Rosemount Snelstartgids: Rosemount 8750WA magnetisch flowmetersysteem (transmitter en sensor) Manuals & Guides

Snelstartgids
00825-0111-4750, Rev CA
Maart 2014
Rosemount magnetisch
flowmetersysteem 8750W voor (afval-)
water- en algemene toepassingen
Snelstartgids
Maart 2014
MEDEDELING
WAARSCHUWING
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn:
De installatie- en onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door
bevoegd personeel. Voer geen andere onderhoudswerkzaamheden uit dan die welke in de gebruiksaanwijzing beschreven staan, tenzij u daartoe bevoegd bent.
Controleer of de installatie veilig is uitgevoerd en past bij de gebruiksomgeving.
Sluit een Rosemount-transmitter nooit aan op een sensor die niet van Rosemount is en die
zich in een explosiegevaarlijke atmosfeer bevindt.
De sensorbekleding is gevoelig voor montageschade. Steek nooit iets door de sensor heen
om hem op te tillen of om als hefboom te gebruiken. Door beschadiging van de bekleding kan de sensor onbruikbaar worden.
Er mogen geen metalen pakkingen of pakkingen met spiraalvorm worden gebruikt, omdat
die het bekledingsoppervlak van de sensor zouden beschadigen.
Als regelmatig verwijderen wordt voorzien, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen
ter bescherming van de uiteinden van de bekleding. Vaak worden ter bescherming korte passtukken aangebracht op de uiteinden van de sensor.
Rosemount magnetische flowmeters die met niet-standaard lakopties zijn besteld, kunnen
gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Voorkom elektrostatische ontlading door de flowmeter nooit met een droge doek af te nemen of met oplosmiddelen schoon te maken.
Correct aanhalen van de flensbouten is essentieel voor een goede werking en lange
levensduur van de sensor. Alle bouten moeten in de juiste volgorde worden aangehaald tot de voorgeschreven momentwaarde. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt, kan ernstige schade aan de bekleding van de sensor ontstaan en moet de sensor misschien vervangen worden.
Inhoud
Vóór de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 3
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 7
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 8
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 10
Aarding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 15
Bedrading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 17
Basisconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 28
2
Maart 2014
Stap 1: Vóór de installatie
Voordat u de Rosemount 8750W-flowmeter installeert, moet een aantal stappen worden uitgevoerd om het installatieproces te vergemakkelijken:
Ga na welke opties en configuraties voor uw toepassing gelden Stel zo nodig de hardware-schakelaars in Overweeg de mechanische, elektrische en omgevingsvereisten
Mechanische overwegingen
De montageplaats voor de Rosemount 8750W-transmitter moet genoeg ruimte bieden voor stevige montage, goede toegang tot de kabelpoorten, helemaal openen van de transmitterdeksels en gemakkelijke afleesbaarheid van het LOI-scherm (zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2).
Als de Rosemount 8750W-transmitter afzonderlijk van de sensor wordt gemonteerd, gelden mogelijk niet dezelfde beperkingen als welke gelden voor de sensor.
Afbeelding 1. Maatschets transmitter voor veldmontage
190 (7,49) 165 (6,48)
LOI-deksel
Snelstartgids
224
(8,81)
126
(4,97)
76
(3,00)
78 (3,07)
126
(4,97)
1
/2"–14 NPT (3 plaatsen)*
1
/2"–14 NPT (2 plaatsen)*
148
(5,82)
MEDEDELING
*Kabelinvoer met niet-standaard schroefdraad. Er zijn M20-verbindingen beschikbaar voor
gebruik van doorvoerleidingadapters met schroefdraad.
3
Snelstartgids
Afbeelding 2. Maatschets transmitter voor wandmontage
MET STANDAARD DEKSEL
229
109
(4,31)
75
(2,96)
(9,01)
71
(2,81)
MET LOI-DEKSEL
79
(3,11)
283
(11,15)
Maart 2014
11
(0,44)
305
(12,02)
Aardaansluiting
OPMERKING
Afmetingen zijn aangegeven in millimeter (inch)
4
1
/2–14 NPT-aansluiting
(4 plaatsen)
LOI-toetsenbordafdekking
Maart 2014
Omgevingsoverwegingen
Vermijd extreme temperaturen en overmatige trilling om ervoor te zorgen dat de transmitter lang meegaat. Typische probleemgebieden:
leidingen met sterke vibratie met integraal gemonteerde transmitters installaties in een warm klimaat in direct zonlicht buiteninstallaties in een koud klimaat.
Op afstand gemonteerde transmitters kunnen in de regelkamer worden geïnstalleerd om de elektronica te beschermen tegen de elementen, en bieden zo gemakkelijke toegang voor configuratie en onderhoud.
Zowel de op afstand gemonteerde als de integraal gemonteerde Rosemount 8750W-transmitter heeft externe voeding nodig; er moet dus een geschikte voedingsbron in de buurt zijn.
Installatieprocedures
Bij de installatie van de Rosemount 8750W moeten gedetailleerde procedures voor mechanische en elektrische installatie worden gevolgd.
Monteer de transmitter
Op een locatie op afstand kan de transmitter worden gemonteerd op een leiding van maximaal 50,8 mm doorsnee of op een vlakke wand.
Leidingmontage
De transmitter op een leiding monteren:
1. Bevestig de montagebeugel met behulp van het bevestigingsmateriaal op de leiding.
2. Bevestig de Rosemount 8750W-transmitter met behulp van de montageschroeven op de montagebeugel.
Snelstartgids
Stel de opties en configuraties vast
De standaardtoepassing van de 8750W werkt met een 4–20mA-uitgang en regeling van de sensorspoelen en elektroden. Voor andere toepassingen zijn mogelijk een of meer van de volgende configuraties of opties vereist:
HART-multidropconfiguratie Discrete uitgang Discrete ingang Pulsuitgang
Stel vast welke andere opties en configuraties van toepassing zijn op de installatie. Houd een lijst van deze opties bij de hand voor raadpleging tijdens de installatie- en configuratieprocedure.
5
Snelstartgids
Hardware-selectie/schakelaars
De elektronicaprint van de 8750W heeft door de gebruiker in te stellen hardware-schakelaars, afhankelijk van het bestelde transmittermodel. Met deze schakelaars stelt u de storings-/alarminstelling, de interne/externe analoge voeding, de interne/externe pulsvoeding en de transmitterbeveiliging in. Bij verzending uit de fabriek zijn deze schakelaars standaard als volgt ingesteld:
Storings-/alarminstelling: HOOG
Interne/externe analoge voeding: INTERN
Pulsvoeding intern/extern: EXTERN (alleen veldmontage)
Transmitterbeveiliging: UIT
De instellingen van de hardware-schakelaars wijzigen
Meestal hoeven de instellingen van de hardware-schakelaars niet gewijzigd te worden. Volg de in de handleiding beschreven stappen als de schakelaars wel versteld moeten worden.
WAARSCHUWING
Gebruik voor het verstellen van de schakelaars een niet-metalen stuk gereedschap.
Elektrische overwegingen
Neem bij het maken van de elektrische aansluitingen op de Rosemount 8750W de landelijke, plaatselijke en fabrieksvereisten voor elektrische installaties in acht. Zorg dat u beschikt over geschikte voeding, doorvoerbuizen en andere accessoires die nodig zijn om te voldoen aan deze vereisten.
Maart 2014
Draai de transmitterbehuizing
De transmitterbehuizing voor veldmontage kan in stappen van 90° op de sensor worden gedraaid. U doet dit door de vier montagebouten aan de onderkant van de behuizing te verwijderen. De behuizing mag niet meer dan 180° in één richting worden gedraaid. Zorg voordat u het geheel vastdraait dat de raakoppervlakken schoon zijn, de O-ring goed in de groef ligt en er geen ruimte is tussen de behuizing en de sensor.
6
Maart 2014
Snelstartgids
Stap 2: Transport
Transporteer alle onderdelen voorzichtig om schade te voorkomen. Transporteer het systeem zo mogelijk in de oorspronkelijke transportcontainers naar de installatielocatie. Rosemount-flowsensoren worden verzonden met deksels, die ze beschermen tegen mechanische schade. Bij sensoren met een bekleding van PTFE voorkomt het deksel tevens de normale vervorming van de bekleding. Verwijder de deksels pas vlak voor de installatie.
Afbeelding 3. Ondersteuning van de Rosemount 8750W-sensor met flens voor
transport
Sensoren van 12,7 tot 101.6 mm
(0,5 tot 4 inch)
Sensoren van 127 mm (5 inch)
en groter
7
Snelstartgids
Stap 3: Montage
Lengtes voor en na de sensor
Om te zorgen dat de sensor onder uiteenlopende procesomstandigheden aan de specificaties blijft voldoen, moet hij worden geïnstalleerd met ten minste vijf rechte leidingdiameters voor en ten minste twee rechte leidingdiameters na het elektrodevlak (zie Afbeelding 4).
Afbeelding 4. Rechte leidingdiameters voor en na de sensor
5 leidingdiameters 2 leidingdiameters
Flow
Er zijn ook installaties met minder rechte leidingdiameters voor en na de sensor mogelijk. In installaties met minder rechte leidingdiameters kan de absolute prestatie afwijken. De gemelde flowsnelheden zijn nog dan steeds in hoge mate reproduceerbaar.
De sensor moet zo worden gemonteerd dat de PUNT van de flowpijl in de richting van de stroom door de sensor wijst (zie Afbeelding 5).
Maart 2014
Afbeelding 5. Flow-richting
8
Maart 2014
De sensor moet worden geïnstalleerd op een plaats waar hij tijdens bedrijf altijd volledig gevuld blijft. Bij een verticale installatie zorgt de opwaartse flow van procesvloeistof ervoor dat het doorsnede-oppervlak altijd gevuld is, ongeacht de flowsnelheid. Horizontale installatie is alleen geschikt voor lage meetleidinggedeeltes die normaliter gevuld zijn.
Afbeelding 6. Stand van de sensor
FLOW
FLOW
Snelstartgids
Montagepositie
De elektroden in de sensor zijn correct georiënteerd als de twee meetelektroden in de 3- en 9-uurspositie of binnen 45° ten opzichte van de loodlijn staan, zoals rechts in Afbeelding 7 weergegeven. Vermijd montageposities waarbij de twee meetelektroden in de 6- en 12-uurspositie staan, zoals links in Afbeelding 7 weergegeven.
Afbeelding 7. Montagepositie sensor
Fout Goed
9
Snelstartgids
Maart 2014
Stap 4: Installatie
Sensoren met flens
Pakkingen
Aan beide kanten van de sensor is een pakking nodig voor aansluiting op een aangrenzend instrument of leidinggedeelte. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat geschikt is voor de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Aan weerszijden van de aardingsring is een pakking vereist. Voor alle andere toepassingen (inclusief sensoren met bekledingsbescherming of een aardelektrode) is slechts één pakking nodig voor elke eindaansluiting.
WAARSCHUWING
Er mogen geen metalen pakkingen of pakkingen met spiraalvorm worden gebruikt, omdat die het bekledingsoppervlak van de sensor zouden beschadigen. Als er spiraalgewikkelde of metalen pakkingen vereist zijn voor de toepassing, moeten er bekledingsbeschermingen worden gebruikt.
Afbeelding 8. Plaatsing van flenspakkingen
10
DOOR KLANT AANGESCHAFTE PAKKING
AARDINGSRING
EN PAKKING OPTIONEEL
FLOW
Maart 2014
Flensbouten
Draai nooit de bouten aan één kant tegelijk vast. Draai beide kanten tegelijkertijd vast. Bijvoorbeeld:
1. Voor meter handvast
2. Na meter handvast
3. Voor meter aandraaien
4. Na meter aandraaien
Dus niet eerst vóór de sensor handvast en meteen aanhalen en vervolgens na de sensor handvast en meteen aanhalen.
Als u bij het aanhalen van de bouten niet afwisselt tussen beide kanten, kan de bekleding beschadigd raken. De voor de diverse sensorleidingdiameters en bekledingstypen aangeraden momentwaarden staan vermeld in Tabel 1 op pagina 12. Raadpleeg de fabrikant als de flensclassificatie van de sensor in de tabellen ontbreekt. Haal de flensbouten vóór de sensor aan in de volgorde aangegeven in Afbeelding 9 op pagina 11 tot 20% van het aanbevolen aanhaalmoment. Herhaal deze procedure aan de kant na de sensor. Haal bij sensoren met meer of minder flensbouten de bouten aan in een vergelijkbare kruisgewijze volgorde. Herhaal deze volledige aanhaalreeks tot 40%, 60%, 80% en ten slotte 100% van de aanbevolen aanhaalmomenten of totdat het lekken tussen de proces- en de sensorflenzen stopt.
Als het lekken bij het aanbevolen aanhaalmoment nog niet is gestopt, kunnen de bouten in stappen van 10% verder worden aangehaald totdat de verbindingen niet meer lekken of totdat het gemeten aanhaalmoment de maximale aanhaalspecificatie van de bouten heeft bereikt. De bescherming van de bekleding in overweging nemende komt de gebruiker vaak tot een ander aanhaalmoment waarbij het lekken ophoudt, door de specifieke combinatie van flenzen, bouten, pakkingen en het voeringsmateriaal van de sensor.
Controleer de flenzen op lekkage nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u niet de juiste aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De verbindingen van een sensor moeten 24 uur na de installatie nogmaals worden aangehaald. Na verloop van tijd kan het voeringsmateriaal van een sensor door de druk vervormd raken.
Snelstartgids
Afbeelding 9. Aanhaalvolgorde flensbouten
Neem contact op met onze technische ondersteuning voor momentwaarden die niet in tabel 1, 2 of 3 vermeld staan.
11
Snelstartgids
Tabel 1. Aanbevolen momentwaarden flensbouten voor ASME
Bekleding van PTFE Bekleding van neopreen
Maatcode Leidingdiameter
005
010
015
020
025
030
040
050
060
080
100
120
140
160
180
200
240
300
360
15 mm
(0,5 inch)
25 mm
(1 inch)
40 mm
(1,5 inch)
50 mm (2 inch)
65 mm
(2,5 inch)
80 mm (3 inch)
100 mm
(4 inch)
125 mm
(5 inch)
150 mm
(6 inch)
200 mm
(8 inch)
250 mm
(10 inch)
300 mm (12 inch)
350 mm (14 inch)
400 mm (16 inch)
450 mm (18 inch)
500 mm (20 inch)
600 mm (24 inch)
750 mm (30 inch)
900 mm (36 inch)
Klasse 150
(lb-ft)
8 8 - -
8 12 - -
13 25 7 18
19 17 14 11
22 24 17 16
34 35 23 23
26 50 17 32
36 60 25 35
45 50 30 37
60 82 42 55
55 80 40 70
65 125 55 105
85 110 70 95
85 160 65 140
120 170 95 150
110 175 90 150
165 280 140 250
195 415 165 375
280 575 245 525
Klasse 300
(lb-ft)
Klasse 150
(lb-ft)
Maart 2014
Klasse 300
(lb-ft)
12
Maart 2014
Tabel 2. Aanbevolen momentwaarden flensbouten voor EN1092-1
Bekleding van PTFE
PN 10 PN 16 PN 25 PN 40
Maatcode Leidingdiameter
005
010
015
020
025
030
040
050
060
080
100
120
140
160
180
200
240
15 mm
(0,5 inch)
25 mm (1 inch)
40 mm
(1,5 inch)
50 mm (2 inch)
65 mm
(2,5 inch)
80 mm (3 inch)
100 mm
(4 inch)
125 mm
(5 inch)
150 mm
(6 inch)
200 mm
(8 inch)
250 mm (10 inch)
300 mm (12 inch)
350 mm (14 inch)
400 mm (16 inch)
450 mm (18 inch)
500 mm (20 inch)
600 mm (24 inch)
(Newtonmeter) (Newtonmeter) (Newtonmeter) (Newtonmeter)
50 70
70 100
90 130
130 90 130 170
100 130 190 250
120 170 190 270
160 220 320 410
220 280 410 610
190 340 330 420
230 380 440 520
290 570 590 850
Snelstartgids
10
20
50
60
50
50
13
Snelstartgids
Maart 2014
Tabel 2. (vervolg) Aanbevolen momentwaarden flensbouten voor EN1092-1
Bekleding van neopreen
PN 10 PN 16 PN 25 PN 40
Maatcode Leidingdiameter
010
015
020
025
030
040
050
060
080
100
120
140
160
180
200
240
25 mm
(1 inch)
40 mm
(1,5 inch)
50 mm
(2 inch)
65 mm
(2,5 inch)
80 mm
(3 inch)
100 mm
(4 inch)
125 mm
(5 inch)
150 mm
(6 inch)
200 mm
(8 inch)
250 mm (10 inch)
300 mm (12 inch)
350 mm (14 inch)
400 mm (16 inch)
450 mm (18 inch)
500 mm (20 inch)
600 mm (24 inch)
(Newtonmeter) (Newtonmeter) (Newtonmeter) (Newtonmeter)
20
30
40
35
30
40 50
50 70
60 90
90 60 90 110
70 80 130 170
80 110 130 180
110 150 210 280
150 190 280 410
130 230 220 280
150 260 300 350
200 380 390 560
Tabel 3. Moment- en belastingsspecificaties voor flensbouten voor grote
leidingdiameters
AWWA C207 (Ft-lb) EN1092-1 (Nm)
1000 mm (40 inch)
1050 mm (42 inch)
1200 mm (48 inch)
AS2129 (Nm) AS4087 (Nm)
1000 mm (40 inch)
1200 mm (48 inch)
Klasse D
Klasse E
Klasse D
Klasse E
Klasse D
Klasse E
Tabel D
Tabel E
Tabel D
Tabel E
757
757 PN10 413
839 PN16 478
839
872 PN10 622
872
614
652 PN21 515
786
839 PN21 840
1000 mm (40 inch)
1200 mm (48 inch)
1000 mm (40 inch)
1200 mm (48 inch)
PN6 208
PN6 375
PN16 612
PN16 785
14
Loading...
+ 30 hidden pages