Deze gids bevat basisrichtlijnen voor de Rosemount™ Vortex-debietmeter
van de 8800D-serie. Het bevat geen instructies voor gedetailleerde
configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing,
explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de
referentiehandleiding voor meer informatie. De handleidingen en deze
snelstartgids zijn ook elektronisch beschikbaar op EmersonProcess.com/
Rosemount.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moet in
overeenstemming zijn met de toepasselijke lokale, nationale en
internationale normen, codes en werkwijzen. Raadpleeg het gedeelte over
goedkeuringen in de referentiehandleiding voor eventuele beperkingen die
zijn verbonden aan een veilige installatie.
• Voordat u een draagbare communicator in een explosiegevaarlijke
omgeving aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instrumenten in het
circuit worden geïnstalleerd in overeenstemming met intrinsiek veilige
of niet-vonkende veldbedradingspraktijken.
• Controleer of de werkomgeving van de debietmeter overeenkomt met
de juiste productcertificeringen.
• Verwijder in een explosiebeveiligde/drukvaste installatie de deksels van
de debietmeter niet wanneer er stroom op het apparaat is aangesloten.
Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
WAARSCHUWING
Elektrische schokken kunnen de dood of ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Vermijd contact met de kabels en de aansluitingen. Hoogspanning die
op leidingen aanwezig kan zijn, kan een elektrische schok veroorzaken.
1.1
2Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Retourneringsbeleid
Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Emerson
worden aangehouden. Deze procedures zorgen dat aan de
vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een
veilige werkomgeving voor medewerkers van Emerson. Als de procedures
van Emerson niet worden aangehouden, wordt de levering van uw
apparatuur geweigerd.
Oktober 2018Snelstartgids
1.2Emerson Flow klantenservice
E-mail:
• Internationaal: flow.support@emerson.com
• Azië-Pacific: APflow.support@emerson.com
Telefoon:
Noord- en Zuid-AmerikaEuropa en Midden-OostenAzië-Pacific
Verenigde
Staten
Canada+1 303 527
Mexico+41 (0) 41
Argentinië+54 11 4837
Brazilië+55 15 3413
Venezuela+58 26 1731
800 522 6277 Verenigd
5200
7686 111
7000
8000
3446
Koninkrijk
Nederland+31 (0) 704
Frankrijk0800 917 901 India800 440 1468
Duitsland0800 182
Italië8008 77334China+86 21 2892
Centraal- en
Oost-Europa
Rusland/GOS +7 495 981
Egypte0800 000
Oman800 70101Thailand001 800 441
Qatar431 0044Maleisië800 814 008
Koeweit663 299 01
Zuid-Afrika800 991 390
Saoedi-Arabië 800 844 9564
VAE800 0444
0870 240
1978
136 666
5347
+41 (0) 41
7686 111
9811
0015
0684
Australië800 158 727
NieuwZeeland
Pakistan888 550 2682
Japan+81 3 5769
Zuid-Korea+82 2 3438
Singapore+65 6 777
099 128 804
9000
6803
4600
8211
6426
Snelstartgids 3
Snelstartgids Oktober 2018
2Installatie
2.1De debietmeter monteren
Ontwerp procesbuizen zodanig dat het meetgedeelte vol blijft, zonder
ingesloten lucht. De Vortex-debietmeter kan in elke richting worden
geïnstalleerd zonder dat dit van invloed is op de nauwkeurigheid. Hieronder
volgen echter richtlijnen voor bepaalde installaties.
2.1.1Verticale montage
Als de Vortex-debietmeter in een verticale richting wordt geïnstalleerd:
• Installeer opwaartse of neerwaartse stroming voor gas of stoom.
• Installeer opwaartse stroming voor vloeistoffen.
Figuur 2-1: Verticale installatie
BA
A. Gasstroom
B. Vloeistof- of gasstroom
4Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.1.2Horizontale montage
Figuur 2-2: Horizontale installatie
A
A. Voorkeursinstallatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica aan de
zijkant van de buis
B. Acceptabele installatie - meetgedeelte geïnstalleerd met elektronica
boven de buis
Voor stoom en vloeistoffen met een laag gehalte aan vaste stoffen wordt het
aanbevolen om de debietmeter met de elektronica aan de zijkant van de
buis te installeren. Dit minimaliseert potentiële meetfouten door het
condensaat of de vaste stoffen onder de shedderbar te laten stromen zonder
de werveling te onderbreken.
2.1.3Installatie bij hoge temperatuur
De maximale temperatuur voor geïntegreerde elektronica is afhankelijk van
de omgevingstemperatuur op de plaats waar de debietmeter wordt
geïnstalleerd. De temperatuur van de elektronica mag niet hoger zijn dan
85 °C (185 °F).
Figuur 2-3 toont combinaties van omgevings- en procestemperaturen die
nodig zijn om een behuizingstemperatuur van minder dan 85 °C (185 °F) te
handhaven.
B
Snelstartgids 5
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-3: Maximale omgevings-/procestemperaturen
200 (93)
180(82)
160 (71)
600 (316)
700 (371)
C
800 (427)
900 (482)
1000 (538)
A
140 (60)
120 (49)
100 (38)
80 (27)
60 (16)
0
100 (38)
200 (93)
300 (149)
400 (204)
500 (260)
B
A. Omgevingstemperatuur °F (°C)
B. Procestemperatuur °F (°C)
C. 85 °C (185 °F) maximale temperatuur behuizing.
Opmerking
De aangegeven limieten gelden voor horizontale buis- en verticale
meterstand, met meter en buis geïsoleerd met 77 mm (3 in.) keramische
vezelisolatie.
De volgende oriëntaties worden aanbevolen voor toepassingen met hoge
procestemperaturen.
• Installeer met elektronica naast of onder de procesbuis.
• Isolatie rondom de buis kan nodig zijn om de omgevingstemperatuur
onder 85 °C (185 °F) te houden.
Opmerking
Isoleer alleen de buis en het meetgedeelte. Isoleer de steunbuisbeugel of
transmitter niet, zodat de warmte kan worden afgevoerd.
2.1.4Stoominstallaties
Vermijd installaties zoals getoond in Figuur 2-4. Dergelijke omstandigheden
kunnen bij het opstarten leiden tot waterslag, vanwege ingesloten
condensaat.
6Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Figuur 2-4: Onjuiste installatie
2.1.5Stroomopwaartse/stroomafwaartse vereisten
De debietmeter kan worden geïnstalleerd met ten minste tien rechte
buisdiameters (D) stroomopwaarts en vijf rechte buisdiameters (D)
stroomafwaarts door de K-factorcorrecties te volgen zoals beschreven in
Technisch gegevensblad 8800 Installatie-effecten (00816-0100-3250). Er is
geen K-factorcorrectie vereist als 35 rechte buisdiameters stroomopwaarts
(35D) en 10 rechte buisdiameters stroomafwaarts (10D) aanwezig zijn.
2.1.6Externe druk-/temperatuurtransmitters
Bij gebruik van druk- en temperatuurtransmitters in combinatie met de
debietmeter voor gecompenseerde massastromingen, installeert u de
transmitters stroomafwaarts van de debietmeter zoals aangegeven in Figuur
2-5.
Snelstartgids 7
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-5: Stroomopwaartse/stroomafwaartse buizen
C
A
B
D
A. Druktransmitter
B. Vier rechte buisdiameters stroomafwaarts
C. Temperatuurtransmitter
D. Zes rechte buisdiameters stroomafwaarts
2.1.7Waferinstallatie
Figuur 2-6: Waferinstallatie
B
B
A
D
C
A. Installatie draadeinden en moeren (geleverd door klant)
B. Uitlijningsring
C. Pakkingen (geleverd door klant)
D. Stroomrichting
8Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.1.8Flensinstallatie
Figuur 2-7: Flensinstallatie
A
B
A. Installatie bouten en moeren (geleverd door de klant)
B. Pakkingen (geleverd door klant)
C. Stroomrichting
Opmerking
De vereiste boutbelasting voor het afdichten van de pakkingverbinding
wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder werkdruk,
pakkingmateriaal, breedte en toestand. Een aantal factoren heeft ook
invloed op de feitelijke boutbelasting als gevolg van een gemeten koppel,
inclusief de toestand van boutdraden, wrijving tussen de moerkop en de
flens en parallelliteit van de flenzen. Vanwege deze toepassingsafhankelijke
factoren kan het vereiste koppel voor elke toepassing anders zijn. Volg de
richtlijnen uiteengezet in ASME PCC-1 om de bouten op een correcte manier
aan te halen. Zorg ervoor dat de debietmeter gecentreerd is tussen flenzen
van dezelfde nominale grootte als de debietmeter.
Het stapnummer van de procedure komt overeen met het nummer in Figuur
2-8.
Snelstartgids 9
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-8: Montage van het thermokoppel
1. Schuif de thermokoppelbout (1) over het thermokoppel (TC).
2. Plaats de tweedelige klemring (2) over het uiteinde van het
thermokoppel (TC).
3. Steek het thermokoppel in het gat van de dompelhuls (TW) aan de
onderkant van het meetgedeelte.
Belangrijk
Duw het thermokoppel voorzichtig helemaal in de dompelhuls. Dit is
van cruciaal belang om de juiste inbrengdiepte te krijgen. Schroef
vervolgens de thermokoppelbout in het gat.
4. Wanneer de thermokoppelbout handvast zit, markeert u de positie
van de bout ten opzichte van het meetgedeelte (het merkteken
helpt bij het bepalen van rotaties). Gebruik een moersleutel van ½-in.
en draai de bout ¾ slag met de klok mee om de klemring te plaatsen.
Opmerking
Na het voltooien van Stap 4 worden de klemring en
thermokoppelbout permanent op het thermokoppel geïnstalleerd.
5. Controleer of de rubberen O-ring is geïnstalleerd op het uiteinde van
de elektronica van het thermokoppel.
6. Controleer of de 2,5 mm zeskantschroef is geïnstalleerd.
7. Steek de connector voor het elektronische uiteinde in de
transmitterbehuizing. Draai de schroef vast met een 2,5 mm
zeskantsleutel om de verbinding te beveiligen.
Belangrijk
Draai de zeskantschroef niet te strak aan.
10Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
2.2Externe elektronica installeren
Als u een van de externe elektronica-opties bestelt (optie R10, R20, R30 of
RXX), wordt de debietmeter in twee delen geleverd:
1. Het meetgedeelte met een adapter geïnstalleerd in de steunbuis en
een daarmee verbonden coaxkabel.
2. De elektronicabehuizing geïnstalleerd op een montagebeugel.
Als u de opties voor gepantserde externe elektronica hebt besteld, volg dan
dezelfde instructies als voor de standaard externe kabelaansluiting, behalve
dat de kabel misschien niet door een doorvoerleiding hoeft te worden
geleid. De kabelwartels zijn inbegrepen bij de gepantserde versie.
1. Monteer het meetgedeelte in de processtroomleiding zoals
beschreven in De debietmeter monteren.
2. Monteer de beugel en de elektronicabehuizing op de gewenste
locatie. De behuizing kan op de beugel worden geplaatst om het
aanleggen van de veldbedrading en doorvoerleidingen te
vergemakkelijken.
Raadpleeg Figuur 2-9 en deze stappen om het losse uiteinde van de
coaxkabel aan te sluiten op de elektronicabehuizing.
Snelstartgids 11
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 2-9: Installatie van externe elektronica
A
B
C
J
D
E
F
P
G
O
H
N
K
I
M
L
A. 1/2 NPT-doorvoerleidingadapter of kabelwartel (geleverd door de klant)
B. Coaxkabel
C. Meteradapter
D. Koppeling
E. Ring
F. Moer
G. Kabelmoer sensor
H. Steunbuis
I. Meetgedeelte
J. Elektronica behuizing
K. Moer coaxkabel
L. Doorvoerleidingadapter (optioneel geleverd door klant)
M. Schroeven behuizingsadapter
N. Behuizingsadapter
O. Schroef behuizingsvoet
P. Verbinding met aarde
1. Als u van plan bent om de coaxkabel door een doorvoerleiding te
laten lopen, snijdt u de doorvoerleiding voorzichtig op de gewenste
lengte om voor een juiste montage aan de behuizing te zorgen. Er
kan een aansluitdoos in de doorvoerleiding worden geplaatst om
ruimte te bieden voor extra coaxkabellengte.
12Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Let op!
De externe coaxkabel mag niet op locatie van een afsluitweerstand
worden voorzien of op lengte worden gesneden. Rol eventuele extra
coaxkabel op met een radius van meer dan 51 mm (2 in.).
2. Schuif de doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het losse
uiteinde van de coaxkabel en bevestig deze aan de adapter op de
steunbuis van de meterbehuizing.
3. Als u een doorvoerleiding gebruikt, leidt u de coaxkabel door de
doorvoerleiding.
4. Plaats een doorvoerleidingadapter of kabelwartel over het uiteinde
van de coaxkabel.
5. Verwijder de behuizingsadapter uit de elektronicabehuizing.
6. Schuif de behuizingsadapter over de coaxkabel.
7. Verwijder een van de vier schroeven van de behuizingsvoet.
8. Bevestig en draai de moer van de coaxkabel stevig vast aan de
aansluiting op de elektronicabehuizing.
9. Bevestig de aardedraad van de coaxkabel op de behuizing via de
aardschroef in de voet van de behuizing.
10. Lijn de behuizingsadapter uit met de behuizing en bevestig deze met
twee schroeven.
11. Draai de doorvoerleidingadapter of kabelwartel vast aan de
behuizingsadapter.
Let op!
Om te voorkomen dat vocht de coaxkabelaansluitingen
binnendringt, installeert u de verbindende coaxkabel in een enkele
speciale doorvoerleiding of gebruikt u afgedichte kabelwartels aan
beide uiteinden van de kabel.
Opmerking
Raadpleeg de referentiehandleiding voor meer informatie over de
CPA-optie.
Snelstartgids 13
Snelstartgids Oktober 2018
3Rotatie van de behuizing
De gehele behuizing van de elektronica kan in stappen van 90° worden
gedraaid voor het kijkgemak. Volg de volgende stappen om de oriëntatie
van de behuizing te wijzigen.
1. Draai de drie rotatieschroeven van de behuizing aan de onderkant
van de elektronicabehuizing los met een 5/32" inbussleutel door de
schroeven met de klok mee (naar binnen) te draaien totdat de
steunbuis loskomt.
2. Trek de elektronicabehuizing langzaam uit de steunbuis.
Let op!
Trek de behuizing niet verder dan 40 mm (1,5 in.) van de bovenkant
van de steunbuis totdat de sensorkabel is losgekoppeld. Er kan
schade aan de sensor optreden als deze sensorkabel onder spanning
staat.
3. Schroef de sensorkabel uit de behuizing met een 5/16" steeksleutel.
4. Draai de behuizing in de gewenste richting.
5. Houd deze in deze richting terwijl u de sensorkabel op de onderkant
van de behuizing vastschroeft.
Let op!
Draai de behuizing niet terwijl de sensorkabel is bevestigd aan de
onderkant van de behuizing. Hierdoor wordt de kabel uitgetrokken
en kan de sensor worden beschadigd.
6. Plaats de elektronicabehuizing in de bovenkant van de steunbuis.
7. Gebruik een inbussleutel om de drie rotatieschroeven van de
behuizing tegen de klok in te draaien (naar buiten) om de steunbuis
vast te zetten.
14Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
4Jumpers instellen
Pas de jumpers aan volgens de gewenste instellingen.
4.1HART-jumpers
Als er geen alarm- en beveiligingsjumpers zijn geïnstalleerd, werkt de
debietmeter normaal met de alarmfunctie alarm hoog en de beveiliging uit.
Figuur 4-1: HART-jumpers en LCD-display
4.2Foundation-veldbus
Als er geen beveiligingsjumpers en jumpers voor "simulatie inschakelen" zijn
geïnstalleerd, werkt de debietmeter normaal met de standaardbeveiliging
"UIT" en simulatie inschakelen "UIT".
Figuur 4-2: Foundation-veldbusjumpers en LCD-display
HI
ALARM
SECURITY
ON
OFF
SIMULATE ENABLE
LO
OFF
ON
SECURITY
ON
OFF
Snelstartgids 15
Snelstartgids Oktober 2018
5Bedrading aansluiten en stroom inschakelen
5.1Voeding (HART)
De gelijkstroomvoeding moet stroom leveren met minder dan twee procent
rimpeling. De totale weerstandsbelasting is de som van de weerstand van de
signaalkabels en de belastingsweerstand van de controller, indicator en
gerelateerde onderdelen. Merk op dat de weerstand van intrinsieke
veiligheidsbarrières, indien gebruikt, eveneens moet worden meegenomen.
Figuur 5-1: Belastingsbeperking
1500
1250
1000
750
A
500
250
0
10.8 16.822.828.834.842
B
A. Weerstand in de meetkring in Ohm
B. Voedingsspanning
Maximale lusweerstand = 41,7 (voedingsspanning - 10,8) De
veldcommunicator vereist een minimale lusweerstand van 250 ohm.
5.2
5.3
16Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Voeding (Foundation-veldbus)
De debietmeter heeft 9-32 Vdc nodig bij de voedingsaansluitingen. Elke
veldbusvoedingsbron heeft een vermogensregelaar nodig om de
voedingsuitgang van het veldbusbedradingsegment los te koppelen.
Installatie van de doorvoerleidingen
Voorkom dat condensatie vanuit een doorvoerleiding in de behuizing
stroomt door de debietmeter op een hoog punt in het
doorvoerleidingcircuit te monteren. Als de debietmeter op een laag punt in
het doorvoerleidingcircuit wordt gemonteerd, kan het
aansluitcompartiment vollopen.
Als de doorvoerleiding afkomstig is van boven de debietmeter, moet de
doorvoerleiding tot onder de debietmeter worden verlegd. In sommige
gevallen moet een afvoerafdichting worden geïnstalleerd.
Oktober 2018Snelstartgids
Figuur 5-2: Correcte installatie van de doorvoerleidingen
AA
A. Doorvoerleiding
5.4De debietmeter bedraden
Gebruik de volgende afbeeldingen en stappen om de debietmeter te
bedraden:
Figuur 5-3: 4-20 mA bedrading
RL ≥ 250 Ω
+
A
-
A. Voeding
Snelstartgids 17
Snelstartgids Oktober 2018
Figuur 5-4: 4-20 mA en pulsbedrading met elektronische totalisator/
teller
RL ≥250 Ω
+
A
100 Ω ≤ R
≤ 100 kΩ
L
-
B
+
A. Voeding
B. Voeding met teller
18Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Figuur 5-5: Veldbedrading debietmeter voor Foundationveldbusprotocol
A
B
C
D
F
E
GG
H
A. Max. 1900 m (6234 ft), afhankelijk van de kabelkarakteristieken
B. Geïntegreerde vermogensregelaar en filter
C. Afsluitweerstanden
D. Veldbussegment
E. Voeding
F. (verbindingslijn)
G. (aftaklijn)
H. Apparaten 1 tot en met 16
(1)
Opmerking
De voeding, filter, eerste afsluitweerstand en configuratiehulpmiddel
bevinden zich meestal in de controlekamer.
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant die is gemarkeerd met
FIELD TERMINALS (veldaansluitingen).
2. Sluit de positieve kabel aan op de "+" en de negatieve kabel op de "-"
zoals getoond in Figuur 5-3 voor HART-installaties en in Figuur 5-5
voor Foundation-veldbusinstallaties.
Opmerking
Foundation-veldbusaansluitingen zijn niet polariteitsgevoelig.
(1) Intrinsiek veilige installaties kunnen mogelijk minder apparaten per I.S.-barrière
toelaten.
Snelstartgids 19
Snelstartgids Oktober 2018
3. Voor HART-installaties die gebruikmaken van de pulsuitgang, sluit u
de positieve kabel aan op de "+" van de pulsuitgang en de negatieve
kabel op de "-" van de pulsuitgang zoals getoond in Figuur 5-4. Voor
de pulsuitgang is een aparte voeding van 5 tot 30 V DC vereist.
Maximale schakelstroom voor de pulsuitgang is 120 mA.
Let op!
Sluit de onder spanning staande signaalbedrading niet aan op de
testaansluitklemmen. Het vermogen kan de testdiode in de
testverbinding beschadigen. Om de ruisopname in het 4-20 mAsignaal en het digitale communicatiesignaal tot een minimum te
beperken zijn getwiste aderparen vereist. Voor omgevingen met een
hoge EMI/RFI-waarde is afgeschermde signaaldraad vereist en
verdient deze de voorkeur in alle andere installaties. Gebruik een
draad van 24 AWG of dikker en van niet meer dan 1.500 meter (5000
voet). Gebruik voor omgevingstemperaturen boven 60 °C (140 °F)
een draad die berekend is op 80 °C (176 °F) of hoger.
Figuur 5-3 en Figuur 5-4 tonen de bedradingsverbindingen die nodig
zijn om een transmitter van stroom te voorzien en communicatie
met een draagbare veldcommunicator mogelijk te maken.
Figuur 5-5 toont de bedradingsverbindingen die nodig zijn om een
transmitter met een Foundation-veldbus van stroom te voorzien.
4. Sluit ongebruikte doorvoerleidingaansluitingen en dicht deze af.
Gebruik afdichtband of -pasta op draden om een vochtdichte
afdichting te garanderen. Voor doorvoerleidingopeningen in de
behuizing gemarkeerd met M20 zijn afsluitpluggen met M20 x 1,5
schroefdraad nodig Voor niet-gemarkeerde
doorvoerleidingopeningen zijn afsluitpluggen met een ½-14 NPT
schroefdraad nodig.
Opmerking
Rechte draden moeten minimaal drie keer met tape worden
omwikkeld om een goede afdichting te verkrijgen.
5. Installeer indien van toepassing bedrading met een druppellus.
Plaats de druppellus zo dat de onderkant lager is dan de
doorvoerleidingaansluitingen en de behuizing van de debietmeter.
Opmerking
De installatie van het aansluitblok met transiënte bescherming biedt
geen tijdelijke bescherming, tenzij de behuizing van de transmitter
op de juiste manier is geaard.
20Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Let op!
Bij debietmeters die besteld zijn met geverfd meetgedeelte kan
elektrostatische ontlading optreden. Om elektrostatische lading te
voorkomen, mag u niet over het meetgedeelte wrijven met een
droge doek of deze reinigen met oplosmiddelen.
5.5Dekselborgschroef vastzetten
Voor transmitterbehuizingen die worden geleverd met een
dekselborgschroef, moet de schroef correct worden geïnstalleerd zodra de
transmitter is bedraad en ingeschakeld. De dekselborgschroef is bedoeld om
het verwijderen van de transmitterdeksel in explosieveilige omgevingen
zonder gebruik van gereedschap te voorkomen.
1. Controleer of de dekselborgschroef vastzit in de behuizing.
2. Installeer het deksel van de transmitterbehuizing en controleer of het
deksel strak tegen de behuizing aan zit.
3. Draai met behulp van een M4 inbussleutel de borgschroef los totdat
deze contact maakt met het transmitterdeksel.
4. Draai de borgschroef een extra ½ slag tegen de klok in om het deksel
vast te zetten.
Let op!
Overmatig aanspannen kan de schroefdraden beschadigen.
5. Controleer of het deksel niet kan worden verwijderd.
Snelstartgids 21
Snelstartgids Oktober 2018
6Configuratie controleren
Voordat u de debietmeter in een installatie gebruikt, moet u de
configuratiegegevens controleren om ervoor te zorgen dat deze
overeenkomen met de huidige toepassing. In de meeste gevallen zijn al
deze variabelen vooraf geconfigureerd in de fabriek. Configuratie kan nodig
zijn als uw debietmeter niet is geconfigureerd of als de
configuratievariabelen moeten worden herzien. Rosemount beveelt aan dat
de volgende variabelen worden gecontroleerd voor het opstarten.
HART
• Tag
• Transmittermodus
• Procesvloeistof
• Referentie K-factor
• Flenstype
• ID koppelbuis
• PV-eenheden
• PV-demping
• Demping procestemperatuur
• Vaste procestemperatuur
• Filter met automatische aanpassing
• Configuratie van het LCD-display (alleen voor apparaten met een display)
• Dichtheidsverhouding (alleen voor standaard of normale
debieteenheden)
• Procesdichtheid en dichtheidseenheden (alleen voor
massadebieteenheden)
• Variabele toewijzing
• Bereikwaarden
• Pulsuitgangsconfiguratie (alleen voor eenheden met pulsuitgang)
Foundation-veldbusconfiguratie
• Tag
• Transmittermodus
• Procesvloeistof
• Referentie K-factor
22Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
• Flenstype
• ID koppelbuis
• PV-eenheden (geconfigureerd in het AI-blok)
• Stromingsdemping
• Demping procestemperatuur
• Vaste procestemperatuur
• Filter met automatische aanpassing
• Configuratie van het LCD-display (alleen voor apparaten met een display)
• Dichtheidsverhouding (alleen voor standaard of normale
debieteenheden)
• Procesdichtheid en dichtheidseenheden (alleen voor
massadebieteenheden)
Tabel 6-1: Sneltoetsen voor Rosemount 8800D apparaatrevisie 1 DD
revisie 2 en apparaatrevisie 2 DD revisie 1
(1) Deze items zijn in een lijstformaat zonder numerieke labels. Om toegang te
krijgen tot deze functies, moet u naar deze optie scrollen in de HART
Communicator.
Opmerking
Raadpleeg de referentiehandleiding van het product voor gedetailleerde
configuratie-informatie.
Snelstartgids 29
Snelstartgids Oktober 2018
7Installatie van veiligheidsmetingen
Voor installaties met veiligheidscertificaat raadpleegt u de Rosemount
8800D veiligheidshandleiding (documentnr. 00809-0200-4004) voor
installatieprocedure en systeemvereisten.
30Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
8Productcertificeringen
Drukvaste behuizing beschermingstype Ex d volgens IEC 60079-1, EN
60079-1
• Transmitters met drukvaste behuizingsbescherming mogen alleen
worden geopend als de voeding is afgeschakeld.
• Het afblinden van ingangen in het apparaat moet worden uitgevoerd
met behulp van een geschikte Ex d kabelwartel of afsluitplug. Tenzij
anders aangegeven op de behuizing zijn de standaard schroefdraden
voor doorvoerleidingopeningen 1/2-14 NPT.
Beschermingstype n volgens IEC 60079-15, EN 60079-15
Het afblinden van ingangen in het apparaat moet worden uitgevoerd met
behulp van een geschikte Ex e of Ex n kabelwartel en metalen afsluitplug of
een geschikte door ATEX of IECEx goedgekeurde kabelwartel en afsluitplug
met een IP66-classificatie die is gecertificeerd door een door de EU
goedgekeurde certificeringsinstantie.
8.1Informatie inzake Europese richtlijnen
De CE-verklaring van overeenstemming voor alle toepasselijke Europese
richtlijnen voor dit product is te vinden op onze website www.emerson.com/
rosemount. Een papieren versie kan worden verkregen door contact op te
nemen met ons lokale verkoopkantoor.
8.2
8.3
ATEX-richtlijn
Emerson Process Management voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Europese richtlijn drukapparatuur (PED)
Rosemount 8800D Vortex-debietmeter leidingmaat 40 mm tot 300 mm
• Certificaatnummer 4741-2014-CE-HOU-DNV
0575 of 0496
•
• Module H Conformiteitsbeoordeling
• Verplichte CE-markering voor debietmeters in overeenstemming met
artikel 15 van de PED is te vinden op de behuizing van de meetbuis.
• Debietmetercategorieën I - III gebruiken module H voor
conformiteitsbeoordelingsprocedures.
Rosemount 8800D Vortex-debietmeter leidingmaat 15 mm en 25 mm
Sound Engineering Practice
(SEP - regels van goed
vakmanschap)
Snelstartgids 31
Debietmeters die SEP zijn, vallen buiten het
bereik van PED en kunnen niet worden
gemarkeerd voor naleving van PED.
Snelstartgids Oktober 2018
9Certificeringen voor gevaarlijke locaties
9.1Amerikaanse en Canadese certificeringen
E5
Explosiebestendig voor Klasse I, Divisie 1, Groep B, C en D
of
Bestendig tegen stofontbranding voor Klasse II, III, Divisie 1, Groep
E6
E, F, G.
Ex db [ia] IIC T6...T1 Gb
Klasse I, Zone 1, AEx db [ia] IIC T6...T1 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
Thermische gegevens:
Omgevingstemperat
uur (°C)
–50 to +70-200 to +75T6
–50 to +70-200 to +95T5
–50 to +70-200 to +130T4
–50 to +70-200 to +195T3
–50 to +70-200 to +290T2
–50 to +70-200 to +427T1
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
Afgesloten in de fabriek; enkele afsluiting
Behuizingstype 4X
Installeer volgens tekening 08800-0112;
I5 of
Intrinsiek veilig voor gebruik in Klasse I, II, III, Divisie 1, Groep A, B, C,
I6
D, E, F, G
Niet-vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groep A, B, C en D
Klasse I, Zone 0, AEx ia IIC T4 Ga
Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART
Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
Enkele afsluiting; behuizingstype 4X
Installeer volgens tekening 08800-0112
IE of
FISCO voor Klasse I, Divisie 1, Groep A, B, C en D
IF
FNICO voor Klasse I, Divisie 2, Groep A, B, C en D
Klasse I, Zone 0, AEx ia IIC T4 Ga
Temperatuurcode T4 (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C)
Enkele afsluiting; behuizingstype 4X
Installeer volgens tekening 08800-0112
32Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Gecombineerde Noord-Amerikaanse certificeringen
K5,
Combinatie van E5 en I5 of E6 en I6.
K6
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
of
KB
1. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale
bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
2. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige
verbindingen moet contact worden opgenomen met de
fabrikant.
3. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de
apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te
zorgen dat de omgevingstemperatuur van de transmitter
tussen -50 °C en +70 °C ligt, rekening houdend met de
effecten van de procesvloeistof. Als de
omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten
externe transmitters worden gebruikt.
5. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch
oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf
die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten
worden genomen om ontbranding door elektrostatische
lading op de behuizing te voorkomen.
6. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering
en een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u
dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd
tegen schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0
bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch
gevaar opleveren en mag alleen met een vochtige doek
worden gereinigd.
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal
de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en
een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient
er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen
schokken of schuren wanneer deze zich in een Zone 0omgeving bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan
elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een
vochtige doek worden gereinigd.
FISCOinvoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische
behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend
met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
ATEX type 'n'-certificering
• EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
34Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
II 3 G Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4–20 mA HART
•
• II 3 G Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART
Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie),
zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering
met een beschermende polyurethaanverfafwerking. De
polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar
opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden
gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
ATEX-stofcertificering
• EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
• EN 60079-31: 2014
ND
Certificaat: BaseefaATEX17.0020X
II 2 D Ex tb IIIC T85°C Db (-20 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
2460
Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART
Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering
met een beschermende polyurethaanverfafwerking die een
potentieel risico van elektrostatische ontbranding kan
Snelstartgids 35
Snelstartgids Oktober 2018
vormen. Voorzichtigheid is geboden om deze te beschermen
tegen externe omstandigheden die bevorderlijk zijn voor de
opbouw van elektrostatische lading op dergelijke
oppervlakken. De behuizing mag niet worden ingewreven of
schoongemaakt met een droge doek.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
ATEX Explosieveilige certificering
• EN 60079-0: 2012 + A11: 2013
• EN 60079-1: 2014
• EN 60079-11: 2012
• EN 60079-26: 2015
E1
Certificaat: KEMA99ATEX3852X;
De geïntegreerde debietmeter is als volgt gemarkeerd:
II 1/2 G Ex db [ia] IIC T6 ... T1 Ga/Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
De externe transmitter is als volgt gemarkeerd:
II 2(1) G Ex db [ia Ga] IIC T6 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
met meetgedeelte als volgt gemarkeerd:
II 1 G Ex ia IIC T6...T1 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
EPL Ga Piezo-sensor en thermokoppelaansluitingen.
EPL Gb behuizing transmitter.
2460
42 VDC max 4–20 mA HART
32 VDC max veldbus
Um = 250V
Thermische gegevens:
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +75T6
–50 to +70-200 to +95T5
–50 to +70-200 to +130T4
36Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
Oktober 2018Snelstartgids
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +195T3
–50 to +70-200 to +290T2
–50 to +70-200 to +427T1
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
Installatie-instructies:
1. De kabel- en doorvoerleidinginvoerapparatuur moet van een
gecertificeerd drukvast type Ex d zijn, geschikt voor de
gebruiksomstandigheden en correct geïnstalleerd.
2. Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met
geschikte afsluitelementen.
3. Wanneer de omgevingstemperatuur bij de kabel- of
doorvoerleidingopeningen 60 °C overschrijdt, moeten kabels
worden gebruikt die geschikt zijn voor ten minste 90 °C.
4. Extern gemonteerde sensor; in type bescherming Ex ia IIC,
alleen te verbinden met de elektronica van de bijbehorende
Vortex-debietmeter, model 8800D. De maximaal toegestane
lengte van de verbindingskabel is 152 m (500 ft).
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige
verbindingen moet contact worden opgenomen met de
fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale
bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch
oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf
die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten
worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading
op de behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen
dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C
en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de
procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit
bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
Gecombineerde ATEX-certificeringen
K1
Snelstartgids 37
Combinatie van E1, I1, N1 en ND.
Snelstartgids Oktober 2018
9.3Internationale certificeringen (IECEx)
IECEx I.S.-certificering
• IEC 60079-0: 2011
• IEC 60079-11: 2011
I7
Nr. certificaat IECEx BAS05.0028X
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
4-20 mA HARTentiteitsparameters
U
I
P
Celsiu
s
L
= 30 VDCU
i
(1)
= 185 mAI
i
(1)
= 1.0 WP
i
= 0 µFCelsiu
i
= 0.97mHL
i
Veldbusentiteitsparameters
= 30 VDCU
i
(1)
= 300 mAI
i
(1)
= 1.3 WP
i
= 0 µFCelsiu
s
i
< 10 µHL
i
(1) Totaal voor transmitter.
FISCO
IG
Certificaat: IECEx BAS 05.0028X
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ 60 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie), zal
de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en
een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient
er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen
schokken of schuren wanneer deze zich in een Zone 0omgeving bevindt. De polyurethaanverfafwerking kan
elektrostatisch gevaar opleveren en mag alleen met een
vochtige doek worden gereinigd.
FISCOinvoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische
behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
38Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend
met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
Type 'n'-certificering
• IEC 60079-0: 2011
• IEC 60079-11: 2011
• IEC 60079-15: 2010
N7
Nr. certificaat IECEx BAS05.0029X
Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) 4-20 mA HART
Ex nA ic IIC T5 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C) veldbus
Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART
Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers (T1-optie),
zal de apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering
met een beschermende polyurethaanverfafwerking. De
polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar
opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden
gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
IECEx stofcertificering
• IEC 60079-0: 2011
• IEC 60079-31: 2013
NF
Certificaat: IECEx BAS 17.0019X
Ex tb IIIC T85°C Db (-20 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
Maximale werkspanning = 42 VDC 4-20 mA HART
Maximale werkspanning = 32 VDC veldbus
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Snelstartgids 39
Snelstartgids Oktober 2018
1. De behuizing kan zijn gemaakt van een aluminiumlegering met
een beschermende polyurethaanverfafwerking die een
potentieel risico van elektrostatische ontbranding kan vormen.
Voorzichtigheid is geboden om deze te beschermen tegen
externe omstandigheden die bevorderlijk zijn voor de opbouw
van elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De
behuizing mag niet worden ingewreven of schoongemaakt
met een droge doek.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
IECEx Explosieveilige certificering
• IEC 60079-0: 2011
• IEC 60079-1: 2014
• IEC 60079-11: 2011
• IEC 60079-26: 2014
E7
Certificaat: IECEx KEM05.0017X
De geïntegreerde debietmeter is als volgt gemarkeerd:
Ex db [ia] IIC T6...T1 Ga/Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
De externe transmitter is als volgt gemarkeerd:
Ex db [ia Ga] IIC T6 Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
met meetgedeelte als volgt gemarkeerd:
Ex ia IIC T6...T1 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
EPL Ga Piezo-sensor en thermokoppelaansluitingen.
EPL Gb behuizing transmitter.
42 VDC max 4–20 mA HART
32 VDC max veldbus
Um = 250V
Thermische gegevens:
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +75T6
–50 to +70-200 to +95T5
40Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
Oktober 2018Snelstartgids
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +130T4
–50 to +70-200 to +195T3
–50 to +70-200 to +290T2
–50 to +70-200 to +427T1
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
Installatie-instructies:
1. De kabel- en doorvoerleidinginvoerapparatuur moet van een
gecertificeerd drukvast type Ex d zijn, geschikt voor de
gebruiksomstandigheden en correct geïnstalleerd.
2. Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met
geschikte afsluitelementen.
3. Wanneer de omgevingstemperatuur bij de kabel- of
doorvoerleidingopeningen 60 °C overschrijdt, moeten kabels
worden gebruikt die geschikt zijn voor ten minste 90 °C.
4. De extern gemonteerde sensor mag alleen op de transmitter
worden aangesloten met de bijbehorende kabel, geleverd door
de fabrikant.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige
verbindingen moet contact worden opgenomen met de
fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale
bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch
oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf
die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten
worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading
op de behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen
dat de omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C
en +70 °C ligt, rekening houdend met de effecten van de
procesvloeistof. Als de omgevingstemperatuur buiten dit
bereik ligt, moeten externe transmitters worden gebruikt.
Snelstartgids 41
Snelstartgids Oktober 2018
Gecombineerde IECEx-certificeringen
K7
Combinatie van E7, I7, N7 en NF.
9.4Chinese certificeringen (NEPSI)
Explosieveilige certificering
• GB3836.1 – 2010
• GB3836.2 – 2010
• GB3836.4 – 2010
• GB3836.20 – 2010
E3
Certificeringsnr. GYJ17.1404X
Ex ia / d IIC T6 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter)
Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter)
Ex ia IIC T6 Ga (externe sensor)
Omgevingstemperatuurbereik: -50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C
Voeding: 42 Vdc max. 4-20 mA HART
Voeding: 32 Vdc max. veldbus
Um = 250V
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De maximaal toegestane lengte van de verbindingskabel
tussen de transmitter en de sensor is 152 m. De kabel wordt
ook geleverd door Rosemount Inc. of door Emerson Process
Management Flow Technologies Co., Ltd.
2. Er moeten geschikte hittebestendige kabels met een
classificering van ten minste +80 °C worden gebruikt wanneer
de temperatuur rond de kabelinvoer hoger is dan +60 °C.
3. Afmetingen van explosieveilige verbindingen zijn anders dan
het relevante minimum of maximum gespecificeerd in tabel 3
van GB3836.2-2010. Neem contact op met de fabrikant voor
meer informatie.
4. De debietmeter is voorzien van speciale bevestigingsmiddelen
van klasse A2-70 of A4-70.
5. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico
van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van nietgeleidende verf te voorkomen.
42Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
6. De aardaansluiting moet op een betrouwbare manier op de
aarde worden aangesloten.
7. Niet openen wanneer geactiveerd.
8. De kabelinvoeropeningen moeten worden verbonden door
middel van een geschikt invoerapparaat of stoppluggen met
bescherming van het type Ex d IIC Gb. Het kabelinvoerapparaat
en de stoppluggen zijn goedgekeurd in overeenstemming met
GB3836.1-2010 en GB3836.2-2010, die worden gedekt door
een afzonderlijk onderzoekscertificaat. Elke ongebruikte
invoeropening moet worden voorzien van een drukvaste
stopplug van beschermingstype Ex d IIC Gb.
9. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te
wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de
apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden
opgelost met experts van de fabrikant.
10. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
te zorgen dat de elektronische onderdelen binnen de
toegestane omgevingstemperatuur blijven, rekening houdend
met het effect van de toegestane vloeistoftemperatuur.
11. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers
voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding,
GB3836.13-1997 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die
worden gebruikt in explosieve gasatmosferen",
GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke
gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006
"Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16:
Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met
uitzondering van mijnen)", en GB50257-1996 "Code voor de
constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor
explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor
elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
I.S.-certificering
• GB3836.1 – 2010
• GB3836.4 – 2010
• GB3836.20 – 2010
I3
Certificeringsnr. GYJ17.1196X
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 70 °C) 4-20 mA HART
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C) veldbus
Snelstartgids 43
Snelstartgids Oktober 2018
4-20 mA HARTentiteitsparameters
U
I
P
Celsiu
s
L
= 30 VDCU
i
(1)
= 185 mAI
i
(1)
= 1.0 WP
i
= 0 µFCelsiu
i
= 0.97mHL
i
Veldbusentiteitsparameters
= 30 VDCU
i
(1)
= 300 mAI
i
(1)
= 1.3 WP
i
= 0 µFCelsiu
s
i
< 10 µHL
i
(1) Totaal voor transmitter.
FISCO
IH
Certificeringsnr. GYJ17.1196X
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kabel tussen de transmitter en de sensor wordt geleverd
door de fabrikant.
2. Tijdens installatie moeten gebruikers voldoen aan clausule
12.2.4 in GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor
explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in
gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)".
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische
behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend
met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
FISCOinvoerparameters
= 17,5 VDC
i
(1)
= 380 mA
i
(1)
= 5.32 W
i
= 0 µF
s
i
< 10 µH
i
4. De Vortex-debietmeter mag alleen worden gebruikt in een
explosieve atmosfeer wanneer deze aangesloten is op het
gecertificeerde bijbehorende apparaat. De aansluiting moet
voldoen aan de vereisten van de handleiding van het
bijbehorende apparaat en de Vortex-debietmeter.
5. De behuizing moet worden gebruikt om deze tegen schokken
te beschermen.
6. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico
van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van nietgeleidende verf te voorkomen.
44Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
7. De kabel met afscherming is geschikt voor aansluiting en de
afscherming moet op de aarde worden aangesloten.
8. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te
wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de
apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden
opgelost met experts van de fabrikant.
9. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers
voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding,
GB3836.13-2013 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die
worden gebruikt in explosieve gasatmosferen",
GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke
gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006
"Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16:
Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met
uitzondering van mijnen)", en GB50257-2014 "Code voor de
constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor
explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor
elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
Type 'n'-certificering
• GB3836.1 – 2010
• GB3836.4 – 2010
• GB3836.8 – 2014
N3
Certificeringsnr. GYJ17.1197X
Ex nA ic IIC T5 Gc (- 50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C) 4-20 mA HART
Ex nA ic IIC T5 Gc (- 50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C) veldbus
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kabel tussen de transmitter en de sensor wordt geleverd
door de fabrikant.
2. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
3. Tijdens installatie moeten gebruikers voldoen aan clausule
12.2.4 in GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor
Snelstartgids 45
Snelstartgids Oktober 2018
explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in
gevaarlijke gebieden (met uitzondering van mijnen)".
4. Elke vorm van wrijving moet worden voorkomen om het risico
van elektrostatische lading op de behuizing als gevolg van nietgeleidende verf te voorkomen.
5. Niet openen wanneer geactiveerd.
6. De kabelinvoeropeningen moeten worden aangesloten door
middel van een geschikte kabelinvoer. De kabelinvoer moet
voldoen aan Ex d/Ex e/Ex nA-installatievereisten volgens
GB3836 en met Ex-goedkeuringscertificaat. De
installatiemethode moet waarborgen dat de apparatuur
voldoet aan beschermingsgraad IP66 volgens GB4208-2008.
7. Het is gebruikers niet toegestaan om de configuratie te
wijzigen. Dit teneinde de explosiebeveiligingsprestaties van de
apparatuur te garanderen. Eventuele defecten moeten worden
opgelost met experts van de fabrikant.
8. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud moeten gebruikers
voldoen aan de relevante vereisten van de producthandleiding,
GB3836.13-2013 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten
die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen",
GB3836.15-2000 "Elektrische apparaten voor explosieve
gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in gevaarlijke
gebieden (met uitzondering van mijnen)", GB3836.16-2006
"Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16:
Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (met
uitzondering van mijnen)", en GB50257-2014 "Code voor de
constructie en acceptatie van elektrische apparaten voor
explosiegevaarlijke omgevingen en installatietechniek voor
elektrische apparatuur voor brandbestrijding".
Zie NEPSI Cert GYJ17.1181X
Gecombineerde Chinese certificeringen (NEPSI)
K3
Combinatie van E3, I3, N3 en Stof.
9.5Japanse certificeringen (CML)
Explosieveilige certificering
• JNIOSH-TR-46-1
• JNIOSH-TR-46-2
• JNIOSH-TR-46-6
46Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
E4
Certificaat: CML17JPN1145X
Ex d [ia] IIC T6...T1 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter en sensor)
Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter)
Ex ia IIC T6...T1 Ga (externe sensor)
Omgevingstemperatuurbereik: -20 °C tot +60 °C
Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +75T6
–50 to +70-200 to +95T5
–50 to +70-200 to +130T4
–50 to +70-200 to +195T3
–50 to +70-200 to +290T2
–50 to +70-200 to +427T1
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor (°C)
42 VDC max, 4-20 mA HART
32 VDC max, veldbus
Um = 250V
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige
verbindingen moet contact worden opgenomen met de
fabrikant.
2. De debietmeter zal voorzien zijn van speciale
bevestigingsmiddelen van klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch
oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf
die dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten
worden genomen om ontbranding door elektrostatische lading
op de behuizing te voorkomen.
9.6
Braziliaanse certificeringen (INMETRO)
I. S. certificering
• ABNT NBR IEC 60079-0: 2013
• ABNT NBR IEC 60079-11: 2013
• Portaria INMETRO nr. 179: 18 mei 2010
I2
Certificatienummer: DNV 18.0003 X
Snelstartgids 47
Snelstartgids Oktober 2018
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 70 °C) 4-20 mA HART
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C) veldbus
IB
Certificatienummer: DNV 18.0003 X
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C ≤ Ta ≤ + 60 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Indien uitgerust met 90V tijdelijke onderdrukkers zal de
apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet
bij de installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en
een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u dient
er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd tegen
schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0 bevindt. De
polyurethaanverfafwerking kan elektrostatisch gevaar
opleveren en mag alleen met een vochtige doek worden
gereinigd.
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische
behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening houdend
met het effect van de procesvloeistoftemperatuur.
Explosieveilige certificering
• ABNT NBR IEC 60079-0: 2013
• ABNT NBR IEC 60079-1: 2016
• ABNT NBR IEC 60079-11: 2013
• ABNT NBR IEC 60079-26: 2016
• Portaria INMETRO nr. 179: 18 mei 2010
E2
Certificatienummer: DNV 18.0004 X
Ex d [ia] IIC T6 Ga/Gb (geïntegreerde transmitter)
Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb (externe transmitter)
Ex ia IIC T6 Ga (externe sensor)
Omgevingstemperatuurbereik: -50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
Procestemperatuurbereik: -202 °C tot +427 °C
Temperatuurklasse transmitter: T6
Temperatuurklasse sensor: zie onderstaande tabel
48Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Omgevingstemperatu
ur (°C)
–50 to +70-200 to +75T6
–50 to +70-200 to +95T5
–50 to +70-200 to +130T4
–50 to +70-200 to +195T3
–50 to +70-200 to +290T2
–50 to +70-200 to +427T1
Procestemperatuur
(°C)
T-klasse sensor
Voeding: 42 Vdc max. 4-20 mA HART
Voeding: 32 Vdc max. veldbustransmitter
Um = 250 V
Extern gemonteerde sensor
in type bescherming Ex ia IIC, alleen te verbinden met de elektronica van de
bijbehorende Vortex-debietmeter, model 8800D. De maximaal lengte van
de verbindingskabel is 152 m (500 ft).
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor informatie over de afmetingen van de explosieveilige
verbindingen moet contact worden opgenomen met de fabrikant.
2. De debietmeter is voorzien van speciale bevestigingsmiddelen van
klasse A2-70 of A4-70.
3. Eenheden gemarkeerd met "Waarschuwing: elektrostatisch
oplaadgevaar" kunnen voorzien zijn van niet-geleidende verf die
dikker is dan 0,2 mm. Voorzorgsmaatregelen moeten worden
genomen om ontbranding door elektrostatische lading van de
behuizing te voorkomen.
4. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de
omgevingstemperatuur van de transmitter tussen -50 °C en +70 °C
ligt, rekening houdend met de effecten van de procesvloeistof. Als de
omgevingstemperatuur buiten dit bereik ligt, moeten externe
transmitters worden gebruikt.
In dit gedeelte wordt de naleving van de vereisten van technische
voorschriften van de douane-unie behandeld.
• TR CU 020/2011 - Elektromagnetische compatibiliteit van technische
middelen
• TR CU 032/2013 - Over de veiligheid van apparatuur die onder
excessieve druk werkt
• TR CU 012/2011 - Over de veiligheid van apparatuur voor gebruik in
mogelijk explosieve omgevingen
• GOST R IEC 60079-0-2011
• GOST R IEC 60079-1-2011
• GOST R IEC 60079-11-2010
• GOST R IEC 60079-15-2010
• GOST 31610.26-2002/IEC 60079-26:2006
E8
Type bescherming drukvaste behuizing «d» met intrinsiek veilige
debietsensor
Ex-markering van de geïntegreerde installatie:
Ga/Gb Ex d [ia] IIC T6 X (-50 °C ≤ Ta ≤ 70 °C)
Ex-markering van de externe installatie: elektronicamodule:
1Ex d [ia Ga] IIC T6 Gb X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C) debietsensor:
0Ex ia IIC T6 Ga X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C)
Elektrische parameters:
Maximale gelijkstroomvoedingsspanning (met uitgangssignaal 4-20
mA HART/puls) 42 V;
Maximale gelijkstroomvoedingsspanning (met uitgangssignaal
Foundation-veldbus en FISCO) 32 V
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Voor debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T6 Ga X, Ga / Gb
Ex d [ia] IIC T6 X en transmitter met Ex-markering 1Ex d [ia Ga]
IIC T6 Gb X moet bekabeling in explosiegevaarlijke omgeving
worden uitgevoerd volgens de vereisten van IEC
60079-14-2011. De mantelkabels moeten zijn ontworpen voor
een maximale omgevingstemperatuur;
2. Externe installatie mag alleen worden uitgevoerd met een
speciale coaxkabel die wordt geleverd door de fabrikant van
debietmeters;
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om ervoor
50Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de elektrische
behuizing van de apparatuur voldoet aan het aangegeven
temperatuurbereik van het beveiligingstype, rekening
houdend met het effect van de procesvloeistoftemperatuur;
4. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om
ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te
voorkomen
I8,
Type bescherming "intrinsiek veilig circuit" niveau «ia»
G8
Ex-markering: 0Ex ia IIC T4 Ga X
Omgevingstemperatuurbereik:
• (I8) debietmeters met pulsuitgangssignalen, 4-20 mA/HART (-60
°C ≤ Ta ≤ 70 °C)
• debietmeters met uitgang veldbus (I8) en FISCO (G8) (-60 °C ≤ Ta
≤ 60 °C)
Tabel 9-1: Intrinsiek veilige parameters invoeren
Intrinsiek
veilige
parameters
(1)
Ui,
V303017.5
(1)
Ii,
mA185300380
(1)
Pi,
W11.35.32
Li, uH9702010
Ci, nF000
(1) Toepasselijke waarden Ui, Ii worden beperkt door het maximale
ingangsvermogen Pi. Het is niet toegestaan om tegelijkertijd de
maximale waarden van Ui, Ii toe te passen.
Uitvoersignaal
4–20mA/HARTpuls
Foundationveldbus
FISCO
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De voeding van debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T4
Ga X moet worden geïmplementeerd via intrinsiek veilige
barrières met conformiteitsverklaring voor geschikte
subgroepen van elektrische apparatuur.
2. Inductantie en capaciteit van intrinsiek veilige circuits van
debietmeters met Ex-markering 0Ex ia IIC T4 Ga X: met
gegeven parameters mogen verbindingskabels de maximale
waarden weergegeven op de intrinsiek veilige barrière vanaf
de zijkant van explosieve zones niet overschrijden.
Snelstartgids 51
Snelstartgids Oktober 2018
3. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
4. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de
apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet bij de installatie rekening worden gehouden.
5. De behuizing kan gemaakt zijn van een aluminiumlegering en
een beschermende polyurethaanverfafwerking hebben; u
dient er echter voor te zorgen dat deze wordt beschermd
tegen schokken of schuren wanneer deze zich in Zone 0
bevindt.
N8
Type bescherming «n» en «intrinsiek veilig» niveau «ic»
Ex-markering: 2Ex nA ic IIC T5 Gc X (-50°C ≤ Ta ≤ 70°C)
Elektrische parameters:
• De maximale gelijkstroomspanning (met uitgang 4-20 mA HART/
1. Wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd, moeten
bijzondere voorzorgsmaatregelen worden genomen om
ervoor te zorgen dat de omgevingstemperatuur van de
elektrische behuizing van de apparatuur voldoet aan het
aangegeven temperatuurbereik van het beveiligingstype,
rekening houdend met het effect van de
procesvloeistoftemperatuur.
2. Indien uitgerust met de 90V tijdelijke onderdrukkers zal de
apparatuur de 500V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet
bij de installatie rekening worden gehouden.
3. Voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om
ontbranding door elektrostatische lading op de behuizing te
voorkomen.
Gecombineerde certificeringen voor Euraziatische conformiteit (EAC)
K8
52Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Combinatie van E8, I8, N8.
Oktober 2018Snelstartgids
9.8Rosemount 8800 Verklaring van overeenstemming
Snelstartgids 53
Snelstartgids Oktober 2018
54Rosemount™ Vortex-debietmeter van de 8800D-serie
Oktober 2018Snelstartgids
Snelstartgids 55
*00825-0111-4004*
00825-0111-4004, Rev. FE
Snelstartgids
Oktober 2018
Emerson Automation Solutions
Emerson Process Management BV
Nederland
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6666
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions
Micro Motion Europa
Neonstraat 1
6718 WX Ede
The Netherlands
T +31 (0) 70 413 6666
F +31 (0) 318 495 556
www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions
Emerson Process Management nv/sa
België
De Kleetlaan
1831 Diegem
België
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
gratis nummer klantendienst
debietmetingen
T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
Micro Motion Inc. USA
Wereldwijd hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T +1 303–527–5200
+1 800–522–6277
F +1 303–530–8459
Emerson Automation Solutions
Micro Motion Azië
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T +65 6363-7766
F +65 6770–8003
Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric
Co. De merken Rosemount, 8600, 8700 en 8800 zijn merken van een van
de bedrijven van de Emerson Automation Solutions-groep. Alle overige
merken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.