Rosemount Snelstartgids: Rosemount 4088A MultiVariable™-transmitter met Modbus®-uitgangsprotocol Manuals & Guides

00825-0111-4088, Rev CA

Rosemount 4088A MultiVariable™-transmitter

®
met Modbus
Snelstartgids
Grasmaand 2019
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Grasmaand 2019
MEDEDELING
Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 4088 MultiVariable-transmitter. Er staan geen aan­wijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, service of probleemoplossing. Raadpleeg de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter (publicatienummer 00809-0100-4088) voor verdere instructies. Alle documenten zijn in elektronische vorm verkrijgbaar via www.emerson.com/rosemount.
De aanwijzingen en procedures in dit hoofdstuk kunnen speciale voorzorgsmaatregelen vereisen om de veiligheid te garanderen van de personen die de handeling verrichten. Informatie die problemen voor de veiligheid kan opleveren, is voorzien van een waarschuwingssymbool ( ). Lees de onderstaande waarschuwingen voor de veil igheid voordat u een handeling verricht die wordt voorafgegaan door e en gevarendriehoek.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 4088 MultiVariable-transmitter (00809-0100-4088) voor de beperkingen die gelden in verband met veilige installatie.
Verifieer voordat u een veld Communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer dat alle instrumenten
in de proceskring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op
het toestel.
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die
elektri sche schokken ka n veroorzaken.
Kabelgoot-/kabelingangen.
Tenzij anders vermeld zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van een
1/2-14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding “M20” zijn voorzien van een M20 x 1,5-schroefdraad. Op instrumenten met meerdere kabelbuisopeningen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en kabelgoten met een geschikte schroefdraad wanneer u deze openingen afsluit.
Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in kabel- en kabelgootingangen uitsluitend pluggen,
adapters en wartels met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Inhoud
Stappen voor snelle installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 3
Monteer de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 4
Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .pagina 9
Stel de schakelaars in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 10
Bedraden en inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 11
Controleer instrumentconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 16
Trim de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 19
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 21
2
Grasmaand 2019

Stappen voor snelle installatie

Begin >
Monteer de transmitter
Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden
Stel de schakelaars in
Bedraden en inschakelen
Controleer instrumentconfiguratie
Trim de transmitter
Snelstartgids
> Einde
3
Snelstartgids
STROOMRICHTING
STROOMRICHTING
STROOM­RICHTING
STROOMRICHTING

Stap 1: Monteer de transmitter

Toepassingen voor vloeistofmetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Monteer de transmitter met de aftap-/ontluchtingskranen omhoog.
Toepassingen voor gasmetingen
1. Breng tappunten aan in de boven- of zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of boven de tappunten.
Grasmaand 2019
4
Toepassingen voor stoommetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Vul de impulsleidingen met water.
Grasmaand 2019
Paneelmontage
Buismontage
Paneelmontage
Buismontage
Paneelmontage
Buismontage
Montagebeugels
Snelstartgids
Coplanar-flens
Traditionele flens
Inline
Overwegingen m.b.t. boutbevestiging
Als voor de installatie van de transmitter de montage van een procesflens, verdeelstuk of flensadapters vereist is, dient u met het oog op optimale prestatiekenmerken van de transmitter deze montagerichtlijnen te volgen om
een goede afdichting te waarborgen. Gebruik uitsluitend de bij de transmitter geleverde bouten of bouten die door Emerson Automation Solutions als reserveonderdeel worden verkocht. In Afbeelding 1 worden veel gebruikte transmitterconstructies geïllustreerd met de vereiste boutlengte voor een correcte montage van de transmitter.
5
Snelstartgids
4 x 44 mm (1,75 inch)
4 x 73 mm (2,88 inch)
A
B
C
4 x 44 mm (1,75 inch)
D
4 x 38 mm (1,50 inch)
4 x 57 mm (2,25 inch)
4 x 44 mm (1,75 inch)
Afbeelding 1. Veelgebruikte transmitterconstructies
A. Transmitter met coplanar-flens B. Transmitter met coplanar-flens en optionele flensadapters C. Transmitter met traditionele flens en optionele flensadapters D. Transmitter met coplanar-flens en optioneel conventioneel kranenblok en
flensadapters van Rosemount
Grasmaand 2019
Opmerking
Neem voor informatie over andere kranenblokken contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Automation Solutions.
Gewoonlijk worden bouten van koolstofstaal of roestvast staal gebruikt. Controleer het materiaal door naar de markeringen op de boutkop te kijken en deze te vergelijken met Afbeelding 2. Als het boutmateriaal niet is aangegeven
in Afbeelding 2, kunt u zich voor nadere inlichtingen wenden tot de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Automation Solutions.
Gebruik de volgende procedure voor het installeren van de bouten:
1. Bouten van koolstofstaal hebben geen smering nodig en op bouten van roestvast staal is een laagje smeermiddel aangebracht om de installatie te vergemakkelijken. Bij geen van beide bouttypen mag voor het aanbrengen extra smeermiddel worden aangebracht.
2. Draai de bouten handvast aan.
3. Haal de bouten kruislings aan tot de initiële momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de initiële momentwaarde.
6
Grasmaand 2019
316
316
316
SW
316
STM
316
R
B8M
A B
4. Haal de bouten volgens hetzelfde kruispatroon aan tot de definitieve momentwaarde. Zie Afbeelding 2 voor de definitieve momentwaarde.
5. Controleer of de flensbouten uit de sensormodule steken voordat u er druk op zet (zie Afbeelding 3).
Afbeelding 2. Momentwaarden voor flens- en flensadapterbouten
Snelstartgids
Boutmateriaal Kopmarkeringen
Koolstofstaal (CS)
B7M
Roestvast staal (SST)
Afbeelding 3. Correcte boutinstallatie
A. Bout B. Sensormodule
Initiële
momentwaarde
34 Nm
(300 lb.-in.)
17 Nm
(150 lb.-in.)
Definitieve
momentwaarde
73,5 Nm
(650 lb.-in.)
34 Nm
(300 lb.-in.)
7
Snelstartgids
WAARSCHUWING
A
B
C
D
A
Grasmaand 2019
O-ringen bij flensadapters
Als er verkeerde O-ringen op de flensadapters worden aangebracht, kan lekkage van procesmedium ontstaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Gebruik uitsluitend de O-ring die bestemd is voor de specifieke flensadapter.
A. Flensadapter B. O-ring C. PTFE-profiel is vierkant D. Elastomeer-profiel is rond
Inspecteer de O-ringen altijd visueel als de flens of adapters worden verwijderd. Vervang de O-ringen als er tekenen van schade zijn, bijvoorbeeld inkepingen of kerven. Haal bij vervanging van O-ringen de flensbouten en uitlijningsschroeven na de installatie opnieuw tot het juiste moment aan ter compensatie van verschuivingen doordat de O-ringen nog geheel in de groeven moeten vallen.
Montagerichting inline-druktransmitter
De drukpoort (ref. atmosferische druk) voor de lage kant op de inline-druktransmitter bevindt zich onder het label op de hals van de sensormodule. (Zie Afbeelding 4.)
Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en smeermiddel) door de transmitter zo te monteren dat de verontreiniging kan ontsnappen.
Afbeelding 4. Inline-druktransmitter
A. Drukpoort lage kant (onder label op hals)
8
Grasmaand 2019
A
B
Snelstartgids

Stap 2: Overweeg of de behuizing gedraaid moet worden

Om de toegang tot de bedrading te verbeteren of de optionele lcd-display beter af te kunnen lezen:
1. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing los.
2. Draai de behuizing tot 180° linksom of rechtsom vanuit de oorspronkelijke stand (zoals geleverd).
3. Draai de stelschroef voor het draaien van de behuizing weer vast.
Afbeelding 5. Stelschroef transmitterbehuizing
A. Lcd-display B. Stelschroef voor draaien behuizing (3/32 inch)
Opmerking
Draai de behuizing niet meer dan 180° zonder eerst te demonteren (raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 4088 MultiVariable-transmitter [publicatienummer 00809-0100-4088] voor nadere informatie). Door te ver draaien kan de elektrische verbinding tussen de sensormodule en de elektronica worden verbroken.
Draai de lcd-display
Op transmitters die met lcd-display besteld zijn, is de display al geïnstalleerd.
Behalve de draaiing van de behuizing, kan de optionele lcd-display kan worden gedraaid in stappen van 90° door de twee lipjes in te drukken, de display uit te trekken en te draaien, en de lipjes terug op hun plek te laten klikken.
Als de lcd-displaypennen per ongeluk van de aansluitkaart zijn losgekomen, dient u de pennen voorzichtig terug te plaatsen voordat u de lcd-display terug op zijn plek drukt.
Gebruik de volgende procedure en Afbeelding 6 om de lcd-display te installeren:
1. Als de transmitter in een kring is geïnstalleerd, dan moet u de kring vastzetten en de voeding loskoppelen.
2. Verwijder het transmitterdeksel dat zich tegenover de veldaansluitingen bevindt. Verwijder de deksels van het instrument niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er spanning op de schakeling staat.
3. Steek de vierpins-connector in de lcd-display en klik hem vast.
4. Installeer het meterdeksel en draai dit vast zodat er contact is van metaal op metaal.
9
Snelstartgids
A
B
A
B
Grasmaand 2019
Afbeelding 6. Optionele LCD-display
A. Lcd-display B. Meterdeksel

Stap 3: Stel de schakelaars in

De standaardconfiguratie van de transmitter voor de afsluitweerstand is de stand uit. De standaardconfiguratie van de transmitter voor de beveiligingsschakelaar is de stand uit.
1. Als de transmitter is geïnstalleerd, vergrendel dan de bus en schakel de
voeding uit.
2. Verwijder het behuizingsdeksel tegenover de kant met de
veldaansluitklemmen. Verwijder het behuizingsdeksel niet in een explosiegevaarlijke omgeving.
3. Schuif de beveiligings- en netspanningsafsluitschakelaar met een kleine
schroevendraaier naar de gewenste stand. De beveiligingsschakelaar moet op uit staan om configuratiewijzigingen te kunnen verrichten.
4. Installeer het behuizingsdeksel en zet het zo vast dat het overal
metaal-op-metaal-contact maakt met de behuizing, om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Afbeelding 7. Configuratie transmitterschakelaar
A. Beveiliging B. AC-afsluiting
10
Grasmaand 2019
Snelstartgids

Stap 4: Bedraden en inschakelen

Volg de onderstaande stappen voor het bedraden van de transmitter:
1. Verwijder het deksel van de kant van de behuizing met de veldaansluitklemmen.
2. Configuratie bij gebruik van optionele procestemperatuuringang.
a. Volg procedure “Installeer de optionele procestemperatuuringang
(Pt 100 RTD-sensor)” op pagina 15 als u de optionele
procestemperatuuringang gebruikt.
b. Als er geen optionele temperatuuringang is, sluit u de ongebruikte
kabelopening en dicht u deze af.
3. Sluit de transmitter aan op de RS-485-bus zoals in Afbeelding 8.
a. Sluit draad A aan op aansluitklem “A”. b. Sluit draad B aan op aansluitklem “B”.
4. Sluit de positieve draad van de voeding aan op aansluitklem “PWR +”, en de negatieve draad op aansluitklem “PWR —”.
Opmerking
Op de Rosemount 4088 MultiVariable-transmitter wordt RS-485 Modbus gebruikt met 8 databits, een stopbit en geen pariteit. De standaard baudsnelheid is 9600.
Opmerking
Voor de bedrading van de RS-485-bus moet een kabel met getwiste aders worden gebruikt. Voor kabellengten tot 305 m (1000 ft.) moet de koperdoorsnede ten minste AWG 22 zijn. Voor kabellengten van 305 tot 1219 m (1000 tot 4000 ft.) moet de koperdoorsnede ten minste AWG 20 zijn. De koperdoorsnede mag niet groter zijn dan AWG 16.
MEDEDELING
Als de meegeleverde draadplug wordt gebruikt in de kabelopening, moet deze ten minste vijf wikkelingen van de schroefdraad worden ingeschroefd om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid. Raadpleeg de naslaghandleiding van Rosemount 4088 MultiVariable-trans­mitter (publicatienummer 00809-0100-4088) voor verdere instructies.
5. Installeer het behuizingsdeksel en zet het zo vast dat het goed contact maakt met de behuizing, met metaal op metaal, zodat aan de vereisten voor explosieveiligheid wordt voldaan.
Opmerking
Installatie van de aansluitklemmen met overspanningsbeveiliging biedt uitsluitend overspanningsbeveiliging als de transmitterbehuizing correct is geaard.
11
Loading...
+ 23 hidden pages