Rosemount -flowmeter 3051SF-serie met WirelessHART™-protocol Manuals & Guides [nl]

00825-0211-4802, Rev HE
Snelstartgids
Maart 2019
Rosemount 3051S Series druktransmitter en Rosemount 3051SF Series flowmeter
met WirelessHART™-protocol
Snelstartgids
WAARSCHUWING
MEDEDELING
In deze gids staan elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3051S en 3051S MultiVariable™ draadloze transmitters (zie de naslaghandleiding met publicatienummer 00809-0100-4802). Er staan geen aanwijzingen in voor diagnostiek, onderhoud, service of probleemoplossing. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 3051S en 3051S MultiVariable draadloze transmitters (publicatienummer 00809-0100-4802) voor nadere instructies. De handleiding en deze snelstartgids zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschrif ten en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragr aaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie.
Controleer voordat u een veldcommunicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de
instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
die elektrische schokken kan veroorzaken. Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik van het instrument is uitsluitend toegestaan onder de onderstaande voorwaarden. Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het instrument op ongewenste wijze werkt. Dit instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt.
De voedingsmodule kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden vervangen. De voedingsmodule heeft
een oppervlakteweerstand van meer dan een gigaohm en moet corr ect worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze instrument. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
MEDEDELING
Aandachtspunten in verband met vervoer van draadloze producten:
Het apparaat is zonder geïnstalleerde voedingsmodule geleverd. Verwijder de voedingsmodule voordat u het apparaat vervoert.
Elke voedingsmodule bevat twee primaire lithiumbatterijen van formaat “C”. Het vervoer van primaire lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Am erikaanse Department of Transportation en die van de IATA (International Air Transport Association), de ICAO (International Civil Aviation Organization) en het ADR (Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid van de transporteur om deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te leven. Raadpleeg voor verzending de geldende regels en voorschriften.
Inhoud
Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
Fysieke installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Monteer de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
Sluit de voedingsmodule aan
Trim de tr ansm itter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Sluit de behuizing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Controleer de werking
Naslaginformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
2
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
COMM
P/N 00753-9200-0010
COMMCOMM
P/N 00753-9200-0010P/N 00753-9200-0010
Maart 2019
Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur
Inschakelvolgorde
De voedingsmodule mag pas in een draadloos instrument worden geïnstalleerd wanneer de Smart Wireless Gateway is geïnstalleerd en goed werkt. Deze transmitter maakt gebruik van de zwarte voedingsmodule. Bestel modelnummer 701PBKKF. Draadloze instrumenten moeten tevens worden ingeschakeld in volgorde van toenemende afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen met het instrument dat het dichtst in de buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen. Schakel Active Advertising (actief adverteren) in op de Gateway zodat nieuwe apparaten sneller verbinding maken met het netwerk. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420).
Stand van de antenne
Zet de antenne verticaal, recht naar boven of recht naar beneden. Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne zich op een afstand van circa 1 m (3 ft.) van grote constructies of gebouwen bevinden.
Afbeelding 1. Stand van de antenne
Snelstartgids
Verbindingen met de veldcommunicator
Voor communicatie van de veldcommunicator met de 3051S of 3051SMV moet de voedingsmodule zijn aangesloten. Deze transmitter maakt gebruik van de zwarte voedingsmodule. Bestel modelnummer 701PBKKF.
Afbeelding 2. Verbindingen met de veldcommunicator
3
Snelstartgids
STROOM­RICHTING
STROOM­RICHTING
STROOM-
RICHTING
STROOM­RICHTING
Fysieke installatie
Stap 1: Monteer de transmitter
Toepass ingen voor vloeistofmetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Monteer de transmitter met de aftap-/ontluchtingskranen omhoog.
4. Zet de antenne verticaal, waarbij deze of recht naar boven of recht naar beneden wijst.
Toepass ingen voor gasmet ingen
1. Breng tappunten aan in de boven- of zijkant van de leiding.
2. Monteer naast of boven de tappunten.
3. Zet de antenne verticaal, waarbij deze of recht naar boven of recht naar beneden wijst.
Toepass ingen voor stoommetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van
2. Monteer naast of onder de
3. Vul de impulsleidingen met water.
4. Zet de antenne verticaal, waarbij
4
de leiding.
tappunten.
deze of recht naar boven of recht naar beneden wijst.
158
(6,25)
78
(3,08)
BEUGEL MET U-BOUT
Maart 2019
Snelstartgids
Paneelmontage Buismontage
Coplanar™-flens
Traditionele flens
In-line
5
Snelstartgids
A
4 x 1.75-in. (44mm)
C
4 x 1.75-in.
(44mm)
4 x 1.50-in.
(38mm)
B
4 x 2.88-in. (73mm)
4 x 44 mm (1,75 inch)
4 x 44 mm (1,75 inch)
4 x 73 mm (2,88 inch)
4 x 38 mm (1,50 inch)
4 x 57 mm (2,25 inch)
4 x 44 mm (1,75 inch)
Overwegingen m.b.t. boutbevestiging
Volg met het oog op de optimale prestatiekenmerken van de transmitters deze montagerichtlijnen om een goede afdichting te waarborgen als voor de installatie van de transmitter de montage van procesflenzen, verdeelstukken of flensadapters is vereist. Gebruik uitsluitend de bij de transmitter geleverde bouten of bouten die door Emerson als reserveonderdeel worden verkocht. In Afbeelding 3 staan veelgebruikte transmitterconstructies afgebeeld met de vereiste boutlengte voor een correcte montage van de transmitter.
Afbeelding 3. Veelgebruikte transmitterinstallaties
4 x 2.25-in. (57mm)
4 x 1.75-in. (44mm)
D
A. Transmitter met Coplanar-flens B. Transmitter met traditionele flens en optionele flensadapters C. Transmitter met Coplanar-flens en optionele kranenblok- en flensadapters D. Transmitter met Coplanar-flens en optionele flensadapters
Gewoonlijk worden bouten van koolstofstaal of roestvast staal gebruikt. Controleer het materiaal door naar de markeringen op de boutkop te kijken en deze te vergelijken met Tabel 1. Als het boutmateriaal niet is aangegeven in
Tabel 1, kunt u zich voor nadere inlichtingen wenden tot de plaatselijke
vertegenwoordiger van Emerson.
Gebruik de volgende procedure voor het installeren van de bouten:
1. Bouten van koolstofstaal hebben geen smering nodig en op bouten van roestvast staal is een laagje smeermiddel aangebracht om de installatie te vergemakkelijken. Bij geen van beide bouttypen mag voor het aanbrengen extra smeermiddel worden aangebracht.
2. Draai de bouten handvast aan.
3. Haal de bouten kruiselings aan tot de initiële momentwaarde. Zie Tab e l 1 voor de initiële momentwaarde.
4. Haal de bouten volgens hetzelfde kruispatroon aan tot de definitieve momentwaarde. Zie Ta b el 1 voor de definitieve momentwaarde.
5. Controleer of de flensbouten uit de isolatorplaat steken voordat u er druk op zet.
6
WAARSCHUWING
316
316
316
SW
316
STM
316
R
B8M
Rosemount 3051S/3051SMV/3051/2051
Maart 2019
Tabel 1. Momentwaarden voor flens- en flensadapterbouten
Snelstartgids
Boutmateriaal
Koolstofstaal (CS)
Roestvast staal (SST)
Markeringen kop
B7M
Initiële
momentwaarde
34 Nm
(300 lb.-in.)
17 Nm
(150 lb.-in.)
Definitieve
momentwaarde
73,5 Nm
(650 lb.-in.)
34 Nm
(300 lb.-in.)
O-ringen bij flensadapters
Als er verkeerde O-ringen op de f lensadapters worden aangebracht, kan lekkage van pro cesmedium ontstaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. De twee flensadapters zijn herkenbaar aan hun unieke O-ringgroeven. Gebruik uitsluitend de O-ring die bestemd is voor de specifieke flensadapter, hieronder afgebeeld.
A
B
A. Flensadapter B. O-ring C. Elastomeer op PTFE-basis
Telkens als de flenzen of adapters worden verwijderd, moeten de O-ringen op het oog worden geïnspecteerd. Vervang de O-ringen als er tekenen van schade zijn, bijvoorbeeld inkepingen of kerven. Bij vervanging van de O-ringen moeten de flensbouten en uitlijningsschroeven na het aanbrengen opnieuw tot het juiste moment worden aangehaald, ter compensatie van verschuivingen doordat de O-ring van PTFE nog geheel in de groef moet vallen.
C
7
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Antenne met hoge versterking voor montage op afstand (optioneel)
De optionele antennes met hoge versterking voor montage op afstand bieden de flexibiliteit om de Rosemount 3051S en 3051SMV draadloze transmitters te monteren met een draadloze verbinding, bliksembescherming en actuele werkpraktijken.
Houd u bij de installatie van antennes voor montage op afstand voor 3051S en 3051SMV transmitters altijd aan de vastgestelde veiligheidsprocedures om vallen en aanraking met hoogspanningskabels te voorkomen.
Installeer de onderdelen van de antenne voor montage op afstand voor de 3051S en 3051SMV transmitters in overeen stemming met plaa tselijke en nationa le elektricitei tsvoorschr iften, en volg de beste proce dures voor bliksembescherming.
Raadpleeg vóór installatie de plaatselijke elektriciteitsinspecteur, elektriciteitsfunctionaris en opzichter van de werkomgeving.
De optionele antenne voor montage op afstand van 3051S en 3051SMV transmitters is met name ontwikkeld om fl exibele installatiemogelijkheden te bieden en tegelijkertijd de pr estaties van de draadloze verbinding te optimaliseren en plaatselijke spectrumgoedkeuringen te behouden. Om de draadloze prestaties op peil te houden en te voorkomen dat spectrumregelgeving wordt overtreden, mag de lengte van de kabel of het type antenne niet worden gewijzigd.
Als de meegeleverde antenneset voor montage op afstand niet wordt geïnstalleerd volgens deze instructies, is Emerson niet aansprakelijk voor de prestaties van de draadloze verbinding of voor overtreding van spectrumregelgeving.
De antenneset met hoge versterking voor montage op afstand bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging en de antenne.
Selecteer een locatie waar de externe antenne de beste draadloze verbinding kan leveren. Idealiter is dit 4,6 - 7,6 m (15 - 25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven obstakels of grote bouwwerken. Volg de onderstaande procedure om de antenne voor montage op afstand te installeren:
Optie WN
1. Bevestig de antenne met behulp van de meegeleverde montagemiddelen aan een buismast van 3,8 tot 5,1 cm (1,5 tot 2 inch).
2. Bevestig de bliksembeveiliging rechtstreeks op de bovenkant van de 3051S of 3051SMV transmitter.
3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging.
4. Sluit de antenne aan op de bliksembeveiliging via de meegeleverde coaxkabel LMR-400. Zorg daarbij dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt.
5. Dicht elke aansluiting tussen het draadloze veldinstrument, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel.
6. Zorg dat de montagemast en de bliksembeveiliging zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd.
8
Maart 2019
Snelstartgids
Afbeelding 4. 3051S transmitter met antenne met hoge versterking voor montage op afstand
Opmerking: Weerbestendig maken is vereist!
De antenneset voor montage op afstand bevat tevens coaxafdichtmiddel om de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging, de antenne en de 3051S of 3051SMV transmitter weerbestendig te maken. Het coaxafdichtmiddel moet worden aangebracht om de werking van het draadloze veldnetwerk te waarborgen. Zie Afbeelding 5 voor informatie over het aanbrengen van coaxafdichtmiddel.
Afbeelding 5. Coaxafdichtmiddel aanbrengen op kabelaansluitingen
9
Snelstartgids
Stap 2: Sluit de voedingsmodule aan
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant van de veldaansluitingen.
2. Sluit de zwarte voedingsmodule aan.
Stap 3: Trim de transmitter
Opmerking:
De transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens gewenste specificatie of volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste meetgrens).
Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om te compenseren voor effecten met betrekking tot montagestand en leidingdruk. Zorg bij het uitvoeren van een nulpuntstrim dat de egalisatiekraan open staat en alle natte poten tot het juiste niveau zijn gevuld.
Als de nul-offset minder dan 3% van het werkelijke nulpunt afwijkt, volg dan de instructies in Gebruik van de veldcommunicator hieronder voor het uitvoeren van een nulpuntstrim.
Gebruik van de veldcommunicator
HART®-sneltoetsen Stappen
1. Egaliseer of ontlucht de transmitter en sluit de
3, 5, 1, 3
Zie Afbeelding 2 op pagina 3 voor het maken van de verbinding met een veldcommunicator.
Opmerking:
U kunt dit ook doen met behulp van de AMS® Wireless Configurator nadat het instrument op het netwerk is aangesloten.
10
veldcommunicator aan.
2. Voer in het menu de HART-sneltoetsreeks in.
3. Volg de aanwijzingen om een nulpuntstrim uit te voeren.
N E T w K
S R C H N G
n e t w k
N E G O T
n e t w k
O K
Maart 2019
Stap 4: Sluit de behuizing
Sluit het deksel van de behuizing en haal het aan volgens de veiligheidsspecificaties. Zorg altijd voor een goede afdichting door de deksels van de elektronicabehuizingen zo te monteren dat metaal in aanraking komt met metaal. Haal echter niet te strak aan.
Stap 5: Controleer de werking
De werking kan op vier plaatsen worden gecontroleerd:
1. Bij het apparaat via de plaatselijke display (lcd)
2. Met behulp van de veldcommunicator
3. Via de geïntegreerde webinterface van de Smart Wireless Gateway
4. Via AMS Wireless Configurator
Plaatselijke display (lcd-scherm)
De uitgangswaarden op het lcd-scherm worden weergegeven met de vernieuwingsfrequentie van de Wireless. Raadpleeg de handleidingen bij de draadloze Rosemount 3051S of 3051SMV voor foutcodes en andere meldingen op het lcd-scherm. Druk op de knop Diagnostic (diagnostiek) en houd deze minstens vijf seconden ingedrukt om de schermen TAG (label), Device ID (instrument-ID), Network ID (netwerk-ID), Network Join Status (status aankoppeling op netwerk) en Device Status (status instrument) weer te geven.
Snelstartgids
Netwerk zoeken
Veldcommunicator
Voor communicatie via de draadloze HART-transmitter is een 3051S en 3051SMV Wireless DD vereist. Zie Afbeelding 2 op pagina 3 voor het maken van de verbinding met een veldcommunicator.
Functie Sneltoetsreeks Menu-items
Communications (communicatie)
Verbinding maken
met netwerk
3, 4
Verbonden met
beperkte
bandbreedte
n e t w k
O P
L I M -
Join Status (status aankoppeling), Wireless Mode (draadloze modus), Join Mode (aankoppelingsmodus), Number of Available Neighbors (aantal beschikbare buren), Number of Adverti sements Heard (aantal gehoorde aankondigingen), Number of Join Attempts (aantal pogingen tot aankoppeling)
Verbonden
11
Snelstartgids
Smart Wireless Gateway
Ga in de geïntegreerde webinterface van de Gateway naar de pagina Explorer (verkenner) > Status (status). Op deze pagina is te zien of het instrument is verbonden met het netwerk en of de communicatie naar behoren verloopt.
Opmerking:
Het kan enkele minuten duren voordat de netwerkverbinding tot stand komt. Raadpleeg de snelstartgids voor de Wireless Gateway (documentnummer 00825-0200-4420) voor meer informatie.
Afbeelding 6. Netwerkinstellingen Gateway
12
Maart 2019
AMS Wireless Configurator
Zodra het apparaat is aangekoppeld op het netwerk wordt het in de Wireless
Configurator weergegeven zoals hieronder afgebeeld.
Probleemoplossing
Als het instrument na het opstarten niet wordt verbonden met het netwerk, moet worden gecontroleerd of de Network ID (netwerk-ID) en de Join Key (join-sleutel) juist zijn en of Active Advertising (actief adverteren) is ingeschakeld op de Smart Wireless Gateway. De netwerk-ID en de join-sleutel in het instrument moeten overeenkomen met die van de Gateway.
De netwerk-ID en de join-sleutel kunnen worden verkregen vanaf de Smart Wireless Gateway via de pagina Setup (installatie) > Network (netwerk) > Settings (instellingen) op de webinterface (zie Afbeelding 6 op pagina 12). De netwerk-ID en de join-sleutel van het draadloze apparaat kunnen worden gewijzigd via de volgende sneltoetsreeks.
Snelstartgids
Functie Sneltoetsreeks Menu-items
Join Status (status aankoppeling), Wireless Mode (draadloze modus), Join Mode
Communications (communicatie)
3, 4
(aankoppelingsmodus), Number of Available Neighbors (aantal beschikbare buren), Number of Advertisements Heard (aantal gehoo rde aankondigi ngen), Number of Join Attempts (aantal pogingen tot aankoppeling)
13
Snelstartgids
COMM
P/N 00753-9200-0010
Naslaginformatie
Afbeelding 7. Schema aansluitklemmen
Zie Afbeelding 2 op pagina 3 voor het maken van de verbinding met een veldcommunicator.
Tabel 2. HART-sneltoetsreeks
Functie Sneltoetsreeks Menu-items
Manufacturer (fabrikant), Model (model), Final
Device Info (instrumentinformatie)
Guided Setup (begel eide instelling)
Manual Setup (handmatige instelling)
Wireless (draadloos) 2, 2, 1
(1)
2, 2, 9
2, 1
2, 2
Assembly Number (eindmontagenummer), Universal (universeel), Field Device (veldapparaat), Software, Hardware, Descriptor, Message (bericht), Date (datum ), Model Num ber (model nummer) I, I I, III, SI Un it Restriction (beperking SI-eenheid), Country (land)
Configure Basic Setup (configuratie basisinstelling), Zero Sensor Trim (nulsensortrim), Join Device to Network (instrument met netwerk koppelen), Update Rate (vernieuwingsfrequentie), Device Display (instrumentdisplay), Alert Setup (instelling waarschuwingen), Scaled Variable (geschaalde variabele)
Configure (configureren), Manual Setup (handmatige instelling), Wireless (draadloos), Pressure (druk), Device Temperatures (instrumenttemperaturen), Device Information (instrumentinformatie), Display (display), Scaled Variable (geschaalde variabele), Other (overige)
Network ID (netwerk-ID), Join Device to Network (instrument met netwerk verbinden), Configure Update Rate (vernieuwings frequentie configureren), Configure Broadcast Power Level (zendvermogensniveau configureren), Power Mode (voedingsmodus), Power Source (voedingsbron)
1. Gebruik bij de 3051SMV sneltoetsreeks 2, 2 en navigeer dan naar “Device Information” (instrumentinformatie).
14
Maart 2019
Productcertificeringen
Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op www.rosemount.com.
Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur
Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type productcertificering is in bijna alle landen vereist. Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van draadloze instrumenten wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zouden worden overtreden.
FCC en IC
Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het instrument op ongewenste wijze werkt. Dit instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt.
Snelstartgids
Certificering normale locaties van FM Approvals
De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM Approvals onderzocht en getest. Daarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire eisen voor elektrische, mechanische en brandveiligheid. FM Approvals is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
15
Snelstartgids
VS
I5 FM intrinsieke veiligheid (IS) en niet-vonkend (NI)
Certificaat: 3027705 Normen: FM-klasse 3600 - 2011, FM-klasse 3610 — 2010,
FM klasse 3611 — 2004, FM-klasse 3810 — 2005, NEMA 250 — 2003
Markeringen: IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D; CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III T4;
CL 1, zone 0 AEx ia IIC T4; NI CL 1, DIV 2, GP A, B, C, D T4; DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III, T5; T4(-50 °C T indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03151-1000; type 4x
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De draadloze PDP-transmitter van model 3051SMV mag alleen worden gebruikt met de 701PBKKF Rosemount Smartpower™-batterij.
2. De transmitter kan meer dan 10% aluminium bevatten en brengt bij stoten of wrijving een potentieel ontstekingsrisico met zich mee.
3. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
+70 °C)/T5(-50 °C Ta +85 °C);
a
Canada
I6 CSA intrinsiek veilig
Certificaat: 1143113 Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CSA-norm C22.2 nr. 30-M1986,
CAN/CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CSA-norm C22.2 nr. 157-92, ANSI/ISA 12.27.01-2003, CSA-norm C22.2 Nr. 60529:05
Markeringen: Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1; geschikt voor klasse 1,
zone 0, IIC, T3C; indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03151-1010; type 4x
Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat: Baseefa13ATEX0127X Normen: EN 60079-0: 2012, EN 60079-11: 2012 Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga, T4(-60 °C  T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing van de model 3051S Wireless en model 3051SMV Wireless is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
2. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
16
+70 °C)
a
Maart 2019
Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat: IECEx BAS 13.0068X Normen: IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011 Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, T4(-60 °C  T
+70 °C)
a
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing van de model 3051S Wireless en model 3051SMV Wireless is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
2. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
Brazilië
I2 INMETRO intrinsieke veiligheid
Certificaat: CEPEL 08.1618 Normen: ABNT NBR IEC60079-0:2008, ABNT NBR IEC60079-11:2009,
ABNT NBR IEC60079-26:2008, ABNT NBR IEC 60529:2009
Markeringen: Ex ia IIC T4/T5 Ga, T4(-60 °C  T
T5(-60 °C  Ta +40 °C), IP66(Al)/IP66W(SST)
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie het desbetreffende certificaat.
+70 °C),
a
Snelstartgids
Opmerking:
Momenteel niet beschikbaar op de 3051S MultiVariable draadloze transmitter.
China
I3 Intrinsieke veiligheid China
Certificaat: 3051S Wireless: GYJ111401X
3051SFx GYJ11.1707X [flowmeters]
Normen: GB3836.1-2010, GB3836.4-2010, GB3836.20-2010,
GB12476.1-2000
Markeringen: Ex ia IIC Ga T4, T4(-50
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie het desbetreffende certificaat.
Opmerking:
Momenteel niet beschikbaar op de 3051S MultiVariable draadloze transmitter.
~ 70 °C)
17
Snelstartgids
Japan
I4 TIIS intrinsieke veiligheid
Certificaten: TC18649, TC18650 Markeringen: Ex ia IIC T4 (-20
Opmerking:
Momenteel niet beschikbaar op de 3051S MultiVariable draadloze transmitter.
~ 60 °C)
EAC — Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland
IM Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson
voor aanvullende informatie.
Republiek Korea
IP Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson
voor aanvullende informatie.
18
Maart 2019
Snelstartgids
Afbeelding 8. Verklaring van overeenstemming Rosemount 3051S Wireless
19
Snelstartgids
20
Maart 2019
Snelstartgids
21
Snelstartgids
22
Maart 2019
Snelstartgids
23
Snelstartgids
24
Maart 2019
Snelstartgids
25
00825-0211-4802, Rev HE
Snelstartgids
Maart 2019
Rosemount Inc.
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (andere landen) (952) 906-8888 F (952) 906-8889
Emerson Automation Solutions
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
Emerson Automation Solutions GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling, Duitsland T 49 (8153) 9390 F 49 (8153) 939172
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited
No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Beijing 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586
Emerson Automation Solutions bv
Postbus
212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32)
2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Automation Solutions Latin America
1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise Florida 33323, VS T +1 954 846 5030
© 2019 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. AMS is een gedeponeerd handelsmerk van Emerson Automation Solutions. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc. MultiVariable en Coplanar zijn handelsmerken van Rosemount Inc. WirelessHART en HART zijn gedeponeerde handelsmerken van de HART Communication Foundation.
Emerson Automation Solutions, Dubai
Emerson FZE P.O. Box 17033, Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, V.A.E. T (971) 4 8118100 F (971) 4 8865465
Loading...