Rosemount 705 draadloze transmitter
met totaaltelling
Een installatieklare oplossing die zorgt voor eenvoudige verbinding met een
turbinemeter
Meet de gemiddelde flow en het totaalvolume
Tussen draadloze updates worden de flow en het volume voortdurend
gemeten
Het zelforganiserende netwerk levert informatierijke gegevens, met een
totaalvolume met >99% gegevensbetrouwbaarheid
Snelstartgids
WAARSCHUWING
LET OP
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van dit instrument in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke
plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd.
Zorg ervoor dat het instrument wordt geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende
veldprocedures.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Aard het instrument om accumulatie van elektrostatische lading te voorkomen.
Voorzichtigheid is geboden tijdens het vervoer van de voedingsmodule om accumulatie van
elektrostatische lading te voorkomen.
Het instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle
personen ten minste 20 cm (8 inch) bedraagt.
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Hanteer de transmitter voorzichtig.
Het niet naleven van de richtlijnen voor veilige installatie kan leiden tot ernstig of dodelijk
letsel.
Alleen gekwalificeerd personeel mag de apparatuur installeren.
April 2015
MEDEDELING
Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 705. Er staan geen gedetailleerde
instructies in voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing of installatie.
Raadpleeg de naslaghandleiding voor de Rosemount 705 (publicatienummer
00809-0200-4705) voor nadere instructies. Deze gids en de handleiding zijn in elektronische
vorm beschikbaar op www.emersonprocess.com.
Aandachtspunten in verband met vervoer van draadloze producten:
Het apparaat is zonder geïnstalleerde voedingsmodule geleverd. Verwijder de voedingsmodule
voordat u het apparaat vervoert.
Elke voedingsmodule bevat twee primaire lithiumbatterijen van formaat “C”. Het vervoer van
primaire lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse Department of
Transportation en die van de IATA (International Air Transport Association), de ICAO
(International Civil Aviation Organization) en het ADR (Europees verdrag inzake het transport
over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid van de transporteur om
deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te leven. Raadpleeg voor verzending de
geldende regels en voorschriften.
Zorg na installatie dat elke kabelbuisingang wordt afgedicht met een
kabelbuisplug met een geschikt schroefdraadafdichtmiddel of wordt voorzien
van een leidingfitting of kabelwartel met een geschikt
schroefdraadafdichtmiddel. De kabelbuisingangen op de Rosemount 705
draadloze totaalteller hebben een
®
Wireless Configurator van versie 12.0 of nieuwer, of veldcommunicator
1
/2-14 NPT draad.
A. Kabelbuisingang
Stap 2: Monteer de Rosemount 705 op een
turbinemeter of pulsuitgangsinstrument
Algemene overwegingen
Fysieke installatie
De Rosemount 705-totaalteller en alle andere draadloze instrumenten mogen
pas worden geïnstalleerd nadat de Smart Wireless Gateway is geïnstalleerd en
goed werkt.
De transmitter kan worden geïnstalleerd in twee verschillende configuraties:
Directe montage (D1), waarbij de turbinemeter direct met de
kabelbuisingang van de transmitterbehuizing is verbonden
Montage op afstand (R1), waarbij de turbinemeter apart van de
transmitterbehuizing is gemonteerd en daarna via de kabelbuis met de
transmitter is verbonden
Kies de installatieprocedure die overeenkomt met de gekozen
montageconfiguratie.
3
Snelstartgids
B
A
C
A
C
B
April 2015
Directe montage
A. Turbinemeter
B. 705-transmitter
C. 1 inch NPT-verbinding met flowmeter en leidingkoppelstuk uit 2 stukken
Opmerking
Directe montage mag niet worden toegepast bij gebruik van leidingen en connectors zoals
Swagelo k®-fittingen.
1. Installeer de turbinemeter volgens de standaard installatiemethode en
gebruik op alle aansluitingen schroefdraadafdichtmiddel.
2. Sluit de draden van de turbinemeter volgens het bedradingsschema
(Afbeelding 1) aan op de aansluitklemmen. Deze procedure is al inbegrepen
voor de optie D1 (directe montage).
Afbeelding 1. Aansluitklemmenblok 705
A. Pulsingangsverbinding
®
B. HART
C. Aardingsverbinding aansluitklemmenblok
-aansluitklemverbinding
3. Sluit de transmitterbehuizing aan op de turbinemeter via de kabelbuisingang
met schroefdraad.
4. Dicht de schroefdraden af op de NPT-turbinemeterverbinding van 1 inch. Haal
het koppelstuk uit elkaar en schakel de onderste verbinding in op de
turbinemeter.
5. Bevestig de Mill Spec-aansluiting op de turbinemeterpickup.
4
April 2015
Possible antenna rotation shown.Antenna rotation allows for bestinstallation practices in anyconfiguration.
Draaimogelijkheden van de
antenne afgebeeld. Door de
antenne te draaien kan in elke
configuratie de beste stand
worden bereikt.
Snelstartgids
6. Schroef het andere deel van het koppelstuk vast.
Opmerking
Bij de optie D1 (directe montage) moet er al schroefdraadafdichtmiddel op de schroefdraad zijn
aangebracht.
Opmerking
Draadloze instrumenten moeten worden ingeschakeld met de juiste verbindingssleutel en het
netwerk-ID in volgorde van nabijheid van de Smart Wireless Gateway. Als wordt begonnen met het
dichtstbijzijnde instrument van de Smart Wireless Gateway, zal dat leiden tot een snellere
netwerkinstallatie.
7. Sluit de Black Power-module aan.
8. Sluit het behuizingsdeksel en haal het aan volgens de veiligheidsspecificaties.
Zorg altijd voor een goede afdichting zodat metaal tegen metaal zit, maar
draai de verbindingen niet te strak aan.
9. Zet de antenne verticaal, waarbij deze of recht naar boven of recht naar
beneden wijst.
a. Voor een goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne
zich op een afstand van circa 0,91 m (3-ft.) van grote constructies of
gebouwen bevinden.
5
Snelstartgids
A
B
C
April 2015
Montage op afstand
A. Turbinemeter
B. Rosemount 705-transmitter
C. Meegeleverde kabelwarteladapter van 1 inch voor de turbinemeter
Meegeleverd:
(1) kabelwartel
(1) Kabelwarteladapter voor de turbinemeter
3 m (10 ft.) kabelverbindingsbedrading
1. Installeer de turbinemeter volgens de standaard installatiemethode en
gebruik op alle aansluitingen schroefdraadafdichtmiddel.
2. Trek de kabelverbindingsbedrading door de meegeleverde
kabelwarteladapter voor de turbinemeter. Trek de kabelbedrading vervolgens
door de kabelwartel van de transmitter.
Opmerking
Let goed op de oriëntatie van de kabelwartel om een goede verbinding met de transmitter te
verzekeren.
3. Bevestig de bedrading aan de aansluitklemmen, zoals weergegeven in
Afbeelding 1 op pagina 4.
Opmerking
Draadloze instrumenten moeten worden ingeschakeld met de juiste verbindingssleutel en het
netwerk-ID in volgorde van nabijheid van de Smart Wireless Gateway. Als wordt begonnen bij het
dichtstbijzijnde instrument van de Gateway zal dat leiden tot snellere netwerkinstallatie.
6
April 2015
6.24
(158)
158
(6,24)
4. Sluit de Black Power-module aan.
5. Sluit het behuizingsdeksel en haal het aan volgens de veiligheidsspecificaties.
Zorg altijd voor een goede afdichting zodat metaal tegen metaal zit, maar
draai de verbindingen niet te strak aan.
6. Plaats de antenne verticaal en recht naar boven.
a. Voor een goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne
zich op een afstand van circa 0,91 m (3-ft.) van grote constructies of
gebouwen bevinden.
Snelstartgids
7
Snelstartgids
WAARSCHUWING
April 2015
Externe antenne (optioneel)
De optionele externe antenne biedt flexibiliteit voor montage van de
Rosemount 705-totaalteller met het oog op draadloze
verbindingsmogelijkheden, bliksembeveiliging en gangbare werkwijzen.
Houd u bij de installatie van antennes voor montage op afstand voor de transmitter altijd aan
de vastgestelde veiligheidsprocedures om vallen en aanraking met hoogspanningskabels te
voorkomen.
Installeer de onderdelen van de externe antenne voor de transmitter in overeenstemming met
plaatselijke en nationale elektriciteitsvoorschriften en volg de beste procedures voor
bliksembescherming.
Raadpleeg vóór installatie de plaatselijke elektriciteitsinspecteur, elektriciteitsfunctionaris en
opzichter van de werkomgeving.
De optionele externe antenne van de transmitter is met name ontwikkeld om flexibele
installatiemogelijkheden te bieden en tegelijkertijd de prestatie van de draadloze verbinding te
optimaliseren en plaatselijke radiostralingsgoedkeuringen te behouden. Om de draadloze
prestaties op peil te houden en te voorkomen dat spectrumregelgeving wordt overtreden,
mag de lengte van de kabel of het type antenne niet worden gewijzigd.
Als de meegeleverde antenneset voor montage op afstand niet wordt geïnstalleerd volgens
deze instructies, is Emerson Process Management niet aansprakelijk voor de prestaties van de
draadloze verbinding of voor overtreding van spectrumregelgeving.
De set met de antenne voor montage op afstand bevat tevens coaxafdichtmiddel
voor de kabelaansluitingen, een bliksembeveiliging en de antenne.
Selecteer een locatie waar de externe antenne de beste draadloze verbinding kan
leveren. Idealiter is dit 4,6-7,6 m (15-25 ft.) boven de grond of 2 m (6 ft.) boven
obstakels of grote bouwwerken. Volg een van de onderstaande procedures om
de externe antenne te installeren. De WN-optie bevat 7,6 m (25 ft.) kabel en de
WJ-optie bevat 3 m (10 ft.) kabel.
WN/WJ optionele externe antenne
1. Bevestig de antenne met behulp van het meegeleverde bevestigingsmateriaal
aan een buismast van 3,8-5,1 cm (1.5-2 in.).
2. Bevestig de bliksembeveiliging direct boven op de
Rosemount 705- totaalteller.
3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging.
4. Sluit de antenne aan op de bliksembeveiliging via de meegeleverde LMR-400
coaxkabel en zorg dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging
ten minste 0,3 m (1 ft.) bedraagt.
5. Dicht elke aansluiting tussen het draadloze veldinstrument, de
bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel.
6. Zorg dat de montagemast en de bliksembeveiliging zijn geaard volgens de
plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
Opmerking
De einden van de coaxkabel die ongebruikt blijven, dienen te worden geplaatst in windingen van
0,3 m (12-in.).
8
April 2015
Snelstartgids
Afbeelding 2. Rosemount 705-totaalteller met externe antenne
Opmerking
Weerbestendig maken is vereist! De set met de antenne voor montage op afstand bevat tevens
coaxafdichtmiddel voor het weerbestendig maken van de kabelaansluitingen voor de
bliksembeveiliging, de antenne en de Rosemount 705-totaalteller. Het coaxafdichtmiddel moet
worden aangebracht om de werking van het draadloze veldnetwerk te waarborgen. Zie
Afbeelding 3 voor informatie over het aanbrengen van coaxafdichtmiddel.
Afbeelding 3. Coaxafdichtmiddel aanbrengen op kabelaansluitingen
9
Snelstartgids
123
456
7809
D
A
C
B
Stap 3: Sluit het instrument aan
A. Veldcommunicator
B. Communicatie-aansluitklemmen
C. HART-modem
D. AMS Device Manager
Verbindingen met de veldcommunicator
De veldcommunicator kan pas communiceren met de transmitter nadat de
voedingsmodule is geïnstalleerd. Deze transmitter maakt gebruik van de Black
Power-module; bestel modelnummer 701PBKKF.
AMS Wireless Configurator
1. Start de AMS Wireless Configurator.
2. Selecteer in het menu View (weergave) Device Connection View
(instrumentverbindingsweergave).
3. Dubbelklik op het instrument onder de HART-modem.
April 2015
Veldcommunicator
1. Schakel de veldcommunicator in.
2. Tik in het hoofdmenu op het HART-symbool.
De veldcommunicator maakt nu verbinding met het instrument.
10
April 2015
Snelstartgids
Configureer het instrument in de AMS Wireless
Configurator via begeleide configuratie
1. Ga naar Configure (configureren) > Guided Set-up (begeleide configuratie) >
Initial Set-up (eerste configuratie).
2. Selecteer Basic Setup (elementaire configuratie) en volg de
configuratie-instructies.
3. Overweeg optionele configuratie, zoals Update Rate (vernieuwingsfrequentie)
en Device Display (instrumentweergave).
Laat het instrument verbinding maken met het netwerk
1. Ga naar Overview (overzicht) > Shortcuts (snelkoppelingen).
2. Selecteer Configure Update Rate (vernieuwingsfrequentie configureren) en
volg de instructies.
3. Zoek de Network ID (netwerk-ID) en Join Key (verbindingscode) voor het
draadloze netwerk op (te vinden in de draadloze gateway).
4. Selecteer Join Device to Network (instrument met netwerk verbinden) en
volg de instructies.
Wacht totdat het instrument verbinding heeft gemaakt met het
netwerk
1. Ga naar Overzicht.
2. Wacht totdat de communicatiestatus Connec ted (verbonden) is.
Opmerking
Dit duurt enkele minuten. Schakel Active Advertising (actief adverteren) op de Gateway in om
nieuwe instrumenten sneller aan het netwerk toe te kunnen voegen. Raadpleeg voor meer
informatie de handleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienummer 00809-0200-4420).
11
Snelstartgids
April 2015
Stap 4: Configureer de k-factor (kalibratiefactor)
voor het pulsuitgangsinstrument of de
turbinemeter
Opmerking
De stappen hieronder zijn van toepassing als de k-factor niet vooraf is geconfigureerd voor de
transmitter.
Primaire methode
1. Ga naar Configureren >Begeleide configuratie > Elementaire configuratie.
Dit begeleidt u door de instelling van het instrument voor het eerste gebruik.
Andere methoden
1. Ga naar Configureren > Manual Setup (handmatige setup) > Totalizing Options (opties voor totaaltelling). Dit is de belangrijkste interface voor het
instellen van de k-factor, zowel als andere functies, waaronder ondergrens bij
lage flow en handmatige omrolwijzigingen.
2. Op een HART-handtoestel kunt u de k-factor configureren door te gaan naar
Configureren > Handmatige setup > Opties voor totaaltelling > Turbine
Configuration (turbineconfiguratie) > k factor (k-factor).
Zie voor meer informatie over deze functies de naslaghandleiding van de
Rosemount 705 (publicatienummer 00809-0100-4705).
12
April 2015
Productcertificeringen
Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van
overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van
overeenstemming is beschikbaar op www.rosemount.com.
Naleving van regelgeving voor
telecommunicatieapparatuur
Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen
dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type
productcertificering is in bijna alle landen vereist.
Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te
leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, zodat
het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van draadloze instrumenten
wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zouden worden overtreden.
FCC en IC
Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is
uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit instrument mag
geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen
storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het
instrument op ongewenste wijze werkt. Dit instrument moet zo worden
geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm
bedraagt.
Snelstartgids
Certificering normale locaties van CSA
De transmitter is door CSA onderzocht en getest. Daarbij is vastgesteld dat het
ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en
brandveiligheidsvereisten. CSA is een in de VS nationaal erkend
onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is
goedgekeurd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA).
Installatie in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code (NEC) en de Canadese Electrical Code
(CEC) verbieden het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of
apparatuur met zonemarkering in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn
voor de gebiedsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is
duidelijk vastgelegd in de betreffende codes.
Certificaat:CSA 70011131
Normen:CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CAN/CSA C22.2 nr. 94-M91,
CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-60079-0 - 2011,
CAN/CSA-60079-11 - 2014, CSA-norm C22.2 nr. 60529 - 2005,
CAN/CSA-C22.2 nr. 61010-1 - 2012
Markeringen: IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D T4; Ex ia IIC T4 Ga, T4;
T4 (-50 °C Ta +70 °C) indien geïnstalleerd volgens
Rosemount-tekening 00705-1020;
Typ e 4X; IP6 6;
Parameters van de aansluitklemmen van de
N6 Canada divisie 2, niet-vonkend
Certificaat:CSA 70011131
Normen:CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CAN/CSA C22.2 nr. 94-M91,
Markeringen: Geschikt voor klasse 1, divisie 2, groep A, B, C, D T4;
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Uitsluitend voor gebruik met model 701P of Rosemount onderdeelnr.
753-9220-XXXX Smart Power Battery Module
2. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
totaalteller
VOC/UO = 2,5 VV
I
= 253 μAI
SC/IO
P
= 640 μWP
MAX/PO
Ca/CO = 2,9 μF
Ci = 2,2 nF
La/LO = 500 mH
Li = 4,7 mH
CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987 (R2013),
CAN/CSA-60079-0 - 2011, CAN/CSA-norm C22.2
nr. 60529 - 2005, CAN/CSA-C22.2 nr. 61010-1 - 2012
T4 (-50 °C Ta +70 °C);
Typ e 4X; IP6 6;
Snelstartgids
Parameters van de turbinemeter
/Ui = 10 V
MAX
/Ii = 1 mA
MAX
/Pi = 1 mW
MAX
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
15
Snelstartgids
Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:Baseefa14ATEX0375X
Normen:EN 60079-0: 2012, EN 60079-11: 2012
Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga, T4(-60 °C Ta +70 °C)
Voor gebruik met de Rosemount SmartPower™-voedingsmodule,
onderdeelnummer 753-9220-0001 of voor gebruik met de
Emerson SmartPower-optie 701PBKKF.
Parameters van de aansluitklemmen van de totaaltellerParameters van de turbinem eter
UO = 2,5 VUi = 10 V
I
= 5,6 mAIi = 10 mA
O
P
= 13,9 mWPi = 1 mW
O
Ci = 2,2 nF
Li= 4,7 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. De behuizing van de 705 is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in een zone 0-omgeving moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of
schuring.
IU ATEX intrinsieke veiligheid voor zone 2
Certificaat:Baseefa15ATEX0059X
Normen:EN 60079-0: 2012, EN 60079-11: 2012
Markeringen: II 3 G Ex ic IIC T4 Gc, T4(-60 °C Ta +70 °C)
April 2015
N.v.t.
N.v.t.
Voor gebruik met de Rosemount SmartPower-voedingsmodule,
onderdeelnummer 753-9220-0001 of voor gebruik met de
Emerson SmartPower-optie 701PBKKF.
Parameters van de aansluitklemmen van de totaaltellerParameters van de turbinem eter
UO = 2,5 VUi = 10 V
IO = 5,6 mAIi = 10 mA
PO = 13,9 mWPi = 1 mW
Ci = 2,2 nF
Li= 4,7 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. De behuizing van de 705 is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in een zone 0-omgeving moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of
schuring.
16
N.v.t.
N.v.t.
April 2015
Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat:IECEx BAS 14.0173X
Normen:IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011
Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, T4 (-60 °C Ta +70 °C)
Voor gebruik met de Rosemount SmartPower-voedingsmodule,
onderdeelnummer 753-9220-0001 of voor gebruik met de Emerson
SmartPower-optie 701PBKKF.
Parameters van de aansluitklemuitgang van de
turbinemeter
UO = 2,5 VUi = 10 V
IO = 5,6 mAIi = 10 mA
PO = 13,9 mWPi = 1 mW
Ci = 2,2 nF
Li = 4,7 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. De behuizing van de 705 is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in een zone 0-omgeving moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of
schuring.
IY IECEx intrinsieke veiligheid voor zone 2
Certificaat:IECEx BAS 14.0173X
Normen:IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011
Markeringen: Ex ic IIC T4 Gc, T4 (-60 °C Ta +70 °C)
Voor gebruik met de Rosemount SmartPower-voedingsmodule,
onderdeelnummer 753-9220-0001 of voor gebruik met de Emerson
SmartPower-optie 701PBKKF.
Parameters van de aansluitklemuitgang van de
turbinemeter
UO = 2,5 VUi = 10 V
IO = 5,6 mAIi = 10 mA
PO = 13,9 mWPi = 1 mW
Ci = 2,2 nF
Li = 4,7 mH
Parameters van de aansluitklemingang van de
Parameters van de aansluitklemingang van de
Snelstartgids
turbinemeter
N.v.t.
N.v.t.
turbinemeter
N.v.t.
N.v.t.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 G. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag de antenne niet worden
schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. De behuizing van de 705 is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in een zone 0-omgeving moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of
schuring.
17
Snelstartgids
Afbeelding 4. Verklaring van overeenstemming Rosemount 705
April 2015
18
April 2015
Snelstartgids
19
Snelstartgids
April 2015
20
April 2015
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RMD 1105 Rev. A
Documentnaam: RMD1105_A_dut.docPagina 1 van 3
Wij,
Rosemount Inc.
8200 Market Boulevard
Chanhassen, MN 55317-9685
VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
Model 705 draadloze transmitter met totaaltelling
vervaardigd door
Rosemount Inc.
8200 Market Boulevard
Chanhassen, MN 55317-9685
VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de
richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke
staan vermeld in bijgevoegd schema.
De aanname van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde
normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de
Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
Vice President of Global Quality
(functie – in blokletters)
Kelly Klein
(naam – in blokletters)
9 april 2015
(datum van uitgifte)
Snelstartgids
21
Snelstartgids
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RMD 1105 Rev. A
Documentnaam: RMD1105_A_dut.docPagina 2 van 3
EMC-richtlijn (2004/108/EG)
Model 705 draadloze transmitter met totaaltelling
Toegepaste geharmoniseerde normen:
EN 61326-1: (2013)
Richtlijn radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (1999/5/EG)
Model 705 draadloze transmitter met totaaltelling
Toegepaste geharmoniseerde normen:
EN 301 489-17 V 2.2.1
EN 300 328 V 1.8.1 (2012-06)
EN 61010-1: 2010 3e ed.
EN 62479: 2010
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Model 705 draadloze transmitter met totaaltelling
Baseefa14ATEX0375X – Intrinsieke veiligheid
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T4 Ga (-60 °C 7D °C)
Toegepaste geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012
EN 60079-11:2012
Baseefa15ATEX0059X – Intrinsieke veiligheid
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex ic IIC T4 Gc (-60 °C 7D °C)
Toegepaste geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012
EN 60079-11:2012
April 2015
22
April 2015
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: RMD 1105 Rev. A
Documentnaam: RMD1105_A_dut.docPagina 3 van 3
Aangemelde instanties voor onderzoekscertificaat type EG volgens ATEX
Baseefa [nr. aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park
Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
Verenigd Koninkrijk
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborging
Baseefa [nr. aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park
Staden Lane
Buxton, Derbyshire SK17 9RZ
Verenigd Koninkrijk