Dit document bevat specifieke eisen waaraan moet zijn voldaan om een
veilige installatie en een veilig gebruik van de Rosemount TankRadar
REX in gevaarlijke gebieden te waarborgen.
Nalatigheid kan de veiligheid in gevaar brengen. Rosemount Tank Radar
AB is niet verantwoordelijk als niet aan bovenstaande eisen is voldaan.
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
TOC-ii
Page 5
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
1.Algemene eisen
1.1Veiligheidsinstructies
•De meter REX 3900 moet door gekwalificeerd personeel worden
geïnstalleerd volgens de bijgevoegde instructies en in overeenstemming met de toepasbare werkwijze.
•De toevoeging “X” aan het goedkeuringsnummer (bijv. Baseefa
03ATEX0071X) geeft aan dat er speciale voorwaarden voor veilig
gebruik van toepassing zijn.
•Controleer of de gekoppelde voeding overeenkomt met de markering op de meter REX 3900.
•Selecteer externe zekeringen op basis van de classificatie voor de
gebiedstemperatuur (T1-T6) en de maximale verwachte omgevingstemperatuur om oververhitting van de W11-bedrading
(0,5 mm
toegestane stroom (bij storing) in een T4-installatie bij een omgevingstemperatuur van 70 °C is 7,5 A volgens het certificaat PTB
97 ATEX 1047 U.
2
) te voorkomen, zie Figuur 3-1. Voorbeeld: de maximaal
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 1 Algemene eisen
1-1
Page 6
Speciale veiligheidsinstructie
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 1 Algemene eisen
1.2Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels
Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels van de radartankmeters
(RTG) mogen niet worden geopend als ze in werking zijn.
Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk wanneer volgens
plaatselijke bepalingen de vlambestendige omhulsels wel geopend
mogen worden als ze in werking zijn.
Vlambestendig omhulsel
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
RTG3930_Flameproof.eps
Figuur 1-1. Radartankmeter met vlambestendig omhulsel.
1.3Niet-goedgekeurde reserveonderdelen
Het gebruik van niet-goedgekeurde reserveonderdelen kan de veiligheid
in gevaar brengen.
Rosemount Tank Radar AB is niet verantwoordelijk voor storingen, ongevallen etc. die zijn veroorzaakt door niet-goedgekeurde reserveonderdelen.
Goedgekeurde reserveonderdelen moeten zijn voorzien of zijn verpakt
met een label waarop de naam en het identificatienummer van
Rosemount Tank Radar AB staan vermeld.
1-2
Page 7
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Rosemount Tank Radar REX
2.Technieken voor explosiebescherming
TankRadar REX-uitrusting wordt vaak gebruikt in gebieden waar
brandbaar materiaal wordt gehanteerd en waar een explosieve
gasatmosfeer aanwezig kan zijn, zgn. gevaarlijke gebieden. Om het
milieu en het personeel te beschermen, moeten voorzorgsmaatregelen
worden genomen om te waarborgen dat deze atmosfeer niet ontbrandt.
Uitrusting in gevaarlijke gebieden moet dus altijd tegen explosie
beschermd zijn.
In de loop der jaren is een aantal verschillende technieken voor
explosiebescherming ontwikkeld. De verschillende technieken zijn
Intrinsieke veiligheid, Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels en
Verhoogde veiligheid.
De basisprincipes voor explosiebescherming zijn:
•Brandbare materialen zijn ingedeeld volgens de energie die nodig
is om ze te doen ontbranden.
•Uitrusting in gevaarlijke gebieden is geclassificeerd volgens de
maximale oppervlaktetemperatuur die het kan produceren en dit
moet veilig zijn met de evt. aanwezige brandbare gassen.
•Gevaarlijke gebieden zijn geclassificeerd volgens de waarschijnlijkheid dat een explosieve atmosfeer aanwezig is, en dit bepaalt
of er een speciale techniek voor explosiebescherming moet worden gebruikt.
2.1Intrinsieke veiligheid
Intrinsieke veiligheid (IS) is gebaseerd op het principe van het beperken
van de beschikbare elektrische energie die in circuits in gevaarlijke
gebieden, zodat vonken of hete oppervlakken die door elektrische
storingen in componenten kunnen ontstaan, niet voor ontbranding
kunnen zorgen. Intrinsieke veiligheid is de enige techniek die is
geaccepteerd voor gevaarlijke gebieden Zone 0. Voorbeeld:
temperatuurmeting met DAU is intrinsiek veilig.
Opmerking!Voor het lokaliseren van storingen in intrinsieke veiligheidscircuits zijn
speciale aandacht en vaardigheden vereist.
Instrumenten voor het lokaliseren van storingen in intrinsieke
veiligheidscircuits moeten voor het bedoelde gebruik zijn goedgekeurd.
2-1
Page 8
Speciale veiligheidsinstructie
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
2.2Vlambestendig/Explosieveilig
Vlambestendige/Explosieveilige omhulsels kunnen worden gebruikt als
een explosie binnenin het omhulsel is toegestaan zolang deze zich niet
naar de buitenzijde verspreidt. Het omhulsel moet drukbestendig zijn en
smalle openingen hebben om de lucht te kunnen laten ontsnappen
zonder de atmosfeer buiten de uitrusting te laten ontbranden.
Opmerking!Het vlambestendige/explosieveilige omhulsel mag niet worden geopend
als het apparaat onder spanning staat of als er een explosieve
gasatmosfeer aanwezig is.
Beschadigde omhulsels moeten worden verwijderd.
Alle bevestigingsschroeven voor het deksel moeten aanwezig en goed
aangehaald zijn.
2.3Verhoogde veiligheid
Dit type bescherming is bedoeld voor producten waarin vonken tijdens
normale service en tijdens storingscondities niet voorkomen, en waarin
overmatige oppervlaktetemperaturen worden verwacht. Verhoogde
veiligheid wordt bereikt door isolatiewaarden, kruip- en
spelingsafstanden te vergroten tot boven de vereisten voor normale
service. Hierdoor wordt een veiligheidsfactor tegen onbedoelde
bedrijfsstoringen ingebouwd. Elektrische verbindingen worden zodanig
uitgevoerd dat zelf losgaan niet mogelijk is.
2-2
Page 9
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Rosemount Tank Radar REX
2.4Informatie over de Europese ATEX-richtlijn
2.4.1Radareenheid
De REX Radareenheid is gecertificeerd om te voldoen aan Richtlijn 94/9/
EG van de Europese Raad, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van
de Europese Gemeenschappen nr. L 100/1.
MainLabel_RadarUnit.eps
Figuur 2-1. Certificeringslabel ATEX voor de 2015 Radareenheid
(gebruikt in de serie 3900 radartankmeters).
De volgende informatie staat op het label van de radareenheid vermeld:
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•Het type TH2015-2019 Radareenheden mogen niet direct op een
tank worden gemonteerd.
•Met het oog op vervanging moeten de bevestigingsschroeven
voor het deksel minimaal van A4-80 roestvrij staal zijn.
•De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en
tegen stoten beschermd zijn.
2-3
Page 10
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2.4.2Radartankmeter
De radartankmeter 3900 (type TH2015-2019 radareenheid met antenne
gecertificeerd voor Zone 0) is gecertificeerd om te voldoen aan Richtlijn
94/9/EG van de Europese Raad, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad
van de Europese Gemeenschappen nr. L 100/1.
De serie 3900 radartankmeters is bestemd voor directe montage op de
tank.
MainLabel_RTG3900.eps
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
Figuur 2-2. Certificeringslabel ATEX voor de serie 3900 radartank-
meter.
De volgende informatie staat op het label van de radartankmeter
vermeld:
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•Met het oog op vervanging moeten de bevestigingsschroeven
voor het deksel minimaal van A4-80 roestvrij staal zijn.
•De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en
tegen stoten beschermd zijn.
Page 11
Speciale veiligheidsinstructie
ATE X
TIC
l
b
l
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
2.4.3Transmitterinterfacekaart (TIC)
.eps
e
a
_
_
Figuur 2-3. Certificeringslabel voor de transmitterinterfacekaart (TIC).
De transmitterinterfacekaart (TIC) is in het vlambestendige omhulsel
gemonteerd. Dit is nodig voor intrinsiek veilige invoer, zoals 4-20 mA
stroomkringen en lokale displayeenheid.
De volgende informatie staat op het label van de TIC vermeld:
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•De transmitterinterfacekaart dient in een omhulsel te zijn
geplaatst, dat een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
•De nulleidingen moeten worden doorverbonden en aangesloten
op een I.S. aardeaansluiting volgens EN60079-14 12.2.4., als het
onderdeel in een samenstelling wordt gemonteerd.
•De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen
van EN50020:2002 lid 6.3.
Opmerking!Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type
Examination Certificate Baseefa03ATEX0050U.
2-5
Page 12
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2.4.4Temperatuur multiplexkaart (TMC)
ATEX_TMC_label.eps
Figuur 2-4. Certificeringslabel voor de temperatuur multiplexkaart
(TMC).
De temperatuur multiplexkaart (TMC) is in het brandveilige kast
gemonteerd. Deze wordt gebruikt voor het koppelen van maximaal
6 temperatuursensoren op de meter van de REX 3900.
De volgende informatie staat op het label van de TMC vermeld:
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•De temperatuurmultiplexkaart dient in een omhulsel te zijn
geplaatst, dat een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
•De nulleidingen moeten worden doorverbonden en aangesloten
op een I.S. aardeaansluiting volgens EN60079-14 12.2.4., als het
onderdeel in een samenstelling wordt gemonteerd.
•De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen
van EN50020:2002 lid 6.3.
Opmerking!Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type
Examination Certificate Baseefa03ATEX0050U.
2-6
Page 13
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
2.4.5FF adaptor kaart (FFA)
ATEX_FFA_label.eps
Figuur 2-5. Certificeringslabel voor de FF adaptorkaart (FFA).
De FF adaptorkaart (TMC) is in de brandveilige kast gemonteerd. Deze
wordt, in verbinding met de een Fieldbus Communication Board
(BAS01ATEX1385U), gebruikt als interface naar een intrinsiek veilige
Fieldbus.
De volgende informatie staat op het label van de FFA vermeld:
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•De FF adaptorkaart dient in een omhulsel te zijn geplaatst, dat een
beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt. Indien de FF adaptorkaart in een gevaarlijke omgeving wordt gemonteerd, moet
deze zijn geïnstalleerd in een brandveilige kast met de juiste certificatie.
•De opstelling voor de aansluitingen aan de externe circuit in veilige en gevaarlijke gebieden moeten zijn volgende de richtlijnen
van EN50020:2002 lid 6.3.
•De FF adaptorkaart wordt geschikt geacht voor gebruik in EEx d
apparatuur met een omgevingstemperatuur tussen - 40 °C tot +
85 °C
Opmerking!Kijk voor elektrische (I.S.) parameters in de bijgevoegde EC-Type
Examination Certificate Baseefa04ATEX0119U.
2-7
Page 14
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
2.4.6Gegevensverzamelingseenheid (DAU)
Label_SDAU_973.eps
Figuur 2-6. Certificatielabel ATEX voor de gegevensverzamelingseenheid.
De volgende informatie staat op het label van de
gegevensverzamelingseenheid (DAU) vermeld:
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•CE Conformiteitsmarkering
•Compleet modelnummer
•Serienummer van het apparaat
•Bouwjaar
•Markering voor explosiebescherming:
•EEx ia IIB T4 (-40 °C ≤ Ta ≤ +65 °C)
Tabel 1:
X20 Pin 6 m.b.t. Pin 7X20 Pin 5 m.b.t. Pin 7X21 (Voor het aansluiten tot 14 stuks RTD’s)
Figuur 2-7. Goedkeuringslabel voor de afstandsdisplayeenheid RDU 40.
De volgende informatie staat op het label van de afstandsdisplayeenheid
40 (RDU 40) vermeld:
•Naam en adres van de fabrikant (Rosemount Tank Radar AB).
•CE Conformiteitsmarkering
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
•Bouwjaar
•Markering voor explosiebescherming:
•EEx ib IIC T4 (-40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
•Sira ATEX certificaatnummer: Sira 00 ATEX 2062
De volgende instructies gelden voor apparatuur volgens
certificaatnummer Sira 00ATEX2062:
1De apparatuur mag worden gebruikt bij brandbare gassen en
dampen met apparaatgroep IIC, IIB en IIA en met temperatuurklassen T1, T2, T3 en T4.
2De uitrusting is uitsluitend gecertificeerd voor gebruik in
omgevingstemperaturen van -40 °C tot +70 °C. Gebruik buiten dit
bereik is niet toegestaan.
3De installatie moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de
toepasbare praktijkcode.
4Reparatie van deze uitrusting moet worden uitgevoerd in overeen-
stemming met de toepasbare praktijkcode.
5Certificaatmarkering zoals in tekening nummer 9150 074-980 en
9150 074-981.
2-9
Page 16
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 2 Technieken voor explosiebescher-
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
2-10
Page 17
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
Hoofdstuk 3 Veilige aansluiting van tankradar
Rosemount Tank Radar REX
3.Veilige aansluiting van tankradar REX
3.1Kabels
De permanent bevestigde kabels moeten goed aangesloten en tegen
stoten beschermd zijn. Op de meter REX moet dit worden toegepast
voor kabeluitgangen W11 en W12.
W11W12
Niet-intrinsiek veiligIntrinsiek veilig
Cabling.eps
Figuur 3-1. Omhulsel met uitgang W11 en W12.
3.2Geïntegreerde aansluitkast, JBi
Opmerking!Het deksel van de geïntegreerde aansluitkast mag niet worden geopend
als deze in werking is.
De intrinsiek veilige bedrading naar de interne TIC/TMC-print op uitgang
W12 moet adequaat gescheiden zijn van de niet-intrinsiek veilige
bedrading naar uitgang W11.
3.3Aansluitkast van klant
Aansluitkasten van de klant, die worden gebruikt voor het koppelen van
uitgang W11 aan de veldkabels van de klant, moeten zijn gecertificeerd
voor gebruik in gevaarlijke gebieden. Aansluitdraden van de
radartankmeter naar de aansluitkast moeten zijn beschermd volgens de
nationale praktijkcode.
De intrinsiek veilige bedrading naar de interne TIC/TMC-print op uitgang
W12 moet adequaat gescheiden zijn van de niet-intrinsiek veilige
bedrading naar uitgang W11.
3-1
Page 18
Rosemount Tank Radar REX
Hoofdstuk 3 Veilige aansluiting van tankradar
3.4Aarding
De behuizing moet zijn geaard volgens de nationale praktijkcode.
Gewoonlijk betekent dit dat de aardingsverbindingslip op het
vlambestendige omhulsel is verbonden aan een potentieel
compensatienetwerk, normaalgesproken de tankromp.
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
TH3900_GroundLug.eps
Figuur 3-2. Aardingsverbindingslip.
Als het omhulsel is aangesloten op het potentieel compensatienetwerk of
de tankstructuur, moet de beschermende aarde met de voeding niet zijn
aangesloten. Als het omhulsel niet extern geaard is, moet de
beschermende aarde met de voeding wel worden aangesloten.
3-2
Page 19
Page 20
Speciale veiligheidsinstructie
308030NL, Eerste uitgave
juni 2008
Lokale vertegenwoordiger van Rosemount Tank
Gauging:
Emerson Process Management
Rosemount Tank Gauging
Box 130 45
SE-402 51 Göteborg
ZWEDEN
Tel (International): +46 31 337 00 00
Fax (International): +46 31 25 30 22
E-mail: sales.srt@emersonprocess.com
www.rosemount-tg.com