Rosemount 485 Annubar®
Flo-Tap-constructie met flens
Snelstartgids
00825-0411-4809, Rev FA
Januari 2015
Page 2
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Januari 2015
MEDEDELING
Deze handleiding bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 485 Annubar. De handleiding
bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing,
explosieveilige, vuurbestendige of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de
naslaghandleiding van de 485 Annubar (publicatienummer 00809-0100-4810) voor nadere
instructies. Deze handleiding is ook in digitale vorm beschikbaar op www.rosemount.com.
Als de 485 Annubar gemonteerd op een Rosemount 3051S-transmitter is besteld, raadpleeg
dan de volgende snelstartgids voor informatie over configuratie en certificeringen voor
gevaarlijke locaties: Rosemount 3051S-serie druktransmitter (publicatienummer
00825-0100-4801).
Als de 485 Annubar gemonteerd op een Rosemount 3095-transmitter is besteld, raadpleeg
dan de volgende snelstartgids voor informatie over configuratie en certificeringen voor
gevaarlijke locaties: Rosemount 3095 (publicatienummer 00825-0100-4716).
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel. Voorkom
proceslekken door procesaansluitingen uitsluitend af te dichten met pakkingen en O -ringen
die bestemd zijn voor afdichting van het betreffende pakkingvlak. Door de stroming van
procesmedium kan de 485 Annubar-constructie heet worden en kunt u brandwonden oplopen.
Transmitter and housing areshown for claritypurposes - onlysupplied ifordered.
O
N
M
L
K
J
I
H
G
Transmitter en behuizing
ter illustratie afgebeeld —
alleen geleverd indien ook
besteld.
Snelstartgids
Constructietekening van de 485 Annubar
Flo-Tap-constructie met flens
A. Transmitter
I. Isolatieklep
B. O-ringen (2)J. Kooinippel
C. Behuizing temperatuursensoraansluitingK. Steunplaat
D. Verbinding van direct gemonteerde
transmitter met kleppen
E. KopplaatN. Volger
F. AandrijfstangenO. Compressieplaat
G. MontageflensconstructieP. Coplanar-flens met
H. Pakking aftap-/ontluchtingsgaten
L. Pakkingdrukker
M. Pakking
Opmerking
Gebruik op alle schroefdraadaansluitingen een buisafdichtingsmiddel dat geschikt is voor de te
verwachten bedrijfstemperatuur.
3
Page 4
Snelstartgids
Stap 1: Locatie en installatiehoek
Voor nauwkeurige en herhaalbare flowmetingen moeten de correcte
montagerichting en de montagelengten voor rechte leidingen worden
aangehouden. Zie Tabel 1 op pagina 4 voor de minimale buisdiameterafstanden
vanaf verstoringen vóór de meter.
Tabel 1. Vereisten rechte buis
Afstanden voor de meter
Januari 2015
Zonder richtvanenMet richtvanen
Buiten vlak
In vlak A
1
2
3
8
N.v.t.
11
N.v.t.
23
N.v.t.
A
10
N.v.t.
16
N.v.t.
28
N.v.t.
A’CC’B
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
Afstanden
achter de
meter
4
4
4
4
4
4
4
12
N.v.t.
12
N.v.t.
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
4
4
4
Page 5
Januari 2015
+
3
+
3
+
3
Snelstartgids
Afstanden voor de meter
Zonder richtvanenMet richtvanen
Afstanden
Buiten vlak
In vlak A
5
6
18
N.v.t.
30
N.v.t.
A
18
N.v.t.
30
N.v.t.
A’CC’B
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
N.v.t.8N.v.t.4N.v.t.
4
4
4
4
4
Opmerking
Neem contact op met de fabrikant voor instructies over toepassingen in vierkante of
rechthoekige leidingen.
“In vlak A” betekent dat de stang zich in hetzelfde vlak bevindt als de elleboog. “Buiten vlak A”
betekent dat de stang haaks op het elleboogvlak staat.
Als de correcte rechte buislengten niet beschikbaar zijn, monteer dan zodanig dat 80% van de
leiding zich vóór de meter bevindt en 20% achter de meter.
Gebruik richtvanen om de vereiste rechte buislengte te bekorten.
Rij 6 in Tabel 1 op pag ina 4 heeft betrekking op schuif-, kogel-, plug- en andere typen
smoorkleppen die gedeeltelijk worden geopend, alsmede op regelkleppen.
achter de
meter
Uitlijningsfout
Bij de installatie van de 485 Annubar mag de uitlijning maximaal 3° afwijken.
Afbeelding 1. Uitlijningsfout
5
Page 6
Snelstartgids
Recommended Zone
30
Aanbevolen zone
30°
Recommended Zone
30
30°
Aanbevolen zone
Januari 2015
Horizontale montagerichting
Voor het correct ontluchten en aftappen in lucht- en gastoepassingen moet de
sensor in de bovenste helft van de buis worden gemonteerd. Voor vloeistof- en
stoomtoepassingen moet de sensor in de onderste helft van de buis gemonteerd
worden. De maximumtemperatuur voor een direct gemonteerde transmitter is
260 °C (500 °F). Zie Stap 3 voor aanbevelingen voor op afstand gemonteerde
transmitters.
Afbeelding 2. Gas en montage bovenop voor stoom (directe montage tot 205 °C
[400 °F])
Afbeelding 3. Vloeistof en stoom
Opmerking
Voor stoomtoepassingen met DP-meetwaarden tussen 0,75 en 2 inH2O in horizontale leidingen
wordt aanbevolen het primaire element/de flowmetermontage boven de leiding te installeren.
6
Page 7
Januari 2015
360
Flow
Stroomrichting
360
Flow
Stroom richting
Stroomrichting
Snelstartgids
Opmerking
Vanwege het gewicht van het montagemateriaal van de Flo-Tap kan externe ondersteuning nodig
zijn voor verticale toepassingen en voor horizontale toepassingen die buiten de aanbevolen zones
worden geïnstalleerd.
Verticale montagerichting
De sensor kan in elke willekeurige positie rondom de buisomtrek worden
geïnstalleerd zolang de aftap-/ontluchtingsopeningen de juiste montagepositie
hebben voor ontluchten of aftappen. Voor vloeistof of stoom worden optimale
resultaten verkregen bij een opgaande flow. Om te voorzien in waterpoten moet
voor toepassingen met stoom een 90° afstandhouder worden toegevoegd zodat
de transmitter binnen de grenswaarden voor temperatuur blijft. De maximumtemperatuur voor een direct gemonteerde transmitter is 260 °C (500 °F).
Afbeelding 4. Stoom
Afbeelding 5. Vloeistof
Afbeelding 6. Gas
Flow
360
7
Page 8
Snelstartgids
Januari 2015
Stap 2: Montagehardware lassen
Opmerking
De door Rosemount geleverde montageflens heeft een in de montagehardware ingebouwde
integrale uitlijning als hulp bij het correct boren van de montagegaten. Tevens helpt deze
hardware bij de uitlijning van de sensor op het montagegat voor inbrenging.
1. Plaats de flensconstructie op de buis, met een tussenruimte van 1,6 mm
(1/16 inch), op de vooraf bepaalde plaats en meet de afstand tussen de
buitendiameter van de buis en het flensoppervlak. Vergelijk deze met Tabel 2
op pagina 8 en pas de tussenruimte zo nodig aan.
Tabel 2. Flensmaten en flensbuitendiameter voor iedere sensormaat
SensormaatFlensmaat
111/2 inch 150 lb.98,5 (3,88)DN40 PN1678,6 (3,09)
111/2 inch 300 lb.104,9 (4,13)DN40 PN4081,6 (3,21)
111/2 inch 600 lb.112,7 (4,44)DN40 PN10098,6 (3,88)
111/2 inch 900 lb.125,4 (4,94)N.v.t.N.v.t.
111/2 inch 1500 lb.125,4 (4,94)N.v.t.N.v.t.
111/2 inch 2500 lb.171,6 (6,76)N.v.t.N.v.t.
22,0 inch 150 lb.104,8 (4,13)DN50 PN1686,3 (3,40)
22,0 inch 300 lb.111,2 (4,38)DN50 PN4089,3 (3,51)
22,0 inch 600 lb.120,8 (4,76)DN50 PN100109,3 (4,30)
22,0 inch 900 lb.149,2 (5,88)N.v.t.N.v.t.
22,0 inch 1500 lb.149,2 (5,88)N.v.t.N.v.t.
23,0 inch 2500 lb.250,7 (9,87)N.v.t.N.v.t.
33,0 inch 150 lb.117,5 (4,63)DN80 PN1697,6 (3,84)
33,0 inch 300 lb.126,9 (5,00)DN80 PN40105,6 (4,16)
33,0 inch 600 lb.136,6 (5,38)DN80 PN100125,6 (4,95)
34,0 inch 900 lb.208,0 (8,19)N.v.t.N.v.t.
34,0 inch 1500 lb.217,5 (8,56)N.v.t.N.v.t.
34,0 inch 2500 lb.284,2 (11,19)N.v.t.N.v.t.
2. Breng vier puntlassen van 6mm (
Buitendiam. flens
(mm [inch])
1
/4 inch) aan op 90° ten opzichte van elkaar.
Flensmaat
Controleer de uitlijning van de montageflens zowel evenwijdig aan als haaks
op de lijn van de stroomrichting (zie Afbeelding 7). Als de uitlijning van de
montageflens binnen de toleranties valt, voltooit u de lasverbinding volgens
de ter plaatse geldende richtlijnen. Als de uitlijning buiten de voorgeschreven
toleranties valt, verricht u eerst de vereiste aanpassingen alvorens de
lasverbinding te voltooien.
Buitendiam. flens
(mm [inch])
8
Page 9
Januari 2015
A
B
A
3. Laat het montagemateriaal afkoelen voordat u verder gaat, om ernstige
brandwonden te vermijden.
Afbeelding 7. Uitlijning
A. Buitendiameter flens
B. Puntlassen
Stap 3: Isolatieklep installeren
1. Plaats de isolatieklep op de montageflens. Zorg dat de klepsteel zo wordt
gepositioneerd dat wanneer de Flo-Tap wordt geïnstalleerd, de inbrengstangen
de buis zullen omringen en de klephendel wordt gecentreerd tussen de stangen
(zie Afbeelding 8).
Opmerking
Dit wordt bemoeilijkt als de klep zich in één lijn bevindt met de stangen.
Snelstartgids
2. Zet de isolatieklep vast op de montageflens met de pakking, bouten en
moeren.
Afbeelding 8. Montagerichting isolatieklep
A. Isolatieklep
9
Page 10
Snelstartgids
Stap 4: Boormachine aanbrengen en gat boren
Er wordt geen boormachine meegeleverd.
1. Bepaal de sensormaat op basis van de sensorbreedte (zie Tab e l 3 ).
2. Monteer de boormachine op de isolatieklep.
3. Open de klep volledig.
4. Boor het gat in de buiswand volgens de instructies van de fabrikant van de
boormachine (kies met behulp van Ta be l 3 het juiste boortje voor de gebruikte
sensor).
5. Trek de boor volledig terug tot voorbij de klep.
Tabel 3. Tabel voor sensormaat/gatdiameter
Sensormaat
1
2
3
Sensorbreedte
14,99 mm
(0,590 inch)
26,92 mm
(1,060 inch)
49,15 mm
(1,935 inch)
(
(1
(2
19 mm
3
/4 inch)
34 mm
5
/16 inch)
64 mm
1
/2 inch)
Gatdiameter
— 0,00
+ 0,8 mm (1/32 inch)
— 0,00
+ 1,6 mm (
— 0,00
+ 1,6 mm (
1
/16 inch)
1
/16 inch)
B
A
A. Isolatieklep volledig
geopend tijdens
inbrengen boor
B. Drukboormachine
C. Isolatieklep volledig
gesloten na uittrekken boor
Januari 2015
C
Stap 5: Boormachine verwijderen
1. Controleer of de boor tot voorbij de klep is teruggetrokken.
2. Sluit de isolatieklep om het proces te isoleren.
3. Neem de druk van de boormachine af en verwijder hem.
4. Controleer de isolatieklep en de montageflens op lekkage.
Stap 6: De Annubar monteren
1. Zet de stroomrichtingspijl op de kop in lijn met de stroomrichting.
2. Bevestig de Flo-Tap met de bijgeleverde pakking en flensbouten op de
isolatieklep.
3. Haal de moeren kruiselings aan zodat de pakking gelijkmatig wordt
samengedrukt.
4. Zorg dat de ontluchtingskranen worden gesloten alvorens verder te gaan.
5. Open en sluit de isolatieklep om de 485 sensor onder druk te zetten en
eventuele lekken in de installatie te vinden. Wees uiterst voorzichtig indien het
stromende procesmedium stoom of een bijtend middel is.
6. Controleer de volledige installatie op lekkage. Haal elk aansluitpunt zo nodig
nog wat aan om het geheel lekvrij te maken. Herhaal Stap 5 en 6 totdat er
geen lekkage meer is.
10
Page 11
Januari 2015
A
B
Snelstartgids
Opmerking
De Flo-Tap 485 Annubars kunnen in principe een groot gewicht dragen over een grote afstand
van het leidingwerk, in welk geval externe ondersteuning noodzakelijk is. De steunplaat heeft
draadgaten om de ondersteuning van de 485 Annubar te vergemakkelijken.
Afbeelding 9. Flo-Tap installeren
A. Steunplaat
B. Isolatieklep
Stap 7: Annubar inbrengen
Standaard aandrijving (M)
1. Open de isolatieklep volledig.
2. Draai de aandrijfmoeren rechtsom (bovenaanzicht). De moeren moeten
om-en-om worden aangedraaid, ongeveer twee slagen per keer, om
vastklemmen vanwege ongelijkmatige belasting te voorkomen.
3. Ga verder met deze procedure totdat het uiteinde van de sensor goed contact
maakt met de tegenoverliggende zijde van de buis.
a. De oranje strepen geven aan wanneer de sensor de tegenoverliggende
zijwand nadert.
b. Als de oranje streep de steunplaat nadert, plaats dan een vinger op de
pakkingdrukker tijdens het aandraaien. Wanneer er geen beweging meer
optreedt, is de sensor in contact met de tegenoverliggende zijwand.
c. Draai het handvat nog eens 1/4 tot 1/2 slag om de sensor vast te zetten.
11
Page 12
Snelstartgids
A
Januari 2015
Tandwielaandrijving (G)
1. Open de isolatieklep volledig.
2. Draai de slinger rechtsom. Als er een elektrische boor met adapter wordt
gebruikt, houd het toerental dan onder 200 tpm.
a. Draai aan de slinger totdat de sensor goed contact maakt met de
tegenoverliggende zijde van de buis. De oranje strepen geven aan wanneer
de sensor de tegenoverliggende zijwand nadert.
b. Als de oranje strepen de steunplaat naderen, verwijder dan de elektrische
boor en draai met de hand verder aan. Plaats tijdens het aandraaien een
vinger op de pakkingdrukker. Wanneer er geen beweging meer optreedt, is
de sensor in contact met de tegenoverliggende zijwand.
c. Draai het handvat nog eens
3. Zet de aandrijving vast door de vergrendelpen van de aandrijving in te steken,
zoals afgebeeld in Afbeelding 10.
Opmerking
Plaats uw vinger niet boven de pakkingdrukker bij toepassingen met hoge temperaturen.
Afbeelding 10. De sensor inbrengen
Standaard aandrijving (M)Tandwielaandrijving (G)
1
/4 tot 1/2 slag om de sensor vast te zetten.
A. Vergrendelpen van aandrijving
Stap 8: Monteer de transmitter
Transmittermontage, kop voor directe montage met kleppen
Bij directe montage van een transmitter met kleppen hoeft de Annubar niet te
worden teruggetrokken.
1. Breng O-ringen van PTFE aan in de groeven op de Annubar-kop.
2. Breng de bovenkant van de transmitter in lijn met de bovenkant van de sensor
(op de zijkant van de kop is “Hi” gestanst) en installeer hem.
3. Haal de moeren kruiselings aan tot 45 N•m (400 in•lb).
12
Page 13
Januari 2015
naar PHnaar PL
MH
MV
ML
DVLDVH
MEL
MEH
2
1
naar PHnaar PL
MH
ME
ML
DVLDVH
2
1
Transmittermontage met kop voor montage op afstand
Bij temperaturen van meer dan 121 °C (250 °F) bij de membranen van de sensormodule zal de transmitter beschadigd raken. Op afstand gemonteerde transmitters
worden op de sensor aangesloten via impulsbuizen, zodat de procestemperaturen
in zodanige mate afnemen dat de transmitter niet meer kwetsbaar is.
Afhankelijk van de procesvloeistof worden de impulsbuizen op verschillende
wijze gelegd. De inrichting moet geschikt zijn voor continubedrijf bij de in de
pijpleiding heersende druk en temperatuur. Gebruik van een roestvaststalen buis
met een buitendiameter van ten minste 12 mm (
ten minste 1 mm (0,035 inch) wordt aanbevolen. Buisfittingen met schroefdraad
zijn niet raadzaam omdat dan in kleine holten lucht wordt opgesloten waar
uiteindelijk lekkage zal optreden.
De volgende beperkingen en aanbevelingen gelden voor de montagelocatie van
impulsleidingen:
Laat omlaag lopen (richting transmitter) voor toepassingen met vloeistof en
stoom.
Laat omhoog lopen (richting transmitter) voor toepassingen met gas.
2. Voor in de buitenlucht geplaatste installaties voor vloeistof, verzadigd gas of
stoom zal soms isolatie en verwarming nodig zijn om bevriezing te voorkomen.
3. Voor alle installaties wordt montage van een instrumentkranenblok
aanbevolen. Met een kranenblok kan de gebruiker voorafgaand aan de
nulinstelling de druk egaliseren en de procesvloeistof van de transmitter
isoleren.
1
/2 inch) en een wanddikte van
Snelstartgids
Afbeelding 11. Identificatie kleppen van kranenblokken met 5 en met 3 kranen
Kranenblok met 5 kranenKranenblok met 3 kranen
13
Page 14
Snelstartgids
Tabel 4. Beschrijving van impulskleppen en componenten
NaamBeschrijvingDoel
Componenten
1Tr an sm it t erLeest verschildruk uit
2KranenblokIsoleert en egaliseert de transmitter
Kranenblok en impulskleppen
PH
PLPrimaire sensor
DVH
DVL
MHKranenblok
MLKranenblok
MEHKranenblokegalisator
MELKranenblokegalisator
MEKranenblokegalisatorVoor egalisatie van de druk aan hoge en lage zijde
MV
1. Hoge druk
2. Lage druk
Primaire sensor
Aftap- en
ontluchtingskraan
Aftap- en
ontluchtingskraan
Ontluchtingskraan
kranenblok
(1)
(2)
(1)
(2)
(1)
(2)
Aansluitingen voor procesdruk aan hoge en lage zijde.
Tapt de kamers in de verschildruk-transmitter af (bij gasbedrijf) of
ontlucht deze (bij vloeistof- of stoombedrijf)
Scheidt de druk aan hoge of lage zijde van het proces
(1)
Geeft de hoge en lage drukzijden toegang tot de ontluchtingskraan,
of scheidt de procesvloeistof
(2)
Ontlucht de procesvloeistof
Januari 2015
Aanbevolen installatiemethoden
Gasbedrijf
Bevestig de transmitter hoger dan de sensor om te voorkomen dat
condenseerbare vloeistoffen in de impulsbuizen en de verschildrukcel
achterblijven.
14
Page 15
Januari 2015
Afbeelding 12. Gas (horizontaal)
Afbeelding 13. Gas (verticaal)
Snelstartgids
Stoom- of vloeistofbedrijf (lager dan 315 °C [600 °F])
Installeer de transmitter lager dan de sensor om te voorkomen dat lucht in de
impulsleiding of de transmitter dringt.
15
Page 16
Snelstartgids
Afbeelding 14. Stoom en vloeistof (horizontaal)
Afbeelding 15. Stoom en vloeistof (verticaal)
Januari 2015
Montage bovenop voor stoombedrijf (aanbevolen voor
stoomtemperaturen boven 315 °C [600 °F])
Deze oriëntatie kan worden gebruikt voor elke stoomtemperatuur. Voor
installaties boven 315 °C (600 °F) is deze oriëntatie echter verplicht. Voor extern
gemonteerde installaties moet de impulsleiding enigszins omhoog lopen vanaf
de instrumentaansluitingen op de Annubar naar de kruisstukken zodat het
condensaat in de leiding kan terugstromen. Vanaf de kruisstukken moet de
impulsleiding omlaag naar de transmitter en de aftappoten worden geleid.
De transmitter moet zich onder de instrumentaansluitingen van de Annubar
bevinden. Afhankelijk van de omgevingsfactoren kan isolatie van het
bevestigingsmateriaal vereist zijn.
16
Page 17
Januari 2015
Afbeelding 16. Horizontale montage bovenop voor stoom
Stap 9: De Annubar terugtrekken
Tandwielaandrijving (G)
1. Verwijder de vergrendelpen van de aandrijving.
2. Draai de slinger linksom. Als er een elektrische boor met adapter wordt
gebruikt, houd het toerental dan onder 200 tpm.
3. Trek terug totdat de moeren van het stanguiteinde tegen het mechanisme van
de tandwielkast aanliggen.
Snelstartgids
17
Page 18
Snelstartgids
Productcertificeringen
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. — Chanhassen, Minnesota, VS
Rosemount DP Flow Design and Operations — Boulder, Colorado, VS
Emerson Process Management GmbH & Co. OHG — Wessling, Duitsland
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited — Singapore
Emerson Beijing Instrument Co., Ltd — Beijing, China
Informatie over Europese richtlijnen
De EU-verklaring van overeenstemming voor alle vigerende Europese richtlijnen
voor dit product kunt u vinden op onze website www.rosemount.com. Voor een
gedrukt exemplaar kunt u zich wenden tot ons plaatselijk verkoopkantoor.
Europese Richtlijn Drukapparatuur (PED) (97/23/EG)
Rosemount 485 Annubar
– Raadpleeg de EG-conformiteitsverklaring om de conformiteit te
controleren.
Druktransmitter
– Raadpleeg de snelstartgids van de relevante druktransmitter.
Januari 2015
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties
Zie voor informatie over de productcertificatie van elektronica de snelstartgids
van de betreffende transmitter:
File ID: DSI C E Marking Page 1 of 3 DSI 1000I-DoC
EC Declaration of Conformity
No: DSI 1000 Rev. I
We,
Emerson Process Management
Heath Place - Bognor Regis
West Sussex PO22 9SH
England
declare under our sole responsibility that the products,
Primary Element Models 405 / 1195 / 1595 & Annubar®
Models 485 / 585
manufactured by,
Rosemount / Dieterich Standard, Inc.
5601 North 71
st
Street
Boulder, CO 80301
USA
to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European
Community Directives as shown in the attached schedule.
Assumption of conformity is based on the application of the harmonized standards and, when
applicable or required, a European Community notified body certification, as shown in the
attached schedule.
As permitted by 97/23/EC, Annex 7, the authorized signatory for the legally binding declaration of
conformity for Rosemount/Dieterich Standard, Inc. is Vice President of Quality, Timothy J. Layer.
20-Oct-2011
Timothy J. Layer
Vice President, Quality
(signature)
(date of issue)
Afbeelding 17. Verklaring van overeenstemming
Snelstartgids
19
Page 20
File ID: DSI C E Marking Page 2 of 3 DSI 1000I-DoC
Schedule
EC Declaration of Conformity DSI 1000 Rev. I
PED Directive (97/23/EC)
Models: 405 / 485 / 585/ 1195 / 1595
QS Certificate of Assessment – CE-0041-H-RMT-001-10-USA
IV* Flo Tap - 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 60" to 72" Line (Category IV Flo Tap will require a B1
Certificate for design examination and H1 Certificate for special surveillance)
All other models:
Sound Engineering Practice
Summary of Classifications
Model/Range
PED Category
Group 1
Fluid
Group 2
Fluid
585M - 2500# All Lines
N/A
SEP
585S - 1500# & 2500# All Lines
III
SEP
MSL46 - 2500# All Lines
N/A
SEP
MSR: 1500# & 2500# All Lines
III
SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 150# 1-1/2
I
SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 300# & 600# 1-1/2
II
I
1195, 3051SFP, 3095MFP: 1-1/2” Threaded & Welded
II
I
DNF - 150# 1-1/4”, 1-1/2” & 2
I
SEP
DNF - 300# 1-1/4”, 1-1/2” & 2
II
I
DNF, DNT, & DNW: 600# 1-1/4”, 1-1/2” & 2”
II
I
Flanged 485/3051SFA/3095MFA: 1500# & 2500# All Lines
II
SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 150# 6to 24 Line
I
SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 300# 6to 24 Line
II
I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 600# 6to 16 Line
II
I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 2 600# 18to 24 Line
III
II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 150# 12to 44 Line
II
I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 150# 46to 72 Line
III
II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 300# 12” to 72 Line
III
II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 12to 48 Line
III
II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensor Size 3 600# 60 to 72 Line
IV*
III
Snelstartgids
Januari 2015
20
Page 21
File ID: DSI C E Marking Page 3 of 3 DSI 1000I-DoC
[Notified Body Number: 0041]
Parklands, Wilmslow Road, Didsbury
Manchester M20 2RE
United Kingdom
Januari 2015
Snelstartgids
21
Page 22
Snelstartgids
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 1 van 3DSI 1000 rev I_dut.doc
EG-verklaring van overeenstemming
Nr.: DSI 1000 Rev. I
Wij,
Emerson Process Management
Heath Place - Bognor Regis
West Sussex PO22 9SH
Engeland
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat de producten
Primair element model 405/1195/1595 en Annubar® model
485/585
vervaardigd door
Rosemount / Dieterich Standard, Inc.
5601 North 71
st
Street
Boulder, CO 80301
VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de
richtlijnen van de Europese Unie, zoals vermeld in bijgevoegd schema.
De aanname van overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde
normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie van de
Europese Gemeenschap, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
Zoals toegestaan volgens 97/23/EG, bijlage 7, is de gevolmachtigde voor de juridisch bindende
verklaring van overeenstemming voor Rosemount/Dieterich Standard, Inc. de vicepresident voor
kwaliteit, Timothy J. Layer.
(functie – in blokletters)
Timothy J. Layer
(naam – in blokletters) (datum van uitgifte)
Januari 2015
Vice President, Quality
20 oktober 2011
22
Page 23
Januari 2015
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 2 van 3DSI 1000 rev I_dut.doc
IV* FloTap – 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 60 inch tot 72 inch (FloTap van categorie IV
vereist een B1-certificaat voor ontwerpcontrole en een H1-certificaat voor bijzonder toezicht)
Alle overige modellen: Goed vakmanschap
Samenvatting van classificaties
Model/bereik
Categorie Richtlijn
Drukapparatuur
Vloeistof groep 1 Vloeistof groep 2
585M - 2500 lb. alle leidingen
N.v.t. SEP
585S - 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen
III SEP
MSL46 - 2500 lb. alle leidingen N.v.t. SEP
MSR: 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen III SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 150 lb. 1,5 inch I SEP
1195, 3051SFP, 3095MFP: 300 lb. en 600 lb. 1,5 inch II I
1195, 3051SFP, 3095MFP: draad- en lasverbinding van 1,5 inch II I
DNF 150 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch
I SEP
DNF 300 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch
II I
DNF, DNT en DNW: 600 lb. 1,25 inch, 1,5 inch en 2 inch II I
Met flens 485/3051SFA/3095MFA: 1500 lb. en 2500 lb. alle leidingen
II SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 150 lb. leiding van 6 inch tot 24 inch
I SEP
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 300 lb. leiding van 6 inch tot 24 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 600 lb. leiding van 6 inch tot 16 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 2 600 lb. leiding van 18 inch tot 24 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 12 inch tot 44 inch
II I
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 150 lb. leiding van 46 inch tot 72 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 300 lb. leiding van 12 inch tot 72 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 12 inch tot 48 inch
III II
FloTap 485/3051SFA/3095MFA: Sensormaat 3 600 lb. leiding van 60 inch tot 72 inch
IV* III
Snelstartgids
23
Page 24
Snelstartgids
Documentnaam: DSI CE-markering Pagina 3 van 3DSI 1000 rev I_dut.doc
Schema
EG-verklaring van overeenstemming DSI 1000 Rev. I
Aangemelde instantie conform Richtlijn Drukapparatuur (93/27/EG):