Tijdens die hete, broeiende zomerdagen en lange, rusteloze nachten is er geen betere plek
om te ontsnappen aan de hitte dan in uw eigen koele huis. Uw nieuwe airconditioner maakt
een einde aan uitputtende hete zomerdagen en laat u uitrusten. Ontsnap deze zomer aan de
hitte met uw eigen airconditioner.
• Kosteneffectief Systeem
Uw nieuwe airconditioner levert niet alleen maximale koeling in de zomer maar is tevens een
effectieve verwarmingsmethode voor in de winter dankzij het geavanceerde “warmtepomp”
systeem. Deze technologie is tot 300% efficiënter dan elektrische verwarming waardoor u
de verbruikskosten nog verder kunt verlagen. Nu kunt u één airconditioner het hele jaar door
gebruiken.
• Een Stijl die Overal past
Het elegante en harmonieuze ontwerp geeft prioriteit aan de esthetica van uw ruimte en
past goed in bij elk interieur. Met zijn zachte kleur en afgeronde hoeken voegt deze nieuwe
airconditioner stijl toe aan elke kamer. Geniet van wat uw airconditioner u zowel qua functie
als qua esthetica te bieden heeft.
• Compact en eenvoudig te gebruiken Cassette type
Het cassette type airconditioner dat ontworpen is om geïnstalleerd te worden in de meeste
plafonds is ideaal voor zakelijke en commerciële accommodaties. Verse koude/warme
lucht kan geleverd worden via 1, 2 of 4 instelbare zijden van de unit. Alle functies van de
airconditioner kunnen eenvoudig met de afstandbediening bediend worden.
Noteer voor toekomstige referentie het model- en
serienummer. Het model nummer bevindt zich op de
rechterkant van de airconditioner.
Model #
Serie #
02_ kenmerken
veiligheidsinformatie
Haal de stekker eruit vóórdat de unit onderhouden, schoongemaakt en geïnstalleerd wordt.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees vóór het gebruik van uw nieuwe airconditioner deze handleiding zorgvuldig door om ervoor te zorgen
dat u weet hoe u de uitgebreide functies van uw nieuwe apparaat veilig en efficiënt kunt gebruiken.
Aangezien de volgende bedieningsinstructies voor verschillende modellen gelden, kan het zijn dat de
karakteristieken van uw airconditioner wat verschillen van degene die beschreven staan in deze handleiding.
Neem als u vragen hebt contact op met uw dichtstbijzijnde contactcentrum of ga voor meer informatie naar
www.samsung.com.
Wat de iconen en tekens in deze gebruikershandleiding betekenen:
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
Risico op dood of ernstige persoonlijke verwondingen.
LET OP
Potentieel risico op persoonlijke verwondingen of materiele schade.
Volg de volgende basis veiligheidsinstructies op om het risico op vuur,
LET OP
Deze waarschuwingstekens zijn er om verwondingen aan u en anderen te voorkomen.
Volg deze s.v.p. zorgvuldig op.
Bewaar deze instructies na het lezen op een veilige plaats voor toekomstig referentie.
explosie, elektrische schok of persoonlijke verwondingen tijdens het gebruik
van uw airconditioner te verminderen:
Probeer dit NIET.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de voorschriften zorgvuldig op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat geaard is om elektrische schok te voorkomen.
Neem voor hulp contact op met het contactcentrum.
Aanbevolen instructies of nuttige gebruiksinformatie.
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
WAARSCHUWING
Plaats om brand, explosies en verwondingen te voorkomen, de airconditioner niet in de
buurt van gevaarlijke substanties of apparatuur die vlammen kan afgeven.
• Eventueel risico op brand of explosie.
Blokkeer de airconditioner niet en plaats geen voorwerpen voor de airconditioner. Ga niet
op de airconditioner staan, ga er niet aan hangen en plaats er geen zware voorwerpen op.
• Eventueel risico op persoonlijke verwondingen.
Installeer de buitenunit niet op een onstabiele plaats of verhoogd oppervlakte waar de unit
af kan vallen.
• Als de buitenunit valt, kan dit leiden tot persoonlijke verwondingen of verlies van eigendom.
veiligheidsinformatie _03
veiligheidsinformatie
ERNSTIGE WAARSCHUWINGSSIGNALEN
WAARSCHUWING
Veranderingen of aanpassingen die uitgevoerd zijn terwijl deze niet in de
installatiehandleiding staan, kunnen leiden tot slecht functioneren van of schade aan de
unit. In dit geval zal de gebruiker verantwoordelijk zijn voor de reparatiekosten.
Als er gas of onzuiverheden, met uitzondering van R410A koelmiddel, in de koelmiddelpijp
komen, kunnen serieuze problemen optreden die kunnen leiden tot verwondingen.
Spuit geen ontvlambare gassen zoals insecticide in de buurt van de airconditioner.
• Eventueel risico op elektrische schok, brand of defecten aan de unit.
Steek geen voorwerpen zoals vingers of takken in de ontluchtingsopeningen van de
airconditioner.
• Houd kinderen buiten bereik van de airconditioner. Eventueel risico op persoonlijke verwondingen.
Haal de stekker nooit van het snoer af om deze aan een ander elektriciteitssnoer vast te
maken.
Probeer het elektriciteitssnoer nooit te verlengen.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Trek niet aan het elektriciteitssnoer en raak de stekker niet aan met natte handen.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Gebruik nooit een beschadigde stekker, elektriciteitssnoer of losgemaakte
stroomontvanger.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Het elektrische werk moet uitgevoerd worden door een bekwame onderhoudstechnicus in
naleving van de nationale wetgeving omtrent goedgekeurde kabels.
• Als de capaciteit van de stroomkabel niet genoeg is of als het elektriciteitswerk niet goed is uitgevoerd,
bestaat er risico op elektrische schok of brand.
U moet de stroomkabel in de kabelschoen steken en deze vastmaken met een klem.
Sluit de airconditioner niet aan op een verwarmingsapparaat en probeer de unit niet zelf te
demonteren, modificeren of repareren.
• Eventueel risico op slecht functioneren, elektrische schok of brand. Neem contact op met het
contactcentrum als reparaties nodig zijn.
Neem contact op met de plaats van aankoop of met een contactcentrum om de
airconditioner te demonteren of opnieuw te installeren.
• Eventueel risico op defecten aan de unit, waterlekkage, elektrische schok of brand.
Neem contact op met de plaats van aankoop of met een contactcentrum om de
airconditioner te demonteren of installeren.
• Bij onjuiste installatie bestaat er risico op defecten aan de unit, waterlekkage, elektrische schok of brand.
• Neem als de unit geïnstalleerd wordt in een speciaal gebied, zoals een fabriek of zout kustgebied, contact
op met de plaats van aankoop of contactcentrum voor installatiedetails.
Zorg ervoor dat de steun bij installatie goed vastzitten voor langdurig gebruik.
• Als de airconditioner valt, kan dit persoonlijke verwondingen of verlies van eigendom veroorzaken.
Als de binnenunit nat wordt, zet de stroom onmiddellijk uit en bel het dichtstbijzijnde
contactcentrum.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Installeer een exclusieve stroomonderbreker en kortsluitingschakelaar voor de
airconditioner.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Als de stroomkabel beschadigd is moet deze vervangen worden door de producent of een
bekwame onderhoudstechnicus.
Zorg er altijd voor dat de stroomtoevoer voldoet aan de huidige veiligheidsvoorschriften.
Installeer de airconditioner altijd volgens de huidige, plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
04_ veiligheidsinformatie
Controleer dat het voltage en de frequentie van de stroomtoevoer voldoen aan de
specificaties en dat de geïnstalleerde stroom voldoende is om ervoor te zorgen dat het
gebruik van een ander huishoudelijk apparaat dat aangesloten is op dezelfde elektriciteit
geen probleem vormt.
De airconditioner moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de nationale
wetgeving omtrent bedrading en veiligheidsvoorschriften, waar deze van toepassing zijn.
Installeer de bijgeleverde kabels goed. Maak ze goed vast zodat er geen externe kracht
op het blok uitgeoefend kan worden.
• Als de aansluiting los zit, kan er warmte gegenereerd worden wat kan leiden tot elektrische schok of brand.
Gebruik alleen een goedgekeurde stroomonderbreker.
• Gebruik nooit stalen draden of koperen draden als stroomonderbreker. Het kan leiden tot brand of het niet
goed functioneren van de unit.
Gebruik een exclusieve stroombron voor de airconditioner.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Zet het elektriciteitssnoer niet onder overmatige spanning en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Buig het elektriciteitssnoer niet te veel.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
Controleer altijd of de elektrische aansluitingen (kabelingang, secties, bescherming, etc.)
voldoen aan de elektrische specificaties en met de instructies in het bedradingschema.
Controleer altijd dat alle aansluitingen voldoen aan de voorschriften die van toepassing
zijn op de installatie van airconditioners.
Gebruik een contactdoos met een geaard contact. De contactdoos moet exclusief
gebruikt worden voor de airconditioner.
• Onjuiste elektrische aarding kan elektrische schok of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat de unit geaard is. Sluit de geaarde kabel niet aan op gas- of waterpijpen,
bliksemafleiders of telefoonlijnen.
• Als de unit niet goed geaard is, kan dit leiden tot elektrische schok.
Controleer altijd dat een goede aansluiting voor aarding beschikbaar is.
NEDERLANDS
Sluit de stroomtoevoer naar de airconditioner af voordat deze gerepareerd of
gedemonteerd wordt.
LET OP SIGNALEN
LET OP
Sluit, wanneer u de unit installeert, eerst de koelmiddelpijpen aan en daarna de elektrische
kabels.
Demonteer altijd eerst de elektrische kabels en daarna de koelmiddelpijpen.
Controleer dat de airconditioner aangesloten is op de stroomtoevoer zoals beschreven in
de instructies in het bedradingdiagram dat in de handleiding staat.
De producent is niet verantwoordelijk voor schade die voortkomt uit ongeautoriseerde
aanpassingen of onjuiste aansluiting van elektrische of hydraulische kabels.
De garantie zal onmiddellijk vervallen als de instructies niet opgevolgd worden of als er
niet voldaan wordt aan de vereisten in de “Bedieningslimieten” tabel die in de handleiding
staan.
Zorg ervoor dat er geen water in de airconditioner komt.
• Eventueel risico op elektrische schok.
Zet de airconditioner uit met behulp van de bijgeleverde afstandsbediening of
bedieningsaccessoire (indien bijgeleverd). Trek de stekker er niet uit om de unit uit te
zetten (tenzij er onmiddellijk gevaar dreigt).
Zet het voorste luchtrooster niet open terwijl de unit aanstaat.
• Eventueel risico op elektrische schok of defecten aan de unit.
Richt de koude luchtstroom niet direct op mensen, dieren en planten.
• Dit is schadelijk voor uw gezondheid, dieren en planten.
veiligheidsinformatie _05
veiligheidsinformatie
LET OP SIGNALEN
LET OP
Laat de airconditioner niet voor langere tijd aanstaan in een kamer met de deur dicht of
waarin zich baby’s, oudere of gehandicapte mensen bevinden.
• Open de deur of ramen om de kamer ten minste een keer per uur te ventileren om zuurstoftekort te
voorkomen.
Drink het water dat uit de airconditioner komt niet.
• Eventueel gezondheidsrisico.
Stel de stoffilter niet bloot aan direct zonlicht wanneer u deze droogt.
• De stoffilter kan vervormd worden door direct zonlicht.
Laat kinderen niet op de airconditioner klimmen.
Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en installeer de airconditioner met
goedgekeurde apparatuur.
• Als u geen goedgekeurde accessores gebruikt, kan het zijn dat de airconditioner van zijn plaats valt, water
lekt of elektrische schok of brand veroorzaakt.
Gebruik de airconditioner niet als koeling precisie-instrument voor eten, huisdieren,
planten, cosmetica of machines.
Sla niet hard op de airconditioner.
• Eventueel risico op brand of defecten aan de unit.
Spuit geen water direct op de airconditioner en gebruik geen benzeen, verdunningsmiddel
of alcohol om de oppervlakte van de unit schoon te maken.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok.
• Eventueel risico op schade aan de airconditioner.
Plaats geen voorwerpen, vooral geen containers met vloeistoffen, op de unit.
Raak de pijp die aan de airconditioner zit niet aan.
Dit apparaat moet volgens de bijgeleverde installatiehandleiding geïnstalleerd worden.
Installeer de kortst mogelijke pijplengte.
• Als de lengte van de pijp onnodig lang is, kan de levensduur van de airconditioner verkort worden en de
unit inefficiënt functioneren.
Installeer de stroomkabel en communicatiekabel van de binnenunit naar de buitenunit op
ten minste 1m van het elektrische apparaat.
Installeer de buitenunit door middel van de ballast uit de buurt van bliksemafleiders.
• Als u de draadloze afstandsbediening gebruikt kunnen er door de ballast van de bliksemafleider
ontvangststoringen optreden.
Voor maximale veiligheid moeten installateurs de volgende waarschuwingen altijd
aandachtig doorlezen.
Instaleer de airconditioner niet op de volgende plaatsen:
• Plaatsen waar mineraalolie of arseenzuur voorkomt.
• Harsdelen kunnen branden en de accessoires kunnen vallen of water lekken.
De capaciteit van de warmtewisselaar kan verminderen of de airconditioner kan ophouden met werken.
• Plaatsen waarop bijtende gassen zoals zwavelzuur gassen gegenereerd worden door de ontluchtingspijp of
opening van luchtafvoer.
• De koperen pijp of verbindingspijp kunnen gaan roesten en koelmiddel gaan lekken.
• Plaatsen met machines die elektromagnetische golven genereren. Het kan zijn dat de airconditioner niet
goed functioneert vanwege het bedieningsysteem.
• Plaatsen waar gevaar bestaat van bestaande brandbare gassen, koolstofvezels of ontvlambare stoffen.
• Plaatsen waar verdunningsmiddel of benzine gebruikt worden en kunnen lekken wat kan leiden tot brand.
Als de airconditioner in een kleine ruimte geïnstalleerd wordt, moeten maatregelen
getroffen worden om ervoor te zorgen dat de concentratie koelmiddel in de kamer de
veiligheidslimiet niet overschrijdt in het geval van een koelmiddel lekkage.
Vraag een dealer naar de geschikte maatregelen om ervoor te zorgen dat de toegestane
concentratie niet overschreden wordt.
• Als het koelmiddel lekt en de concentratielimiet overschreden wordt, bestaat er risico op zuurstofgebrek in
de kamer.
06_ veiligheidsinformatie
Installeer de airconditioner uit de buurt van directe blootstelling aan zonlicht,
verwarmingsapparatuur en vochtige plaatsen.
• Hang gordijnen voor ramen om het koelingeffect te verhogen en risico op elektrische schok te vermijden.
De airconditioner bestaat uit bewegende onderdelen. Houd kinderen uit de buurt van de
unit om fysieke verwondingen te voorkomen.
Controleer bij levering op schade. Installeer de airconditioner niet als deze beschadigd is
en bel onmiddellijk de plaats van aankoop.
Plaats de stoffilter voordat u de airconditioner aanzet.
• Als er geen luchtfilter in de airconditioner zit, kan opeengehoopte stof de levensduur van de airconditioner
verkorten en elektrische verspilling veroorzaken.
Houd de binnentemperatuur stabiel en niet te koud, vooral als er kinderen, oudere of
gehandicapte mensen binnen zijn.
Maak de stoffilter elke 2 weken schoon. Maak de filter vaker schoon als de airconditioner
gebruikt wordt in stoffige gebieden.
Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen van de afstandsbediening (optioneel)
moeten volgens nationale standaarden verwijderd worden.
Het koelmiddel dat in de airconditioner gebruikt wordt, moet behandeld worden als
chemisch afval.
Verwijder het koelmiddel volgens nationale standaarden.
Laat een bekwame onderhoudstechnicus de airconditioner installeren en uitproberen.
Maak de afvoerpijp naar de airconditioning stevig vast voor correcte waterafvoer.
Installeer de buitenunit waar het geluid en de vibratie uw buren niet zullen storen en waar
het goed geventileerd is zonder obstakels.
• Eventueel risico op slecht functioneren.
• Het geluid van de airconditioner kan uw buren verstoren.
Zorg ervoor dat kinderen niet bij de airconditioner kunnen en dat ze er niet mee spelen.
Wanneer u de draadloze afstandbediening gebruikt moet de afstand naar de
airconditioner niet meer dan 7m bedragen.
Haal de batterijen als de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt wordt eruit om te
voorkomen dat deze gaan lekken.
Wees bij het schoonmaken van de buitenunit zeer voorzichtig met de radiatorbladen.
• Het dragen van dikke handschoenen beschermt uw handen.
Zorg ervoor dat het gecondenseerde water dat uit de afvoerslang drupt goed en veilig
weg kan lopen.
Bewaar de bediening- en installatiehandleiding op een veilige plaats en geef deze aan de
nieuwe eigenaar als de airconditioner verkocht of overgedragen wordt.
Al de materialen die gebruikt zijn voor de productie en de verpakking van de airconditioner
zijn recyclebaar.
Voer na het installeren altijd een bedieningstest uit en geef de instructies betreffende de
bediening van de airconditioner aan de gebruiker.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen of onstabiele personen
zonder toezicht: Jonge kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze
niet spelen met het apparaat.
Maak de airconditioner schoon nadat de binnenste ventilator stopt.
• Eventueel risico op verwondingen of elektrische schok.
Laat een bekwame onderhoudstechnicus de airconditioner, elektrische verbindingen,
pijpen en de buitenkant van de airconditioner regelmatig controleren.
Zet geen deuren en ramen open in de kamer die gekoeld wordt tenzij dit nodig is.
Blokkeer de ontluchtingsopeningen van de airconditioner niet. Wanneer objecten de
luchtstroom blokkeren kan het zijn dat de unit niet of slecht functioneert.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels bevinden onder de binnenunit.
• Eventueel risico op brand of eigendomsverlies.
NEDERLANDS
veiligheidsinformatie _07
veiligheidsinformatie
LET OP SIGNALEN
LET OP
Zorg ervoor dat er geen obstakels of andere voorwerpen de airconditioner blokkeren.
Zorg voor voldoende ruimte voor luchtcirculatie.
• Onvoldoende ventilatie kan leiden tot slecht functioneren.
Zorg ervoor dat het voltage en de frequentie van het elektrische systeem compatibel zijn
met de airconditioner.
Als er een stroomonderbreking is terwijl de airconditioner aanstaat, zet de stroombron dan
onmiddellijk uit.
Maximale stroom wordt gemeten op basis van de IEC standaard voor veiligheid en de
stroom wordt gemeten op basis van de ISO standaard voor energie-efficiënte.
De unit moet indien nodig aangesloten worden op een onafhankelijk circuit of de
elektriciteitskabel moet aangesloten worden op de hulpschakelaar. Een verbreking van
alle polen van de stroomtoevoer moet verwerkt worden in de vaste bedrading met een
contactopening van >3mm.
Maak na het aansluiten van de stroomkabel tussen de binnen- en buitenunit de cover van
de onderdelenbox goed vast en controleer dat deze niet los zit.
Gebruik voor de stroomkabel H07RN-F of H05RN-F materialen.
De ongebalanceerde stroom moet binnen 10% van de geleverde rating gehouden worden
bij de binnenunits.
Als de stroom zeer ongebalanceerd is, kan dit de levensduur van de condensor verkorten.
Als de ongebalanceerde stroom de 10% van de toevoerrating overschrijdt dan wordt de
binnenunit beschermd, uitgezet en wordt de foutmodus aangegeven.
Om het product tegen water en mogelijke schok te beschermen moet u de stroomkabel en
de verbindingskabel tussen de binnen- en buitenunit in een beschermingskabel stoppen.
Sluit de stroomkabel aan op de hulp stroomonderbreker.
U moet de kabel door een beschermingskabel voeren.
Houd een afstand van 50mm of meer tussen de stroomkabel en de communicatiekabel.
Maximale lengte van de stroomkabel is 10% van de stroom verlaging.
Als dit overschreden wordt, moet u een andere stroomtoevoer gebruiken.
De stroomonderbreker (MCCB, ELB) kunnen wanneer er veel binnenunits aangesloten zijn
op een onderbreker beschouwd worden voor meer capaciteit.
Gebruik een ongesoldeerd ringanker om de stroomkabel aan te sluiten aan het contactblok.
Gebruik een geschikte schroevendraaier voor het vastmaken van de schroeven op het blok.
De schroeven kunnen kapot gaan als deze te hard vastgemaakt worden.
De airconditioner mag alleen gebruikt worden voor de toepassingen waarvoor deze
ontworpen is: de binnenunit is niet geschikt voor installatie in gebieden die gebruikt
worden voor was.
Onze units moeten geïnstalleerd worden in het soort gebieden dat aangegeven staat in
de installatiehandleiding zodat de units vanaf beide zijden toegankelijk zijn en routine
onderhoud en reparaties uitgevoerd kunnen worden. De onderdelen van de units moeten
toegankelijk zijn en gedemonteerd kunnen worden in omstandigheden die veilig zijn
voor zowel personen als dingen. Daarom zullen de kosten, als de unit niet volgens de
installatiehandleiding geïnstalleerd wordt, voor het bereiken en repareren van de unit (op
een veilige manier, zoals vereist wordt door de huidige regelgeving) met steigers, trucks,
stellingen of andere middelen van heffing niet onder de garantie vallen en voor rekening
van de eindgebruiker zijn.
Zorg ervoor dat de aan/uit schakelaar en beschermingsschakelaar juist geïnstalleerd zijn.
Gebruik de airconditioner niet als deze beschadigd is. Zet de unit als er problemen
optreden onmiddelijk uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Haal de stekker uit het stopcontact als de airconditioner voor langere tijd niet gebruikt zal
worden (bijvoorbeeld voor een aantal maanden).
Neem contact op met de aankoopplaats of het contactcentrum als een reparatie
uitgevoerd moet worden.
• Eventueel risico op brand of elektrische schok als de unit gedemonteerd of gerepareerd wordt door een
onbekwame onderhoudstechnicus.
Haal de stekker onmiddellijk uit het stopcontact als u brandend plastic kunt ruiken, rare
geluiden hoort of rook ziet komen uit de unit en neem contact op het met contactcentrum.
20 Periodieke controles
21 Interne beschermingen via het unit
beheersingsysteem
22 Probleemoplossing
23 Bedieningsmarges
22
UW AIRCONDITIONING
INSTALLEREN
24 Installatie gedeelte
24
Het is vastgesteld dat dit product voldoet aan de Richtlijn voor Lage Spanning (2006/95/EC) en de Richtlijn
Elektromagnetische comptibiliteit (2004/108/EEC) van de EU.
Juiste Verwijdering van Dit Product
(Afval Elektrisch & Elektronisch Apparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met aparte afhaalsystemen)
Als dit teken op het product staat of in de beschrijving betekent dit dat dit product aan het einde van zijn levensduur
niet weggegooid mag worden met ander huishoudelijk afval. Scheidt om eventuele schade aan het milieu of gezondheid
te voorkomen door ongecontroleerde afvalverwijdering dit product van andere typen afval en recycle het op een
verantwoordelijke manier om het duurzame hergebruik van materialen te promoten.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun groothandel waar ze dit product gekocht hebben, of met
hun plaatselijke gemeente, voor informatie over hoe ze dit product op een milieuvriendelijke manier kunnen recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de termen en voorwaarden van het
aankoopcontract controleren. Dit product moet niet gemengd worden met ander commercieel afval voor verwijdering.
inhoud _09
uw airconditioner bekijken
Gefeliciteerd met de aanschaf van de airconditioner. We hopen dat u zult genieten van de functies van uw
airconditioner en met optimale efficiëntie koel of warm blijft.
Lees om te beginnen de gebruikershandleiding door om het beste uit de airconditioner te kunnen halen.
DUNNE 1 RICHTINGCASSETTE
Hoofdonderdelen
PSSMA (Type A) / PC1BUSEA (Type B)
Luchtstroomblad
Paneel
Luchtinlaat
Scherm
Heating (verwarm) en
cooling (koel) model
Operation (bediening) (blauw) /
Defrost (ontdooien) (geel)
Uitsluitend cooling (koel)
model
Operation (bediening) indicator
Bij het bedienen van de binnenunit (inclusief fan (ventilator) modus), zal de SPi niet
automatisch werken.
Druk op de knop [Super Fan (superventilator)] op de draadloze afstandsbediening om de SPi
te bedienen.
2 RICHTINGCASSETTE
Hoofdonderdelen
Scherm
Afstandsbedieningsensor
Afstandsbedieningsensor
Timer indicator
PSSMA (Type A)
- Model dat niet is uitgerust met S-Plasma ion
(s-plasma-ion): Fan(ventilator) indicator
- Model dat is uitgerust met S-Plasma ion (s-plasmaion): Super Fan (ventilator) indicator
PC1BUSEA (Type B): Super fan(ventilator) indicator
Indicator filter reset
Luchtstroomblad
Luchtinlaat
Luchtfilter (onder het rooster)
Scherm
Indicator filter reset
Ventilator indicator
Timer indicator
Power indicator
Power toets
Uw airconditioner en scherm kunnen afhankelijk van uw model enigszins afwijken van de
bovenstaande afbeelding.
10_ uw airconditioner bekijken
4 RICHTING & MINI 4 RICHTINGCASSETTE
Hoofdonderdelen
Luchtstroomblad
Luchtinlaat
Scherm
Type A
Type B
Luchtfilter (onder het rooster)
Scherm
Afstandsbedieningsensor
Timer indicator
Power toets
Power indicator
Ventilator indicator
Vorst verwijderen indicator
Indicator filter reset
Indicator filter reset
Ventilator indicator
Timer indicator
Vorst verwijderen indicatorPower indicator
NEDERLANDS
Afstandsbedieningsensor
Powertoets
Type C
Indicator filter reset
Ventilator indicator
Timer indicator
Vorst verwijderen indicator
Power indicator
Afstandsbedieningsensor
Power toets
Uw airconditioner en scherm kunnen afhankelijk van uw model enigszins afwijken van de
bovenstaande afbeelding.
uw airconditioner bekijken _11
uw airconditioner gebruiken
TIPS OVER HET GEBRUIK VAN UW AIRCONDITIONER
Hier staan een aantal tips die u kunt volgen tijdens het gebruik van uw airconditioner.
ONDERWERPAANBEVELING
Koelen• Als de huidige buitentemperatuur veel hoger is dat de geselecteerde
Verwarmen• Aangezien de airconditioner de kamer verwarmt door warmte van
Vorst & Ontdooien• Wanneer de airconditioner in Warmte modus functioneert zal, door het
Ventilator• Het kan zijn dat de ventilator op het begin voor ongeveer 3 – 5 minuten
binnentemperatuur kan het wat langer duren voordat de
binnentemperatuur de gewenste koelte bereikt.
• Vermijd het drastisch verlagen van de temperatuur. Energie wordt hierdoor
verspild en het koelt de kamer niet sneller af.
buiten te halen kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verlaagd
wordt wanneer de buitentemperatuur erg laag is. Als u voelt dat de
airconditioner niet voldoende verwarmt, wordt het gebruik van een extra
verwarmingsapparaat in combinatie met de airconditioner aanbevolen.
temperatuursverschil tussen de unit en de buitenlucht, vorst gevormd
worden.
Als dit gebeurt:
- Stopt de airconditioner met verwarmen.
- Zal de airconditioner 10 minuten automatisch functioneren in Ontdooi
modus
- De stoom die geproduceerd wordt door de buitenunit in Ontdooi modus
is veilig.
Er is geen tussenkomst vereist; na ongeveer 10 minuten zal de
airconditioner weer normaal functioneren.
De unit zal niet functioneren wanneer het begint te ontdooien.
niet functioneert om te voorkomen dat koude lucht wordt uitgestoten
terwijl de airconditioner opwarmt.
Hoge binnen/buiten
temperaturen
Stoomuitval• Als de stroom uitvalt tijdens het gebruik van de airconditioner zal de unit
Beschermingsmechanisme
• Als zowel de binnen als de buitentemperatuur hoog is en de airconditioner
op Warmte modus staat, kan het zijn dat de ventilator en compressor
van de buitenunit af en toe stoppen. Dit is normaal; wacht totdat de
airconditioner weer aangaat.
meteen stoppen en uitgezet worden. Wanneer de stroom weer terugkomt,
zal de airconditioner automatisch weer beginnen te functioneren.
• Als de airconditioner net aangezet is wanneer het stopt of wanneer de
stekker erin gestoken wordt, zal er 3 minuten lang geen warme/koude
lucht uitkomen om zo de compressor van de buitenunit te beschermen.
12_ uw airconditioner gebruiken
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
Maak uw airconditioner voor het beste resultaat regelmatig schoon. Zorg ervoor, voor de veiligheid van de
gebruiker, dat de stekker niet in het stopcontact zit wanneer de unit schoongemaakt wordt.
DE BUITENKANT SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u de buitenkant schoonmaakt. Er is geen speciaal
gereedschap nodig om de unit schoon te maken.
1. Stof de buitenkant van de unit wanneer nodig af met
een ietwat natte of een droge doek. Veeg met behulp
van een zachte borstel vuil van het gevormde gebied.
Voorbeeld: 4 richtingcassette
Gebruik geen benzeen of verdunningsmiddel.
Deze kunnen de oppervlakte van de airconditioner
LET OP
beschadigen en een risico op brand veroorzaken.
HET LUCHTROOSTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u het luchtrooster schoonmaakt. Er is geen speciaal
gereedschap nodig om de unit schoon te maken.
NEDERLANDS
Dunne 1 richtingcassette
1. Open het luchtrooster.
Druk op de tekens [Push (duwen)]
(A type: zitten op 3 plaatsen,
B type: zitten op 4 plaatsen) en open het luchtrooster.
Type A
Type B
schoonmak en onderhoud _13
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET LUCHTROOSTER SCHOONMAKEN
2. Maak de veiligheidsclips los door het luchtrooster los te maken.
3. Het voorste luchtrooster verwijderen.
Houd het luchtrooster in een hoek van 45°, til deze een beetje op en duw dan het
luchtrooster naar voren.
Houd het luchtrooster vast om ervoor te zorgen dat deze niet uit de opening valt. Zo niet
dan kan dit leiden tot persoonlijke verwondingen.
LET OP
Het luchtrooster kan ook schoongemaakt worden terwijl deze vastzit aan het paneel.
4. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar
voren.
5. Maak het luchtrooster schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof
opzit, spoel het dan af met lopend water en laat het drogen op een geventileerde plaats.
6. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
7. Het voorste luchtrooster weer vastmaken.
Plaats de haak op de unit op de juiste plaats en duw dan het voorste luchtrooster naar
boven. Plaats de veiligheidsclips weer op hun plaats.
De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw
airconditioner.
14_ schoonmak en onderhoud
2 richtingcassette
1. Open het voorste luchtrooster.
Druk op de drie [] toetsen om de groef van het voorste luchtrooster te openen.
Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee veiligheidsclips zijn bevestigd aan de
binnenkant van het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Maak de veiligheidsclips los door het luchtrooster los te maken.
3. Het voorste luchtrooster verwijderen.
Houd het luchtrooster in een hoek van 45°, til deze een beetje op en duw dan het
luchtrooster naar voren.
NEDERLANDS
Houd het luchtrooster vast om ervoor te zorgen dat deze niet uit de opening valt.
Zo niet dan kan dit leiden tot persoonlijke verwondingen.
LET OP
Het luchtrooster kan ook schoongemaakt worden terwijl deze vastzit aan het paneel.
4. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar
voren.
5. Maak het luchtrooster schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof
opzit, spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
6. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
7. Het voorste luchtrooster weer vastmaken.
Plaats de haak op de unit op de juiste plaats en duw dan het voorste luchtrooster naar
boven. Plaats de veiligheidsclips weer op hun plaats.
schoonmak en onderhoud _15
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET LUCHTROOSTER SCHOONMAKEN
4 richting & mini 4 richtingcassette
1. Open het voorste luchtrooster.Druk beide knopjes naar buiten om de haak op het
luchtrooster los te maken. Het luchtrooster komt dan
automatisch los. Twee veiligheidsclips zijn bevestigd
aan de binnenkant van het luchtrooster om ervoor te
zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Maak de veiligheidsclips los door het luchtrooster los te maken.
3. Het voorste luchtrooster verwijderen.Houd het luchtrooster in een hoek van 45°, til deze een beetje op en duw dan het
luchtrooster naar voren.
Houd het luchtrooster vast om ervoor te zorgen dat deze niet uit de opening valt. Zo niet
dan kan dit leiden tot persoonlijke verwondingen.
LET OP
Het luchtrooster kan ook schoongemaakt worden terwijl deze vastzit aan het paneel.
4. Het luchtfilter eruit halen. Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
5. Maak het luchtrooster schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof
opzit, spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
6. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
7. Het voorste luchtrooster weer vastmaken.Plaats de haak op de unit op de juiste plaats en duw dan het voorste luchtrooster naar
boven. Plaats de veiligheidsclips weer op hun plaats.
De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw airconditioner.
16_ schoonmak en onderhoud
HET FILTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u het filter schoonmaakt. Wasbare op
schuimgebaseerde luchtfilter haalt grote deeltjes uit de lucht. Het filter moet schoongemaakt worden met
een stofzuiger of met de hand gewassen worden.
Dunne 1 richtingcassette
1. Open het luchtrooster.
Druk op de tekens [Push (duwen)]
(A type: zitten op 3 plaatsen,
B type: zitten op 4 plaatsen) en open het luchtrooster.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes
duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het
luchtrooster niet de hele tijd losgekoppeld zijn.
Als u het luchtrooster los wil maken raadpleeg dan
stappen 2 en 3 op pagina 14 voor meer informatie.
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
Type A
Type B
NEDERLANDS
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
• Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
• De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw airconditioner.
• Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Flterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
schoonmak en onderhoud _17
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
HET FILTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u het filter schoonmaakt. Wasbare op
schuimgebaseerde luchtfilter haalt grote deeltjes uit de lucht. Het filter moet schoongemaakt worden met
een stofzuiger of met de hand gewassen worden.
2 richtingcassette
1. Open het voorste luchtrooster.Druk op de drie [] toetsen om de haak van het voorste luchtrooster te openen.Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee veiligheidsclips zijn bevestigd aan de
binnenkant van het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet naar beneden valt.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes
duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het
luchtrooster niet de hele tijd losgekoppeld zijn.
Als u het luchtrooster los wil maken raadpleeg
dan stappen 2 en 3 op pagina 15 voor meer
informatie.
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
• Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Filterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
18_ schoonmak en onderhoud
4 richting & mini 4 richtingcassette
1. Druk beide knopjes naar buiten om de haak op het
luchtrooster los te maken.
Het luchtrooster komt dan automatisch los. Twee
veiligheidsclips zijn bevestigd aan de binnenkant van
het luchtrooster om ervoor te zorgen dat deze niet
naar beneden valt.
2. Het luchtfilter eruit halen.
Pak het luchtfilter vast, til deze op terwijl u zachtjes duwt en trek dan het luchtfilter naar voren.
Wanneer u het filter schoonmaakt hoeft het luchtrooster niet de hele tijd losgekoppeld zijn.
Als u het luchtrooster los wil maken raadpleeg dan stappen 2 en 3 op pagina 16 voor meer
informatie.
NEDERLANDS
3. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel. Als er teveel stof opzit,
spoel het dan af met lopend water en laat het dragen op een geventileerde plaats.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
• Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
4. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
U zult een klikgeluid horen wanneer het luchtfilter op zijn plaats zit.
5. Sluit het voorste luchtrooster door het naar boven te duwen.
• De bovenstaande afbeelding kan afhankelijk van uw model verschillen van uw airconditioner.
• Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op
de afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen. Flterteken indicator zal
aanstaan voor schoonmaaktijd.
schoonmak en onderhoud _19
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
UW AIRCONDITIONER ONDERHOUDEN
Als u de airconditioner voor langere tijd niet zult gebruiken droog de airconditioner dan om te zorgen dat
deze in de beste staat blijft.
1. Droog de airconditioner zorgvuldig door deze voor 3-4 uur in Ventilator modus te zetten
en de stekker eruit te halen. Als er vocht achterblijft in onderdelen kan dit leiden tot interne
schade.
2. Droog de interne onderdelen van de airconditioner voordat u de airconditioner weer gaat
gebruiken door deze voor 3-4 uur in de Ventilator modus te zetten. Hierdoor worden geuren
verwijderd die eventueel zijn ontstaan door vochtigheid.
Periodieke controles
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner goed te onderhouden.
TypeBeschrijving
Het luchtfilter schoonmaken (1)
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
Binnenunit
Buitenunit
De warmtevervanger goed schoonmaken (2)
De condensatie afvoerpijp schoonmaken (2)
De batterijen van de afstandsbediening
vervangen (1)
De warmtevervanger op de buitenkant van
de unit schoonmaken (2)
De warmtevervanger op de binnenkant van
de unit schoonmaken (2)
De electronische onderdelen schoonmaken
middels luchtstromen (2)
Controleren dat alle elektronische
onderdelen goed vastzitten (2)
De ventilator schoonmaken (2)
Controleren dat de ventilator goed vastzit (2)
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
Maandelijks
Elke 4
maanden
Een keer
per jaar
De controle en onderhoudshandelingen die hierboven omschreven staan, zijn belangrijk
om de efficiëntie van de airconditioner te garanderen. De frequentie van deze handelingen
verschilt afhankelijk van de kenmerken van het gebied, de hoeveelheid stof, etc.
(1) De beschreven handeling moet vaker uitgevoerd worden als het installatiegebied zeer
stoffig is.
(2) Deze handelingen moeten altijd uitgevoed worden door bekwaam personeel. Raadpleeg
de Installatiehandleiding voor meer informatie.
20_ schoonmak en onderhoud
Interne beschermingen via het unit beheersingsysteem
Deze interne bescherming treedt in werking als een fout optreedt in de airconditioner.
TypeBeschrijving
Tegen koude lucht
Ontdooi cyclus
Antibescherming van
Interne batterij
Compressor
beschermen
Als de warmtepomp in Warmte modus functioneert, wordt de ontdooicyclus ingesteld om
vorst dat eventueel ontstaan is door lage temperaturen van de buitenunit af te halen.
De interne ventilator wordt automatisch uitgezet en weer aangezet nadat de ontdooicyclus
voltooid is.
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
De compressor zal uitgaan om de interne batterijen te beschermen
wanneer de airconditioner in Koel modus functioneert.
De airconditioner begint niet meteen te functioneren om zo de
compressor van de buitenunit te beschermen nadat het aangezet wordt.
NEDERLANDS
schoonmak en onderhoud _21
appendix
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner niet goed functioneert. Dit kan u tijd en onnodige
uitgaven besparen.
PROBLEEMOPLOSSING
De airconditioner werkt niet
meteen nadat deze opnieuw
gestart wordt.
De airconditioner werkt
helemaal niet.
De temperatuur verandert
niet.
De koele (warme) lucht komt
niet uit de airconditioner.
De ventilator snelheid
verandert niet.
Timer functie is niet ingesteld. • Controleer of u de Power knop hebt ingedrukt nadat u de tijd hebt ingesteld.
Geuren blijven in de kamer
hangen.
De airconditioner maakt een
bubbelgeluid.
Water drupt van de
luchtstroombladen af.
De afstandsbediening werkt
niet.
De airconditioner kan niet
aan of uitgezet worden met
de afstandsbediening.
De afstandsbediening werkt
niet.
De indicator van het digitale
scherm knippert.
• Het apparaat start niet meteen vanwege het beschermende mechanisme om zo te
voorkomen dat de unit overbelast wordt.
De airconditioner zal na 3 minuten starten.
• Controleer dat de stekker er goed in zit. Steek de stekker goed in het stopcontact.
• Controleer of de stroomonderbreker uitstaat.
• Controleer of er een stroomuitval is.
• Controleer uw zekering. Controleer of deze er uitgeblazen is.
• Controleer of de unit in Ventilator modus staat. Druk op de Mode knop op de
afstandsbediening om een andere modus te selecteren.
• Controleer of de ingestelde temperatuur hoger (lager) is dan de huidige
temperatuur. Druk op de Temperatuur knop op de afstandsbediening om de
ingestelde temperatuur te wijzigen.
Druk op de Temperatuur knop om de temperatuur te verlagen of verhogen.
• Controleer of het luchtfilter geblokkeerd wordt door vuil. Maak het luchtfilter elke 2
weken schoon.
• Controleer of de airconditioner net aan heeft gestaan. Als dat zo is, wacht dan
3 minuten. Koude lucht komt er niet uit om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
• Controleer of de airconditioner geïnstalleerd is op een plaats waar deze blootgesteld
is aan direct zonlicht. Hang gordijnen voor de ramen om de koelefficiëntie te
verhogen.
• Controleer of de hoes of een ander obstakel in de buurt van de buitenunit staat.
• Controleer of de koelmiddelpijp niet te lang is.
• Controleer of de airconditioner alleen beschikbaar is in Koel modus.
• Controleer of de afstandsbediening alleen beschikbaar is in Koel modus.
• Controleer of de unit in Auto of Droog modus staat. De airconditioner past
automatisch de ventilator snelheid aan naar Auto in Auto/Droog modus.
• Controleer of het apparaat in een rokerig gebied functioneert en of er een geur van
buiten naar binnen komt. Zet de airconditioner in Ventilator modus of zet de ramen
open om de kamer te luchten.
• U kunt een bubbelgeluid kan horen wanneer het koelmiddel door de compressor
circuleert. Zet de airconditioner in een geselecteerde modus.
• Wanneer u op de Power knop op de afstandsbediening drukt kunt u een geluid
horen van de afvoerpijp binnenin de airconditioner.
• Controleer of de airconditioner voor een lange tijd heeft gekoeld met de
luchtstroombladen naar beneden gericht. Condensatie kan gegenereerd worden
door het verschil in temperatuur.
• Controleer of de batterijen het nog doen.
• Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst zijn.
• Zorg ervoor dat er niets in de weg zit van de afstandsbedieningsensor.
• Controleer of er een sterk verlichtingsapparaat in de buurt van de airconditioner
staat. Sterk licht van fluorescerende lampen of neon kunnen elektrische golven
verstoren.
• Controleer of u de afstandsbediening hebt ingesteld voor groepsbediening.
• Controleer of TEST indicator getoond wordt op de afstandsbediening. Als dat zo is,
zet de unit dan uit en schakel de stroomonderbreker uit. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde contactcentrum.
• Druk op de Power knop op de afstandsbediening om de unit uit te zetten en
schakel de stroomonderbreker uit. Zet het daarna weer aan.
22_ appendix
BEDIENINGSMARGES
De onderstaande tabel geeft de temperatuur en vochtigheidsmarges aan waarin de airconditioner
functioneert. Raadpleeg de tabel voor efficiënt gebruik.
MODUS
KOELEN
VERWARMEN
DROGEN
BUITEN
TEMPERATUUR
-5°C/23°F tot 43°C/109°F
-5°C/23°F tot 43°C/109°F
-10°C/14°F tot 43°C/109°F
-15°C/5°F tot 43°C/109°F
-5°C/23°F tot 43°C/109°F
-5°C/23°F tot 48°C/118°F
-20°C/-4°F tot 24°C/75°F
-5°C/23°F tot 24°C/75°F
-15°C/5°F tot 24°C/75°F
-10°C/14°F tot 24°C/75°F
-20°C/-4°F tot 24°C/75°F
-20°C/-4°F tot 26°C/79°F
-5°C/23°F tot 43°C/109°F
-5°C/23°F tot 43°C/109°F
-10°C/14°F tot 43°C/109°F
-15°C/5°F tot 43°C/109°F
BINNEN
TEMPERATUUR
18°C/64°F tot 32°C/90°F
21°C/70°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
27°C/81°F of minder
15°C/59°F tot 27°C/81°F
27°C/81°F of minder
27°C/81°F of minder
27°C/81°F of minder
27°C/81°F of minder
18°C/64°F tot 32°C/90°F
21°C/70°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
18°C/64°F tot 32°C/90°F
BINNEN
VOCHTIGHEID
DVM, DVM PLUS II/III/IV, BAC Inverter
BAC, Free Joint Multi
De gestandaardiseerde temperatuur voor verwarmen is 7˚C/45˚F. Als de buitentemperatuur daalt tot
0˚C/32˚F of minder, kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verminderd wordt afhankelijk van de
temperatuurconditie.
Als de koeling gebruikt wordt bij meer dan 32˚C/90˚F (binnentemperatuur), koelt het niet op zijn
volledige capaciteit.
Type
Model
DVM
DVM PLUS II/
III/IV
BAC
BAC Inverter
Free Joint Multi
Dunne 1 Way
cassette
AVXCS
ND1
-GH(C)EAM
SHEAV
NS1HXEN
MHFS
NJ1HX
2 Richting
cassette
AVMGH(C)
AVXC2
-
--
4 Richting
cassette
AVMCH(C)
AVMC4
AVXC4
ND4
CH(C)EAM
CH(C)EZM
CHEAV
CHEAS
Mini 4 Richting
cassette
AVXCM
NDM
THEAV
NSMHXEN
MHFM
NJMHX
NEDERLANDS
-
-
appendix _23
Installatie Gedeelte
Schroef acht moeren op de ophangbouten zodat er ruimte
4.
ontstaat om de binnenunit op te hangen.
U moet meer dan vier ophangbouten installeren bij
het installeren van de binnenunit.
LET OP
Moer
Moerplaatje
Installatie Binnenunit
Het wordt aangeraden om de Y-verbinding te installeren
voordat u de binnenunit installeert.
Plaats het installatieblad op het plafond op de plaats waar u
1.
de binnenunit wilt installeren.
Opmerking
Plaats de verankeringbouten, gebruik bestaande
2.
plafondsteunen of construeert een geschikte steun zoals
getoond wordt op de afbeelding.
Gat in verankering
Gat in plug
Installeer de ophangbouten afhankelijk van het
3.
plafondtype.
LET OP
Aangezien het diagram van papier is, kan
het afhankelijk van de temperatuur of
vochtigheid krimpen of uitrekken.
Zorg er daarom voor dat de afstanden tussen
de markeringen juist zijn voordat u de gaten
boort.
Beton
Aanbrengen
Verankeringbout(3/8” of M10)
Zorg ervoor dat het plafond sterk genoeg is om
het gewicht van de binnenunit te ondersteunen.
Test voordat u de unit ophangt de sterkte van elke
vastgemaakte ophangbout.
Als de lengte van de ophangbout meer dan 1,5m
bedraagt, moet trilling voorkomen worden.
Creëer indien dit niet mogelijk is een vals plafond
om het te kunnen gebruiken om de vereiste
handelingen uit te voeren op de binnenunit.
Plafondsteun
Rubber
De moer vastmaken
Controleer met behulp van een waterpas of de binnenunit
5.
waterpas is.
Als de binnenunit niet waterpas is, kan dit leiden tot
slecht functioneren van de ingebouwde vlotterschakelaar
en tot waterlekkage.
Waterpas
Pas de hoogte van de binnenunit aan met behulp van het
6.
dimensiemeter.
U zou de dimensiemeter en het installatieblad kunnen
aanpassen zodat deze passen in de dimensies van het
plafond.
Zorg ervoor dat de binnenunit zo geïnstalleerd wordt
dat water weg kan lopen als de binnenunit teveel helt.
AVXCS/ND1
Zijaanzicht
15mm
LuchtinvoerLuchtafvoer
Dimensiemeter
Plafond
AVXC4/ND4
Binnenunit
35mm
Dimensiemeter
Maak de bouten van het bovenste gedeelte vast.
7.
20mm
Plafond
AVXC2
45mm45mm
15mm
AVXCM/NDM
Binnenunit
17mm
Dimensiemeter
PlafondPlafond
20mm
Plafond
24_ uw airconditioning installeren
Verwijder de dimensiemeter na het installeren van de
8.
binnenunit.
Lekkagetest & Isolatie uitvoeren
Lekkagetest
LEKKAGETEST MET STIKSTOF(vóór het openen van de afsluitingen)
Om simpele koelmiddellekkage te detecteren, voor het creëren van het
vacuüm en het opnieuw circuleren van de R410A, is het verstandig om
het hele systeem onder druk te zetten met stikstof(met behulp van een
drukregelaar) onder een druk van 4,1MPa(vermogen).
LEKKAGETEST MET R410A(na het openen van de afsluitingen)
Haal vóór het openen van de afsluitingen al het stikstof uit het systeem en
creëer vacuüm. Controleer na het openen van de afsluitingen met behulp
van een lekkagedetector voor koelmiddel R410A op lekkages.
g De ontwerpen en vorm zijn
onderhevig aan verandering
afhankelijk van het model.
Lekkagecontrole
LET OP
Verwijder al het stikstof om een vacuüm te creëren en
laad het systeem.
Isolatie
Als u eenmaal hebt gecontroleerd dat er geen lekkages zijn in
het systeem kunt u de pijpen en de slang isoleren.
Plaats om condensatieproblemen te voorkomen T13,0 of
1.
een dikker Acrylonitril Butadieen Rubber om elk van de
koelmiddelpijpen.
Opmerking
Zorg ervoor dat de naad van de pijpen altijd
naar boven wijzen.
Geen ruimte
Selecteer de isolatie van de koelmiddelpijp.
5.
Isoleer de pijp aan de gas- en vloeistofzijde met een
dikte die gebaseerd is op de pijpgrootte.
De dikte op basis van de pijpgrootte is een standaard
van de binnentemperatuur van 27°C en een vochtigheid
van 80%. Gebruik een dikkere isolatie als de unit
geïnstalleerd wordt in ongunstige condities.
De hittebestendige temperatuur van de isolatie moet
meer zijn dan 120°C.
Minimale dikte van
Pijpgrootte
(mm)
Ø6,35~Ø15,881310
-2519
LET OP
de isolatie (mm)
PE
schuim
EPDM
schuim
Opmerkingen
Als u de pijp onder de grond, bij de
zee, een spa of een meer installeer,
gebruik dan 1 maat dikker dan de
maat die u zou moeten gebruiken
op basis van de pijpgrootte.
Installeer de isolatie niet om de pijp wijder te maken
en gebruik het hechtmiddel op de verbindingsdelen
om te voorkomen dat er vocht binnen kan komen.
Wikkel isolatietape om de koelmiddelpijp als deze
blootgesteld wordt aan direct zonlicht.
Installeer de koelmiddelpijp en zorg ervoor dat de
isolatie niet dunner wordt op het gebogen deel van
de pijp of ophangdraad.
Voeg meer isolatie toe als de isolatieplaat dunner
wordt.
a
a× 3
Ophangdraad
Koelmiddelpijp isolatie
Extra isolatie
NEDERLANDS
NBRT(T13,0 of dikker)
Wikkel isolatietape om de pijpen en afvoerslang en zorg er
2.
daarbij voor dat de isolatie niet te veel geplet wordt.
Isolatie bedekkingpijp
Isolatiepijp
Binnenunit
LET OP
Moet dicht tegen het
apparaat aanzitten
zonder tussenruimte.
Zorg ervoor dat de isolatie
overlapt
Wikkel isolatietape om de rest van de pijpen die leiden naar
3.
de buitenunit.
De pijpen en elektriciteitskabel die aangesloten zijn
4.
tussen de binnenunit en de buitenunit moeten in de muur
geïnstalleerd worden met geschikte leidingen.
LET OP
Alle koelmiddel verbindingen moeten toegankelijk zijn
zodat er onderhoud op de unit uitgevoerd kan worden
en ze geheel verwijderd kunnen worden.
Installatie afvoerpijp en afvoerslang
Installeer de afvoerpijp zo kort mogelijk.
1.
Geef de afvoerpijp een lichte helling voor een goede
afvoer van gecondenseerd water.
Er mag geen ruimte zitten tussen het verbindingsdeel
zodat de afvoerpijp niet verwijderd is van de flexibele
slang.
Isoleer de afvoerpijp en maak deze zoals aangegeven vast.
2.
De gehele afvoerpijp moet geïsoleerd worden met 5t
(of meer) isolatie om zo watercondensatie te voorkomen.
Isolatie afdekband
Isolatie afvoerpijp
Isolatie afdekafvoer
Binnenunit
Ingang
afvoerslang
Flexibele
slang
uw airconditioning installeren _25
Band(niet meegeleverd)
Kleefmiddelen
Band
Afvoerpijp
Band
g Installatie Flexibele slang
Horizontaal
Binnenunit
Flexibele slang
Installeer horizontaal
Binnenunit
Max. 30˚
Max. toegestane buiging
Binnenunit
Max. 20mm
Max. toegestane asruimte
Isolatie
Verbind aan
binnenunit
Isolatie
Flexibele slang
(plaats hechtmiddel
aan de buitenkant)
Behandel met kleefmiddel om ervoor te
zorgen dat de binnenkant van de flexibele
slang niet geblokkeerd wordt
PVC
afvoerpijp
(plaats
hechtmiddel aan
de binnenkant)
Afvoerpijp Verbinding
De afvoerpijp moet binnen 100mm van de flexibele slang
1.
geïnstalleerd worden, van100mm tot 550mm omhooggaan
en van 20mm of meer omlaaggaan.
Installeer de horizontale afvoerpijp met een helling van
2.
1/100 of meer en plaats deze met een ruimte van 1-1,5m.
Installeer de ontluchtingsopeningen in de horizontale
3.
afvoerpijp om te voorkomen dat water terugstroomt naar
de binnenunit.
Opmerking
Het kan zijn dat u dit niet hoeft te installeren
als er een goede helling in de horizontale
afvoerpijp zit.
Verbind
aan de PVC
afvoerpijp
Bedradingwerk
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
Voordat u aan de slag gaat met bedradingwerk moet u de
1.
stroom uitzetten.
Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door de
2.
breker(MCCB, ELB) die afgezonderd wordt door de buiten
stroom.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden
3.
hebben.
Verbind het elektriciteitssnoer{1(L), 2(N)} tussen de units
4.
met een maximale lengte en communicatiekabel(F1, F2).
Verbind V1, V2(voor DC12V) en F3, F4(voor communicatie)
5.
bij het installeren van de afstandsbediening.
Buitenunit
220-240V~
Binnenunit 1
ELB: Noodzakelijke Installatie
h
Binnenunit 2Binnenunit 3
Selecteren van samengedrukt ringanker
Afstandsbediening
Binnenunit 4 Binnenunit 5 Binnenunit 6
Aan het plafond, op de grond geïnstalleerde binnenunit.
h
Zilver soldeer
N L
EEV kit
N L N L N L
De flexibele slang mag niet in een opwaartse positie
4.
geïnstalleerd worden omdat dit ertoe kan leiden dat water
terugstroomt in de binnenunit.
Installeer een U bocht aan het einde van de afvoerpijp om
5.
te voorkomen dat vieze geuren de binnenunit bereiken.
Ontluchtingsgat
300mm of minder
Flexibele slang
1~1,5m
100mm
Ophangdraad
of meer
100-550mm
of meer
helling van meer dan 1/100
Horizontale afvoerpijp
Plafond
Gecentraliseerde Afvoer
Installeer wanneer er meer dan drie binnenunits geïnstalleerd
1.
worden de ontluchtingsgaten aan de voorkant van de
binnenunit die het verste van de hoofdafvoer afzit.
Het kan zijn dat u aparte ontluchtingsgaten moet
2.
installeren om te voorkomen dat water terugstroomt naar
de bovenkant van de afvoerpijp van elke binnenunit.
Ophangdraad
Hoofd
afvoerpijp
Individuele
ontluchtingsgaten
26_ uw airconditioning installeren
1~1,5m
Gecentraliseerde horizontale afvoerpijp
(helling van meer dan 1/100)
Hoofd ontluchtingsgat
550mm of
minder
Nominale
Nominale
dimensies
dimensies
voor kabel
voor schroef
2
(mm
(mm)
)
1,5
2,5
449,5±0,25,6
BDd1EFLd2t
Standaard
dimensie
46,6
48
46,6
48,5
(mm)
Toegestaan
(mm)
±0,23,4
±0,24,2
Standaard
dimensie
(mm)
Standaard
Toegestaan
(mm)
+0,3
-0,2
+0,3
-0,2
+0,3
-0,2
Toegestaan
dimensie
(mm)
1,7±0,2 4,1 6 164,3
2,3±0,2 6 6 17,5 4,3
3,4±0,2 6 5 20 4,3
(mm)
Min. Min. Max.
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
+0,2
0
+0,2
0
+0,2
0
Specificatie van elektrische bedrading
Stroomtoevoer
Max : 242V
Min : 198V
MCCBELB
X A, 30mmA
X A
0,1 sec
Stroomkabel
Bepaal de capaciteit van ELB en MCCB met behulp van de volgende formule.
De capaciteit van ELB, MCCB X [A] = 1,25 X 1,1 X ∑ Ai
X
: De capaciteit van ELB, MCCB
∑Ai : Som van stroom van elke binnenunit.
Raadpleeg elke installatiehandleidingen over de stroom van de binnenunit.
Kies de stroomkabel specificatie en maximale lengte met 10%
stroomdaling tussen de binnenunits.
n
k=1
∑ (
Coef×35,6×L
1000×A
k×ik
k
Coef: 1,55
k: Afstand tussen elke binneunit[m],
L
A
k: stroomkabel specificatie[mm
2
Geaarde
Communicatiekabel
kabel
2
2,5mm20,75~1,5mm
2,5mm
10% van
) <
ingangsspanning[V]
], ik : stroom van elke unit[A]
Min.
0,7
0,8
0,9
2
Instellen binnenunit
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan
1.
de binnenunit op basis van het airconditioner systeemplan.
Het adres van de binnenunit wordt toegekend door het
2.
aanpassen van MAIN(SW01, SW02) en RMC(SW03, SW04)
draaischakelaar.
SW01SW02SW03SW04
Extra Functies
K1 K2 K3 K4
Nr.Functie
K1Externe kamersensor
K2Gecentraliseerde regelaar
SW05
K3
K4Optionele afvoerpompN/BN/B
h N/B: Niet beschikbaar
h K1 UIT
Heating (warmte) modus : Instelling compensatiewaarde
Dunne 1richting/2richting/mini 4richting
RPM
omhoog
temperatuur = 0°C
Thermo UIT Ventilator UIT
4richting
ON
OFF
(AAN)
(OFF)
Niet
Gebruiken
gebruiken
Niet
Gebruiken
gebruiken
N/BN/B
Normaal Omhoog
NEDERLANDS
K1K2 K3 K4
g De ontwerpen en de vorm zijn afhankelijk van het model
onderhevig aan verandering.
K5K6 K7 K8 K9K10K11K12
Instellen HOOFD adres
Het HOOFD adres is bedoeld voor communicatie tussen
de binnenunit en de buitenunit. U moet deze daarom
instellen zodat de airconditioner goed zal functioneren.
U kunt het HOOFD adres instellen van ‘00’ tot ‘99’ door
SW01 en SW02 te mengen. Het HOOFD adres van ‘00’ tot
‘99’ moet van elkaar afwijken.
Controleer het adres van de binnenunit op het plan dat
u gaat installeren en stel het adres in volgens het plan.
Opmerking
Het kan zijn dat u het HOOFD adres niet hoeft in
te stellen als u Auto Adres Instelling hebt gekozen
van de buitenunit: zie informatie in de
installatiehandleiding van de buitenunit.
Bijvoorbeeld
Wanneer het HOOFD adres is ingesteld op ‘12’.
RMC adres instellen
U moet de SW03, SW04 en K2 schakelaar instellen
wanneer u de gecentraliseerde regelaar gebruikt.
Bijvoorbeeld
Wanneer het RMC adres is ingesteld op ‘12’.
SW03SW04
K5 K6 K7 K8
Nr.Functie
Verwarming
K5
thermo-uit
SW06
K6Filter signaal scherm
K7Heet water spoelN/BN/B
K8Elektrische verwarmerN/BN/B
Dunne 1richting/2richting
Mini 4richting/4richting
h N/B: Niet beschikbaar
K9K10K11K12
Nr.Functie
Min. EEV stap bij verwarming Maak 80 stap vast
K9
Prioriteit van binnenunit scherm
K10
SW07
op de afstandsbediening
K11Externe bedieningNiet gebruikenGebruiken
K12Bediening uitvoerThermaal AAN Bediening AAN
ON
(AAN)
SlaafBaas
h N/B: Niet beschikbaar
ON
(AAN)
(OFF)
+2°C+5°C
+5°C+2°C
1000
2000
uur
OFF
(OFF)
0 of 80 stap
OFF
uur
uw airconditioning installeren _27
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.