Deze gids bevat beknopte informatie voor de Rosemount 648 Wireless. Hij bevat geen gedetailleerde
instructies voor configuratie, diagnostiek, reparatie, onderhoud, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg
de naslaghandleiding van de Rosemount 648 Wireless (publicatienummer 00809-0100-4648) voor nadere
instructies. De handleiding en deze gids zijn ook in elektronische vorm beschikbaar op
Emerso nProcess.co m/Rosemount.
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
De installatie mag alleen door daartoe bevoegd personeel worden verricht.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Controleer voordat u een veldcommunicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de
instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading.
Controleer of de bedrijfsomgeving van de transmitter overeenstemt met de betreffende certificeringen
voor explosiegevaarlijke zones.
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf.
Installeer de beschermbuizen en sensoren en zet ze stevig vast voordat u er druk op zet.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die
elektrische schokken kan veroorzaken.
Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is uitsluitend toegestaan
onder de volgende voorwaarden:
Dit instrument mag geen schadelijke storing veroorzaken.
Dit instrument moet alle ontvangen storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat
het instrument op ongewenste wijze werkt.
Dit instrument moet zo worden geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten
minste 20 cm bedraagt.
De zwarte voedingsmodule mag in een gevaarlijke omgeving worden vervangen. De zwarte
voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan één gigaohm en moet correct worden
geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze instrument. Tijdens vervoer naar en vanaf het
installatiepunt moet het ontstaan van een elektrostat ische lading worden voorkomen.
Aandachtspunten in verband met vervoer van draadloze producten: (lithium-batterij: zwarte
voedingsmodule, modelnummer 701PBKKF)
Het instrument is zonder geïnstalleerde zwar te voedingsmodule geleverd. Verwijder de zwarte
voedingsmodule voordat u het apparaat verzendt.
Elke zwarte voedingsmodule bevat twee primaire lithiumbatterijen van maat “C”. Het vervoer van primaire
lithiumbatterijen valt onder de regelgeving van het Amerikaanse ministerie van transport alsmede van de
IATA (International Air Transport Association), de ICAO (International Civil Aviation Organisation) en de ADR
(Europees verdrag inzake het transport over land van gevaarlijke goederen). Het is de verantwoordelijkheid
van de transporteur om deze en eventuele andere plaatselijke voorschriften na te leven. Raadpleeg voor
verzending de geldende regels en voorschriften.
3
Snelstartgids
Maart 2019
1.0 Overwegingen met betrekking tot draadloze
apparatuur
1.1 Inschakelvolgorde
De Rosemount 648 Wireless en alle andere draadloze apparatuur mogen pas
worden geïnstalleerd nadat de Smart Wireless Gateway (“gateway”) is
geïnstalleerd en naar behoren functioneert. Bij het inschakelen van draadloze
apparatuur dient een volgorde te worden aangehouden die wordt bepaald door
de afstand tot de Gateway, te beginnen met het apparaat dat het dichtst in de
buurt staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger
verlopen. Schakel 'active advertising' (actief informeren) in op de Gateway zodat
nieuwe apparaten sneller verbinding maken met het netwerk. Raadpleeg voor
meer informatie de handleiding van de Smart Wireless Gateway
(publicatienummer 00809-0200-4420).
1.2 Stand van de antenne
Voor een goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne
verticaal naar boven of naar beneden wijzen en op een afstand van ongeveer
1 m (3 ft) van grote constructies, gebouwen of geleidende oppervlakken worden
geplaatst.
Afbeelding 1. Stand van de antenne
1.3 Ingang leiding
Zorg na installatie dat elke kabelbuisopening wordt afgedicht met een
doorvoerleidingplug met een goedgekeurd schroefdraadafdichtmiddel of wordt
voorzien van een doorvoerleidingfitting of kabelwartel met een geschikt
schroefdraadafdichtmiddel.
4
COMM
P/N 00753-9200-0020
1
2
3
4
Maart 2019
Afbeelding 2. Kabelinvoer
Snelstartgids
A
A
A. Kabelinvoer
1.4 Verbindingen met de veldcommunicator
De zwarte voedingsmodule moet worden geïnstalleerd in het apparaat zodat de
veldcommunicator kan communiceren met de Rosemount 648 Wireless. Voor
communicatie met de HART Wireless transmitter via een veldcommunicator is
een Rosemount 648 Wireless Device Dashboard (DD) vereist. Voor Rosemount
648 Wireless transmitters voorzien van de Rosemount X-well
DD Revision 648 Dev. 4 Rev. 1 of hoger vereist om de Rosemount X-well
functionaliteit te kunnen bekijken. Om de meest recente DD te verkrijgen gaat u
naar de pagina “475 Field Communicator System Software and Device
Description” op:
Zie Afbeelding 3 hieronder voor instructies over het aansluiten van de
veldcommunicator op de Rosemount 648 Wireless.
Afbeelding 3. Aansluiting
™
technologie is de
5
Snelstartgids
Maart 2019
2.0 Fysieke installatie
De draadloze Rosemount 648 kan worden geïnstalleerd in twee verschillende
configuraties:
Directe montage, waarbij de sensor rechtstreeks is aangesloten op de
kabelinvoer in de behuizing van de Rosemount 648 Wireless.
Montage op afstand, waarbij de sensor op afstand is gemonteerd van de
behuizing van de Rosemount 648 Wireless en vervolgens wordt aangesloten
op de Rosemount 648 Wireless via een kabelbuis.
Kies de installatieprocedure die overeenkomt met de gekozen montageconfiguratie.
2.1 Directe montage
De installatie via directe montage mag niet worden toegepast als u bij de
installatie een Swagelok®-fitting gebruikt.
1. Installeer de sensor volgens de standaard installatiemethode en gebruik
goedgekeurd draadborgmiddel op alle aansluitingen.
2. Sluit de behuizing van de Rosemount 648 Wireless aan op de sensor via de van
schroefdraad voorziene kabelinvoer.
3. Sluit de sensorbedrading aan op de aansluitklemmen volgens het
bedradingsschema.
4. Sluit de zwarte voedingsmodule aan.
NB
Bij het inschakelen van draadloze instrumenten moet een volgorde worden aangehouden die
wordt bepaald door de afstand tot de Smart Wireless Gateway, te beginnen bij het instrument dat
het dichtst in de buurt van de gateway staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en
eenvoudiger verlopen.
Afbeelding 4. Installeren van elektronicabehuizingsdeksels - directe
montage
5. Sluit het deksel van de behuizing en zet vast volgens de
veiligheidsspecificaties. Zorg altijd voor een goede afdichting door de deksels
van de elektronicabehuizing zo te monteren dat metaal tegen metaal komt te
liggen. Draai echter niet te strak aan.
6
Possible antenna rotation shown.Antenna rotation allows for bestinstallation practices in anyconfiguration.
Maart 2019
6. Zet de antenne verticaal, recht naar boven of recht naar beneden. Voor een
goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne zich op een
afstand van circa 1 m (3 ft) van grote constructies of gebouwen bevinden.
1. Installeer de sensor volgens de standaard installatiemethode en gebruik een
goedgekeurd draadborgmiddel op alle aansluitingen.
2. Leid de bedrading (en zo nodig de kabelbuis) van de sensor naar de
Rosemount 648 Wireless.
3. Trek de bedrading door de van schroefdraad voorziene kabelinvoer op de
Rosemount 648 Wireless.
4. Sluit de sensorbedrading aan op de aansluitklemmen volgens het
bedradingsschema.
5. Sluit de zwarte voedingsmodule aan.
Snelstartgids
NB
Bij het inschakelen van draadloze apparatuur moet een volgorde worden aangehouden die wordt
bepaald door de afstand tot de Wireless Gateway, te beginnen bij het apparaat dat het dichtst in de
buurt van de gateway staat. Hierdoor zal het opzetten van het netwerk sneller en eenvoudiger
verlopen.
7
Snelstartgids
Afbeelding 6. Installeren van elektronicabehuizingsdeksels - montage op
afstand
6. Sluit het deksel van de behuizing en zet vast volgens de
veiligheidsspecificaties. Zorg altijd voor een goede afdichting door de deksels
van de elektronicabehuizing zo te monteren dat metaal tegen metaal komt te
liggen. Draai echter niet te strak aan.
7. Zet de antenne verticaal, ofwel recht naar boven ofwel recht naar beneden.
Voor een goede communicatie met andere instrumenten moet de antenne
zich op een afstand van minimaal circa 1 m (3 ft) van grote constructies of
gebouwen bevinden.
Maart 2019
Afbeelding 7. Mogelijke antennerotatie - montage op afstand
2.3 Installatie van Rosemount X-well
De Rosemount X-well technologie is alleen beschikbaar als de Rosemount 648
Wireless en de 0085 pijpklemsensor op de fabriek zijn samengebouwd als
complete oplossing. De Rosemount X-well technologie functioneert alleen zoals
gespecificeerd met de door de fabriek geleverde en gebouwde pijpklemsensor.
Over het algemeen moeten de 'best practices' voor de installatie van de
pijpklemsensor worden gevolgd (raadpleeg de producthandleiding voor de
Rosemount pijpklemsensor, documentnummer 00809-0100-4952), in
combinatie met specifieke vereisten voor de Rosemount X-well technologie zoals
hierna aangegeven:
8
6 in6 in
Maart 2019
1. Voor een goede werking van de Rosemount X-well technologie is directe
montage van de transmitter aan de pijpklemsensor vereist.
2. De transmitterkop moet op afstand worden geplaatst van warmtebronnen
met wisselende temperatuur, zoals een boiler.
3. Er is isolatie (met een dikte van minimaal 1/2 in) vereist over de sensorklem en
het sensorverlengstuk naar de transmitterkop, om warmteverlies te
voorkomen. Breng aan beide zijden van de pijpklemsensor isolatie aan over
een afstand van circa vijftien cm. Zorg dat de luchtspleten tussen de isolatie en
de pijp zo klein mogelijk blijven. Zie Afbeelding 8 op pagina 9.
NB
Breng GEEN isolatie aan over de transmitterkop.
4. Controleer of de RTD-sensor van de pijpklem is gemonteerd volgens de
3-aderige configuratie (normaliter zal de fabriek op deze wijze configureren).
Zie Afbeelding 11 voor meer informatie.
Afbeelding 8. Installatietekening van Rosemount 648 Wireless met
Rosemount X-well technologie
Snelstartgids
3.0 Werking controleren
De werking kan op v ier manieren worden gecontroleerd: op het instrument via de
LCD-display, met behulp van de veldcommunicator, op de gateway via de
geïntegreerde webserver van de Smart Wireless Gateway of via AMS
Suite of de AMS Device Manager.
3.1 Lcd-display
Tijdens normale werking geeft de LCD-display de PV-waarde weer volgens de
bevestigde vernieuwingsfrequentie. Raadpleeg de handleiding van de
Rosemount 648 Wireless (documentnummer 00809-0100-4648) voor foutcodes
en andere LCD-displayberichten. Selecteer de knop Diagnostic (diagnostiek)
voor weergave van de schermen TAG (label), Device ID (instrument-ID), Network ID
(netwerk-ID), Network Join Status (joinstatus netwerk) en Device Status
(instrumentstatus).
™
Wireless
9
Snelstartgids
n e t w k
A - s r c h
n e t w k
1 P A R N T
Maart 2019
Netwerk zoeken
Verbinding maken
met netwerk
n e t w k
J O I N G
Verbonden met één
parent
Verbonden met twee
3.2 Veldcommunicator
Voor communicatie met de HART Wireless transmitter via een
veldcommunicator is een Rosemount 648 Wireless Device Dashboard (DD)
vereist. Voor Rosemount 648 Wireless transmitters voorzien van Rosemount
X-well technologie is DD Revision 648 Dev 4 Rev. 1 of hoger vereist om de
Rosemount X-well functionaliteit te kunnen bekijken. Om de meest recente DD
te verkrijgen gaat u naar de pagina “475 Field Communicator System Software
and Device Description” op:
Als de Rosemount 648 Wireless met de netwerk-ID en join-sleutel is
geconfigureerd en er voldoende tijd verstreken is om het netwerk te kunnen
pollen, wordt de verbinding tussen de transmitter en het netwerk tot stand
gebracht. Om de werking van het instrument en de connectiviteit te controleren
met gebruik van de webgebaseerde gebruikersinterface van de Smart Wireless
Gateway, gaat u naar de pagina Devices (instrumenten). Op deze pagina ziet u
ook de tag van de transmitter en PV, SV, TV, QV en het tijdstip van de laatste
update. Raadpleeg document nummer 00809-1600-4420 voor de terminologie,
gebruikersvelden en parameters die zijn toegepast in de webgebaseerde
gebruikersinterface van de Smart Wireless Gateway.
NB
De tijd die nodig is om het/de nieuwe instrument(en) toe te voegen aan het netwerk, hangt af van
het aantal toe te voegen instrumenten en het aantal instrumenten in het huidige netwerk. Het kan
wel vijf minuten duren om een instrument toe te voegen aan een bestaand netwerk met meerdere
instrumenten. Het kan wel 60 minuten duren om meerdere nieuwe instrumenten toe te voegen
aan het bestaande netwerk.
10
Maart 2019
Snelstartgids
NB
Als er bij verbinding met het netwerk meteen een alarmmelding op het apparaat te zien is, dan
heeft dit waarschijnlijk te maken met de wijze waarop de sensor is geconfigureerd. Controleer
de sensorbedrading (zie “Bedrading van de sensor” op pagina 13) en de sensorconfiguratie
(zie Tabel 3 op pagina 15).
Voor communicatie met de HART Wireless transmitter via AMS Device Manager is
een Rosemount 648 Wireless Device Dashboard (DD) vereist. Voor Rosemount
648 Wireless transmitters voorzien van Rosemount X-well technologie is DD
Revision 648 Dev 4 Rev. 1 of hoger vereist om de Rosemount X-well
functionaliteit te kunnen bekijken. Ga voor de meest recente DD naar de Easy
Upgrade-site van Emerson Process Management op:
Afbeelding 10. Explorer-venster in AMS Wireless Configurator
11
Snelstartgids
3.5 Problemen oplossen
Als het instrument na het opstarten niet wordt verbonden met het netwerk, moet
worden gecontroleerd of de Network ID (netwerk-ID) en de Join Key (join-sleutel)
juist zijn en of Active Advertising (actief melden) is ingeschakeld op de Smart
Wireless Gateway. De netwerk-ID en de join-sleutel in het instrument moeten
overeenkomen met de netwerk-ID en de join-sleutel van de gateway.
De netwerk-ID en de join-sleutel kunnen worden opgehaald via de Smart Wireless
Gateway op de pagina Setup (instellingen) > Network (netwerk) > Settings
(instellingen) op de webserver (zie Afbeelding 9 op pagina 11). De netwerk-ID en
join-sleutel op het draadloze instrument kunnen worden gewijzigd via de
volgende sneltoetsreeks.
Tabel 2. Sneltoetsreeks voor configuratie Wireless
FunctieSneltoetsreeksMenu-items
Wireless Configuration
(draadloze configuratie)
2, 2, 1
Network ID (netwerk-ID), Join to Network (met
netwerk verbinden), Broadcast Info
(broadcastgegevens)
Maart 2019
12
2-draads
RTD en Ω
3-draads
RTD en Ω
4-draads
RTD en Ω
Thermokoppel
en mV
Maart 2019
4.0 Naslaginformatie
De Rosemount 648 Wireless is geschikt voor gebruik met een aantal typen
RTD-sensors en thermokoppelsensors. Afbeelding 11 toont de correcte ingaande
verbindingen naar de sensoraansluitingen op de transmitter. Afbeelding 12, 13
en 14 tonen de bedradingconfiguraties voor de Rosemount sensors. Voor een
goede sensoraansluiting moet de sensorbedrading in de juiste
compressieaansluitingen worden verankerd en moeten de schroeven worden
vastgezet.
Afbeelding 11. Bedrading van de sensor
Thermokoppel/mV4-draads RTD en Ω
3-draads RTD en Ω2-draads RTD en Ω
Snelstartgids
Schema met sensoraansluitingen voor Rosemount 648 Wireless
1 2 3 4 1 2 3 4
2-wire
RTD and Ω
Emerson Process Management levert 4-draadssensoren voor alle RTD's met
één element. Gebruik deze RTD’s in 3-draadsconfiguraties door de aders die u
niet nodig hebt, niet aan te sluiten en ze te isoleren met isolatietape.
3-wire
RTD and Ω
1 2 3 4
4-wire
RTD and Ω
1 2 3 4
T/C and mV
NB
Om te kunnen communiceren met een veldcommunicator moet het instrument worden gevoed
via een verbinding met de zwarte voedingsmodule.
13
Snelstartgids
White (1)
White (2)
Red (3)
Red (4)
wit (1)
Wit (2)
rood (3)
Rood (4)
+ Wit (2)
— Rood (3)
+ Paars (2)
— Rood (3)
+ Yellow (2)
– Red (3)
+ Geel (2)
— Rood (3)
+ Blue (2)
– Red (3)
+ Blauw (2)
— Rood (3)
+ Zwart (2)
— Wit (3)
+ Roze (2)
— Wit (3)
+ Groen (2)
— Wit (3)
Afbeelding 12. Draadconfiguraties Series 65, Series 68, Series 78 en 58C
Eén element
Afbeelding 13. Draadconfiguraties thermokoppel Series 183
Typ e JTyp e E
+ White (2)
+ Purple (2)
Maart 2019
– Red (3)
Typ e KTyp e T
– Red (3)
Afbeelding 14. Draadconfiguraties thermokoppel Series 185
Typ e JTyp e N
+ Black (2)
– White (3)
Typ e K
+ Green (2)
– White (3)
+ Pink (2)
– White (3)
NB
De hierboven weergegeven bedradingsschema’s gelden alleen voor sensoren van Rosemount.
14
Maart 2019
Tabel 3 vermeldt de sneltoetsreeksen voor de gebruikelijke transmitterfuncties.
laag), Current Upper Trim (stroom-trim hoog),
RTD 2 Wire Offset (offset RTD 2-draads), Lower
(sensor-trim hoog), Device variable trim reset
(trimreset instrumentvariabele)
Snelstartgids
15
Snelstartgids
5.0 Voedingsmodule vervangen
Maart 2019
De verwachte levensduur van de zwarte voedingsmodule bedraagt 10 jaar onder
referentiecondities.
Volg de onderstaande procedure als vervanging van de module vereist is.
1. Verwijder het deksel en de module.
2. Vervang de module (onderdeelnummer 701PBKKF) en het deksel.
3. Zet vast volgens de specificatie en controleer de werking.
(1)
5.1 Aandachtspunten bij hantering
De zwarte voedingsmodule met de draadloze eenheid bevat twee primaire
lithium-thionylchloride batterijen in de maat “C” (zwarte voedingsmodule,
modelnummer 701PBKKF). Elke batterij bevat ongeveer 5,0 gram lithium. Onder
normale omstandigheden blijven de batterijmaterialen omsloten en gaan deze
geen reacties aan zolang de batterijen en de voedingsmodule intact blijven. Wees
voorzichtig om thermische, elektrische en mechanische schade te voorkomen.
De contacten moeten worden beschermd om voortijdige ontlading te
voorkomen.
De zwarte voedingsmodules moeten worden bewaard in een schone en droge
ruimte. Voor de maximale levensduur van de zwarte voedingsmodule mag de
opslagtemperatuur niet hoger zijn dan 30 °C (86 °F).
NB
Bij continue blootstelling aan een omgevingstemperatuur met limieten van
-40 °C of 85 °C (-40 °F of 185 °F) kan de gespecificeerde levensduur afnemen met
maximaal 20 procent.
Wees voorzichtig bij het hanteren van de zwarte voedingsmodule, hij kan
beschadigd raken bij een val vanaf een hoogte van meer dan circa 6 m (20 ft).
Ook als de cellen ontladen zijn, blijven de batterijen een risico vormen.
5.2 Aandachtspunten met betrekking tot het milieu
Zoals voor elke batterij moeten ook in dit geval de plaatselijke
milieuvoorschriften worden geraadpleegd voor het op gepaste wijze afvoeren
van lege batterijen. Als er geen specifieke voorschriften gelden, wordt recycling
via een bevoegd recyclingbedrijf aanbevolen. Raadpleeg het
veiligheidsinformatieblad voor informatie over de batterij.
5.3 Aandachtspunten met betrekking tot vervoer
Het instrument is zonder geïnstalleerde zwarte voedingsmodule geleverd.
Verwijder de module voordat u het instrument vervoert.
1. De referentiecondities zijn 21 °C (70 °F), verzending eenmaal per minuut en routingdata voor drie aanvullende
netwerkinstrumenten.
16
Maart 2019
Snelstartgids
6.0 Productcertificeringen
Rev 2,1
6.1 Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van
overeenstemming. De meest recente versie van de EG-verklaring van
overeenstemming vindt u op www.EmersonProcess.com/Rosemount
6.2 Naleving van regelgeving voor telecommunicatieapparatuur
Alle draadloze instrumenten dienen te worden gecertificeerd om te waarborgen
dat ze voldoen aan de regelgeving inzake gebruik van het RF-spectrum. Dit type
productcertificering is in bijna alle landen vereist.
Emerson Process Management werkt wereldwijd samen met overheidsinstanties
om producten te leveren die volledig in overeenstemming zijn met de geldende
regelgeving, zodat het risico wordt weggenomen dat met het gebruik van
draadloze apparatuur wettelijke richtlijnen en/of wetgeving zou worden
overtreden.
6.3 FCC en IC
Dit instrument voldoet aan deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is
uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: Dit instrument mag
geen schadelijke storing veroorzaken. Dit instrument moet alle ontvangen
storing accepteren, inclusief storing die mogelijk tot gevolg heeft dat het
instrument op ongewenste wijze werkt. Dit instrument moet zo worden
geïnstalleerd dat de afstand tussen de antenne en alle personen ten minste 20 cm
bedraagt.
6.4 Certificering voor normale locaties
De overbrenger is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest, waarbij
is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische,
mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend
onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is
geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA).
6.5 Installatie in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code (NEC) en de Canadese Electrical Code
(CEC) laten het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of
apparatuur met zonemarkering in divisies toe. De markeringen moeten geschikt
zijn voor de gebiedsclassificatie, gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is
duidelijk vastgelegd in de betreffende codes.
USA
I5 U.S. Intrinsic Safety (IS, intrinsieke veiligheid), Nonincendive (NI, niet-vonkend) en Dust
Ignition-proof (DIP, stofontstekingsbestendig)
Certificaat:FM 3027705
Normen: FM klasse 3600 – 2011, FM klasse 3610 – 2010, FM klasse 3611 – 2004,
Markeringen: IS CL I, DIV 1, GP 1, A, B, C, D; CL II, DIV 1, GP E, F, G; klasse III, T4/T5;
klasse 1, zone 0 AEx ia IIC T4/T5; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D T4/T5;
T4(-50 °C ≤ T
volgens Rosemount-tekening 00648-1000; DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G;
CL III, T5; T5(-50 °C ≤ T
≤ +70 °C), T5(-50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C) indien geïnstalleerd
a
≤ +85 °C); type 4X; IP66
a
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De behuizing van de Model 648 Transmitter bevat aluminium, dat een risico op
ontsteking bij stoten of wrijving met zich meebrengt. Voorkom stoten en wrijving
tijdens installatie en gebruik.
2. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of
gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
3. Uitsluitend voor gebruik met Model 701PBKKF of met Rosemount onderdeelnr.
753-9220-XXXX Smart Battery Module.
Parameters voor sensoraansluiting
Uo = 6,6 V
Io = 26,2 mA
Po = 42,6 mW
Co = 23,8 μF
Lo = 50 mH
N5 U.S. niet-vonkend (NI) en stofontstekingsbestendig (DIP)
Certificaat:FM 3027705
Normen:FM Klasse 3600 – 2011, FM Klasse 3611 – 2004, FM Klasse 3810 – 2005,
ANSI/NEMA 250 – 2003
Markeringen: NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D T4/T5; T4(-50 °C ≤ T
T5(-50 °C ≤ T
T5(-50 °C ≤ T
≤ +40 °C); DIP CL II, DIV 1, GP E, F, G; CL III, T5;
a
≤ +85 °C); type 4X; IP66/67
a
≤ +70 °C),
a
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Uitsluitend voor gebruik met Model 701PBKKF of met Rosemount onderdeelnr.
753-9220-XXXX Smart Power Battery Module.
Maart 2019
Canada
I6 Canada intrinsiek veilig
Certificaat:CSA 1143113
Normen:CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CAN/CSA C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2
Markeringen: Intrinsiek veilig klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D T3C;
Parameters voor sensoraansluiting
Uo = 6,6 V
Io = 26,2 mA
Po = 42,6 mW
Co = 23,8 μF
Lo = 50 mH
18
nr. 142-M1987, CSA-norm C22.2 nr. 157-92,
CSA-norm C22.2 nr. 60529:05
klasse 1, zone 0, IIC, T3C; indien aangesloten volgens
Rosemount-tekening 00648-1020; type 4X
Maart 2019
Europa
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:Baseefa07ATEX0011X
Normen:IEC 60079-0: 2011, EN 60079-11: 2012
Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga, T4(-60 °C ≤ T
Ex ia IIC T5 Ga, T5(-60 °C ≤ T
Voor gebruik met de Rosemount SmartPower
≤ +40 °C)
a
onderdeelnummer 753-9220-0001 of voor gebruik met de Emerson
SmartPower-optie 701PBKKF.
Parameters voor sensoraansluiting
Uo = 6,6 V
Io = 26,2 mA
Po = 42,6 mW
Co = 11 μF
Lo = 25 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of
gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
NM ATEX intrinsieke veiligheid mijnbouw
Certificaat:Baseefa07ATEX0011X
Normen:IEC 60079-0: 2011, EN 60079-11: 2012
Markeringen: I M 1 Ex ia I Ma (-60 °C ≤ T
a
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of
gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
a
≤ +70 °C)
≤ +70 °C)
™
voedingsmodule
Snelstartgids
Internationaal
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat:IECEx BAS 07.0007X
Normen:IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011;
Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga, T4 (-60 °C ≤ T
Ex ia IIC T5 Ga, T5 (-60 °C ≤ T
Parameters voor sensoraansluiting
Uo = 6,6 V
Io = 26,2 mA
Po = 42,6 mW
Co = 11 μF
Lo = 25 mH
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De voedingsmodule heeft een oppervlakteweerstand van meer dan 1 GΩ. Om
elektrostatische lading te voorkomen, mag hij niet worden schoongewreven of
gereinigd met oplosmiddelen of een droge doek.
≤ +70 °C)
a
≤ +40 °C)
a
19
Snelstartgids
2. De voedingsmodule Model 701PBKKF kan in een explosiegevaarlijke omgeving worden
vervangen. De voedingsmodules hebben een oppervlakteweerstand van meer dan
1GΩ en moeten correct worden geïnstalleerd in de behuizing van het draadloze
apparaat. Tijdens vervoer naar en vanaf het installatiepunt moet het ontstaan van een
elektrostatische lading worden voorkomen.
3. De behuizing van de 648 is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en is
afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in een zone 0-omgeving moet
echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.