Rosemount 644H-temperatuurtransmitters met FOUNDATION™-fieldbus Manuals & Guides [nl]

00825-0111-4829, Rev GA
Rosemount™ 644H temperatuurtransmitters
met FOUNDATION™ Fieldbus- protocol
Snelstartgids
Mei 2020
Snelstartgids Mei 2020
Inhoudsopgave
Over deze gids..............................................................................................................................3
De transmitter monteren............................................................................................................. 6
Bedrading aansluiten en stroom inschakelen................................................................................9
Aarden van de transmitter..........................................................................................................12
Labels verifiëren......................................................................................................................... 16
Transmitterconfiguratie configureren........................................................................................ 17
Productcertificeringen............................................................................................................... 21
Verklaring van overeenstemming...............................................................................................41
China RoHS................................................................................................................................ 45
2 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids

1 Over deze gids

Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor installatie van de Rosemount 644 temperatuurtransmitter. Hij bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 644 voor nadere instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount.
Veiligheidsberichten
WAARSCHUWING
De in dit document beschreven producten zijn NIET bedoeld voor gebruik in nucleaire toepassingen.
Wanneer een niet voor nucleaire toepassingen geschikt product gebruikt wordt in een toepassing, die een product vereist dat wel voor nucleaire toepassingen geschikt is, kunnen de afgelezen waarden onnauwkeurig zijn.
Neem contact op met een vertegenwoordiger van Emerson voor informatie over Rosemount-producten die geschikt zijn voor nucleaire toepassingen.
Volg de instructies
Als u deze installatierichtlijnen niet opvolgt, kan overlijden of ernstig letsel het gevolg zijn.
Zorg dat de installatie alleen door daartoe bevoegd personeel wordt verricht.
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
Snelstartgids 3
Snelstartgids Mei 2020
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van de transmitters in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende lokale, nationale en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg de paragraaf Productcertificeringen voor eventuele beperkingen in verband met een veilige installatie.
Verwijder het deksel van de verbindingskop niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er spanning op het circuit staat.
Controleer voordat u een manuele communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer of de instrumenten zijn geïnstalleerd volgens methoden voor intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedrading.Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de transmitter overeenstemt met de desbetreffende certificeringen voor explosiegevaarlijke omgevingen.
Alle deksels van de aansluitkoppen moeten volledig gesloten zijn om aan de vereisten voor explosiebestendigheid te voldoen.
Proceslekken
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf. Monteer de beschermbuizen en sensoren en draai ze aan voordat u druk
aanlegt op het systeem.
Elektrische schok
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
4 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids
Let op!
Doorvoerleiding-/kabelopeningen
Tenzij anders vermeld zijn de kabelgoot-/kabelingangen in de behuizing voorzien van een ½–14 NPT-draad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en doorvoerbuizen met een geschikte schroefdraad voor het afsluiten van deze openingen.
Ingangen met de aanduiding "M20" zijn voorzien van een M20 x 1,5­schroefdraad.
Gebruik bij installatie op gevaarlijke locaties in de kabel-/ doorvoerentrees uitsluitend pluggen, wartels of adapters met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Snelstartgids 5
Snelstartgids Mei 2020

2 De transmitter monteren

Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.

2.1 Aansluitkop installeren

In kop gemonteerde transmitter en sensor met DIN-plaat.
WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Procedure
1. Bevestig de beschermbuis in de pijpleiding of in de wand van het procesvat. Monteer de beschermbuis en zorg dat deze vastzit voordat u de procesdruk aanlegt.
2. Monteer de transmitter op de sensor. Druk de transmittermontageschroeven door de sensormontageplaat en plaats de veerringen (optioneel) in de groef van de transmittermontageschroef.
3. Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor.
4. Steek het geheel van transmitter en sensor in de aansluitkop. Draai de transmittermontageschroeven in de montageopeningen in de aansluitkop. Bevestig het verlengstuk op de aansluitkop. Steek het geheel in de beschermbuis.
5. Schuif de afgeschermde kabel door de kabelwartel.
6. Bevestig de kabelwartel in de afgeschermde kabel.
7. Plaats de draden van de afgeschermde kabel via de kabel-invoer in de aansluitkop. Sluit de kabelwartel aan en draai hem aan.
8. Sluit de draden van de afgeschermde voedingskabel aan op de voedingsaansluitklemmen van de transmitter.
Pas op dat u de sensorbedrading en de sensoraansluitklemmen niet aanraakt.
9. Installeer het deksel van de aansluitkop en draai het aan.
6 Emerson.com/Rosemount
D
A
E
B
F
C
Mei 2020 Snelstartgids
A. Rosemount 644 transmitter B. Aansluitkop C. Beschermbuis
D. Transmittermontageschroeven
E. Integraal gemonteerde sensor met losse draden F. Verlengstuk

2.2 Universeelkop installeren

In kop gemonteerde transmitter met sensor met schroefdraad.
WAARSCHUWING
Behuizing
De behuizingsdeksels moeten helemaal worden vastgezet om te voldoen aan de vereisten voor explosieveiligheid.
Procedure
1. Bevestig de beschermbuis in de pijpleiding of in de wand van het procesvat. Monteer de beschermbuizen en zet ze goed vast voordat u de procesdruk toepast.
2. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis. Dicht de nippel- en adapterschroefdraad af met siliconentape.
3. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer afvoerafdichtingen indien vereist voor zware omstandigheden of om te voldoen aan regelgeving.
4. Controleer of de integrale overspanningsbeveiliging (optiecode T1) goed is geïnstalleerd.
a) Controleer of de overspanningsbeveiliging stevig op de
aansluitkast van de transmitter is aangesloten.
b) Controleer of de voedingsdraden van de
overspanningsbeveiliging goed zijn vastgezet onder de schroeven van de voedingsklemmen van de transmitter.
Snelstartgids 7
A
B
C
D
E
Snelstartgids Mei 2020
c) Controleer of de aardgeleider van de
overspanningsbeveiliging is vastgezet op de inwendige aardschroef in de universeelkop.
Opmerking
Voor de overspanningsbeveiliging is een behuizing met een diameter van ten minste 3,5 in. (89 mm) vereist.
5. Trek de sensordraden door de universeelkop en de transmitter. Monteer de transmitter in de universeelkop door de transmittermontageschroeven in de montageopeningen van de universeelkop te schroeven.
6. Monteer de transmitter-sensorconstructie in de beschermbuis. Dicht de adapterdraad af met siliconentape.
7. Installeer de doorvoerleiding voor veldbedrading op de kabelbuisingang van de universeelkop. Dicht de schroefdraad van de kabelbuis af met PTFE-tape.
8. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de universeelkop. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter.
Vermijd contact met andere aansluitklemmen.
9. Installeer het deksel van de universeelkop en draai het aan.
A. Beschermbuis met schroefdraad B. Standaardverlengstuk C. Sensor met schroefaansluiting
D. Universeelkop (transmitter en lcd binnenin)
E. Kabelbuisopening
8 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids

3 Bedrading aansluiten en stroom inschakelen

De bedradingsschema’s bevinden zich in het deksel van het aansluitklemmenblok.
Er is externe voeding nodig om een veldbussegment van stroom te voorzien.
De vereiste spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter bedraagt 9 tot 32 Vdc (de voedingsaansluitingen hebben een nominale belastbaarheid van 32 Vdc). Om beschadiging van de transmitter te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat de klemspanning tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet tot onder 9 VDC daalt.

3.1 Voedingsfilter

Voor een FOUNDATION™-veldbussegment is een spanningsstabilisator nodig om het voedingsfilter te isoleren en het segment los te koppelen van andere segmenten die op dezelfde voeding zijn aangesloten.

3.2 Sluit de transmittervoeding aan

Procedure
1. Verwijder het deksel van het aansluitklemmenblok (indien van toepassing).
2. Sluit de voedingsdraad aan op de aansluitklemmen. Op de transmitter is de polariteit niet van belang. Bij gebruik van een overspanningsbeveiliging moeten de
voedingsdraden worden aangesloten op de bovenkant van de overspanningsbeveiliging.
3. Draai de aansluitklemschroeven aan. Wanneer u de sensor- en voedingsdraden vastzet, is het maximale
aanhaalmoment 6 in-lb (0,7 N-m).
4. Plaats het deksel terug en draai het aan (indien van toepassing).
5. Leg spanning aan (9-32 VDC).
Figuur 3-1: Sensoraansluitingen
Twee-draads RTD
en Ω
Snelstartgids 9
Drie-draads RTD
en Ω
Vier-draads RTD
en Ω
Thermokoppel
en mV
A
B
C
E
F
F
G
H
I
D
Snelstartgids Mei 2020
Opmerking
Emerson levert vierdraads sensoren voor alle RTD’s met één element. Gebruik deze RTD’s in driedraadsconfiguraties door de draden die u niet nodig hebt niet aan te sluiten en af te schermen met isolatietape.
Om een RTD met een compensatiekring te kunnen herkennen, moeten de transmitters worden geconfigureerd voor ten minste een driedraads RTD.
Figuur 3-2: Standaardconfiguratie voor een veldbusnetwerk
A. Max. 6234 ft. (1900 m), afhankelijk van kabelkenmerken B. Geïntegreerde spanningsstabilisator en geïntegreerd filter C. Afsluitweerstanden
D. Voeding
E. Verbindingslijn
F. Aftaklijn G. FOUNDATION Fieldbus configuratietool H. Instrument 1 t/m 16
I. Voedings-/signaalbedrading
10 Emerson.com/Rosemount
A
B
C
E
F
F
G
H
I
D
Mei 2020 Snelstartgids
Figuur 3-3: Standaardconfiguratie voor een PROFIBUS-netwerk
A. Max. 6234 ft. (1900 m), afhankelijk van kabelkenmerken B. Geïntegreerde spanningsstabilisator en geïntegreerd filter C. Afsluitweerstanden
D. Voeding
E. Verbindingslijn
F. Aftaklijn G. Configuratietool H. Instrument 1 t/m 16
I. Voedings-/signaalbedrading
Opmerking
De voeding, het filter, de eerste afsluitweerstand en de configuratie­tool bevinden zich doorgaans in de controlekamer.
Opmerking
Elk segment in een veldbusverbindingslijn moet aan beide uiteinden van een afsluitweerstand worden voorzien.
Snelstartgids 11
A
B
C
DCS
D
Snelstartgids Mei 2020

4 Aarden van de transmitter

4.1 Ingangen voor niet-geaarde thermokoppel, mV en RTD/ohm

Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de aardingsopties die ter plaatse voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen of begin met aardingsoptie 1 (de meest gebruikelijke).

4.1.1 De transmitter aarden: optie 1

Procedure
1. Verbind de afscherming van de sensorbedrading met de transmitterbehuizing.
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van omliggende objecten die geaard kunnen zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
12 Emerson.com/Rosemount
A
B
C
D
DCS
Mei 2020 Snelstartgids

4.1.2 De transmitter aarden: optie 2

Procedure
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde objecten.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Opmerking
Verbind de afschermingen zo met elkaar dat ze elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitter.
Snelstartgids 13
DCS
A
B
C
D
Snelstartgids Mei 2020

4.1.3 De transmitter aarden: optie 3

Procedure
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading indien mogelijk bij de sensor.
2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading.
4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
14 Emerson.com/Rosemount
DCS
A
B
C
D
Mei 2020 Snelstartgids

4.2 Geaarde thermokoppelingangen

4.2.1 De transmitter aarden: optie 4

Procedure
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor.
2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading.
4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Sensordraden
B. Transmitter
C. Aardingspunt afscherming
D. 4-20 mA-kring
Snelstartgids 15
Snelstartgids Mei 2020

5 Labels verifiëren

5.1 Inbedrijfstellingslabel (papier)

Gebruik de verwijderbare tag die met de transmitter wordt meegeleverd om bij te houden welk instrument zich op een bepaalde locatie bevindt. Zorg dat de tag voor het fysieke apparaat (het PD-labelveld]) op beide plaatsen goed is ingevuld op het verwijderbare inbedrijfstellingslabel en scheur bij elke transmitter het onderste gedeelte eraf.
Opmerking
De Device Description die in het hostsysteem is geladen, moet van dezelfde revisie zijn als dit instrument. U kunt de Device Description downloaden van
Emerson.com/Rosemount.
16 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids

6 Transmitterconfiguratie configureren

Bij elke FOUNDATION Fieldbus-host of -configuratietool werkt het weergeven en uitvoeren van configuraties anders. Sommige maken gebruik van Device Descriptions (DD) of DD-methoden voor configuratie en om gegevens op verschillende platforms consistent weer te geven. Het is niet vereist dat een host of configuratietool deze functies ondersteunt.
Hieronder vindt u de minimale configuratievereisten voor een temperatuurmeting. Deze gids is bedoeld voor systemen die geen gebruik maken van DD-methoden. Raadpleeg voor een complete lijst van parameters en configuratiegegevens de naslaghandleiding van de Rosemount 644 temperatuurtransmitter voor kop- en railmontage.Raadpleeg voor een complete lijst van parameters en configuratiegegevens de naslaghandleiding van de Rosemount 3144P­temperatuurtransmitter.

6.1 Transducer-functieblok

Dit blok bevat temperatuurmeetgegevens voor de sensoren en de aansluitklemtemperatuur. Het bevat tevens informatie over sensortypes, meeteenheden, demping en diagnostiek.
Verifieer op zijn minst de parameters in Tabel 6-1.
Tabel 6-1: Transducerblokparameters
Parameter Opmerkingen
Standaardconfiguratie
SENSOR_TYPESENSOR_TYPE_X Bijvoorbeeld: “Pt 100_A_385 (IEC 751)”
SENSOR_CONNECTIONSSENSOR_CON­NECTIONS_X
Configuratie voor sensormatching
SENSOR_TYPESENSOR_TYPE_X “User Defined, Calvandu” (door gebrui-
SENSOR_CONNECTIONSSENSOR_CON­NECTIONS_X
SENSOR_CAL_METHODSEN­SOR_CAL_METHOD_X
SPECIAL_SENSOR_ASPECIAL SEN­SOR_A_X
SPECIAL_SENSOR_BSPECIAL SEN­SOR_B_X
Snelstartgids 17
Bijvoorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wi­re” (2-draads, 3-draads, 4-draads)
ker gedefinieerd, Calvandu)
Bijvoorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wi­re” (2-draads, 3-draads, 4-draads)
Instellen op “User Trim Standard” (ge­bruikerstrim standaard)
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in
Snelstartgids Mei 2020
Tabel 6-1: Transducerblokparameters (vervolg)
Parameter Opmerkingen
SPECIAL_SENSOR_CSPECIAL SEN­SOR_C_X
SPECIAL_SENSOR_R0SPECIAL_SEN­SOR_R0_X
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in
Voer sensorspecifieke coëfficiënten in

6.2 Functieblok analoge ingang (AI)

Het AI-blok verwerkt de meetwaarden van veldinstrumenten en stelt de uitgangen beschikbaar aan andere functieblokken. De uitgangswaarde van het AI-blok is in meeteenheden en bevat een statusaanduiding voor de kwaliteit van de metingen. Gebruik het kanaalnummer voor het definiëren van de variabele die door het AI-blok wordt verwerkt.
Verifieer op zijn minst de parameters van elk AI-blok in Tabel 6-2Tabel 6-3.
Opmerking
Alle instrumenten worden geleverd met de geplande AI-blokken, wat betekent dat de gebruiker het blok niet hoeft te configureren of dat hij of zij de af-fabriek standaardkanalen gebruikt.
Tabel 6-2: Parameters AI-blok
Configureer één AI-blok voor elke gewenste meting.
Parameter Opmerkingen
KANAAL Keuzemogelijkheden:
1. Sensor 1
2. Housing Temperature (temperatuur behuizing)
LIN_TYPE Deze parameter bepaalt de relatie tussen de blokingang en de
XD_SCALE Stel het gewenste meetbereik en de meeteenheid in. Kies een
18 Emerson.com/Rosemount
blokuitgang. Omdat de transmitter geen linearisatie vereist, is deze parameter altijd ingesteld op No Linearization (geen li­nearisatie). Dat betekent dat het AI-blok alleen schaling, filter­ing en limietcontrole uitvoert op de ingangswaarde.
van de volgende eenheden:
mV
ohm
°C
°F
°R
K
Mei 2020 Snelstartgids
Tabel 6-2: Parameters AI-blok (vervolg)
Parameter Opmerkingen
OUT_SCALE Bij L_TYPE “DIRECT” stelt u OUT_SCALE in op dezelfde waarde
HI_HI_LIM HI_LIM LO_LIM LO_LO_LIM
als XD_SCALE
Procesalarmen. Moeten binnen het door “OUT_SCALE” gedefinieerde bereik
vallen
Tabel 6-3: Parameters AI-blok
Configureer één AI-blok voor elke gewenste meting.
Parameter Opmerkingen
KANAAL Keuzemogelijkheden:
1. Sensor 1 Temperature (temperatuur sensor 1)
2. Sensor 2 Temperature (temperatuur sensor 2)
3. Differential Temperature (verschiltemperatuur)
4. Terminal Temperature (aansluitklemtemperatuur)
5. Sensor 1 Min. Value (min. waarde sensor 1)
6. Sensor 1 Max. Value (max. waarde sensor 1)
7. Sensor 2 Min. Value (min. waarde sensor 2)
8. Sensor 2 Max. Value (max. waarde sensor 2)
9. Differential Min. Value (min. verschilwaarde)
10. Differential Max. Value (max. verschilwaarde)
11. Terminal Temp Min. Value (min. waarde aansluitklem­temperatuur)
12. Terminal Temp Max. Value (max. waarde aansluitklem­temperatuur)
13. Hot Backup
LIN_TYPE Deze parameter bepaalt de relatie tussen de blokingang en de
Snelstartgids 19
blokuitgang. Omdat de transmitter geen linearisatie vereist, is deze parameter altijd ingesteld op No Linearization (geen li­nearisatie). Dat betekent dat het AI-blok alleen schaling, filter­ing en limietcontrole uitvoert op de ingangswaarde.
Snelstartgids Mei 2020
Tabel 6-3: Parameters AI-blok (vervolg)
Parameter Opmerkingen
XD_SCALE Stel het gewenste meetbereik en de meeteenheid in. Kies een
van de volgende eenheden:
mV
ohm
°C
°F
°R
K
OUT_SCALE Bij L_TYPE “DIRECT” stelt u OUT_SCALE in op dezelfde waarde
HI_HI_LIM HI_LIM LO_LIM LO_LO_LIM
als XD_SCALE
Procesalarmen. Moeten binnen het door “OUT_SCALE” gedefinieerde bereik
vallen
Opmerking
Om wijzigingen aan te brengen in het AI-blok moet BLOCK_MODE (TARGET) op OOS (out of service: buiten bedrijf) gezet worden. Zet BLOCK_MODE TARGET terug naar AUTO nadat u de wijzigingen hebt aangebracht.
20 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids

7 Productcertificeringen

Rev 4.4

7.1 Informatie over Europese richtlijnen

Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EU-verklaring van overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount.

7.2 Certificering voor normale locaties

De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).

7.3 Noord-Amerika

De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical Code (CEC) verbieden het gebruik van apparatuur met divisiemarkering in zones of apparatuur met zonemarkering in divisies. De markeringen moeten geschikt zijn voor de omgevingsclassificatie, alsmede de gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de desbetreffende voorschriften.
7.4

VS

7.4.1 E5 VS explosieveilig, niet-vonkend en stofontstekingsbestendig

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
1091070
FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3615: 2006, FM-klasse 3616: 2011, ANSI/ISA 60079-0: Ed. 5, UL-norm nr. 50E, CAN/CSA C22.2 nr. 60529-05
XP CL I, DIV 1, GP B, C, D; DIP CL II / III, DIV 1, GP E, F, G; T5 (-50 °C ≤ Ta ≤ +85 °C); Type 4X; IP66; Zie beschrijving I5 voor ‘Niet-vonkend’ markeringen.

7.4.2 I5 VS intrinsieke veiligheid en niet-vonkend

Certificaat:
Normen:
Snelstartgids 21
1091070
FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3610: 2010, FM-klasse 3611: 2004, ANSI/ISA 60079-0: Ed. 5, UL-norm Nr. 60079-11: Ed. 6, UL-norm nr. 50E, CAN/CSA C22.2 nr. 60529-05
Snelstartgids Mei 2020
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als er geen behuizingsoptie is geselecteerd, moet de Rosemount 644 temperatuurtransmitter worden geïnstalleerd in een behuizing met beschermingsgraad IP20 die voldoet aan de eisen van ANSI/ISA 61010-1 en ANSI/ISA 60079-0.
2. Optiecode K5 is alleen van toepassing met een Rosemount­behuizing. K5 is echter niet geldig met behuizingsopties S1, S2, S3 of S4.
3. Er moet een behuizingsoptie worden geselecteerd voor behoud van de classificatie type 4X.
4. De optionele behuizingen van Rosemount 644-transmitter kunnen aluminium bevatten en brengen bij stoten of wrijving een potentieel ontstekingsrisico met zich mee. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik.
IS CL I/II/III, DIV I, GP A, B, C, D, E, F, G; CL I ZONE 0 AEx ia IIC; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D

7.5 Canada

7.5.1 I6 Canada intrinsieke veiligheid en divisie 2

Certifi­caat:
Normen:
Markerin­gen:
1091070
CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CSA-norm C22.2 nr. 25-1966, CAN/ CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/ CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr. 60529-05, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-0:11, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-11:14, CAN/CSA-norm Nr. 61010-1-12
[HART] IS CL I GP A, B, C, D T4/T6; CL I, DIV 2, GP A, B, C, D [Fieldbus/PROFIBUS] IS CL I GP A, B, C, D T4; CL I, ZONE 0 IIC;
CL I, DIV 2, GP A, B, C, D

7.5.2 K6 Canada explosieveilig, stofontstekingsbestendig, intrinsieke veiligheid en divisie 2

Certifi­caat:
Normen:
22 Emerson.com/Rosemount
1091070
CAN/CSA C22.2 nr. 0-10, CSA-norm C22.2 nr. 25-1966, CSA­norm C22.2 nr. 30-M1986, CAN/CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA­norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA­norm C22.2 nr. 213-M1987, C22.2 nr. 60529-05, CAN/CSA
Mei 2020 Snelstartgids
C22.2 nr. 60079-0:11, CAN/CSA C22.2 nr. 60079-11:14, CAN/ CSA-norm nr. 61010-1-12
Markerin­gen:
CL I/II/III, DIV 1, GP B, C, D, E, F, G Zie beschrijving I6 voor markeringen voor intrinsieke veilig-
heid en divisie 2

7.6 Europa

7.6.1 E1 ATEX drukvast

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificering Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.
FM12ATEX0065X
EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-1: 2014, EN 60529:1991 +A1:2000+A2:2013
II 2 G Ex db IIC T6…T1 Gb, T6 (–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…
T1 (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)

7.6.2 I1 ATEX intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Snelstartgids 23
[HART op kop]: Baseefa12ATEX0101X [Fieldbus/PROFIBUS op kop]: Baseefa03ATEX0499X [HART op rail]: BAS00ATEX1033X
Snelstartgids Mei 2020
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC
60529. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.3.13 van EN 60079-11:2012. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
EN IEC 60079-0: 2018, EN 60079-11: 2012
[HART]: II 1 G Ex ia IIC T6…T4 Ga [Fieldbus/PROFIBUS]: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga

7.6.3 N1 ATEX Type n – met behuizing

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
BAS00ATEX3145
EN 60079-0: 2012+A11: 2013, EN 60079-15: 2010
II 3 G Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

7.6.4 NC ATEX Type n – zonder behuizing

Certifi­caat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De Rosemount 644 temperatuurtransmitter moet worden
24 Emerson.com/Rosemount
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Basee­fa13ATEX0093X
[HART op kop]: Baseefa12ATEX0102U
EN IEC 60079-0: 2018, EN 60079-15: 2010
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: II 3 G Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
[HART op kop]: II 3 G Ex nA IIC T6…T5 Gc; T6 (–60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C); T5 (–60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529 en EN 60079-15.
Mei 2020 Snelstartgids
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.5 van EN 60079-15: 2010. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
Snelstartgids 25
Snelstartgids Mei 2020

7.6.5 ND ATEX stof

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificering Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie "N".
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode
FM12ATEX0065X
EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-31: 2014, EN 60529:1991 +A1:2000
II 2 D Ex tb IIIC T130 °C Db, (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen.
7.7

Internationaal

7.7.1 E7 IECEx drukvast

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
26 Emerson.com/Rosemount
IECEx FMG 12.0022X
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-1: 2014
Ex db IIC T6…T1 Gb, T6(–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1(–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Mei 2020 Snelstartgids
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.

7.7.2 Intrinsieke veiligheid I7 IECEx

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van IEC
60529. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als het instrument is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de 500V-test zoals beschreven in artikel 6.3.13 van IEC 60079-11:2011. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
[HART op kop]: IECEx BAS 12.0069X [Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS
07.0053X
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-11: 2011
Ex ia IIC T6…T4 Ga

7.7.3 N7 IECEx-type n – met behuizing

Snelstartgids 27
Snelstartgids Mei 2020
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
IECEx BAS 07.0055
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-15: 2010
Ex nA IIC T5 Gc (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

7.7.4 NG IECEx Type n – zonder behuizing

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De Rosemount 644 temperatuurtransmitter moet worden
2. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: IECEx BAS
13.0053X [HART op kop]: IECEx BAS 12.0070U
IEC 60079-0: 2017, IEC 60079-15: 2010
[Fieldbus/PROFIBUS op kop, HART op rail]: Ex nA IIC T5 Gc (– 40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
[HART op kop]: Ex nA IIC T6…T5 Gc; T6 (–60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C); T5 (–60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C)
geïnstalleerd in een correct gecertificeerde behuizing, met een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529 en IEC 60079-15.
overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.

7.7.5 NK IECEx stof

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
28 Emerson.com/Rosemount
IECEx FMG 12.0022X
IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-31: 2013
Ex tb IIIC T130 °C Db, (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Mei 2020 Snelstartgids
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN­uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.

7.8 Brazilië

7.8.1 E2 INMETRO drukvast en stof

Certificaat:
Normen:
Markerin­gen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie de productbeschrijving voor informatie over de grenzen aan de omgevings- en procestemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Raadpleeg zo nodig de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden.
UL-BR 13.0535X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC 60079-1:2016, ABNT NBR IEC 60079-31:2014
Ex db IIC T6…T1 Gb; T6…T1: (–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1: (–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C)
Ex tb IIIC T130 °C; IP66; (–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)

7.8.2 Intrinsieke veiligheid I2 INMETRO

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
[Fieldbus]: UL-BR 15.0264X [HART]: UL-BR 14.0670X
ABNT NBR IEC 60079-0:2013, ABNT NBR IEC 60079-11:2013
[Fieldbus]: Ex ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +** °C) [HART]: Ex ia IIC T* Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +** °C)
Zie Tabel 7-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Snelstartgids 29
Snelstartgids Mei 2020
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het instrument moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
2. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
3. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test zoals gedefinieerd in ABNT NBR IEC 60079-11 niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
4. De beschermingsgraad IP66 tegen indringing van water is alleen beschikbaar bij de Rosemount 644 voor veldmontage; deze wordt gevormd door installatie van de verbeterde temperatuurtransmitter model 644 in een PlantWeb-behuizing die uit twee compartimenten bestaat.

7.9 China

7.9.1 E3 China drukvast

Certificaat:
Normen:
GYJ16.1192X
GB3836.1-2010, GB3836.2-2010, GB12476.1-2013, GB12476.5-2013
Markeringen:
Ex d IIC T6…T1; Ex tD A21 T130 °C; IP66
产品安全使用特定条件
产品防爆合格证后缀“X”代表产品安全使用有特定条件:
1. 涉及隔爆接合面的维修须联系产品制造商。
2. 产品铭牌材质为非金属,使用时须防止产生静电火花,只能用湿布
清理。
3. 产品使用环境温度与温度组别的关系为:
防爆标志
Ex d IIC T6~T1GbT6T1 –50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
Ex Td A21 IP66 T130
温度组别 环境温度
T5T1 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
N/A –40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
4. 产品外壳设有接地端子,用户在安装使用时应可靠接地。
30 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids
5. 现场安装时,电缆引入口须选用国家指定的防爆检验机构按检验认
可、具有 Ex dC, Ex tD A21 IP66 防爆等级的电缆引入装置或堵封 件,冗余电缆引入口须用堵封件有效密封。
6. 用于爆炸性气体环境中,现场安装、使用和维护必须严格遵守断电 后开盖!的警告语。用于爆炸性粉尘环境中,现场安装、使用、和 维护必须严格遵守爆炸性粉尘场所严禁开盖!的警告语。
7. 用于爆炸性粉尘环境中,产品外壳表面须保持清洁,以防粉尘堆 积,单严禁用压缩空气吹扫。
8. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB3836.15-2000“爆炸性气体环境用电气设备 第 15 部 分:危险场所电气安装(煤矿除外)”、GB3836.16-2006“爆炸性气 体环境用电气设备 第 16 部分:电气装置的检查和维护(煤矿除 外)”和 GB50257-2014“电气装置安装工程爆炸和火灾危险环境电 力装置施工及验收规范”和 GB15577-2007“粉尘防爆安全规程”、 GB12476.2-2010“可燃性粉尘环境用电气设备 第 2 部分 选型和安 装”的有关规定。

7.9.2 I3 China intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
GYJ16.1191X
GB3836.1-2010, GB3836.4-2010, GB3836.20-2010
Ex ia IIC T4~T6 Ga
产品安全使用特殊条件
防爆合格证号后缀“X”代表产品安全使用有特定条件:
1. 温度变送器须安装于外壳防护等级不低于国家标准 GB/T4208-2017 规定的 IP20 的壳体中,方可用于爆炸性危险场所,金属壳体须符合 国家标准 GB3836.1-2010 8 条的规定,非金属壳体须符合
GB3836.1-2010 7.4 条的规定。
2. 非金属外壳表面电阻必须小于 1GΩ,轻金属或者锆外壳在安装时必
须防止冲击和摩擦。
3. Transmitter Type FD 时,产品外壳含有轻金属,用于 0 区 时需注意防止由于冲击或摩擦产生的点燃危险。
4. 产品选用瞬态保护端子板(选项代码为 T1)时,此设备不能承受 GB3836.4-2010 标准中第 6.3.12 条规定的 500V 交流有效值试验电
压的介电强度试验。
产品使用注意事项
1. 产品环境温度为: 当 Options 不选择 Enhanced Performance
Snelstartgids 31
Snelstartgids Mei 2020
输出代码 最大输出功率(W) 温度组别环境温度
A 0.67 T6 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.67 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +50 °C
1 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
1 T4 –60 °C ≤ Ta ≤ +80 °C
F W 1.3 T4 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
5.32 T4 –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
Options 选择 Enhanced Performance
最大输出功率(W 温度组别 环境温度
0.67 T6 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.67 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +50 °C
0.80 T5 –60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
0.80 T4 –60 °C ≤ Ta ≤ +80 °C
2. 参数:
Options 不选择 Enhanced Performance 时 输入端(+ , -)
输出代码
A 30 200 0.67/1 10 0
F W 30 300 1.3 2.1 0
F W(FISCO) 17.5 380 5.32 2.1 0
最高输 入电压
Ui(V)
最大输 入电流
I
i
mA
最大输 入功率
Pi(W)
最大内部等效参数
Ci (nF) Li (mH)
传感器端(1,2,3,4
输出代码
A 13.6 80 0.08 75 0
F,W 13.9 23 0.079 7.7 0
最高输 出电压
Uo (V)
最大输 出电流
Io (mA)
最大输 出功率
Po (W)
最大内部等效参数
Co (nF) Lo (mH)
Options 选择 Enhanced Performance
32 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids
输入端(+ , -)
最高输入电压
Ui (V)
30 150 (Ta ≤ +80 °C) 0.67/0.8 3.3 0
最大输入电流
Ii (mA)
170 (Ta ≤ +70 °C)
190 (Ta ≤ +60 °C)
最大输入功 率
Pi (W)
最大内部等效参数
Ci (nF) Li (mH)
传感器端(1,2,3,4
最高输 出 电压
Uo (V)
13.6 80 0.08 IIC 0.816 5.79
最大输 出 电流
Io (mA)
最大输 出 功率
Po (W)
组别 最大内部等效参数
Co (nF) Lo (mH)
IIB 5.196 23.4
IIA 18.596 48.06
注:本案电气参数符合 GB3836.19-2010 FISCO 现场仪表的参数 要求。
3. 该产品必须与已通过防爆认证的关联设备配套共同组成本安防爆系 统方可使用于爆炸性气体环境。其系统接线必须同时遵守本产品和 所配关联设备的使用说明书要求,接线端子不得接错。
4. 用户不得自行更换该产品的零部件,应会同产品制造商共同解决运 行中出现的故障,以杜绝损坏现象的发生。
5. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB/T3836.15-2017“爆炸性环境 第 15 部分:电气装置 的设计,选型和安装”、GB/T3836.16-2017“爆炸性环境 第 16 部 分:电气装置的检查和维护”、GB/T3836.18-2017“爆炸性环境 第 18 部分:本质安全电气系统”和 GB50257-2014“电气装置安装工程 爆炸和火灾危险环境电力装置施工及验收规范”的有关规定。

7.9.3 N3 China Type n

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
产品安全使用特殊条件
1. 产品温度组别和使用环境温度范围之间的关系为:
Snelstartgids 33
GYJ15.1502
GB3836.1-2010, GB3836.8-2014
Ex nA IIC T5/T6 Gc
Snelstartgids Mei 2020
Options 不选择 Enhanced Performance 时:
温度组别 环境温度
T5 –40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
Options 选择 Enhanced Performance 时:
温度组别 环境温度
T6 -60 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
T5 -60 °C ≤ Ta ≤ +85 °C
2. 最高工作电压:45Vdc
3. 现场安装时,电缆引入口须选用经国家指定的防爆检验机构检验认
可、具有 Ex e IIC Gb 防爆等级的电缆引入装置或堵封件,冗余电缆 引入口须用封堵件有效密封。电缆引入装置或封堵件的安装使用必 须遵守其使用说明书的要求并保证外壳防护等级达到 IP54(符合
GB/T4208-2017 标准要求)以上。
4. 用户不得自行更换该产品的零部件,应会同产品制造商共同解决运
行中出现的故障,以杜绝损坏现象的发生。
5. 产品的安装、使用和维护应同时遵守产品使用说明书、 GB3836.13-2013“爆炸性环境 13 部分:设备的修理、检修、修
复和改造”、GB/T3836.15-2017“爆炸性环境 第 15 部分:电气装置 的设计、选型和安装”、GB/T3836.16-2017“爆炸性环境 第 16 部 分:电气装置的检查和维护”和 GB50257-2014“电气装置安装工程 爆炸和火灾危险环境电力装置施工及验收规范”的有关规定。
7.10

EAC - Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland

7.10.1 EM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) drukvast

Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat TR CU 012/2011 voor bereik omgevingstemperatuur.
2. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
3. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
34 Emerson.com/Rosemount
GOST 31610.0-2014, GOST IEC 60079-1-2011
1Ex d IIC T6…T1 Gb X, T6 (-55 °C ≤ Ta ≤ +40 °C), T5…T1 (-55 °C ≤ Ta≤ +60 °C);
Mei 2020 Snelstartgids
4. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale code.

7.10.2 IM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) intrinsieke veiligheid

Normen:
Markeringen:
Zie Tabel 7-5 voor de eenheidsparameters en temperatuurclassificaties.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een bescherming van ten minste IP20 biedt, conform de eisen van GOST 14254-96. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 Ω; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als Zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
2. Als de apparatuur is voorzien van de constructie voor overspanningsbeveiliging, kan de apparatuur de 500V-test zoals gedefinieerd in GOST 31610,11-2014 niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
3. Zie certificaat TR CU 012/2011 voor bereik omgevingstemperatuur.
GOST 31610.0-2014, GOST 31610.11-2014
[HART]: 0Ex ia IIC T6…T4 Ga X; [Fieldbus, FISCO, PROFIBUS PA]: 0Ex ia IIC T4 Ga X

7.10.3 KM Technisch voorschrift douane-unie TR CU 012/2011 (EAC) drukvast, intrinsieke veiligheid en stofontstekingsbestendig

Normen:
Markeringen:
GOST 31610.0-2014, GOST IEC 60079-1-2011, GOST
31610.11-2014, GOST R IEC 60079-31-2010
Ex tb IIIC T130 °C Db X (-55 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); IP66
Zie Tabel 7-1 voor procestemperaturen.
Zie EM voor drukvastheidsmarkeringen en zie IM voor markeringen voor intrinsieke veiligheid.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. Het label moet
Snelstartgids 35
Snelstartgids Mei 2020
met een vochtige doek met antistatisch middel worden gereinigd om de opslag van elektrostatische lading te voorkomen.
2. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
Zie EM voor specifieke gebruiksvoorwaarden inzake drukvastheid en zie IM voor specifieke gebruiksvoorwaarden inzake intrinsieke veiligheid.

7.11 Japan

7.11.1 E4 Japan drukvast

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
1. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
2. Modellen met lcd-displaydeksel hebben het dekselbeschermd tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
3. Voor modellen 65 en 185 moet de gebruiker ervoor zorgen dat de uitwendige oppervlaktetemperatuur van de apparatuur en de hals van de DIN-uitvoering van d e sonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
4. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken.
5. De gebruikte bedrading moet geschikt zijn voor temperaturen boven 80 °C.
CML 17JPN1316X
Ex d IIC T6...T1 Gb; T6 (-50 °C < Ta < +40 °C); T5…T1 (-50 °C ≤ Ta≤ 60 °C)

7.11.2 I4 Japan intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Het instrument moet worden geïnstalleerd in een behuizing die een beschermingsgraad van ten minste IP20 biedt.
CML 18JPN2118X
JNIOSH-TR-46-1, JNIOSH-TR-46-6
[Fieldbus] Ex ia IIC T4 Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +60 °C);
2. Niet-metalen behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben van minder dan 1 GΩ; behuizingen van een lichte legering of zirkonium moeten bij installatie in een als zone 0 geclassificeerde omgeving worden beschermd tegen schokken en frictie.
7.12
36 Emerson.com/Rosemount

Korea

Mei 2020 Snelstartgids

7.12.1 EP Korea drukvast en stofontstekingsbestendig

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
Zie certificaat voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
13-KB4BO-0559X
Ex d IIC T6... T1; Ex tb IIIC T130 °C

7.12.2 IP Korea intrinsieke veiligheid

Certificaat:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Zie certificaat voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.

7.13 Combinaties

K1
K2
K5
K7
KA
KB
KC
KD
KP
Combinatie van E1, I1, N1 en ND
Combinatie van E2 en I2
Combinatie van E5 en I5
Combinatie van E7, I7, N7 en NK
Combinatie van K6, E1 en I1
Combinatie van K5 en K6
Combinatie van I5 en I6
Combinatie van E5, I5, K6, E1 en I1
Combinatie van EP en IP
13-KB4BO-0531X
Ex ia IIC T6…T4

7.14 Verdere certificeringen

7.14.1 SBS Typegoedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)

Certificaat:

7.14.2 SBV Typegoedkeuring Bureau Veritas (BV)

Certificaat:
Vereisten:
Snelstartgids 37
26325 BV
Regels van Bureau Veritas voor de classificatie van stalen schepen
16-HS1553094-PDA
Snelstartgids Mei 2020
Toepassing:
Klassenotaties: AUT-UMS, AUT-CCS, AUT-PORT en AUT-IMS

7.14.3 SDN Typegoedkeuring Det Norske Veritas (DNV)

Certificaat:
Toepassing:
TAA00000K8
Locatieklassen: Temperatuur: D; luchtvochtigheid: B; trilling: A; EMC: B; behuizing B/IP66: A, C/IP66: RVS

7.14.4 SLL Typegoedkeuring Lloyds Register (LR)

Certificaat:
Toepassing:
11/60002
Voor gebruik in omgevingscategorie ENV1, ENV2, ENV3 en ENV5.

7.15 Tabellen met technische gegevens

Tabel 7-1: Grenswaarden procestemperatuur
Alleen sen­sor (geen transmitter geïnstal­leerd)
Elke verleng­de lengte
Tabel 7-2: Grenswaarden procestemperatuur zonder lcd-displaydeksel
Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4 T3 T2 T1 T130 °C
85 °C (185 °F)
100 °C (212 °F)
135 °C (275 °F)
200 °C (392 °F)
300 °C (572 °F)
450 °C (842 °F)
130 °C (266 °F)
Transmitter Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4 T3 T2 T1 T130 °C
Geen ver­lengstuk
3 inch ver­lengstuk
Verlengstuk van 6 inch
Verlengstuk van 9 inch
131 °F (55 °C)
131 °F (55 °C)
140 °F (60 °C)
149 °F (65 °C)
158 °F (70 °C)
158 °F (70 °C)
158 °F (70 °C)
167 °F (75 °C)
212 °F (100 °C)
230 °F (110 °C)
248 °F (120 °C)
266 °F (130 °C)
338 °F (170 °C)
374 °F (190 °C)
392 °F (200 °C)
392 °F (200 °C)
536 °F (280 °C)
572 °F (300 °C)
572 °F (300 °C)
572 °F (300 °C)
824 °F (440 °C)
842 °F (450 °C)
842 °F (450 °C)
842 °F (450 °C)
212 °F (100 °C)
230 °F (110 °C)
230 °F (110 °C)
248 °F (120 °C)
Door te voldoen aan beperking van de procestemperatuur tot Tabel 7-3 wordt voorkomen dat de bedrijfstemperatuurbeperkingen van de lcd­afdekking worden overschreden. Procestemperaturen mogen de grenswaarden overschrijden die zijn gedefinieerd in Tabel 7-3 als is
38 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids
gecontroleerd dat de temperatuur van het lcd-deksel de bedrijfstemperaturen niet overschrijdt zoals gespecificeerd in Tabel 7-4 en dat de procestemperaturen niet hoger zijn dan zoals gespecificeerd in Tabel
7-2.
Tabel 7-3: Grenswaarden procestemperatuur met lcd-displaydeksel
Transmitter met lcd-dis­playdeksel
Geen verleng­stuk
3 inch verleng­stuk
Verlengstuk van 6 inch
Verlengstuk van 9 inch
Procestemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4...T1 T130 °C
131 °F (55 °C) 158 °F (70 °C) 203 °F (95 °C) 203 °F (95 °C)
131 °F (55 °C) 158 °F (70 °C) 212 °F (100 °C) 212 °F (100 °C)
140 °F (60 °C) 158 °F (70 °C) 212 °F (100 °C) 212 °F (100 °C)
149 °F (65 °C) 167 °F (75 °C) 230 °F (110 °C) 110 °C (230 °F)
Tabel 7-4: Grenswaarden servicetemperatuur
Transmitter met lcd-dis­playdeksel
Geen verleng­stuk
Bedrijfstemperatuur [°C]
Gas Stof
T6 T5 T4...T1 T130 °C
149 °F (65 °C) 167 °F (75 °C) 203 °F (95 °C) 203 °F (95 °C)
Tabel 7-5: Eenheidsparameters
Fieldbus/PROFIBUS
[FISCO]
Ui (V) 30 [17,5] 30 30
Ii (mA) 300 [380] 200 150 voor Ta ≤ 80 °C
HART HART (verbeterd)
170 voor Ta ≤ 70 °C 190 voor Ta ≤60 °C
Snelstartgids 39
Snelstartgids Mei 2020
Tabel 7-5: Eenheidsparameters (vervolg)
Fieldbus/PROFIBUS
HART HART (verbeterd)
[FISCO]
Pi (W) 1,3 bij T4 (–50 °C ≤ T
≤ +60 °C) [5,32 bij T4 (–50 °C ≤
Ta ≤ +60 °C)]
0,67 bij T6 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,67 bij T5 (–60 °C ≤ T
≤ +50 °C) 1,0 bij T5 (–60 °C ≤ T
≤ +40 °C) 1,0 bij T4 (–60 °C ≤ T
≤ +80 °C)
0,67 bij T6 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,67 bij T5 (–60 °C ≤ T
a
≤ +50 °C) 0,80 bij T5 (–60 °C ≤ T
a
≤ +40 °C) 0,80 bij T4 (–60 °C ≤ T
a
≤ +80 °C)
Ci (nF) 2,1 10 3,3
Li (mH) 0 0 0
a
a
a
a
40 Emerson.com/Rosemount
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Wij,
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
Rosemount™ 644 Temperatuurtransmitter
gefabriceerd door
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Unie, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
Aanname van overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Unie, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
(handtekening) (functie)
(naam)
Chris LaPoint 1-april-2019
Vice President of Global Quality
(datum van uitgi fte)
Pagina 1 van 4
Mei 2020 Snelstartgids

8 Verklaring van overeenstemming

Snelstartgids 41
Pagina 2 van 4
EMC Richtlijn (2014/30/EU)
Geharmoniseerde normen: EN 61326-1:2013, EN 61326-2-3: 2013
ATEX Richtlijn (2014/34/EU)
Rosemount 644 verbeterde temperatuurtransmitters voor kop-/veldmontage (Analoog/HART-uitgang)
Baseefa12ATEX0101X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T6…T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa12ATEX0102U – Type n Certificaat, optie zonder behuizing
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T6…T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
Rosemount 644 In kop gemonteerde temperatuurtransmitter (Fieldbus-uitgang)
Baseefa03ATEX0499X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa13ATEX0093X – Type n Certificaat, optie zonder behuizing
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Snelstartgids Mei 2020
42 Emerson.com/Rosemount
Rosemount 644 temperatuurtransmitter voor kop-/veldmontage (alle uitgangsprotocollen)
FM12ATEX0065X – Drukvast Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 2 G
Ex db IIC T6…T1 Gb
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-1:2014
FM12ATEX0065X – Stof Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 2 D
Ex tb IIIC T130 °C Db
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-31:2014
BAS00ATEX3145 – Type n Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013; EN 60079-15:2010
Rosemount 644R temperatuurtransmitters voor railmontage (HART-uitgang)
BAS00ATEX1033X – Intrinsieke veiligheid Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 1 G
Ex ia IIC T6…T4 Ga
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-11:2012
Baseefa13ATEX0093X – Type n Certificaat
Apparatuurgroep II, categorie 3 G
Ex nA IIC T5 Gc
Geharmoniseerde normen:
EN IEC 60079-0:2018; EN 60079-15:2010
ROHS Richtlijn (2011/65/EU)
644 HART kopmontage
Geharmoniseerde normen: EN 50581:2012
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Pagina 3 van 4
Mei 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 43
ATEX aangemelde instanties
FM Approvals Europe Limited [Nummer aangemelde instantie: 2809]
One Georges Quay Plaza Dublin, Ireland. D02 E440
SGS FIMCO OY [Nummer aangemelde ins tantie: 0598] P.O. Box 30 (Särkiniementie 3) 00211 HELSINKI Finland
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitswaarborging
SGS FIMCO OY [Nummer aangemelde ins tantie: 0598]
P.O. Box 30 (Särkiniementie 3) 00211 HELSINKI Finland
EU-verklaring van overeenstemming
Nr: RMD 1016 Rev. Y
Pagina 4 van 4
Snelstartgids Mei 2020
44 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids

9 China RoHS

Snelstartgids 45
Snelstartgids Mei 2020
46 Emerson.com/Rosemount
Mei 2020 Snelstartgids
Snelstartgids 47
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd. Shakopee, MN 55379, VS
+1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
*00825-0111-4829*
Snelstartgids
00825-0111-4829, Rev. GA
Mei 2020
Regionaal kantoor Europa
Emerson Automation Solutions Europe GmbH Neuhofstrasse 19a Postfach 1046 CH 6340 Baar Zwitserland
+41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Azië/Pacific
Emerson Automation Solutions 1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland
(31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com
www.emersonprocess.nl
Linkedin.com/company/Emerson-
Automation-Solutions
Twitter.com/Rosemount_News
Facebook.com/Rosemount
Youtube.com/user/
RosemountMeasurement
Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika
Emerson Automation Solutions Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België
(32) 2 716 77 11 (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
©
2020 Emerson. Alle rechten voorbehouden.
De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount is een merk van een van de bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de betreffende merkhouders.
Loading...