u nogmaals op deze knop drukt, wordt het LCD-scherm in de beginstand gezet.
Op MENU-
knop drukken
menu aanmenu uit
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT LOCK #OFPRINTS X0
EXIT:MENU CHANGE:
Knop voor 4 functies
Uitleg van de knop voor 4 functies
KNOP
MENUWEERGAVE
Modus AFSPELEN Pagina
AAN De menucursoromhoogverplaatsen
Een eerdereopnameselecteren (in normale of miniatuurweergave)
p.60
Naar hetbovenstedeel van de opname gaan(digitalezoom)
AAN De menucursoromlaag.
De volgendeopnameselecteren (in normale of miniatuurweergave)
p.60
Naar hetonderstedeel van de opname gaan(digitalezoom)
AAN Geen functie
De miniatuurweergavestarten/stoppen p.58 Naar hetlinkerdeel van de opname gaan(digitalezoom)
AAN De selectiebevestigen.
Normale weergave weergave met2Xdigitale zoom Naar hetrechterdeel van de opname gaan(digitalezoom) p.59 Afspelen vanminiatuurbeeldenstarten of pauzeren Afspelen vanbewegendebeelden starten of pauzeren
Knop( )
OMHOOG
Knop(
)
OMLAAG
Knop( )
LINKS
Knop(
)
RECHTS
UIT
UIT
UIT
UIT
58
AFSPEELMODUS
Knop MINIATUREN / LINKS ( )
Ukunt tot 9 foto’s tegelijk bekijken met behulp van de functie THUMBNAIL (MINIATUREN). Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop LINKS ( )de volgende functies activeren.
-Normale weergave: De miniatuurweergave starten/stoppen
-Digitale zoom: Naar het linker deel van de opname gaan
Miniatuurweergave
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Er wordt een opgeslagen afbeelding weergegeven in de weergave van afzonderlijke opnames.
4. Druk op de knop MINIATUREN/LINKS ( ). Er worden 9 afbeeldingen tegelijk weergegeven op het LCD-scherm. In de miniatuurweergave wordt de foto gemarkeerd weergegeven die werd afgebeeld op het moment dat de miniatuurmodus werd geselecteerd.
5. Druk op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG ( )omnaardegewensteafbeelding te gaan. De geselecteerde afbeelding wordt gemarkeerd. Er worden pictogrammen weergegeven om aan te geven welk type bestand is geselecteerd. ():Bestand met bewegende beelden ( ) : Afdrukindicator ():Beveiligingsindicator
6. Druk tijdens het bekijken van een miniatuurweergave op de knop SET om de geselecteerde opname weer te geven in de modus voor afzonderlijke weergave.
Op de knop
MINIATUREN/LINKS (
)
drukken.
Gemarkeerde afbeelding
(geselecteerde afbeelding)
Normale weergavemodus Modus voor miniatuurweergave
59
Geavanceerde functies
AFSPEELMODUS
Knop SET/RECHTS ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt de knop SET gebruikt voor het bevestigen van gegevens die zijn gewijzigd met de knoppen / / / . Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop SET de volgende functies activeren.
-Normale weergave: Telkens wanneer u op de knop OK drukt, wordt een stilstaand beeld vergroot met een factor 2.
-Miniatuurweergave: U kunt de miniatuurweergave wijzigen in normale weergave door op de knop SET( )tedrukken.
-Voorbewegende beelden: U kunt bewegende beelden afspelen of pauzeren door op de knop
SET( )tedrukken.
-Bijweergave van diashow: U kunt de diashow starten of pauzeren door op de knop SET( )te
drukken.
Beeldvergroting
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Selecteer de gewenste opname door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )tedrukken.
4. U kunt de opname vergroten met een factor 2 door op de knop SET( )tedrukken.
5. Ukunt verschillende delen van de afbeelding bekijkendooropdeknoppen / / / te drukken.
6. Als u op de knop MENU drukt, wordt de foto weergegeven in het oorspronkelijke formaat.
Op de knopSET
drukken
Druk op knop
MENU
Normale weergave
2X vergrotingsfactor
60
AFSPEELMODUS
Knop OMHOOG ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop OMHOOG ( )de menucursor omhoog verplaatsen. Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop OMHOOG ( ) de volgende functies activeren.
-Normale/miniatuurweergave: Naar vorige opname gaan
-Digitale zoom: Naar het bovenste deel van de opname gaan
-Voor bewegendebeelden:Het afspelen wordt geannuleerd en een vorige opname wordt weergegeven.
Knop OMLAAG ( )
Wanneer het menu wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop OMLAAG ( )de menucursor omlaag verplaatsen. Wanneer het menu niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u met de knop OMLAAG ( ) de volgende functies activeren.
-Normale/miniatuurweergave: Naar volgende opname gaan
-Digitale zoom: Naar het onderste deel van de opname gaan
-Voor bewegende beelden: Het afspelen wordt geannuleerd en een vorige opname wordt
weergegeven.
OPMERKING
Wanneer u een opname vergroot, wordt de indicator voor digitaal zoomen weergegeven op het LCD-scherm. De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de modus voor BEWEGENDE BEELDEN. Het gebruik van de digitale zoomfunctie kan leiden tot een lager beeldkwaliteit.
61
Geavanceerde functies
De afspeelfunctie instellen met behulp van het LCD-scherm
AFSPEELMODUS
De afspeelfuncties kunnen worden gewijzigd met behulp van het LCD-scherm. Als u in de opnamemodus op de menuknop drukt, wordt het menu weergegeven op het LCD­scherm.
Verwijderen van afbeeldingen
OPMERKING
Voordat u een afbeelding verwijdert uit de camera, moet u de afbeelding downloaden (p. 75)
naar uw computer of beveiligen (p. 65) als u deze wilt bewaren.
Een afbeelding verwijderen
Een niet-beveiligde afbeelding kan worden verwijderd in dit menu. (Een beveiligde afbeelding kan niet worden verwijderd.)
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [DELETE].
6. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
7. Selecteer [DELETE IMAGE] door op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )tedrukkenenvervolgensopdeknopSET ( )tedrukken.
8. Selecteer [NO] of [YES] en druk op de knop SET ( ).
[Bij selectie van NO] : De foto wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
[Bij selectie van YES] : Het bericht [Please wait!] ([Een
ogenblikje!]) wordt weergegeven en een geselecteerde afbeelding wordt verwijderd.
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X1
EXIT:MENU CHANGE:
PLAY
DELETE
DELETE IMAGE DELETE ALL FORMAT
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE
DELETE IMAGE
NO YES
EXIT:MENU SET:
62
AFSPEELMODUS
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [DELETE].
6. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
7. Selecteer [DELETE ALL] door op de knop OMHOOG ( )of OMLAAG ( )tedrukkenenvervolgensopdeknopSET( ) te drukken.
8. Selecteer [NO] of [YES] en druk op de knop SET ( ).
[Bij selectie van NO] : De foto wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
[Bij selectie van YES] : Het bericht [Please wait!] ([Een
ogenblikje!]) wordt weergegeven en alle niet-beveiligde
afbeeldingen worden verwijderd. (Als er geen beveiligde afbeeldingen zijn, worden alle afbeeldingen verwijderd en wordt het bericht [NO IMAGE!] weergegeven.)
Alle afbeeldingen verwijderen
Hiermee kunt u alle niet-beveiligde opnames uit het geheugen verwijderen. Niet-beveiligde opnames worden permanent verwijderd met deze functie. Het is raadzaam altijd belangrijke opnames eerst op een computer op te slaan voordat u opnames gaat verwijderen.
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X1
EXIT:MENU CHANGE:
PLAY
DELETE
DELETE IMAGE DELETE ALL FORMAT
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE
DELETE ALL
NO YES
EXIT:MENU SET:
63
Geavanceerde functies
AFSPEELMODUS
Format (Formatteren)
Formatteren van intern geheugen: Verwijder de SD-geheugenkaart om het interne geheugen te formatteren. Formatteren van SD-geheugenkaart: Plaats de SD-geheugenkaart om de SD-geheugenkaart te formatteren. Alle bestanden in het geheugen worden verwijderd met behulp van de functie [FORMAT]. Het is raadzaam, voordat u het geheugen formatteert, belangrijke gegevens op een ander, reservemedium op te slaan, zoals diskettes, vaste schijven, cd’s, enz.
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [DELETE].
6. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
7. Selecteer [FORMAT] door op de knop OMHOOG ( )of OMLAAG ( )tedrukkenenvervolgensopdeknopSET( ) te drukken.
8. Selecteer [NO] of [YES] en druk op de knop SET ( ).
[Bij selectie van NO] : De foto wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
[Bij selectie van YES] : Het bericht [PLEASE WAIT!] ([Een
ogenblikje!]) wordt weergegeven en alle afbeeldingen worden verwijderd.
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X1
EXIT:MENU CHANGE:
PLAY
DELETE
DELETE IMAGE DELETE ALL FORMAT
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE
FORMAT
NO YES
EXIT:MENU SET:
64
AFSPEELMODUS
Slide Show (Diashow)
Opnames kunnen continu, met vooraf ingestelde tussenpozen, worden weergegeven. Dit is handig als u opgenomen afbeeldingen wilt bekijken of presentaties wilt geven. Ukunt de weergavetijd voor de diashow selecteren (tussen 1 en 9 sec.)
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
5. Druk op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG ( )en
selecteer [SLIDE SHOW].
6. Druk op de knop SET( )omhet submenu weer te geven.
7. Druk op de knop OMHOOG ( )/OMLAAG ( )enselecteer de gewenste afspeeltijd voor de diashow. Druk op de knop SET( )omdediashowte starten.
8. U kunt de diashow pauzeren of opnieuw starten door op de knop SET( )tedrukken.
9. Als de diashow is afgelopen, wordt de laatst opgeslagen afbeelding weergegeven.
PLAY
SLIDE SHOW
2 SEC
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X1
EXIT:MENU CHANGE:
65
Geavanceerde functies
OPMERKING
In de modus LOCK kunnen de functies [DELETE] en [DELETE ALL] niet worden gebruikt.
De functie [FORMAT] is echter wel beschikbaar.
Protect (Beveiligen)
Deze functie wordt gebruikt om te voorkomen dat bepaalde opnames per ongeluk worden verwijderd (VERGRENDELEN). Ook kunnen hiermee opnames worden vrijgegeven die eerder waren beveiligd (ONTGRENDELEN).
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Selecteer een opname die u wilt beveiligen door op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG( )tedrukken.
5. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
6. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [PROTECT].
7. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
8. Selecteer [LOCK] of [UNLOCK] door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )tedrukkenenvervolgensopdeknop SET( )tedrukken.
-LOCK:Hiermee kuntudebeveiligingsfunctie (PROTECT) instellen.
- UNLOCK : Hi e r m e ewordtdebeveiligingsfunctieuitgeschakeld.
9. Wanneer u een afbeelding beveiligt, wordt de beveiligingsindicator weergegeven op het LCD-scherm.
Beveiligingsindicator Niet-beveiligde afbeeldingen hebbengeen indicator.
AFSPEELMODUS
PLAY
PROTECT
LOCK UNLOCK
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X1
EXIT:MENU CHANGE:
66
AFSPEELMODUS
#ofprints(Aantal afdrukken)
Met deze functie kunt u afdrukinformatie toevoegen aan uw geheugenkaart. De afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op DPOF-printers of in een toenemend aantal fotolaboratoria. Deze functie is niet beschikbaar voor bewegende beelden. Het DPOF-bestand wordt alleen opgeslagen op de kaart.
Het aantal afdrukken instellen
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus AFSPELEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Schakel het LCD-scherm niet uit.
4. Selecteer een afbeelding die u wilt afdrukken door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )tedrukken.
5. Druk op de knop MENU om het menu weer te geven op het LCD-scherm.
6. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [# OF PRINTS].
7. Druk op de knop SET( )omhet submenu weer te geven.
8. Selecteer het aantal afdrukken dat uw wilt en druk op de knop SET( )omdeinstelling te bevestigen.
9. De afdrukindicator en het aantal afdrukken wordt weergegeven op het LCD-scherm nadat u op de knop SET hebt gedrukt. Het aantal afdrukken instellen: 0 ~ 9 (Als u "0" (nul) selecteert, kunt u geen afdruk maken.)
PLAY
#OFPRINTS
X1
EXIT:MENU SET:
PLAY
DELETE SLIDE SHOW 2 SEC PROTECT UNLOCK #OFPRINTS X0
EXIT:MENU CHANGE:
67
Geavanceerde functies
INSTELLINGSMODUS
De instellingsmodus SETUP starten
Beep (Pieptoon)
Er klinkt een pieptoon wanneer u op de cameraknop drukt. Ukuntnudecamerastatus controleren.
Draai de schijf voor modusselectie in de modus SET UP (INSTELLEN). U kunt dan de basisinstellingen voor de camera instellen.
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Selecteer [BEEP] door op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG
( )tedrukken.
5. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
6. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )enselecteer [AAN] of [UIT]. Druk op de knop SET( )omdeinstelling te bevestigen.
7. De standaardwaarde is [ON] ([AAN]).
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
MOVE PAGE:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
CHANGE:
SETUP 1/2
BEEP
ON OFF
EXIT:MENU SET:
68
INSTELLINGSMODUS
POWER OFF (UITSCHAKELEN)
Met deze functie kunt u de camera na een bepaalde tijd uitschakelen om de batterijen te sparen. Ukuntdeautomatische uitschakeltijd instellen op elk gewenst moment (1 tot 10MIN, met stappen van 1 minuut) na de laatste bewerking. Als u [CANCEL] selecteert, werkt de uitschakelfunctie niet. De functie voor automatische uitschakeling werkt niet tijdens de weergave van een diashow of bij het afspelen van bewegende beelden.
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG ( )en
selecteer [POWER OFF].
5. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
6. Selecteer het gewenste submenu door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )tedrukken. Druk op de knop SET om de instelling te bevestigen.
7. De standaardwaarde is [1 MIN].
INFORMATIE
Zelfs als de batterijen of de wisselstroomadapter worden verwijderd en opnieuw geplaatst, blijft de instelling voor automatisch uitschakelen bewaard.
SETUP 1/2
POWER OFF
10 MIN
EXIT:MENU SET:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
CHANGE:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
MOVE PAGE:
69
Geavanceerde functies
INSTELLINGSMODUS
DATE IMPRINT (DATUM AFDRUKKEN)
Ukuntgebruikmakenvaneenoptieom de datum en tijd te vermelden op stilstaande beelden.
INFORMATIE
Deze functie is niet beschikbaar in de modus voor bewegende beelden. De gebruikte datumnotatie kunt u opgeven in de instelling DATE TYPE (DATUMTYPE). De instelling van de functie DATE IMPRINT (DATUM AFDRUKKEN) verandert niet als de camera wordt in- en uitgeschakeld. De datum kan worden ingesteld in [DATE SETUP]. Hoewel het menu [DATE IMPRINT] is ingesteld op [OFF], wordt de datum weergegeven op het LCD-scherm in de opname modus (STILSTAAND BEELD, BEWEGENDE BEELDEN).
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer demodus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )ende functie [DATE IMPRINT].
5. Druk op de knop SET( )omhetsubmenuweer te geven.
6. Selecteer [ON] of [OFF] door op de knop OMHOOG ( )of OMLAAG ( )tedrukken. Druk op de knop SET( )omde instelling te bevestigen.
7. De standaardwaarde is [ON].
SETUP 1/2
DATE IMPRINT
ON OFF
EXIT:MENU SET:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
CHANGE:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
MOVE PAGE:
70
INSTELLINGSMODUS
DATE TYPE (DATUMTYPE)
Ukunt zelf een notatie kiezen voor de datumweergave op de opname.
- YYYY/MM/DD: jaar/maand/dag
- MM/DD/JJJJ: maand/dag/jaar
-DD/MM/YYYY: dag/maand/jaar
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop OMHOOG (
)ofOMLAAG ( )en
selecteer [DATE TYPE].
5. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
6. Selecteer het gewenste datumtype door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )tedrukken. Druk op de knop SET om de instelling te bevestigen.
7. De standaardwaarde is [YYYY/DD/MM].
SETUP 1/2
DATE TYPE
YYYY/MM/DD MM/DD/YYYY DD/MM/YYYY
EXIT:MENU SET:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
CHANGE:
SETUP 1/2
BEEP ON POWER OFF 10 MIN DATE IMPRINT ON DATE TYPE YMD
MOVE PAGE:
71
Geavanceerde functies
INSTELLINGSMODUS
DATE SETUP (DATUM INSTELLEN)
INFORMATIE
Het selectiebereik voor het instellen van datum en tijd ligt tussen 2000 en 2099. (Er wordt automatisch rekening gehouden met schrikkeljaren/-maanden).
OPMERKING
Als de batterijen of de wisselstroomadapter worden verwijderd, moeten de datum en tijd opnieuw worden ingesteld.
De opnamedatum wordt weergegeven op het LCD-scherm in de afspeelmodus. (Optie DATE IMPRINT (DATUM AFDRUKKEN): ON (AAN))
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer demodus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop RECHTS ( )omdemenucursor naar [SETUP 2/2] te verplaatsen.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [DATE SETUP].
6. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven. Ukuntdedatum/tijd wijzigen op het LCD-scherm door op de knop OMHOOG ( ), OMLAAG ( ), LINKS ( )ofRECHTS ( )tedrukken.
Knop LINKS ( )/RECHTS ( ): u kunt jaar/maand/dag, uur/minuut selecteren door op deze knoppen te drukken. Knop OMHOOG ( ): u kunt hiermee het aantal items
verhogen.
Knop OMLAAG ( ): u kunt hiermee het aantal items
verlagen. Ukunt de instelling bevestigen door de cursor naar [MINUTE] ([MINUUT]) te verplaatsen en opdeknopSET( )tedrukken.
Ukuntdeafgedruktedatum/tijd wijzigen.
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
MOVE PAGE:
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
CHANGE:
DATE SETUP
DATE 2002/02/15
TIME 20:05
EXIT:MENU SET:
72
INSTELLINGSMODUS
QUICK VIEW (SNELWEERGAVE)
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop RECHTS ( )omdemenucursor naar [SETUP 2/2] te verplaatsen.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [QUICK VIEW].
6. Druk op de knop SET( )omhetsubmenuweertegeven.
7. Selecteer de gewenste weergavetijd door op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG( )tedrukken. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen.
8. De standaardwaarde is [1 SEC].
Ukunt de laatste opname kort bekijken. Ukuntdeweergavetijd selecteren uit de opties CANCEL/1/2/3 SEC.
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
CHANGE:
SETUP 2/2
QUICK VIEW
OFF 1SEC 2SEC 3SEC
EXIT:MENU SET:
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
MOVE PAGE:
73
Geavanceerde functies
INSTELLINGSMODUS
LANGUAGE (TAAL)
INFORMATIE
De gewijzigde taal blijft gehandhaafd totdat u een nieuwe taal selecteert.
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer demodus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop RECHTS ( )omdemenucursor naar [SETUP 2/2] te verplaatsen.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [LANGUAGE].
6. Druk op de knop SET om het submenu weer te geven.
7. Selecteer de gewenste taal door op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )tedrukken. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen.
Ukuntkiezenuit een aantal weergavetalen voor gebruik op het LCD-scherm. Ukunt kiezen uit Engels, Koreaans, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Taiwanees of Chinees.
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
CHANGE:
SETUP 2/2
LANGUAGE
ITALIANO
FRANÇAIS
? ?
? @Kf@Kf? @@@@@?@@@@@@?
?J(?'X?J(M?@e? ?.Y?S,?.Y??@e?
7Hh? @?@?@@@@@@@?? @?h@?? @?@@@@@@@?@?? @?@?f@?@?? @?@?f@?@?? @?@@@@@@@?@?? @?@?f@?@?? @?@?f@?@?? @?@@@@@@@?@?? @?g?J@?? @?g?@@??
?
? ?
? @?e?@f? @?e?@f?
?J5?e?@f? ?7Y?e?@f? J@@@@@@@@@@@?
7@e?W@@@Xe? ?J@@e?7Y@V1e? ?.Y@eJ5?@?@e?
?@e7H?@?@e?
?@?J5??@?3L??
?@W.Y??@?S)X?
?@(Y?@@@@0R/?
?@H?e?@f?
?@f?@f?
?@f?@f?
?@f?@f?
?
DEUTSCH
EXIT:MENU SET:
ENGLISH
ESPAÑOL
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
MOVE PAGE:
74
INSTELLINGSMODUS
RESET (HERSTELLEN)
1. Zet de camera aan.
2. Selecteer de modus INSTELLEN door aan de keuzeschijf voor modusselectie te draaien.
3. Het menu [SETUP 1/2] wordt weergegeven.
4. Druk op de knop RECHTS ( )omdemenucursor naar [SETUP 2/2] te verplaatsen.
5. Druk op de knop OMHOOG ( )ofOMLAAG ( )en selecteer [RESET].
6. Druk op de knop SET( )omhetsubmenu weer te geven.
7. Selecteer [NO] of [YES] door op de knop OMHOOG ( )of OMLAAG ( )tedrukken. Druk op de knop SET( )omdeinstellingtebevestigen.
-[Bijselectie van NO]: Het menu SETUP wordt weergegeven zonder dat het camerasysteem wordt aangepast.
-[Bij selectie van YES]: Alle standaardinstellingen van de
camera worden hersteld.
8. De standaardwaarde is [NO] ([NEE]).
Met dit menu kunt u de standaardinstellingen van de camera herstellen.
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
CHANGE:
SETUP 2/2
RESET
YES
EXIT:MENU SET:
NO
SETUP 2/2
DATE SETUP QUICK VIEW 1 SEC LANGUAGE ENGLISH RESET
MOVE PAGE:
75
Geavanceerde functies
PC-MODUS
PC-modus starten
Als u de USB-kabel aansluit op een USB-poort, wordt de werkmodus van de camera automatisch gewijzigd in de PC-modus. In deze modus kunt u opgeslagen beelden downloaden naar uw PC via de USB-kabel. Er is geen menu beschikbaar als de PC-modus is geselecteerd. Het lampje voor de camerastatus knippert als de bestanden worden overgedragen via de USB­verbinding.
De camera aansluiten op een PC
1. Zet de PC aan.
2. Zet de camera aan.
3. Sluit de camera aan op uw PC met behulp van de USB-kabel.
-Sluit de kleine stekker van de USB-kabel aan op de
USB-aansluiting van de camera.
-Sluit de grote stekker van de USB-kabel aan op de
USB-poort van de PC.
-Destekkersmoeten goed worden aangesloten.
De camera loskoppelen van de PC
Raadpleeg de volgende pagina.
-WIN98SE:p.94
-WIN2000/ME/XP : p. 94
76
PC-MODUS
Opgeslagen afbeeldingen downloaden
Nadat u foto’s hebt gedownload naar uw PC, kunt u deze bewerken en afdrukken.
1. Sluit de camera aan op uw PC met behulp van de USB-kabel.
2. Selecteer [Deze computer] op het bureaublad van uw computer en dubbelklik op [Removable Disk (Verwijderbare schijf) Dcim 100sscam]. De beeldbestanden worden nu weergegeven.
-Alsdekaart is geplaatst, worden afbeeldingen weergegeven die zijn opgeslagen op de kaart.
-Alsdekaart niet is geplaatst, worden afbeeldingen weergegeven die zijn opgeslagen in het interne geheugen.
-Gebruik de functie COPY (KOPIËREN) of MOVE (VERPLAATSEN) om de afbeeldingen te downloaden naar uw PC.
-Met behulp van [Digimax Viewer] kunt u de opgeslagen afbeeldingen op de KAART rechtstreeks op het beeldscherm van de PC bekijken en kunt u de afbeeldingsbestanden kopiëren en verplaatsen.
-Raadpleeg het gedeelte over software in deze handleiding (p.99) voor meer informatie over het installeren en gebruiken van de viewersoftware.
-Alsugedownloade afbeeldingen wilt bewerken, kunt u [MGI PhotoSuite III SE] gebruiken.
-Raadpleeg het gedeelte over software in deze handleiding (p.106) voor meer informatie over het installeren en gebruiken van de bewerkingssoftware.
INFORMATIE
Het USB-opslagstuurprogramma moet worden geïnstalleerd voordat u de PC-modus kunt gebruiken in Windows 98/98SE. Raadpleeg pagina 87 voor meer informatie over de installatie. Uwordt geadviseerd een wisselstroomadapter te gebruiken bij aansluiting van de camera op een computer om de batterijen te sparen.
77
Geavanceerde functies
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Waarschuwing!
Uw nieuwe Samsung-camera is een precisie-instrument. Hoewel het bestand is tegen normale slijtage, zijn er enkele punten waarmee u rekening moet houden om optimaal van uw camera te kunnen genieten. Het volgende dient te worden vermeden :
Forse veranderingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Stof en vuil. Direct zonlicht of de binnenkant van een voertuig bij grote hitte. Omgevingen waarin een krachtig magneetveld actief is of sterk trillende omgevingen. Gebieden waar explosiegevaar heerst of waar licht ontvlambare materialen liggen opgeslagen. Omgevingen met bestrijdingsmiddelen, enz.
Zand kan grote problemen opleveren voor camera’s.
Zand of andere minuscule deeltjes kunnen tot ernstige storingen leiden. Zorg ervoor dat de camera niet in contact komt met zand of vergelijkbare deeltjes.
Extreme temperatuurverschillen kunnen eveneens problemen veroorzaken.
Als de camera vanuit een koude omgeving wordt overgebracht naar een warme en vochtige omgeving, kan er condensatie optreden op de gevoelige elektronische circuits. Als dit gebeurt, schakelt u de camera uit en wacht u minimaal één uur totdat alle vocht is verdampt. Ook kan vochtophoping plaatsvinden in de KAART. Als dit gebeurt, schakelt u de camera uit en verwijdert u de KAART. Wacht totdat alle vocht is verdampt.
78
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Als de digitale camera gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, kan een elektrische ontlading plaatsvinden. Het is raadzaam de batterijen en KAART te verwijderen als u de camera gedurende langere tijd niet wilt gebruiken.
Als de camera wordt blootgesteld aan een elektrische schok, schakelt deze zichzelf uit om de KAART te beschermen.
Onderhoud
Gebruik een zachte borstel (verkrijgbaar in fotowinkels) om VOORZICHTIG de lens en het LCD-scherm schoon te maken. Als dit niet werkt, kunt u papier voor het reinigen van lenzen en reinigingsvloeistof voor lenzen gebruiken. Veeg de behuizing van de camera schoon met een zachte doek. Zorg ervoor dat de camera niet in contact komt met oplosmiddelen zoals benzol, insecticiden, verdunners, enz. Hierdoor kan de behuizing van de camera beschadigd raken en kan de werking negatief worden beïnvloed. Als u het LCD-scherm ruw behandelt, kan dit beschadigd raken. Voorkom beschadiging en bewaar de camera altijd in de beschermhoes als u deze niet gebruikt.
Probeer NIET de camera uit elkaar te halen of aan te passen. Het apparaat bevat gevoelige onderdelen en hoogspanningselementen die elektrische schokken kunnen veroorzaken.
Onder bepaalde omstandigheden kan statische elektriciteit ertoe leiden dat de flitser afgaat. Dit is niet schadelijk voor de camera en vormt ook geen storing.
Statische elektriciteit kan het laden en downloaden van afbeeldingen negatief beïnvloeden. Als dit het geval is, verbreekt u de verbinding en sluit u de USB-kabel opnieuw aan voordat u opnieuw probeert afbeeldingen over te zetten.
79
Geavanceerde functies
Waarschuwingsindicator
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Op het LCD-scherm kunnen verschillende waarschuwingsberichten worden weergegeven :
Waarschuwingsindicator
CARD FULL! (KAART VOL!)
PROTECT (BEVEILIGEN)
CARD LOCKED! (KAART VERGR!)
NO IMAGE
! (GEEN AFBEELDING!)
MEMORY ERROR
!
(GEHEUGENFOUT!)
USB ERROR
!
(USB-FOUT!)
Er knippert een batterijlampje
!
Indicator voor waarschuwing bij bewegen van camera
!
Modus
Modus STILSTAAND BEELD/BEWEGE NDE BEELDEN
Modus AFSPELEN
Modus STILSTAAND BEELD/BEWEGENDE BEELDEN/AFSPELEN
Modus AFSPELEN
Modus STILSTAAND BEELD/BEWEGENDE BEELDEN/AFSPELEN
Modus STILSTAAND BEELD/BEWEGENDE BEELDEN/AFSPELEN/ INSTELLEN
Modus STILSTAAND BEELD/BEWEGENDE BEELDEN/AFSPELEN
Modus STILSTAAND BEELD
Oorzaken
Er is onvoldoende geheugen beschikbaar om een foto te maken.
Beveiligde afbeeldingen kunnen niet worden verwijderd.
De SD-geheugenkaart is vergrendeld.
De afbeeldingen worden opgeslagen in het interne geheugen of op de kaart.
Geheugenfout.
USB-fout.
De batterijen leeg zijn.
De flitsmodus is ingesteld op "Flash off" (Flitser uit).
Oplossing
Plaats een nieuwe KAART of verwijder opgeslagen afbeeldingen om geheugenruimte vrij te maken.
Selecteer [UNLOCK] ([ONTGRENDELEN]) in het menu van de afspeelmodus.
Ontgrendel de kaart.
Maak afbeeldingen. Plaats een KAART die een aantal afbeeldingen bevat.
Plaats een nieuwe kaart of formatteer het geheugen.
Controleer de USB-aansluiting.
Plaats nieuwe batterijen.
Schakel de modus FLASH OFF uit. (Voor normale opnames) Gebruik een statief (Voor opnames onder ongebruikelijke omstandigheden (museum, kunstgalerij))
80
Controleer het volgende
VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET EEN SERVICECENTRUM
Symptoom
De camera kan niet worden ingeschakeld.
De camera wordt tijdens het gebruik uitgeschakeld.
De batterijen raken snel leeg.
De camera maakt geen foto's wanneer uopdesluiterknop drukt.
De foto's zijn wazig.
De flitser gaat niet af.
De weergegeven datum en tijd zijn onjuist.
Oorzaak
De batterijen zijn bijna leeg. Er is geen wisselstroomadapter aangesloten
De batterijen zijn zwak. De camera wordt automatisch uitgeschakeld door de functie voor automatisch uitschakelen. De adapter is niet goed aangesloten.
De camera wordt gebruikt bij lage temperaturen.
U gebruikt zowel nieuwe als oude batterijen of batterijen van verschillende typen.
Het interne geheugen is vol.
De KAART is niet geformatteerd. Het geheugen is vol. De camera is uitgeschakeld. De batterijen zijn zwak. De schijf voor modusselectie staat niet in de juiste stand.
Er is een onjuiste modus voor scherpte-instelling geselecteerd.
De modus FLASH OFF (FLITSER UIT) is geselecteerd.
De datum en de tijd zijn onjuist ingesteld.
Oplossing
Plaats nieuwe batterijen. Sluit een wisselstroomadapter aan.
Plaats nieuwe batterijen. Zet de camera opnieuw aan met de aan/uit-schakelaar.
Verwijder de adapter en sluit deze opnieuw aan Zorg ervoor dat de camera warm blijft
(bijvoorbeeld in uw binnenzak) en haal deze alleen te voorschijn om opnames te maken. Plaats nieuwe batterijen (die allemaal van hetzelfde typemoetenzijn).
Schakel de camera uit en plaats een nieuwe kaart of verwijder een opgeslagen opname. Formatteer het geheugen. Plaats een nieuwe kaart. Zet de camera aan. Plaats nieuwe batterijen. Zet de camera in de opnamemodus.
Selecteer een juiste modus voor scherpte­instelling (houd hierbij rekening met de afstand)
Schakel de modus FLASH OFF uit.
Stel de datum en tijd correct in (p. 71)
81
Geavanceerde functies
Controleer het volgende
VOORDAT U CONTACT OPNEEMT MET EEN SERVICECENTRUM
Symptoom
De cameraknoppen werken niet.
Kaartfout Verschil in kleuren of
afbeelding ten opzichte van oorspronkelijke tafereel.
Foto's zijn te fel belicht.
Het weergavescherm is niet erg helder.
De datum wordt niet weergegeven op het LCD­scherm in de afspeelmodus.
In de Verkenner van de PC wordt niet de aanduiding ‘Removable Disk’ weergegeven.
Oorzaak
Camerastoring.
Onjuiste kaartindeling.
De instelling voor de WITBALANS
(WHITE BALANCE) is onjuist.
Er is sprake van overbelichting.
De lens of het LCD-scherm is vuil of zit vol vlekken.
De functie voor het afdrukken van de datum is ingesteld op OFF (UIT)
De kabel is niet correct aangesloten. De camera is uitgeschakeld. Er zijn geen batterijen geplaatst, de batterijen zijnleegofde wisselstroomadapter is niet aangesloten. Het besturingssysteem is niet Windows 98, 98SE, 2000, ME, XP / Mac OS 9,0~10,2. In dat geval ondersteunt de PC geen USB. Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd (uitsluitend WIN 98, 98SE)
Oplossing
Verwijder de batterijen en plaats deze opnieuw en schakel daarna de camera opnieuw in.
Herformatteer de kaart (p. 63)
Selecteer de juiste waarde voor de WITBALANS. (p.49)
Stel de gewenste belichtingscompensatie in. (p.50)
Maak de lens of het LCD-scherm schoon.
Stel de functie voor het afdrukken van de datum in op ON (AAN) (p.69)
Controleer de aansluiting. Zet de camera aan. Plaats nieuwe batterijen of controleer de aansluiting van de adapter.
Installeer Windows 98, 98SE, 2000, ME, XP / Mac OS 9.0~10.2 op PC die USB ondersteunt.
Installeer het “USB­opslagstuurprogramma”.
82
SPECIFICATIES
Type 1/3.2 CCD
Beeldsensor
Effectieve aantal pixels
Ongeveer 2,0 megapixels
Totale aantal pixels Ongeveer 2,1 megapixels
SHD-lens f=5,6mm
(equivalent 35mm film: : 43mm) Formaten F3,5/F8,0 Digitale zoomfunctie STILSTAAND BEELD : 2X, Afspeelmodus : 2X Optische zoeker Optische zoeker LCD-scherm 1,6-inchkleuren-TFTLCD Type Vaste scherpte-instelling (3 modi voor scherpte-instelling)
Macro : 0,18 tot 0,25m, Portrait : 0,8 tot 1,3m,
Normaal : 1,3m tot oneindig Type Mechanische en elektronische sluiter Snelheid 1/4 tot 1/1000 sec. (elektronisch) Methoden Program AE
Belichting Correctie ±2EV (stappen van 0,5EV)
ISO-equivalent Auto (100, 200)
Automatisch/ Automatisch flitsen en verwijderen van rode ogen/
Synchronisatie lage sluitersnelheid/ Ondersteunende flits/ Flitser uit
Flitser Bereik 0,8m tot 3,0m
Oplaadtijd flitser Ongeveer 10 sec.
Witbalans
Automatisch/ Daylight (Daglicht)/ Zonsondergang/ Fluorescent (Fluorescerend)/ Tungsten (Gloeilamp)
Formaat : 320x240
Opnametijd: Afhankelijk van geheugencapaciteit
(instellingen van 10/20/30sec beschikbaar)
Zelfontspanner 10 sec.
Intern geheugen : 8MB flash-geheugen
Extern geheugen (optioneel) : SD-/MMC-kaart
(gegarandeerd tot 256MB) Stilstaand beeld : JPEG(DCF), DPOF Bewegende beelden : AVI (MJPEG)
Beeldformaat G :1600x1200 pixels, M :1280x960 pixels, K :640x480 pixels
Lens
Brandpuntsafstand
Bereik
Media
Modi
Bestandsindeling
Zoeker
Sluiter
Scherpte­instelling
Opslagcapaciteit
Bewegende beelden
83
Geavanceerde functies
SPECIFICATIES
G:Superhoog 10/20, Hoog 18/34, Normaal 26/50 M:Superhoog 15/29, Hoog 28/53, Normaal 43/85 K:Superhoog 48/95, Hoog 83/172, Normaal 153/286
Deze getallen zijn gemeten op basis van de conditioneringsstandaard van Samsung en kunnen variëren afhankelijk van de opnamecondities en de camera-instellingen.
Beeldweergave Afzonderlijke opname/ Miniaturen/ Diashow/ Bewegende beelden
Digitale aansluiting : USB Aansluiting voor gelijkstroomvoeding : 3.3V 2AA-alkalinebatterijen / 2 Ni-MH-batterijen
Wisselstroomadapter (optioneel) Afmetingen (BxHxD) 94x66x40mm / 3.7x2.6x1.6in Gewicht Ongeveer 141g (zonder batterijen en kaart)
Opslagstuurprogramma Software (Windows 98/98SE/2000/ME/XP, Mac OS 9.0 tot 10.2)
Toepassing MGI PhotoSuite, Digimax Viewer
*Specificaties kunnen zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
Capaciteit (8/16MB)
Stuurprogramma voor camera
Stroomvoorziening
Interface
Systeemvereisten
Voor Windows
Voor Macintosh
Digimax 201
PC met MMX Pentium 233MHz-processor of sneller (XP: Pentium II 300MHz) Windows 98/98SE/2000/ME/XP Minimaal 32MB RAM (XP: 128MB) 110MB vrije ruimte op de vaste schijf USB-poort, CD-ROM-station 800x600 pixels, 16-bits kleurenscherm (24-bits kleurenscherm aanbevolen) Power Mac G3 of hoger Mac OS 9.0 tot 10.2 Minimaal 64MB RAM 110MB vrije ruimte op de vaste schijf, USB-poort CD-ROM-station QuickTime 4.0 of hoger voor bewegende beelden
84
Opmerkingen met betrekking tot software
SOFTWAREHANDLEIDING
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door voordat u deze camera gaat gebruiken
De meegeleverde software is een camerastuurprogramma en software voor beeldbewerking onder Windows. Onder geen voorwaarden mogen deze software en gebruikershandleiding geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd. Het gebruiksrecht voor beide programma’s geldt uitsluitend voor gebruik met een camera. In het onwaarschijnlijke geval van een fabricagefout zullen wij uw camera repareren of vervangen. We kunnen echter niet op enigerlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door onjuist gebruik. Zelfgebouwde PC's of PC's waarvan de kwaliteit niet wordt gewaarborgd door de fabrikant, vallen niet onder de garantie van Samsung. Voordat u deze handleiding gaat lezen, moet u eerst over basiskennis van computers en O/S(besturingssystemen beschikken).
Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft. Macintosh en Mac zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple computer, USA.
85
SOFTWARE
SOFTWAREHANDLEIDING
Driver Storage Driver: Hiermee kunnen afbeeldingen worden verzonden tussen camera en PC.
Deze camera gebruikt het USB-opslagstuurprogramma als stuurprogramma Ukuntdecamera gebruiken als USB-kaartlezer. Nadat het stuurprogramma hebt geïnstalleerd en deze camera hebt aangesloten op de PC, bevatten [Windows Explorer] en [My computer] de aanduiding [Removeable Disk]. Het USB-opslagstuurprogramma is uitsluitend beschikbaar voor Windows. De applicatie-CD bevat geen USB-stuurprogramma voor de MAC. Maar u kunt de camera wel gebruiken met Mac OS 9.0~10.2.
Het stuurprogramma voor de camera installeren onder WINDOWS (p. 87)
Informatie over software
Wanneer u de CD-ROM met het stuurprogramma die wordt meegeleverd met deze camera in het CD­ROM-station plaatst, wordt het volgende programma automatisch uitgevoerd. Voordat u de camera aansluit op de PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Uhoefthetstuurprogramma voor de camera niet te installeren als uw computer werkt met Windows 2000/ME/XP.
Het stuurprogramma voorde camera installeren (p. 87)
De afbeeldingsviewer installeren(p. 97)
Het beeldbewerkingsprogramma installeren (p. 100)
Toegang tot dewebsite voor Samsung­camera’s.
Het venster voorautomatische uitvoering sluiten
86
SOFTWAREHANDLEIDING
Image Viewer Digimax Viewer 1.0: Programma voor het bekijken van een opgeslagen opname. Ukuntdeafbeeldingen die zijn opgeslagen in het geheugen direct bekijken via het beeldscherm van de PC. En u kunt de afbeelding kopiëren, verplaatsen of verwijderen of u kunt de afbeelding vergroten of verkleinen met behulp van Digimax Viewer. Uitsluitend voor Windows.
Digimax Viewer installeren (p. 97) Digimax Viewer gebruiken (p. 99) Application MGI PhotoSuite III SE: beeldbewerkingsprogramma voor gedownloade afbeeldingen. Uitsluitend voor Windows.
MGI PhotoSuite III SE installeren (p. 100) MGI PhotoSuite III SE gebruiken (p. 106) Internet-verbinding : U kunt de website van Samsung bezoeken via het Internet.
http://www.samsungcamera.com : English
http://www.samsungcamera.com : Koreaans
INFORMATIE
Controleer de systeemvereisten (p. 82) voordat u het stuurprogramma installeert. Het automatische installatieprogramma heeft 5~10 seconden nodig voor de installatie, afhankelijk van de capabiliteit van uw computer. Als dit frame niet wordt weergegeven, voert ude[WindowsExplorer] uit en selecteert u [Camera.exe] in de hoofdmap van het CD- ROM­station.
87
SOFTWARE
Het USB-stuurprogramma voor Windows 98SE installeren
SOFTWAREHANDLEIDING
Als u deze camera met een PC wilt gebruiken, installeert u eerst het stuurprogramma voor de camera. Nadat u dat hebt gedaan, kunnen de opgeslagen afbeeldingen in de camera worden overgezet naar de PC en worden bewerkt door middel van een beeldbewerkingsprogramma. Voordat u de camera aansluit op de PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Uhoefthetstuurprogramma voor de camera niet te installeren als uw computer werkt met Windows 2000/ME/XP.
1. Klik op het menu [Storage Driver] (p.85) in het venster voor automatische uitvoering.
2. Er wordt een welkomstvenster ([Welcome]) weergegeven. Klik op de knop [Next] ([Volgende]).
3. De installatie is voltooid. Klik op de knop [Finish] ([Voltooien]). Het venster [Microsoft DirectX8.1 Setup] wordt weergegeven voor de installatie van DirectX8.1
[Klik!]
[Klik!]
[Klik!]
88
DirectX 8.1 installeren
SOFTWAREHANDLEIDING
1. Na de installatie van het stuurprogramma wordt automatisch het venster [Microsoft DirectX 8.1 Setup] geopend. Klik op [Yes] ([Ja]).
2. Het softwarelicentievenster wordt weergegeven. Als u hiermee akkoord gaat, klikt u op [Yes] ([Ja]). U gaat dan door naar de volgende stap. Als u hiermee niet akkoord gaat, klikt u op [No] ([Nee]), waarna het installatieprogramma wordt afgebroken.
3. De installatie is voltooid.
Klik op de knop [OK] om de PC opnieuw te starten
DirectX is een Windows-technologie die betere grafische en geluidsprestaties mogelijk maakt bij het spelen van computerspellen of het bekijken van video's op de pc.
[Klik!]
89
SOFTWARE
SOFTWAREHANDLEIDING
INFORMATIE
Als u hetstuurprogrammavoorde camera hebt geïnstalleerd, wordt de wizard Nieuwe hardware gevonden mogelijk niet gestart. Nadat het venster Wizard Nieuwe hardware gevonden is geopend, verschijnt mogelijk een venster waarin u het bestand met het stuurprogramma voor de camera kunt selecteren. Selecteer in dat geval de map [C:\WINDOWS\INF\OTHER]. Als u de map [INF\OTHER] niet kunt vinden, klikt u op de knop [Alle bestanden tonen] in [Windows Verkenner Beeld Mapoptie Beeld]. Uwordt geadviseerd een wisselstroomadapter (optioneel) te gebruiken bij aansluiting van de camera op een computer.
4. Sluit, nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, de PC via de USB-kabel aan op de camera.
5. Zet de camera aan. Het bericht [Found New hardware Wizard] ([Wizard Nieuwe hardware gevonden]) wordt weergegeven en de computer maakt verbinding met de camera.
*Asuooiteerder een afbeeldingsviewer hebt geïnstalleerd, wordt
dit programma geopend. Als de afbeeldingsviewer wordt geopend, is de installatie van het stuurprogramma voor de camera geslaagd.
6. Als [Removable Disk] ([Verwisselbare schijf]) wordt weergegeven onder [My computer] ([Deze computer]) , is de installatie van het stuurprogramma voor de camera geslaagd. Nu kunt u via de USB-kabel beeldbestanden overdragen van de camera naar de PC.
90
SOFTWAREHANDLEIDING
INFORMATIE
Voordat u de camera aansluit op de PC, moet u het stuurprogramma voor de camera installeren. Na de installatie van het stuurprogramma voor de camera, moet u de PC opnieuw opstarten. Als u de camera aansluit op de PC voordat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd, wordt de wizard Nieuwe hardware gevonden weergegeven. Annuleer in dit geval de [wizard Nieuwe hardware gevonden en koppel de camera los van de PC. Installeer het stuurprogramma voor de camera en sluit vervolgens de camera opnieuw aan op de PC. Als de computer het stuurprogramma voor de camera niet kan vinden na de installatie, probeert u één of meer van de volgende stappen uit te voeren.
1.Verwijder het stuurprogramma voor de camera en installeer het stuurprogramma opnieuw (p.91).
2. Raadpleeg de FAQ (Veelgestelde vragen) voor een mogelijke oplossing voor het
probleem (p.118).
3. Download, als de CPU van uw PC een VIA Chip is (dit wordt aangegeven in de USB-
hostcontroller), het patchbestand van de webpagina voor de camera’s van Samsung op
http://www.samsungcamera.com
Als u een opname die is opgeslagen in de camera wilt bekijken, installeert u Digimax Viewer (p.97) Ukunteenopname die is gedownload naar de PC bewerken door PhotoSuite III SE te installeren (p.100).
91
SOFTWARE
Het USB-stuurprogramma verwijderen onder Windows
SOFTWAREHANDLEIDING
1. Klik op [Start] [Instellingen] [Configuratiescherm].
2. Klik op [Software].
SOFTWAREHANDLEIDING
92
[Klik!]
4. U kunt het stuurprogramma voor de camera verwijderen door op de knop [Yes] te klikken.
5. Klik op de knop [OK].
3. Het venster [Add/Remove Programs Properties] wordt weergegeven. Klik op [Samsung Digimax 201] en op [Add/Remove]
93
SOFTWARE
Verwijderbare schijf
SOFTWAREHANDLEIDING
Als u deze camera wilt gebruiken als een verwijderbare schijf, moet u eerst het USB-stuurprogramma installeren.(p.87)
1. Sluit, voordat u de camera aanzet, de camera aan op de PC met behulp van de USB-kabel.
2. Klik op [Removable Disk] onder [My computer] of [Windows Explorer].
3. Beeldbestanden die zijn opgeslagen op de verwisselbare schijf (Dcim 100sscam) kunnen worden overgedragen naar de PC.
OPMERKING
Belangrijke informatie bij het gebruik van de verwijderbare schijf
De indicator [Verwijderbare schijf] wordt niet weergegeven als de camera is uitgeschakeld. Wij adviseren u de afbeeldingen eerst naar de PC te kopiëren voordat u ze gaat bekijken. Als uafbeeldingen rechtstreeks vanaf de verwijderbare schijf opent, kan de verbinding onverwachts worden verbroken. Zorg er tijdens het laden van afbeeldingen van de PC naar de camera voor dat de namen van de geladen bestanden verschillen van de namen van de bestanden die reeds op de KAART zijn opgeslagen. Wanneer u een bestand laadt dat niet via deze camera op de verwijderbare schijf terecht is gekomen, worddt het bericht [FILE ERROR !] weergegeven op het LCD-scherm in de afspeelmodus (PLAY) en is niets te zien in de miniatuurmodus (THUMBNAIL). Het groene lampje naast de zoeker knippert als een bestand wordt overgezet (gekopieerd of verwijderd) tussen de PC en de camera. Verwijder de USB-kabel pas wanneer het lampje niet meer knippert. Als udeUSB-kabelwiltverwijderen in Windows 2000/ME/XP, gebruikt u het pictogram [Hardware ontkoppelen of uitwerpen] op de taakbalk.
[Groen lampje]
94
SOFTWAREHANDLEIDING
De verwisselbare schijf verwijderen
Windows 98SE
1. Controleer of de camera en PC een bestand overdragen. Als het groene statuslampje (naast de zoeker) knippert, moet u wachten totdat dit lampje niet meer brandt.
2. Verwijder de USB-kabel.
Windows 2000/ME/XP
1. Controleer of de camera en PC een bestand overdragen. Als het groene statuslampje (naast de zoeker) knippert, moet u wachten totdat dit lampje niet meer brandt.
2. Dubbelklik op het pictogram [Unplug or Eject Hardware] op de taakbalk.
3. Het venster [Unplug or Eject Hardware] wordt weergegeven. Selecteer het [Samsung USB Mass Storage Device] en klik op de knop [Stop].
[Klik!]
[Dubbelklik]
95
SOFTWARE
SOFTWAREHANDLEIDING
4. Het venster [Stop a Hardware device] wordt weergegeven. Selecteer het [Samsung D-201 USB Device] en klik opdeknop[OK].
5. Het venster [Safe to Remove Hardware] wordt weergegeven. Klik op de knop [OK].
6. Het venster [Unplug or Eject Hardware] wordt weergegeven. Klik op de knop [Close]. De verwisselbare schijf kan niet veilig worden verwijderd.
7. Verwijder de USB-kabel.
[Klik!]
[Klik!]
[Klik!]
96
Het USB-stuurprogramma installeren op de MAC
SOFTWAREHANDLEIDING
1. De applicatie-cd bevat geen USB-stuurprogramma voor de MAC omdat MAC OS het stuurprogramma van de camera ondersteunt.
2. Controleer de versie van MAC OS. U kunt de versie van MAC OS controleren tijdens het opstarten van het besturingssysteem. Deze camera is compatibel met MAC OS 9.0 ~ 10.2.
3. Sluit de camera aan op de Macintosh.De camera moet zijn ingeschakeld en de PC-modus moet actief zijn.
4. Een nieuw pictogram (zonder titel) wordt weergegeven op het bureaublad nadat u de camera hebt aangesloten op de MAC.
Het USB-stuurprogramma gebruiken op de MAC
1. Dubbelklik op het nieuwe pictogram (zonder titel) op het bureaublad.De map op de KAART wordt nu weergegeven.
2. Selecteer het afbeeldingsbestand en kopieer of verplaats dit naar de MAC.
OPMERKING
Als u Mac OS 10.0 of later gebruikt, kan er een fout optreden bij het overdragen van bestanden van dePCnaar de camera.
97
SOFTWARE
Digimax Viewer installeren
SOFTWAREHANDLEIDING
Deze software kan alleen worden gebruikt met Windows.
1. Klikop[DigimaxViewer1.0] in het venster voor automatisch uitvoeren.
2. Een installatievenster, zoals in het voorbeeld hiernaast, wordt weergegeven. Klik op [Next].
3. Het softwarelicentievenster wordt weergegeven. Als u hiermee akkoord gaat, kliktuop[Yes]([Ja]).U gaat dan door naar de volgende stap. Als u hiermee niet akkoord gaat, klikt uop[No]([Nee]),waarnahetinstallatieprogramma wordt afgebroken.
[Klik!]
[Klik!]
98
SOFTWAREHANDLEIDING
4. Selecteer debestemmingsmap en klik op [Next] ([Volgende]).
5. Selecteer de programmamap en klik op [Next].
6. De installatie is voltooid. Als u dit programma automatisch wilt starten telkens wanneer de camera verbinding maakt met de PC, klikt u op het [I would like to launch Digimax Viewer]. En klik op [Finish].
[Een bestemmingsmap selecteren]
[Klik!]
[Klik!]
[Selecteer]
[Klik]
7. Digimax Viewer wordt gestart. Klik op de knop Afsluiten om het programma te beëindigen.
Als u een gedownloade afbeelding wilt bewerken, installeert uMGIPhotoSuite III SE (p. 100)
[Afsluitknop]
99
SOFTWARE
Digimax Viewer
SOFTWAREHANDLEIDING
Deze software kan alleen worden gebruikt met Windows. Ukunt Digimax Viewer openen door te klikken op [Start Programma Samsung Digimax Viewer 1,0 Digimax Viewer 1.0]. Digimax Viewer 1.0 wordt vervolgens geopend.
Selecteer eenafbeeldingen klik met de rechtermuisknop. Er wordteensnelmenu weergegeven. Open (Openen) : hiermee kunt u één voor één een
geselecteerde reeks afbeeldingen bekijken.
Copy (Kopiëren) : hiermee kunt u bestanden kopiëren.
Selecteer, nadat u een bestand hebt gekopieerd, een map waarin u het gekopieerde bestand wilt opslaan. Klik met de rechtermuisknop. Er wordt nu een snelmenu weergegeven. Selecteer [Paste] ([Plakken]). Het gekopieerde bestand wordtnugekopieerd.
Paste (Plakken) : hiermee kunt u een gekopieerd bestand
plakken
Cut (Knippen) : hiermee kunt u een geselecteerd
bestand knippen.
Verwijderen :hiermee kunt u een geselecteerd
bestand verwijderen.
Als de optie Automatisch starten is ingeschakeld, wordt dit programma automatisch uitgevoerd zodra de camera wordt herkend.
Raadpleeg het menu [Help] in Digimax viewer voor nadere informatie.
100
MGI PhotoSuite III SE installeren
SOFTWAREHANDLEIDING
Deze software kan alleen worden gebruikt met Windows.
1. Klik op MGI PhotoSuite lll SE in het venster voor automatisch uitvoeren.
2. Het venster [Choose Setup Language] ([Installatietaal kiezen]) wordt weergegeven.
3. Er wordt een [Welcome] weergegeven. Klik op [Next >] om naar de volgende stap te gaan.
[Klik!]
[Klik!]
[Klik!]
Loading...