Rosemount Snelstartgids: Rosemount™ smart manometer Manuals & Guides

Rosemount™ smart manometer

Snelstartgids
00825-0111-4145, Rev. BB
Februari 2019
Snelstartgids
WAARSCHUWING
!
Februari 2019
KENNISGEVING
Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount smart manometers. Hij bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, service, probleemoplossing of intrinsiek veilige (intrinsically safe; I.S.) installatie. Raadpleeg de naslaghandleiding instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op
Emerson.com/Rosemount
Aandachtspunten m.b.t. verzending
Dit apparaat wordt met geïnstalleerde batterij verzonden. Elk instrument bevat een primaire lithium-thionylchloridebatterij van maat D. Het ver voer van primaire
lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse Department of Transportation en die van de IATA (International Air Transport Association), de IC AO (International Civil Aviation Organization) en het ADR (Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid van de transporteur om deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te leven. Raadpleeg voor verzending de geldende regels en voorschriften.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke,
landelijke en internationale normen, voorschrif ten en procedures worden gevolgd.
Zorg ervoor dat het instrument wordt geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende
veldprocedures .
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Tijdens vervoer van het instrument moet worden gezorgd dat accumulatie van elektrostatische lading
wordt voorkomen.
Het instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en personen ten minste
20 cm (8 inch) bedraagt.
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Hanteer het apparaat voorzichtig.
Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
De apparatuur mag alleen worden geïnstalleerd door gekwalificeerd personeel.
.
van de Rosemount smart manometer voor nadere
Antivastlooppasta of PTFE-tape (voor verbinding met NPT-draad)
Standaardgereedschap, bijv. schroevendraaier, moers leutel, tang
Inhoud
Inhoud van de doos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Optioneel: Voedings-/instrumentcontrole . . . . . 4
Optioneel: Optie voor indicatie van normaal
bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
2
Installatieprocedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Probleemoplossing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Februari 2019
Inhoud van de doos
Smart manometer Snelstartgids
Ook de volgende opties zijn verkrijgbaar. Ze worden met de Rosemount smart manometer meegeleverd als ze zijn besteld.
Rosemount 306 integraal verdeelstuk (modelcode S5) Beugel B4 (modelcode B4)
Snelstartgids
Rosemount 1199-afdichting (modelcode S1)
Indicatie normaal bereik (modelcode LK)
Produc tcertificeri ng (modelcodes hieronder) Q4: Kalibratiecertificering QG: Kalibratiecertificering en verificatiecertificering GOST QP: Kalibratiecertificering en manipulatieveilige
afdichting
Q8: Certificering materiaaltraceerbaarheid conform
EN 102043.1
Q15: Certificering naleving NACE MR0175/ISO 15156 voor
materialen die met vloeistof in aanraking komen
Q25: Certificering naleving NACE MR00103 voor
materialen die met vloeistof in aanraking komen
3
Snelstartgids
Februari 2019

1.0 Optioneel: Voedings-/instrumentcontrole

Het instrument is bedoeld als een product dat kant-en-klaar is voor installatie. Doe het volgende om de batterij van het instrument vóór installatie te testen:
1. Volg de aanwijzingen onder “Schakel het instrument in” op pagina 6.
2. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand OFF (uit) totdat u gereed bent om het instrument te gebruiken.

2.0 Optioneel: Optie voor indicatie van normaal bereik

Opmerking
De stickers mogen alleen op de wijzerplaat worden aangebracht, dus niet op de binnen­of buitenkant van het behuizingsdeksel. De stickers moeten worden aangebracht op een plaats waar de omgevingstemperatuur hoger is dan 10 °C.
1. Knip de stickers bij tot de gewenste afmetingen.
2. Verwijder het behuizingsdeksel.
3. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand OFF (uit) en wacht totdat het
ledje stopt met knipperen.
4. Verplaats de naald voorzichtig rechtsom totdat hij naar de rode X wijst.
Opmerking
Wees hierbij voorzichtig, want de elektronicaconstructie is met de naald verbonden.
5. Verwijder al het vuil van de wijzerplaat zodat dit niet onder de sticker
terechtkomt.
6. Trek de witte beschermlaag achterop de sticker los.
7. Laat de sticker langzaam op de gewenste plaats op de wijzerplaat zakken
en strijk hem op zijn plaats glad. Herhaal stap 6 en 7 totdat u de gewenste indicatielocaties hebt ingesteld.
Opmerking
Verplaatsen van de aangebrachte sticker wordt afgeraden, omdat de hoeveelheid lijm op de achterkant van de sticker hierdoor afneemt.
8. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand ON (aan).
9. Plaats het behuizingsdeksel terug.
4
Februari 2019
LET OP
!
45° 45°
Aanbevolen zone 30° Aanbevolen zone 30°
30°

3.0 Installatieprocedure

Stap 1: Dicht de schroefdraadverbinding af en bescherm deze
Stap 2: Installeer het instrument
Snelstartgids
Opmerking
Gebruik de sleutel alleen op de vlakken, niet op de behuizing.
Installatierichting
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) bevindt zich in de hals van het instrument, achter de behuizing. Het ontluchtingstraject ligt tussen de behuizing en de sensor (zie Afbeelding 1).
Houd het ontluchtingstraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en smeermiddel) door het instrument zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen.
Afbeelding 1. Drukpoort aan lage kant
A
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
5
Snelstartgids
123
645
8709
A
B
C
Stap 3: Schakel het instrument in
Controleer de werking van het instrument en de batterij.
1. Draai het deksel linksom los.
2. Schuif de aan-uitschakelaar naar de stand ON (aan) om de
Opmerking
Tijdens de inschakelprocedure wordt het bewegingsbereik van de naald getest en knippert het lampje oranje.
3. Controleer na het voltooien van de inschakelprocedure of het lampje groen
Opmerking
Het lampje kan verschillende kleuren hebben; zie Afbeelding 1 in “Probleemoplossing”
op pagina 7 voor de statusinformatie van het instrument.
Februari 2019
inschakelprocedure te starten.
knippert.
Stap 4: Maak verbinding met het instrument
A. Veldcommunicator B. HART®-modem C. AMS Configurator
Veldcommunicator
1. Schakel de veldcommunicator in.
2. Selecteer in het Hoofdmenu het HART-symbool.
AMS Configurator
1. Start de AMS Configurator.
2. Selecteer in het menu View (weergave) de optie Device Connection View
(weergave instrumentverbinding).
3. Dubbelklik op het instrument onder de HART-modem.
6
Loading...
+ 12 hidden pages