Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Emerson Wireless 1410S Gateway. Er staan geen
aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, reparaties of probleemoplossing. Raadpleeg de
naslaghandleiding van de Emerson Wireless Gateway 1410S voor nadere informatie en
instructies. De handleidingen en deze gids zijn in elektronische vorm beschikbaar op
Emerson.com/Rosemount.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar.
Maak of verbreek geen aansluitingen op de Gateway terwijl de circuits onder spanning staan, tenzij
zeker is dat er ter plaatse geen explosiegevaar bestaat.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke
plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd.
Raadpleeg het gedeelte Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige
installatie.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
wat elektrische schokken kan veroorzaken.
Gevaar van elektrostatische lading
De behuizing van de Gateway is van aluminium. Bij transport en reiniging in een explosiegevaarlijke
omgeving is voorzichtigheid geboden om elektrostatische ontlading te voorkomen.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van
eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging
bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel
belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de
bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte
systemen.
Inhoudsopgave
Planning van de draadloze installatie............................................................................................5
De Gateway moet geïnstalleerd zijn en goed werken voordat de
voedingsmodules in draadloze veldinstrumenten worden geïnstalleerd. Bij
het inschakelen van draadloze veldinstrumenten moet een volgorde worden
aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Gateway, te
beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal
het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
1.2Gateway-redundantie
Als de draadloze Gateway is besteld met redundantie (code RD voor
Gateway-redundantie), raadpleeg dan bijlage D in de naslaghandleiding van
de Emerson Wireless Gateway voor aanvullende installatie-instructies.
Snelstartgids5
Page 6
SnelstartgidsMaart 2020
2Pc-vereisten
2.1Besturingssysteem (alleen optionele software)
Voor configuratie van de beveiliging. Microsoft® Windows™besturingssystemen kunnen worden gebruikt. Enige voorbeelden volgen
hieronder:
• Microsoft Windows Server 2019 (Standard Edition), Service Pack 2
• Windows 10 Enterprise, Service Pack 1
2.2Toepassingen
De Gateway wordt via een beveiligde webinterface geconfigureerd. Hiervoor
kunnen recente versies van de volgende browsers worden gebruikt:
• Chrome™-browser
• Mozilla Firefox
• Microsoft Edge
2.3Ruimte op harde schijf
• AMS Wireless Configurator: 1,5 GB
• Gateway-installatie-cd: 250 MB
®
6Emerson.com
Page 7
Maart 2020Snelstartgids
3Initiële aansluiting en configuratie
Om de Gateway te configureren, brengt u om te beginnen een lokale
verbinding tot stand tussen een pc/Mac/laptop en de Gateway.
Voeding van de Gateway
Voor de Emerson 1410S is een plaatselijke voedingsbron vereist om de
Gateway van voeding te voorzien, te verkrijgen door een
gelijkspanningsbron van 10,5-30 VDC (24 VDC bij configuratie met I.S.
barrière) aan te sluiten.
Figuur 3-1: Bedrading van de Emerson 1410S Gateway
A. Montageplaat
B. Voedings- en gegevensverbindingen antennepool 1
C. Voedings- en gegevensverbindingen antennepool 2
D. Ethernetpoort 1. Als deze poort is geactiveerd, is het IP-adres af fabriek
192.168.1.10.
E. Ethernetpoort 2. Als deze poort is geactiveerd, is het IP-adres af fabriek
192.168.2.10.
F. Voedings- en seriële verbindingen Emerson 1410S
G. Voedingsuitgang
H. RS-485 comm
I. 10,5 tot 30 VDC ingangsspanning
J. Seriële modbus
Snelstartgids7
Page 8
SnelstartgidsMaart 2020
WAARSCHUWING
Leiding-/kabelentrees
De leiding-/kabelentrees in de transmitterbehuizing zijn voorzien van ½–14
NPT-schroefdraad.Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in de
kabel-/kabelbuisopeningen uitsluitend pluggen, wartels of adapters met de
juiste vermelding of met de certificering Ex.
3.1Een verbinding tot stand brengen
Sluit de pc/laptop via een ethernetkabel aan op de connector Ethernet 1
(primair) op de Gateway.
3.2Windows 7
Procedure
1. Klik op het pictogram Internet Access (Internettoegang) rechtsonder
op het scherm.
Figuur 3-2: Internettoegang
2. Selecteer Network and Sharing Center (netwerkcentrum).
3. Selecteer Local Area Connection (LAN-verbinding).
8Emerson.com
Page 9
Maart 2020Snelstartgids
Figuur 3-3: Local Area Connection (LAN-verbinding)
4. Selecteer Properties (eigenschappen).
5. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (internetprotocol versie4 [TCP/IPv4]) en vervolgens Properties (eigenschappen).
Figuur 3-4: Internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4)
Opmerking
Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met
een ander netwerk, noteer dan het huidige IP-adres en de andere
instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de
configuratie van de Gateway weer aan te sluiten met het
oorspronkelijke netwerk.
Snelstartgids9
Page 10
SnelstartgidsMaart 2020
6. Selecteer de knop Use the following IP address (het volgende IP-adresgebruiken).
Figuur 3-5: IP-adres
7. Voer in het veld IP address (IP-adres) 192.168.1.12 in (voer voor
DeltaV Ready 10.5.255.12 in).
8. Voer in het veld Subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0 in.
9. Selecteer OK voor het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties
(eigenschappen internetprotocol [TCP/IP]) en het venster Local Area
Connection Properties (eigenschappen LAN-verbinding).
10Emerson.com
Page 11
Maart 2020Snelstartgids
3.3Windows 10
Figuur 3-6: Netwerkinstellingen
Procedure
1. Selecteer het netwerkpictogram rechtsonder.
2. Selecteer de link Network Settings (netwerkinstellingen).
4. Klik met de rechter muisknop op de netwerkinterfaceverbinding
waar de Gateway op is aangesloten en klik op Properties(eigenschappen).
5. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (internetprotocol versie
4 [TCP/IPv4]) en vervolgens Properties (eigenschappen).
12Emerson.com
Page 13
Maart 2020Snelstartgids
Figuur 3-8: Internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4)
Opmerking
Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met
een ander netwerk, noteer dan het huidige IP-adres en de andere
instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de
configuratie van de Gateway weer aan te sluiten met het
oorspronkelijke netwerk.
6. Selecteer de knop Use the following IP address (het volgende IP-adres
gebruiken).
Snelstartgids13
Page 14
SnelstartgidsMaart 2020
Figuur 3-9: IP-adres
7. Voer in het veld IP address (IP-adres) 192.168.1.11 in (voer voor
DeltaV Ready 10.5.255.12 in).
8. Voer in het veld Subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0 in.
9. Selecteer OK voor het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties
(eigenschappen internetprotocol [TCP/IP]) en het venster Local Area
Connection Properties (eigenschappen LAN-verbinding).
Opmerking
Bij gebruik van de secundaire ethernetpoort van de Gateway zijn
andere netwerkinstellingen nodig.
Tabel 3-1: Netwerkinstellingen
GatewayPc/laptop/tablet Subnet
Ethernet 1192.168.1.10192.168.1.12255.255.255.0
Ethernet 2192.168.2.10192.168.2.12255.255.255.0
14Emerson.com
Page 15
Maart 2020Snelstartgids
3.4Proxy’s uitschakelen
Deze procedure kan nodig zijn bij gebruik van de browser Chrome op een
Windows besturingssysteem.
Procedure
1. Open de webbrowser.
2. Navigeer naar Settings (Instellingen) >Advanced (Geavanceerd).
3. Klik in het onderdeel System (Systeem) op Open proxy settings(Proxy-instellingen openen).
Voorbeeld
3.5Configureer de Gateway
Volg de onderstaande stappen voor het voltooien van de initiële configuratie
voor de Gateway. Dit moet voor beide netwerken worden gedaan.
Procedure
1. Ga naar de standaard internetpagina voor de Gateway op https://
192.168.1.10.
a) Meld u aan met de gebruikersnaam: admin
Snelstartgids15
Page 16
SnelstartgidsMaart 2020
b) Typ het wachtwoord: default
Figuur 3-10: Gebruikersnaam en wachtwoord
2. Navigeer naar System Settings (systeeminstellingen) > Gateway >
Ethernet Communication (ethernetcommunicatie) om de
netwerkinstellingen in te voeren.
a) Configureer een statisch IP-adres of stel in voor DHCP en voer
een hostnaam in.
Figuur 3-11: Ethernetcommunicatie
b) Start de toepassing opnieuw via System Setting
(systeeminstellingen) > Gateway (gateway) > Backup And
Restore (back-up en herstel) > Restart App (app herstarten).
16Emerson.com
Page 17
Maart 2020Snelstartgids
Opmerking
Bij het resetten van toepassingen wordt de communicatie met
veldinstrumenten tijdelijk uitgeschakeld.
3. Koppel de voeding en de ethernetkabel los van de Gateway.
Snelstartgids17
Page 18
SnelstartgidsMaart 2020
4Fysieke installatie
4.1Montage van de Emerson 1410S2
Zoek een locatie waar de Gateway zonder moeite toegang heeft tot het
hostsysteemnetwerk (procesbesturingsnetwerk).
4.1.1Leidingmontage
voorwaarden
Voor installatie van de Gateway op een verticale leiding van 2 inch zijn het
volgende materiaal en gereedschap vereist:
• Twee U-bouten van 5/16 inch (met Gateway meegeleverd)
• Montageleiding van 2 inch
• Dopsleutel, 1/2 inch
Procedure
1. Plaats een U-bout om de leiding, door de bovenste montageopeningen van de Gateway-montagebeugel, en door de sluitplaat.
2. Zet de moeren met een dopsleutel van 1/2 inch vast op de U-bout.
3. Doe hetzelfde bij de tweede U-bout en de montagegaten aan de
onderkant.
Figuur 4-1: Montage van de Emerson 1410S2
18Emerson.com
Page 19
Maart 2020Snelstartgids
4.1.2Beugelmontage
Voor installatie van de Gateway op een steunbeugel zijn het volgende
materiaal en gereedschap vereist.
voorwaarden
• Vier 15/16 inch bouten
• Montagebeugel
• ⅜ inch boortje
• ½ inch dopsleutel
Monteer de Gateway als volgt:
Procedure
1. Boor vier gaten van 3/8 inch (9,525 mm) met tussenafstanden van
3,06 inch (77 mm) horizontaal en 11,15 inch (283 mm) verticaal in
de steunbeugel, overeenkomstig de gaten op de Gatewaymontagebeugel.
2. Bevestig de Gateway op de steunbeugel met behulp van een 1/2 inch
dopsleutel en de vier 15/16 inch bouten.
Snelstartgids19
Page 20
SnelstartgidsMaart 2020
4.2De Emerson 1410S verbinden met 781S Smart-antennes
Figuur 4-2: Installatie Emerson 1410S en 781S
A. Emerson Wireless 1410S Gateway
B. Aansluitingen aansluitklemmen
C. Afgeschermde kabel met dradenpaar
D. Emerson Wireless 781S Smart-antenne
E. Voedingsuitgang
F. RS-485 comm
G. 10,5 tot 30 VDC ingangsspanning
H. Seriële modbus
Procedure
1. Afgeschermde kabel met dradenpaar bevestigen.
2. Buig de afschermingsdraad en het folie om en zet ze met tape vast.
4.3
20Emerson.com
Aarding van de Emerson 1410S
De behuizing van de Gateway moet altijd worden geaard volgens de
landelijke en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. De meest effectieve
aardingsmethode is een directe verbinding met de aarde met minimale
impedantie. Aard de Gateway door de externe aardaansluiting met de aarde
te verbinden. De verbinding dient 1 Ω of minder te zijn. De externe
aardaansluiting bevindt zich op de linkerkant van de behuizing van de
Gateway en is herkenbaar aan het volgende symbool:
Page 21
Maart 2020Snelstartgids
4.4Afsluitweerstanden
Raadpleeg de naslaghandleiding van de Emerson 1410S Gateway en 781S
Smart-antenne voor configuratie van de DIP-schakelaars.
Er zijn drie DIP-schakelaars voor afsluiting- en biasweerstanden op de seriële
Modbus-verbinding. De schakelaars zitten in de elektronicabehuizing boven
de aansluitklemmen. De drie DIP-schakelaars zitten aan de rechterkant en
staan zijn in de stand omlaag op AAN.
4.5Verbinding maken met het hostsysteem
Procedure
1. Sluit de connector Ethernet 1 (primair) of de seriële
uitgangsconnector van de Gateway aan op het netwerk van het
hostsysteem of op de seriële I/O (zie afbeelding 1 en afbeelding 2
voor tekeningen van de hardware). Dit moet voor beide netwerken
worden gedaan. U kunt de netwerken indien nodig doorsturen naar
andere locaties.
2. Zorg bij seriële verbindingen dat alle aansluitpunten schoon en stevig
bevestigd zijn, om verbindingsproblemen met de bedrading te
voorkomen.
4.6
Snelstartgids21
Beste werkwijze
Voor het maken van de seriële verbinding wordt doorgaans een
afgeschermde kabel met getwiste aders gebruikt; het is standaardprocedure
om de afscherming aan de kant van de seriële host te aarden en deze aan de
Gateway-kant niet te verbinden. Isoleer de afscherming om
aardingsproblemen te voorkomen.
Volgens de beveiligingsrichtlijnen van Emerson WirelessHART® (Whitepaper
Emerson Wireless Security), moet de Gateway worden aangesloten op het
hostsysteem via een LAN (Local Area Network) en niet via een WAN (Wide
Area Network).
Page 22
SnelstartgidsMaart 2020
5Software-installatie (optioneel)
5.1Installatie-instructies
Het softwarepakket met 2 schijven bevat de Security Setup Utility (alleen
nodig voor beveiligde hostverbindingen of OPC-communicatie) en AMS
Wireless Configurator. De Security Setup Utility staat op schijf 1.
Procedure
1. Sluit alle Windows-programma’s af (inclusief programma’s die op de
achtergrond worden uitgevoerd, zoals virusscansoftware).
2. Plaats schijf 1 in het cd/dvd-station van de pc.
3. Als het installatieprogramma niet automatisch verschijnt, opent u
het bestandsoverzicht op de schijf en voert u autorun.exe uit.
4. Volg de instructies op het scherm.
5. Plaats schijf 2 in het cd/dvd-station van de pc.
6. Selecteer Install (installeren) in het menu wanneer de installatie van
AMS Wireless Configurator begint.
7. Volg de instructies op het scherm.
8. Laat AMS Wireless Configurator de pc opnieuw opstarten.
9. Haal de schijf niet uit het cd/dvd-station.
10. De installatie wordt na het aanmelden automatisch hervat.
11. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
Als de functie autorun is uitgeschakeld op de pc of als de installatie
niet automatisch start, dubbelklikt u op D:\SETUP.EXE (waarbij D de
stationsletter is van het cd/dvd-station van de pc) en selecteert u OK.
Zie voor nadere informatie over de Security Setup Utility en AMS
Wireless Configurator de naslaghandleiding van de Emerson 1410S
Gateway en 781S Smart-antenne.
22Emerson.com
Page 23
Maart 2020Snelstartgids
6Werking controleren
U controleert de werking via de internetverbinding door een
internetbrowser te openen vanaf een willekeurige pc op het netwerk van het
hostsysteem en het IP-adres of de DHCP-hostnaam van de Gateway in de
adresbalk in te voeren. Als de Gateway goed is aangesloten en
geconfigureerd, verschijnt de beveiligingswaarschuwing, gevolgd door het
aanmeldscherm. Dit moet voor beide netwerken worden gedaan.
Figuur 6-1: Aanmeldscherm van de Gateway
De Gateway kan nu in het hostsysteem worden opgenomen. Zorg dat de
veldinstrumenten die moeten worden gebruikt met elk netwerk, de
Network ID (netwerk-id) en Join Key (koppelingscode) hebben die zich op de
Gateway bevindt (op de pagina Network Setting [netwerkinstelling]). Nadat
de veldinstrumenten zijn ingeschakeld, verschijnen deze op het draadloze
netwerk en kan de communicatie worden gecontroleerd via het tabblad
Explore (verkennen) van de internetinterface. De tijd die nodig is om het
netwerk tot stand te brengen, is afhankelijk van het aantal instrumenten.
Snelstartgids23
Page 24
SnelstartgidsMaart 2020
7Productcertificeringen
Rev: 2.0
7.1Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EUconformiteitsverklaring. De meest recente revisie van de EU-verklaring van
overeenstemming vindt u op Emerson.com.
7.2Naleving van regelgeving voor
telecommunicatieapparatuur
Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te
waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RFspectrum. Dit type productcertificering is in vrijwel alle landen vereist.
Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te
leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving,
zodat het risico wordt weggenomen dat nationale richtlijnen of wetgeving
worden overtreden door het gebruik van draadloze apparatuur.
7.3Europa
N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
N1 ATEX veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 0
(uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model
IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
24Emerson.com
SGS20ATEX0036X
II 3(1)G Ex ec [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
SGS20ATEX0036X
II 3(1)G Ex ec nA [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Page 25
Maart 2020Snelstartgids
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13
EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden
gehouden.
N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 2
Certificaat
Markeringen
Normen
SGS20ATEX0057X
II 3G Ex ec [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 2
(uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model
IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
SGS20ATEX0057X
II 3G Ex ec nA [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en
ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden
gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of
beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld
apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC
61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13
EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden
gehouden.
ND ATEX stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar
zone 0
Certificaat
Snelstartgids25
SGS20ATEX0036X
Page 26
SnelstartgidsMaart 2020
Markeringen
II 3D (1G) Ex tc [ia IIC Ga] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤
+65 °C)
Normen
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13
EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden
gehouden.
ND ATEX stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar
zone 2
Certificaat
Markeringen
SGS20ATEX0036X
II 3D (3G) Ex tc [ic IIC Gc] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤
+65 °C)
Normen
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN
60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en
ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden
gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of
beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld
apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC
61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13
EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden
gehouden.
26Emerson.com
Page 27
Maart 2020Snelstartgids
7.4Internationaal
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige output naar zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone
0 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model
IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee
moet bij installatie rekening worden gehouden.
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige output naar zone 2
Certificaat
Markeringen
Normen
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone
2 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model
IW-6300H-AC-x-K9)
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en
ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden
gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of
beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld
apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC
61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee
moet bij installatie rekening worden gehouden.
NF IECEx stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar
zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
IECEx BAS.20. 0022X
Ex tc [ia IIC Ga] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee
moet bij installatie rekening worden gehouden.
NF IECEx stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar
zone 2
Certificaat
Markeringen
28Emerson.com
IECEx BAS.20. 0027X
Ex tc [ic IIC Gc] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische
elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming
tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur
mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en
ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden
gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of
beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld
apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC
61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V
zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee
moet bij installatie rekening worden gehouden.
Snelstartgids29
Page 30
SnelstartgidsMaart 2020
7.5Verklaring van overeenstemming
27 - March -2020
30Emerson.com
Page 31
Maart 2020Snelstartgids
Snelstartgids31
Page 32
SnelstartgidsMaart 2020
32Emerson.com
Page 33
Maart 2020Snelstartgids
8Referentiegegevens
Informatie over productspecificaties, maattekeningen, bestelgegevens en
de complete naslaghandleiding zijn te vinden op Emerson.com.
Figuur 8-1: Installatie op gevaarlijke locaties
Snelstartgids33
Page 34
SnelstartgidsMaart 2020
34Emerson.com
Page 35
Maart 2020Snelstartgids
Snelstartgids35
Page 36
Latin America Regional Office
Emerson Automation Solutions
1300 Concord Terrace, Suite 400
Sunrise, FL 33323, USA
Emerson Terms and Conditions of Sale are
available upon request. The Emerson logo is a
trademark and service mark of Emerson Electric
Co. Rosemount is a mark of one of the Emerson
family of companies. All other marks are the
property of their respective owners.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.