Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Smart Wireless Field Link. Er staan geen aanwijzingen in voor
diagnostiek, onderhoud, service of probleemoplossing. Deze gids is ook in digitale vorm beschikbaar op
www.emerson.com.
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
De installatie mag alleen door daartoe bevoegd personeel worden verricht.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke,
landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de
paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
die elektrische schokken kan veroorzaken.
Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan
onder de volgende voorwaarden:
Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken.
Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat
het instrument op ongewenste wijze werkt.
Dit instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten
Overwegingen met betrekking tot
draadloze apparatuur
Inschakelvolgorde
De Smart Wireless Field Link en draadloze I/O moeten geïnstalleerd zijn en goed
werken voordat de voedingsmodules in draadloze veldinstrumenten worden
geïnstalleerd. Bij het inschakelen van draadloze veldinstrumenten moet tevens
een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de
Field Link, te beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat.
Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
Montagelocatie
De Field Link moet worden gemonteerd op een locatie die makkelijk toegang
biedt tot het netwerk van het hostsysteem (draadloze I/O) en het netwerk van het
draadloze veldinstrument.
Selecteer een locatie waar de Field Link de beste draadloze verbinding kan
leveren. Idealiter is dit 4,6 tot 7,6 m (15 tot 25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.)
boven obstakels of grote bouwwerken.
Snelstartgids
Afbeelding 1. Montagelocatie
A. Regelkamer
B. Aa
rde
C. Field Link
D. Mast of pijp
E. Infrastructuur
3
Snelstartgids
A
A
Stand van de antenne
Voor een goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne
verticaal naar boven of naar beneden wijzen en op een afstand van ongeveer
1 m (3 ft.) van grote constructies, gebouwen of geleidende oppervlakken worden
geplaatst.
Afbeelding 2. Stand van de antenne
Februari 2019
Blindstop
De provisorische oranje pluggen dienen te worden vervangen door de
meegeleverde blindstoppen die met schroefdraadborgmiddel wordt afgedicht.
Afbeelding 3. Blindstoppen
A. Blindstop
4
A
B
C
D
E
F
Februari 2019
Beoogd gebruik
De Field Link moet worden gebruikt in combinatie met een netwerkmanager of
netwerkgateway. De Field Link fungeert vervolgens als ‘vertaler’ tussen het
bedrade netwerk en een draadloos veldnetwerk.
Afbeelding 4. Voorbeeld systeemarchitectuur
Snelstartgids
A. Hostsysteem
B. Regelnetwerk
C. Netwerkmanager
Stap 1: Fysieke installatie
Leidingmontage
1. Steek de grootste U-bout om de pijp/mast van 2 inch door het zadel, de
L-vormige beugel en het sluitplaatje heen.
2. Draai de moeren op de U-bout aan met een dopsleutel van 1/2 inch.
3. Breng de kleinste U-bout aan om de Field Link en steek hem door de L-vormige
beugel.
4. Draai de moeren op de U-bout aan met een dopsleutel van
D. Field Link
E. Draadloos veldnetwerk
F. Draadloze veldinstrumenten
1
/2 inch.
5
Snelstartgids
A
B
C
D
Afbeelding 5. Montage
Voedings- en signaalbedrading
1. Verwijder de behuizing waarop “Field Terminals” staat vermeld.
2. Sluit de positieve stroomdraad aan op de “+” pool en de negatieve
stroomdraad op de “—” pool.
3. Sluit de positieve draad van de datakabel aan op de “A (+)” pool en de
negatieve draad van de datakabel op de “B (—)” pool.
4. Sluit alle ongebruikte doorvoerbuisopeningen af en dicht ze af.
5. Plaats het behuizingsdeksel terug.
Februari 2019
Afbeelding 6. Aansluitschema Smart Wireless Field Link
A. Data A (+)
B. Data B (
—)
C. +10,5 tot 30 V d.c.
D. Terugleider
Aarding
De behuizing van de Field Link moet altijd geaard zijn volgens de landelijke en
plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. De effectiefste aardingsmethode is een
directe verbinding met de aarde met minimale impedantie. Aard de Field Link
door de externe aardaansluiting met de aarde te verbinden. De verbinding dient
maximaal 1 Ω of minder te zijn.
6
Februari 2019
Stap 2: Controleer de werking
Opstartprocedure
Zodra de Field Link onder stroom wordt gezet, wordt de lcd-meter ingeschakeld
en wordt er een reeks opstartschermen weergeven. De volgende schermen
worden tijdens het opstarten weergegeven.
1. Opstartscherm 1 — Alle segmenten ingeschakeld
2. Opstartscherm 2 — Instrumentherkenning
3. Opstartscherm 3 — Tag
4. Opstartscherm 4 — Status
Normaal bedrijf
Na de eerste opstartschermen doorloopt de Field Link verschillende periodieke
schermen.
1. Scherm met elektronicatemperatuur
2. Scherm met percentagebereik
3. Gebruik bedrade interface
4. Gebruik radio-interface
Tijdens normaal bedrijf doorloopt de Field Link alle periodieke schermen
constant. Als er zich een diagnostische of storingsconditie voordoet, wordt er een
bijbehorend diagnosescherm weergegeven.
Snelstartgids
7
Snelstartgids
A
B
C
D
A
B
C
D
90°
5.51
(140)
4.20
(107)
3.55
(90.17)
10.91(277)
12.43(316)
3.55
(90.17)
5.51
(140)
5.21
(132)
277
(10,91)
90,17
(3,55)
107
(4,20)
140
(5,51)
316
(12,43)
90,17
(3,55)
140
(5,51)
132
(5,21)
90°
Relevante informatie
Afbeelding 7. Aansluitschema Smart Wireless Field Link
Februari 2019
A. Data A (+)
B. Data B (
—)
C. +10,5 tot 30 V d.c.
D. Terugleider
Opmerking
De Smart Wireless Field Link vereist afzonderlijke afgeschermde paren getwiste aders (vier aders)
voor voeding en data.
Afbeelding 8. Tekening met afmetingen van de Smart Wireless Field Link
A. Blindstop 2x
B. Draaimogelijkheden van de antenne
C. Antenne voor vergroot bereik
D. WirelessHART
®
-antenne
8
Februari 2019
Tabel 1. Specificaties Smart Wireless Field Link
ItemSpecificaties
Ingangsstroom10,5—30 V d.c.
Bedrijfstemperatuur-40 tot 85 °C (-40 tot 185 °F)
Kabels (stroom)Afgeschermd paar getwiste draden, 24 AWG - 14 AWG
1. Omgevingstemperaturen boven 60 °C vereisen bedrading die geschikt is voor ten min ste 5 °C boven de
maximale omgevingstemperatuur.
Afgeschermd paar getwiste draden, 24 AWG - 14 AWG
Capaciteit van minder dan 15 pF/ft.
Geheel roestvaststalen beugel voor montage op pijp van 2 inch
en montage op paneel
Snelstartgids
(1)
(1)
9
Snelstartgids
Februari 2019
Bestelinformatie
Tabel 2. Smart Wireless Field Link
★ Het standaard modelassortiment biedt de meest gangbare opties. Voor optimale prestaties moeten de opties worden
geselecteerd die van een sterretje zijn voorzien (★).
Voor het uitgebreide modelassortiment moet rekening worden gehouden met een langere levertijd.
ModelProductomschrijving
781Smart Wireless Field Link
Fysieke aansluiting
A1RS485
Behuizing
DBehuizing met twee compar timenten — aluminium
EBehuizing met twee compartimenten — roestvast staal
Geleidingsdraden
1
2M20
Productcertificeringen
I5FM intrinsiek veilig, niet-vonkend
I6CSA intrinsiek veilig
I1ATEX intrinsiek veilig
I7IECEx intrinsieke veiligheid
KLFM en CSA klasse 1 divisie 1, ATEX zone 0 intrinsiek veilig
N.v.t.Geen goedkeuringen
Vernieuwingsfrequentie, bedrijfsfrequentie en protocol draadloos
WA3Door gebruiker te configureren vernieuwingsfrequentie, 2,4 GHz DSSS, WirelessHART
Omnidirectionele draadloze antenne en SmartPower™
WK3Externe antenne, lijnspanning 10 — 30 V d.c.
WM3Vergroot bereik, externe antenne, lijnspanning 10 — 30 V d.c.
1
/2— 14 NPT
★
★
★
★
★
★
★
★
★
★
★
★
★
★
Opties (in geselecteerd modelnummer vermelden)
Meter
M5Lcd-display
Opties voor kabelwartels en connectoren
G2Kabelwartel (7,5 mm — 11,9 mm)
G4Kabelwartel voor dunne draden (3 mm — 8 mm)
Voorbeeld modelnummer: 781 A1 D 1 KL WA3 WK3 M5
10
★
Februari 2019
Productcertificeringen
Versie 1.1
Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van
overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van
overeenstemming is beschikbaar op www.emerson.com.
Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest, waarbij is
vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische,
mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend
onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is
geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA).
Installatie in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code (NEC) en de Canadese Electrical Code
(CEC) verbieden het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of
apparatuur met zonemarkering in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn
voor de gebiedsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is
duidelijk vastgelegd in de betreffende codes.
Snelstartgids
VS
I5 VS intrinsiek veilig (IS), niet-vonkend (NI) en stofontstekingsbestendig
Markeringen: S CL I, DIV 1, GP A, B, C, D; CL II, DIV 1, GP E, F, G; klasse III T4;
(voedingsklemmen)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing van transmittermodel 781 bevat aluminium, dat een risico op ontsteking
bij stoten of wrijving met zich meebrengt. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie
en gebruik.
Klasse 1, zone 0 AEx ia IIC T4;
NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D T4;
DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III T4;
indien geïnstalleerd volgens tekening 00781-1010
T4(-40 °C ≤ T
Ingangsparameters
V
= 30 VV
MAX/Ui
I
= 200 mAI
MAX/Ii
P
= 1 WP
MAX/Pi
Ci = 10 nFCi = 5 nFCa/Co = 10 nF
Li = 3,3 μHLi = 2,2 μHLa/Lo = 3,3 μH
≤ +70 °C)
a
Ingangsparameters
(sensorklemmen)
= 11 VVoc/Uo = 7,14 V
MAX/Ui
= 300 mAIsc/Io = 112 mA
MAX/Ii
= 1 WP
MAX/Pi
Uitgangsparameters
(sensorklemmen)
MAX/Po
= 640 mW
11
Snelstartgids
2. De oppervlakteweerstand van de eenheid bedraagt meer dan 1 gigaohm. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag deze niet worden schoongewreven of
gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
3. De transmitter van model 781 kan de isolatietest van 500 Vrms niet doorstaan. Hierbij
moet tijdens installatie rekening worden gehouden.
Canada
I6 Canada intrinsiek veilig
Certificaat:CSA 2330424
Normen:CSA C22.2 nr. 0-10, CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr.
142-1987, CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA-norm. C22.2 nr. 60529 — 2005
Markeringen: Intrinsiek veilig klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D T3C (T
Type 4X; IP 66/67;
indien geïnstalleerd volgens 00781-1011
Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:Baseefa11ATEX0059X
Normen:EN 60079-0: 2009, EN 60079-11: 2007
Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga, T4(-40 °C ≤ T
Ingangsparameters
(voedingsklemmen)
Ui = 30 VUi = 11 VUo = 7,14 V
Ii = 200 mAIi = 300 mAIo = 112 mA
Pi = 1 WPi = 1 WPo = 1 W
Ci = 0 μFCi = 5,1 nFCo = 13,9 μF
Li = 0 mHLi = 0 mHLo = 1000 μH
Ingangsparameters
(RS485)
≤ +70 °C)
a
Uitgangsparameters
(RS485)
Februari 2019
≤ +60 °C)
a
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kunststof antenne kan een potentieel risico van elektrostatische ontsteking
opleveren en mag niet met een droge doek worden afgewreven of gereinigd.
2. De behuizing van model 781 is vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt
met een beschermende verf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing
niet wordt blootgesteld aan stoten of schuren.
3. Het apparaat kan de volgens EN 60079-11:2007, clausule 6.3.12 vereiste 500
V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie van het apparaat rekening
worden gehouden.
Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat:IECEx BAS 11.0026X
12
Normen:IEC 60079-0: 2004, IEC 60079-0: 2007-10, IEC 60079-11: 2006
Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, T4(-40 °C ≤ T
Ingangsparameters
(voedingsklemmen)
Ui = 30 VUi = 11 VUo = 7,14 V
Ii = 200 mAIi = 300 mAIo = 112 mA
Pi = 1 WPi = 1 WPo = 1 W
Ci = 0 μFCi = 5,1 nFCo = 13,9 μF
Li = 0 mHLi = 0 mHLo = 1000 μH
≤ +70 °C)
a
Ingangsparameters
(RS485)
Uitgangsparameters
(RS485)
Februari 2019
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De kunststof antenne kan een potentieel risico van elektrostatische ontsteking
opleveren en mag niet met een droge doek worden afgewreven of gereinigd.
2. De behuizing van model 781 is vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt
met een beschermende verf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing
niet wordt blootgesteld aan stoten of schuren
3. Het apparaat kan de volgens EN 60079-11:2007, clausule 6.3.12 vereiste 500
V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie van het apparaat rekening
worden gehouden.
China
I3 Intrinsieke veiligheid China
Certificaat:GYJ13.1444X
Normen:GB3836.1-2010, GB3836.4-2010, GB3836.20-2010
Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, -40 ~ + 70 °C
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
EAC — Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland
IM Technisch voorschrift douane-unie (EAC) intrinsieke veiligheid
Certificaat:RU C-US.Gb05.B.00643
Markeringen: 0Ex ia IIC T4 Ga X
Ingangsparameters
(voedingsklemmen)
Ui = 30 BUi = 11 BUo = 7,14 B
Ii = 200 MAIi = 300 MAIo = 112 MA
Pi = 1 BTPi = 1 BTPo = 1 BT
Ci = 0 мкΦCi = 5,1 HΦCo = 13,9 мкΦ
Li = 0 MГHLi = 0 MГHLo= 0 MГH
Ingangsparameters
(RS485)
Uitgangsparameters
(RS485)
Snelstartgids
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
Combinaties
KD Combinatie van I1, I5 en I6
KL Combinatie van I1, I5, I6 en I7
13
Snelstartgids
Februari 2019
Afbeelding 9. Verklaring van overeenstemming Smart Wireless Field Link