Rosemount Snelstartgids: Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION™ veldbusprotocol Manuals & Guides

Beknopte installatiehandleiding
Start
Einde
Stap 1: Bedrading aansluiting Stap 2: Configureer het transducerblok Productcertificaties
00825-0111-4377, Rev EB Februari 2019
Rosemount 752 externe indicator met F
OUNDATION
Rosemount 752
Beknopte installatiehandleiding
BELANGRIJKE KENNISGEVING
WAARSCHUWING
Rosemount 752
© 2010 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Emerson.
Emerson Automation Solutions
8200 Market Boulevard
sen, MN 55317, VS
Chanhas T (VS) (800) 999-9307 T (internationaal) +1 (952) 906-8888 F +1 (952) 949-7001
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emerson.be
Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 752 externe indicator. De handleiding bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemop­lossing, explosieveilige, vuurbestendige of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 752 (publicatienummer 00809-0100-4377) voor nadere instructies. Deze handleiding is op www.emerson.com ook in digitale vorm beschikbaar.
Emerson Automation Solutions bv
ostbus 212
P 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emerson.nl
00825-0111-4377, Rev EB
Februari 2019
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij installatie van deze indicator in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden opgevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de Rosemount 752 voor bepalingen in verband met veilige installatie.
• Controleer voordat u een veldbuscommunicator in een explosiegevaarlijke atmosfee a
ansluit of alle instrumenten in de kring zijn geïnstalleerd volgens intr iet-vonkende veldbedradingsmethoden.
n
• Verwijder het indicatordeksel niet, bij een explosiebes
allatie, terwijl er stroom staat op het app
inst
Elektrisch
e schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
araat.
tendige/vuurbestendige
• Vermijd aanraken van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder
anning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken.
sp
insiek veilige of
hoge
2
r
Zie ‘Waarschuwingen over veiligheid’ op pagina 2 voor de volledige waarschuwingsinformatie.
Beknopte installatiehandleiding
00825-0111-4377, Rev EB Februari 2019
Rosemount 752
STAP 1: BEDRADING AANSLUITING
Bedrading voor FOUNDATION veldbusprotocol
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant van de aansluitklemmenkast. Verwijder het deksel niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er stroom op het circuit st D
e signaalbedrading levert tevens de voeding voor de indicator.
2. Sluit de voedingsdraden aan op de aansluitklemmen met de aanduiding “F
ING” (zie Afbeelding 1). De voedingsaansluitingen zijn niet polariteitsgevoelig.
WIR
3. Sluit alle ongebruikte aansluitpunten in de indicatorbehuizing goe d
at er zich vocht ophoopt in de aansluitklemmenkast. Indien u de onge
a
ansluitpunten niet afdicht, dient u de indicator met de elek ericht te monteren zodat drainage mogelijk is. Installeer de bed
g d
ruppellus. Leg de druppellus zodanig dat de onderkant lager dan de a n de indicatorbehuizing komt te liggen.
e
NB
Zet geen hoge spanning (bijv. netspanning) op de indicatoraansluitklemmen. Uitzonderlijk hoge spanning kan tot schade aan de unit leiden. (De voedingsaansluitingen van de indicator zijn belastbaar tot 32 V gelijkstroom.)
Afbeelding 1. Veldbus-terminalblok
d af om te voorkomen
bruikte
tronicabehuizing omlaag
rading met een
ansluitpunten
aat.
IELDBUS
Aandachtspunten op het gebied van elektriciteit
Een juiste elektrische installatie is vereist om meetfouten als gevolg van een slechte aarding en elektrische ruis te voorkomen. Voor de beste resultaten in een omgeving met veel elektri­sche ruis moet afgeschermde kabel met getwiste aders worden gebruikt. Kabeltype A wordt aanbevolen door F
Voeding
Voor een goede werking en een volledige functionaliteit is voor de indicator een spanning tussen 9 en 32 V gelijkstroom. (9 en 15 V gelijkstroom voor FISCO) vereist. De gelijkstroom­voeding moet spanning met een rimpel van minder dan 2% leveren.
Voedingsbewaker
Voor een veldbussegment is een voedingsbewaker nodig om de voeding te isoleren en het segment te filteren en los te koppelen van andere segmenten die op dezelfde voeding zijn aangesloten.
OUNDATION veldbus.
3
Beknopte installatiehandleiding
Voeding
Afsluitweerstanden
Geïntegreerde
voedingsbewaking en
geïntegreerd filter
(verbin-
dingslijn)
(aftaklijn)
(De voeding, het filter, de eerste
afsluitweerstand en het
configuratieapparaat bevinden
zich doorgaans in de regelkamer.)
Veldbussegment
max. 1900 m (6234 ft)
* In intrinsiek veilige installaties zullen soms minder
instrumenten per intrinsiek veilige isolering zijn toegestaan vanwege de stroombeperkingen.
Veldbusapparatuur
op segment
FOUNDATION
Veldbus
configuratie-
apparaat
Signaalbe­drading
(aftaklijn)
(afhankelijk van de kenmerken van de kabel)
Rosemount 752
Aarding
De signaalbedrading van het veldbussegment kan niet worden geaard. Als één van de signaaldraden wordt geaard, wordt het volledige veldbussegment uitgeschakeld.
Aarding afgeschermde draad
T er bescherming van het veldbussegment tegen ruis wordt gewoonlijk een aardingstechniek gebruikt waarbij de afgeschermde draad op één punt geaard wordt, om te voorkomen dat een aardlus gecreëerd wordt. Gewoonlijk wordt een punt in de buurt van de voeding geaard.
Afbeelding 2. Veldbedrading voor de FOUNDATION veldbusindicator
00825-0111-4377, Rev EB
Februari 2019
Pieken/overspanning
De indicator doorstaat gevallen van elektrische overspanning van het energieniveau dat zich normaliter voordoet bij statische ontladingen of geïnduceerde schakeloverspanning. Sterke energiepieken zoals die geïnduceerd in bedrading ontstaan door nabije blikseminslag kunnen de indicator echter beschadigen.
Optioneel terminalblok voor beveiliging tegen spanningspieken
Het terminalblok voor beveiliging tegen spanningspieken kan als geïnstalleerde optie wor­den besteld (optiecode T1 in het modelnummer van de indicator) of als reserveonderdeel. Het onderdeelnummer voor het losse onderdeel is 03151-4131-0002. Het symbool van de bliksemschicht geeft aan dat dit een terminalblok voor beveiliging tegen spanningspieken is.
NB
De specificatie voor de fysieke laag voor de veldbus vereist indicatorcommunicatie tijdens extreme bedrijfsomstandigheden met een common mode-signaal van 250 V werp van het terminalblok voor beveiliging tegen spanningspieken biedt bescherming tegen een common mode-spanning tot 90 V en kan in deze extreme bedrijfsomstandigheden niet worden gebruikt.
4
. Het ont-
rms
Beknopte installatiehandleiding
00825-0111-4377, Rev EB Februari 2019
Rosemount 752
Aarding van het indicatorhuis
Zorg altijd dat de indicatorbehuizing is geaard volgens de nationale en plaatselijke elektrici­teitswetgeving. De meest effectieve aardingsmethode voor het indicatorhuis is een directe verbinding met de aarde met minimale impedantie. Methoden voor aarding van het indica­torhuis zijn onder andere:
Interne aarde-aansluiting: De interne aarde-aansluitingsschroef bevindt d
e aansluitklemmenkast van de elektronicabehuizing. Deze schroef is herke an een aarde-symbool ( ) en is standaard op alle 752 externe indicators.
a
Externe aarde-unit: De aardschroef bevindt zich op de onderkant van mo
ntagebeugel.
zich aan
nbaar
de
NB
Aarding van het indicatorhuis met gebruikmaking van d e schroefaansluiting van de doorvoer­buis verschaft soms onvoldoende aarding. Het te rminalblok voor beveilig ing te gen sp a nnings­pieken (optiecode T1) verschaft alleen overgangsbeveiliging als het indicatorhuis correct geaard is. Gebruik de bovenstaande richtlijnen voor het aarden van het indicatorhuis. Gebru ik geen sig­naalbedrading als aardgeleider voor de beveiliging tegen spannin gspieken omdat de aarddraad onder buitengewoon hoge spanning kan komen te st aan a ls zich een bliksem inslag vo ordoet.
STAP 2: CONFIGUREER HET TRANSDUCERBLOK
Het lcd-transducerblok kan worden geconfigureerd voor de sequentie van acht verschillende procesvariabelen. Als er in de Rosemount 752 een functieblok wordt gebruikt dat is
gekoppeld aan een procesvariabele van een ander instrument op het segment, kan die procesvariabele op de lcd worden weergegeven.
Voor configuratie van de 752 veldbusindicator kunt u elk F reedschap gebruiken om de configuratieparameters voor elke weer te geven waarde te wijzigen.
DISPLAY_PARAM_SEL
De parameter DISPLAY_PARAM_SEL geeft aan hoeveel procesvariabelen er worden weergegeven. U kunt maximaal acht weergaveparameters selecteren.
BLK_TAG_#
(1)
Voer de bloktag in van het functieblok dat de weer te geven parameter bevat. De standaard functiebloktags vanaf de fabriek zijn: PID_1200 ISEL_1300 CHAR_1400 ARITH_1500 INTEG_1600
(1)
BLK_TYPE_#
Voer het bloktype in van het functieblok dat de weer te geven parameter bevat. (Bijv.ISEL PID enz.)
PARAM_INDEX_#
(1)
Kies de weer te geven parameter.
CUSTOM_TAG_#
(1)
CUSTOM_TAG_# is een optionele, door de gebruiker te specificeren tag-id die kan worden geconfigureerd voor weergave met de parameter, in plaats van de bloktag. U kunt een tag van maximaal vijf tekens invoeren.
OUNDATION veldbusconfiguratiege-
(1) _# geeft het aantal gespecificeerde parameters aan.
5
Loading...
+ 11 hidden pages