Deze gids bevat basisrichtlijnen voor de Rosemount™ Vortex-debietmeter
van de 8800D-serie. Het bevat geen instructies voor gedetailleerde
configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing,
explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de
referentiehandleiding voor meer informatie. De handleidingen en deze
snelstartgids zijn ook elektronisch beschikbaar op EmersonProcess.com/
Rosemount.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moet in
overeenstemming zijn met de toepasselijke lokale, nationale en
internationale normen, codes en werkwijzen. Raadpleeg het gedeelte over
goedkeuringen in de referentiehandleiding voor eventuele beperkingen die
zijn verbonden aan een veilige installatie.
• Voordat u een draagbare communicator in een explosiegevaarlijke
omgeving aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instrumenten in het
circuit worden geïnstalleerd in overeenstemming met intrinsiek veilige
of niet-vonkende veldbedradingspraktijken.
• Controleer of de werkomgeving van de debietmeter overeenkomt met
de juiste productcertificeringen.
• Verwijder in een explosiebeveiligde/drukvaste installatie de deksels van
de debietmeter niet wanneer er stroom op het apparaat is aangesloten.
Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Vermijd contact met de kabels en de aansluitingen. Hoogspanning die
op leidingen aanwezig kan zijn, kan een elektrische schok veroorzaken.
1.1
2Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Retourneringsbeleid
Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Emerson
worden aangehouden. Deze procedures zorgen dat aan de
vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een
veilige werkomgeving voor medewerkers van Emerson. Als de procedures
van Emerson niet worden aangehouden, wordt de levering van uw
apparatuur geweigerd.
Oktober 2018Snelstartgids
1.2Emerson Flow klantenservice
E-mail:
• Internationaal: flow.support@emerson.com
• Azië-Pacific: APflow.support@emerson.com
Telefoon:
Noord- en Zuid-AmerikaEuropa en Midden-OostenAzië-Pacific
Verenigde
Staten
Canada+1 303 527
Mexico+41 (0) 41
Argentinië+54 11 4837
Brazilië+55 15 3413
Venezuela+58 26 1731
800 522 6277 Verenigd
5200
7686 111
7000
8000
3446
Koninkrijk
Nederland+31 (0) 704
Frankrijk0800 917 901 India800 440 1468
Duitsland0800 182
Italië8008 77334China+86 21 2892
Centraal- en
Oost-Europa
Rusland/GOS +7 495 981
Egypte0800 000
Oman800 70101Thailand001 800 441
Qatar431 0044Maleisië800 814 008
Koeweit663 299 01
Zuid-Afrika800 991 390
Saoedi-Arabië 800 844 9564
VAE800 0444
0870 240
1978
136 666
5347
+41 (0) 41
7686 111
9811
0015
0684
Australië800 158 727
NieuwZeeland
Pakistan888 550 2682
Japan+81 3 5769
Zuid-Korea+82 2 3438
Singapore+65 6 777
099 128 804
9000
6803
4600
8211
6426
Snelstartgids 3
Snelstartgids Oktober 2018
2Installatie
2.1De debietmeter monteren
Ontwerp procesbuizen zodanig dat het meetgedeelte vol blijft, zonder
ingesloten lucht. De Vortex-debietmeter kan in elke richting worden
geïnstalleerd zonder dat dit van invloed is op de nauwkeurigheid. Hieronder
volgen echter richtlijnen voor bepaalde installaties.
2.1.1Verticale montage
Als de Vortex-debietmeter in een verticale richting wordt geïnstalleerd:
• Installeer opwaartse of neerwaartse stroming voor gas of stoom.
• Installeer opwaartse stroming voor vloeistoffen.
Figuur 2-1: Verticale installatie
BA
A. Gasstroom
B. Vloeistof- of gasstroom
4Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.1.2Horizontale montage
Figuur 2-2: Horizontale installatie
A
A. Voorkeursinstallatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica aan de
zijkant van de buis
B. Acceptabele installatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica
boven de buis
Voor stoom en vloeistoffen met een laag gehalte aan vaste stoffen wordt het
aanbevolen om de debietmeter met de elektronica aan de zijkant van de
buis te installeren. Dit minimaliseert potentiële meetfouten door het
condensaat of de vaste stoffen onder de shedderbar te laten stromen zonder
de werveling te onderbreken.
2.1.3Installatie bij hoge temperatuur
De maximale temperatuur voor geïntegreerde elektronica is afhankelijk van
de omgevingstemperatuur op de plaats waar de debietmeter wordt
geïnstalleerd. De temperatuur van de elektronica mag niet hoger zijn dan
85 °C (185 °F).
Figuur 2-3 toont combinaties van omgevings- en procestemperaturen die
nodig zijn om een behuizingstemperatuur van minder dan 85 °C (185 °F) te
handhaven.
B
Snelstartgids 5
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-3: Maximale omgevings-/procestemperaturen
200 (93)
180(82)
160 (71)
600 (316)
700 (371)
C
800 (427)
900 (482)
1000 (538)
A
140 (60)
120 (49)
100 (38)
80 (27)
60 (16)
0
100 (38)
200 (93)
300 (149)
400 (204)
500 (260)
B
A. Omgevingstemperatuur °F (°C)
B. Procestemperatuur °F (°C)
C. 85 °C (185 °F) maximale temperatuur behuizing.
Opmerking
De aangegeven limieten gelden voor horizontale buis- en verticale
meterstand, met meter en buis geïsoleerd met 77 mm (3 in.) keramische
vezelisolatie.
De volgende oriëntaties worden aanbevolen voor toepassingen met hoge
procestemperaturen.
• Installeer met elektronica naast of onder de procesbuis.
• Isolatie rondom de buis kan nodig zijn om de omgevingstemperatuur
onder 85 °C (185 °F) te houden.
Opmerking
Isoleer alleen de buis en het meetgedeelte. Isoleer de steunbuisbeugel of
transmitter niet, zodat de warmte kan worden afgevoerd.
2.1.4Stoominstallaties
Vermijd installaties zoals getoond in Figuur 2-4. Dergelijke omstandigheden
kunnen bij het opstarten leiden tot waterslag, vanwege ingesloten
condensaat.
6Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Figuur 2-4: Onjuiste installatie
2.1.5Stroomopwaartse/stroomafwaartse vereisten
De debietmeter kan worden geïnstalleerd met ten minste tien rechte
buisdiameters (D) stroomopwaarts en vijf rechte buisdiameters (D)
stroomafwaarts door de K-factorcorrecties te volgen zoals beschreven in
Technisch gegevensblad 8800 Installatie-effecten (00816-0100-3250). Er is
geen K-factorcorrectie vereist als 35 rechte buisdiameters stroomopwaarts
(35D) en 10 rechte buisdiameters stroomafwaarts (10D) aanwezig zijn.
2.1.6Externe druk-/temperatuurtransmitters
Bij gebruik van druk- en temperatuurtransmitters in combinatie met de
debietmeter voor gecompenseerde massastromingen, installeert u de
transmitters stroomafwaarts van de debietmeter zoals aangegeven in Figuur
2-5.
Snelstartgids 7
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-5: Stroomopwaartse/stroomafwaartse buizen
C
A
B
D
A. Druktransmitter
B. Vier rechte buisdiameters stroomafwaarts
C. Temperatuurtransmitter
D. Zes rechte buisdiameters stroomafwaarts
2.1.7Waferinstallatie
Figuur 2-6: Waferinstallatie
B
B
A
D
C
A. Installatie draadeinden en moeren (geleverd door klant)
B. Uitlijningsring
C. Pakkingen (geleverd door klant)
D. Stroomrichting
8Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.1.8Flensinstallatie
Figuur 2-7: Flensinstallatie
A
B
A. Installatie bouten en moeren (geleverd door de klant)
B. Pakkingen (geleverd door klant)
C. Stroomrichting
Opmerking
De vereiste boutbelasting voor het afdichten van de pakkingverbinding
wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder werkdruk,
pakkingmateriaal, breedte en toestand. Een aantal factoren heeft ook
invloed op de feitelijke boutbelasting als gevolg van een gemeten koppel,
inclusief de toestand van boutdraden, wrijving tussen de moerkop en de
flens en parallelliteit van de flenzen. Vanwege deze toepassingsafhankelijke
factoren kan het vereiste koppel voor elke toepassing anders zijn. Volg de
richtlijnen uiteengezet in ASME PCC-1 om de bouten op een correcte manier
aan te halen. Zorg ervoor dat de debietmeter gecentreerd is tussen flenzen
van dezelfde nominale grootte als de debietmeter.
Het stapnummer van de procedure komt overeen met het nummer in Figuur
2-8.
Snelstartgids 9
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-8: Montage van het thermokoppel
1. Schuif de thermokoppelbout (1) over het thermokoppel (TC).
2. Plaats de tweedelige klemring (2) over het uiteinde van het
thermokoppel (TC).
3. Steek het thermokoppel in het gat van de dompelhuls (TW) aan de
onderkant van het meetgedeelte.
Belangrijk
Duw het thermokoppel voorzichtig helemaal in de dompelhuls. Dit is
van cruciaal belang om de juiste inbrengdiepte te krijgen. Schroef
vervolgens de thermokoppelbout in het gat.
4. Wanneer de thermokoppelbout handvast zit, markeert u de positie
van de bout ten opzichte van het meetgedeelte (het merkteken
helpt bij het bepalen van rotaties). Gebruik een moersleutel van ½-in.
en draai de bout ¾ slag met de klok mee om de klemring te plaatsen.
Opmerking
Na het voltooien van Stap 4 worden de klemring en
thermokoppelbout permanent op het thermokoppel geïnstalleerd.
5. Controleer of de rubberen O-ring is geïnstalleerd op het uiteinde van
de elektronica van het thermokoppel.
6. Controleer of de 2,5 mm zeskantschroef is geïnstalleerd.
7. Steek de connector voor het elektronische uiteinde in de
transmitterbehuizing. Draai de schroef vast met een 2,5 mm
zeskantsleutel om de verbinding te beveiligen.
Belangrijk
Draai de zeskantschroef niet te strak aan.
10Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.2Externe elektronica installeren
Als u een van de externe elektronica-opties bestelt (optie R10, R20, R30 of
RXX), wordt de debietmeter in twee delen geleverd:
1. Het meetgedeelte met een adapter geïnstalleerd in de steunbuis en
een daarmee verbonden coaxkabel.
2. De elektronicabehuizing geïnstalleerd op een montagebeugel.
Als u de opties voor gepantserde externe elektronica hebt besteld, volg dan
dezelfde instructies als voor de standaard externe kabelaansluiting, behalve
dat de kabel misschien niet door een doorvoerleiding hoeft te worden
geleid. De kabelwartels zijn inbegrepen bij de gepantserde versie.
1. Monteer het meetgedeelte in de processtroomleiding zoals
beschreven in De debietmeter monteren.
2. Monteer de beugel en de elektronicabehuizing op de gewenste
locatie. De behuizing kan op de beugel worden geplaatst om het
aanleggen van de veldbedrading en doorvoerleidingen te
vergemakkelijken.
Raadpleeg Figuur 2-9 en deze stappen om het losse uiteinde van de
coaxkabel aan te sluiten op de elektronicabehuizing.
Snelstartgids 11
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-9: Installatie van externe elektronica
A
B
C
J
D
E
F
P
G
O
H
N
K
I
M
L
A. 1/2 NPT-doorvoerleidingadapter of kabelwartel (geleverd door de klant)
B. Coaxkabel
C. Meteradapter
D. Koppeling
E. Ring
F. Moer
G. Kabelmoer sensor
H. Steunbuis
I. Meetgedeelte
J. Elektronica behuizing
K. Moer coaxkabel
L. Doorvoerleidingadapter (optioneel geleverd door klant)
M. Schroeven behuizingsadapter
N. Behuizingsadapter
O. Schroef behuizingsvoet
P. Verbinding met aarde
1. Als u van plan bent om de coaxkabel door een doorvoerleiding te
laten lopen, snijdt u de doorvoerleiding voorzichtig op de gewenste
lengte om voor een juiste montage aan de behuizing te zorgen. Er
kan een aansluitdoos in de doorvoerleiding worden geplaatst om
ruimte te bieden voor extra coaxkabellengte.
12Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Let op!
De externe coaxkabel mag niet op locatie van een afsluitweerstand
worden voorzien of op lengte worden gesneden. Rol eventuele extra
coaxkabel op met een radius van meer dan 51 mm (2 in.).
2. Schuif de doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het losse
uiteinde van de coaxkabel en bevestig deze aan de adapter op de
steunbuis van de meterbehuizing.
3. Als u een doorvoerleiding gebruikt, leidt u de coaxkabel door de
doorvoerleiding.
4. Plaats een doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het uiteinde
van de coaxkabel.
5. Verwijder de behuizingsadapter uit de elektronicabehuizing.
6. Schuif de behuizingsadapter over de coaxkabel.
7. Verwijder een van de vier schroeven van de behuizingsvoet.
8. Bevestig en draai de moer van de coaxkabel stevig vast aan de
aansluiting op de elektronicabehuizing.
9. Bevestig de aardedraad van de coaxkabel op de behuizing via de
aardschroef in de voet van de behuizing.
10. Lijn de behuizingsadapter uit met de behuizing en bevestig deze met
twee schroeven.
11. Draai de doorvoerleidingadapter of kabelwartel vast aan de
behuizingsadapter.
Let op!
Om te voorkomen dat vocht de coaxkabelaansluitingen
binnendringt, installeert u de verbindende coaxkabel in een enkele
speciale doorvoerleiding of gebruikt u afgedichte kabelwartels aan
beide uiteinden van de kabel.
Opmerking
Raadpleeg de referentiehandleiding voor meer informatie over de
CPA-optie.
Snelstartgids 13
Snelstartgids Oktober 2018
3Rotatie van de behuizing
De gehele behuizing van de elektronica kan in stappen van 90° worden
gedraaid voor het kijkgemak. Volg de volgende stappen om de oriëntatie
van de behuizing te wijzigen.
1. Draai de drie rotatieschroeven van de behuizing aan de onderkant
van de elektronicabehuizing los met een 5/32" inbussleutel door de
schroeven met de klok mee (naar binnen) te draaien totdat de
steunbuis loskomt.
2. Trek de elektronicabehuizing langzaam uit de steunbuis.
Let op!
Trek de behuizing niet verder dan 40 mm (1,5 in.) van de bovenkant
van de steunbuis totdat de sensorkabel is losgekoppeld. Er kan
schade aan de sensor optreden als deze sensorkabel onder spanning
staat.
3. Schroef de sensorkabel uit de behuizing met een 5/16" steeksleutel.
4. Draai de behuizing in de gewenste richting.
5. Houd deze in deze richting terwijl u de sensorkabel op de onderkant
van de behuizing vastschroeft.
Let op!
Draai de behuizing niet terwijl de sensorkabel is bevestigd aan de
onderkant van de behuizing. Hierdoor wordt de kabel uitgetrokken
en kan de sensor worden beschadigd.
6. Plaats de elektronicabehuizing in de bovenkant van de steunbuis.
7. Gebruik een inbussleutel om de drie rotatieschroeven van de
behuizing tegen de klok in te draaien (naar buiten) om de steunbuis
vast te zetten.
14Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
4Jumpers instellen
Pas de jumpers aan volgens de gewenste instellingen.
4.1HART-jumpers
Als er geen alarm- en beveiligingsjumpers zijn geïnstalleerd, werkt de
debietmeter normaal met de alarmfunctie alarm hoog en de beveiliging uit.
Figuur 4-1: HART-jumpers en LCD-display
4.2Foundation-veldbus
Als er geen beveiligingsjumpers en jumpers voor "simulatie inschakelen" zijn
geïnstalleerd, werkt de debietmeter normaal met de standaardbeveiliging
"UIT" en simulatie inschakelen "UIT".
Figuur 4-2: Foundation-veldbusjumpers en LCD-display
HI
ALARM
SECURITY
ON
OFF
SIMULATE ENABLE
LO
OFF
ON
SECURITY
ON
OFF
Snelstartgids 15
Snelstartgids Oktober 2018
5Bedrading aansluiten en stroom inschakelen
5.1Voeding (HART)
De gelijkstroomvoeding moet stroom leveren met minder dan twee procent
rimpeling. De totale weerstandsbelasting is de som van de weerstand van de
signaalkabels en de belastingsweerstand van de controller, indicator en
gerelateerde onderdelen. Merk op dat de weerstand van intrinsieke
veiligheidsbarrières, indien gebruikt, eveneens moet worden meegenomen.
Figuur 5-1: Belastingsbeperking
1500
1250
1000
750
A
500
250
0
10.8 16.822.828.834.842
B
A. Weerstand in de meetkring in Ohm
B. Voedingsspanning
Maximale lusweerstand = 41,7 (voedingsspanning - 10,8) De
veldcommunicator vereist een minimale lusweerstand van 250 ohm.
5.2
5.3
16Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Voeding (Foundation-veldbus)
De debietmeter heeft 9-32 Vdc nodig bij de voedingsaansluitingen. Elke
veldbusvoedingsbron heeft een vermogensregelaar nodig om de
voedingsuitgang van het veldbusbedradingsegment los te koppelen.
Installatie van de doorvoerleidingen
Voorkom dat condensatie vanuit een doorvoerleiding in de behuizing
stroomt door de debietmeter op een hoog punt in het
doorvoerleidingcircuit te monteren. Als de debietmeter op een laag punt in
het doorvoerleidingcircuit wordt gemonteerd, kan het
aansluitcompartiment vollopen.
Als de doorvoerleiding afkomstig is van boven de debietmeter, moet de
doorvoerleiding tot onder de debietmeter worden verlegd. In sommige
gevallen moet een afvoerafdichting worden geïnstalleerd.
Oktober 2018Snelstartgids
Figuur 5-2: Correcte installatie van de doorvoerleidingen
AA
A. Doorvoerleiding
5.4De debietmeter bedraden
Gebruik de volgende afbeeldingen en stappen om de debietmeter te
bedraden:
Figuur 5-3: 4-20 mA bedrading
RL ≥ 250 Ω
+
A
-
A. Voeding
Snelstartgids 17
Loading...
+ 39 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.