Rosemount 8700-serie magnetische flowmetersensors Manuals & Guides [nl]

Page 1
Beknopte installatiegids
Start
Stap 2: Montage Stap 3: Installatie
(Sensoren met flens) (Flensloze sensoren)
(Hygiënische sensoren) Stap 4: Aarding Stap 5: Bedrading Productcertificeringen
Einde
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Rosemount 8700 Series magnetische flowmetersensoren
www.rosemount.com
Page 2
Beknopte installatiegids
BELANGRIJKE KENNISGEVING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
© 2013 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder.
Emerson Process Management Rosemount Flow
7070 Winchester Circle Boulder, CO 80301 T (VS) 800 522 6277 T (vanuit andere landen) +1 303 527 5200
F +1 (303) 530 8459
Emerson Process Management Flow
Neonstraat 1 6718 WX Ede Nederland T +31 (0) 318 495555 F +31 (0) 318 495556
Dit document bevat elementaire installatierichtlijnen voor de Rosemount® 8700 Series sensoren. Het bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of explosieveilige, drukvaste of in trinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 8700 (publicatienummer 00809-0100-4727) voor nadere instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids zijn op www.rosemount.com ook in digitale vorm beschikbaar.
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn:
De installatie- en onderhoudsinstructies zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door bevoegd personeel. Voer geen andere onderhoudswerkzaamheden uit dan die welke in de gebruiksaanwijzing beschreven staan, tenzij u daa rtoe bevoegd bent. Controleer of de werkomgeving van de sensor en transmitter overeenkomt met de desbetreffende goedkeuring van FM, CSA, ATEX of IECEx.
Emerson Process Management bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl
Emerson FZE
P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone Dubai – Verenigde Arabische Emiraten T +971 4 811 8100 F +971 4 886 5465
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 07 43
januari 2013
De sensorbekleding kan bij transport gemakkelijk beschadigd raken. Steek nooit iets door de sensor heen om hem op te tillen of om als hefboom te gebruiken. Door beschadiging van de bekleding kan de sensor onbruikbaar worden.
Gebruik om schade aan de uiteinden van de sensorbek leding te voorkomen geen metalen pakkingen of pakkingen met spiraalvorm. Als regelmatig verwijderen noodzakelijk is, neem dan voorzorgsmaatregelen ter bescherming van de uiteinden van de bekleding. Vaak w orden ter bescherming korte passtukken aangebracht op de uiteind en van de sensor.
Correct aanhalen van de flensbouten is essentieel voor een goede werking en lange levensduur van de sensor. Alle bouten moe ten in de juiste volgorde word en aangehaald tot het gespeci ficeerde aanhaalmoment. Als u deze aanwijzingen niet opvolgt, kan ernstige schade aan de bekleding van de sensor ontstaan en moet de sensor misschien vervangen worden.
Rosemount 8705 Magnetic Flowtube-units die met afwijkende lakopties worden besteld, kunnen gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading.
Voorkom elektros tatische ontladin g door het mete rgedeelte nie t met een drog e doek af te n emen of met oplosmiddelen schoon te maken.
2
Page 3
Beknopte installatiegids
sensoren van ½ tot en met 4 inch
sensoren van 6 inch en groter
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
STAP 1: TRANSPORT
Transporteer alle onderdelen voorzichtig om schade te voorkomen. Transporteer het systeem zo mogelijk in de oorspronkelijke verpakkingen naar de installatielocatie. Met PTFE beklede sensoren worden verzonden met einddoppen waardoor ze beschermd zijn tegen mechanische schade en de gewone vervorming die anders optreedt. Verwijder de einddoppen pas vlak voor de installatie.
Afbeelding 1. Ondersteuning van de Rosemount 8705 sensor voor transp ort
3
Page 4
Beknopte installatiegids
5 buisdiameters
2 buisdiameters
Flow
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
STAP 2: MONTAGE
Rechte lengte voor en na de meter
Om te zorgen dat de sensor aan de specificaties blijft voldoen onder uiteenlopende procesomstandigheden, moet hij worden geïnstalleerd met ten minste vijf rechte buisdiameters voor en ten minste twee rechte buisdiameters na het elektrodevlak (zie Afbeelding 2).
Afbeelding 2. Rechte buisdiameters voor en na de meter
Installaties met minder rechte lengten van 0 tot vijf pijpdiameters zijn mogelijk. In installaties met minder rechte buislengte zullen de prestaties wel 0,5% van de snelheid afwijken. De gemelde flowsnelheden zijn dan nog steeds sterk reproduceerbaar.
Flowrichting
De sensor moet zo worden gemonteerd dat de PUNT van de stroomrichtingspijl, afgebeeld op het identificatielabel van de sensor, in de vloeistofrichting door de sensor heen wijst.
4
Page 5
Beknopte installatiegids
Flow
Flow
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Sensorlocatie
De sensor moet worden geïnstalleerd op een plaats waar hij tijdens bedrijf altijd volledig gevuld is. Verticale installatie maakt opwaartse procesvloeistofstroming mogelijk en zorgt dat het doorsnedeoppervlak altijd gevuld is, onafhankelijk van de flowsnelheid. Horizontale installatie is alleen geschikt in lage buisgedeelten die normaliter gevuld zijn.
Afbeelding 3. Stand van de sensor
5
Page 6
Beknopte installatiegids
Fout
Goed
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
Stand van de sensor
De elektroden in de sensor zijn correct georiënteerd als de twee meetelektroden in de 3-uurs- en 9-uurspositie staan of binnen 45° ten opzichte van de loodlijn, zoals rechts in Afbeelding 4 staat afgebeeld. Vermijd een montagestand waardoor de bovenkant van de sensor op 90° ten opzichte van de verticale positie staat, zoals links in Afbeelding 4 afgebeeld.
Afbeelding 4. Montagepositie
6
Page 7
Beknopte installatiegids
Aardingsring en
pakking optioneel
Flow
Door klant geleverde pakking
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
STAP 3: INSTALLATIE
Sensoren met flens
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en spiraalpakkingen kunnen de bekleding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is een pakking vereist. Voor alle andere toepassingen (inclusief sensoren met bekledingsbescherming of een aardelektrode) is slechts één pakking nodig voor elke eindaansluiting.
Afbeelding 5. Plaatsing van flenspakking
Flensbouten
NB
Draai nooit de bouten aan één kant tegelijk vast. Draai elke kant tegelijkertijd vast. Bijvoorbeeld:
1. Links nauwsluitend
2. Rechts nauwsluitend
3. Links aanhalen
4. Rechts aanhalen Dus niet eerst vóór de meter aandraaien en meteen aanhalen en vervolgens achter de meter aandraaien en meteen aanhalen. Als u bij het aanhalen van de bouten niet wisselt tussen beide kanten, kan de bekleding beschadigd raken.
De aanbevolen momentwaarden per maat sensorlijn en bekledingstype staan vermeld in Tabel 1 voor ASME B16.5- en Tabel 2 voor EN-flenzen. Raadpleeg de fabrikant als de flensclassificatie van de sensor in de tabellen ontbreekt. Haal de flensbouten aan de stroomopwaartse kant van de sensor aan in oplopende stappen zoals weergegeven in Afbeelding 6 tot 20 procent van de aanbevolen momentwaarden. Herhaal deze procedure
7
Page 8
Beknopte installatiegids
1
5
3
7
8
4
6
2
8 bouten
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
aan de kant achter de sensor. Haal bij sensoren met meer of minder flensbouten de bouten aan in een soortgelijke kruisgewijze volgorde. Herhaal deze volledige aanhaalvolgorde op 40, 60, 80 en 100 procent van de aanbevolen momentwaarden of totdat de lekkage tussen de procesflens en de sensorflens ophoudt.
Als het lekken bij het aanbevolen aanhaalmoment nog niet is opgehouden, kunnen de bouten in stappen van 10 procent verder worden aangehaald totdat de verbindingen stoppen met lekken of totdat het gemeten aanhaalmoment de maximale aanhaalspecificatie van de bouten bereikt. De bescherming van de bekleding in overweging nemende komt de gebruiker vaak tot een ander aanhaalmoment waarbij het lekken ophoudt, afhankelijk van de specifieke combinatie van flenzen, bouten, pakkingen en het bekledingsmateriaal van de sensor.
Controleer op lekkage bij de flenzen nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u niet de juiste aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De verbindingen van een sensor moeten 24 uur na de eerste installatie nogmaals worden aangehaald. Na verloop van tijd kan het bekledingsmateriaal van een sensor vervormd raken door de druk.
Afbeelding 6. Aanhaalvolgorde flensbouten
januari 2013
T abel 1. Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor de Rosemount 8705 en 8707 sensor met grote signaalsterkte
Maat-
Leidingdiameter
code
005 15 mm (0.5 in.) 8 8 – 010 25 mm (1 in.) 8 12 – 015 40 mm (1.5 in.) 13 25 7 18 020 50 mm (2 in.) 19 17 14 11 025 65 mm (2.5 in.) 22 24 17 16 030 80 mm (3 in.) 34 35 23 23 040 100 mm (4 in.) 26 50 17 32 050 125 mm (5 in.) 36 60 25 35 060 150 mm (6 in.) 45 50 30 37 080 200 mm (8 in.) 60 82 42 55
8
Bekledingen van
PTFE/ETFE/PFA
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
polyurethaan/neopreen/adipreen
Bekleding van
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
Page 9
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Tabel 1. (vervolg) Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor de Rosemount 8705 en 8707 sensor met grote signaalsterkte
Bekledingen van
PTFE/ETFE/PFA
Maat-
Leidingdiameter
code
100 250 mm (10 in.) 55 80 40 70 120 300 mm (12 in.) 65 125 55 105 140 350 mm (14 in.) 85 110 70 95 160 400 mm (16 in.) 85 160 65 140 180 450 mm (18 in.) 120 170 95 150 200 500 mm (20 in.) 110 175 90 150 240 600 mm (24 in.) 165 280 140 250 300 750 mm (30 in.) 195 415 165 375 360 900 mm (36 in.) 280 575 245 525
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
Tabel 2. Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705 (EN 1092-1)
Bekledingen van polyurethaan, linatex, adipreen en neopreen PN 10 PN 16 PN 25 PN 40
Leiding-
Maatcode
005 15 mm 010 25 mm 015 40 mm 020 50 mm 025 65 mm 030 80 mm 040 100 mm 050 125 mm 060 150 mm 080 200 mm 100 250 mm 120 300 mm 140 350 mm 160 400 mm 180 450 mm 200 500 mm 240 600 mm
diameter
(0.5-inch)
(1 inch)
(1.5 inch)
(2 inch)
(2.5 inch)
(3 inch) (4 inch)
(5.0 inch)
(6 inch)
(8 inch) (10 inch) (12 inch) (14 inch) (16 inch) (18 inch) (20 inch) (24 inch)
(newton-meter) (newton-meter) (newton-meter) (newton-meter)
50 70 70 100
90 130 130 90 130 170 100 130 190 250 120 170 190 270 160 220 320 410 220 280 410 610 190 340 330 420 230 380 440 520 290 570 590 850
Rosemount 8700 Series
polyurethaan/neopreen/adipreen
Bekleding van
Klasse 150
(lb-ft)
Klasse 300
(lb-ft)
10 20 50 60 50 50
9
Page 10
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Tabel 2. (vervolg) Aanhaalmomenten flensbouten en boutbelastingsspecificaties 8705 (EN 1092-1)
Bekledingen van polyurethaan, linatex, adipreen en neopreen
Maatcode
diameter
010 25 mm 015 40 mm
(1.5 inch)
020 50 mm 025 65 mm
(2.5 inch)
030 80 mm 040 100 mm 050 125 mm
(5.0 inch)
060 150 mm 080 200 mm 100 250 mm 120 300 mm 140 350 mm 160 400 mm 180 450 mm 200 500 mm 240 600 mm
Leiding-
(1 inch)
(2 inch)
(3 inch) (4 inch)
(6 inch)
(8 inch) (10 inch) (12 inch) (14 inch) (16 inch) (18 inch) (20 inch) (24 inch)
PN 10 PN 16 PN 25 PN 40
(newton-meter) (newton-meter) (newton-meter) (newton-meter)
40 50 50 70
60 90 90 60 90 110 70 80 130 170 80 110 130 180
110 150 210 280 150 190 280 410 130 230 220 280 150 260 300 350 200 380 390 560
januari 2013
20 30 40 35 30
10
Page 11
Beknopte installatiegids
Door klant geleverde pakking
Tapbouten, moeren en ringen voor installatie
Uitlijnspacer
Flow
Installatie spacers
Horizontale meters Verticale meters
O-ring
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Flensloze sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Metalen pakkingen en spiraalpakkingen kunnen de bekleding beschadigen. Aan weerszijden van de aardring is een pakking vereist. Zie Afbeelding 7 hieronder.
Afbeelding 7. Plaatsing flensloze pakking
Spacer Installation
Horizontal meters
Uitlijning
1. Op leidingen van 40 t/m 200 mm (1.5 t/m 8 inch). Rosemount beveelt installatie van de meegeleverde uitlijnspacers ten zeerste aan om te verzekeren dat de flensloze sensor goed tussen de procesflenzen wordt gecentreerd. Voor sensoren van 4 t/m 25 mm (0.15,
0.30, 0.5 en 1 in.) zijn geen uitlijnspacers nodig.
2. Steek de tapeinden voor de onderkant van de sensor tussen de pijpflenzen en centreer de uitlijnspacer midden op het tapeind. Zie Afbeelding 7 voor de locaties van de boutgaten die worden aanbevolen voor de meegeleverde spacers. De specificaties voor de tapbouten vindt u in Tabel 3.
3. Plaats de sensor tussen de flenzen. Zorg dat de uitlijnspacers goed op de tapeinden zijn gecentreerd. Schuif voor installaties met verticale flow de O-ring over het tapeind om de spacer op zijn plaats te houden. Zie Afbeelding 7. Raadpleeg Tabel 4 op pagina 12 om te verzekeren dat de spacers passend zijn voor de flensmaat en de classificatie van de procesflenzen.
4. Breng de overige tapbouten, ringen en moeren aan.
5. Haal aan tot de momentspecificaties in Tabel 5 op pagina 13. Haal de bouten niet te strak aan, anders raakt de bekleding beschadigd.
Tabel 3. Specificaties tapbouten
Nominale sensorafmeting Specificaties tapbouten
4–25 mm (0.15–1 in.) 316 SST ASTM A193, Grade B8M Class 1
40–200 mm (1.5–8 in.) CS, ASTM A193, Grade B7 gemonteerde draadtapbouten
gemonteerde draadtapbouten
Vertical meters
O-ring
11
Page 12
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
NB
Sensoren van 0.15, 0.30 en 0.5 in. worden tussen ASME 1/2-inch flenzen gemonteerd. Als er bouten van koolstofstaal worden gebruikt op sensoren van 4 en 25 mm (0.15, 0.30, 0.15 en 1 in.) in plaats van de vereiste roestvaststalen bouten, zal de meetfunctie van de flowsensor verslechteren.
januari 2013
Tabel 4. Tabel Rosemount uitlijnspacers
Tabel Rosemount uitlijnspacers
Dash-nr.
0A15 40 1,5 JIS 10K-20K 0A20 50 2 JIS 10K-20K 0A30 80 3 JIS 10K 0B15 40 1,5 JIS 40K AA15 40 1,5 ANSI-150# AA20 50 2 ANSI-150# AA30 80 3 ANSI-150# AA40 100 4 ANSI-150# AA60 150 6 ANSI-150# AA80 200 8 ANSI-150# AB15 40 1,5 ANSI-300# AB20 50 2 ANSI-300# AB30 80 3 ANSI-300# AB40 100 4 ANSI-300# AB60 150 6 ANSI-300# AB80 200 8 ANSI-300# AB15 40 1.5 ANSI-300# AB20 50 2 ANSI-300# AB30 80 3 ANSI-300# AB40 100 4 ANSI-300# AB60 150 6 ANSI-300# AB80 200 8 ANSI-300# DB40 100 4 DIN-PN10/16 DB60 150 6 DIN-PN10/16
DB80 200 8 DIN-PN10/16 DC80 100 8 DIN-PN25 DD15 150 1.5 DIN-PN10/16/25/40 DD20 50 2 DIN-PN10/16/25/40 DD30 80 3 DIN-PN10/16/25/40 DD40 100 4 DIN-PN25/40 DD60 150 6 DIN-PN25/40 DD80 200 8 DIN-PN40 RA80 200 8 AS40871-PN16 RC20 50 2 AS40871-PN21/35 RC30 80 3 AS40871-PN21/35 RC40 100 4 AS40871-PN21/35 RC60 150 6 AS40871-PN21/35 RC80 200 8 AS40871-PN21/35
Leidingdiameter
Classificatie flens(mm) (in)
Vermeld voor het bestellen van een set uitlijnspacers (met 3 spacers) onderdeelnummer 08711-3211-xxxx en het bovenstaande dash-nummer.
12
Page 13
Beknopte installatiegids
klem (niet meegeleverd)
pakking (niet meegeleverd)
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Flensbouten
Voor flensloze sensoren zijn tapeinden vereist. Zie Afbeelding 6 op pagina 8 voor de aanhaalvolgorde. Controleer altijd op lekkage bij de flenzen nadat u de flensbouten hebt aangehaald. De verbindingen van elke sensor moeten 24 uur na de eerste keer aanhalen van de flensbouten nogmaals worden aangehaald.
Tabel 5. Aanhaalspecificaties Rosemount 8711
Maatcode Leidingdiameter Newton-meter Pound-feet
15 F 4 mm (0.15 inch) 7 5 30 F 8 mm (0.30 inch) 7 5
005 15 mm (0.5 inch) 7 5 010 25 mm (1 inch) 14 10 015 40 mm (1.5 inch) 20 15 020 50 mm (2 inch) 34 25 030 80 mm (3 inch) 54 40 040 100 mm (4 inch) 41 30 060 150 mm (6 inch) 68 50 080 200 mm (8 inch) 95 70
Hygiënische sensoren
Pakkingen
Voor elke aansluiting van de sensor op een aangrenzend instrument of buisgedeelte is een pakking nodig. De pakkingen moeten van een materiaal zijn dat compatibel is met de procesvloeistof en de bedrijfsomstandigheden. Pakkingen worden geleverd voor tussen de IDF- en de proceskoppelingsfitting (bijvoorbeeld een Tri-Clamp-fitting) op alle Rosemount 8721 hygiënische sensoren, behalve als de proceskoppelingsfittingen niet zijn meegeleverd en het enige aansluitingstype een IDF-fitting is.
Uitlijning en bouten
Bij installatie van een magnetisch inductieve meter met hygiënische fittingen moeten de fabrieksnormen worden gevolgd. Er zijn geen speciale aanhaalmomenten of -methoden voor de bouten vereist.
Afbeelding 8. Hygiënische installatie Rosemount 8721
13
Page 14
Beknopte installatiegids
Aardingsringen of bekledingsbeschermingen
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
STAP 4: AARDING
Raadpleeg Tabel 6 om te bepalen welke procesaardingsoptie voor een juiste installatie is vereist. De sensorbehuizing moet op aarde worden aangesloten volgens de landelijke en plaatselijke elektriciteitsvoorschriften. Anders zal de apparatuur mogelijk minder bescherming bieden.
Tabel 6. Installatie procesaarding
Opties procesaarding
Type buis Aardingsbanden Aardingsringen Aardelektrode
Geleidende buis zonder binnenbekleding
Geleidende buis met binnenbekleding
Niet-geleidende buis
Afbeelding 9. Aardingsbanden of aardelektrode in beklede buis
Zie Afbeelding 9 Niet vereist Niet vereist Zie Afbeelding 10
Onvoldoende aarding
Onvoldoende aarding
Zie Afbeelding 10 Zie Afbeelding 9 Zie Afbeelding 10
Zie Afbeelding 1 1 op pagina 15
Zie Afbeelding 12 op pagina 15
Bekledings-
beschermingen
Zie Afbeelding 11 op pagina 15
Afbeelding 10. Aarding met aardingsringen of bekledingsbeschermingen
14
Page 15
Beknopte installatiegids
Aardingsringen of
bekledingsbeschermingen
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Afbeelding 1 1. Aarding met aardingsringen of bekledingsbeschermingen
Afbeelding 12. Aarding met aardelektrode
Rosemount 8700 Series
15
Page 16
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
STAP 5: BEDRADING
In deze paragraaf over bedrading worden de verbindingen tussen de transmitter en de sensor, de 4–20 mA-kring en de voeding van de transmitter beschreven. Volg de informatie over doorvoerbuizen, kabelvereisten en loskoppelingsvereisten in de onderstaande paragrafen.
Kabel- en doorvoerbuisaansluitingen
Zowel de aansluitkast van de sensor als die van de transmitter hebben poorten voor 1/2-inch NPT-doorvoerbuisaansluitingen; er zijn optioneel tevens CM20- of PG-13.5-aansluitingen verkrijgbaar. Bij het maken van deze aansluitingen moeten de landelijke of plaatselijke elek­triciteitsvoorschriften of die van de fabriek worden gevolgd. Ongebruikte openingen moeten worden afgedicht met metalen blindstoppen. Een juiste elektrische installatie is vereist om meetfouten als gevolg van elektrische ruis en interferentie te voorkomen. Aparte doorvoer­buizen voor de spoelaandrijvings- en signaalkabels zijn niet vereist, maar wel een exclu­sieve doorvoerbuis tussen elke transmitter en sensor. Voor de beste resultaten in een omgeving met veel elektrische ruis moet afgeschermde kabel worden gebruikt. Verwijder bij het bewerken van alle draadaansluitingen alleen de isolatie die verwijderd moet worden om de draad geheel onder de klemaansluiting te laten passen. Als er te veel isolatie wordt verwijderd, kan dit leiden tot ongewenste kortsluiting op de transmitterbehuizing of andere draadaansluitingen. Voor sensoren met flens die zijn geïnstalleerd in een toepassing die IP68-bescherming vereist, zijn afgedichte kabelwartels, doorvoerbuizen en doorvoerplug­gen vereist die aan de IP68-specificaties voldoen. Er zijn optiecodes verkrijgbaar voor vooraf bedrade gegoten en afgedichte aansluitkasten om het binnendringen van water tegen te gaan. Ondanks deze opties blijft de noodzaak bestaan om afgedichte doorvoerbui­zen te gebruiken om te voldoen aan IP68-beschermingsvereisten.
16
Page 17
Beknopte installatiegids
spoelaandrijvings­en elektrodekabels
voeding
uitgangen
voeding
uitgangen
spoelaandrijvings­en elektrodekabels
voeding
uitgangen
voeding
uitgangen
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Vereisten t.a.v. de doorvoerbuizen
Tussen de sensor en de op afstand gemonteerde transmitter is een exclusieve kabeldoorvoer vereist voor de spoelaandrijvings- en signaalkabels. Zie Afbeelding 13. Door kabels samen te bundelen in een enkele doorvoerbuis kan interferentie en ruis in het systeem ontstaan. Leg door elke buis hoogstens één set kabels.
Afbeelding 13. Voorbereiding van de doorvoerbuizen
Fout Goed
Leg kabel van de juiste doorsnede door de doorvoerbuisaansluitingen van uw magnetische-flowmetersysteem. Leg de voedingskabel van de voedingsbron naar de transmitter. Leg de kabel van de spoelaandrijving en de signaalkabel tussen de flowmetersensor en de transmitter.
• De geïnstalleerde signaalbedrading mag niet gelijk oplopen met en niet door dezelfde kabelgoot lopen als de bedrading voor de wissel- of gelijkstroomvoeding.
• Het instrument moet goed worden geaard op massa of aarde volgens de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften.
• De Rosemount-combinatiekabel met onderdeelnummer 08732-0753-2004 (m) of 08732-0753-1003 (ft) moet worden gebruikt om te voldoen aan de EMC-vereisten.
Bedrading tussen de transmitter en de sensor
De transmitter kan op de sensor gemonteerd zijn of op afstand worden gemonteerd volgens de bedradingsinstructies.
Vereisten en gereedmaken van kabels voor installatie op afstand
Voor installaties met de afzonderlijke spoelaandrijvings- en signaalkabels moet de lengte tot 300 meter worden beperkt. Beide kabels moeten precies even lang zijn. Zie Tabel7 op pagina 18.
Voor installaties met de gecombineerde spoelaandrijvings- en signaalkabel moet de lengte tot 100 meter worden beperkt. Zie Tabel 7 op pagina 18.
17
Page 18
Beknopte installatiegids
Kabelafscherming
26 (1,0
NB Alle afmetingen in millimeters (inch).
26 (1,00)
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Bewerk de uiteinden van de spoelaandrijvings- en signaalkabels zoals afgebeeld in Afbeelding 14. Laat maximaal 2,54 cm (1 in.) onafgeschermde draad blootliggen bij zowel de spoelaandrijvings- als de signaalkabel. Blootliggende draad moet met gepast isolatiemateriaal worden omwikkeld. Te lange draden en kabels zonder afscherming kunnen elektrische ruis veroorzaken, met onstabiele meetresultaten als gevolg.
Afbeelding 14. Detail bewerkte kabel
januari 2013
Vermeld bij het bestellen van kabel de lengte als het gewenste aantal. 25 ft = aantal (25) 08732-0753-1003
Tabel 7. Kabelvereisten
Beschrijving Lengte Onderdeelnummer
Spoelaandrijvingskabel (14 AWG) Belden 8720, Alpha 2442 of vergelijkbaar product
Signaalkabel (20 AWG) Belden 8762, Alpha 2411 of vergelijkbaar product
Combinatiekabel Spoelaandrijvingskabel (18 AWG) en signaalkabel (20 AWG)
18
m
ft
m
ft
m
ft
08712-0060-2013 08712-0060-0001
08712-0061-2003 08712-0061-0001
08732-0753-2004 08732-0753-1003
Page 19
Beknopte installatiegids
WAARSCHUWING
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Gevaar van elektrische schokken tussen klem 1 en 2 (40 V a.c.).
Bedrading tussen de transmitter en de sensor aanleggen
Zie T abel8 bij gebruik van afzonderlijke kabels voor spoelaandrijving en signaal. Zie T abel 9 bij gebruik van de combinatiekabel voor spoelaandrijving en signaal. Zie Afbeelding 15 op pagina 20 voor transmitterspecifieke diagrammen.
1. Sluit de spoelaandrijvingskabel aan op klem 1, 2 en 3 (aarde).
2. Sluit de signaalkabel aan op klem 17, 18 en 19
Tabel 8. Afzonderlijke spiraal- en signaalkabels
Aansluitklem transmitter
1 1 14 doorzichtig 2 2 14 zwart 3 of aarde 3 of aarde 14 afscherming 17 17 20 afscherming 18 18 20 zwart 19 19 20 doorzichtig
Aansluitklem sensor Koperdoorsnede Kleur draad
Tabel 9. Combinatie spiraal- en signaalkabel
Aansluitklem transmitter
1 1 18 rood 2 2 18 groen 3 of aarde 3 of aarde 18 afscherming 17 17 20 afscherming 18 18 20 zwart 19 19 20 wit
Aansluitklem sensor Koperdoorsnede Kleur draad
19
Page 20
Beknopte installatiegids
Transsmiter
Tube
Coil Drive Cable
1 Red 2 Green 3 Shield 17 Shield 18 Black 19 White
Cut Shield
Signal Cable
17 Shield 18 Black 19 White1 Red 2 Green 3 Shield
Spoelaandrijvingskabel Signaalkabel
Afscherming afknippen
TransmitterBuis
17 afscherming 18 zwart 19 wit
17 afscherming 18 zwart 19 wit
1 rood 2 groen 3 afscherming
1 rood 2 groen 3 afscherming
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Afbeelding 15. Bedradingsschema's voor externe montage
NB
Bij gebruik van een door Rosemount geleverde combinatiekabel bevatten de signaaldraden voor klem 18 en 19 een extra afschermingsdraad. Deze twee afschermingsdraden moeten op klem 17 op het aansluitklemmenblok van de sensor worden verbonden met de hoofdafschermingsdraad; in de aansluitkast van de transmitter moeten ze tot op het isolatiemateriaal worden afgeknipt. Zie Afbeelding 16.
Afbeelding 16. Bedradingsschema combinatiekabel spoel en signaal
januari 2013
20
Page 21
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Integraal gemonteerde transmitters
De draadboom voor integraal gemonteerde transmitters wordt in de fabriek geïnstalleerd. Zie Afbeelding 17. Gebruik geen andere kabels dan die welke zijn meegeleverd door Emerson Process Management, Rosemount, Inc.
Afbeelding 17. Bedradingsschema voor integrale montage 8732E
Rosemount 8700 Series
Aansluiten van het analoge 4–20 mA-signaal
Overwegingen voor bedrading
Gebruik waar mogelijk kabel met afzonderlijk afgeschermde getwiste aders, in uitvoeringen met een of meer paren. Niet-afgeschermde kabels kunnen voor korte afstanden worden gebruikt zolang omgevingsruis en crosstalk de communicatie niet negatief beïnvloeden. De minimale koperdoorsnede bedraagt 0,51 mm (#24 AWG) voor kabellengten van ten hoogste 1500 meter (5000 ft.) en 0,81 mm (#20 AWG) voor grotere afstanden. De weerstand in de kring mag maximaal 1000 ohm bedragen.
Het analoge kringsignaal van 4–20 mA kan intern of extern worden gevoed. De standaardinstelling van de interne/externe analoge voedingsjumper is de stand Intern. De door de gebruiker instelbare voedingsschakelaar bevindt zich op de elektronicaprint.
21
Page 22
Beknopte installatiegids
–4–20 mA
+4–20 mA
–4–20 mA +4–20 mA
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
8732E – sluit de negatieve (–) gelijkspanningsdraad aan op klem 1 en de positieve (+) gelijkspanningsdraad op klem 2. Zie Afbeelding 18.
Afbeelding 18. Bedradingsschema analoog signaal 8732E
8712E – sluit de negatieve (–) gelijkspanningsdraad aan op klem 8 en de positieve (+)
gelijkspanningsdraad op klem 7. Zie Afbeelding 19.
Afbeelding 19. Bedradingsschema analoog signaal 8712E
januari 2013
22
Page 23
Beknopte installatiegids
12
18
24
30
36
42
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
0.8
0.9
voedingsspanning (volt)
I = voedingsstroomvereiste (ampère) V = voedingsspanning (volt)
voedingsstroom (ampère)
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Interne voeding
De analoge signaalkring van 4–20 mA wordt vanaf de transmitter zelf gevoed.
Externe voeding
De analoge 4–20 mA-signaalkring wordt gevoed via een externe bron. Voor HART-multidrop-installaties is een externe analoge voedingsbron van 10–30 V gelijkspanning vereist.
NB
Bij gebruik van een HART veldcommunicator of besturingssysteem moeten deze worden aangesloten over minstens 250 ohm weerstand in de kring.
Raadpleeg voor het aansluiten van de overige uitgangsopties (pulsuitgang en/of digitale in-/uitgang) de uitgebreide producthandleiding.
Transmittervoeding
Transmitter 8712E/8732E is ontworpen voor een voeding van 90–250 V a.c., 50–60 Hz of 12–42 V d.c. Neem voordat u stroom aansluit op de Rosemount 8712E/8732E de volgende normen in overweging en verzeker u ervan dat u over de juiste voeding, doorvoerbuizen en andere accessoires beschikt. Bedraad de transmitter volgens de nationale en plaatselijke voorschriften voor de voedingsspanning. Zie Afbeelding 20.
Afbeelding 20. Stroomvereisten gelijkspanningsvoeding
23
Page 24
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
Vereisten voedingsdraad
Gebruik draad van 12 tot 18 AWG, geschikt voor gebruik bij de verwachte temperaturen van het apparaat. Gebruik voor aansluitingen bij een omgevingstemperatuur van meer dan 60 °C (140 °F) een draad die gespecificeerd is voor 80 °C (176 °F). Gebruik bij een omgevingstemperatuur van meer dan 80 °C (176 °F) een draad die gespecificeerd is voor 110 °C (230 °F). Controleer voor met gelijkstroom gevoede transmitters met lange kabels of er op de polen van de transmitter ten minste 12 V gelijkstroom staat.
Stroomverbrekers
Sluit het instrument aan via een externe onderbreker of een schakelaar. Breng een duidelijk label aan op de onderbreker of schakelaar en plaats hem in de buurt van de transmitter, waarbij u de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften volgt.
Installatiecategorie
De installatiecategorie voor de 8712E/8732E is (overspannings-)categorie II.
Stroombeveiliging
Voor de Rosemount 8712E/8732E flowmetertransmitter moeten de voedingskabels zijn voorzien van een stroombeveiliging. De maximale classificaties van stroombeveiligers staan weergegeven in Tabel 10.
Tabel 10. Stroomlimieten
Voedings­spanning
95–250 V a.c. 2 A, snelzekering Bussman AGC2 of vergelijkbaar product
12–42 V d.c. 3 A, snelzekering Bussman AGC3 of vergelijkbaar product
Zekeringsspecificatie Fabrikant
24
Page 25
Beknopte installatiegids
Stroomkabel
transmitter
AC nul of DC–
Wisselspannings-
draad of DC+
AC aarde of DC aarde
Zekering
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Voeding 8732E
Sluit voor wisselspanningsapparatuur (90–250 V a.c., 50–60 Hz) de nulleider aan op aansluitklem 9 (AC N/L2) en de wisselspanningsgeleider op aansluitklem 10 (AC/L1). Sluit voor gelijkspanningsapparatuur de negatieve draad op aansluitklem 9 (DC –) aan en de positieve draad op aansluitklem 10 (DC +). Units die werken op een gelijkspanningsvoeding van 12–42 V kunnen tot 1 ampère stroom trekken. Zie Afbeelding 21 voor de aansluitingen op het klemmenblok.
Afbeelding 21. Voedingsaansluitingen 8732 E transmitter
Voeding 8712E
Sluit voor wisselspanningsapparatuur (90–250 V a.c., 50–60 Hz) de nuldraad aan op aansluitklem N en de wisselspanningsdraad op aansluitklem L1. Sluit voor gelijkspanningsapparatuur de negatieve draad aan op aansluitklem N (DC –) en de positieve draad op aansluitklem L1 (DC +). Aard de kooi van de transmitter via de aardingssteun onder op de behuizing van de transmitter. Units die werken op een gelijkspanningsvoeding van 12–42 V kunnen tot 1 ampère stroom trekken. Zie Afbeelding 21 voor de aansluitingen op het klemmenblok.
Afbeelding 22. Voedingsaansluitingen 8712 E transmitter
Rosemount 8700 Series
25
Page 26
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
januari 2013
Dekselborgschroef (alleen 8732E)
Bij transmitterbehuizingen die met een dekselborgschroef worden geleverd, moet de schroef correct worden gemonteerd zodra de transmitter is bedraad en opgestart. Volg deze stappen voor het monteren van de dekselborgschroef:
1. Controleer of de dekselborgschroef helemaal in de behuizing is gedraaid.
2. Plaats het deksel van de transmitterbehuizing en controleer of het deksel dicht tegen de behuizing aanzit.
3. Draai de borgschroef met een M4-sleutel los totdat hij het transmitterdeksel raakt.
4. Draai de borgschroef nog hard aandraaien kan de schroefdraad defect raken.)
5. Verifieer dat het deksel niet kan worden verwijderd.
1
/2 slag linksom om het deksel vast te zetten. (NB: Door te
26
Page 27
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Productcertificeringen
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. – Eden Prairie, Minnesota, VS Fisher-Rosemount Technologias de Flujo, S.A. de C.V. – Chihuahua, Mexico Emerson Process Management Flow – Ede, Nederland Asia Flow Technology Center – Nanjing, China
Informatie over Europese richtlijnen
De EG-verklaring van overeenstemming vindt u op pagina 37. De meest recente versie vindt u op www.rosemount.com.
Beveiliging van type n volgens EN50021
• Openingen in het apparaat moeten worden afgesloten met daartoe geschikte EEx e of EEx n metalen kabelwartels en metalen afsluitpluggen of met daartoe geschikte, door ATEX goedgekeurde kabelwartels en afsluitpluggen van klasse IP66, goedgekeurd door een in de EU erkende certificatie-instelling.
Voldoet aan de essentiële vereisten met betrekking tot veiligheid en gezondheid: EN 61241-0: 2006
EN 61241-1: 2004
Europese richtlijn betreffende drukapparatuur (PED) (97/23/EG)
Rosemount 8705 en 8707 magnetische flowmetersensoren in de volgende
combinaties van leidingdiameter en flens:
Leidingdiameter: 1
enkele leidingmaten ook leverbaar met ANSI 600-flens.
Leidingdiameter: 30–36 inch met AWWA 125-flenzen
QS-beoordelingscertificaat – EG nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Overeenstemmingsbeoordeling module H
1
/2–24 inch met alle DIN-flenzen en ANSI 150- en ANSI 300-flenzen. In
Rosemount 8711 magnetische flowmetersensoren
Leidingmaten: 1,5, 2, 3, 4, 6 en 8 inch.
QS-beoordelingscertificaat – EG nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Overeenstemmingsbeoordeling module H
Rosemount 8721 hygiënische magmetersensoren van leidingmaat 1
Overeenstemmingsbeoordeling module H
1
/2 inch en groter:
27
Page 28
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Alle andere Rosemount 8705/8707/8711/8721
sensoren – met leidingmaten van 1 inch en minder: Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice)
Sensoren die SEP zijn, vallen buiten het bestek van de PED-richtlijn en kunnen niet worden aangemerkt als zijnde conform deze richtlijn.
Verplichte CE-markering voor sensoren in overeenstemming met artikel 15 van de PED staat vermeld op de hoofdcomponent van de sensor ( 0575).
Sensoren van categorie I worden beoordeeld op voldoening volgens module-A-procedures. Sensorcategorie II–III: gebruik module H voor de overeenstemmingsbeoordeling.
januari 2013
Andere belangrijke richtlijnen
Gebruik uitsluitend nieuwe, oorspronkelijke onderdelen. Om te zorgen dat er geen procesmedium ontsnapt, nooit procesflensbouten, adapterbouten
of ontluchtingsschroeven losdraaien of verwijderen tijdens bedrijf. Onderhoud mag uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
-markering
Conform alle toepasselijke richtlijnen van de Europese Unie. (NB: -markering niet beschikbaar voor Rosemount 8712H).
28
Page 29
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Informatie sensorgoedkeuring
Rosemount 8705
sensor
Voor
Goedkeu-
ringscodes
niet-ont­vlambare vloeistof-
fen
Voor ont­vlambare vloeistof-
fen
NA • N0
ND
N1 • N5 • N7 • NF • E1 • E2 • E3
(1)
E5
• E8 • E9 • EB • EK
EM
EP • KD
(1) Uitsluitend leverbaar in leidingmaten tot en met 200 mm (8 in.).
Rosemount 8707
sensor
Voor
niet-ont­vlambare vloeistof-
fen
Voor ont­vlambare
vloeistof-
fen
Rosemount 8711
sensor
Voor
niet-ont­vlambare vloeistof-
fen
Voor ont­vlambare vloeistof-
fen
Rosemount
8721
sensoren
Voor
niet-ont-
vlambare
vloeistoffen
29
Page 30
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Certificeringen Noord-Amerika
Factory Mutual (FM)
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(8705/8711 T5 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) en stofontstekingbestendig klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G (8705/8711 T6 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) Gevaarlijke locaties; Behuizingstype 4X
N0 8721 hygiënische sensor
Normale locatie Factory Mutual (FM); CE-markering; 3-A-symboolgoedkeuring nr. 1222; EHEDG type EL
N5 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D; met intrinsiek veilige
elektroden voor gebruik bij ontvlambare vloeistoffen (8705/8711 T5 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) en stofontstekingbestendig klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G (8705/8711 T6 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) Gevaarlijke locaties; Behuizingstype 4X
E5 Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep C en D (8705/8711 T6 bij 60 °C) en
stofontstekingbestendig klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G (8705/8711 T6 bij 60 °C) en niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D ontvlambare vloeistoffen (8705/8711 T5 bij 60 °C) Gevaarlijke locaties; Behuizingstype 4X
Canadian Standards Association (CSA)
N0 Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D niet-ontvlambare vloeistoffen
(8705/8711 T5 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) en stofontstekingbestendig klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G (8705/8711 T6 bij 60 °C; 8707 T3C bij 60 °C) Gevaarlijke locaties; Behuizingstype 4X
N0 8721 hygiënische sensor
Normale locatie Canadian Standards Association (CSA); CE-markering; 3-A-symboolgoedkeuring nr. 1222; EHEDG type EL
Europese certificeringen ND ATEX stof certificaatnr.: KEMA 06ATEX0006
II 1D Ex tD A20 IP6x T105 °C (–50 ≤ T
0575
Installatie-instructies
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd IP6x-type zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. Bij maximale omgevingstemperaturen of bij procestemperaturen boven 60 °C moeten hittebestendige kabels met een temperatuurclassificatie van ten minste 90 °C worden gebruikt.
De oppervlaktetemperatuur van 105 °C is gebaseerd op een maximale omgevingstemperatuur van 65 °C. Als de procestemperatuur hoger ligt dan de maximale omgevingstemperatuur (tot max. 180 °C) is de oppervlaktetemperatuur de procestemperatuur plus 40 °K.
65 °C)
a
januari 2013
30
Page 31
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
N1 ATEX niet-vonkend/niet-brandgevaarlijk
Certificaatnr.: KEMA02ATEX1302X
II 3G EEx nA [L] IIC T3... T6
(–20 °C ≤ T
+65 °C)
a
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De verhouding tussen omgevingstemperatuur, procestemperatuur en temperatuurklasse moet worden afgelezen uit Tabel 13 op pagina 34. De gegevens met betrekking tot elektriciteit moeten worden afgelezen uit Tabel 14 op pagina 36.
KD, E1
ATEX Zone 1 verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden Certificaatnr. KEMA 03ATEX2052X
II 1/2G EEx e ia IIC T3...T6
(–20 °C ≤ T
+65 °C) (Zie Tabel 12 op pagina 33)
a
0575
V
= 40 V
max
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De verhouding tussen omgevingstemperatuur, procestemperatuur en temperatuurklasse moet worden afgelezen uit Tabel 13 op pagina 34. De gegevens met betrekking tot elektriciteit moeten worden afgelezen uit Tabel 14 op pagina 36.
Installatie-instructies
Bij omgevingstemperaturen boven 50 °C moeten hittebestendige kabels met een temperatuurclassificatie van ten minste 90 °C worden gebruikt. Als het de bedoeling is dat de sensoren worden gebruikt samen met andere flowtransmitters, moet in de spoelbekrachtigingskring een zekering met een classificatie van maximaal 0,7 A conform IEC 60127-1 worden opgenomen.
Internationale certificeringen
N7 IECEx-type ‘n’
Certificaatnummer: IECEx DEK 11.0094X Ex nA nL IIC T3...T5 Gc IP66
(–50 °C ≤ T
procestemperatuur en de temperatuurcode.)
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (x):
De verhouding tussen omgevingstemperatuur, procestemperatuur en temperatuurklasse, oriëntatie van de aansluitkast en montage van de stroombuis moet worden afgelezen uit T abel 14 op pagina 36. De apparatuur mag alleen worden gebruikt met een flowtransmitter die gebruik maakt van een spoelversterkingscircuit met stroomregeling dat in overeenstemming is met de elektrische gegevens uit Tabel15 op pagina 36. Bij gebruik met een integraal gemonteerde transmitter wordt voorkomen dat de temperatuurgrenswaarden van de transmitter worden overschreden als gevolg van de omgevings- en procestemperatuur. Voor apparaten waarop staat vermeld “Warning: Electrostatic Charging Hazard” (Waarschuwing: gevaar van elektrostatische lading) kan niet-geleidende lak met een dikte van meer dan 0,2 mm worden gebruikt. Er moeten voorzorgsmaatregelen worden getroffen ter voorkoming van ontsteking ten gevolge van elektrostatische lading op de behuizing.
+60 °C) (zie Tabel14 op pagina 36 voor het verband tussen de
a
31
Page 32
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
Rosemount 8700 Series
Installatie-instructies
Bij een omgevingstemperatuur van meer dan 60 °C/140 °F en een procestemperatuur die hoger is dan of gelijk is aan 60 °C/140 °F moet de flowmeter worden gebruikt met hittebestendige kabels met een temperatuurclassificatie van ten minste 90 °C/194 °F. Bij een procestemperatuur van meer dan 100 °C moet de flowmeter worden gebruikt met hittebestendige kabels met een temperatuurclassificatie van ten minste 100 °C/212 °F. Kabelingangsvoorzieningen en blindstoppen moeten Ex e- of Ex n-gecertificeerd zijn, met een minimale classificatie van IP54.
NF IECEx stof
Certificaatnummer: IECEx KEM 09.0078 Ex tD A20 IP6x T105 °C (–50 ≤ T
Installatie-instructies:
De kabel en kabelinvoerelementen en afdichtingen moeten van een gecertificeerd IP6x-type zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd. Bij maximale omgevingstemperaturen of bij procestemperaturen boven 60 °C moeten hittebestendige kabels met een temperatuurclassificatie van ten minste 90 °C worden gebruikt. De oppervlaktetemperatuur van 105 °C is gebaseerd op een maximale omgevings­temperatuur van 65 °C. Als de procestemperatuur hoger ligt dan de maximale omgevingstemperatuur (tot max. 180 °C) is de oppervlaktetemperatuur de proces­temperatuur plus 40 °K.
NEPSI – China E3, EP
NEPSI verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden Certificaatnr. GYJ071360X Ex e ia IIC T3...T6 (–20 °C ≤ T
InMetro – Brazilië E2, EB
NCC verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden Certificaatnr. NCC 12.1177 X Ex e ia IIC T3...T6 (–20 °C ≤ T
KOSHA – Korea
E9, EK
KOSHA verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden Certificaatnr. 2005-2232-QIX Ex e ia IIC T3 T6 (–20 °C ≤ T
65 °C)
a
+65 °C) (zie Tabel 12 op pagina 33)
a
+65 °C) (zie Tabel 12 op pagina 33)
a
+65 °C) (zie Tabel 12 op pagina 33)
a
januari 2013
32
Page 33
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Tabel 11. Elektrische gegevens
Rosemount 8705 en 8711 sensoren
Spoelversterkingscircuit: Maximaal 40 V, 0,5 A, 20 W Elektrodecircuit: in type explosiebescherming intrinsieke veiligheid EEx ia IIC, Ui = 5 V,
Tabel 12. Verhoudi ng tussen omgevingstemperatuur, procestemperatuur en temperatuurklasse
Maat meter (inch)
1
/2 1 65 °C (149 °F) 120 °C (248 °F) T3 1 35 °C (95 °F) 35 °C (95 °F) T4
11/2 11/2
2 65 °C (149 °F) 125 °C (257 °F) T3 2 65 °C (149 °F) 75 °C (167 °F) T4 2 40 °C (104 °F) 40 °C (104 °F) T5
3–4 65 °C (149 °F) 130 °C (266 °F) T3 3–4 65 °C (149 °F) 90 °C (194 °F) T4 3–4 55 °C (131 °F) 55 °C (131 °F) T5 3–4 40 °C (104 °F) 40 °C (104 °F) T6
6 65 °C (149 °F) 135 °C (275 °F) T3 6 65 °C (149 °F) 110 °C (230 °F) T4 6 65 °C (149 °F) 75 °C (167 °F) T5 6 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T6
8–60 65 °C (149 °F) 140 °C (284 °F) T3 8–60 65 °C (149 °F) 115 °C (239 °F) T4 8–60 65 °C (149 °F) 80 °C (176 °F) T5 8–60 65 °C (149 °F) 65 °C (149 °F) T6
(1) Deze tabel is uitsluitend van toepassing voor de goedkeuringscodes E1 en KD.
l
=0,2mA, Pi = 1 mW, Um = 250 V
i
Maximale
omgevingstemperatuur
65 °C (149 °F) 115 °C (239 °F) T3
65 °C (149 °F) 125 °C (257 °F) T3 50 °C (122 °F) 60 °C (140 °F) T4
Rosemount 8700 Series
Maximale
procestemperatuur
Temperatuur-
klasse
(1)
33
Page 34
Rosemount 8700 Series
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
Tabel 13. Verhouding tussen maximale omgevingstemperatuur, maximale procestemperatuur en temperatuurklasse
omgevingstemperatuur
65 °C (149 °F) 147 °C (296 °F) 59 °C (138 °F) 12 °C (53 °F) –8 °C (17 °F) 60 °C (140 °F) 154 °C (309 °F) 66 °C (150 °F) 19 °C (66 °F) –2 °C (28 °F) 55 °C (131 °F) 161 °C (321 °F) 73 °C (163 °F) 26 °C (78 °F) 5 °C (41 °F) 50 °C (122 °F) 168 °C (334 °F) 80 °C (176 °F) 32 °C (89 °F) 12 °C (53 °F)
45 °C (113 °F) 175 °C (347 °F) 87 °C (189 °F) 39 °C (102 °F) 19 °C (66 °F)
40 °C (104 °F) 177 °C (350 °F) 93 °C (199 °F) 46 °C (114 °F) 26 °C (78 °F)
35 °C (95 °F) 177 °C (350 °F) 100 °C (212 °F) 53 °C (127 °F) 32 °C (89 °F) 30 °C (86 °F) 177 °C (350 °F) 107 °C (224 °F) 59 °C (138 °F) 39 °C (102 °F) 25 °C (77 °F) 177 °C (350 °F) 114 °C (237 °F) 66 °C (150 °F) 46 °C (114 °F) 20 °C (68 °F) 177 °C (350 °F) 120 °C (248 °F) 73 °C (163 °F) 53 °C (127 °F)
65 °C (149 °F) 159 °C (318 °F) 70 °C (158 °F) 22 °C (71 °F) 1 °C (34 °F) 60 °C (140 °F) 166 °C (330 °F) 77 °C (170 °F) 29 °C (84 °F) 8 °C (46 °F) 55 °C (131 °F) 173 °C (343 °F) 84 °C (183 °F) 36 °C (96 °F) 15 °C (59 °F) 50 °C (122 °F) 177 °C (350 °F) 91 °C (196 °F) 43 °C (109 °F) 22 °C (72 °F)
45 °C (113 °F) 177 °C (350 °F) 97 °C (206 °F) 50 °C (122 °F) 29 °C (84 °F)
40 °C (104 °F) 177 °C (350 °F) 104 °C (219 °F) 57 °C (134 °F) 36 °C (96 °F)
35 °C (95 °F) 177 °C (350 °F) 111 °C (231 °F) 63 °C (145 °F) 43 °C (109 °F) 30 °C (86 °F) 177 °C (350 °F) 118 °C (244 °F) 70 °C (158 °F) 50 °C (122 °F) 25 °C (77 °F) 177 °C (350 °F) 125 °C (257 °F) 77 °C (170 °F) 57 °C (134 °F) 20 °C (68 °F) 177 °C (350 °F) 132 °C (269 °F) 84 °C (183 °F) 63 °C (145 °F)
65 °C (149 °F) 147 °C (296 °F) 71 °C (159 °F) 31 °C (87 °F) 13 °C (55 °F) 60 °C (140 °F) 153 °C (307 °F) 77 °C (170 °F) 36 °C (96 °F) 19 °C (66 °F) 55 °C (131 °F) 159 °C (318 °F) 83 °C (181 °F) 42 °C (107 °F) 25 °C (77 °F) 50 °C (122 °F) 165 °C (329 °F) 89 °C (192 °F) 48 °C (118 °F) 31 °C (87 °F)
45 °C (113 °F) 171 °C (339 °F) 95 °C (203 °F) 54 °C (129 °F) 36 °C (96 °F)
40 °C (104 °F) 177 °C (350 °F) 101 °C (213 °F) 60 °C (140 °F) 42 °C (107 °F)
35 °C (95 °F) 177 °C (350 °F) 106 °C (222 °F) 66 °C (150 °F) 48 °C (118 °F) 30 °C (86 °F) 177 °C (350 °F) 112 °C (233 °F) 71 °C (159 °F) 54 °C (129 °F) 25 °C (77 °F) 177 °C (350 °F) 118 °C (244 °F) 77 °C (170 °F) 60 °C (140 °F) 20 °C (68 °F) 177 °C (350 °F) 124 °C (255 °F) 83 °C (181 °F) 66 °C (150 °F)
Maximale
(1)
Maximale procestemperatuur °C (°F) per temperatuurklasse
T3 T4 T5 T6
sensor van 0,5 inch
sensor van 1,0 inch
sensor van 1,5 inch
Vervolg op de volgende bladzijde
34
Page 35
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
Tabel 13. (vervolg) Verhouding tussen maximale omgevingstemperatuur, maximale procestemperatuur en temperatuurklasse
Maximale
omgevingstemperatuur
65 °C (149 °F) 143 °C (289 °F) 73 °C (163 °F) 35 °C (95 °F) 19 °C (66 °F) 60 °C (140 °F) 149 °C (300 °F) 78 °C (172 °F) 40 °C (104 °F) 24 °C (75 °F) 55 °C (131 °F) 154 °C (309 °F) 84 °C (183 °F) 46 °C (114 °F) 29 °C (84 °F) 50 °C (122 °F) 159 °C (318 °F) 89 °C (192 °F) 51 °C (123 °F) 35 °C (95 °F)
45 °C (113 °F) 165 °C (329 °F) 94 °C (201 °F) 57 °C (134 °F) 40 °C (104 °F)
40 °C (104 °F) 170 °C (338 °F) 100 °C (212 °F) 62 °C (143 °F) 46 °C (114 °F)
35 °C (95 °F) 176 °C (348 °F) 105 °C (221 °F) 67 °C (152 °F) 51 °C (123 °F) 30 °C (86 °F) 177 °C (350 °F) 111 °C (231 °F) 73 °C (163 °F) 57 °C (134 °F) 25 °C (77 °F) 177 °C (350 °F) 116 °C (240 °F) 78 °C (172 °F) 62 °C (143 °F) 20 °C (68 °F) 177 °C (350 °F) 122 °C (251 °F) 84 °C (183 °F) 67 °C (152 °F)
65 °C (149 °F) 177 °C (350 °F) 99 °C (210 °F) 47 °C (116 °F) 24 °C (75 °F) 60 °C (140 °F) 177 °C (350 °F) 106 °C (222 °F) 54 °C (129 °F) 32 °C (89 °F) 55 °C (131 °F) 177 °C (350 °F) 114 °C (237 °F) 62 °C (143 °F) 39 °C (102 °F) 50 °C (122 °F) 177 °C (350 °F) 121 °C (249 °F) 69 °C (156 °F) 47 °C (116 °F)
45 °C (113 °F) 177 °C (350 °F) 129 °C (264 °F) 77 °C (170 °F) 54 °C (129 °F)
40 °C (104 °F) 177 °C (350 °F) 130 °C (266 °F) 84 °C (183 °F) 62 °C (143 °F)
35 °C (95 °F) 177 °C (350 °F) 130 °C (266 °F) 92 °C (197 °F) 69 °C (156 °F) 30 °C (86 °F) 177 °C (350 °F) 130 °C (266 °F) 95 °C (203 °F) 77 °C (170 °F) 25 °C (77 °F) 177 °C (350 °F) 130 °C (266 °F) 95 °C (203 °F) 80 °C (176 °F) 20 °C (68 °F) 177 °C (350 °F) 130 °C (266 °F) 95 °C (203 °F) 80 °C (176 °F)
(1) Deze tabel is uitsluitend van toepassing voor de N1-optiecodes.
(1)
Maximale procestemperatuur °C (°F) per temperatuurklasse
T3 T4 T5 T6
sensor van 2,0 inch
sensor van 3–60 inch
35
Page 36
Rosemount 8700 Series
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
Tabel 14. De verhouding tussen omgevingstemperatuur, procestemperatuur, temperatuurklasse, oriëntatie van de aansluitkast en montage van de stroombuis
Grootte leiding
mm (inch)
50 (2) 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T5 Elke 50 (2) 60 °C (140 °F) 100 °C (212 °F) T4 Elke Alleen ex te r n
50 (2) 60 °C (140 °F) 150 °C (300 °F) T3
80 (3) 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T5 Elke 80 (3) 60 °C (140 °F) 100 °C (212 °F) T4 Elke Alleen ex te r n
80 (3) 60 °C (140 °F) 150 °C (300 °F) T3
100 (4) 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T5 Elke 100 (4) 60 °C (140 °F) 110 °C (230 °F) T4 Elke Alleen extern
100 (4) 60 °C (140 °F) 160 °C (320 °F) T3
150 (6) 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T5 Elke 150 (6) 60 °C (140 °F) 115 °C (240 °F) T4 Elke Alleen extern
150 (6) 60 °C (140 °F) 165 °C (330 °F) T3
200 (8) 900 (–36) 60 °C (140 °F) 60 °C (140 °F) T5 Elke 200 (8) 900 (–36) 60 °C (140 °F) 120 °C (250 °F) T4 Elke Alleen extern
200 (8) 900 (–36) 60 °C (140 °F) 170 °C (340 °F) T3
(1) Deze tabel is uitsluitend van toepassing voor optiecode N7. (2) Andere combinaties van procestemperatuur en omgevingstemperatuur kunnen worden gebruikt
met integrale montage. Daarbij moet echter wel worden gewaarborgd dat de temperatuur van de montageflens en andere componenten die de elektronicabehuizing van de transmitter bevatten niet buiten de grenswaarden van de omgevingstemperatuur valt die voor de transmitter gelden.
Maximale
omgevings-
temperatuur °C (°F)
Maximale
procestemperatuur
°C (°F)
(1)
Tempera­tuurcode
(T-code)
Oriëntatie
aansluitkast
Naar opzij
of omlaag
Naar opzij
of omlaag
Naar opzij
of omlaag
Naar opzij
of omlaag
Naar opzij
of omlaag
Montage
transmitter
Integraal of extern
Alleen extern
Integraal of extern
Alleen extern
Integraal of extern
Alleen extern
Integraal of extern
Alleen extern
Integraal of extern
Alleen extern
(2)
Tabel 15. Elektrische gegevens
Parameters spoelcircuit: Parameters elektrodecircuit:
(1) Deze tabel is uitsluitend van toepassing voor optiecode N7.
(1)
Um = 40 V max, Imax = 500 mA, Pmax = 20 W Ui = 5 V, Uo = 5 V, Io = 200 µA, Po = 1 mW
36
Page 37
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Afbeelding 23. Verklaring van overeenstemming Rosemount 8705
Rosemount 8700 Series
37
Page 38
Rosemount 8700 Series
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
38
Page 39
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
39
Page 40
Rosemount 8700 Series
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RFD 1006 v. I
Documentnaam: CE-markering 8705 Pagina 1 van 3 8705_RFD1006_I_dut.doc
Wij,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695
VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product/de producten,
Magnetische flowmeters, model 8705
vervaardigd door
Rosemount Inc.
Fisher-Rosemount Flow Technologies
12001 Technology Drive
en
Ave. Miguel de Cervantes 111
Eden Prairie, MN 55344-3695
Chihuahua, CHIH 31109
VS
Mexico
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is/zijn met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde of toepasselijke technische normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, welke vermeld staan in onderstaand schema.
Mark Fleigle
Vice President technologie en nieuwe producten
7 december 2011
(datum van uitgifte) (naam – in blokletters)
(functie – in blokletters)
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
40
Page 41
Beknopte installatiegids
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1006 v. I
Documentnaam: CE-markering 8705 Pagina 2 van 3 8705_RFD1006_I_dut.doc
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Alle modellen
EN 61326-1: 2006
PED-richtlijn (97/23/EG)
Magnetische flowmeter, model 8705, met optie “PD”, in leidingmaten 1,5–36 inch
Apparatuur zonder de “PD”-optie is NIET PED-conform en mag niet zonder nadere beoordeling in de EER worden gebruikt
Beoordelingsbesluit kwaliteitssysteem – EG Nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Overeenstemmingsbeoordeling module H ASME B31.3: 2008
Model 8705, met optie “PD”, in leidingmaten 0,5–1,0 inch
Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice) ASME B31.3: 2008
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Magnetische flowmeter, model 8705
KEMA 02ATEX1302 X – Certificaat type n
Apparatuurgroep II, categorie 3 G (EEx nA [L] IIC T3… T6) EN 50021: 1999
KEMA 03ATEX2052 X – Verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden
Apparatuurgroep II, categorie 1/2 G (EEx e ia IIC T3… T6) EN 50019: 2000 EN 50020: 2002
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
41
Page 42
Rosemount 8700 Series
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1006 v. I
Documentnaam: CE-markering 8705 Pagina 3 van 3 8705_RFD1006_I_dut.doc
ATEX-richtlijn (94/9/EG) vervolg
KEMA 06ATEX0006 – Stofcertificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 D (Ex tD A20 IP6x T105 °C) EN 61241-0: 2006 EN 61241-1: 2004
Aangemelde instantie Europese Richtlijn voor Drukapparatuur
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Aangemelde instanties voor ATEX-onderzoekscertificaat, type EG
KEMA [nr. aangemelde instantie: 0344]
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem
Postbus 5185, 6802 ED Arnhem Nederland Postbank 6794687
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborg
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
42
Page 43
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Afbeelding 24. Verklaring van overeenstemming Rosemount 8711
Rosemount 8700 Series
43
Page 44
Rosemount 8700 Series
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
44
Page 45
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
45
Page 46
Rosemount 8700 Series
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RFD 1007 v. H
Documentnaam: 8711 CE Marking Pagina 1 van 3 8711_RFD1007_H_dut.doc
Wij,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695
VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product/de producten,
Magnetische flowmeters, model 8711
vervaardigd door
Rosemount Inc.
Fisher-Rosemount Flow Technologies
12001 Technology Drive
en
Ave. Miguel de Cervantes 111
Eden Prairie, MN 55344-3695
Chihuahua, CHIH 31109
VS
Mexico
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is/zijn met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde of toepasselijke technische normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, welke vermeld staan in onderstaand schema.
7 december 2011
Mark Fleigle
(datum van uitgifte)
(naam – in blokletters)
Vice President technologie en nieuwe producten
(functie – in blokletters)
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
46
Page 47
Beknopte installatiegids
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1007 v. H
Documentnaam: 8711 CE Marking Pagina 2 van 3 8711_RFD1007_H_dut.doc
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Alle modellen
EN 61326-1: 2006
PED-richtlijn (97/23/EG)
Magnetische flowmeter, model 8711, met optie “PD”, in leidingmaten 1,5–8 inch
Apparatuur zonder de “PD”-optie is NIET PED-conform en mag niet zonder nadere
beoordeling in de EER worden gebruikt
Beoordelingsbesluit kwaliteitssysteem – EG Nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Overeenstemmingsbeoordeling module H ASME B31.3: 2008
Model 8711, met optie “PD”, in leidingmaten 0,15–1,0 inch
Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice) ASME B31.3: 2008
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Magnetische flowmeter, model 8711
KEMA 02ATEX1302 X – Certificaat type n
Apparatuurgroep II, categorie 3 G (EEx nA [L] IIC T3… T6) EN 50021: 1999
KEMA 03ATEX2052 X – Verhoogde veiligheid met intrinsiek veilige elektroden
Apparatuurgroep II, categorie 1/2 G (EEx e ia IIC T3… T6) EN 50019: 2000 EN 50020: 2002
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
47
Page 48
Rosemount 8700 Series
Schema
EG-verklaring van overeenstemming RFD 1007 v. H
Documentnaam: 8711 CE Marking Pagina 3 van 3 8711_RFD1007_H_dut.doc
ATEX-richtlijn (94/9/EG) vervolg
KEMA 06ATEX0006 – Stofcertificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 D (Ex tD A20 IP6x T105 °C) EN 61241-0: 2006 EN 61241-1: 2004
Aangemelde instantie Europese Richtlijn voor Drukapparatuur
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Aangemelde instanties voor ATEX-onderzoekscertificaat, type EG
KEMA [nr. aangemelde instantie: 0344]
Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem
Postbus 5185, 6802 ED Arnhem Nederland Postbank 6794687
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborg
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
48
Page 49
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Afbeelding 25. Verklaring van overeenstemming Rosemount 8721
Rosemount 8700 Series
49
Page 50
Rosemount 8700 Series
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
50
Page 51
Beknopte installatiegids
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RFD 1051 v. E
Documentnaam: CE-markering 8721 Pagina 1 van 2 8721_RFD1051_E_dut.doc
Wij,
Rosemount Inc.
12001 Technology Drive
Eden Prairie, MN 55344-3695
VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product/de producten,
Hygiënische magnetische flowmeters, model 8721
vervaardigd door
Rosemount Inc.
Fisher-Rosemount Flow Technologies
12001 Technology Drive
en
Ave. Miguel de Cervantes 111
Eden Prairie, MN 55344-3695
Chihuahua, CHIH 31109
VS
Mexico
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is/zijn met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema.
Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde of toepasselijke technische normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, welke vermeld staan in onderstaand schema.
Mark Fleigle
Ondervoorzitter technologie en nieuwe producten
7 december 2011
(datum van uitgave) (naam – in blokletters)
(functie – in blokletters)
00825-0111-4727, Rev CC januari 2013
Rosemount 8700 Series
51
Page 52
Rosemount 8700 Series
Schema
EU-verklaring van overeenstemming RFD 1051 v. E
Documentnaam: CE-markering 8721 Pagina 2 van 2 8721_RFD1051_E_dut.doc
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Alle modellen
EN 61326-1: 2006
PED-richtlijn (97/23/EG)
Magnetische flowmeter, model 8721, leidingmaten groter dan 25 mm (1 inch):
Apparatuur zonder de “PD”-optie is NIET PED-conform en mag niet zonder nadere beoordeling in de EER worden gebruikt
Beoordelingsbesluit kwaliteitssysteem – EG Nr. 59552-2009-CE-HOU-DNV Module A overeenstemmingsbeoordeling Apparatuur van categorie I ASME B31.3: 2008
Magnetische flowmeter, model 8721, in leidingmaten kleiner dan 25 mm (1 inch):
Goed vakmanschap (Sound Engineering Practice) ASME B31.3: 2008
Aangemelde instantie Europese Richtlijn voor Drukapparatuur
Det Norske Veritas (DNV) [nr. aangemelde instantie: 0575]
Veritasveien 1, N-1322
Hovik, Noorwegen
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
januari 2013
52
Loading...