Rosemount Snelstartgids: Rosemount 2051HT hygiënische druktransmitter Manuals & Guides

00825-0111-4591, Rev CA
Rosemount™ 2051HT hygiënische druktransmitter
met 4-20 mA HART® revisie 5 en 7
Snelstartgids
Oktober 2019
Snelstartgids Oktober 2019
Inhoudsopgave
Over deze gids..............................................................................................................................3
Gereedheid van het systeem........................................................................................................ 6
Installatie van de transmitter........................................................................................................7
Productcertificeringen............................................................................................................... 24
2 Snelstartgids
Oktober 2019 Snelstartgids

1 Over deze gids

1.1 Veiligheidsberichten

Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 2051HT transmitter. Hij bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties.
Let op!
De in dit document beschreven producten zijn NIET bedoeld voor gebruik in nucleaire toepassingen. Wanneer een niet voor nucleaire toepassingen geschikt product gebruikt wordt in een toepassing, die een product vereist dat wel voor nucleaire toepassingen geschikt is, kunnen de afgelezen waarden onnauwkeurig zijn. Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson voor informatie over Rosemount-producten die geschikt zijn voor nucleaire toepassingen.
Snelstartgids 3
Snelstartgids Oktober 2019
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, nationale en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in deze handleiding voor beperkingen in verband met een veilige
Controleer voordat u een veldcommunicator in een explosiegevaarlijke
atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Draai de flensbouten niet los en verwijder ze niet terwijl de transmitter in
gebruik is.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen
onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
Controleer voordat u een manuele communicator in een
explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste
configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk
beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel
4 Snelstartgids
Oktober 2019 Snelstartgids
om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle bij de faciliteit gebruikte systemen.
WAARSCHUWING
Vervangingsapparatuur of reserveonderdelen die niet door Emerson goedgekeurd zijn als reserveonderdelen kunnen de capaciteiten voor drukbewaring van de transmitter doen verminderen en kunnen daardoor het instrument gevaarlijk maken.
Gebruik uitsluitend bouten die door Emerson worden meegeleverd of als
reserveonderdeel worden verkocht.
Een verkeerde montage van het kranenblok op de traditionele flens kan de sensormodule beschadigen.
Voor een veilige montage van het kranenblok op de traditionele flens, moeten bouten het achtervlak van de flensbaan (d.w.z. boutgat) breken, maar mogen ze niet in contact komen met de behuizing van de sensormodule.
Snelstartgids 5
Snelstartgids Oktober 2019

2 Gereedheid van het systeem

2.1 Controleer of het systeem geschikt is voor de HART­revisie
Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of
middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen communiceren volgens revisie 7 van het HART-protocol. Deze transmitter kan worden geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7.
Zie Overschakelen op een andere HART-revisie voor instructies over het
wijzigen van de HART-revisie van uw transmitter.

2.2 Controleren of de device driver juist is

Controleer of de meest recente device driver (DD/DTM™) is geïnstalleerd
op uw systemen om een goede communicatie te verzekeren.
Download de meest recente device driver van Emerson.com of
FieldCommGroup.org.

2.2.1 Instrumentrevisies en drivers

Tabel 2-1 bevat de informatie die u nodig hebt om te verzekeren dat u
beschikt over de juiste device driver en de juiste documentatie voor uw instrument.
Tabel 2-1: Instrumentrevisies en bestanden
Identificeer instru-
ment
Datum
software-
release
Dec-11 1.0.0 01
De revisie van de NAMUR-software staat vermeld op het hardwarelabel van het apparaat.
(1)
Conform NE53 omvatten revisies van het minst belangrijke niveau X (van 1.0.X) geen veranderingen in de werking of bediening van het instrument en zijn deze niet opgenomen in de revisiegeschiedenis van dit instrument.
(2) De HART-softwarerevisie kan worden afgelezen met een voor HART geschikt configuratie-
instrument.
6 Snelstartgids
Revisie
van NA-
MUR-soft-
ware
(1)
Revisie
van HART-
soft-
ware
Zoek de device driver
Universe-
le HART-
revisie
(2)
7 10 Naslag-
5 9
Instru-
mentrevi-
sie
Lees de in-
structies
Naslag-
handlei-
ding
handleiding
Rosemount
2051 druk-
transmitter
Controleer
functionaliteit
Wijzigingen in
software
N.v.t.
Start
Mount the
transmitter
Commissioning
tag
Done
Zero trim the
transmitter
Configuration
Grounding, wiring,
and power up
Set switches and
software write lock
Locate device
Oktober 2019 Snelstartgids

3 Installatie van de transmitter

Figuur 3-1: Volgordeschema installatie

3.1 De transmitter monteren

Zet de transmitter in de gewenste oriëntatie voordat u deze monteert. De transmitter mag niet stevig gemonteerd of vastgeklemd zijn terwijl u de oriëntatie van de transmitter wijzigt.

3.1.1 Oriëntatie van de kabelbuisopening

Bij installatie van een Rosemount 2051HT wordt aangeraden om deze zo te installeren dat de kabelbuisopening omlaag is gericht naar de grond om deze tijdens reinigingswerkzaamheden zo goed mogelijk af te kunnen tappen.

3.1.2 Afdichting van de behuizing

Schroefdraadtape (PTFE) of -pasta op mannelijke schroefdraad van kabelbuizen is vereist om een water- en stofdichte kabelbuisafdichting tot stand te brengen en om te voldoen aan de eisen van NEMA® type 4X, IP66, IP68 en IP69K. Vraag de fabriek of andere beschermingsgraden vereist zijn.
Draai kabelbuispluggen met M20-schroefdraad over de volledige schroefdraad aan, of totdat mechanische weerstand is bereikt.
Opmerking
Classificatie IP69K is alleen beschikbaar op units met SST-behuizing en optiecode V9 in de modelreeks.
Opmerking
Voor aluminium behuizingen die worden besteld met M20-
Snelstartgids 7
leidinginganagen, hebben verzonde transmitters NPT-schroefdraad verwerkt in de behuizing en een NPT tot M20-schroefdraadadapter wordt voorzien. Met de overwegingen voor afdichting naar de omgeving moet rekening worden gehouden bij de installatie van het verloopstuk.
A
Snelstartgids Oktober 2019

3.1.3 Montagerichting inline-druktransmitter

De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de inline­verschildruktransmitter bevindt zich in de hals van de transmitter, achter een afgeschermde ventilatieopening (zie Figuur 3-2).
Houd het ventilatietraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en viskeuze vloeistoffen) door de transmitter zo te monteren dat het procesmedium kan wegstromen. Aanbevolen installaties hebben een kabelbuisingang die naar de grond is gericht, zodat de meterventilatieopening parallel is met de grond.
Figuur 3-2: Inline afgeschermde verschildruktransmitter met drukpoort aan lage kant
Aluminium Gepolijst 316 RVS
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)

3.1.4 Klemmen

Gebruik bij installatie van de klem de door de pakkingfabrikant aanbevolen momentwaarden.
Opmerking
Om een goede werking te behouden wordt afgeraden om een 1.5. Tri-Clamp® tot meer dan 50 in-lb wordt niet aanbevolen bij drukbereiken onder 20 psi.
3.2
8 Snelstartgids

Inbedrijfstellingslabel (papier)

Gebruik de verwijderbare tag die met de transmitter wordt meegeleverd om bij te houden welk instrument zich op een bepaalde locatie bevindt. Zorg dat de tag voor het fysieke apparaat (het PD-labelveld]) op beide plaatsen
Oktober 2019 Snelstartgids
goed is ingevuld op het verwijderbare inbedrijfstellingslabel en scheur bij elke transmitter het onderste gedeelte eraf.
Opmerking
De Device Description die in het hostsysteem is geladen, moet van dezelfde revisie zijn als dit instrument.
Figuur 3-3: Inbedrijfstellingslabel
A. Instrumentrevisie
Opmerking
De Device Description die in het hostsysteem is geladen, moet van dezelfde revisie zijn als dit instrument. U kunt de Device Description downloaden van de website van het hostsysteem of van Emerson.com/Rosemount door onder Product Quick Links (snelle productlinks) de optie Download Device Drivers (device drivers downloaden) te selecteren. Of u kunt naar
Fieldbus.org gaan en daar de optie End User Resources (hulpmiddelen
eindgebruikers) selecteren.
3.3
Snelstartgids 9

Instellen van de beveiligingsschakelaar

Voorwaarden
Stel de configuratie van de simulatie- en de beveiligingsschakelaar vóór installatie in zoals afgebeeld in Figuur 3-4.
Met de simulatieschakelaar kunt u gesimuleerde waarschuwingen en
een gesimuleerde AI-blokstatus en waarden in- of uitschakelen. De standaardstand van de simulatieschakelaar is "ingeschakeld".
Met de beveiligingsschakelaar kan configuratie van de transmitter
toegestaan (open hangslot) of voorkomen (gesloten hangslot) worden.
Snelstartgids Oktober 2019
De standaard beveiliging is "uit" (open hangslot).
De beveiligingsschakelaar kan in de software in- of uitgeschakeld
worden.
Volg de onderstaande procedures voor het wijzigen van de configuratie van de schakelaars:
Procedure
1. Beveilig als de transmitter al geïnstalleerd is de kring en koppel de voeding los.
2. Verwijder het behuizingsdeksel dat zich tegenover de veldaansluitingen bevindt. Verwijder het deksel van het instrument niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er spanning op het circuit staat.
3. Zet de beveiligings- en de simulatieschakelaar in de gewenste stand.
4. Bevestig het behuizingsdeksel van de transmitter weer op zijn plaats; hierbij wordt aanbevolen om het deksel aan te halen totdat er geen ruimte meer is tussen het deksel en de behuizing, om te voldoen aan de voorschriften voor drukvastheid.

3.4 Instellen van de simulatieschakelaar

De simulatieschakelaar bevindt zich op het elektronicagedeelte. Hij wordt in combinatie met de simulatiesoftware voor de transmitter gebruikt voor het simuleren van procesvariabelen en/of waarschuwingen en alarmen. Om variabelen en/of waarschuwingen en alarmen te simuleren moet de simulatieschakelaar op de ingeschakelde stand worden gezet en moet de software via de host ingeschakeld worden. Om de simulatie uit te schakelen moet de simulatieschakelaar op de uitgeschakelde stand worden gezet of moet de softwarematig gesimuleerde parameter via de host uitgeschakeld worden.
Figuur 3-4: Transmitterprintplaat
Aluminium
10 Snelstartgids
Gepolijst 316 RVS
Loading...
+ 22 hidden pages