Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 5300niveautransmitter. Zie de naslaghandleiding voor de Rosemount 5300 voor
nadere instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische
vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount.
Snelstartgids3
SnelstartgidsFebruari 2019
WAARSCHUWING
Als u deze installatie- en onderhoudsrichtlijnen niet aanhoudt, kan overlijden
of ernstig letsel het gevolg zijn.
• Zorg dat de transmitter volgens de geldende regelgeving wordt
geïnstalleerd door daartoe bevoegd personeel.
• Gebruik de apparatuur uitsluitend zoals aangegeven in deze
snelstartgids en de naslaghandleiding. Als u dit niet doet, zal de
apparatuur mogelijk minder bescherming bieden.
• Vervanging door niet-erkende onderdelen kan veiligheidsrisico’s
opleveren. Reparatie (bijv. vervanging van onderdelen e.d.) kan
eveneens veiligheidsrisico's opleveren en is onder geen beding
toegestaan.
Explosies kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
• Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de transmitter overeenstemt met
de desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
• Verbreek de elektrische verbinding voordat u
onderhoudswerkzaamheden verricht, om ontsteking van een
ontvlambare of brandbare atmosfeer te voorkomen.
• Controleer voordat u een manuele veldcommunicator aansluit in een
explosiegevaarlijke atmosfeer of de instrumenten zijn geïnstalleerd
volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedrading.
• Om proceslekken te voorkomen mag u alleen de O-ring gebruiken die
speciaal is ontworpen om af te dichten in combinatie met de
bijbehorende flensadapter.
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
• Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen
onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
• Controleer of de hoofdvoeding naar de transmitter is uitgeschakeld en
de leidingen naar een eventuele andere externe voeding zijn
losgekoppeld of niet stroomvoerend zijn terwijl u de transmitter
aansluit.
• Aard het instrument op niet-metalen tanks (bijv. tanks van glasvezel) om
accumulatie van elektrostatische lading te voorkomen.
4Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
WAARSCHUWING
Sondes met niet-geleidende oppervlakken
• Sondes die bedekt zijn met kunststof en/of met kunststofschoepen
kunnen een elektrostatische lading opwekken die onder bepaalde
extreme omstandigheden ontstekingsgevaar kan opleveren. Tref
daarom, als de sonde wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke
atmosfeer, de juiste maatregelen om elektrostatische ontlading te
voorkomen.
Elimineer het risico van elektrostatische ontlading voordat u de
transmitterkop van de sonde haalt.
• Sondes kunnen een elektrostatische lading opwekken die onder extreme
omstandigheden ontstekingsgevaar kan opleveren. Bij installatie- of
onderhoudswerkzaamheden van welke aard ook in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer dient de verantwoordelijke persoon
ervoor te zorgen dat alle risico’s van elektrostatische ontlading (ESD)
worden uitgesloten voordat wordt gepoogd de sonde van de
transmitterkop af te halen.
Snelstartgids5
SnelstartgidsFebruari 2019
2Controleer of het systeem gebruiksklaar is
(alleen HART®)
2.1Controleer of het systeem kan werken met de HART®revisie
Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of
middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden
gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen
communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7.
Transmitters met firmwareversie 2F0 of later kunnen worden
geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7.
2.2Controleer of de device driver juist is
Procedure
• Controleer voor een goede communicatie of de allernieuwste Device
Driver (DD/DTM™) op uw systemen is geladen. Zie Tabel 2-1.
• Download de meest recente Device Driver van Emerson.com/
DeviceInstallKits.
Tabel 2-1: Instrumentrevisies en bestanden Rosemount 5300
Firmwareversie
2F0 of later74
2A2 - 2E053
(1)
Zoek de device driver
HART® universele
revisie
53
Device Revision
(2)
(1) De firmwareversie staat vermeld op het label op de transmitterkop,
bijvoorbeeld "SW 2E0", of kan worden gevonden in Rosemount Radar
Master (Selecteer Device→Properties (instrument) > (eigenschappen)).
(2) De device revision (instrumentrevisie) staat vermeld op het etiket op de
transmitterkop, bijv. HART Dev Rev 4.
2.3Overschakelen naar een andere HART®-revisie
Als het instrument voor HART-configuratie niet kan communiceren met
HART-revisie 7, laadt het instrument een generiek menu met beperkte
functies. Zo wijzigt u vanuit het generieke menu de instelling voor de HARTrevisie:
6Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Procedure
1. Zoek het veld “Message” (bericht) op.
2. Voer in het veld Message (bericht) HART5 of HART7 in, gevolgd door
27 spaties.
Snelstartgids7
$
&
%
SnelstartgidsFebruari 2019
3Monteer de transmitter op de tank
Raadpleeg voor flexibele sondes met enkele draad besteld met nietgemonteerd gewicht (optiecode WU) het onderdeel Sondelengte aanpassen
voordat u de transmitter monteert.
3.1Tankaansluiting met schroefdraad/flens/Tri-Clamp
Procedure
1. Dicht de schroefdraadverbindingen af en bescherm ze.
Uitsluitend voor tankverbinding met NPT-schroefdraad.
Gebruik antivastlooppasta of PTFE-tape volgens de ter plaatse
geldende procedures.
2. Installeer het instrument op de tank.
®
A. NPT
B. Flens
C. Pakking
8Rosemount 5300 niveautransmitter
&&
$%
Aanhaalmoment
40 Nm (355 lb-in)
Februari 2019Snelstartgids
A. Tri-Clamp
B. BSP/G
C. Pakking
3. (Optioneel) Pas de montagerichting van het display aan.
4. Haal de moer aan.
Snelstartgids9
$
Aanhaalmoment
40 Nm (355 lb-in)
SnelstartgidsFebruari 2019
3.2Externe behuizing installeren
Procedure
1. Verwijder de transmitter voorzichtig.
2. Monteer de sonde op de tank.
A. Pakking
3. Monteer de externe verbinding op de sonde.
10Rosemount 5300 niveautransmitter
4X
$
%
3X
Aanhaalmoment 40 Nm (355 lb-in)
Februari 2019Snelstartgids
4. Monteer de beugel op de pijp.
A. Horizontale pijp
B. Verticale pijp
5. Bevestig de steun van de behuizing.
6. Monteer de transmitterkop.
Snelstartgids11
4X
$
%
4X
3X
SnelstartgidsFebruari 2019
3.3Beugelmontage
Procedure
1. Monteer de beugel aan de pijp/wand.
Op de pijp:
A. Horizontale pijp
B. Verticale pijp
Aan de wand:
2. Monteer de transmitter met de sonde op de beugel.
12Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
4Tref voorbereidingen voor de elektrische
aansluitingen
4.1Kabelwartel/-buis
Gebruik bij explosieveilige/drukvaste installaties uitsluitend kabelwartels of
kabelbuisingangen van een gecertificeerd explosieveilig of drukvast type.
4.2Voedingsspanning (V d.c.)
GoedkeuringstypeHART
Geen16-42,49-328-30 (max.
Niet-vonkend/
energiebegrensd
Intrinsiek veilig16–309–30N.v.t.
FISCON.v.t.9-17,5N.v.t.
Explosieveilig/
drukvast
®
16-42,49-32N.v.t.
20-42,416-328-30 (max.
FOUNDATION
Fieldbus
™
RS-485 met
®
Modbus
nominaal)
nominaal)
Snelstartgids13
+
+
+
-
$
%
&
'
)
(
SnelstartgidsFebruari 2019
4.34-20 mA/HART® communicatie
4.3.1Bedradingsschema
Figuur 4-1: Bedradingsschema voor 4-20 mA/HART
A. Handheld communicator
B. Goedgekeurde intrinsiek veilige barrière (alleen voor intrinsiek veilige
installaties)
C. HART-modem
D. Stroommeter
E. Belastingsweerstand (≥ 250 Ω)
F. Voeding
Opmerking
Rosemount 5300 niveautransmitters met drukvaste/explosieveilige uitgang
hebben een ingebouwde barrière; er is geen externe barrière nodig.
®
4.3.2Belastingslimieten
Voor HART®-communicatie is een kringweerstand van ten minste 250 Ω
vereist. De maximale kringweerstand wordt bepaald door het
spanningsniveau van de externe voeding, zoals vermeld in de volgende
schema's:
14Rosemount 5300 niveautransmitter
$
%
&
$
%
&
Februari 2019Snelstartgids
Figuur 4-2: Intrinsiek veilige installaties
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
Figuur 4-3: Niet-explosiegevaarlijke en niet-vonkende installaties/
installaties met energiebegrenzing
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
Snelstartgids15
$
%
&
SnelstartgidsFebruari 2019
Figuur 4-4: Explosieveilige/drukvaste (Ex d) installaties
A. Kringweerstand (ohm)
B. Externe voedingsspanning (V d.c.)
C. Werkingsgebied
Opmerking
Voor de Ex d-behuizing is de grafiek alleen geldig als de belastingsweerstand
zich aan de + zijde bevindt en als de – zijde is geaard, anders wordt de
belastingsweerstand begrensd tot 435 Ω.
16Rosemount 5300 niveautransmitter
+
-
+
-
+
-
$
%
&
'
Februari 2019Snelstartgids
4.4FOUNDATION™ Fieldbus
4.4.1Bedradingsschema
Figuur 4-5: Bedradingsschema voor FOUNDATION Fieldbus
A. Handheld communicator
B. Goedgekeurde intrinsiek veilige barrière (alleen voor intrinsiek veilige
installaties)
C. FOUNDATION Fieldbus modem
D. Voeding
Opmerking
Rosemount 5300 niveautransmitters met drukvaste/explosieveilige uitgang
hebben een ingebouwde barrière; er is geen externe barrière nodig.
4.5
RS-485 met Modbus® communicatie
Zie de naslaghandleiding voor de Rosemount 5300 voor details.
4.5.1Stroomverbruik
• < 0,5 W (met HART-adres = 1)
• < 1,2 W (incl. vier HART-slaves)
Snelstartgids17
-
+
$
%
&&
(
)
+
*
'
SnelstartgidsFebruari 2019
4.5.2Bedradingsschema
Figuur 4-6: Bedradingsschema voor RS-485 met Modbus
®
A. “A”-leiding
B. “B”-leiding
C. 120 Ω
D. RS-485-bus
E. Voeding
F. HART G. HART +
H. Als de transmitter de laatste op de bus is, moet een afsluitweerstand van
120 Ω worden aangesloten.
Opmerking
Rosemount 5300 niveautransmitters met drukvaste/explosieveilige uitgang
4.6
hebben een ingebouwde barrière; er is geen externe barrière nodig.
Aarding
Zorg voor een aarding (ook de intrinsiek veilige aarde in de ruimte waarin de
aansluitklemmen zich bevinden) conform de certificeringen voor gevaarlijke
locaties en de plaatselijke en landelijke voorschriften voor elektriciteit.
(1)
Een externe galvanische scheider wordt altijd aanbevolen voor het gebruik van
drukvaste/explosieveilige installaties.
18Rosemount 5300 niveautransmitter
(1)
$
%
Februari 2019Snelstartgids
Opmerking
Aarden van het transmitterhuis via de schroefaansluiting van een kabelbuis
kan onvoldoende zijn voor een goede aarding.
Opmerking
In de explosieveilige/drukvaste versie wordt de elektronica geaard via de
transmitterbehuizing. Controleer na installatie en inbedrijfstelling dat er
geen aardstroom is als gevolg van de grote verschillen in aardpotentiaal
binnen de installatie.
Aarding transmitterbehuizing
De effectiefste aardingsmethode voor de transmitterbehuizing is een
directe verbinding met de aarde met minimale impedantie (< 1 Ω). Er zijn
twee aardschroefaansluitingen (zie Figuur 4-7).
Figuur 4-7: Aardschroeven
A. Schroef voor interne aarding
B. Schroef voor externe aarding
Aarding signaalkabelafscherming
Zorg dat de afscherming van de instrumentkabel:
• kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de
transmitterbehuizing aankomt;
• zonder onderbreking door het hele segment heen is verbonden;
• aan de voedingszijde wordt verbonden met een goed aardpunt.
Snelstartgids19
$
%
%
&&
&
'
SnelstartgidsFebruari 2019
Figuur 4-8: Kabelafscherming
A. Afscherming isoleren
B. Afstand zo klein mogelijk houden
C. Afscherming afknippen en isoleren
D. Afscherming weer verbinden met aardpunt van voeding
20Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
5Sluit de bedrading aan en schakel de stroom in
Procedure
1. Zorg dat de voeding is uitgeschakeld.
2. Verwijder het deksel van het aansluitklemmenblok.
3. Verwijder de plastic pluggen.
4. Trek de kabel door de kabelwartel/-doorvoerbuis.
Bij gebruik van M20-wartels zijn adapters vereist.
Snelstartgids21
SnelstartgidsFebruari 2019
5. Sluit de kabeldraden aan (zie Figuur 4-1, Figuur 4-5 en Figuur 4-6).
6. Zorg voor een goede aardverbinding (zie Aarding).
7. Gebruik de meegeleverde metalen plug om eventuele ongebruikte
poorten af te sluiten.
Opmerking
Breng PTFE-tape of een ander afdichtmiddel aan op de schroefdraad.
8. Draai de kabelwartel aan.
Opmerking
Breng PTFE-tape of een ander afdichtmiddel aan op de schroefdraad.
Opmerking
Zorg dat de bedrading een druppellus heeft.
22Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
9. Monteer het deksel en zorg dat het deksel goed is vastgezet om
aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen.
10. Draai de borgschroef linksom los totdat hij het deksel raakt.
Alleen vereist voor drukvaste installaties.
11. Sluit de voeding aan.
Snelstartgids23
SnelstartgidsFebruari 2019
6Verricht de configuratie
De basisconfiguratie kan eenvoudig worden verricht met de Rosemount
Radar Master, een veldcommunicator, AMS Device Manager, DeltaV™ of een
ander met DD (Device Description, instrumentbeschrijving) of DTM
compatibel hostsysteem. Voor geavanceerde configuratiefuncties wordt de
Rosemount Radar Master aanbevolen.
6.1Configureren met behulp van Rosemount Radar Master
Procedure
1. Start Rosemount Radar Master.
2. Maak verbinding met de gewenste transmitter.
3. Klik in het venster Guided Setup (begeleide setup) op Run Wizard forguided setup (wizard voor begeleide setup uitvoeren) en volg de
instructies.
™
4. Ga in het venster Guided Setup (begeleide setup) verder met stap 2
tot en met 5.
5. Klik op View live values from device (actuele waarden van
instrument bekijken) om de werking van de transmitter te
controleren.
24Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
6.2Verricht de configuratie met AMS Device Manager of een
handheld communicator
6.2.1Verbinding maken met het instrument met AMS Device Manager
2. Configureer de stappen 1-6 in Basic Setup (basissetup; Variable
Mapping [toewijzing variabelen], Probe [sonde], Geometry
[geometrie], Environment [omgeving], Volume en Analog Out
[Analoog uit]).
3. Selecteer Finish (voltooien).
4. Selecteer Device Specific Setup (instrumentspecifieke setup).
Tabel 6-1: FOUNDATION Fieldbus Parameters (vervolg)
FunctieParameter
Tankdiameter (alleen voor ideale
tankvormen)
Tanklengte/-hoogte (alleen voor ideale
tankvormen)
VolumeafwijkingTRANSDUCER_1300 >
(1) Van toepassing op de meetmodi “vloeibaar productniveau” en “vast
productniveau”.
(2) Van toepassing op de meetmodi “interfaceniveau met ondergedompeld” en
“productniveau en interfaceniveau”.
TRANSDUCER 1300 >
VOL_IDEAL_DIAMETER
TRANSDUCER_1300 >
VOL_IDEAL_LENGTH
VOL_VOLUME_OFFSET
Snelstartgids27
SnelstartgidsFebruari 2019
7Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste
systemen (alleen 4–20 mA)
Raadpleeg voor installaties met veiligheidscertificering de naslaghandleiding
van de Rosemount 5300.
28Rosemount 5300 niveautransmitter
+
/
727
$
Februari 2019Snelstartgids
8Sondelengte aanpassen
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de lengte van sondes met flexibele
enkele draad zonder gemonteerd gewicht (optiecode WU) kan worden
aangepast. Raadpleeg voor andere sondetypen hoofdstuk 3 in de
naslaghandleiding voor de Rosemount 5300.
Procedure
1. Meet de tankhoogte.
Tankhoogte (H):
2. Bereken de totale sondelengte.
Totale sondelengte (L
Totale sondelengte (L
) = tankhoogte (H) – 2 in. (5 cm)
TOT
):
TOT
A. 5 cm (2 inch) tussenruimte
Snelstartgids29
1 2
3
4
5
6
7
8
0
SnelstartgidsFebruari 2019
3. Markeer waar de sonde moet worden afgeknipt.
4. Schuif het gewicht omhoog.
5. Knip de sonde af bij de markering.
30Rosemount 5300 niveautransmitter
/
Februari 2019Snelstartgids
6. Zet het gewicht vast.
GewichtmateriaalAanhaalmoment (Nm)
Roestvast staal5
Legering C-2762,5
Legering 4002,5
Duplex 22052,5
7. Pas de transmitterconfiguratie aan de nieuwe sondelengte aan.
Sondelengte (L):
Snelstartgids31
SnelstartgidsFebruari 2019
9Productcertificeringen
Rev 9.17
9.1Informatie over Europese richtlijnen
De EU-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product
toepasselijke Europese richtlijnen vindt u op EU-verklaring van
overeenstemming. De meest recente versie is beschikbaar op
Emerson.com/Rosemount.
SIL 3-capabel: Gecertificeerd conform IEC 61508 voor gebruik in met
veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen tot SIL 3 (minimale vereiste
van enkel gebruik (1oo1) voor SIL 2 en redundant gebruik (1oo2) voor SIL 3).
9.3Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest,
waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire
elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS
nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing
laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational
Safety and Health Administration (OSHA).
9.4
9.5
Apparatuur installeren in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical
Code (CEC) staan toe dat apparatuur met divisiemarkering wordt gebruikt in
zones en dat apparatuur met zonemarkering wordt gebruikt in divisies.ones
and Zone marked equipment in Divisions. De markeringen moeten geschikt
zijn voor de omgevingsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze
informatie is duidelijk vastgelegd in de betreffende voorschriften.
XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CLII/III, DIV 1, GP E, F, G; T4;
-50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C / 70 °C; Type 4X
Februari 2019Snelstartgids
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. WAARSCHUWING – Potentieel gevaar van elektrostatische lading –
de behuizing bevat niet-metallisch materiaal. Om het risico van
elektrostatische vonken te voorkomen mag het kunststof oppervlak
alleen met een vochtige doek worden afgenomen.
2. WAARSCHUWING – De behuizing van het instrument bevat
aluminium en wordt geacht ontstekingsgevaar op te leveren bij
stoten of wrijving. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en
gebruik.
IS CL I, II, III, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G conform
controletekening 9240030-936; IS (entiteit) CL I, zone 0,
AEx ia IIC T4 conform controletekening 9240030-936, NI CL
I, II, III DIV 2, GP A, B, C, D, F, G; T4; -50 °C ≤ Ta ≤ 60 °C / 70
°C; type 4X
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. WAARSCHUWING – Potentieel gevaar van elektrostatische lading –
de behuizing bevat niet-metallisch materiaal.Om het risico van
elektrostatische vonken te voorkomen mag het kunststof oppervlak
alleen met een vochtige doek worden afgenomen.
2. WAARSCHUWING – De behuizing van het instrument bevat
aluminium en wordt geacht ontstekingsgevaar op te leveren bij
stoten of wrijving.Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en
gebruik.
Entiteitsparameters
HART
Fieldbusentiteitsparameters
UiIiPiCiLi
30 V130 mA1 W7,26 nF0
30 V300 mA1,3 W00
9.5.3IE FISCO
Certificaat
Snelstartgids33
FM16US0444X
SnelstartgidsFebruari 2019
Normen
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. WAARSCHUWING – Potentieel gevaar van elektrostatische lading –
de behuizing bevat niet-metallisch materiaal.Om het risico van
elektrostatische vonken te voorkomen mag het kunststof oppervlak
alleen met een vochtige doek worden afgenomen.
2. WAARSCHUWING – De behuizing van het instrument bevat
aluminium en wordt geacht ontstekingsgevaar op te leveren bij
stoten of wrijving.Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en
gebruik.
IS CL I, II, III, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G; T4; conform
controletekening 9240030-936; IS CL I, zone 0 AEx ia IIC T4
conform controletekening 9240030-936; -50 °C ≤ Ta ≤ 60
°C/70 °C; type 4X
9.6Canada
9.6.1E6 Explosieveilig, stofontstekingsbestendig
Certificaat
Normen
Markeringen
1514653
CSA C22.2 nr. 0-M91, CSA C22.2 nr. 25-1966, CSA C22.2 nr.
30-M1986,CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA C22.2 nr. 142M1987, CSA C22.2 157-92, CAN/CSA C22.2 nr. 60529:05,
ANSI/ISA 12.27.01-2003
Explosieveilig CL I, DIV 1, GP B, C, D;
stofontstekingsbestendig CL II, DIV 1 en 2, GP E, F, G en
steenkoolstof, CL III, DIV 1, type 4X/IP66/IP67
9.6.2I6 Intrinsiek veilige en niet-vonkende systemen
Certificaat
Normen
34Rosemount 5300 niveautransmitter
1514653
CSA C22.2 nr. 0-M91, CSA C22.2 nr. 25-1966, CSA C22.2 nr.
30-M1986,CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA C22.2 nr. 142M1987, CSA C22.2 157-92, CAN/CSA C22.2 nr. 60529:05,
ANSI/ISA 12.27.01-2003
Februari 2019Snelstartgids
Markeringen
UiIiPiCiLi
Entiteitsparameters
HART
Fieldbusentiteitsparameters
9.6.3IF FISCO
Certificaat
Normen
Markeringen
CL I, DIV 1, GP A, B, C, D, T4 zie installatietekening
9240030-937; niet-vonkend klasse III, DIV 1, Haz-loc CL I
DIV 2, GP A, B, C, D, maximale omgevingstemperatuur +60
°C voor Fieldbus en FISCO en +70 °C voor HART, T4, type
4X/IP66/IP67, maximale bedrijfsdruk 5000 psi, dubbele
afdichting.
30 V130 mA1 W7,26 nF0
30 V300 mA1,3 W00
1514653
CSA C22.2 nr. 0-M91, CSA C22.2 nr. 25-1966, CSA C22.2 nr.
30-M1986,CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA C22.2 nr. 142M1987, CSA C22.2 157-92, CAN/CSA C22.2 nr. 60529:05,
ANSI/ISA 12.27.01-2003
CL I, DIV 1, GP A, B, C, D, T4 zie installatietekening
9240030-937; niet-vonkend klasse III, DIV 1, Haz-loc CL I
DIV 2, GP A, B, C, D, maximale omgevingstemperatuur +60
°C, T4, type 4X/IP66/IP67, maximale bedrijfsdruk 5000 psi,
dubbele afdichting.
UiIiPiCiLi
FISCO-parameters17,5 V380 mA5,32 W00
9.7Europa
9.7.1E1 ATEX drukvast
Certificaat
Normen
Markeringen
Snelstartgids35
Nemko 04ATEX1073X
EN 60079-0:2012, EN 60079-1:2014, EN 60079-11:2012,
EN 60079-26:2015, EN 60079-31:2014
II 1/2G Ex db ia IIC T4 Ga/Gb, (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70
°C)
II 1D Ex ta IIIC T69 °C/T79 °C Da, (-40 °C ≤ Ta ≤ +60
°C /+70 °C)
Um = 250 V
SnelstartgidsFebruari 2019
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met EN
60079-0:2012 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPG Gb) en clausule 8.4
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antennes van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
2. Delen van de sensorsondes voor Type 5300 zijn van niet-geleidend
materiaal dat metalen oppervlakken bedekt.Het oppervlak van het
niet-geleidende deel is groter dan de maximaal toegestane
oppervlakken voor groep III volgens EN 60079-0.2012, clausule
7.4:3.Als de sonde wordt gebruikt in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer van groep III, EPL Da, moeten daarom
adequate maatregelen ter voorkoming van elektrostatische
ontlading worden genomen.
3. 1/2” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of ‘Ex t’, EPL
Da of Db is vereist.
9.7.2I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat
Normen
Nemko 04ATEX1073X
EN 60079-0:2012, EN 60079-1:2014, EN 60079-11:2012,
EN 60079-26:2015, EN 60079-31:2014
Markeringen
II 1G Ex ia IIC T4 Ga, (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
II 1D Ex ia IIIC T69 °C/T79 °C Da, (-50 °C ≤ Ta ≤ +60
°C /+70 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De intrinsiek veilige stroomkringen kunnen de test op 500 V a.c.
zoals gespecificeerd in EN 60079-11:2012 clausule 6.3.13 niet met
goed gevolg doorstaan.
2. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met EN
60079-0:2012 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPG Gb) en clausule 8.4
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antennes van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
36Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
3. Delen van de sensorsondes voor Type 5300 zijn van niet-geleidend
materiaal dat metalen oppervlakken bedekt.Het oppervlak van het
niet-geleidende deel is groter dan de maximaal toegestane
oppervlakken voor groep III volgens EN 60079-0.2012, clausule
7.4:3.Als de sonde wordt gebruikt in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer van groep III, EPL Da, moeten daarom
adequate maatregelen ter voorkoming van elektrostatische
ontlading worden genomen.
4. 1/2” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of ‘Ex t’, EPL
Da of Db is vereist.
UiIiPiCiLi
Entiteitsparameters
HART
Fieldbusentiteitsparameters
30 V130 mA1 W7,26 nF0
30 V300 mA1,5 W4,95 nF0
9.7.3IA ATEX FISCO
Certificaat
Normen
Nemko 04ATEX1073X
EN 60079-0:2012, EN 60079-1:2014, EN 60079-11:2012,
EN 60079-26:2015, EN 60079-31:2014
Markeringen
II 1G Ex ia IIC T4 Ga (-55 °C ≤ Ta ≤+60 °C) or
II 1/2G Ex ia/ib IIC T4 Ga/Gb (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
II 1D Ex ia IIIC T69 °C Da, (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
II 1D Ex ia/ib IIIC T69°C Da/Db, (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De intrinsiek veilige stroomkringen kunnen de test op 500 V a.c.
zoals gespecificeerd in EN 60079-11:2012 clausule 6.3.13 niet met
goed gevolg doorstaan.
2. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met EN
60079-0:2012 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPG Gb) en clausule 8.4
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antennes van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
3. Delen van de sensorsondes voor Type 5300 zijn van niet-geleidend
materiaal, dat metalen oppervlakken bedekt.Het oppervlak van het
Snelstartgids37
SnelstartgidsFebruari 2019
niet-geleidende deel is groter dan de maximaal toegestane
oppervlakken voor groep III volgens EN 60079-0.2012, clausule
7.4:3.Als de sonde wordt gebruikt in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer van groep III, EPL Da, moeten daarom
adequate maatregelen ter voorkoming van elektrostatische
ontlading worden genomen.
4. De Ex ia-versie van het FISCO-instrument van model 5300 kan
worden gevoed door een “Ex ib” FISCO-voeding als deze is
gecertificeerd met drie afzonderlijke stroombeperkende
veiligheidsinstrumenten en spanningsbeperking conform de
vereisten voor type Ex ia.
5. 1/2” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of ‘Ex t’, EPL
Da of Db is vereist.
UiIiPiCiLi
FISCO-parameters17,5 V380 mA5,32 W4,95 nF<1 µH
9.7.4N1 ATEX type N
Certificaat
Normen
Nemko 10ATEX1072X
EN 60079-0:2012, EN 60079-11:2012, EN 60079-15:2010,
EN 60079-31:2014
Markeringen
II 3G Ex nA ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
II 3G Ex ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
II 3D Ex tc IIIC T69 °C/T79 °C Dc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60
°C /+70 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De transmittercircuits kunnen de test op diëlektrische weerstand van
500 V a.c. volgens EN 60079-11 clausule 6.3.13 niet weerstaan als
gevolg van met aarde verbonden instrumenten voor
overspanningsbeveiliging.Bij de installatie moeten gepaste
maatregelen worden overwogen.
HARTveiligheidsparameters
Fieldbusveiligheidsparameters
UiIiPiCiLi
42,4 V23 mA1 W7,25 nFTe
verwaarlozen
32 V21 mA0,7 W4,95 nFTe
verwaarlozen
38Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
9.8Internationaal
9.8.1E7 IECEx drukvast
Certificaat
Normen
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met IEC
60079-0:2011 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPL Gb) en clausule 8.4
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antenne van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
2. Delen van de sensorsondes voor de Type 5300 zijn niet-geleidend en
het oppervlak van het niet-geleidende deel is groter dan de maximaal
toegestane oppervlakken voor groep III volgens IEC 60079-0.2011,
clausule 7.4:3. Als de antenne wordt gebruikt in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer van groep III, EPL Da, moeten daarom
adequate maatregelen ter voorkoming van elektrostatische
ontlading worden genomen.
3. ½” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of “Ex t”, EPL
Da of Db is vereist.
Ex db ia IIC T4 Ga/Gb (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
Ex ta IIIC T69 °C/T79 °C Da (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
Um = 250 VAC, IP66/IP67
9.8.2I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat
Normen
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De intrinsiek veilige stroomkringen kunnen de test op 500 V
wisselspanning zoals gespecificeerd in IEC 60079-11 clausule 6.3.13
niet met goed gevolg doorstaan.
Ex ia IIC T4 Ga (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex ia IIIC T69 °C/T79 °C Da (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
SnelstartgidsFebruari 2019
2. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met IEC
60079-0:2011 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPL Gb) en clausule 8.4
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antenne van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
3. Delen van de sensorsondes voor de Type 5300 zijn niet-geleidend en
het oppervlak van het niet-geleidende deel is groter dan de maximaal
toegestane oppervlakken voor groep III volgens IEC 60079-0.2011,
clausule 7.4:3. Als de antenne wordt gebruikt in een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer van groep III, EPL Da, moeten daarom
adequate maatregelen ter voorkoming van elektrostatische
ontlading worden genomen.
4. ½” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of “Ex t”, EPL
Da of Db is vereist.
UiIiPiCiLi
Entiteitsparameters
HART
Fieldbusentiteitsparameters
30 V130 mA1 W0 µFTe
verwaarlozen
30 V300 mA1,5 W4,95 nFTe
verwaarlozen
9.8.3IG IECEx FISCO
Certificaat
Normen
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De intrinsiek veilige stroomkringen kunnen de test op 500 V
wisselspanning zoals gespecificeerd in IEC 60079-11 clausule 6.3.13
niet met goed gevolg doorstaan.
2. Er moet rekening worden gehouden met mogelijk gevaar voor
ontsteking door stoten of frictie in overeenstemming met IEC
60079-0:2011 clausule 8.3 (voor EPL Ga en EPL Gb) en clausule 8.4
Ex ia IIC T4 Ga (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex ia/ib IIC T4 Ga/Gb (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex ia IIIC T69 °C Da (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex ia/ib IIIC T69 °C Da/Db (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Februari 2019Snelstartgids
(voor EPL Da en EPL Db) wanneer de behuizing en antenne van de
transmitter die zijn blootgesteld aan de buitenzijde van de tank, zijn
vervaardigd van licht metaal dat aluminium of titanium bevat.De
eindgebruiker moet de geschiktheid bepalen voor het vermijden van
gevaren door stoten en frictie.
3. Delen van de sensorsondes voor de Type 5300 zijn niet-geleidend en
het oppervlak van het niet-geleidende deel is groter dan de maximaal
toegestane oppervlakken voor groep IIC en volgens IEC
6079-0.2011, clausule 7.4:20 cm2 voor EPL Gb en 4 cm2 voor EPL
Ga.Als de antenne wordt gebruikt in een potentieel explosieve
omgeving, moeten daarom adequate maatregelen ter voorkoming
van elektrostatische ontlading worden genomen.
4. De Ex ia-versie van het FISCO-veldinstrument van model 5300 kan
worden gevoed door een [Ex ib] FISCO-voeding als deze is
gecertificeerd met drie afzonderlijke stroombeperkende
veiligheidsinstrumenten en spanningsbeperking conform de
vereisten voor type Ex ia.
5. ½” NPT schroefdraad moet worden afgedicht voor bescherming
tegen het binnendringen van stof en water, IP 66, IP 67 of “Ex t”, EPL
Da of Db is vereist.
UiIiPiCiLi
FISCO-parameters17,5 V380 mA5,32 W4,95 nF<1 µH
9.8.4N7 IECEx Type N
Certificaat
Normen
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De transmittercircuits kunnen de test op diëlektrische weerstand van
500 V a.c. volgens EN 60079-11 clausule 6.3.13 niet weerstaan als
gevolg van met aarde verbonden instrumenten voor
overspanningsbeveiliging.Bij de installatie moeten gepaste
maatregelen worden overwogen.
Ex nA ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
Ex ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
Ex tc IIIC T69 °C/T79 °C Dc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C /+70 °C)
Ex ia IIC T4 Ga (- 55 °C ≤ T
Ex ia/ib IIC T4 Ga/Gb (- 55 °C ≤ T
Ex ia IIIC T69 °C Da (- 50 °C ≤ T
Ex ia/ib IIIC T69 °C Da/Db (- 50 °C ≤ T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
UiIiPiCiLi
FISCO-parameters17,5 Vdc380 mA5,32 W4,95 nF<1 µH
9.10China
9.10.1 E3 China drukvast
Certificaat
Normen
Markeringen
GYJ16.1095X
GB 3836.1/2/4/20-2010, GB 12476.1/5-2013, GB
12476.4-2010
Ex d ia IIC T4 Ga/Gb (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex tD A20 IP 66/67 T69 °C /T79 °C (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70
°C)
≤ +60 °C)
amb
amb
≤ +60 °C)
amb
≤ +60 °C)
≤ +60 °C)
amb
9.10.2 I3 China intrinsieke veiligheid
Certificaat
Normen
Markeringen
GYJ16.1095X
GB 3836.1/2/4/20-2010, GB 12476.1/5-2013, GB
12476.4-2010
Ex ia IIC T4 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex iaD 20 T69 °C /T79 °C (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex iaD/ibD 20/21 T69 °C (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
9.10.3 IC China FISCO
Certificaat
Snelstartgids43
GYJ16.1095X
SnelstartgidsFebruari 2019
Normen
GB 3836.1/2/4/20-2000, GB 12476.4/5-2013, GB
12476.1-2010
Markeringen
Ex ia IIC T4 Ga (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex ia/ib IIC T4 Ga/Gb (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex iaD 20 T69 (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex iaD/ibD 20/21 T69 °C (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
9.10.4 N3 China Type N
Certificaat
Normen
Markeringen
GYJ18.1331X
GB 3836.1-2010, GB 3836.4-2010, GB 3836.8-2014
Ex nA ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex ic IIC T4 Gc (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
9.11Technische voorschriften douane-unie (EAC)
9.11.1 EM Technisch voorschrift douane-unie (EAC) drukvast
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
RU C-SE.AA87.B.00802
Ga/Gb Ex db ia IIC T4….T1 X, (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex ta IIIC T69 °C/T79 °C Da X (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
9.11.2 IM Technische voorschriften douane-unie (EAC) intrinsieke veiligheid
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
Entiteitsparameters
HART
44Rosemount 5300 niveautransmitter
RU C-SE.AA87.B.00802
0Ex ia IIC T4...T1 Ga X, (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ga/Gb Ex ia/ib IIC T4…T1 X, (-55 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Ex ia IIIC T69 °C/T79 °C Da X, (-50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
Da/Db Ex ia/ib IIIC T69 °C/T79 °C X, (-50 °C ≤ Ta ≤ +60
°C/+70 °C)
UiIiPiCiLi
30 V130 mA1 W7,26 nF0 mH
Februari 2019Snelstartgids
UiIiPiCiLi
Fieldbusentiteitsparameters
30 V300 mA1,5 W4,95 nF0 mH
9.12Japan
9.12.1 E4 Drukvast
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
CML 17JPN1334X
Ex d ia IIC T4 Ga/Gb (-40 °C ≤ Ta ≤ +60 °C/+70 °C)
9.13Republiek Korea
9.13.1 EP Drukvast HART
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
9.13.2 EP Drukvast Fieldbus
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
9.14
9.14.1 Drukvast, intrinsiek veilig
India
KTL 15-KB4BO-0297X
Ex d ia IIC T4 Ga/Gb
KTL 12-KB4BO-0179X
Ex ia/d ia IIC T4
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
Snelstartgids45
P392482/1
Ex db ia IIC T4 Ga /Gb
Ex ia IIC T4 Ga
SnelstartgidsFebruari 2019
9.15Oekraïne
9.15.1 Drukvast, intrinsiek veilig
Certificaat
Markeringen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie het certificaat voor specifieke voorwaarden.
9.16Oezbekistan
9.16.1 Veiligheid (import)
Certificaat
9.17Combinaties
KA
KB
KC
KD
KE
KF
KG
KH
KI
KJ
KK
KL
Combinatie van E1, E5 en E6
Combinatie van E1, E5 en E7
Combinatie van E1, E6 en E7
Combinatie van E5, E6 en E7
Combinatie van I1, I5 en I6
Combinatie van I1, I5 en I7
Combinatie van I1, I6 en I7
Combinatie van I5, I6 en I7
Combinatie van IA, IE en IF
Combinatie van IA, IE en IG
Combinatie van IA, IF en IG
Combinatie of IE, IF en IG
UA.TR.047.C.0352-13
0 Ex ia IIC T4 X,
1 Ex d ia IIC T4 X
UZ.SMT.01.342.2017121
9.18Verdere certificeringen
9.18.1 SBS Typegoedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)
Certificaat
Beoogd gebruik
46Rosemount 5300 niveautransmitter
15-LD1340199-1-PDA
Voor gebruik op vaartuigen volgens ABS-classificatie en
offshore-faciliteiten volgens de ABS-regels en
internationale normen.
Februari 2019Snelstartgids
Opmerking
Behuizingmateriaal A, aluminium, mag niet worden gebruikt op open
dekken.
9.18.2 SBV Typegoedkeuring Bureau Veritas (BV)
Certificaat
Eisen
22378_B3 BV
Regels van Bureau Veritas voor de classificatie van stalen
schepen.EG-code:41SB
Toepassing
Klassenotaties:AUT-UMS, AUT-CCS, AUT-PORT en AUT-IMS.
Opmerking
Behuizingmateriaal A, aluminium, mag niet worden gebruikt op open
dekken.
9.18.3 SDN Typegoedkeuring Det Norske Veritas Germanischer Lloyd (DNV
GL)
Certificaat
Beoogd gebruik
Tabel 9-1: Toepassing
Locatieklassen
TemperatuurD
LuchtvochtigheidB
TrillingA
EMCB
BehuizingC
TAA000020G
DNV GL-regels voor classificatie – schepen, offshoreeenheden en snelle en lichte vaartuigen
Opmerking
Behuizingmateriaal A, aluminium, mag niet worden gebruikt op open
dekken.
9.18.4 SLL Typegoedkeuring Lloyds Register (LR)
Certificaat
Toepassing
Snelstartgids47
15/20053
Mariene toepassingen voor gebruik in omgevingscategorie
ENV1, ENV2, ENV3 en ENV5.
SnelstartgidsFebruari 2019
Opmerking
Behuizingmateriaal A, aluminium, mag niet worden gebruikt op open
dekken.
9.18.5 U1 Overloopbeveiliging
Certificaat
Toepassing
Z-65.16-476
TÜV-getest en goedgekeurd door DIBt voor
overlooppreventie volgens de Duitse WHG-regelgeving.
9.18.6 J8 EN ketel (Europese ketelgoedkeuring conform EN 12952-11 en EN
12953-9)
Opmerking
Geschikt voor gebruik als niveausensoronderdeel van een begrenzend
instrument conform EN 12952-11 en EN 12953-9.
9.18.7 QT Gecertificeerd voor veiligheid volgens IEC 61508 met certificaat
van FMEDA-gegevens
Certificaat
exida ROS 13-06-005 C001 R1.3
9.18.8 Geschikt voor beoogd gebruik
Voldoet aan NAMUR NE 95, versie 22.01.2013 “Basic Principles of
Homologation”
1. Als de draadadapter of blindstop wordt gebruikt met een behuizing
van het beschermingstype verhoogde veiligheid “e”, moet de draad
in de ingang goed worden afgedicht om de beschermingsgraad (IPclassificatie) van de behuizing te behouden. Zie certificaat voor
speciale voorwaarden.
2. Voor de blindstop mag geen adapter worden gebruikt.
Snelstartgids49
SnelstartgidsFebruari 2019
3. Het draadtype van de blindstop en draadadapter moet NPT of
metrisch zijn. G½-draad is alleen toegestaan op bestaande (oude)
apparatuurinstallaties.
50Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
9.21Installatietekeningen
Figuur 9-1: 9240030-936 - Systeemcontroletekening voor installatie op
gevaarlijke locaties van intrinsiek veilig apparaat met FM-goedkeuring
Snelstartgids51
SnelstartgidsFebruari 2019
Figuur 9-2: 9240030-937 - Installatietekening voor gevaarlijke locaties van
intrinsiek veilig apparaat met CSA-goedkeuring
52Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Figuur 9-3: D9240030-938 - Installatietekening voor installatie op gevaarlijke
locaties van apparaat met ATEX- en IECEx-goedkeuring voor intrinsieke
veiligheid
Snelstartgids53
SnelstartgidsFebruari 2019
Figuur 9-4: 9240031-957 - Installatietekening Exn
54Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
9.22EU-verklaring van overeenstemming
Figuur 9-5: EU-verklaring van overeenstemming
Snelstartgids55
SnelstartgidsFebruari 2019
56Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Snelstartgids57
SnelstartgidsFebruari 2019
58Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Snelstartgids59
SnelstartgidsFebruari 2019
60Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Snelstartgids61
SnelstartgidsFebruari 2019
62Rosemount 5300 niveautransmitter
Februari 2019Snelstartgids
Snelstartgids63
Internationaal hoofdkantoor
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd.
Shakopee, MN 55379, VS
De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op
verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een
handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric
Co. Rosemount is een merk van een van de
bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige
merken zijn eigendom van de betreffende
merkhouders.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.