Rosemount vortexflowmeter 8800D-serie Manuals & Guides [nl]

Snelstartgids
00825-0111-4004, Rev FE
Oktober 2018
Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Snelstartgids Oktober 2018

1 Over deze gids

Deze gids bevat basisrichtlijnen voor de Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie. Het bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing, explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de referentiehandleiding voor meer informatie. De handleidingen en deze snelstartgids zijn ook elektronisch beschikbaar op EmersonProcess.com/ Rosemount.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben. Installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moet in overeenstemming zijn met de toepasselijke lokale, nationale en internationale normen, codes en werkwijzen. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de referentiehandleiding voor eventuele beperkingen die zijn verbonden aan een veilige installatie.
Voordat u een draagbare communicator in een explosiegevaarlijke
omgeving aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instrumenten in het circuit worden geïnstalleerd in overeenstemming met intrinsiek veilige of niet-vonkende veldbedradingspraktijken.
Controleer of de werkomgeving van de debietmeter overeenkomt met
de juiste productcertificeringen.
Verwijder in een explosiebeveiligde/drukvaste installatie de deksels van
de debietmeter niet wanneer er stroom op het apparaat is aangesloten. Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Vermijd contact met de kabels en de aansluitingen. Hoogspanning die
op leidingen aanwezig kan zijn, kan een elektrische schok veroorzaken.
1.1
2 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie

Retourneringsbeleid

Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Emerson worden aangehouden. Deze procedures zorgen dat aan de vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een veilige werkomgeving voor medewerkers van Emerson. Als de procedures van Emerson niet worden aangehouden, wordt de levering van uw apparatuur geweigerd.
Oktober 2018 Snelstartgids

1.2 Emerson Flow klantenservice

E-mail:
Internationaal: flow.support@emerson.com
Azië-Pacific: APflow.support@emerson.com
Telefoon:
Noord- en Zuid-Amerika Europa en Midden-Oosten Azië-Pacific
Verenigde Staten
Canada +1 303 527
Mexico +41 (0) 41
Argentinië +54 11 4837
Brazilië +55 15 3413
Venezuela +58 26 1731
800 522 6277 Verenigd
5200
7686 111
7000
8000
3446
Koninkrijk
Nederland +31 (0) 704
Frankrijk 0800 917 901 India 800 440 1468
Duitsland 0800 182
Italië 8008 77334 China +86 21 2892
Centraal- en Oost-Europa
Rusland/GOS +7 495 981
Egypte 0800 000
Oman 800 70101 Thailand 001 800 441
Qatar 431 0044 Maleisië 800 814 008
Koeweit 663 299 01
Zuid-Afrika 800 991 390
Saoedi-Arabië 800 844 9564
VAE 800 0444
0870 240 1978
136 666
5347
+41 (0) 41 7686 111
9811
0015
0684
Australië 800 158 727
Nieuw­Zeeland
Pakistan 888 550 2682
Japan +81 3 5769
Zuid-Korea +82 2 3438
Singapore +65 6 777
099 128 804
9000
6803
4600
8211
6426
Snelstartgids 3
Snelstartgids Oktober 2018

2 Installatie

2.1 De debietmeter monteren

Ontwerp procesbuizen zodanig dat het meetgedeelte vol blijft, zonder ingesloten lucht. De Vortex-debietmeter kan in elke richting worden geïnstalleerd zonder dat dit van invloed is op de nauwkeurigheid. Hieronder volgen echter richtlijnen voor bepaalde installaties.

2.1.1 Verticale montage

Als de Vortex-debietmeter in een verticale richting wordt geïnstalleerd:
Installeer opwaartse of neerwaartse stroming voor gas of stoom.
Installeer opwaartse stroming voor vloeistoffen.
Figuur 2-1: Verticale installatie
BA
A. Gasstroom B. Vloeistof- of gasstroom
4 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids

2.1.2 Horizontale montage

Figuur 2-2: Horizontale installatie
A
A. Voorkeursinstallatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica aan de
zijkant van de buis
B. Acceptabele installatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica
boven de buis
Voor stoom en vloeistoffen met een laag gehalte aan vaste stoffen wordt het aanbevolen om de debietmeter met de elektronica aan de zijkant van de buis te installeren. Dit minimaliseert potentiële meetfouten door het condensaat of de vaste stoffen onder de shedderbar te laten stromen zonder de werveling te onderbreken.

2.1.3 Installatie bij hoge temperatuur

De maximale temperatuur voor geïntegreerde elektronica is afhankelijk van de omgevingstemperatuur op de plaats waar de debietmeter wordt geïnstalleerd. De temperatuur van de elektronica mag niet hoger zijn dan 85 °C (185 °F).
Figuur 2-3 toont combinaties van omgevings- en procestemperaturen die
nodig zijn om een behuizingstemperatuur van minder dan 85 °C (185 °F) te handhaven.
B
Snelstartgids 5
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-3: Maximale omgevings-/procestemperaturen
200 (93)
180(82)
160 (71)
600 (316)
700 (371)
C
800 (427)
900 (482)
1000 (538)
A
140 (60)
120 (49)
100 (38)
80 (27)
60 (16)
0
100 (38)
200 (93)
300 (149)
400 (204)
500 (260)
B
A. Omgevingstemperatuur °F (°C) B. Procestemperatuur °F (°C) C. 85 °C (185 °F) maximale temperatuur behuizing.
Opmerking
De aangegeven limieten gelden voor horizontale buis- en verticale meterstand, met meter en buis geïsoleerd met 77 mm (3 in.) keramische vezelisolatie.
De volgende oriëntaties worden aanbevolen voor toepassingen met hoge procestemperaturen.
Installeer met elektronica naast of onder de procesbuis.
Isolatie rondom de buis kan nodig zijn om de omgevingstemperatuur
onder 85 °C (185 °F) te houden.
Opmerking
Isoleer alleen de buis en het meetgedeelte. Isoleer de steunbuisbeugel of transmitter niet, zodat de warmte kan worden afgevoerd.

2.1.4 Stoominstallaties

Vermijd installaties zoals getoond in Figuur 2-4. Dergelijke omstandigheden kunnen bij het opstarten leiden tot waterslag, vanwege ingesloten condensaat.
6 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Figuur 2-4: Onjuiste installatie

2.1.5 Stroomopwaartse/stroomafwaartse vereisten

De debietmeter kan worden geïnstalleerd met ten minste tien rechte buisdiameters (D) stroomopwaarts en vijf rechte buisdiameters (D) stroomafwaarts door de K-factorcorrecties te volgen zoals beschreven in Technisch gegevensblad 8800 Installatie-effecten (00816-0100-3250). Er is geen K-factorcorrectie vereist als 35 rechte buisdiameters stroomopwaarts (35D) en 10 rechte buisdiameters stroomafwaarts (10D) aanwezig zijn.

2.1.6 Externe druk-/temperatuurtransmitters

Bij gebruik van druk- en temperatuurtransmitters in combinatie met de debietmeter voor gecompenseerde massastromingen, installeert u de transmitters stroomafwaarts van de debietmeter zoals aangegeven in Figuur
2-5.
Snelstartgids 7
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-5: Stroomopwaartse/stroomafwaartse buizen
C
A
B
D
A. Druktransmitter B. Vier rechte buisdiameters stroomafwaarts C. Temperatuurtransmitter
D. Zes rechte buisdiameters stroomafwaarts

2.1.7 Waferinstallatie

Figuur 2-6: Waferinstallatie
B
B
A
D
C
A. Installatie draadeinden en moeren (geleverd door klant) B. Uitlijningsring C. Pakkingen (geleverd door klant)
D. Stroomrichting
8 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids

2.1.8 Flensinstallatie

Figuur 2-7: Flensinstallatie
A
B
A. Installatie bouten en moeren (geleverd door de klant) B. Pakkingen (geleverd door klant) C. Stroomrichting
Opmerking
De vereiste boutbelasting voor het afdichten van de pakkingverbinding wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder werkdruk, pakkingmateriaal, breedte en toestand. Een aantal factoren heeft ook invloed op de feitelijke boutbelasting als gevolg van een gemeten koppel, inclusief de toestand van boutdraden, wrijving tussen de moerkop en de flens en parallelliteit van de flenzen. Vanwege deze toepassingsafhankelijke factoren kan het vereiste koppel voor elke toepassing anders zijn. Volg de richtlijnen uiteengezet in ASME PCC-1 om de bouten op een correcte manier aan te halen. Zorg ervoor dat de debietmeter gecentreerd is tussen flenzen van dezelfde nominale grootte als de debietmeter.
C

2.1.9 Integrale temperatuursensor invoegen (alleen MTA-optie)

Opmerking
Het stapnummer van de procedure komt overeen met het nummer in Figuur
2-8.
Snelstartgids 9
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-8: Montage van het thermokoppel
1. Schuif de thermokoppelbout (1) over het thermokoppel (TC).
2. Plaats de tweedelige klemring (2) over het uiteinde van het thermokoppel (TC).
3. Steek het thermokoppel in het gat van de dompelhuls (TW) aan de onderkant van het meetgedeelte.
Belangrijk
Duw het thermokoppel voorzichtig helemaal in de dompelhuls. Dit is van cruciaal belang om de juiste inbrengdiepte te krijgen. Schroef vervolgens de thermokoppelbout in het gat.
4. Wanneer de thermokoppelbout handvast zit, markeert u de positie van de bout ten opzichte van het meetgedeelte (het merkteken helpt bij het bepalen van rotaties). Gebruik een moersleutel van ½-in. en draai de bout ¾ slag met de klok mee om de klemring te plaatsen.
Opmerking
Na het voltooien van Stap 4 worden de klemring en thermokoppelbout permanent op het thermokoppel geïnstalleerd.
5. Controleer of de rubberen O-ring is geïnstalleerd op het uiteinde van de elektronica van het thermokoppel.
6. Controleer of de 2,5 mm zeskantschroef is geïnstalleerd.
7. Steek de connector voor het elektronische uiteinde in de transmitterbehuizing. Draai de schroef vast met een 2,5 mm zeskantsleutel om de verbinding te beveiligen.
Belangrijk
Draai de zeskantschroef niet te strak aan.
10 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids

2.2 Externe elektronica installeren

Als u een van de externe elektronica-opties bestelt (optie R10, R20, R30 of RXX), wordt de debietmeter in twee delen geleverd:
1. Het meetgedeelte met een adapter geïnstalleerd in de steunbuis en een daarmee verbonden coaxkabel.
2. De elektronicabehuizing geïnstalleerd op een montagebeugel.
Als u de opties voor gepantserde externe elektronica hebt besteld, volg dan dezelfde instructies als voor de standaard externe kabelaansluiting, behalve dat de kabel misschien niet door een doorvoerleiding hoeft te worden geleid. De kabelwartels zijn inbegrepen bij de gepantserde versie.
1. Monteer het meetgedeelte in de processtroomleiding zoals beschreven in De debietmeter monteren.
2. Monteer de beugel en de elektronicabehuizing op de gewenste locatie. De behuizing kan op de beugel worden geplaatst om het aanleggen van de veldbedrading en doorvoerleidingen te vergemakkelijken.
Raadpleeg Figuur 2-9 en deze stappen om het losse uiteinde van de coaxkabel aan te sluiten op de elektronicabehuizing.
Snelstartgids 11
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-9: Installatie van externe elektronica
A
B
C
J
D
E F
P
G
O
H
N
K
I
M
L
A. 1/2 NPT-doorvoerleidingadapter of kabelwartel (geleverd door de klant) B. Coaxkabel C. Meteradapter
D. Koppeling
E. Ring
F. Moer G. Kabelmoer sensor H. Steunbuis
I. Meetgedeelte J. Elektronica behuizing
K. Moer coaxkabel
L. Doorvoerleidingadapter (optioneel geleverd door klant)
M. Schroeven behuizingsadapter
N. Behuizingsadapter O. Schroef behuizingsvoet
P. Verbinding met aarde
1. Als u van plan bent om de coaxkabel door een doorvoerleiding te laten lopen, snijdt u de doorvoerleiding voorzichtig op de gewenste lengte om voor een juiste montage aan de behuizing te zorgen. Er kan een aansluitdoos in de doorvoerleiding worden geplaatst om ruimte te bieden voor extra coaxkabellengte.
12 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Let op!
De externe coaxkabel mag niet op locatie van een afsluitweerstand worden voorzien of op lengte worden gesneden. Rol eventuele extra coaxkabel op met een radius van meer dan 51 mm (2 in.).
2. Schuif de doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het losse uiteinde van de coaxkabel en bevestig deze aan de adapter op de steunbuis van de meterbehuizing.
3. Als u een doorvoerleiding gebruikt, leidt u de coaxkabel door de doorvoerleiding.
4. Plaats een doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het uiteinde van de coaxkabel.
5. Verwijder de behuizingsadapter uit de elektronicabehuizing.
6. Schuif de behuizingsadapter over de coaxkabel.
7. Verwijder een van de vier schroeven van de behuizingsvoet.
8. Bevestig en draai de moer van de coaxkabel stevig vast aan de aansluiting op de elektronicabehuizing.
9. Bevestig de aardedraad van de coaxkabel op de behuizing via de aardschroef in de voet van de behuizing.
10. Lijn de behuizingsadapter uit met de behuizing en bevestig deze met twee schroeven.
11. Draai de doorvoerleidingadapter of kabelwartel vast aan de behuizingsadapter.
Let op!
Om te voorkomen dat vocht de coaxkabelaansluitingen binnendringt, installeert u de verbindende coaxkabel in een enkele speciale doorvoerleiding of gebruikt u afgedichte kabelwartels aan beide uiteinden van de kabel.
Opmerking
Raadpleeg de referentiehandleiding voor meer informatie over de CPA-optie.
Snelstartgids 13
Snelstartgids Oktober 2018

3 Rotatie van de behuizing

De gehele behuizing van de elektronica kan in stappen van 90° worden gedraaid voor het kijkgemak. Volg de volgende stappen om de oriëntatie van de behuizing te wijzigen.
1. Draai de drie rotatieschroeven van de behuizing aan de onderkant van de elektronicabehuizing los met een 5/32" inbussleutel door de schroeven met de klok mee (naar binnen) te draaien totdat de steunbuis loskomt.
2. Trek de elektronicabehuizing langzaam uit de steunbuis.
Let op!
Trek de behuizing niet verder dan 40 mm (1,5 in.) van de bovenkant van de steunbuis totdat de sensorkabel is losgekoppeld. Er kan schade aan de sensor optreden als deze sensorkabel onder spanning staat.
3. Schroef de sensorkabel uit de behuizing met een 5/16" steeksleutel.
4. Draai de behuizing in de gewenste richting.
5. Houd deze in deze richting terwijl u de sensorkabel op de onderkant van de behuizing vastschroeft.
Let op!
Draai de behuizing niet terwijl de sensorkabel is bevestigd aan de onderkant van de behuizing. Hierdoor wordt de kabel uitgetrokken en kan de sensor worden beschadigd.
6. Plaats de elektronicabehuizing in de bovenkant van de steunbuis.
7. Gebruik een inbussleutel om de drie rotatieschroeven van de behuizing tegen de klok in te draaien (naar buiten) om de steunbuis vast te zetten.
14 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids

4 Jumpers instellen

Pas de jumpers aan volgens de gewenste instellingen.

4.1 HART-jumpers

Als er geen alarm- en beveiligingsjumpers zijn geïnstalleerd, werkt de debietmeter normaal met de alarmfunctie alarm hoog en de beveiliging uit.
Figuur 4-1: HART-jumpers en LCD-display

4.2 Foundation-veldbus

Als er geen beveiligingsjumpers en jumpers voor "simulatie inschakelen" zijn geïnstalleerd, werkt de debietmeter normaal met de standaardbeveiliging "UIT" en simulatie inschakelen "UIT".
Figuur 4-2: Foundation-veldbusjumpers en LCD-display
HI
ALARM
SECURITY
ON
OFF
SIMULATE ENABLE
LO
OFF
ON
SECURITY
ON
OFF
Snelstartgids 15
Snelstartgids Oktober 2018

5 Bedrading aansluiten en stroom inschakelen

5.1 Voeding (HART)

De gelijkstroomvoeding moet stroom leveren met minder dan twee procent rimpeling. De totale weerstandsbelasting is de som van de weerstand van de signaalkabels en de belastingsweerstand van de controller, indicator en gerelateerde onderdelen. Merk op dat de weerstand van intrinsieke veiligheidsbarrières, indien gebruikt, eveneens moet worden meegenomen.
Figuur 5-1: Belastingsbeperking
1500
1250
1000
750
A
500
250
0
10.8 16.8 22.8 28.8 34.8 42
B
A. Weerstand in de meetkring in Ohm B. Voedingsspanning
Maximale lusweerstand = 41,7 (voedingsspanning - 10,8) De veldcommunicator vereist een minimale lusweerstand van 250 ohm.
5.2
5.3
16 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie

Voeding (Foundation-veldbus)

De debietmeter heeft 9-32 Vdc nodig bij de voedingsaansluitingen. Elke veldbusvoedingsbron heeft een vermogensregelaar nodig om de voedingsuitgang van het veldbusbedradingsegment los te koppelen.

Installatie van de doorvoerleidingen

Voorkom dat condensatie vanuit een doorvoerleiding in de behuizing stroomt door de debietmeter op een hoog punt in het doorvoerleidingcircuit te monteren. Als de debietmeter op een laag punt in het doorvoerleidingcircuit wordt gemonteerd, kan het aansluitcompartiment vollopen.
Als de doorvoerleiding afkomstig is van boven de debietmeter, moet de doorvoerleiding tot onder de debietmeter worden verlegd. In sommige gevallen moet een afvoerafdichting worden geïnstalleerd.
Oktober 2018 Snelstartgids
Figuur 5-2: Correcte installatie van de doorvoerleidingen
A A
A. Doorvoerleiding

5.4 De debietmeter bedraden

Gebruik de volgende afbeeldingen en stappen om de debietmeter te bedraden:
Figuur 5-3: 4-20 mA bedrading
RL 250
+
A
-
A. Voeding
Snelstartgids 17
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 5-4: 4-20 mA en pulsbedrading met elektronische totalisator/ teller
RL ≥250 Ω
+
A
­100 Ω R
100 kΩ
L
-
B
+
A. Voeding B. Voeding met teller
18 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Figuur 5-5: Veldbedrading debietmeter voor Foundation­veldbusprotocol
A
B
C
D
F
E
G G
H
A. Max. 1900 m (6234 ft), afhankelijk van de kabelkarakteristieken B. Geïntegreerde vermogensregelaar en filter C. Afsluitweerstanden
D. Veldbussegment
E. Voeding
F. (verbindingslijn) G. (aftaklijn) H. Apparaten 1 tot en met 16
(1)
Opmerking
De voeding, filter, eerste afsluitweerstand en configuratiehulpmiddel bevinden zich meestal in de controlekamer.
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant die is gemarkeerd met FIELD TERMINALS (veldaansluitingen).
2. Sluit de positieve kabel aan op de "+" en de negatieve kabel op de "-" zoals getoond in Figuur 5-3 voor HART-installaties en in Figuur 5-5 voor Foundation-veldbusinstallaties.
Opmerking
Foundation-veldbusaansluitingen zijn niet polariteitsgevoelig.
(1) Intrinsiek veilige installaties kunnen mogelijk minder apparaten per I.S.-barrière
toelaten.
Snelstartgids 19
Snelstartgids Oktober 2018
3. Voor HART-installaties die gebruikmaken van de pulsuitgang, sluit u de positieve kabel aan op de "+" van de pulsuitgang en de negatieve kabel op de "-" van de pulsuitgang zoals getoond in Figuur 5-4. Voor de pulsuitgang is een aparte voeding van 5 tot 30 V DC vereist. Maximale schakelstroom voor de pulsuitgang is 120 mA.
Let op!
Sluit de onder spanning staande signaalbedrading niet aan op de testaansluitklemmen. Het vermogen kan de testdiode in de testverbinding beschadigen. Om de ruisopname in het 4-20 mA­signaal en het digitale communicatiesignaal tot een minimum te beperken zijn getwiste aderparen vereist. Voor omgevingen met een hoge EMI/RFI-waarde is afgeschermde signaaldraad vereist en verdient deze de voorkeur in alle andere installaties. Gebruik een draad van 24 AWG of dikker en van niet meer dan 1.500 meter (5000 voet). Gebruik voor omgevingstemperaturen boven 60 °C (140 °F) een draad die berekend is op 80 °C (176 °F) of hoger.
Figuur 5-3 en Figuur 5-4 tonen de bedradingsverbindingen die nodig
zijn om een transmitter van stroom te voorzien en communicatie met een draagbare veldcommunicator mogelijk te maken.
Figuur 5-5 toont de bedradingsverbindingen die nodig zijn om een
transmitter met een Foundation-veldbus van stroom te voorzien.
4. Sluit ongebruikte doorvoerleidingaansluitingen en dicht deze af. Gebruik afdichtband of -pasta op draden om een vochtdichte afdichting te garanderen. Voor doorvoerleidingopeningen in de behuizing gemarkeerd met M20 zijn afsluitpluggen met M20 x 1,5 schroefdraad nodig Voor niet-gemarkeerde doorvoerleidingopeningen zijn afsluitpluggen met een ½-14 NPT schroefdraad nodig.
Opmerking
Rechte draden moeten minimaal drie keer met tape worden omwikkeld om een goede afdichting te verkrijgen.
5. Installeer indien van toepassing bedrading met een druppellus. Plaats de druppellus zo dat de onderkant lager is dan de doorvoerleidingaansluitingen en de behuizing van de debietmeter.
Opmerking
De installatie van het aansluitblok met transiënte bescherming biedt geen tijdelijke bescherming, tenzij de behuizing van de transmitter op de juiste manier is geaard.
20 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Let op!
Bij debietmeters die besteld zijn met geverfd meetgedeelte kan elektrostatische ontlading optreden. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag u niet over het meetgedeelte wrijven met een droge doek of deze reinigen met oplosmiddelen.

5.5 Dekselborgschroef vastzetten

Voor transmitterbehuizingen die worden geleverd met een dekselborgschroef, moet de schroef correct worden geïnstalleerd zodra de transmitter is bedraad en ingeschakeld. De dekselborgschroef is bedoeld om het verwijderen van de transmitterdeksel in explosieveilige omgevingen zonder gebruik van gereedschap te voorkomen.
1. Controleer of de dekselborgschroef vastzit in de behuizing.
2. Installeer het deksel van de transmitterbehuizing en controleer of het deksel strak tegen de behuizing aan zit.
3. Draai met behulp van een M4 inbussleutel de borgschroef los totdat deze contact maakt met het transmitterdeksel.
4. Draai de borgschroef een extra ½ slag tegen de klok in om het deksel vast te zetten.
Let op!
Overmatig aanspannen kan de schroefdraden beschadigen.
5. Controleer of het deksel niet kan worden verwijderd.
Snelstartgids 21
Snelstartgids Oktober 2018

6 Configuratie controleren

Voordat u de debietmeter in een installatie gebruikt, moet u de configuratiegegevens controleren om ervoor te zorgen dat deze overeenkomen met de huidige toepassing. In de meeste gevallen zijn al deze variabelen vooraf geconfigureerd in de fabriek. Configuratie kan nodig zijn als uw debietmeter niet is geconfigureerd of als de configuratievariabelen moeten worden herzien. Rosemount beveelt aan dat de volgende variabelen worden gecontroleerd voor het opstarten.
HART
Tag
Transmittermodus
Procesvloeistof
Referentie K-factor
Flenstype
ID koppelbuis
PV-eenheden
PV-demping
Demping procestemperatuur
Vaste procestemperatuur
Filter met automatische aanpassing
Configuratie van het LCD-display (alleen voor apparaten met een display)
Dichtheidsverhouding (alleen voor standaard of normale
debieteenheden)
Procesdichtheid en dichtheidseenheden (alleen voor
massadebieteenheden)
Variabele toewijzing
Bereikwaarden
Pulsuitgangsconfiguratie (alleen voor eenheden met pulsuitgang)
Foundation-veldbusconfiguratie
Tag
Transmittermodus
Procesvloeistof
Referentie K-factor
22 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Flenstype
ID koppelbuis
PV-eenheden (geconfigureerd in het AI-blok)
Stromingsdemping
Demping procestemperatuur
Vaste procestemperatuur
Filter met automatische aanpassing
Configuratie van het LCD-display (alleen voor apparaten met een display)
Dichtheidsverhouding (alleen voor standaard of normale
debieteenheden)
Procesdichtheid en dichtheidseenheden (alleen voor
massadebieteenheden)
Tabel 6-1: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 1 DD revisie 2 en apparaatrevisie 2 DD revisie 1
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Alarmjumpers 1, 4, 2, 1, 3 Nummer van
Analoge uitgang 1, 4, 2, 1 Minimale spanne 1, 3, 8, 3
Filter met automatische aanpassing
Basistijdeenheid 1, 1, 4, 1, 3, 2 Poll-adres 1, 4, 2, 3, 1
Basisvolume­eenheid
Burst-modus 1, 4, 2, 3, 4 Procesvariabelen 1, 1
Burst-optie 1, 4, 2, 3, 5 Pulsuitgang 1, 4, 2, 2, 1
Burst-variabele 1 1, 4, 2, 3, 6, 1 Pulsuitgangstest 1, 4, 2, 2, 2
Burst-variabele 2 1, 4, 2, 3, 6, 2 PV-demping 1, 3, 9
Burst-variabele 3 1, 4, 2, 3, 6, 3 PV-toewijzing 1, 3, 6, 1
Burst-variabele 4 1, 4, 2, 3, 6, 4 PV-procentbereik 1, 1, 2
Burst­transmittervariabel en
Conversienummer 1, 1, 4, 1, 3, 4 Bereikwaarden 1, 3, 8
D/A-trim 1, 2, 5 Controle 1, 5
1, 4, 3, 1, 4 Aantal vereiste
1, 1, 4, 1, 3, 1 Type
1, 4, 2, 3, 6 QV-toewijzing 1, 3, 6, 4
meetgedeelte
preams
procesvloeistof
1, 4, 1, 5
1, 4, 2, 3, 2
1, 3, 2, 2
Snelstartgids 23
Snelstartgids Oktober 2018
Tabel 6-1: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 1 DD revisie 2 en apparaatrevisie 2 DD revisie 1 (vervolg)
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Datum 1, 4, 4, 5 Revisienummers 1, 4, 4, 7
Descriptor 1, 4, 4, 3 Geschaalde D/A-
Dichtheidsverhoud ing
Apparaat-ID 1, 4, 4, 7, 6 Verhouding signaal
Elektronicatemper atuur
Elektronicatemper atuureenheden
Filter herstellen 1, 4, 3, 3 Status 1, 2, 1, 1
Nummer van de eindconstructie
Vaste procesdichtheid
Vaste procestemperatuur
Flenstype 1, 3, 4 Totalisatorregeling 1, 1, 4, 4
Stromingssimulatie 1, 2, 4 Transmittermodus 1, 3, 2, 1
Installatie-effecten 1, 4, 1, 6 TV-toewijzing 1, 3, 6, 3
K-factor (referentie)
Lokaal display 1, 4, 2, 4 Hoogste
Lustest 1, 2, 2 Door de gebruiker
Afsluiting bij lage stroming
Lage doorlaatfilter 1, 4, 3, 2, 4 Wervelingsfrequen
Laagste bereikwaarde
1, 3, 2, 4, 1, 1 Zelftest 1, 2, 1, 5
1, 1, 4, 7, 1 STD/Nor-
1, 1, 4, 7, 2 Speciale eenheden 1, 1, 4, 1, 3
1, 4, 4, 7, 5 SV-toewijzing 1, 3, 6, 2
1, 3, 2, 4, 2 Tag 1, 3, 1
1, 3, 2, 3 Totaal 1, 1, 4, 4, 1
1, 3, 3 Triggerniveau 1, 4, 3, 2, 5
1, 4, 3, 2, 3 Hoogste
1, 3, 8, 2 Variabele
trim
t.o.v. trigger
debieteenheden
bereikwaarde
gedefinieerde eenheden
sensorlimiet
tie
toewijzing
1, 2, 6
1, 4, 3, 2, 2
1, 1, 4, 1, 2
1, 3, 8, 1
1, 1, 4, 1, 3, 3
1, 3, 8, 4
1, 1, 4, 6
1, 3, 6
24 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Tabel 6-1: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 1 DD revisie 2 en apparaatrevisie 2 DD revisie 1 (vervolg)
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Laagste sensorlimiet
Fabrikant 1, 4, 4, 1 Snelheid
Massastroming 1, 1, 4, 2, 1 Volumedebiet 1, 1, 4, 1
Massadebieteenhe den
ID koppelbuis (binnendiameter)
Bericht 1, 4, 4, 4
1, 3, 8, 5 Stromingssnelheid 1, 1, 4, 3
stromingsbasis
1, 1, 4, 2, 2 Bevochtigd
materiaal
1, 3, 5 Schrijfbeveiliging 1, 4, 4, 6
1, 1, 4, 3, 3
1, 4, 1, 4
Tabel 6-2: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 2 DD revisie 3
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Alarmrichting 1, 3, 1, 3, 2 Percentage van
Analoge uitgang 3, 4, 3, 1 Polling-adres 2, 2, 7, 1
Analoge trim 3, 4, 3, 6 Demping primaire
Basistijdeenheid 2, 2, 2, 3, 2 Primaire variabele 2, 2, 2, 1, 1
Basisvolume­eenheid
Burst-modus 2, 2, 7, 2 Type
Burst-optie 2, 2, 7, 3 Procestemperatuur
Burstslot 0 2, 2, 7, 4, 1 Procesvariabelen 3, 2, 1
Burstslot 1 2, 2, 7, 4, 2 Pulsuitgang 3, 2, 4, 4
Burstslot 2 2, 2, 7, 4, 3 Pulsuitgangstest 3, 5, 3, 4
Burstslot 3 2, 2, 7, 4, 4 Fabriekskalibratie
Toewijzing burst­variabele
2, 2, 2, 3, 1 Procesdichtheidsee
2, 2, 7, 4, 5 Referentie K-factor 2, 2, 1, 2, 1
bereik
variabele
nheden
procesvloeistof
eenheden
ophalen
3, 4, 3, 2
2, 1, 4, 1
2, 2, 2, 2, 6
2, 2, 1, 1, 2
2, 2, 3, 1, 2
3, 4, 3, 8
Snelstartgids 25
Snelstartgids Oktober 2018
Tabel 6-2: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 2 DD revisie 3 (vervolg)
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Gecompenseerde K-factor
Conversienummer 2, 2, 2, 3, 4 Standaardfilters
Datum 2, 2, 8, 2, 1 Revisienummers 2, 2, 8, 3
Descriptor 2, 2, 8, 2, 2 Geschaalde
Dichtheidsverhoud ing
Apparaat-ID 2, 2, 8, 1, 5 Zelftest 3, 4, 1, 1
Display 2, 1, 1, 2 Variabele
Elektronicatemper atuur
Elektronicatemper atuureenheden
Nummer van de eindconstructie
Vaste procesdichtheid
Vaste procestemperatuur
Flenstype 2, 2, 1, 4, 2 Tag 2, 2, 8, 1, 1
Stromingssimulatie 3, 5, 1 3e variabele 2, 2, 2, 1, 3
4e variabele 2, 2, 2, 1, 4 Totaal 1, 3, 6, 1
Installatie-effecten 2, 2, 1, 1, 7 Totalisatorconfigur
Laagste bereikwaarde
Laagste sensorlimiet
Lustest 3, 5, 2, 6 Triggerniveau 2, 1, 4, 5
Afsluiting bij lage stroming
2, 2, 1, 2, 2 Transmitter
opnieuw instellen
herstellen
analoge trim
2, 2, 3, 3, 2 2e variabele 2, 2, 2, 1, 2
toewijzing instellen
3, 2, 5, 4 Wervelingsfrequen
tie
2, 2, 2, 2, 5 Signaalsterkte 3, 2, 5, 2
2, 2, 8, 1, 4 Speciale
debieteenheid
2, 2, 1, 1, 5 Speciale volume-
eenheid
2, 2, 1, 1, 4 Status 1, 1, 1
atie
2, 2, 4, 1, 4 Totalisatorregeling 1, 3, 6, 2
2, 2, 4, 1, 5, 2 Transmittermodus 2, 2, 1, 1, 1
2, 1, 4, 3 Hoogste
bereikwaarde
3, 4, 1, 2
2, 1, 4, 6
3, 4, 3, 7
2, 2, 2, 1, 5
3, 2, 4, 2
2, 2, 2, 3, 5
2, 2, 2, 3, 3
1, 3, 6, 3
2, 2, 4, 1, 3
26 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Tabel 6-2: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 2 DD revisie 3 (vervolg)
Functie Sneltoetsen HART Functie Sneltoetsen HART
Hoekfrequentie lagere doorvoer
Fabrikant 2, 2, 8, 1, 2 Stromingssnelheid 3, 2, 3, 4
Massastroming 3, 2, 3, 6 Snelheid
Massadebieteenhe den
ID koppelbuis (binnendiameter)
Bericht 2, 2, 8, 2, 3 Volumedebieteenh
Nummer van meetgedeelte
Minimale spanne 2, 2, 4, 1, 6 Schrijfbeveiliging 2, 2, 8, 1, 6
DSP optimaliseren 2, 1, 1, 3
2, 1, 4, 4 Hoogste
sensorlimiet
debieteenheden
2, 2, 2, 2, 4 Snelheid meetbasis 2, 2, 2, 2, 3
2, 2, 1, 1, 6 Volumedebiet 3, 2, 3, 2
eden
2, 2, 1, 4, 5 Bevochtigd
materiaal
2, 2, 4, 1, 5, 1
2, 2, 2, 2, 2
2, 2, 2, 2, 1
2, 2, 1, 4, 1
Tabel 6-3: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D HART 7 apparaatrevisie 2 (DD revisie 1) / HART 5 apparaatrevisie 3 (DD revisie 1)
Functie Sneltoets Functie Sneltoets
Analoge uitgang 3, 4, 3, 1 Polling-adres 2, 2, –
Analoge trim 3, 4, 3, 7 Primaire variabele 2, 2, 2, 1
Basismassa­eenheid (MF)
Basisprocesdichtheid2, 2, 3, 2, 1 Procesvariabelen 3, 2, 3
Basistijdeenheid (CVF)
Basistijdeenheid (MF)
Basistijdeenheid (VF)
Basisvolume­eenheid (CVF)
Basisvolume­eenheid (VF)
Snelstartgids 27
2, 2, 2, 8, 1 Type
procesvloeistof
2, 2, 2, 9, 4 Pulsuitgang 3, 2, 5, 3
2, 2, 2, 8, 4 Pulsuitgangstest 3, 5, 3, 4
2, 2, 2, 7, 4 Referentie K-factor 2, 2, 1, 2, 1
2, 2, 2, 9, 1 Transmitter
opnieuw instellen
2, 2, 2, 7, 1 Standaardfilters
herstellen
(1)
, 2, 1
2, 2, 1, 1, 3
3, 4, 4, 1, 2
2, 1, 4, 6
Snelstartgids Oktober 2018
Tabel 6-3: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D HART 7 apparaatrevisie 2 (DD revisie 1) / HART 5 apparaatrevisie 3 (DD revisie 1) (vervolg)
Functie Sneltoets Functie Sneltoets
Gecompenseerde K-factor
Conversiefactor (CVF)
Conversiefactor (MF)
Conversiefactor (VF)
Datum 2, 2, –
Gecorrigeerd volumedebiet
Gecorrigeerde volumedebieteenh eden
Dichtheidsverhoud ing
Descriptor 2, 2, –
Apparaat-ID 2, 2, –
Apparaatstatus 1, 1 Signaalsterkte 3, 4, 2, 1, 4
Display 2, 1, 1, 2 Speciale
Elektronicatemper atuur
Elektronicatemper atuureenheden
Nummer van de eindconstructie
Vaste procesdichtheid
Vaste procestemperatuur
2, 2, 1, 2, 2 Fabriekskalibratie
3, 4, 3, 9
herstellen
2, 2, 2, 9, 2 Revisienummers 2, 2, –
2, 2, 2, 8, 2 Geschaalde
3, 4, 3, 8
analoge trim
2, 2, 2, 7, 2 Tweede variabele 2, 2, 2, 2
(1)
, 1, 5 Zelftest 3, 4, 4, 1, 1
3,2,1 Demping instellen 2, 1, 4, 1
2,2,2,6,2 Afsluiting bij lage
2, 1, 4, 3
stroming instellen
2, 2, 3, 4 Hoekfrequentie
2, 1, 4, 4 lagere doorvoer instellen
(1)
, 1, 6 Triggerniveau
2, 1, 4, 5 instellen
(1)
, 1 Wervelingsfrequen
3, 2, 5, 1 tie
2, 2, 2, 9, 5 stromingseenheid (CVF)
3, 2, 6 Speciale
2, 2, 2, 8, 5 stromingseenheid (MF)
2, 2, 2, 6, 7 Speciale
2, 2, 2, 7, 5 stromingseenheid (VF)
2, 2, 1, 4, 3 Speciale volume-
2, 2, 2, 7, 3 eenheid
2, 2, 1, 1, 5 Tag 2, 2, –
2, 2, 1, 1, 4 Derde variabele 2, 2, 2, 3
(1)
(1)
, 2
, 1, 1
28 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Tabel 6-3: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D HART 7 apparaatrevisie 2 (DD revisie 1) / HART 5 apparaatrevisie 3 (DD revisie 1) (vervolg)
Functie Sneltoets Functie Sneltoets
Flenstype 2, 2, 1, 4, 2 Totaal 2, 2, 4, 3, 1
Stromingssimulatie 3, 5, 1, 2, 1 Totalisatorconfigur
Vierde variabele 2, 2, 2, 4 Totalisatorregeling 2, 2, 4, 3, 2
Lustest 3, 5, 2, 7 Transmittermodus 2, 2, 1, 1, 1
Laagste bereikwaarde
Laagste sensorlimiet
Massastroming 3, 2, 1 Variabele
Massadebieteenhe den
Bericht 2, 2, –
Meterfactor 2, 2, 1, 1, 7 Snelheid meetbasis 2, 2, 2, 6, 4
Minimale spanne 2, 2, 4, 1, 7 Volumedebiet 3, 2, 1
DSP optimaliseren 2, 1, 1, 3 Volumedebieteenh
Percentage van bereik
Binnendiameter buis
2, 2, 4, 1, 4 Hoogste
2, 2, 4, 1, 6 Hoogste
2, 2, 2, 6, 5 Stromingssnelheid 3, 2, 1
(1)
, 1, 7 Snelheid
3, 4, 3, 2 Bevochtigd
2, 2, 1, 1, 6 Schrijfbeveiliging 2, 2, 4, 1
atie
bereikwaarde
sensorlimiet
toewijzing
debieteenheden
eden
materiaal
2, 2, 4, 3, 3
2, 2, 4, 1, 3
2, 2, 4, 1, 5
2, 2, 2, 5
2, 2, 2, 6, 3
2, 2, 2, 6, 1
2, 2, 1, 4, 1
(1) Deze items zijn in een lijstformaat zonder numerieke labels. Om toegang te
krijgen tot deze functies, moet u naar deze optie scrollen in de HART Communicator.
Opmerking
Raadpleeg de referentiehandleiding van het product voor gedetailleerde configuratie-informatie.
Snelstartgids 29
Snelstartgids Oktober 2018

7 Installatie van veiligheidsmetingen

Voor installaties met veiligheidscertificaat raadpleegt u de Rosemount 8800D veiligheidshandleiding (documentnr. 00809-0200-4004) voor installatieprocedure en systeemvereisten.
30 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids

8 Productcertificeringen

Drukvaste behuizing beschermingstype Ex d volgens IEC 60079-1, EN 60079-1
Transmitters met drukvaste behuizingsbescherming mogen alleen
worden geopend als de voeding is afgeschakeld.
Het afblinden van ingangen in het apparaat moet worden uitgevoerd
met behulp van een geschikte Ex d kabelwartel of afsluitplug. Tenzij anders aangegeven op de behuizing zijn de standaard schroefdraden voor doorvoerleidingopeningen 1/2-14 NPT.
Beschermingstype n volgens IEC 60079-15, EN 60079-15
Het afblinden van ingangen in het apparaat moet worden uitgevoerd met behulp van een geschikte Ex e of Ex n kabelwartel en metalen afsluitplug of een geschikte door ATEX of IECEx goedgekeurde kabelwartel en afsluitplug met een IP66-classificatie die is gecertificeerd door een door de EU goedgekeurde certificeringsinstantie.

8.1 Informatie inzake Europese richtlijnen

De CE-verklaring van overeenstemming voor alle toepasselijke Europese richtlijnen voor dit product is te vinden op onze website www.emerson.com/
rosemount. Een papieren versie kan worden verkregen door contact op te
nemen met ons lokale verkoopkantoor.
8.2
8.3

ATEX-richtlijn

Emerson Process Management voldoet aan de ATEX-richtlijn.

Europese richtlijn drukapparatuur (PED)

Rosemount 8800D Vortex-debietmeter leidingmaat 40 mm tot 300 mm
Certificaatnummer 4741-2014-CE-HOU-DNV
0575 of 0496
Module H Conformiteitsbeoordeling
Verplichte CE-markering voor debietmeters in overeenstemming met
artikel 15 van de PED is te vinden op de behuizing van de meetbuis.
Debietmetercategorieën I - III gebruiken module H voor
conformiteitsbeoordelingsprocedures.
Rosemount 8800D Vortex-debietmeter leidingmaat 15 mm en 25 mm
Sound Engineering Practice (SEP - regels van goed vakmanschap)
Snelstartgids 31
Debietmeters die SEP zijn, vallen buiten het bereik van PED en kunnen niet worden gemarkeerd voor naleving van PED.
Snelstartgids Oktober 2018

9 Certificeringen voor gevaarlijke locaties

9.1 Amerikaanse en Canadese certificeringen

E5
Explosiebestendig voor Klasse I, Divisie 1, Groep B, C en D
of
Bestendig tegen stofontbranding voor Klasse II, III, Divisie 1, Groep
E6
E, F, G. Ex db [ia] IIC T6...T1 Gb Klasse I, Zone 1, AEx db [ia] IIC T6...T1 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) Thermische gegevens:
Omgevingstemperat uur (°C)
–50 to +70 -200 to +75 T6
–50 to +70 -200 to +95 T5
–50 to +70 -200 to +130 T4
–50 to +70 -200 to +195 T3
–50 to +70 -200 to +290 T2
–50 to +70 -200 to +427 T1
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
Afgesloten in de fabriek; enkele afsluiting Behuizingstype 4X Installeer volgens tekening 08800-0112;
I5 of
Intrinsiek veilig voor gebruik in Klasse I, II, III, Divisie 1, Groep A, B, C,
I6
D, E, F, G Niet-vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groep A, B, C en D Klasse I, Zone 0, AEx ia IIC T4 Ga Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus Enkele afsluiting; behuizingstype 4X Installeer volgens tekening 08800-0112
IE of
FISCO voor Klasse I, Divisie 1, Groep A, B, C en D
IF
FNICO voor Klasse I, Divisie 2, Groep A, B, C en D Klasse I, Zone 0, AEx ia IIC T4 Ga Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) Enkele afsluiting; behuizingstype 4X Installeer volgens tekening 08800-0112
32 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Gecombineerde Noord-Amerikaanse certificeringen
K5,
Combinatie van E5 en I5 of E6 en I6.
K6
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
of KB
1. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
2. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
3. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
5. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen.
6. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0 bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
9.2
Snelstartgids 33

Europese certificeringen (ATEX)

ATEX I.S.-certificering
EN 60079-0: 2012 +A11: 2013
EN 60079-11: 2012
I1
Certificeringsnr. Baseefa05ATEX0084X ATEX-markering:
II 1 G Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4–20 mA HART
Snelstartgids Oktober 2018
II 1 G Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
2460
4-20 mA HART­entiteitsparameters
U
I
P
Celsiu s
L
= 30 VDC U
i
(1)
= 185 mA I
i
(1)
= 1.0 W P
i
= 0 µF Celsiu
i
= 0.97mH L
i
Veldbus­entiteitsparameters
= 30 VDC U
i
(1)
= 300 mA I
i
(1)
= 1.3 W P
i
= 0 µF Celsiu
s
i
< 10 µH L
i
(1) Totaal voor transmitter.
ATEX FISCO
IA
Certificeringsnr. Baseefa05ATEX0084X ATEX-markering:
II 1 G Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C)
2460
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen schokken of schuren wanneer deze zich in een Zone 0­omgeving bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
FISCO­invoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
ATEX type 'n'-certificering
EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
34 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
EN 60079-11: 2012
EN 60079-15: 2010
N1
Certificeringsnr. Baseefa05ATEX0085X ATEX-markering:
II 3 G Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4–20 mA HART
II 3 G Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering met een beschermende polyurethaanverfafwerking. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
ATEX-stofcertificering
EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
EN 60079-31: 2014
ND
Certificaat: BaseefaATEX17.0020X
II 2 D Ex tb IIIC T85°C Db (-20 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
2460 Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering met een beschermende polyurethaanverfafwerking die een potentieel risico van elektrostatische ontbranding kan
Snelstartgids 35
Snelstartgids Oktober 2018
vormen. Voorzichtigheid is geboden om deze te beschermen tegen externe omstandigheden die bevorderlijk zijn voor de opbouw van elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De behuizing mag niet worden ingewreven of schoongemaakt met een droge doek.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
ATEX Explosieveilige certificering
EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
EN 60079-1: 2014
EN 60079-11: 2012
EN 60079-26: 2015
E1
Certificaat: KEMA99ATEX3852X; De geïntegreerde debietmeter is als volgt gemarkeerd:
II 1/2 G Ex db [ia] IIC T6 ... T1 Ga/Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
De externe transmitter is als volgt gemarkeerd:
II 2(1) G Ex db [ia Ga] IIC T6 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
met meetgedeelte als volgt gemarkeerd:
II 1 G Ex ia IIC T6...T1 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) EPL Ga Piezo-sensor en thermokoppelaansluitingen. EPL Gb behuizing transmitter.
2460 42 VDC max 4–20 mA HART 32 VDC max veldbus Um = 250V Thermische gegevens:
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +75 T6
–50 to +70 -200 to +95 T5
–50 to +70 -200 to +130 T4
36 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
Oktober 2018 Snelstartgids
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +195 T3
–50 to +70 -200 to +290 T2
–50 to +70 -200 to +427 T1
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
Installatie-instructies:
1. De kabel- en doorvoerleidinginvoerapparatuur moet van een gecertificeerd drukvast type Ex d zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en correct geïnstalleerd.
2. Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met geschikte afsluitelementen.
3. Wanneer de omgevingstemperatuur bij de kabel- of doorvoerleidingopeningen 60 °C overschrijdt, moeten kabels worden gebruikt die geschikt zijn voor ten minste 90 °C.
4. Extern gemonteerde sensor; in type bescherming Ex ia IIC, alleen te verbinden met de elektronica van de bijbehorende Vortex-debietmeter, model 8800D. De maximaal toegestane lengte van de verbindingskabel is 152 m (500 ft).
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
Gecombineerde ATEX-certificeringen
K1
Snelstartgids 37
Combinatie van E1, I1, N1 en ND.
Snelstartgids Oktober 2018

9.3 Internationale certificeringen (IECEx)

IECEx I.S.-certificering
IEC 60079-0: 2011
IEC 60079-11: 2011
I7
Nr. certificaat IECEx BAS05.0028X Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
4-20 mA HART­entiteitsparameters
U
I
P
Celsiu s
L
= 30 VDC U
i
(1)
= 185 mA I
i
(1)
= 1.0 W P
i
= 0 µF Celsiu
i
= 0.97mH L
i
Veldbus­entiteitsparameters
= 30 VDC U
i
(1)
= 300 mA I
i
(1)
= 1.3 W P
i
= 0 µF Celsiu
s
i
< 10 µH L
i
(1) Totaal voor transmitter.
FISCO
IG
Certificaat: IECEx BAS 05.0028X Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen schokken of schuren wanneer deze zich in een Zone 0­omgeving bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
FISCO­invoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
38 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
Type 'n'-certificering
IEC 60079-0: 2011
IEC 60079-11: 2011
IEC 60079-15: 2010
N7
Nr. certificaat IECEx BAS05.0029X Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering met een beschermende polyurethaanverfafwerking. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
IECEx stofcertificering
IEC 60079-0: 2011
IEC 60079-31: 2013
NF
Certificaat: IECEx BAS 17.0019X Ex tb IIIC T85°C Db (-20 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Snelstartgids 39
Snelstartgids Oktober 2018
1. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering met een beschermende polyurethaanverfafwerking die een potentieel risico van elektrostatische ontbranding kan vormen. Voorzichtigheid is geboden om deze te beschermen tegen externe omstandigheden die bevorderlijk zijn voor de opbouw van elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De behuizing mag niet worden ingewreven of schoongemaakt met een droge doek.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
IECEx Explosieveilige certificering
IEC 60079-0: 2011
IEC 60079-1: 2014
IEC 60079-11: 2011
IEC 60079-26: 2014
E7
Certificaat: IECEx KEM05.0017X De geïntegreerde debietmeter is als volgt gemarkeerd:
Ex db [ia] IIC T6...T1 Ga/Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) De externe transmitter is als volgt gemarkeerd:
Ex db [ia Ga] IIC T6 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) met meetgedeelte als volgt gemarkeerd:
Ex ia IIC T6...T1 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) EPL Ga Piezo-sensor en thermokoppelaansluitingen. EPL Gb behuizing transmitter. 42 VDC max 4–20 mA HART 32 VDC max veldbus Um = 250V Thermische gegevens:
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +75 T6
–50 to +70 -200 to +95 T5
40 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
Oktober 2018 Snelstartgids
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +130 T4
–50 to +70 -200 to +195 T3
–50 to +70 -200 to +290 T2
–50 to +70 -200 to +427 T1
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
Installatie-instructies:
1. De kabel- en doorvoerleidinginvoerapparatuur moet van een gecertificeerd drukvast type Ex d zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en correct geïnstalleerd.
2. Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met geschikte afsluitelementen.
3. Wanneer de omgevingstemperatuur bij de kabel- of doorvoerleidingopeningen 60 °C overschrijdt, moeten kabels worden gebruikt die geschikt zijn voor ten minste 90 °C.
4. De extern gemonteerde sensor mag alleen op de transmitter worden aangesloten met de bijbehorende kabel, geleverd door de fabrikant.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
Snelstartgids 41
Snelstartgids Oktober 2018
Gecombineerde IECEx-certificeringen
K7
Combinatie van E7, I7, N7 en NF.

9.4 Chinese certificeringen (NEPSI)

Explosieveilige certificering
GB3836.1 – 2010
GB3836.2 – 2010
GB3836.4 – 2010
GB3836.20 – 2010
E3
Certificeringsnr. GYJ17.1404X Ex ia / d IIC T6 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter) Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter) Ex ia IIC T6 Ga (externe sensor) Omgevingstemperatuurbereik: -50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C Voeding: 42 Vdc max. 4-20 mA HART Voeding: 32 Vdc max. veldbus Um = 250V Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De maximaal toegestane lengte van de verbindingskabel tussen de transmitter en de sensor is 152 m. De kabel wordt ook geleverd door Rosemount Inc. of door Emerson Process Management Flow Technologies Co., Ltd.
2. Er moeten geschikte hittebestendige kabels met een classificering van ten minste +80 °C worden gebruikt wanneer de temperatuur rond de kabelinvoer hoger is dan +60 °C.
3. Afmetingen van explosieveilige verbindingen zijn anders dan het relevante minimum of maximum gespecificeerd in tabel 3 van GB3836.2-2010. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie.
4. De debietmeter is voorzien van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
5. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van niet­geleidende verf te voorkomen.
42 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
6. De aardaansluiting moet op een betrouwbare manier op de aarde worden aangesloten.
7. Niet openen wanneer geactiveerd.
8. De kabelinvoeropeningen moeten worden verbonden door middel van een geschikt invoerapparaat of stoppluggen met bescherming van het type Ex d IIC Gb. Het kabelinvoerapparaat en de stoppluggen zijn goedgekeurd in overeenstemming met GB3836.1-2010 en GB3836.2-2010, die worden gedekt door een afzonderlijk onderzoekscertificaat. Elke ongebruikte invoeropening moet worden voorzien van een drukvaste stopplug van beschermingstype Ex d IIC Gb.
9. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden opgelost met experts van de fabrikant.
10. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de elektronische onderdelen binnen de toegestane omgevingstemperatuur blijven, rekening houdend met het effect van de toegestane vloeistoftemperatuur.
11. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding, GB3836.13-1997 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen", GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met uitzondering van mijnen)", en GB50257-1996 "Code voor de constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
I.S.-certificering
GB3836.1 – 2010
GB3836.4 – 2010
GB3836.20 – 2010
I3
Certificeringsnr. GYJ17.1196X Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 70 °C) 4-20 mA HART Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C) veldbus
Snelstartgids 43
Snelstartgids Oktober 2018
4-20 mA HART­entiteitsparameters
U
I
P
Celsiu s
L
= 30 VDC U
i
(1)
= 185 mA I
i
(1)
= 1.0 W P
i
= 0 µF Celsiu
i
= 0.97mH L
i
Veldbus­entiteitsparameters
= 30 VDC U
i
(1)
= 300 mA I
i
(1)
= 1.3 W P
i
= 0 µF Celsiu
s
i
< 10 µH L
i
(1) Totaal voor transmitter.
FISCO
IH
Certificeringsnr. GYJ17.1196X Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ +60 °C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kabel tussen de transmitter en de sensor wordt geleverd door de fabrikant.
2. Tijdens installatie moeten gebruikers voldoen aan clausule
12.2.4 in GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)".
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
FISCO­invoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
4. De Vortex-debietmeter mag alleen worden gebruikt in een explosieve atmosfeer wanneer deze aangesloten is op het gecertificeerde bijbehorende apparaat. De aansluiting moet voldoen aan de vereisten van de handleiding van het bijbehorende apparaat en de Vortex-debietmeter.
5. De behuizing moet worden gebruikt om deze tegen schokken te beschermen.
6. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van niet­geleidende verf te voorkomen.
44 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
7. De kabel met afscherming is geschikt voor aansluiting en de afscherming moet op de aarde worden aangesloten.
8. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden opgelost met experts van de fabrikant.
9. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding, GB3836.13-2013 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen", GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met uitzondering van mijnen)", en GB50257-2014 "Code voor de constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
Type 'n'-certificering
GB3836.1 – 2010
GB3836.4 – 2010
GB3836.8 – 2014
N3
Certificeringsnr. GYJ17.1197X Ex nA ic IIC T5 Gc (- 50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C) 4-20 mA HART Ex nA ic IIC T5 Gc (- 50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C) veldbus Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kabel tussen de transmitter en de sensor wordt geleverd door de fabrikant.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
3. Tijdens installatie moeten gebruikers voldoen aan clausule
12.2.4 in GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor
Snelstartgids 45
Snelstartgids Oktober 2018
explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)".
4. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van niet­geleidende verf te voorkomen.
5. Niet openen wanneer geactiveerd.
6. De kabelinvoeropeningen moeten worden aangesloten door middel van een geschikte kabelinvoer. De kabelinvoer moet voldoen aan Ex d/Ex e/Ex nA-installatievereisten volgens GB3836 en met Ex-goedkeuringscertificaat. De installatiemethode moet waarborgen dat de apparatuur voldoet aan beschermingsgraad IP66 volgens GB4208-2008.
7. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden opgelost met experts van de fabrikant.
8. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding, GB3836.13-2013 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen", GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006 "Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met uitzondering van mijnen)", en GB50257-2014 "Code voor de constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
Zie NEPSI Cert GYJ17.1181X
Gecombineerde Chinese certificeringen (NEPSI)
K3
Combinatie van E3, I3, N3 en Stof.

9.5 Japanse certificeringen (CML)

Explosieveilige certificering
JNIOSH-TR-46-1
JNIOSH-TR-46-2
JNIOSH-TR-46-6
46 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
E4
Certificaat: CML17JPN1145X Ex d [ia] IIC T6...T1 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter en sensor) Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter) Ex ia IIC T6...T1 Ga (externe sensor) Omgevingstemperatuurbereik: -20 °C tot +60 °C Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +75 T6
–50 to +70 -200 to +95 T5
–50 to +70 -200 to +130 T4
–50 to +70 -200 to +195 T3
–50 to +70 -200 to +290 T2
–50 to +70 -200 to +427 T1
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor (°C)
42 VDC max, 4-20 mA HART 32 VDC max, veldbus Um = 250V Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen.
9.6

Braziliaanse certificeringen (INMETRO)

I. S. certificering
ABNT NBR IEC 60079-0: 2013
ABNT NBR IEC 60079-11: 2013
Portaria INMETRO nr. 179: 18 mei 2010
I2
Certificatienummer: DNV 18.0003 X
Snelstartgids 47
Snelstartgids Oktober 2018
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 70 °C) 4-20 mA HART Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C) veldbus
IB
Certificatienummer: DNV 18.0003 X Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0 bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
Explosieveilige certificering
ABNT NBR IEC 60079-0: 2013
ABNT NBR IEC 60079-1: 2016
ABNT NBR IEC 60079-11: 2013
ABNT NBR IEC 60079-26: 2016
Portaria INMETRO nr. 179: 18 mei 2010
E2
Certificatienummer: DNV 18.0004 X Ex d [ia] IIC T6 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter) Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter) Ex ia IIC T6 Ga (externe sensor) Omgevingstemperatuurbereik: -50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C Temperatuurklasse transmitter: T6 Temperatuurklasse sensor: zie onderstaande tabel
48 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Omgevingstemperatu ur (°C)
–50 to +70 -200 to +75 T6
–50 to +70 -200 to +95 T5
–50 to +70 -200 to +130 T4
–50 to +70 -200 to +195 T3
–50 to +70 -200 to +290 T2
–50 to +70 -200 to +427 T1
Procestemperatuur (°C)
T-klasse sensor
Voeding: 42 Vdc max. 4-20 mA HART Voeding: 32 Vdc max. veldbustransmitter Um = 250 V
Extern gemonteerde sensor
in type bescherming Ex ia IIC, alleen te verbinden met de elektronica van de bijbehorende Vortex-debietmeter, model 8800D. De maximaal lengte van de verbindingskabel is 152 m (500 ft).
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. De debietmeter is voorzien van speciale bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading van de behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
Gecombineerde Braziliaanse certificeringen (INMETRO)
K2
Snelstartgids 49
Combinatie van E2 en I2.
Snelstartgids Oktober 2018

9.7 Euraziatische conformiteit (EAC)

In dit gedeelte wordt de naleving van de vereisten van technische voorschriften van de douane-unie behandeld.
TR CU 020/2011 - Elektromagnetische compatibiliteit van technische
middelen
TR CU 032/2013 - Over de veiligheid van apparatuur die onder
excessieve druk werkt
TR CU 012/2011 - Over de veiligheid van apparatuur voor gebruik in
mogelijk explosieve omgevingen
GOST R IEC 60079-0-2011
GOST R IEC 60079-1-2011
GOST R IEC 60079-11-2010
GOST R IEC 60079-15-2010
GOST 31610.26-2002/IEC 60079-26:2006
E8
Type bescherming drukvaste behuizing «d» met intrinsiek veilige debietsensor
Ex-markering van de geïntegreerde installatie: Ga/Gb Ex d [ia] IIC T6 X (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
Ex-markering van de externe installatie: elektronicamodule: 1Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C) debietsensor: 0Ex ia IIC T6 Ga X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C)
Elektrische parameters: Maximale gelijkstroomvoedingsspanning (met uitgangssignaal 4-20 mA HART/puls) 42 V; Maximale gelijkstroomvoedingsspanning (met uitgangssignaal Foundation-veldbus en FISCO) 32 V
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T6 Ga X, Ga / Gb Ex d [ia] IIC T6 X en transmitter met Ex-markering 1Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb X moet bekabeling in explosiegevaarlijke omgeving worden uitgevoerd volgens de vereisten van IEC 60079-14-2011. De mantelkabels moeten zijn ontworpen voor een maximale omgevingstemperatuur;
2. Externe installatie mag alleen worden uitgevoerd met een speciale coaxkabel die wordt geleverd door de fabrikant van debietmeters;
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
50 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur;
4. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen
I8,
Type bescherming "intrinsiek veilig circuit" niveau «ia»
G8
Ex-markering: 0Ex ia IIC T4 Ga X Omgevingstemperatuurbereik:
(I8) debietmeters met pulsuitgangssignalen, 4-20 mA/HART (-60
°C ≤ Ta ≤ 70 °C)
debietmeters met uitgang veldbus (I8) en FISCO (G8) (-60 °C ≤ Ta
≤ 60 °C)
Tabel 9-1: Intrinsiek veilige parameters invoeren
Intrinsiek veilige parameters
(1)
Ui,
V 30 30 17.5
(1)
Ii,
mA 185 300 380
(1)
Pi,
W 1 1.3 5.32
Li, uH 970 20 10
Ci, nF 0 0 0
(1) Toepasselijke waarden Ui, Ii worden beperkt door het maximale
ingangsvermogen Pi. Het is niet toegestaan om tegelijkertijd de maximale waarden van Ui, Ii toe te passen.
Uitvoersignaal
4–20mA/HART­puls
Foundation­veldbus
FISCO
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De voeding van debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T4
Ga X moet worden geïmplementeerd via intrinsiek veilige barrières met conformiteitsverklaring voor geschikte subgroepen van elektrische apparatuur.
2. Inductantie en capaciteit van intrinsiek veilige circuits van
debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T4 Ga X: met gegeven parameters mogen verbindingskabels de maximale waarden weergegeven op de intrinsiek veilige barrière vanaf de zijkant van explosieve zones niet overschrijden.
Snelstartgids 51
Snelstartgids Oktober 2018
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
4. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
5. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0 bevindt.
N8
Type bescherming «n» en «intrinsiek veilig» niveau «ic» Ex-markering: 2Ex nA ic IIC T5 Gc X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C) Elektrische parameters:
De maximale gelijkstroomspanning (met uitgang 4-20 mA HART/
puls) 42V;
Maximale gelijkstroomvoedingsspanning (met uitgangssignaal
Foundation-veldbus en FISCO) 32V
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
2. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij de installatie rekening worden gehouden.
3. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te voorkomen.
Gecombineerde certificeringen voor Euraziatische conformiteit (EAC)
K8
52 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Combinatie van E8, I8, N8.
Oktober 2018 Snelstartgids

9.8 Rosemount 8800 Verklaring van overeenstemming

Snelstartgids 53
Snelstartgids Oktober 2018
54 Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018 Snelstartgids
Snelstartgids 55
*00825-0111-4004*
00825-0111-4004, Rev. FE
Snelstartgids
Oktober 2018
Emerson Automation Solutions Emerson Process Management BV
Nederland Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6666 F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions
Micro Motion Europa Neonstraat 1 6718 WX Ede The Netherlands T +31 (0) 70 413 6666 F +31 (0) 318 495 556
www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions Emerson Process Management nv/sa
België De Kleetlaan 1831 Diegem België T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 gratis nummer klantendienst debietmetingen T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
Micro Motion Inc. USA
Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T +1 303–527–5200 +1 800–522–6277 F +1 303–530–8459
Emerson Automation Solutions
Micro Motion Azië 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T +65 6363-7766 F +65 6770–8003
©
2018 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. De merken Rosemount, 8600, 8700 en 8800 zijn merken van een van de bedrijven van de Emerson Automation Solutions-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
Loading...