Rosemount Snelstartgids: Rosemount 4088B MultiVariable™-transmitter met BSAP/MVS-protocollen Manuals & Guides

Snelstartgids
00825-0211-4088, Rev BA
November 2014
Rosemount 4088B MultiVariable™-transmitter
met BSAP/MVS-protocollen
Snelstartgids
WAARSCHUWING
November 2014
MEDEDELING
In deze installatiegids staan elementaire richtlijnen voor de Rosemount 4088 MultiVariable-transmitter (zie de naslaghandleiding met publicatienummer 00809-0100-4088). Er staan geen aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, service of probleemoplossing. Zie de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter voor nadere aanwijzingen. Alle documenten zijn in elektronische vorm verkrijgbaar via www.emersonprocess.com/remote.
De aanwijzingen en procedures in dit hoofdstuk kunnen speciale voorzorgsmaatregelen vereisen om de veiligheid te garanderen van de personen die de handeling verrichten. Informatie die problemen voor de veiligheid kan opleveren, is voorzien van een waarschuwingssymbool ( ). Lees de onderstaande waarschuwingen voor de veiligheid voordat u een handeling verricht die wordt voorafgegaan door een gevarendriehoek.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter (00809-0100-4088) voor de beperkingen die gelden in verband met veilige installatie.
Voordat u instrumenten aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer, dient u zich ervan te verzekeren
dat alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradin gsmethodes.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat
op het toestel.
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
die elektrische schokken kan veroorzaken.
Kabelgoot-/kabelingangen.
Tenzij anders vermeld zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van een
1/2-14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding “M20” zijn voorzien van een M20 x 1,5-schroefdraad. Op instrumenten met meerdere kabelbuisopeningen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en kabelgoten met een geschikte schroefdraad wanneer u deze openingen afsluit.
Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in kabel- en kabelgootingangen uitsluitend pluggen,
adapters en wartels met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Inhoud
Stappen voor snelle installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 3
Monteer de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 4
Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 8
Stel de schakelaars in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 9
Bedraden en inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 10
Controleer apparaatconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 15
Trim de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 16
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 17
November 2014

Stappen voor snelle installatie

Begin >
Monteer de transmitter
Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden
Stel de schakelaars in
Bedraden en inschakelen
Controleer apparaatconfiguratie
Trim de transmitter
Snelstartgids
> Einde
Snelstartgids
STROOMRICHTING
STROOMRICHTING
S
T
R
O
O
M
R
I
C
H
T
I
N
G
STROOMRICHTING

Stap 1: Monteer de transmitter

Toepassingen voor vloeistofmetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Monteer de transmitter met de aftap-/ontluchtingskranen omhoog.
Toepassingen voor gasmetingen
1. Breng tappunten aan in de boven­of zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of boven de tappunten.
November 2014
Toepassingen voor stoommetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Vul de impulsleidingen met water.
November 2014
Paneelmontage
Buismontage
Paneelmontage Buismontage
Buismontage
Paneelmontage
Montagebeugels
Snelstartgids
Coplanar-flens
Traditionele flens
Inline
Overwegingen m.b.t. boutbevestiging
Als voor de installatie van de transmitter de montage van een procesflens, verdeelstuk of flensadapters vereist is, dient u met het oog op optimale prestatiekenmerken van de transmitter deze montagerichtlijnen te volgen om een goede afdichting te waarborgen. Gebruik uitsluitend de bij de transmitter geleverde bouten of bouten die door Emerson Process Management als reserveonderdeel worden verkocht. In Afbeelding 1 worden veel gebruikte transmitterconstructies geïllustreerd met de vereiste boutlengte voor een correcte montage van de transmitter.
Snelstartgids
4 x 44 mm (1,75 inch)
4 x 73 mm (2,88 inch)
A B
C
4 x 44 mm (1,75 inch)
D
4 x 38 mm (1,50 inch)
4 x 57 mm (2,25 inch)
4 x 44 mm (1,75 inch)
Afbeelding 1. Veelgebruikte transmitterconstructies
A. Transmitter met coplanar-flens B. Transmitter met coplanar-flens en optionele flensadapters C. Transmitter met traditionele flens en optionele flensadapters D. Transmitter met coplanar-flens en optioneel conventioneel kranenblok en
flensadapters van Rosemount
November 2014
Opmerking
Neem voor informatie over alle andere kranenblokken contact op met de centrale technische klantenondersteuning van Rosemount of de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Process Management.
Gewoonlijk worden bouten van koolstofstaal of roestvast staal gebruikt. Controleer het materiaal door naar de markeringen op de boutkop te kijken en deze te vergelijken met Afbeelding 2. Als het boutmateriaal niet is aangegeven in Afbeelding 2, kunt u zich voor nadere inlichtingen wenden tot de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Process Management.
Gebruik de volgende procedure voor het installeren van de bouten:
1. Bouten van koolstofstaal hebben geen smering nodig, en op bouten van roestvast staal is een laagje smeermiddel aangebracht om de installatie te vergemakkelijken. Bij geen van beide bouttypen mag voor het aanbrengen extra smeermiddel worden aangebracht.
2. Draai de bouten handvast aan.
3. Haal de bouten kruislings aan tot de initiële momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de initiële momentwaarde.
4. Haal de bouten volgens hetzelfde kruispatroon aan tot de definitieve momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de definitieve momentwaarde.
November 2014
WAARSCHUWING
B7M
A
B
A
B
C D
5. Controleer of de flensbouten uit de sensormodule steken voordat u er druk op zet (zie Afbeelding 3).
Afbeelding 2. Momentwaarden voor flens- en flensadapterbouten
Boutmateriaal Kopmarkeringen
Initiële
momentwaarde
momentwaarde
Snelstartgids
Definitieve
Koolstofstaal (CS)
Roestvast staal (SST)
316
316
B8M
STM
316
R
316
SW 316
34 Nm
(300 lb.-in.)
17 Nm
(150 lb.-in.)
Afbeelding 3. Correcte boutinstallatie
A. Bout B. Sensormodule
O-ringen bij flensadapters
Als er verkeerde O-ringen op de flensadapters worden aangebracht, kan lekkage van procesmedium ontstaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Gebruik uitsluitend de O-ring die bestemd is voor de specifieke flensadapter.
73,5 Nm
(650 lb.-in.)
34 Nm
(300 lb.-in.)
A. Flensadapter B. O-ring C. PTFE-profiel is vierkant D. Elastomeerprofiel is rond
Snelstartgids
A
Inspecteer de O-ringen altijd visueel als de flens of adapters worden verwijderd. Vervang de O-ringen als er tekenen van schade zijn, bijvoorbeeld inkepingen of kerven. Haal bij vervanging van O-ringen de flensbouten en uitlijningsschroeven na de installatie opnieuw tot het juiste moment aan ter compensatie van verschuivingen doordat de O-ringen nog geheel in de groeven moeten vallen.
November 2014
Montagerichting inline-druktransmitter
De drukpoort (ref. atmosferische druk) voor de lage kant op de inline­druktransmitter bevindt zich onder het label op de hals van de sensormodule (zie Afbeelding 4).
Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en smeermiddel) door de transmitter zo te monteren dat de verontreiniging kan ontsnappen.
Afbeelding 4. Inline-druktransmitter
A. Drukpoort lage kant (onder label op hals)

Stap 2: Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden

Om de toegang tot de bedrading te verbeteren of de optionele lcd-display beter af te kunnen lezen:
1. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing los.
2. Draai de behuizing tot 180° linksom of rechtsom vanuit de oorspronkelijke stand (zoals geleverd).
3. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing weer vast.
November 2014
A
B
A
B
Snelstartgids
Afbeelding 5. Stelschroef transmitterbehuizing
A. Lcd-display B. Stelschroef voor draaien behuizing (3/32 inch)
Opmerking
Draai de behuizing niet meer dan 180° zonder eerst te demonteren (zie de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter [00809-0100-4088] voor nadere informatie). Door te ver draaien kan de elektrische verbinding tussen de sensormodule en de elektronica worden verbroken.

Stap 3: Stel de schakelaars in

De standaardconfiguratie van de transmitter voor de afsluitweerstand is de stand uit. De standaardconfiguratie van de transmitter voor de beveiligingsschakelaar is de stand uit.
1. Als de transmitter is geïnstalleerd, vergrendel dan de bus en schakel de voeding uit.
2. Verwijder het behuizingsdeksel tegenover de kant met de veldaansluitklemmen. Verwijder het behuizingsdeksel niet in een explosiegevaarlijke omgeving.
3. Schuif de beveiligings- en netspanningsafsluitschakelaar met een kleine schroevendraaier naar de gewenste stand. De beveiligingsschakelaar moet op uit staan om configuratiewijzigingen te kunnen verrichten.
4. Installeer het behuizingsdeksel en zet het zo vast dat het overal metaal-op-metaal-contact maakt met de behuizing, om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Afbeelding 6. Schakelaarconfiguratie transmitter
A. Beveiliging B. Netspanningsafsluiting
Loading...
+ 21 hidden pages