In deze installatiegids staan elementaire richtlijnen voor de Rosemount 4088 MultiVariable-transmitter
(zie de naslaghandleiding met publicatienummer 00809-0100-4088). Er staan geen aanwijzingen in
voor diagnostiek, onderhoud, service of probleemoplossing. Zie de naslaghandleiding van de 4088
MultiVariable-transmitter voor nadere aanwijzingen. Alle documenten zijn in elektronische vorm verkrijgbaar
via www.emersonprocess.com/remote.
De aanwijzingen en procedures in dit hoofdstuk kunnen speciale voorzorgsmaatregelen
vereisen om de veiligheid te garanderen van de personen die de handeling verrichten.
Informatie die problemen voor de veiligheid kan opleveren, is voorzien van een
waarschuwingssymbool (). Lees de onderstaande waarschuwingen voor de veiligheid
voordat u een handeling verricht die wordt voorafgegaan door een gevarendriehoek.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke,
landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte
over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter (00809-0100-4088) voor
de beperkingen die gelden in verband met veilige installatie.
Voordat u instrumenten aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer, dient u zich ervan te verzekeren
dat alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedradin gsmethodes.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat
op het toestel.
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
die elektrische schokken kan veroorzaken.
Kabelgoot-/kabelingangen.
Tenzij anders vermeld zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van een
1/2-14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding “M20” zijn voorzien van een M20 x 1,5-schroefdraad.
Op instrumenten met meerdere kabelbuisopeningen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad.
Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en kabelgoten met een geschikte schroefdraad wanneer
u deze openingen afsluit.
Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in kabel- en kabelgootingangen uitsluitend pluggen,
adapters en wartels met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
1. Breng tappunten aan in de zijkant
van de leiding.
2. Monteer naast of onder de
tappunten.
3. Monteer de transmitter met de
aftap-/ontluchtingskranen
omhoog.
Toepassingen voor gasmetingen
1. Breng tappunten aan in de bovenof zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of boven de
tappunten.
November 2014
Toepassingen voor stoommetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant
van de leiding.
2. Monteer naast of onder de
tappunten.
3. Vul de impulsleidingen met water.
4
November 2014
Paneelmontage
Buismontage
PaneelmontageBuismontage
Buismontage
Paneelmontage
Montagebeugels
Snelstartgids
Coplanar-flens
Traditionele flens
Inline
Overwegingen m.b.t. boutbevestiging
Als voor de installatie van de transmitter de montage van een procesflens,
verdeelstuk of flensadapters vereist is, dient u met het oog op optimale
prestatiekenmerken van de transmitter deze montagerichtlijnen te volgen om
een goede afdichting te waarborgen. Gebruik uitsluitend de bij de transmitter
geleverde bouten of bouten die door Emerson Process Management als
reserveonderdeel worden verkocht. In Afbeelding 1 worden veel gebruikte
transmitterconstructies geïllustreerd met de vereiste boutlengte voor een
correcte montage van de transmitter.
A. Transmitter met coplanar-flens
B. Transmitter met coplanar-flens en optionele flensadapters
C. Transmitter met traditionele flens en optionele flensadapters
D. Transmitter met coplanar-flens en optioneel conventioneel kranenblok en
flensadapters van Rosemount
November 2014
Opmerking
Neem voor informatie over alle andere kranenblokken contact op met de centrale
technische klantenondersteuning van Rosemount of de plaatselijke vertegenwoordiger van
Emerson Process Management.
Gewoonlijk worden bouten van koolstofstaal of roestvast staal gebruikt.
Controleer het materiaal door naar de markeringen op de boutkop te kijken en
deze te vergelijken met Afbeelding 2. Als het boutmateriaal niet is aangegeven
in Afbeelding 2, kunt u zich voor nadere inlichtingen wenden tot de plaatselijke
vertegenwoordiger van Emerson Process Management.
Gebruik de volgende procedure voor het installeren van de bouten:
1. Bouten van koolstofstaal hebben geen smering nodig, en op bouten van
roestvast staal is een laagje smeermiddel aangebracht om de installatie te
vergemakkelijken. Bij geen van beide bouttypen mag voor het aanbrengen
extra smeermiddel worden aangebracht.
2. Draai de bouten handvast aan.
3. Haal de bouten kruislings aan tot de initiële momentwaarde. Zie Afbeelding 2
voor de initiële momentwaarde.
4. Haal de bouten volgens hetzelfde kruispatroon aan tot de definitieve
momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de definitieve momentwaarde.
6
November 2014
WAARSCHUWING
B7M
A
B
A
B
C
D
5. Controleer of de flensbouten uit de sensormodule steken voordat u er druk op
zet (zie Afbeelding 3).
Afbeelding 2. Momentwaarden voor flens- en flensadapterbouten
BoutmateriaalKopmarkeringen
Initiële
momentwaarde
momentwaarde
Snelstartgids
Definitieve
Koolstofstaal (CS)
Roestvast staal (SST)
316
316
B8M
STM
316
R
316
SW
316
34 Nm
(300 lb.-in.)
17 Nm
(150 lb.-in.)
Afbeelding 3. Correcte boutinstallatie
A. Bout
B. Sensormodule
O-ringen bij flensadapters
Als er verkeerde O-ringen op de flensadapters worden aangebracht, kan
lekkage van procesmedium ontstaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel
als gevolg. Gebruik uitsluitend de O-ring die bestemd is voor de specifieke
flensadapter.
73,5 Nm
(650 lb.-in.)
34 Nm
(300 lb.-in.)
A. Flensadapter
B. O-ring
C. PTFE-profiel is vierkant
D. Elastomeerprofiel is rond
7
Snelstartgids
A
Inspecteer de O-ringen altijd visueel als de flens of adapters worden verwijderd.
Vervang de O-ringen als er tekenen van schade zijn, bijvoorbeeld inkepingen of
kerven. Haal bij vervanging van O-ringen de flensbouten en uitlijningsschroeven
na de installatie opnieuw tot het juiste moment aan ter compensatie van
verschuivingen doordat de O-ringen nog geheel in de groeven moeten vallen.
November 2014
Montagerichting inline-druktransmitter
De drukpoort (ref. atmosferische druk) voor de lage kant op de inlinedruktransmitter bevindt zich onder het label op de hals van de sensormodule
(zie Afbeelding 4).
Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies (inclusief maar niet beperkt
tot verf, stof en smeermiddel) door de transmitter zo te monteren dat de
verontreiniging kan ontsnappen.
Afbeelding 4. Inline-druktransmitter
A. Drukpoort lage kant (onder label op hals)
Stap 2: Overweeg of de behuizing gedraaid moet
worden
Om de toegang tot de bedrading te verbeteren of de optionele lcd-display beter
af te kunnen lezen:
1. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing los.
2. Draai de behuizing tot 180° linksom of rechtsom vanuit de oorspronkelijke
stand (zoals geleverd).
3. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing weer vast.
8
November 2014
A
B
A
B
Snelstartgids
Afbeelding 5. Stelschroef transmitterbehuizing
A. Lcd-display
B. Stelschroef voor draaien behuizing (3/32 inch)
Opmerking
Draai de behuizing niet meer dan 180° zonder eerst te demonteren (zie de naslaghandleiding
van de 4088 MultiVariable-transmitter [00809-0100-4088] voor nadere informatie). Door te
ver draaien kan de elektrische verbinding tussen de sensormodule en de elektronica worden
verbroken.
Stap 3: Stel de schakelaars in
De standaardconfiguratie van de transmitter voor de afsluitweerstand is de stand
uit. De standaardconfiguratie van de transmitter voor de beveiligingsschakelaar is
de stand uit.
1. Als de transmitter is geïnstalleerd, vergrendel dan de bus en schakel de
voeding uit.
2. Verwijder het behuizingsdeksel tegenover de kant met de
veldaansluitklemmen. Verwijder het behuizingsdeksel niet in een
explosiegevaarlijke omgeving.
3. Schuif de beveiligings- en netspanningsafsluitschakelaar met een kleine
schroevendraaier naar de gewenste stand. De beveiligingsschakelaar moet op
uit staan om configuratiewijzigingen te kunnen verrichten.
4. Installeer het behuizingsdeksel en zet het zo vast dat het overal
metaal-op-metaal-contact maakt met de behuizing, om te voldoen aan de
vereisten voor explosieveiligheid.
Afbeelding 6. Schakelaarconfiguratie transmitter
A. Beveiliging
B. Netspanningsafsluiting
9
Loading...
+ 21 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.