Rosemount 702 draadloze discrete transmitter Manuals & Guides [nl]

Page 1
00825-0211-4702, rev. GG
Rosemount 702 draadloze discrete transmitter
Snelstartgids
Maart 2019
Page 2
Snelstartgids
WAARSCHUWING
LET OP
Deze installatiegids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount® 702. Hij bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek, reparatie, onderhoud, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 702 (publicatienummer 00809-0200-4702) voor verdere instructies. Deze gids en de handleiding zijn elektronisch beschikbaar via www.rosemount.com.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met veilige installatie.
Controleer voordat u een veldcommunicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de
instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
Vermijd aanraken van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik van het apparaat is uitsluitend toegestaan onder de onderstaande voorwaarden. Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit apparaat moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het apparaat op ongewenste wijze werkt.
Dit apparaat moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm (8 in) bedraagt.
De voedingsmodule mag in een explosiegevaarlijke omgeving worden vervangen. De voedingsmodule heeft een opper vlakteweerstand van meer dan een gi gaohm en moet correct worden geïnst alleerd in de behuizing van het draadloze apparaat. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
Maart 2019
Aandachtspunten in verband met vervoer van draadloze producten:
Het apparaat is zonder geïnstalleerde voedingsmodule geleverd. Verwijder de voedingsmodule voordat u het apparaat vervoer t.
Elke voedingsmodule bevat twee primaire lithiumbatterijen van formaat “C”. Het vervoer van primaire lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse Department of Transportation alsook van de IATA (International Air Transport Association), de ICAO (International Civil Aviation Organization) en het ADR (Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid van de vervoerder om deze en eventuele andere plaatselijke voorschrif ten na te leven. Raadpleeg voor verzending de geldende regels en voorschriften.
Inhoud
Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 3
Fysieke installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 5
Configuratie van het apparaatnetwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 9
Controle van de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 10
Referentie-gegevens: ingangen voor bedradingsschakelaars,
uitgangscircuits en leksensoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 14
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 31
2
Page 3
M
aart 2019
Overwegingen met betrekking tot draadloze apparatuur
Inschakelvolgorde
De Smart Wireless Gateway moet geïnstalleerd zijn en goed werken voordat draadloze veldapparatuur wordt ingeschakeld. Installeer de zwarte voedingsmodule, SmartPower™ Solutions modelnummer 701PBKKF (onderdeelnummer 00753-9220-0001), in de Rosemount 702-transmitter voor voeding van het apparaat. Bij het inschakelen van draadloze apparatuur moet een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Gateway, te beginnen bij het apparaat dat het dichtstbij staat en vervolgens naar buiten, van de Gateway vandaan. Dit maakt het opzetten van het netwerk eenvoudiger en sneller. Schakel Active Advertising (actief adverteren) op de Gateway in om nieuwe apparaten sneller aan het netwerk toe te kunnen voegen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de Smart Wireless Gateway (publicatienr. 00809-0200-4420).
Stand van de antenne
Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne verticaal naar boven of naar beneden wijzen en op een afstand van ongeveer 1 meter van grote constructies, gebouwen of geleidende oppervlakken worden geplaatst.
Afbeelding 1. Stand van de antenne
Snelstartgids
Kabelbuisopeningen
Zorg na installatie dat elke kabelbuisopening wordt afgedicht met een kabelbuis­plug met een geschikt schroefdraadafdichtmiddel of wordt voorzien van een leidingfitting of kabeldoorvoer met een geschikt schroefdraadafdichtmiddel. De kabelbuisopeningen op de Rosemount 702-transmitter hebben een
1
/2—14 NPT draad.
3
Page 4
Snelstartgids
Opening kabelbuis
Opening kabelbuis
COMM
P/N 00753-9200-0020
1
2
3
4
0020
CH1 +
CMN
CH2 +
CMN
CH Input Mode:
Dry Contact Only
CH Output Mode:
26VDC Max 100mA Max
Afbeelding 2. Opening kabelbuis
Verbindingen met de veldcommunicator
De veldcommunicator kan pas communiceren met de Rosemount 702-transmit­ter nadat de voedingsmodule is geïnstalleerd. Voor deze transmitter moet de zwarte voedingsmodule worden gebruikt; bestel modelnummer 701PBKKF of onderdeelnummer 00753-9220-0001.
Afbeelding 3. Aansluitschema
Maart 2019
4
Page 5
Drijfschakelaar
Directe montage
702 transmitter
M
aart 2019
De Rosemount 702-transmitter en alle andere draadloze apparatuur mogen pas worden geïnstalleerd nadat de Smart Wireless Gateway is geïnstalleerd en goed werkt.
De Rosemount 702-transmitter kan worden geïnstalleerd in twee verschillende configuraties: Via directe montage, waarbij de schakelaar rechtstreeks wordt aangesloten op de kabelbuisopening in de behuizing van de Rosemount 702-transmitter, of via externe montage, waarbij de schakelaar op afstand van de behuizing van de Rosemount 702-transmitter wordt gemonteerd en vervolgens via een leiding op de Rosemount 702-transmitter wordt aangesloten. Kies de installatieprocedure die overeenkomt met de gekozen montageconfiguratie.
Stap 1: Fysieke installatie
Directe montage
Snelstartgids
Opmerking:
Directe montage mag niet worden toegepast bij gebruik van leidingen en connectors zoals Swagelok®-fittingen.
1. Installeer de schakelaar volgens de standaard installatiemethode en gebruik op alle aansluitingen draadborgmiddel.
2. Sluit de behuizing van de Rosemount 702-transmitter via de van schroefdraad voorziene kabelbuisopening aan op de schakelaar.
3. Sluit de draden van de schakelaar aan op de aansluitklemmen volgens het bedradingsschema (afb. op pagina 15 t/m pagina 30).
4. Sluit de zwarte voedingsmodule aan.
5
Page 6
Snelstartgids
Draaimogelijkheden van de antenne. Door de antenne te draaien kan in elke configuratie de beste stand worden bereikt.
Montage op afstand
Drijfschakelaar
702-transmitter
Maart 2019
Opmerking:
Bij het inschakelen van draadloze apparatuur moet een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen bij het apparaat dat zich het dichtst bij de Smart Wireless Gateway bevindt. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
5. Sluit het deksel van de behuizing en haal het aan volgens de veiligheidsspecifi­caties. Zorg altijd voor een goede afdichting zodat metaal tegen metaal zit, maar draai de verbindingen niet te strak aan.
6. Zet de antenne verticaal, waarbij deze of recht naar boven of recht naar beneden wijst. Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne zich op een afstand van circa 0,91m van grote constructies of gebouwen bevinden.
Possible antenna rotation shown. Antenna rotation allows for best installation practices in any configuration.
Montage op afstand
1. Installeer de schakelaar volgens de standaard installatiemethode en gebruik op alle aansluitingen draadborgmiddel.
2. Leid de draden (en zo nodig de kabelbuis) van de schakelaar naar de Rosemount 702-transmitter.
3. Trek de bedrading door de van schroefdraad voorziene kabelbuisopening op de Rosemount 702-transmitter.
4. Sluit de draden van de schakelaar aan op de aansluitklemmen volgens het bedradingsschema (afb. op pagina 15 t/m pagina 30).
6
Page 7
M
aart 2019
Snelstartgids
5. Sluit de zwarte voedingsmodule aan.
Opmerking:
Bij het inschakelen van draadloze apparatuur moet een volgorde worden aangehouden die wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen bij het apparaat dat het dichtst in de buurt van de Gateway staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger verlopen.
6. Sluit het deksel van de behuizing en haal het aan volgens de veiligheidsspecifi­caties. Zorg altijd voor een goede afdichting zodat metaal tegen metaal zit, maar draai de verbindingen niet te strak aan.
7. Zet de antenne verticaal, waarbij deze of recht naar boven of recht naar beneden wijst. Voor een goede communicatie met andere apparaten moet de antenne zich op een afstand van circa 0,91m van grote constructies of gebouwen bevinden.
Hoge versterking, externe antenne (optioneel)
Met de opties voor hoge versterking en een externe antenne kan de Rosemount 702-transmitter worden gemonteerd met een draadloze verbinding, bliksembescherming en volgens de actuele werkpraktijken.
7
Page 8
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Houd u bij de installatie van externe antennes voor de Rosemount 702-transmitter altijd aan de vastgestelde veiligheidsprocedures om vallen en aanraking met hoogspanningskabels te voorkomen.
Installeer de onderdelen van de externe antenne voor de Rosemount 702-transmitter in overeenstemming met plaatselijke en nationale elektriciteitsvoorschriften, en volg de beste procedures voor bliksembescherming.
Raadpleeg vóór installatie de plaatselijke elektriciteitsinspecteur, elektriciteitsfunctionaris en opzichter van de werkomgeving.
De optie voor de externe antenne van de Rosemount 702-transmitter is met name ontwikkeld om flexibele installatiemogelijkheden te bieden en tegelijkertijd de prestatie van de draadloze verbin­ding te optimaliseren en plaatselijke radiostralingsgoedkeuringen te behouden. Om de draadloze prest aties op pei l te houden en te voorkom en dat voorschriften voor de plaatselijke markt worden overtreden, mag de lengte van de kabel of het type antenne niet worden gewijzigd.
Als de meegeleverde externe antenne niet wordt geïnstalleerd volgens deze instructies, is Emerson Process Management niet aansprakelijk voor de prestaties van de draadloze verbinding of voor overtreding van regelgeving inzake spectra.
Maart 2019
De set met hoge versterking en extern gemonteerde antenne bevat tevens coaxafdichtmiddel voor de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging en de antenne.
Selecteer een locatie waar de externe antenne de beste draadloze verbinding kan leveren. Idealiter is dit 4,6—7,6 m boven de grond of 2 m boven obstakels of grote bouwwerken. Volg een van de onderstaande procedures om de externe antenne te installeren:
Optie WN
1. Bevestig de antenne met behulp van de meegeleverde montagemiddelen aan een buismast van 1,5—2 in.
2. Bevestig de bliksembeveiliging direct boven op de Rosemount 702-transmitter.
3. Monteer de aardaansluiting, borgring en moer boven op de bliksembeveiliging.
4. Sluit de antenne aan op de bliksembeveiliging via de meegeleverde LMR-400 coaxkabel en zorg dat de afstand van de druppellus tot de bliksembeveiliging ten minste 0,3 m (1 ft) bedraagt.
5. Dicht elke aansluiting tussen het draadloze veldapparaat, de bliksembeveiliging, de kabel en de antenne af met het coaxafdichtmiddel.
6. Zorg dat de montagemast en de bliksembeveiliging zijn geaard volgens de plaatselijke/landelijke wet- en regelgeving inzake elektriciteit.
Eventuele overtollige stukken coaxkabel moeten in spoelen van 0,3 m (12 inch) worden gelegd.
8
Page 9
M
aart 2019
Snelstartgids
Afbeelding 4. Rosemount 702-transmitter met hoge versterking, externe antenne
Opmerking:
Weerbestendig maken is vereist! De set met de externe antenne bevat tevens coaxafdichtmiddel voor het weerbestendig maken van de kabelaansluitingen voor de bliksembeveiliging, de antenne en de Rosemount 702-transmitter. Het coaxafdichtmiddel moet worden aangebracht om de werking van het draadloze veldnetwerk te waarborgen. Zie Afbeelding5 voor informatie over het aanbrengen van coaxafdichtmiddel.
Afbeelding 5. Coaxafdichtmiddel aanbrengen op kabelaansluitingen
Stap 2: Configuratie van het apparaatnetwerk
Om met de Smart Wireless Gateway (en uiteindelijk met het hostsysteem) te kunnen communiceren, moet de transmitter zo worden geconfigureerd dat deze met het draadloze netwerk kan communiceren. Deze stap is het draadloze equi­valent van het aansluiten van draden tussen een transmitter en een informatiesy­steem. Voer via een veldcommunicator of AMS Wireless Configurator de Network ID (netwerk-ID) en Join Key (join-sleutel) in overeenkomstig de netwerk-ID en join-sleutel van de gateway en van andere apparaten in het netwerk. Als de netwerk-ID en join-sleutel niet overeenkomen met die van de gateway, kan de Rosemount 702-transmitter niet communiceren met het netwerk. De netwerk-ID en join-sleutel kunnen worden opgehaald via de Smart Wireless Gateway op
9
Page 10
Snelstartgids
de pagina Setup (installatie)>Network (netwerk)>Settings (instellingen) op de webinterface, zoals afgebeeld in Afbeelding6.
Afbeelding 6. Netwerkinstellingen gateway
Maart 2019
AMS Wireless Configurator
Rechtsklik op de Rosemount 702-transmitter en selecteer Configure (configureren). Selecteer na het openen van het menu Join Device to Network (koppel apparaat aan netwerk) en volg de methode voor het invoeren van de netwerk-ID en de join-sleutel.
Veldcommunicator
De netwerk-ID en join-sleutel op het draadloze apparaat kunnen worden gewijzigd via de volgende sneltoetsreeks. Stel zowel de netwerk-ID als de join-sleutel in.
Functie
Wireless Setup (draadloze configuratie)
Sneltoetsreeks
2,2,1
Menu-items
Network ID, Join Device to Network (netwerk-ID, apparaat met netwerk verbinden)
Stap 3: Controle van de werking
U kunt de werking op vier manieren controleren: op de optionele plaatselijke display (LCD), met de veldcommunicator, via de geïntegreerde webinterface van de Smart Wireless Gateway of via de AMS® Suite Wireless Configurator. Enige tijd nadat de Rosemount 702-transmitter met de netwerk-ID en de join-sleutel is geconfigureerd wordt de verbinding tussen de transmitter en het netwerk tot stand gebracht.
10
Page 11
N E T w K
S R C H N G
M
aart 2019
Plaatselijke display
Opstartprocedure
Wanneer de Rosemount 702-transmitter voor het eerst wordt opgestart, doorloopt de display de volgende schermen: All Segments On (alle segmenten aan), Device Identification (apparaat-identificatie), Device Tag (apparaat-tag) en vervolgens de door de gebruiker gekozen variabelen voor de periodieke display.
Tijdens regulair gebruik worden op de LCD met vaste regelmaat de door de gebruiker gekozen variabelen weergegeven, volgens de ingestelde frequentie voor draadloze updates. U kunt kiezen uit zes variabelen: Channel 1 State (toe­stand kanaal 1), Channel 1 Count (telling kanaal 1), Channel 2 State (toestand kanaal 2), Channel 2 Count (telling kanaal 2), Electronics Temperature (elektroni­catemperatuur) en Supply Voltage (voedingsspanning). Raadpleeg de handlei­ding van de Rosemount 702 (00809-0200-4702) voor foutcodes en andere schermberichten. De dakvormige statusbalk bovenaan het scherm geeft de voortgang aan van de procedure voor het maken van de verbinding met het net­werk. Wanneer de statusbalk helemaal is gevuld, is het apparaat aangesloten op het draadloze netwerk.
Snelstartgids
Netwerk zoeken
Veldcommunicator
Er is een Rosemount 702-transmitter DD vereist voor communicatie via de draadloze HART-transmitter. Ga naar de Easy Upgrade-site van Emerson Process Management voor de meest recente DD: http://www2.emersonprocess.com/en-US/documentation/deviceinstallkits.
Functie Sneltoetsreeks Menu-items
Communications (communicatie)
Smart Wireless Gateway
Ga in de geïntegreerde webserver van de gateway naar de pagina Explorer (Verkenner). Op deze pagina is te zien of het apparaat verbinding heeft met het netwerk en of de communicatie goed verloopt.
Verb indin g maken
met netwerk
n e t w k
N E G O T
Join Status (status aankoppeling), Wireless Mode (draadloze modus), Join Mode
3, 3
(aankoppelingsmodus), Number of Available Neighbors (aantal beschikbare buren), Number of Advertisements Heard (aantal gehoorde advertenties), Number of Join Attempts (aantal pogingen tot aankoppeling)
Verb onden m et
beperkte bandbreedte
n e t w k
L I M - O P
Verb onde n
n e t w k
O K
11
Page 12
Snelstartgids
Maart 2019
Opmerking:
Het kan enkele minuten duren voordat de netwerkverbinding tot stand komt.
Opmerking:
Als er bij aankoppeling op het netwerk meteen een alarm op het apparaat verschijnt, is dit waarschijnlijk vanwege de sensorconfiguratie. Controleer de bedrading van de sensor (zie “Aansluitingenschema 702-transmitter” op pagina 15) en de configuratie van de sensor (zie Sneltoetscombinatie Rosemount 702-transmitter” op pagina 30).
Afbeelding 7. Pagina Smart Wireless Gateway Explorer (verkenner Smart Wireless Gateway)
AMS Wireless Configurator
Zodra het apparaat is aangekoppeld op het netwerk, wordt het in de AMS Wireless Configurator weergegeven zoals hieronder afgebeeld.
12
Page 13
M
aart 2019
Afbeelding 8. AMS Wireless Configurator, scherm Device Explorer (apparaatverkenner)
Probleemoplossing
Controleer als het apparaat na het opstarten niet wordt verbonden met het net­werk of de netwerk-ID en de join-sleutel juist zijn en of Active Advertising (actief adverteren) op de Smart Wireless Gateway is ingeschakeld. De netwerk-ID en de join-sleutel in het apparaat moeten overeenkomen met die van de gateway.
De netwerk-ID en join-sleutel kunnen worden opgehaald via de gateway op de pagina Setup (installatie)>Network (netwerk)>Settings (instellingen) op de webinterface (zie Afbeelding 9 op pagina 14). De netwerk-ID en de verbindings­code van het draadloze apparaat kunnen worden gewijzigd via een veldcommuni­cator en door de sneltoetsreeks te volgen.
Snelstartgids
13
Page 14
Snelstartgids
Afbeelding 9. Netwerkinstellingen gateway
Maart 2019
Functie Sneltoetsreeks Menu-items
Wireless (draadloos) 2, 1, 1
Join Device to Network
(apparaat met netwerk verbinden)
Referentie-gegevens: ingangen voor bedradingsschakelaars, uitgangscircuits en leksensoren
Ingangen schakelaars met droog contact
De Rosemount 702-transmitter is voorzien van een stel schroefaansluitingen voor elk van beide kanalen en een stel communicatieaansluitingen. Deze aansluitingen zijn als volgt aangeduid:
CH1+: Kanaal 1 positief
CMN: Gemeenschappelijk
CH2+: Kanaal 2 positief
CMN: Gemeenschappelijk
COMM: Communicatie
14
Page 15
M
aart 2019
Afbeelding 10. Aansluitingenschema 702-transmitter
Specificaties draadloze uitgang
Snelstartgids
Dubbele ingang
De Rosemount 702-transmitter kan via ingang CH1 en CH2 invoer ontvangen van een of twee enkelpolige schakelaars. De draadloze uitvoer van de transmitter is zowel een primaire variabele (PV) als een secundaire variabele (SV). De PV wordt bepaald door de CH1-ingang. De SV wordt bepaald door de CH2-ingang. Een gesloten schakeling geeft de uitvoer WAAR. Een open schakeling geeft de uitvoer ONWAAR.
Opmerking:
Elke ingang met droog contact kan optioneel door het apparaat worden omgekeerd, waardoor de discrete logische status wordt gewijzigd. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als een normaal open schakelaar wordt gebruikt om een normaal gesloten schakelaar te vervangen.
15
Page 16
Snelstartgids
Dubbele ingang
Enkele ingang
CH1
CH2
CMN
CMN
CH1
CH2
CMN
CMN
Afbeelding 11. Enkele, dubbele ingang
Maart 2019
16
Enkele of dubbele ingang
Ingang
schakelaar
CH1 PV CH2 SV
Gesloten WAAR (1,0) Gesloten WAA R (1,0)
Open ONWAAR (0,0) Open ONWAAR (0,0)
Draadloze
uitgang
Ingang
schakelaar
Draadloze
uitgang
Page 17
Dubbele ingang
Limietcontacten
WAAR
ONWAAR
CH1
CH2
CMN
CMN
M
aart 2019
Dubbele ingang, limietcontactlogica
Wanneer de Rosemount 702-transmitter is geconfigureerd voor limietcontactlo­gica, accepteert hij invoer van twee enkelpolige schakelaars op ingangen CH1 en CH2, en gebruikt hij limietcontactlogica voor het vaststellen van draadloze uitvoer.
Afbeelding 12. Dubbele ingang, limietcontacten
Dubbele ingang, limietcontactlogica
Ingang
schakelaar
CH1 CH2 PV SV
Open Open SLAG (0,5) SLAG (0,5)
Open Gesloten ONWAAR (0,0) ONWAAR (0,0)
Gesloten Open WAAR (1 ,0) WAAR (1 ,0)
Gesloten Gesloten STORING (NaN) STORING (NaN)
Draadloze
uitgang
Snelstartgids
17
Page 18
Snelstartgids
Dubbele ingang
Tegengestelde contacten
WAAR
ONWAAR
CH1
CH2
CMN
CMN
Dubbele ingang, tegengestelde contactlogica
Wanneer de Rosemount 702-transmitter is geconfigureerd voor tegengestelde contactlogica, accepteert hij invoer van een dubbelpolige schakelaar op ingangen CH1 en CH2, en gebruikt hij tegengestelde contactlogica voor het vaststellen van de draadloze uitvoer.
Afbeelding 13. Dubbele ingang, tegengesteld contact
Dubbele ingang, tegengestelde contactlogica
Ingangen schakelaars Draadloze uitvoer
CH1 CH2 PV SV
Open Open STORING (NaN) STORING (NaN)
Open Gesloten ONWAAR (0,0) ONWAAR (0,0)
Gesloten Open WAAR (1,0) WA AR (1,0)
Gesloten Gesloten STORING (NaN) STORING (NaN)
Maart 2019
18
Page 19
GeslotenGesloten Open Open
Aantal
Status
5014
Open
Gesloten
Draadloze updates
Status ingang schakelaar
Huidige status
Aantal
M
aart 2019
Momentane discrete ingangen, meetoptiecode 32 en 42
De Rosemount 702-transmitter kan momentane discrete ingangen van 10 milliseconde of langer detecteren, ongeacht de draadloze bijwerkfrequentie. Bij elke draadloze update rapporteert het apparaat de huidige status van de discrete ingang samen met een cumulatieve telling van sluit-open-cycli voor elk ingangskanaal.
Afbeelding 14. Momentane ingangen en cumulatieve telling
Snelstartgids
Afbeelding 15. Rapportage van huidige discrete status en telling in AMS Device Manager
19
Page 20
Snelstartgids
Rapportage en toewijzing van variabelen
De Rosemount 702-transmitter biedt twee keuzes voor het rapporteren van variabelen: Klassiek — alleen discrete status, of geavanceerd — discrete status en telling. In de modus Classic (klassiek) voor variabelenrapportage rapporteert de Rosemount 702-transmitter variabelen op dezelfde manier als de eerdere versie van het apparaat (meetoptiecode 22). In de modus Enhanced (uitgebreid) voor variabelenrapportage geeft de Rosemount 702-transmitter zowel de huidige status van de discrete kanalen als een telling van de cycli van veranderingen van de discrete status. Hieronder ziet u een tabel die de toewijzing van variabelen voor beide gevallen weergeeft. De rapportage van variabelen kan in de AMS Device Manager worden ingesteld via Configure (configureren) > Manual Setup (handmatige configuratie) > HART.
Tabel 1. Toewijzing variabelen
Maart 2019
Rapportage variabelen
Klassiek — alleen discrete status
Geavanceerd — discrete status met telling
PV SV TV QV
Status CH1
Status CH1
Toewijzing variabelen
Status CH2
Status CH2 Telling CH1 Telling CH2
Elektronica­temperatuur
Voe din gs­spanning
Discrete uitgangscircuits, meetoptiecode 42
De Rosemount 702-transmitter is voorzien van twee kanalen die elk kunnen worden geconfigureerd voor discrete ingang of uitgang. De ingangen moeten ingangen van schakelaars met droog contact zijn. Deze staan eerder in dit document beschreven. Uitgangen zijn niet meer dan het sluiten van een schakelaar waarmee een uitgangscircuit wordt geactiveerd. De uitgang van de Rosemount 702-transmitter geeft geen spanning of stroom. Het uitgangscircuit moet een eigen voeding hebben. De uitgang van de Rosemount 702-transmitter heeft een maximale schakelcapaciteit per kanaal van 26 volt gelijkspanning en 100 milliampère.
Opmerking:
Het is uitermate belangrijk dat de polariteit van het uitgangscircuit overeenkomt met de weergave in de bedradingsschema's, waarbij de positieve (+) kant van het circuit wordt verbonden met de +-aansluiting op elk kanaal en de negatieve (—) kant van het circuit op de CMN-aansluiting. Als het uitgangscircuit in omgekeerd wordt bedraad, blijft het actief (schakelaar gesloten) ongeacht de status van het uitgangskanaal.
Functies van de discrete uitgangsschakelaar
De discrete uitgang van de Rosemount 702-transmitter wordt aangestuurd door het hostbesturingssysteem en via d e Smar t Wire less Gateway naar de Rosemount 702-transmitter gezonden. De voor deze draadloze communicatie tussen de gateway en de Rosemount 702-transmitter vereiste tijd is afhankelijk van vele factoren waaronder de grootte en topologie van het netwerk en de totale hoe­veelheid stroomafwaarts verkeer op het draadloze netwerk. Op een netwerk dat
20
Page 21
UITGANG
BELASTING
BELASTING
BELASTING
INGANG
INGANG
INGANG
INGANG
UITGANG
UITGANG
UITGANG
UITGANG
BELASTING
BELASTING
M
aart 2019
Snelstartgids
volgens onze 'best practices' is aangelegd, betraagt de vertraging in de communi­catie van een discrete uitgang tussen de gateway en de Rosemount 702-transmit­ter doorgaans niet meer dan 15 seconden. Natuurlijk vormt deze vertraging slechts een deel van de latentie die in de regelkring wordt aangetroffen.
Opmerking:
De uitgangsschakelaarfunctionaliteit van de Rosemount 702-transmitter vereist dat het netwerk wordt beheerd door een Smart Wireless Gateway van versie 4, waarop v4.3 of hoger van de firmware is geïnstalleerd.
Afbeelding 16. Bedrading uitgangscircuit
Afbeelding 17. Mogelijke configuraties voor zowel kanaal 1 als kanaal 2
21
Page 22
Snelstartgids
UITGANG
UITGANG
BELASTING
BELASTING
BELASTING
BELASTING
UITGANG
UITGANG
BELASTING
BELASTING
UITGANG
UITGANG
Verkeerd
Maart 2019
Speciale overwegingen bij circuits met twee uitgangen:
Indien beide kanalen zijn aangesloten op een uitgangscircuit, is het van groot belang dat de CMN-aansluiting van elk circuit dezelfde spanning heeft. Een van de manieren om te zorgen dat beide circuits CMN-aansluitingen met dezelfde spanning hebben is het gebruik van een gemeenschappelijke aarding voor beide uitgangscircuits.
Afbeelding 18. Circuits met twee uitgangen en een gemeenschappelijke aarding
Als er twee uitgangscircuits zijn aangesloten op een enkele Rosemount 702-transmitter met een enkele voeding, moeten op elk uitgangscircuit zowel de CH+- als de CMN-aansluitingen worden aangesloten. De negatieve voedings­draden moeten dezelfde spanning hebben en zijn aangesloten op beide CMN-aansluitingen.
Afbeelding 19. Circuits met twee uitgangen en één voeding
22
Page 23
BELASTING
Voed i n g
< 26 V d.c. < 100 mA
M
aart 2019
Schakelen van sterkere stroom of hogere spanning
Het is van belang te weten dat de maximale uitgangsschakelcapaciteit 26 volt gelijkspanning en 100 milliampère bedraagt. Als er een hogere spanning of sterkere stroom moet worden geschakeld, kan hiervoor een tussenliggend relaiscircuit worden gebruikt. Afbeelding 20 is een voorbeeld van een circuit voor schakeling van sterkere stroom of hogere spanning.
Afbeelding 20. Een tussenrelais bedraden waarmee grotere stroom- of spanningswaarden kunnen worden geschakeld
Snelstartgids
Leksensoren, detectie van vloeibare koolwaterstoffen, meetoptiecode 61
Verbindingen aansluitblok
De configuratie voor detectie van vloeibare koolwaterstoffen is bestemd voor gebruik met de Tyco® TraceTek® Fast Fuel-sensor of de TraceTek-sensorkabel.
23
Page 24
Snelstartgids
Afbeelding 21. Aansluitklemmen op de brandstofsensor
Afbeelding 22. Aansluitschema brandstofsensor
Maart 2019
De aansluitingen op de TraceTek-sensorkabel van de Fast Fuel-sensor worden gemaakt door de gekleurde draden te bevestigen aan de kabelschoenen van dezelfde kleur.
De Rosemount 702 draadloze discrete transmitter kan maximaal 3 Fast
Fuel-sensoren ondersteunen. Deze Fast Fuel-sensoren worden aangesloten via de TraceTek modulaire leidkabel (TT-MLC-MC-BLK), optionele modulaire jumperkabels (TT-MJC-xx-MC-BLK) en vertakkingsconnectoren (TT-ZBC-MC-BLK) zoals aanbevolen in Afbeelding23.
24
Page 25
TT-MLC-MC-BLK (leidkabel)
TT-FFS-100 of TT-FFS-250 (sonde Fast Fuel-sensor)
TT-MLC-MC-BLK (leidkabel)
TT-FFS-100 of TT-FFS-250 (sonde Fast Fuel-sensor)
TT-ZBC-xx-MC-BLK (vertakkingsconnector)
TT-MJC-xx-MC-BLK (optionele jumperkabel)
M
aart 2019
Snelstartgids
Leksensoren, detectie van vloeibare koolwaterstoffen (vervolg)...
Afbeelding 23. Bedrading van brandstofsensoren (Opmerking: Alle onderdeelnummers op deze pagina verwijzen naar producten die worden verkocht door Tyco Thermo Controls, LLC.)
De Rosemount 702 draadloze discrete transmitter kan maximaal 152meter
(500 ft) TraceTek-kabel voor een koolwaterstof- of oplosmiddelsensor (serie TT5000 of TT5001) ondersteunen. De sensorkabel die wordt aangeslo­ten op een enkele Rosemount 702-transmitter mag in totaal niet langer zijn dan 152meter (500 ft). De leidkabel, de jumperkabels (indien gebruikt) en de vertakkingsconnectors worden voor deze 152meter (500 ft) niet meegere- kend. Zie Afbeelding24 voor configuratievoorbeelden.
25
Page 26
Snelstartgids
TT-MLC-MC-BLK (leidkabel)
Sensorkabel TT5000/TT5001 (maximaal 152 m [500 ft])
TT-MET-MC (afsluitweerstand)
TT-MJC-xx-MC-BLK (optionele jumperkabel)
TT-ZBC-xx-MC-BLK (vertakkingsconnector)
TT-MET-MC (afsluitweerstand)
Sensorkabel TT5000 of TT5001 van maximaal 152 m (500 ft) (totaal per 702)
TT-MET-MC (afsluitweerstand)
Afbeelding 24. Bedrading brandstofsensorkabel
Tabel 2. Interface voor detectie van vloeibare koolwaterstoffen, voor Modbus-toewijzing
Maart 2019
PV SV Beschrijving/interpretatie
1,0 1,0 Normale toestand, geen lek gedetecteerd, sensorstatus goed
0,0 1,0 of 0,0 Lek gedetecteerd, sensorstatus goed
1,0 0,0
Sensor niet aangesloten, lek verondersteld, neem gepaste maatregelen
Tabel 2 beschrijft het gebruik van de Rosemount 702-transmitter voor de
detectie van koolwaterstoffen in andere communicatieprotocollen zoals Modbus of OPC. Zowel PV als SV moeten aan het hostsysteem worden toegewezen zodat de toestand en status van de lekdetector goed kunnen worden geïnterpreteerd.
MEDEDELING
Zowel PV als SV moeten aan het hostsysteem worden toegewezen zodat de diagnostische informatie over de sensorstatus wordt vastgelegd.
Ook moeten systeemoverwegingen in aanmerking worden genomen om er zeker van te zijn dat het apparaat nog is aangesloten op het draadloze netwerk en nog waarden doorgeeft. Op een Emerson Smart Wireless Gateway kunt u dit doen door raadpleging van de volgende parameter: PV_HEALTHY. PV_HEALTHY is “Waar” als het apparaat verbinding heeft met het netwerk en de updates zijn bijgewerkt, niet vertraagd of verouderd zijn, en het apparaat goed functioneert. Wanneer PV_HEALTHY “Onwaar” is, betekent dit dat het apparaat geen
26
Page 27
WAARSCHUWING
M
aart 2019
verbinding heeft met het netwerk, dat de gegevensupdates niet zijn bijgewerkt of dat er een apparaatstoring (zoals een elektronicastoring) is opgetreden. Wanneer PV_HEALTHY “Onwaar” is, kunt u het beste veronderstellen dat het apparaat niet is aangesloten op het netwerk en de gepaste maatregelen nemen.
Hieronder staat een afbeelding van het gateway-scherm, van waaruit de variabelen PV en SV en de parameter PV_HEALTHY kunnen worden toegewezen.
Afbeelding 25. Modbus-registermap Smart Wireless Gateway
Snelstartgids
Leksensoren, detectie van vloeibare koolwaterstoffen (vervolg)...
De diagnostiek van de Fast Fuel-sensor wordt via de variabele SV doorgegeven.
Deze extra informatie geeft extra informatie over de sensorstatus wanneer u de TraceTek Fast Fuel-sensor gebruikt.
Als het apparaat niet meer aanwezig is op het draadloze netwerk, moeten er gepaste maatregelen worden genomen door het hostsysteem.
Belangrijke opmerkingen over het gebruik van de Tyco TraceTek Fast Fuel-sensor en TraceTak-sensorkabel:
Tyco TraceTek-sensoren moeten worden geïnstalleerd volgens de
aanbevelingen van de fabrikant.
Laat de Rosemount 702-transmitter niet langdurig (langer dan twee weken)
met een Tyco-brandstofsensor in de lektoestand werken, aangezien de voedingsmodule hierdoor sneller uitgeput raakt.
27
Page 28
Snelstartgids
Bewaking van oog- en reddingsdouches
De Rosemount 702-transmitter kan worden gebruikt voor bewaking van oog­en reddingsdouches met behulp van schakelsets van TopWorx (een bedrijf van Emerson). Deze sets worden besteld als onderdeel van de Rosemount 702 modelcode, of afzonderlijk als accessoirepakket, en zijn zowel voor geïsoleerde als ongeïsoleerde leidingen verkrijgbaar. De sets bevatten de schakelaars, beugels en kabels voor installatie van de Rosemount 702 ter bewaking van de oog- en de nooddouche op dezelfde locatie. Omdat beide schakelaars twee ingangskanalen hebben, kan er één Rosemount 702-transmitter worden gebruikt voor bewaking van een oog- en een nooddouche.
Elke set voor bewaking van nooddouches bevat:
twee TopWorx Go Switch magnetische naderingsschakelaars twee kabels: een van 1,8 m (6 ft) en een van 3,6 m (12 ft) twee kabelwartels van zwart polymeer installatiepakket voor oog- en nooddouche
Bewaking van de nooddouche
Wanneer de klep in de nooddouche wordt geactiveerd (geopend) doordat er aan de handgreep wordt getrokken, wordt de TopWorx-schakelaar geactiveerd (schakeling gemaakt) en detecteert de Rosemount 702-transmitter die schakelstand. Deze schakelstand wordt door de Rosemount 702-transmitter doorgegeven naar de gateway, die de informatie naar het besturingshost- of waarschuwingssysteem verzendt. Ook nadat de klep in de nooddouche wordt gesloten blijft de schakelaar geactiveerd totdat deze door een monteur wordt gereset. U kunt de schakelaar uitsluitend resetten door een ferrometalen voorwerp achter het sensorgedeelte van de schakelaar te plaatsen.
Maart 2019
Afbeelding 26. Op een nooddouche geïnstalleerde TopWorx-schakelaar
28
Page 29
M
aart 2019
Bewaking van de oogdouche
Wanneer de klep van de oogdouche wordt geactiveerd (geopend) doordat de hendel omlaag is gedrukt, wordt de TopWorx-schakelaar geactiveerd (schakeling gemaakt) en detecteert de Rosemount 702-transmitter die schakelstand. Deze schakelstand wordt door de Rosemount 702-transmitter doorgegeven naar de gateway, die de informatie naar het besturingshost- of waarschuwingssysteem verzendt. Ook nadat de klep in de oogdouche wordt gesloten blijft de schakelaar geactiveerd totdat deze door een monteur wordt gereset. U kunt de schakelaar uitsluitend resetten door een ferrometalen voorwerp achter het sensorgedeelte van de schakelaar te plaatsen.
Afbeelding 27. Op een oogdouche geïnstalleerde TopWorx-schakelaar
Snelstartgids
Gebruik van de veldcommunicator
Opmerking:
Voor communicatie met een veldcommunicator moet de Rosemount 702-transmitter worden gevoed via aansluiting op de voedingsmodule
29
Page 30
Snelstartgids
COMM
P/N 00753-9200-0020
1
2
3
4
0020
CH1 +
CMN
CH2 +
CMN
CH Input Mode:
Dry Contact Only
CH Output Mode:
26VDC Max 100mA Max
Tabe l 3. Sneltoetscombinatie Rosemount 702-transmitter
Maart 2019
Functie
Device Information (apparaatgegevens)
Guided Setup (begeleide installatie)
Manual Setup (handmatige configuratie)
Wireless (draadloos)
Sensor Calibration (sensorkalibratie)
Sneltoetsreeks Menu-items
Manufacturer Model (fabrikantmodel), Final Assembly
Number (eindmontagenummer), Universal (universeel),
2,2,4,3
2, 1
2, 2
2, 2, 1
3, 4, 1
Field Device (veldapparaat), Software, Hardware,
Descriptor, Message (bericht), Date (datum), Model
Number (modelnummer) I, II, III, SI Unit Restriction
(beperking SI-eenheid), Country (land)
Join Device to Network (apparaat met netwerk
verbinden), Configure Update Rate (bijwerkfrequentie configureren), Configure Sensor (sensor configureren), Calibr ate Sensor (senso r kalibreren), Configure Display
(display configureren), Configure Process Alarms
(procesalarm en configureren)
Wireless (draadloos), Process Sensor (processensor),
Percent of Range (percentage van bereik), Device
Temperatures (apparaattemp eraturen), Device
Information (apparaatgegevens), Device Display
(apparaatdisplay), Other (overige)
Network ID (netwerk-ID), Join Device to Network
(apparaat met netwerk verbinden), Configure Update Rate
(bijwerkfrequentie configureren), Configure Broadcast
Power Level (zendvermogensniveau configureren), Power
Mode (voedingsmodus), Power Source (voedingsbron)
Output configuration (configuratie uitgang), Input
configuration (configuratie ingang)
Afbeelding 28. Verbindingen met de veldcommunicator
30
Page 31
Maart 2019
Snelstartgids
Productcertificeringen
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. — Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management GmbH & Co. — Karlstein, Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited — Singapore
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie
De EG-verklaring van overeenstemming begint op pagina 38 en de meest recente herziening vindt u op www.rosemount.com onder Documentation.
Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur
Alle draadloze apparaten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type productcertificering is in bijna alle landen vereist. Emerson werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van draadloze apparatuur wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zouden worden overtreden.
FCC en IC
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken. Dit apparaat moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het apparaat op ongewenste wijze werkt.
Dit apparaat moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm bedraagt.
Certificering normale locaties voor FM-goedkeuringen
De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM Approvals onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten. FM Approvals is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
Certificaten explosiegevaarlijke plaatsen
Certificeringen Noord-Amerika
FM-goedkeuringen I5 FM-goedkeuringen intrinsiek veilig, niet-vonkend en stofontstekingsbestendig
Certificaatnummer: 3031506 Van toepassing zijnde normen: Class 3600, 1998; Class 3610, 2010; Class 3611, 2004; Class 3810, 2005; ANSI/NEMA 250
31
Page 32
Snelstartgids
Markering: IS CL I,II,III, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G.
NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D. IS CL I, zone 0, AEx ia llC T4 Ta = —50 tot 70 °C DIP CL II/III, DIV 1, GP E, F, G, OMG TEMP GRENZEN —50 TOT 85 °C INDIEN AANGESLOTEN VOLGENS ROSEMOUNT-TEKENING 00702-1000. VOOR GEBRUIK MET EMERSON SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF
WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE LADING — ZIE INSTRUCTIES BEHUIZING TYPE 4X IP66/67
Speciale voorwaarden voor certificering:
1. De behuizing van de Model 702-transmitter bevat aluminium, dat een risico op ontsteking bij stoten of wrijving met zich meebrengt. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik.
2. De oppervlakteweerstand van de antenne van polymeer is groter dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
3. Uitsluitend voor gebruik met de Model 701P of Rosemount 753-9220-XXXX SmartPower Battery Module.
N5 FM-goedkeuringen niet-vonkend en stofontstekingsbestendig
Certificaatnummer: 3031506 Van toepassing zijnde normen: Class 3600, 1998; Class 3611, 2004; Class 3810, 2005; ANSI/NEMA 250 Markering: NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D.
T4 Ta = —50 tot 70 °C DIP CL II/III, DIV 1, GP E, F, G, OMG TEMP GRENZEN —50 TOT 85°C INDIEN AANGESLOTEN VOLGENS ROSEMOUNT-TEKENING 00702-1000. VOOR GEBRUIK MET EMERSON SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE LADING — ZIE INSTRUCTIES BEHUIZING TYPE 4X IP66/67
Speciale voorwaarden voor certificering:
1. Uitsluitend voor gebruik met de Model 701P of Rosemount 753-9220-XXXX SmartPower Battery Module.
Maart 2019
CSA International I6 CSA intrinsiek veilig
Certificaatnummer: 1143113 Van toepassing zijnde normen: CAN/CSA-norm 22.2 nr. 0-10, CSA-norm 22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-norm 22.2 nr. 157-92, CSA-norm 22.2 nr. 60529:05 Markeringen: Ex ia; INT. VEILIG VOOR GEBRUIK IN CL I, DIV 1, GP A, B, C, D GEV. LOC.
32
TEMPERATUURCODE T3C BEHUIZINGSTYPE 4X, IP66/IP67 VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT
SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF INDIEN AANGESLOTEN VOLGENS ROSEMOUNT-TEKENING 00702-1020
Page 33
M
aart 2019
Snelstartgids
Grenswaarden uitgangsparameters schakelaarklemmen Optiecode 32
Parameters aansluitklemmen brandstofsensor Optiecode 61
Uo = 6,6 V Uo = 7,8 V Io = 13,37 mA Io = 92 mA Po = 21,77 mW Po = 180 mW Ca = 21,78 uF Ca = 9,2 uF La = 198 mH La = 5 mH
Grenswaarden uitgangsparameters schakelaarklemmen Optiecode 22
Uo = 6,6 V Io = 26,2 mA Po = 42,6 mW Ca = 23,8 uF La = 50 mH
N6 CSA klasse I, divisie 2
Certificaatnummer: 1143113 Van toepassing zijnde normen: CAN/CSA-norm 22.2 nr. 0-10, CSA-norm 22.2 nr. 142-M1987, CSA-norm 22.2 nr. 213-M1987, CSA-norm 22.2 nr. 60529:05 Markeringen: VEILIG VOOR GEBRUIK IN CL I, DIV 2, GP A, B, C, D GEV. LOC.
TEMP.-CODE: T3C VOOR GEBRUIK MET EMERSON SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF BEHUIZINGSTYPE 4X, IP66/67
Europese certificeringen
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat nr.: Baseefa 07ATEX0239X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0: 2011, EN60079-11: 2012 Markeringen: II 1G Ex ia IIC T5 Ga (—60 °C Tomg +40 °C);
Ex ia IIC T4 Ga (—60 °C Tom g +70 °C)
1180 IP66 / IP67 VOOR GEBRUIK MET ROSEMOUNT SMARTPOWER™-VOEDINGSMODULE,
ONDERDEELNUMMER 753-9220-0001 of VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE LADING — ZIE INSTRUCTIES
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 32
Uo = 6,6 V Uo = 7,8 V Io = 13,4 mA Io = 92 mA Po = 21,8 mW Po = 180 mW Ci = 0,216 uF Ci = 10 nF Co
= 23,78 uF Co
IIC
Co
= 549,78 uF Co
IIB
Co
= 1000 uF Co
IIA
Li=0 Li=0 Lo
= 200 mH Lo
IIC
Lo
= 800 mH Lo
IIB
Lo
= 1000 mH Lo
IIA
PARAMETERS AANSLUITKLEMMEN BRANDSTOFSENSOR Optiecode 61
= 9,2 uF
IIC
= 129 uF
IIB
= 1000 uF
IIA
= 4,2 mH
IIC
= 16,8 mH
IIB
= 33,6 mH
IIA
33
Page 34
Snelstartgids
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 22
Uo = 6,6 V Io = 26 mA Po = 42,6 mW Co = 11 uF Lo = 25 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
NM ATEX intrinsieke veiligheid mijnbouw
Certificaat nr.: Baseefa 07ATEX0239X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0: 2011, EN60079-11: 2012 Markeringen: I M1 Ex ia I Ma (—60 °C Ta +70 °C)
1180
IP66 / IP67 VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT
SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE
LADING — ZIE INSTRUCTIES
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 32
Uo = 6,6 V Io = 13,4 mA Po = 21,8 mW Ci = 0,216 uF Co
= 23,78 uF
IIC
Co
= 549,78 uF
IIB
Co
= 1000 uF
IIA
Li=0 Lo
= 200 mH
IIC
Lo
= 800 mH
IIB
Lo
= 1000 mH
IIA
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. De oppervlakteweerstand van de antenne bedraagt meer dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
IU ATEX intrinsieke veiligheid voor zone 2
Certificaatnummer: Baseefa 12ATEX0122X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0: 2011, EN60079-11: 2012 Markeringen: 3G Ex ic IIC T4 Gc (—60 °C Ta +70 °C)
Ex ic IIC T5 Gc (—60 °C Ta +40 °C) IP66 / IP67 VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF
Maart 2019
34
Page 35
M
aart 2019
Snelstartgids
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 32
Parameters schakelaarklemmen
Optiecode 42
Ingang Uitgang
Uo = 6,6 V Uo = 6,6 V Ui = 26 V Io = 13,4 mA Io = 13,4 mA Ii = 100 mA Po = 21,8 mW Po = 21,8 mW Pi = 65 W Ci = 0,216 uF Ci= 0,216 uF Ci= 0,216 uF Co
= 23,78 uF Co
IIC
Co
= 549,78 uF Co
IIB
Co
= 1000 uF Co
IIA
= 23,78 uF Li=0
IIC
= 549,78 uF
IIB
= 1000 uF
IIA
Li=0 Li=0 Lo
= 200 mH Lo
IIC
Lo
= 800 mH Lo
IIB
Lo
= 1000 mH Lo
IIA
= 200 mH
IIC
= 800 mH
IIB
= 1000 mH
IIA
Speciale voorwaarden voor gebruik
1. De oppervlakteweerstand van de antenne is groter dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. Het voedingsmodulemodel 701PB kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden vervangen. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ en moet correct worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze apparaat. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
Systeemcertificeringen IECEx
I7 IECEx Intrinsieke veiligheid
Certificaat nr.: IECEx BAS 07.0082X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011 Markeringen: Ex ia IIC T5 Ga (—60 °C Ta +40 °C);
Ex ia IIC T4 Ga (—60 °C Ta +70 °C) IP66 / IP67 VOOR GEBRUIK MET ROSEMOUNT SMARTPOWER™-VOEDINGSMODULE, ONDERDEELNUMMER 753-9220-0001 of VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE LADING — ZIE INSTRUCTIES
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 32
PARAMETERS AANSLUITKLEMMEN BRANDSTOFSENSOR Optiecode 61
Uo = 6,6 V Uo = 7,8 V Io = 13,4 mA Io = 92 mA Po = 21,8 mW Po = 180 mW Ci = 0,216 uF Ci = 10 nF Co
= 23,78 uF Co
IIC
Co
= 549,78 uF Co
IIB
Co
= 1000 uF Co
IIA
= 9,2 uF
IIC
= 129 uF
IIB
= 1000 uF
IIA
Li=0 Li=0 Lo
= 200 mH Lo
IIC
Lo
= 800 mH Lo
IIB
Lo
= 1000 mH Lo
IIA
= 4,2 mH
IIC
= 16,8 mH
IIB
= 33,6 mH
IIA
35
Page 36
Snelstartgids
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 22
Uo = 6,6 V Io = 26 mA Po = 42,6 mW Co = 11 uF Lo = 25 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X)
1. De oppervlakteweerstand van de antenne is groter dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. Het voedingsmodulemodel 701PB kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden vervangen. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ en moet correct worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze apparaat. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
IY IECEx intrinsieke veiligheid voor zone 2
Certificaatnummer: IECEx BAS 12.0082X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011 Markeringen: Ex ic IIC T4 Gc (—60 °C Ta +70 °C)
Ex ic IIC T5 Gc (—60 °C Ta +40 °C) IP66 / IP67 VOOR GEBRUIK MET EMERSON PROCESS MANAGEMENT
SMARTPOWER-OPTIE 701PBKKF WAARSCHUWING — POTENTIEEL GEVAAR VAN ELEKTROSTATISCHE LADING — ZIE INSTRUCTIES
GRENSWAARDEN UITGANGSPARAMETERS SCHAKELAARKLEMMEN Optiecode 32
PARAMETERS AANSLUITKLEMMEN BRANDSTOFSENSOR Optiecode 42
Ingang Uitgang
Uo = 6,6 V Uo = 6,6 V Ui = 26 V Io = 13,4 mA Io = 13,4 mA Ii = 100 mA Po = 21,8 mW Po = 21,8 mW Pi = 65 W Ci = 0,216 uF Ci = 0,216 uF Ci= 0,216 uF Co
= 23,78 uF Co
IIC
Co
= 549,78 uF Co
IIB
Co
= 1000 uF Co
IIA
= 23,78 uF Li=0
IIC
= 549,78 uF
IIB
= 1000 uF
IIA
Li=0 Li=0 Lo
= 200 mH Lo
IIC
Lo
= 800 mH Lo
IIB
Lo
= 1000 mH Lo
IIA
= 200 mH
IIC
= 800 mH
IIB
= 1000 mH
IIA
Speciale voorwaarden voor gebruik
1. De oppervlakteweerstand van de antenne is groter dan 1 GΩ. Om elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
2. Het voedingsmodulemodel 701PB kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden vervangen. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ en moet correct worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze apparaat. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostatische lading worden voorkomen.
36
Maart 2019
Page 37
M
aart 2019
Certificeringen Japan
I4 TIIS intrinsieke veiligheid
Certificaatnummer: TC18640 Markeringen: Ex ia IIC T4 omgevingstemp. —20 ~ 60 °C
Ingangen met droog contact Optiecode 22
Uo = 6,6 V Io = 26 mA Po = 42,6 mW Co = 10,9 uF Lo = 25 uH
Certificeringen China (NEPSI)
I3 Intrinsieke veiligheid China
Certificaat nr.: GYJ081015 Markeringen: Ex ia IIC T4/T5
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik
1. De temperatuurklasse hangt als volgt af van het omgevingstemperatuurbereik:
Tem pe ra tu ur kl as se Omgevingstemperatuurbereik
T4 (—60 ~ +70) °C T5 (—60 ~ +40) °C
2. Veiligheidsparameters (optiecode 22): Uo = 6,6 V, Io = 26,2 mA, Po = 42,6 mW, Co = 10,9 uF, Lo = 25 uH
3. De beveiliging van de kabelingang van de transmitter moet ten minste overeenstemmen met de beveiliging voor IP20-behuizingen (GB4208-1993).
4. De kabels tussen de transmitter en bijbehorende apparatuur moeten ommanteld zijn (de kabels moeten een geïsoleerde mantel hebben). De koperdoorsnede van de kabelader moet groter zijn dan 0,5 mm zijn. De bedrading mag niet gevoelig zijn voor elektromagnetische storingen.
5. De COMM-interface mag niet worden gebruikt op explosiegevaarlijke locaties.
6. Bijbehorende apparatuur moet worden geïnstalleerd in een veilige locatie. Gedurende installatie, bedrijf en onderhoud moeten de voorschriften in de instructiehandleiding nauwkeurig worden opgevolgd.
7. Eindgebruikers mogen geen interne componenten verwisselen.
8. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud van de transmitter moet u zich aan de volgende normen houden: a. GB3836.13-1997 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 13: Repa-
ratie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in een atmosfeer met explosief gas”
b. GB3836.15-2000 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 15:
Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen).”
c. GB3836.16-2006 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosfeer Deel 16:
Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (anders dan mijnen)”
d. GB50257-1996 “Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumen-
ten voor explosieve atmosfeer en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur”
9. Merk op dat alle installatieprocedures moeten worden gevolgd. Aansluiting op een apparaat dat niet voldoet aan dezelfde goedkeuringsvereisten kan van invloed zijn op de goedkeuring van het geïnstalleerde systeem als geheel.
2
. De mantel moet op betrouwbare wijze geaard
Snelstartgids
37
Page 38
Snelstartgids
Afbeelding 29. EG-verklaring van overeenstemming voor Rosemount 702
Maart 2019
38
Page 39
Maart 2019
Snelstartgids
39
Page 40
Snelstartgids
Maart 2019
40
Page 41
Maart 2019
Snelstartgids
41
Page 42
Snelstartgids
00825-0211-4702, rev. GG
Maart 2019
Rosemou nt Inc.
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS Tlf. (VS) (800) 999-9307 Tlf. (andere landen) (952) 906-8888 Fax (952) 906-8889
Emerson Automation Solutions
1 Pandan Crescent Singapore 128461 Tlf. (65) 6777 8211 Fax (65) 6777 0947/65 6777 0743
Emerson Automation Solutions GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling, Duitsland Tlf.
49 (8153) 9390,
Fax 49 (8153) 939172
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited
No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Peking 100013, China Tlf. (86) (10) 6428 2233 Fax (86) (10) 6422 8586
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
© 2019 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.
Loading...