Rosemount 485 Annubar Flo-Tap-flensconstructie Manuals & Guides [nl]

Page 1
Rosemount 485 Annubar® Flo-Tap-constructie met flens
Snelstartgids
00825-0411-4809, Rev FA
Januari 2015
Page 2
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Januari 2015
MEDEDELING
Deze handleiding bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 485 Annubar. De handleiding bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing, explosieveilige, vuurbestendige of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de 485 Annubar (publicatienummer 00809-0100-4810) voor nadere instructies. Deze handleiding is ook in digitale vorm beschikbaar op www.rosemount.com.
Als de 485 Annubar gemonteerd op een Rosemount 3051S-transmitter is besteld, raadpleeg dan de volgende snelstartgids voor informatie over configuratie en certificeringen voor gevaarlijke locaties: Rosemount 3051S-serie druktransmitter (publicatienummer 00825-0100-4801).
Als de 485 Annubar gemonteerd op een Rosemount 3095-transmitter is besteld, raadpleeg dan de volgende snelstartgids voor informatie over configuratie en certificeringen voor gevaarlijke locaties: Rosemount 3095 (publicatienummer 00825-0100-4716).
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel. Voorkom proceslekken door procesaansluitingen uitsluitend af te dichten met pakkingen en O -ringen die bestemd zijn voor afdichting van het betreffende pakkingvlak. Door de stroming van procesmedium kan de 485 Annubar-constructie heet worden en kunt u brandwonden oplopen.
Inhoud
Locatie en installatiehoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Montagehardware lassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Isolatieklep installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Boormachine aanbrengen en gat boren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Boormachine verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
De Annubar monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Annubar inbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Monteer de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
De Annubar terugtrekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Page 3
Januari 2015
P
A
B
C
D
E
F
Transmitter and housing are shown for clarity purposes - only supplied if ordered.
O
N
M
L
K
J
I
H
G
Transmitter en behuizing ter illustratie afgebeeld — alleen geleverd indien ook besteld.
Snelstartgids

Constructietekening van de 485 Annubar Flo-Tap-constructie met flens

A. Transmitter
I. Isolatieklep B. O-ringen (2) J. Kooinippel C. Behuizing temperatuursensoraansluiting K. Steunplaat D. Verbinding van direct gemonteerde
transmitter met kleppen E. Kopplaat N. Volger F. Aandrijfstangen O. Compressieplaat G. Montageflensconstructie P. Coplanar-flens met H. Pakking aftap-/ontluchtingsgaten
L. Pakkingdrukker
M. Pakking
Opmerking
Gebruik op alle schroefdraadaansluitingen een buisafdichtingsmiddel dat geschikt is voor de te verwachten bedrijfstemperatuur.
Page 4
Snelstartgids

Stap 1: Locatie en installatiehoek

Voor nauwkeurige en herhaalbare flowmetingen moeten de correcte montagerichting en de montagelengten voor rechte leidingen worden aangehouden. Zie Tabel 1 op pagina 4 voor de minimale buisdiameterafstanden vanaf verstoringen vóór de meter.
Tabel 1. Vereisten rechte buis
Afstanden voor de meter
Januari 2015
Zonder richtvanen Met richtvanen
Buiten vlak
In vlak A
1
2
3
8
N.v.t.
11
N.v.t.
23
N.v.t.
A
10
N.v.t.
16
N.v.t.
28
N.v.t.
A’ C C’ B
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
Afstanden
achter de
meter
4
4
4
4
4
4
4
12
N.v.t.
12
N.v.t.
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
4
4
Page 5
Januari 2015
+
3
+
3
+
3
Snelstartgids
Afstanden voor de meter
Zonder richtvanen Met richtvanen
Afstanden
Buiten vlak
In vlak A
5
6
18
N.v.t.
30
N.v.t.
A
18
N.v.t.
30
N.v.t.
A’ C C’ B
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
4
4
4
4
Opmerking
Neem contact op met de fabrikant voor instructies over toepassingen in vierkante of
rechthoekige leidingen.
“In vlak A” betekent dat de stang zich in hetzelfde vlak bevindt als de elleboog. “Buiten vlak A”
betekent dat de stang haaks op het elleboogvlak staat.
Als de correcte rechte buislengten niet beschikbaar zijn, monteer dan zodanig dat 80% van de
leiding zich vóór de meter bevindt en 20% achter de meter.
Gebruik richtvanen om de vereiste rechte buislengte te bekorten. Rij 6 in Tabel 1 op pag ina 4 heeft betrekking op schuif-, kogel-, plug- en andere typen
smoorkleppen die gedeeltelijk worden geopend, alsmede op regelkleppen.
achter de
meter
Uitlijningsfout
Bij de installatie van de 485 Annubar mag de uitlijning maximaal 3° afwijken.
Afbeelding 1. Uitlijningsfout
Page 6
Snelstartgids
Recommended Zone
30
Aanbevolen zone 30°
Recommended Zone
30
30° Aanbevolen zone
Januari 2015
Horizontale montagerichting
Voor het correct ontluchten en aftappen in lucht- en gastoepassingen moet de sensor in de bovenste helft van de buis worden gemonteerd. Voor vloeistof- en stoomtoepassingen moet de sensor in de onderste helft van de buis gemonteerd worden. De maximumtemperatuur voor een direct gemonteerde transmitter is 260 °C (500 °F). Zie Stap 3 voor aanbevelingen voor op afstand gemonteerde transmitters.
Afbeelding 2. Gas en montage bovenop voor stoom (directe montage tot 205 °C [400 °F])
Afbeelding 3. Vloeistof en stoom
Opmerking
Voor stoomtoepassingen met DP-meetwaarden tussen 0,75 en 2 inH2O in horizontale leidingen wordt aanbevolen het primaire element/de flowmetermontage boven de leiding te installeren.
Page 7
Januari 2015
360
Flow
Stroomrichting
360
Flow
Stroom richting
Stroomrichting
Snelstartgids
Opmerking
Vanwege het gewicht van het montagemateriaal van de Flo-Tap kan externe ondersteuning nodig zijn voor verticale toepassingen en voor horizontale toepassingen die buiten de aanbevolen zones worden geïnstalleerd.
Verticale montagerichting
De sensor kan in elke willekeurige positie rondom de buisomtrek worden geïnstalleerd zolang de aftap-/ontluchtingsopeningen de juiste montagepositie hebben voor ontluchten of aftappen. Voor vloeistof of stoom worden optimale resultaten verkregen bij een opgaande flow. Om te voorzien in waterpoten moet voor toepassingen met stoom een 90° afstandhouder worden toegevoegd zodat de transmitter binnen de grenswaarden voor temperatuur blijft. De maximum­temperatuur voor een direct gemonteerde transmitter is 260 °C (500 °F).
Afbeelding 4. Stoom
Afbeelding 5. Vloeistof
Afbeelding 6. Gas
Flow
360
Page 8
Snelstartgids
Januari 2015

Stap 2: Montagehardware lassen

Opmerking
De door Rosemount geleverde montageflens heeft een in de montagehardware ingebouwde integrale uitlijning als hulp bij het correct boren van de montagegaten. Tevens helpt deze hardware bij de uitlijning van de sensor op het montagegat voor inbrenging.
1. Plaats de flensconstructie op de buis, met een tussenruimte van 1,6 mm (1/16 inch), op de vooraf bepaalde plaats en meet de afstand tussen de buitendiameter van de buis en het flensoppervlak. Vergelijk deze met Tabel 2
op pagina 8 en pas de tussenruimte zo nodig aan.
Tabel 2. Flensmaten en flensbuitendiameter voor iedere sensormaat
Sensormaat Flensmaat
1 11/2 inch 150 lb. 98,5 (3,88) DN40 PN16 78,6 (3,09)
1 11/2 inch 300 lb. 104,9 (4,13) DN40 PN40 81,6 (3,21)
1 11/2 inch 600 lb. 112,7 (4,44) DN40 PN100 98,6 (3,88)
1 11/2 inch 900 lb. 125,4 (4,94) N.v.t. N.v.t.
1 11/2 inch 1500 lb. 125,4 (4,94) N.v.t. N.v.t.
1 11/2 inch 2500 lb. 171,6 (6,76) N.v.t. N.v.t.
2 2,0 inch 150 lb. 104,8 (4,13) DN50 PN16 86,3 (3,40)
2 2,0 inch 300 lb. 111,2 (4,38) DN50 PN40 89,3 (3,51)
2 2,0 inch 600 lb. 120,8 (4,76) DN50 PN100 109,3 (4,30)
2 2,0 inch 900 lb. 149,2 (5,88) N.v.t. N.v.t.
2 2,0 inch 1500 lb. 149,2 (5,88) N.v.t. N.v.t.
2 3,0 inch 2500 lb. 250,7 (9,87) N.v.t. N.v.t.
3 3,0 inch 150 lb. 117,5 (4,63) DN80 PN16 97,6 (3,84)
3 3,0 inch 300 lb. 126,9 (5,00) DN80 PN40 105,6 (4,16)
3 3,0 inch 600 lb. 136,6 (5,38) DN80 PN100 125,6 (4,95)
3 4,0 inch 900 lb. 208,0 (8,19) N.v.t. N.v.t.
3 4,0 inch 1500 lb. 217,5 (8,56) N.v.t. N.v.t.
3 4,0 inch 2500 lb. 284,2 (11,19) N.v.t. N.v.t.
2. Breng vier puntlassen van 6mm (
Buitendiam. flens (mm [inch])
1
/4 inch) aan op 90° ten opzichte van elkaar.
Flensmaat
Controleer de uitlijning van de montageflens zowel evenwijdig aan als haaks op de lijn van de stroomrichting (zie Afbeelding 7). Als de uitlijning van de montageflens binnen de toleranties valt, voltooit u de lasverbinding volgens de ter plaatse geldende richtlijnen. Als de uitlijning buiten de voorgeschreven toleranties valt, verricht u eerst de vereiste aanpassingen alvorens de lasverbinding te voltooien.
Buitendiam. flens (mm [inch])
Page 9
Januari 2015
A
B
A
3. Laat het montagemateriaal afkoelen voordat u verder gaat, om ernstige brandwonden te vermijden.
Afbeelding 7. Uitlijning
A. Buitendiameter flens B. Puntlassen

Stap 3: Isolatieklep installeren

1. Plaats de isolatieklep op de montageflens. Zorg dat de klepsteel zo wordt gepositioneerd dat wanneer de Flo-Tap wordt geïnstalleerd, de inbrengstangen de buis zullen omringen en de klephendel wordt gecentreerd tussen de stangen (zie Afbeelding 8).
Opmerking
Dit wordt bemoeilijkt als de klep zich in één lijn bevindt met de stangen.
Snelstartgids
2. Zet de isolatieklep vast op de montageflens met de pakking, bouten en moeren.
Afbeelding 8. Montagerichting isolatieklep
A. Isolatieklep
Page 10
Snelstartgids

Stap 4: Boormachine aanbrengen en gat boren

Er wordt geen boormachine meegeleverd.
1. Bepaal de sensormaat op basis van de sensorbreedte (zie Tab e l 3 ).
2. Monteer de boormachine op de isolatieklep.
3. Open de klep volledig.
4. Boor het gat in de buiswand volgens de instructies van de fabrikant van de boormachine (kies met behulp van Ta be l 3 het juiste boortje voor de gebruikte sensor).
5. Trek de boor volledig terug tot voorbij de klep.
Tabel 3. Tabel voor sensormaat/gatdiameter
Sensormaat
1
2
3
Sensorbreedte
14,99 mm (0,590 inch)
26,92 mm (1,060 inch)
49,15 mm (1,935 inch)
(
(1
(2
19 mm
3
/4 inch)
34 mm
5
/16 inch)
64 mm
1
/2 inch)
Gatdiameter
— 0,00
+ 0,8 mm (1/32 inch)
— 0,00
+ 1,6 mm (
— 0,00
+ 1,6 mm (
1
/16 inch)
1
/16 inch)
B
A
A. Isolatieklep volledig
geopend tijdens
inbrengen boor B. Drukboormachine C. Isolatieklep volledig
gesloten na uittrekken boor
Januari 2015
C

Stap 5: Boormachine verwijderen

1. Controleer of de boor tot voorbij de klep is teruggetrokken.
2. Sluit de isolatieklep om het proces te isoleren.
3. Neem de druk van de boormachine af en verwijder hem.
4. Controleer de isolatieklep en de montageflens op lekkage.

Stap 6: De Annubar monteren

1. Zet de stroomrichtingspijl op de kop in lijn met de stroomrichting.
2. Bevestig de Flo-Tap met de bijgeleverde pakking en flensbouten op de isolatieklep.
3. Haal de moeren kruiselings aan zodat de pakking gelijkmatig wordt samengedrukt.
4. Zorg dat de ontluchtingskranen worden gesloten alvorens verder te gaan.
5. Open en sluit de isolatieklep om de 485 sensor onder druk te zetten en eventuele lekken in de installatie te vinden. Wees uiterst voorzichtig indien het stromende procesmedium stoom of een bijtend middel is.
6. Controleer de volledige installatie op lekkage. Haal elk aansluitpunt zo nodig nog wat aan om het geheel lekvrij te maken. Herhaal Stap 5 en 6 totdat er geen lekkage meer is.
10
Page 11
Januari 2015
A
B
Snelstartgids
Opmerking
De Flo-Tap 485 Annubars kunnen in principe een groot gewicht dragen over een grote afstand van het leidingwerk, in welk geval externe ondersteuning noodzakelijk is. De steunplaat heeft draadgaten om de ondersteuning van de 485 Annubar te vergemakkelijken.
Afbeelding 9. Flo-Tap installeren
A. Steunplaat B. Isolatieklep

Stap 7: Annubar inbrengen

Standaard aandrijving (M)
1. Open de isolatieklep volledig.
2. Draai de aandrijfmoeren rechtsom (bovenaanzicht). De moeren moeten om-en-om worden aangedraaid, ongeveer twee slagen per keer, om vastklemmen vanwege ongelijkmatige belasting te voorkomen.
3. Ga verder met deze procedure totdat het uiteinde van de sensor goed contact maakt met de tegenoverliggende zijde van de buis. a. De oranje strepen geven aan wanneer de sensor de tegenoverliggende
zijwand nadert.
b. Als de oranje streep de steunplaat nadert, plaats dan een vinger op de
pakkingdrukker tijdens het aandraaien. Wanneer er geen beweging meer optreedt, is de sensor in contact met de tegenoverliggende zijwand.
c. Draai het handvat nog eens 1/4 tot 1/2 slag om de sensor vast te zetten.
11
Page 12
Snelstartgids
A
Januari 2015
Tandwielaandrijving (G)
1. Open de isolatieklep volledig.
2. Draai de slinger rechtsom. Als er een elektrische boor met adapter wordt gebruikt, houd het toerental dan onder 200 tpm.
a. Draai aan de slinger totdat de sensor goed contact maakt met de
tegenoverliggende zijde van de buis. De oranje strepen geven aan wanneer de sensor de tegenoverliggende zijwand nadert.
b. Als de oranje strepen de steunplaat naderen, verwijder dan de elektrische
boor en draai met de hand verder aan. Plaats tijdens het aandraaien een vinger op de pakkingdrukker. Wanneer er geen beweging meer optreedt, is de sensor in contact met de tegenoverliggende zijwand.
c. Draai het handvat nog eens
3. Zet de aandrijving vast door de vergrendelpen van de aandrijving in te steken, zoals afgebeeld in Afbeelding 10.
Opmerking
Plaats uw vinger niet boven de pakkingdrukker bij toepassingen met hoge temperaturen.
Afbeelding 10. De sensor inbrengen
Standaard aandrijving (M) Tandwielaandrijving (G)
1
/4 tot 1/2 slag om de sensor vast te zetten.
A. Vergrendelpen van aandrijving

Stap 8: Monteer de transmitter

Transmittermontage, kop voor directe montage met kleppen
Bij directe montage van een transmitter met kleppen hoeft de Annubar niet te worden teruggetrokken.
1. Breng O-ringen van PTFE aan in de groeven op de Annubar-kop.
2. Breng de bovenkant van de transmitter in lijn met de bovenkant van de sensor (op de zijkant van de kop is “Hi” gestanst) en installeer hem.
3. Haal de moeren kruiselings aan tot 45 N•m (400 in•lb).
12
Page 13
Januari 2015
naar PH naar PL
MH
MV
ML
DVLDVH
MEL
MEH
2
1
naar PH naar PL
MH
ME
ML
DVLDVH
2
1
Transmittermontage met kop voor montage op afstand
Bij temperaturen van meer dan 121 °C (250 °F) bij de membranen van de sensormo­dule zal de transmitter beschadigd raken. Op afstand gemonteerde transmitters worden op de sensor aangesloten via impulsbuizen, zodat de procestemperaturen in zodanige mate afnemen dat de transmitter niet meer kwetsbaar is.
Afhankelijk van de procesvloeistof worden de impulsbuizen op verschillende wijze gelegd. De inrichting moet geschikt zijn voor continubedrijf bij de in de pijpleiding heersende druk en temperatuur. Gebruik van een roestvaststalen buis met een buitendiameter van ten minste 12 mm ( ten minste 1 mm (0,035 inch) wordt aanbevolen. Buisfittingen met schroefdraad zijn niet raadzaam omdat dan in kleine holten lucht wordt opgesloten waar uiteindelijk lekkage zal optreden.
De volgende beperkingen en aanbevelingen gelden voor de montagelocatie van impulsleidingen:
1. Horizontaal gemonteerde impulsleidingen moeten ten minste 83 mm/m (1 in/ft) verval hebben.
Laat omlaag lopen (richting transmitter) voor toepassingen met vloeistof en
stoom.
Laat omhoog lopen (richting transmitter) voor toepassingen met gas.
2. Voor in de buitenlucht geplaatste installaties voor vloeistof, verzadigd gas of stoom zal soms isolatie en verwarming nodig zijn om bevriezing te voorkomen.
3. Voor alle installaties wordt montage van een instrumentkranenblok aanbevolen. Met een kranenblok kan de gebruiker voorafgaand aan de nulinstelling de druk egaliseren en de procesvloeistof van de transmitter isoleren.
1
/2 inch) en een wanddikte van
Snelstartgids
Afbeelding 11. Identificatie kleppen van kranenblokken met 5 en met 3 kranen
Kranenblok met 5 kranen Kranenblok met 3 kranen
13
Page 14
Snelstartgids
Tabel 4. Beschrijving van impulskleppen en componenten
Naam Beschrijving Doel
Componenten
1 Tr an sm it t er Leest verschildruk uit
2 Kranenblok Isoleert en egaliseert de transmitter
Kranenblok en impulskleppen
PH
PL Primaire sensor
DVH
DVL
MH Kranenblok
ML Kranenblok
MEH Kranenblokegalisator
MEL Kranenblokegalisator
ME Kranenblokegalisator Voor egalisatie van de druk aan hoge en lage zijde
MV
1. Hoge druk
2. Lage druk
Primaire sensor
Aftap- en ontluchtingskraan
Aftap- en ontluchtingskraan
Ontluchtingskraan kranenblok
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aansluitingen voor procesdruk aan hoge en lage zijde.
Tapt de kamers in de verschildruk-transmitter af (bij gasbedrijf) of ontlucht deze (bij vloeistof- of stoombedrijf)
Scheidt de druk aan hoge of lage zijde van het proces
(1)
Geeft de hoge en lage drukzijden toegang tot de ontluchtingskraan, of scheidt de procesvloeistof
(2)
Ontlucht de procesvloeistof
Januari 2015
Aanbevolen installatiemethoden
Gasbedrijf
Bevestig de transmitter hoger dan de sensor om te voorkomen dat condenseerbare vloeistoffen in de impulsbuizen en de verschildrukcel achterblijven.
14
Page 15
Januari 2015
Afbeelding 12. Gas (horizontaal)
Afbeelding 13. Gas (verticaal)
Snelstartgids
Stoom- of vloeistofbedrijf (lager dan 315 °C [600 °F])
Installeer de transmitter lager dan de sensor om te voorkomen dat lucht in de impulsleiding of de transmitter dringt.
15
Page 16
Snelstartgids
Afbeelding 14. Stoom en vloeistof (horizontaal)
Afbeelding 15. Stoom en vloeistof (verticaal)
Januari 2015
Montage bovenop voor stoombedrijf (aanbevolen voor stoomtemperaturen boven 315 °C [600 °F])
Deze oriëntatie kan worden gebruikt voor elke stoomtemperatuur. Voor installaties boven 315 °C (600 °F) is deze oriëntatie echter verplicht. Voor extern gemonteerde installaties moet de impulsleiding enigszins omhoog lopen vanaf de instrumentaansluitingen op de Annubar naar de kruisstukken zodat het condensaat in de leiding kan terugstromen. Vanaf de kruisstukken moet de impulsleiding omlaag naar de transmitter en de aftappoten worden geleid. De transmitter moet zich onder de instrumentaansluitingen van de Annubar bevinden. Afhankelijk van de omgevingsfactoren kan isolatie van het bevestigingsmateriaal vereist zijn.
16
Page 17
Januari 2015
Afbeelding 16. Horizontale montage bovenop voor stoom

Stap 9: De Annubar terugtrekken

Tandwielaandrijving (G)
1. Verwijder de vergrendelpen van de aandrijving.
2. Draai de slinger linksom. Als er een elektrische boor met adapter wordt gebruikt, houd het toerental dan onder 200 tpm.
3. Trek terug totdat de moeren van het stanguiteinde tegen het mechanisme van de tandwielkast aanliggen.
Snelstartgids
17
Page 18
Snelstartgids

Productcertificeringen

Goedgekeurde productielocaties

Rosemount Inc. — Chanhassen, Minnesota, VS
Rosemount DP Flow Design and Operations — Boulder, Colorado, VS
Emerson Process Management GmbH & Co. OHG — Wessling, Duitsland
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited — Singapore
Emerson Beijing Instrument Co., Ltd — Beijing, China

Informatie over Europese richtlijnen

De EU-verklaring van overeenstemming voor alle vigerende Europese richtlijnen voor dit product kunt u vinden op onze website www.rosemount.com. Voor een gedrukt exemplaar kunt u zich wenden tot ons plaatselijk verkoopkantoor.
Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) (97/23/EG)
Rosemount 485 Annubar
– Raadpleeg de EG-conformiteitsverklaring om de conformiteit te
controleren.
Druktransmitter
– Raadpleeg de snelstartgids van de relevante druktransmitter.
Januari 2015

Certificeringen explosiegevaarlijke locaties

Zie voor informatie over de productcertificatie van elektronica de snelstartgids van de betreffende transmitter:
Rosemount 3051SMV: (publicatienummer 00825-0100-4803) Rosemount 3051S: (publicatienummer 00825-0100-4801) Rosemount 3051: (publicatienummer 00825-0100-4001) Rosemount 2051: (publicatienummer 00825-0100-4101)
18
Page 19
Januari 2015
File ID: DSI C E Marking Page 1 of 3 DSI 1000I-DoC
EC Declaration of Conformity
No: DSI 1000 Rev. I
We,
Emerson Process Management Heath Place - Bognor Regis West Sussex PO22 9SH England
declare under our sole responsibility that the products,
Primary Element Models 405 / 1195 / 1595 & Annubar®
Models 485 / 585
manufactured by,
Rosemount / Dieterich Standard, Inc. 5601 North 71
st
Street Boulder, CO 80301 USA
to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European Community Directives as shown in the attached schedule.
Assumption of conformity is based on the application of the harmonized standards and, when applicable or required, a European Community notified body certification, as shown in the attached schedule.
As permitted by 97/23/EC, Annex 7, the authorized signatory for the legally binding declaration of
conformity for Rosemount/Dieterich Standard, Inc. is Vice President of Quality, Timothy J. Layer.
20-Oct-2011
Timothy J. Layer
Vice President, Quality
(signature)
(date of issue)
Afbeelding 17. Verklaring van overeenstemming
Snelstartgids
19
Page 20
File ID: DSI C E Marking Page 2 of 3 DSI 1000I-DoC
Schedule
EC Declaration of Conformity DSI 1000 Rev. I
PED Directive (97/23/EC)
Models: 405 / 485 / 585/ 1195 / 1595
QS Certificate of Assessment – CE-0041-H-RMT-001-10-USA
IV* Flo Tap - 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 60" to 72" Line (Category IV Flo Tap will require a B1 Certificate for design examination and H1 Certificate for special surveillance)
All other models: Sound Engineering Practice
Summary of Classifications
Model/Range
PED Category
Group 1
Fluid
Group 2
Fluid
585M - 2500# All Lines
N/A
SEP
585S - 1500# & 2500# All Lines
III
SEP
MSL46 - 2500# All Lines
N/A
SEP
MSR: 1500# & 2500# All Lines
III
SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 150# 1-1/2
I
SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 300# & 600# 1-1/2
II
I
1195, 3051SFP, 3095MFP: 1-1/2 Threaded & Welded
II
I
DNF - 150# 1-1/4”, 1-1/2” & 2
I
SEP
DNF - 300# 1-1/4”, 1-1/2” & 2
II
I
DNF, DNT, & DNW: 600# 1-1/4”, 1-1/2” & 2”
II
I
Flanged  485/3051SFA/3095MFA: 1500# & 2500# All Lines
II
SEP
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 150# 6to 24 Line
I
SEP
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 300# 6to 24 Line
II
I
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 600# 6to 16 Line
II
I
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 600# 18to 24 Line
III
II
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 150# 12to 44 Line
II
I
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 150# 46to 72 Line
III
II
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 300# 12 to 72 Line
III
II
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 12to 48 Line
III
II
FloTap  485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 60 to 72 Line
IV*
III
Snelstartgids
Januari 2015
20
Page 21
File ID: DSI C E Marking Page 3 of 3 DSI 1000I-DoC
Schedule
EC Declaration of Conformity DSI 1000 Rev. I
Pressure Equipment Directive (93/27/EC) Notified Body:
Bureau Veritas UK Limited
[Notified Body Number: 0041] Parklands, Wilmslow Road, Didsbury Manchester M20 2RE United Kingdom
Januari 2015
Snelstartgids
21
Page 22
Snelstartgids
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 1 van 3 DSI 1000 rev I_dut.doc
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: DSI 1000 Rev. I
Wij,
Emerson Process Management Heath Place - Bognor Regis West Sussex PO22 9SH Engeland
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat de producten
Primair element model 405/1195/1595 en Annubar® model
485/585
vervaardigd door
Rosemount / Dieterich Standard, Inc. 5601 North 71
st
Street Boulder, CO 80301 VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Unie, zoals vermeld in bijgevoegd schema.
De aanname van overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie van de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
Zoals toegestaan volgens 97/23/EG, bijlage 7, is de gevolmachtigde voor de juridisch bindende
verklaring van overeenstemming voor Rosemount/Dieterich Standard, Inc. de vicepresident voor kwaliteit, Timothy J. Layer.
(functie in blokletters)
Timothy J. Layer
(naam – in blokletters) (datum van uitgifte)
Januari 2015
Vice President, Quality
20 oktober 2011
22
Page 23
Januari 2015
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 2 van 3 DSI 1000 rev I_dut.doc
Schema
EG-verklaring van overeenstemming DSI 1000 Rev. I
Richtlijn Drukapparatuur (97/23/EG)
Modellen: 405 / 485 / 585/ 1195 / 1595
Beoordelingsbesluit kwaliteitssysteem – CE-0041-H-RMT-001-10-VS
IV* FloTap – 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 60 inch tot 72 inch (FloTap van categorie IV vereist een B1-certificaat voor ontwerpcontrole en een H1-certificaat voor bijzonder toezicht)
Alle overige modellen: Goed vakmanschap
Samenvatting van classificaties
Model/bereik
Categorie Richtlijn
Drukapparatuur
Vloeistof groep 1 Vloeistof groep 2
585M - 2500 lb. alle leidingen
N.v.t. SEP
585S - 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen
III SEP MSL46 - 2500 lb. alle leidingen N.v.t. SEP MSR: 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen III SEP 1195, 3051SFP, 3095MFP: 150 lb. 1,5 inch I SEP 1195, 3051SFP, 3095MFP: 300 lb. en 600 lb. 1,5 inch II I 1195, 3051SFP, 3095MFP: draad- en lasverbinding van 1,5 inch II I
DNF 150 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch
I SEP
DNF 300 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch
II I
DNF, DNT en DNW: 600 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch II I
Met flens 485/3051SFA/3095MFA: 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen
II SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 150 lb. leiding van 6 inch tot 24 inch
I SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 300 lb. leiding van 6 inch tot 24 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 600 lb. leiding van 6 inch tot 16 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 600 lb. leiding van 18 inch tot 24 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 12 inch tot 44 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 46 inch tot 72 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 300 lb. leiding van 12 inch tot 72 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 12 inch tot 48 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 60 inch tot 72 inch
IV* III
Snelstartgids
23
Page 24
Snelstartgids
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 3 van 3 DSI 1000 rev I_dut.doc
Schema
EG-verklaring van overeenstemming DSI 1000 Rev. I
Aangemelde instantie conform Richtlijn Drukapparatuur (93/27/EG):
Bureau Veritas UK Limited
[nummer aangemelde instantie: 0041] Parklands, Wilmslow Road, Didsbury Manchester M20 2RE Verenigd Koninkrijk
Januari 2015
24
Page 25
Januari 2015
Snelstartgids
25
Page 26
*00825-0406-4809*
Snelstartgids
00825-0411-4809, Rev FA
Januari 2015
Emerson Process Management Rosemount Inc.
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (andere landen) (952) 906-8888 F (952) 906-8889
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
Emerson Process Management GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling, Duitsland T +49 (8153) 939 0 F +49 (8153) 939 172
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited
No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Beijing 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586
Emerson Process Management bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emerson process.nl
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emerson process.be
Emerson Process Management Latin America
1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise Florida 33323, VS T +1 954 846 5030 www.rosemount.com
© 2015 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de m erkhouder. Het Emers on-logo is e en handelsmerk en d ienstmerk van Em erson Elect ric Co. Annubar, SuperModule, Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc. HART is een gedeponeerd handelsmerk van de HART Communication FOUNDATION.
Loading...