Rosemount Snelstartgids: Rosemount™ 214C-sensor Manuals & Guides

Rosemount™ 214C sensor
Snelstartgids
00825-0411-2654, Rev CA
Februari 2020
Snelstartgids Februari 2020
Inhoudsopgave
Over deze gids..............................................................................................................................3
Bedradingsschema voor RTD’s..................................................................................................... 5
Bedradingsschema voor thermokoppels...................................................................................... 6
Productcertificeringen................................................................................................................. 7
Conformiteitsverklaring............................................................................................................. 22
China RoHS................................................................................................................................ 24
2 Emerson.com/Rosemount
Februari 2020 Snelstartgids
Deze handleiding bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 214C sensormodellen. Als er een sensor is besteld die op een temperatuurbeschermbuis of transmitter is gemonteerd, raadpleeg dan de bijbehorende productdocumentatie voor informatie over configuratie en certificeringen voor explosiegevaarlijke locaties.

1.1 Veiligheidsberichten

LET OP
Er kunnen complicaties ontstaan wanneer de sensoren en de transmitters waaraan deze moeten worden gemonteerd, zijn gecertificeerd als compatibel maar beide over andere goedkeuringen beschikken. Let goed op in de volgende situaties:
Als een I.S. goedgekeurde 214C sensor wordt besteld met een
behuizing, kan een transmitter opgenomen in die behuizing een ander goedkeuringsniveau voor I.S. hebben. Raadpleeg de I.S. certificering van de transmitter indien van toepassing.
Als een sensor en een transmitter verschillende certificeringen hebben of
als een van beide over meer certificeringen beschikt dan de ander, moet de installatie voldoen aan de meest stringente vereisten vermeld voor een van beide componenten. Dit is met name (maar niet uitsluitend) relevant wanneer er combinatiegoedkeuringen zijn besteld voor ofwel de sensor of de transmitter. Beoordeel de certificeringen voor de sensor en de transmitter op installatievereisten en controleer of de installatie van de sensor/transmitter constructie voldoet aan een enkele certificering die voor beide componenten geldt en die beantwoordt aan de vereisten van de toepassing.
WAARSCHUWING
Explosie
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van de sensor in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd.
Snelstartgids 3
Snelstartgids Februari 2020
WAARSCHUWING
Doorvoerleiding/kabelingangen
Tenzij anders vermeld, zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van ½–14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding “M20” zijn voorzien van een M20 × 1,5 schroefdraad. Op instrumenten met meerdere kabelgootingangen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en doorvoerbuizen met een geschikte schroefdraad voor het afsluiten van deze openingen.
Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in de kabel-/ kabelbuisopeningen uitsluitend pluggen, wartels of adapters met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en doorvoerbuizen met een geschikte schroefdraad voor het afsluiten van deze openingen.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
4 Emerson.com/Rosemount
Red Red
White
White
Red
Red
White
Red
Red
White
Black Black
Yellow
Februari 2020 Snelstartgids

2 Bedradingsschema voor RTD’s

Figuur 2-1: RTD-draadconfiguratie volgens IEC 60751
Enkelvoudig element, 3­draads
Enkelvoudig element, 4­draads
Tweevoudig element, 3­draads
Opmerking
Sluit slechts één witte draad aan om een 4-draads RTD met enkelvoudig element te configureren als een 3-draads systeem. Zorg dat de ongebruikte witte draad zodanig wordt geïsoleerd of afgesloten dat aardsluiting wordt voorkomen. Sluit eerst de gelijk gekleurde draden aan en sluit vervolgens de gekoppelde draden aan op de aansluiting om een 4-draads RTD met enkelvoudig element te configureren als een 2-draads systeem.
Snelstartgids 5
( – )
( + )
( + )
( + )
( – )
( – )
Snelstartgids Februari 2020

3 Bedradingsschema voor thermokoppels

Figuur 3-1: Draadconfiguratie thermokoppel
Enkelvoudig thermokoppel, 2-draads Tweevoudig thermokoppel, 4-draads
Thermokoppelkleuren volgens IEC
60584
Type POS (+) NEG (–) POS (+) NEG (–)
J Zwart Wit Wit Rood
K Groen Wit Geel Rood
T Bruin Wit Blauw Rood
Opmerking
Dubbele thermokoppelsensoren worden geleverd met één paar draden samengebonden in krimpfolie.
Thermokoppelkleuren volgens ASTM E-230
6 Emerson.com/Rosemount
Februari 2020 Snelstartgids

4 Productcertificeringen

Terug naar Bestelinformatie voor RTD
Terug naar Bestelinformatie voor thermokoppels
Rev 2.1
Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU­conformiteitsverklaring. De meest recente revisie van de EU­conformiteitsverklaring vindt u op Emerson.com/Rosemount.
Certificering voor normale locaties
De Rosemount 214C is onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical Code (CEC) staan toe dat apparatuur met divisiemarkering wordt gebruikt in zones en dat apparatuur met zonemarkering wordt gebruikt in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn voor de zoneclassificatie alsmede de gas­en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de desbetreffende voorschriften.
4.1

VS

4.1.1 E5 VS explosieveilig (XP) en stofontstekingsbestendig (DIP)

Certificaat
Normen
Markerin­gen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
2. Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de
Snelstartgids 7
70044744
FM 3600:2011, FM 3615:2006, UL 50E:2007, UL 61010-1:2010, ANSI/ISA 60529:2004
XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III; T6 (-50 °C ≤ Ta ≤ +80 °C), T5 (-50 °C ≤ Ta ≤ +95 °C); afdichting niet vereist; geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00214-1030; type 4X† en IP 66/67; V
beschermingsgraad van de behuizing handhaven. Ongebruikte
35 VDC, 750 mW
max
max
Snelstartgids Februari 2020
kabelingangen moeten worden afgesloten met geschikte blindstoppen.

4.1.2 N5 USA divisie 2 (NI)

Certificaat
Normen
70044744
FM 3600:2011, FM 3611:2004, UL 50E:2007, UL 61010-1:2010, ANSI/ISA 60529:2004
Markerin­gen
NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D; T6 (-50 °C ≤ Ta ≤ +80 °C), T5 (-50 °C ≤ Ta ≤ +95 °C); geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00214-1030; type 4X† en IP 66/67; V
35 VDC, 750 mW
max

4.1.3 E6 Canada explosieveilig (XP) en stofontstekingsbestendig (DIP)

Certifi­caat
Normen
Markerin­gen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
2. Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de
70044744
CAN/CSA C22.2 nr. 0:2010, CAN/CSA nr. 25-1966 (R2000), CAN/CSA C22.2 nr. 30-M1986 (R2012), CAN/CSA C22.2 nr. 94­M1991 (R2011), CAN/CSA C22.2 nr. 61010-1:2012
XP CL I, DIV 1, GP B*, C, D; DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III; T6 (-50 °C ≤ Ta ≤ +80 °C), T5 (-50 °C ≤ Ta ≤ +95 °C); afdichting niet vereist; geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00214-1030; type 4X† en IP 66/67; V
35 VDC, 750 mW
max
beschermingsgraad van de behuizing handhaven. Ongebruikte kabelingangen moeten worden afgesloten met geschikte blindstoppen.
max
max

4.1.4 N6 Canada divisie 2

Certificaat
Normen
Markerin­gen
Veerbelaste aanwijzer met lagere beschermingsgraad stof en toetreding. Veerbelaste sensoren moeten in een beschermbuis worden geïnstalleerd voor behoud van de classificaties voor stof en beschermingsgraad.
8 Emerson.com/Rosemount
70044744
CAN/CSA C22.2 nr. 0:2010, CAN/CSA C22.2 nr. 94-M1991 (R2011), CAN/CSA nr. 213-M1987 (R2013), CAN/CSA C22.2 nr. 61010-1:2012
CL I, DIV 2, GP A, B, C, D; T6; (–50 °C ≤ Ta ≤ +80 °C), T5 (–50 °C ≤ Ta ≤ +95 °C); geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00214-1030; type 4X† en IP 66/67; V
35 VDC, 750 mW
max
max
Februari 2020 Snelstartgids
Ongelakte aluminium behuizingen zijn geclassificeerd als Type 4. *Constructie is niet geclassificeerd als Canada Explosieveilig (E6) volgens Groep B bij gebruik van aansluitkop AT1 (0079).

4.2 Europa

4.2.1 E1 ATEX drukvast

Certificaat
Normen
Markerin­gen
DEMKO 16 ATEX 1677X
EN 60079-0:2012+A11 2013, EN 60079-1:2014
II 2 G Ex db IIC T6…T1 Gb T6(-50 °C ≤ Ta ≤ +80 °C), T5(-50 °C ≤ Ta ≤ +95 °C), T4…T1(-50 °C ≤ Ta ≤ +100 °C) V Vdc, P
= 750 mW
max
max
Instructies voor installatie
1. Gebruik veldbedrading die geschikt is voor de minimale en maximale bedrijfstemperatuur.
2. Deze instrumenten worden geleverd zonder kabelwartels/ kabelbuisafdichtingen/ blindstoppen. De juiste keuze van geschikte kabelwartels/kabelbuisafdichtingen/blindstoppen moet op de gebruikslocatie worden gemaakt.
3. Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met daarvoor geschikte blindstoppen.
4. De behuizingen kunnen worden voorzien van maximaal drie ½–14 NPT, ¾–14 NPT of M20 x 1,5 ingangen. De locatie van de ingangen staat aangegeven in het document met installatie-instructies.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. Raadpleeg het certificaat voor details met betrekking tot proces- en omgevingstemperatuurlimieten.
2. Als de Rosemount 214C sensor is voorzien van een behuizing met een displaydeksel, is de maximale omgevingstemperatuur 95 °C.
= 45
3. Het niet-metalen label op het instrument kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. Er moet voor worden gezorgd dat de opbouw van elektrostatische lading wordt beperkt. Er kan bijvoorbeeld met een vochtige doek over het niet-metalen label worden gewreven.
4. De displaydeksels zijn blootgesteld aan een stootkracht van 4 J in overeenstemming met een laag risico van mechanisch gevaar. Bescherm het deksel van het display tegen stootkrachten van meer dan 4 J.
5. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
Snelstartgids 9
Loading...
+ 19 hidden pages