Rosemount Snelstartgids: Emerson Wireless 1410S Gateway Manuals & Guides [nl]

Page 1
00825-0611-4410, Rev AA
Emerson Wireless 1410S Gateway
Snelstartgids
Maart 2020
Page 2
Snelstartgids Maart 2020
Veiligheidsberichten
LET OP
Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Emerson Wireless 1410S Gateway. Er staan geen aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, reparaties of probleemoplossing. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Emerson Wireless Gateway 1410S voor nadere informatie en instructies. De handleidingen en deze gids zijn in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar.
Maak of verbreek geen aansluitingen op de Gateway terwijl de circuits onder spanning staan, tenzij zeker is dat er ter plaatse geen explosiegevaar bestaat.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
Gevaar van elektrostatische lading
De behuizing van de Gateway is van aluminium. Bij transport en reiniging in een explosiegevaarlijke omgeving is voorzichtigheid geboden om elektrostatische ontlading te voorkomen.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
Inhoudsopgave
Planning van de draadloze installatie............................................................................................5
Pc-vereisten................................................................................................................................. 6
Initiële aansluiting en configuratie................................................................................................7
Fysieke installatie....................................................................................................................... 18
Software-installatie (optioneel).................................................................................................. 22
Werking controleren.................................................................................................................. 23
Productcertificeringen............................................................................................................... 24
2 Emerson.com
Page 3
Maart 2020 Snelstartgids
Referentiegegevens................................................................................................................... 33
Snelstartgids 3
Page 4
Snelstartgids Maart 2020
4 Emerson.com
Page 5
Maart 2020 Snelstartgids

1 Planning van de draadloze installatie

1.1 Volgorde bij inschakelen

De Gateway moet geïnstalleerd zijn en goed werken voordat de voedingsmodules in draadloze veldinstrumenten worden geïnstalleerd. Bij het inschakelen van draadloze veldinstrumenten moet een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Gateway, te beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.

1.2 Gateway-redundantie

Als de draadloze Gateway is besteld met redundantie (code RD voor Gateway-redundantie), raadpleeg dan bijlage D in de naslaghandleiding van de Emerson Wireless Gateway voor aanvullende installatie-instructies.
Snelstartgids 5
Page 6
Snelstartgids Maart 2020

2 Pc-vereisten

2.1 Besturingssysteem (alleen optionele software)

Voor configuratie van de beveiliging. Microsoft® Windows™­besturingssystemen kunnen worden gebruikt. Enige voorbeelden volgen hieronder:
Microsoft Windows Server 2019 (Standard Edition), Service Pack 2
Windows 10 Enterprise, Service Pack 1

2.2 Toepassingen

De Gateway wordt via een beveiligde webinterface geconfigureerd. Hiervoor kunnen recente versies van de volgende browsers worden gebruikt:
Chrome™-browser
Mozilla Firefox
Microsoft Edge

2.3 Ruimte op harde schijf

AMS Wireless Configurator: 1,5 GB
Gateway-installatie-cd: 250 MB
®
6 Emerson.com
Page 7
Maart 2020 Snelstartgids

3 Initiële aansluiting en configuratie

Om de Gateway te configureren, brengt u om te beginnen een lokale verbinding tot stand tussen een pc/Mac/laptop en de Gateway.
Voeding van de Gateway
Voor de Emerson 1410S is een plaatselijke voedingsbron vereist om de Gateway van voeding te voorzien, te verkrijgen door een gelijkspanningsbron van 10,5-30 VDC (24 VDC bij configuratie met I.S. barrière) aan te sluiten.
Figuur 3-1: Bedrading van de Emerson 1410S Gateway
A. Montageplaat B. Voedings- en gegevensverbindingen antennepool 1 C. Voedings- en gegevensverbindingen antennepool 2
D. Ethernetpoort 1. Als deze poort is geactiveerd, is het IP-adres af fabriek
192.168.1.10.
E. Ethernetpoort 2. Als deze poort is geactiveerd, is het IP-adres af fabriek
192.168.2.10.
F. Voedings- en seriële verbindingen Emerson 1410S G. Voedingsuitgang H. RS-485 comm
I. 10,5 tot 30 VDC ingangsspanning J. Seriële modbus
Snelstartgids 7
Page 8
Snelstartgids Maart 2020
WAARSCHUWING
Leiding-/kabelentrees
De leiding-/kabelentrees in de transmitterbehuizing zijn voorzien van ½–14 NPT-schroefdraad.Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in de kabel-/kabelbuisopeningen uitsluitend pluggen, wartels of adapters met de juiste vermelding of met de certificering Ex.

3.1 Een verbinding tot stand brengen

Sluit de pc/laptop via een ethernetkabel aan op de connector Ethernet 1 (primair) op de Gateway.

3.2 Windows 7

Procedure
1. Klik op het pictogram Internet Access (Internettoegang) rechtsonder op het scherm.
Figuur 3-2: Internettoegang
2. Selecteer Network and Sharing Center (netwerkcentrum).
3. Selecteer Local Area Connection (LAN-verbinding).
8 Emerson.com
Page 9
Maart 2020 Snelstartgids
Figuur 3-3: Local Area Connection (LAN-verbinding)
4. Selecteer Properties (eigenschappen).
5. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (internetprotocol versie 4 [TCP/IPv4]) en vervolgens Properties (eigenschappen).
Figuur 3-4: Internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4)
Opmerking
Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met een ander netwerk, noteer dan het huidige IP-adres en de andere instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de configuratie van de Gateway weer aan te sluiten met het oorspronkelijke netwerk.
Snelstartgids 9
Page 10
Snelstartgids Maart 2020
6. Selecteer de knop Use the following IP address (het volgende IP-adres gebruiken).
Figuur 3-5: IP-adres
7. Voer in het veld IP address (IP-adres) 192.168.1.12 in (voer voor DeltaV Ready 10.5.255.12 in).
8. Voer in het veld Subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0 in.
9. Selecteer OK voor het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties
(eigenschappen internetprotocol [TCP/IP]) en het venster Local Area Connection Properties (eigenschappen LAN-verbinding).
10 Emerson.com
Page 11
Maart 2020 Snelstartgids

3.3 Windows 10

Figuur 3-6: Netwerkinstellingen
Procedure
1. Selecteer het netwerkpictogram rechtsonder.
2. Selecteer de link Network Settings (netwerkinstellingen).
3. Selecteer Change adapter options (adapteropties wijzigen).
Snelstartgids 11
Page 12
Snelstartgids Maart 2020
Figuur 3-7: Adapteropties wijzigen
4. Klik met de rechter muisknop op de netwerkinterfaceverbinding waar de Gateway op is aangesloten en klik op Properties (eigenschappen).
5. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (internetprotocol versie
4 [TCP/IPv4]) en vervolgens Properties (eigenschappen).
12 Emerson.com
Page 13
Maart 2020 Snelstartgids
Figuur 3-8: Internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4)
Opmerking
Als er een pc/laptop wordt gebruikt die eerder was verbonden met een ander netwerk, noteer dan het huidige IP-adres en de andere instellingen nauwkeurig om de pc/laptop na voltooiing van de configuratie van de Gateway weer aan te sluiten met het oorspronkelijke netwerk.
6. Selecteer de knop Use the following IP address (het volgende IP-adres
gebruiken).
Snelstartgids 13
Page 14
Snelstartgids Maart 2020
Figuur 3-9: IP-adres
7. Voer in het veld IP address (IP-adres) 192.168.1.11 in (voer voor DeltaV Ready 10.5.255.12 in).
8. Voer in het veld Subnet mask (subnetmasker) 255.255.255.0 in.
9. Selecteer OK voor het venster Internet Protocol (TCP/IP) Properties
(eigenschappen internetprotocol [TCP/IP]) en het venster Local Area Connection Properties (eigenschappen LAN-verbinding).
Opmerking
Bij gebruik van de secundaire ethernetpoort van de Gateway zijn andere netwerkinstellingen nodig.
Tabel 3-1: Netwerkinstellingen
Gateway Pc/laptop/tablet Subnet
Ethernet 1 192.168.1.10 192.168.1.12 255.255.255.0
Ethernet 2 192.168.2.10 192.168.2.12 255.255.255.0
14 Emerson.com
Page 15
Maart 2020 Snelstartgids

3.4 Proxy’s uitschakelen

Deze procedure kan nodig zijn bij gebruik van de browser Chrome op een Windows besturingssysteem.
Procedure
1. Open de webbrowser.
2. Navigeer naar Settings (Instellingen) >Advanced (Geavanceerd).
3. Klik in het onderdeel System (Systeem) op Open proxy settings (Proxy-instellingen openen).
Voorbeeld

3.5 Configureer de Gateway

Volg de onderstaande stappen voor het voltooien van de initiële configuratie voor de Gateway. Dit moet voor beide netwerken worden gedaan.
Procedure
1. Ga naar de standaard internetpagina voor de Gateway op https://
192.168.1.10.
a) Meld u aan met de gebruikersnaam: admin
Snelstartgids 15
Page 16
Snelstartgids Maart 2020
b) Typ het wachtwoord: default
Figuur 3-10: Gebruikersnaam en wachtwoord
2. Navigeer naar System Settings (systeeminstellingen) > Gateway > Ethernet Communication (ethernetcommunicatie) om de
netwerkinstellingen in te voeren.
a) Configureer een statisch IP-adres of stel in voor DHCP en voer
een hostnaam in.
Figuur 3-11: Ethernetcommunicatie
b) Start de toepassing opnieuw via System Setting
(systeeminstellingen) > Gateway (gateway) > Backup And Restore (back-up en herstel) > Restart App (app herstarten).
16 Emerson.com
Page 17
Maart 2020 Snelstartgids
Opmerking
Bij het resetten van toepassingen wordt de communicatie met veldinstrumenten tijdelijk uitgeschakeld.
3. Koppel de voeding en de ethernetkabel los van de Gateway.
Snelstartgids 17
Page 18
Snelstartgids Maart 2020

4 Fysieke installatie

4.1 Montage van de Emerson 1410S2

Zoek een locatie waar de Gateway zonder moeite toegang heeft tot het hostsysteemnetwerk (procesbesturingsnetwerk).

4.1.1 Leidingmontage

voorwaarden
Voor installatie van de Gateway op een verticale leiding van 2 inch zijn het volgende materiaal en gereedschap vereist:
Twee U-bouten van 5/16 inch (met Gateway meegeleverd)
Montageleiding van 2 inch
Dopsleutel, 1/2 inch
Procedure
1. Plaats een U-bout om de leiding, door de bovenste montage­openingen van de Gateway-montagebeugel, en door de sluitplaat.
2. Zet de moeren met een dopsleutel van 1/2 inch vast op de U-bout.
3. Doe hetzelfde bij de tweede U-bout en de montagegaten aan de onderkant.
Figuur 4-1: Montage van de Emerson 1410S2
18 Emerson.com
Page 19
Maart 2020 Snelstartgids

4.1.2 Beugelmontage

Voor installatie van de Gateway op een steunbeugel zijn het volgende materiaal en gereedschap vereist.
voorwaarden
Vier 15/16 inch bouten
Montagebeugel
⅜ inch boortje
½ inch dopsleutel
Monteer de Gateway als volgt:
Procedure
1. Boor vier gaten van 3/8 inch (9,525 mm) met tussenafstanden van 3,06 inch (77 mm) horizontaal en 11,15 inch (283 mm) verticaal in de steunbeugel, overeenkomstig de gaten op de Gateway­montagebeugel.
2. Bevestig de Gateway op de steunbeugel met behulp van een 1/2 inch dopsleutel en de vier 15/16 inch bouten.
Snelstartgids 19
Page 20
Snelstartgids Maart 2020

4.2 De Emerson 1410S verbinden met 781S Smart-antennes

Figuur 4-2: Installatie Emerson 1410S en 781S
A. Emerson Wireless 1410S Gateway B. Aansluitingen aansluitklemmen C. Afgeschermde kabel met dradenpaar
D. Emerson Wireless 781S Smart-antenne
E. Voedingsuitgang
F. RS-485 comm G. 10,5 tot 30 VDC ingangsspanning H. Seriële modbus
Procedure
1. Afgeschermde kabel met dradenpaar bevestigen.
2. Buig de afschermingsdraad en het folie om en zet ze met tape vast.
4.3
20 Emerson.com

Aarding van de Emerson 1410S

De behuizing van de Gateway moet altijd worden geaard volgens de landelijke en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. De meest effectieve aardingsmethode is een directe verbinding met de aarde met minimale impedantie. Aard de Gateway door de externe aardaansluiting met de aarde te verbinden. De verbinding dient 1 Ω of minder te zijn. De externe aardaansluiting bevindt zich op de linkerkant van de behuizing van de Gateway en is herkenbaar aan het volgende symbool:
Page 21
Maart 2020 Snelstartgids

4.4 Afsluitweerstanden

Raadpleeg de naslaghandleiding van de Emerson 1410S Gateway en 781S Smart-antenne voor configuratie van de DIP-schakelaars.
Er zijn drie DIP-schakelaars voor afsluiting- en biasweerstanden op de seriële Modbus-verbinding. De schakelaars zitten in de elektronicabehuizing boven de aansluitklemmen. De drie DIP-schakelaars zitten aan de rechterkant en staan zijn in de stand omlaag op AAN.

4.5 Verbinding maken met het hostsysteem

Procedure
1. Sluit de connector Ethernet 1 (primair) of de seriële uitgangsconnector van de Gateway aan op het netwerk van het hostsysteem of op de seriële I/O (zie afbeelding 1 en afbeelding 2 voor tekeningen van de hardware). Dit moet voor beide netwerken worden gedaan. U kunt de netwerken indien nodig doorsturen naar andere locaties.
2. Zorg bij seriële verbindingen dat alle aansluitpunten schoon en stevig bevestigd zijn, om verbindingsproblemen met de bedrading te voorkomen.
4.6
Snelstartgids 21

Beste werkwijze

Voor het maken van de seriële verbinding wordt doorgaans een afgeschermde kabel met getwiste aders gebruikt; het is standaardprocedure om de afscherming aan de kant van de seriële host te aarden en deze aan de Gateway-kant niet te verbinden. Isoleer de afscherming om aardingsproblemen te voorkomen.
Volgens de beveiligingsrichtlijnen van Emerson WirelessHART® (Whitepaper Emerson Wireless Security), moet de Gateway worden aangesloten op het hostsysteem via een LAN (Local Area Network) en niet via een WAN (Wide Area Network).
Page 22
Snelstartgids Maart 2020

5 Software-installatie (optioneel)

5.1 Installatie-instructies

Het softwarepakket met 2 schijven bevat de Security Setup Utility (alleen nodig voor beveiligde hostverbindingen of OPC-communicatie) en AMS Wireless Configurator. De Security Setup Utility staat op schijf 1.
Procedure
1. Sluit alle Windows-programma’s af (inclusief programma’s die op de achtergrond worden uitgevoerd, zoals virusscansoftware).
2. Plaats schijf 1 in het cd/dvd-station van de pc.
3. Als het installatieprogramma niet automatisch verschijnt, opent u het bestandsoverzicht op de schijf en voert u autorun.exe uit.
4. Volg de instructies op het scherm.
5. Plaats schijf 2 in het cd/dvd-station van de pc.
6. Selecteer Install (installeren) in het menu wanneer de installatie van AMS Wireless Configurator begint.
7. Volg de instructies op het scherm.
8. Laat AMS Wireless Configurator de pc opnieuw opstarten.
9. Haal de schijf niet uit het cd/dvd-station.
10. De installatie wordt na het aanmelden automatisch hervat.
11. Volg de instructies op het scherm.
Opmerking
Als de functie autorun is uitgeschakeld op de pc of als de installatie niet automatisch start, dubbelklikt u op D:\SETUP.EXE (waarbij D de stationsletter is van het cd/dvd-station van de pc) en selecteert u OK.
Zie voor nadere informatie over de Security Setup Utility en AMS Wireless Configurator de naslaghandleiding van de Emerson 1410S Gateway en 781S Smart-antenne.
22 Emerson.com
Page 23
Maart 2020 Snelstartgids

6 Werking controleren

U controleert de werking via de internetverbinding door een internetbrowser te openen vanaf een willekeurige pc op het netwerk van het hostsysteem en het IP-adres of de DHCP-hostnaam van de Gateway in de adresbalk in te voeren. Als de Gateway goed is aangesloten en geconfigureerd, verschijnt de beveiligingswaarschuwing, gevolgd door het aanmeldscherm. Dit moet voor beide netwerken worden gedaan.
Figuur 6-1: Aanmeldscherm van de Gateway
De Gateway kan nu in het hostsysteem worden opgenomen. Zorg dat de veldinstrumenten die moeten worden gebruikt met elk netwerk, de Network ID (netwerk-id) en Join Key (koppelingscode) hebben die zich op de Gateway bevindt (op de pagina Network Setting [netwerkinstelling]). Nadat de veldinstrumenten zijn ingeschakeld, verschijnen deze op het draadloze netwerk en kan de communicatie worden gecontroleerd via het tabblad Explore (verkennen) van de internetinterface. De tijd die nodig is om het netwerk tot stand te brengen, is afhankelijk van het aantal instrumenten.
Snelstartgids 23
Page 24
Snelstartgids Maart 2020

7 Productcertificeringen

Rev: 2.0

7.1 Informatie over Europese richtlijnen

Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU­conformiteitsverklaring. De meest recente revisie van de EU-verklaring van overeenstemming vindt u op Emerson.com.

7.2 Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur

Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF­spectrum. Dit type productcertificering is in vrijwel alle landen vereist. Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat nationale richtlijnen of wetgeving worden overtreden door het gebruik van draadloze apparatuur.

7.3 Europa

N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
N1 ATEX veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 0 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een
24 Emerson.com
SGS20ATEX0036X
II 3(1)G Ex ec [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
SGS20ATEX0036X
II 3(1)G Ex ec nA [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Page 25
Maart 2020 Snelstartgids
elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13 EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 2
Certificaat
Markeringen
Normen
SGS20ATEX0057X
II 3G Ex ec [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
N1 ATEX verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 2 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
SGS20ATEX0057X
II 3G Ex ec nA [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC 61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13 EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
ND ATEX stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar zone 0
Certificaat
Snelstartgids 25
SGS20ATEX0036X
Page 26
Snelstartgids Maart 2020
Markeringen
II 3D (1G) Ex tc [ia IIC Ga] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤
+65 °C)
Normen
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13 EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
ND ATEX stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar zone 2
Certificaat
Markeringen
SGS20ATEX0036X
II 3D (3G) Ex tc [ic IIC Gc] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤
+65 °C)
Normen
EN IEC 60079-0: 2018, EN IEC 60079-7:2015+A1:2018, EN 60079-11: 2012, EN 60079-15:2010, EN 60079-31:2014
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC 61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2018 en 6.3.13 EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
26 Emerson.com
Page 27
Maart 2020 Snelstartgids

7.4 Internationaal

N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige output naar zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 0 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Normen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
IECEx BAS.20. 0022X
Ex ec [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
IECEx BAS.20. 0022X
Ex ec nA [ia Ga] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige output naar zone 2
Certificaat
Markeringen
Normen
N7 IECEx verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige outputs naar zone 2 (uitsluitend voor gebruik met Cisco Outdoor Access Point Model IW-6300H-AC-x-K9)
Certificaat
Markeringen
Snelstartgids 27
IECEx BAS.20. 0027X
Ex ec [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
IECEx BAS.20. 0027X
Ex ec nA [ic] IIC T4 Gc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
Page 28
Snelstartgids Maart 2020
Normen
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC 61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
NF IECEx stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar zone 0
Certificaat
Markeringen
Normen
IECEx BAS.20. 0022X
Ex tc [ia IIC Ga] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
NF IECEx stofontstekingsbestendig met intrinsiek veilige outputs naar zone 2
Certificaat
Markeringen
28 Emerson.com
IECEx BAS.20. 0027X
Ex tc [ic IIC Gc] IIIC T90 °C Dc (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
Page 29
Maart 2020 Snelstartgids
Normen
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-7:2015+A1:2017, IEC 60079-11: 2011, IEC 60079-15:2017, IEC 60079-31:2013
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De polyurethaanlak op de behuizing kan gevaar van elektrostatische elektriciteit opleveren. Er moet worden gezorgd voor bescherming tegen externe omstandigheden die kunnen leiden tot een elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. De apparatuur mag uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd.
2. De niet instrinsiek veilige voedings-, Modbus RTU- en ethernetpoortaansluitingen van de apparatuur moeten worden gevoed via beveiligingscircuits met extra lage spanning (SELV) of beschermingscircuits met extra lage spanning (PELV), bijvoorbeeld apparatuur die voldoet aan de eisen van de normreeks IEC 60950, IEC 61010-1 of een technisch gelijkwaardige norm.
3. De apparatuur is niet bestand tegen de stroomsterktetest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.1 van EN 60079-7:2015+ A1:2017. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
Snelstartgids 29
Page 30
Snelstartgids Maart 2020

7.5 Verklaring van overeenstemming

27 - March -2020
30 Emerson.com
Page 31
Maart 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 31
Page 32
Snelstartgids Maart 2020
32 Emerson.com
Page 33
Maart 2020 Snelstartgids

8 Referentiegegevens

Informatie over productspecificaties, maattekeningen, bestelgegevens en de complete naslaghandleiding zijn te vinden op Emerson.com.
Figuur 8-1: Installatie op gevaarlijke locaties
Snelstartgids 33
Page 34
Snelstartgids Maart 2020
34 Emerson.com
Page 35
Maart 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 35
Page 36
Latin America Regional Office
Emerson Automation Solutions 1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise, FL 33323, USA
+1 954 846 5030 +1 954 846 5121 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Azië/Pacific
Emerson Automation Solutions 1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Europe Regional Office
Emerson Automation Solutions Europe GmbH Neuhofstrasse 19a P.O. Box 1046
*00825-0611-4410*
CH 6340 Baar Switzerland
+41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika
Emerson Automation Solutions Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
00825-0611-4410, Rev. AA
Snelstartgids
Maart 2020
Asia Pacific Regional Office
Emerson Automation Solutions 1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland
(31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com
www.emersonprocess.nl
Linkedin.com/company/Emerson-
Automation-Solutions
Twitter.com/Rosemount_News
Facebook.com/Rosemount
Youtube.com/user/
RosemountMeasurement
Middle East and Africa Regional Office
Emerson Automation Solutions Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, United Arab Emirates
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België
(32) 2 716 77 11 (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
©
2020 Emerson. All rights reserved.
Emerson Terms and Conditions of Sale are available upon request. The Emerson logo is a trademark and service mark of Emerson Electric Co. Rosemount is a mark of one of the Emerson family of companies. All other marks are the property of their respective owners.
Loading...