Rosemount™ 4600 druktransmitter voor
olie- en gaspanelen
Page 2
Snelstartgids
KENNISGEVING
WAARSCHUWING
LET OP
KENNISGEVING
Deze gids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount 4600-druktransmitter voor olie- en
gaspanelen. Hij bevat geen instructies voor diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing
of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de
naslaghandleiding
elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Transmitters in gevaarlijke omgevingen moeten in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften en eisen voor de betreffende omgeving worden geïnstalleerd.
De kabelbuis-/kabelingangen in de transmitterbehuizing zijn voorzien van een
Voor installatie in een ontploffingsgevaarlijke zone moet de 4600 worden aangesloten via een
geschikte aansluitkast, bijvoorbeeld in een beschermde, brandveilige behuizing van type “d” of
verhoogd-veilig type “e”. Gebruik bij de installatie adapters, blindstoppen en wartels met de
juiste Ex-classificatie.
Houd de procesisolatie op een afstand van ten minste 25 mm (1 inch) van de
transmitteraansluiting.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning
staan, die elekt rische schokken kan veroorzaken.
Oefen alleen een aanhaalmoment uit op de zeskantmoer aan de proceszijde van de transmitter.
Oefen geen aanhaalmoment uit op de transmitterbehuizing of de elektrische aansluiting — dat kan
leiden tot ernstige schade. Niet aanhalen met meer dan 100 ft-lbs.
van de Rosemount 4600 voor nadere instructies. Deze handleiding is tevens in
1. Trek de draden door het montagegat met schroefdraad in de paneelwand.
2. Draai de elektrische aansluiting met de hand vast in het montagegat.
3. Zet een sleutel op de zeskantmoer bij de procesaansluiting en oefen
voldoende moment uit om trilling van de transmitter te voorkomen.
Niet aanhalen met meer dan 100 ft-lbs.
1.2Procesaansluiting
1. Draai een impulsleidingaansluiting met de correcte maat handvast in de
procesaansluiting.
2. Zet een sleutel op de zeskantmoer bij de impulsleidingaansluiting en oefen
voldoende moment uit om lekkage van procesvloeistof te voorkomen. Niet
aanhalen met meer dan 100 ft-lbs.
2.0Sluit de bedrading en voeding aan
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter:
1. Sluit de rode draad aan op de “+”-aansluitklem van de voeding.
2. Sluit de zwarte draad aan op de “—”-aansluitklem van de I/O-kaart op de PLC.
3. Sluit de groene draad aan op de aarde.
In de onderstaande afbeelding ziet u de draadverbindingen voor voeding van
een Rosemount 4600 en voor communicatie met een handheld
veldcommunicator.
Snelstartgids
Afbeelding 1. Veldbedrading Rosemount 4600
A. Rosemount 4600
B. R
L > 250 ohm
C. Voeding
D. I/A-kaart
E. PLC
F. Ve ld commun icator
3
Page 4
Snelstartgids
1387
11.25
20
30
42.4
0
500
1000
Spanning (V d.c.)
Belasting (ohm)
Werki ngs-
gebied
2.1Voeding
De gelijkstroomvoeding moet vermogen met een rimpel van minder dan
twee procent leveren. De totale weerstandsbelasting is de som van de
weerstand van de signaaldraden en de belastingsweerstand van de controller,
de aanwijzer en de bijbehorende onderdelen. De weerstand van eventueel
aanwezige intrinsieke-veiligheidsisolering moet worden meegerekend.
Voor de veldcommunicator is een kringweerstand vereist van ten minste 250 voor communicatie.
Februari 2019
3.0Configureer de transmitter
Opmerking
De basisconfiguratieparameters zijn gemarkeerd met een vinkje (✓). Als onderdeel van
de configuratie- en opstartprocedure moeten op zijn minst deze parameters worden
gecontroleerd.
Self Test (transmitter) (zelftest [transmitter])1, 2, 1, 1
Sensor Information (sensorinformatie)1, 4, 4, 2
Sensor Temperature (sensortemperatuur)1, 1, 4
Sensor Trim (sensortrim)1, 2, 3, 3
Sensor Trim Points (sensortrimpunten)1, 2, 3, 3, 5
Status (status)1, 2, 1, 2
✓
Tag (tag) 1, 3, 1
Temperature Alert Config. (config.
waarschuwing temperatuur)
Transmitter Security (Write Protect)
(transmitterbeveiliging [beveiliging tegen
overschrijven])
Units (Process Variable) (eenheden
✓
[procesvariabele])
Upper Sensor Trim (sensortrim hoog)1, 2, 3, 3, 3
Zero Trim (nulpuntstrim)1, 2, 3, 3, 1
1, 2, 3, 2, 1
1, 4, 4, 1
1, 4, 3, 3, 2
1, 4, 3, 5, 3
Linkerpijl, 4, 1, 1
1, 2, 3, 1, 1
1, 4, 2, 7, 8
1, 2, 3, 2, 2
1, 4, 3, 4, 7
1, 4, 3, 5, 4
1, 3, 4, 5
1, 3, 2
Snelstartgids
5
Page 6
Snelstartgids
A
B
4.0Trim de transmitter
Opmerking
De transmitters worden door Emerson™ volledig geconfigureerd geleverd, volgens
verzochte specificatie of volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal
(meetbreedte = bovenste meetgrens).
4.1Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op een enkel punt om voor effecten, met
betrekking tot de montagestand en de druk van een afgedichte meter, te
compenseren. Zorg dat, tijdens het uitvoeren van een nulpuntstrim, de
transmitter ontlucht wordt naar atmosfeer.
4.2Gebruik van de veldcommunicator
Februari 2019
Sneltoetsen
1. Ontlucht de transmitter naar atmosfeer en sluit de veldcommunicator aan.
2. Voer in het hoofdmenu de sneltoetsreeks in.
3. Volg de aanwijzingen voor het uitvoeren van een nulpuntstrim.
1, 3, 3, 2
4.3Gebruik van de doelwaarde voor nulpuntsafstelling
transmitter
1. Ontlucht de transmitter.
2. Stel het 4 mA-punt in door het magnetische uiteinde van het meegeleverde
afstelgereedschap in aanraking te brengen met de nul-doelwaarde (Z) op de
transmitter. Om de nulpuntsinstelling te activeren, moet u minimaal twee
seconden, maar niet langer dan 10 seconden contact maken.
3. Controleer of de uitgangsstroom 4 mA is.
Afbeelding 3. Locaties nulpunt en doel-meetbreedte
A. Magnetische doel-meetbreedte
B. Magnetisch nul-doel
Het volgende deel geldt voor Rosemount 4600-transmitters die worden
gebruikt in SIS-toepassingen.
Opmerking
De transmitteruitgang is niet geclassificeerd qua veiligheid tijdens: configuratiewijzigingen,
multidrops, kringtest. Er dienen alternatieve methoden te worden gebruikt om de
procesveiligheid tijdens de transmitterconfiguratie en onderhoudsactiviteiten te
waarborgen.
Installatie
Er is geen speciale installatie vereist naast de in dit document uiteengezette
standaardmethode voor installatie.
De kring moet zo worden ontworpen dat de spanning op de aansluitklem nooit
onder 11,25 V d.c. daalt als de transmitteruitgang 22,5 mA bedraagt.
Configuratie
Gebruik een voor HART® geschikte master voor communicatie met en
verificatie van de configuratie van de Rosemount 4600.
De door de gebruiker geselecteerde demping bepaalt in hoeverre de transmitter
kan reageren op veranderingen in het onderhanden proces. De
responstijd
mag nooit meer zijn dan de vereisten van de regelkring.
dempingswaarde +
Snelstartgids
Opmerking
DCS of beveiligingssoftware moet overeenkomstig de transmitterconfiguratie worden
geconfigureerd. In Afbeelding 4 ziet u de twee beschikbare alarmniveaus en hun
bedrijfswaarden. Zet de alarmschakelaar op de vereiste HI- of LO-alarmstand.
Afbeelding 4. Alarmniveaus
Namur-alarmniveau
1. Transmitterstoring, alarm in LO-stand.
2. Transmitterstoring, alarm in HI-stand.
Raadpleeg Tabel 1 voor de sneltoetsen om de alarmstand te wijzigen.
7
Page 8
Snelstartgids
Opmerking
Sommige gedetecteerde storingen worden gesignaleerd op de analoge uitgang op een
niveau boven het hoge alarm, ongeacht de alarmkeuze.
6.0Gebruik en onderhoud
Test en inspectie
De volgende proeftesten worden aanbevolen. De resultaten van de beproeving
en de genomen corrigerende maatregelen moeten worden gedocumenteerd
op Emerson.com/Rosemount/Safety-Products/Equipment-List als er een fout
wordt geconstateerd in het functioneren van de veiligheidsbewaking.
Zie Tab el 1 voor de sneltoetsen voor het uitvoeren van een kringtest, een
analoge uitgangstrim, of een sensortrim. Zie de naslaghandleiding
Rosemount 4600 voor aanvullende informatie.
Proefneming
Deze beproeving detecteert 90 procent van de DU-storingen die niet worden
gedetecteerd door de automatische diagnostiek van de Rosemount 4600.
1. Voer een kringtest uit. Voer op de veldcommunicator de sneltoetsreeks 1, 2,
2 in.
a. Voer de mA-waarde in die geldt voor een toestand van hoog alarm en
controleer of de analoge stroom die waarde haalt.
b. Voer de mA-waarde in die geldt voor een toestand van laag alarm en
controleer of de analoge stroom die waarde haalt.
2. Voer op twee punten een sensorkalibratiecontrole
4—20 mA-bereikspunten als kalibratiepunten.
a. Kalibreer indien nodig met behulp van één van de trimprocedures in
de naslaghandleiding
van de Rosemount 4600.
(1)
(2)
(3)
uit met de
Februari 2019
van de
Opmerking
De gebruiker bepaalt de proefnemingsvereisten voor impulsleidingen.
Reparatie van het product
Alle door de diagnosefuncties van de transmitter of bij de proefneming
gedetecteerde storingen moeten worden gemeld. De feedback kan
elektronisch worden ingediend via
50 jaar — op basis van de meest ongunstige bestanddeelslijtage — niet op basis
van materiaalslijtage als gevolg van bevochtiging door het procesmedium.
Snelstartgids
(1)
1. Een variatie van twee procent in het uitgaande mA-transmittersignaal is toelaatbaar voordat de beveiliging inschakelt.
De uitschakelwaarden in het DCS of de beveiligingssoftware moeten met twee procent worden verhoogd/verlaagd.
9
Page 10
Snelstartgids
7.0Productcertificeringen
Rev. 1.5
7.1Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van
overeenstemming. De meest recente revisie van de EU-verklaring van
overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount
7.2Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest,
waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire
elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS
nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing
laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational
Safety and Health Administration (OSHA).
Noord-Amerika
E5 VS explosieveilig (XP) en stofontstekingsbestendig (DIP)
Certificaat:3012302
Normen:FM Class 3600 - 2011; Class 3615 - 2006; FM Class 3810 - 2005;
Markeringen: Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C en D;
10
ANSI/ISA-60079-0-2009; ANSI/ISA-60079-11- 2009
temperatuurcode T4 (—50 °C tot 70 °C); intrinsiek veilig voor gebruik in
klasse I, zone 0 AEx ia IIC T4 (—50 °C tot 70 °C) volgens controletekening
04620-5007; niet-vonkend in klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D indien
aangesloten volgens Rosemount-tekening 04620-5007; behuizing type 4X
stofontstekingsbestendig voor klasse II en klasse III, divisie 1, groep E, F en
G; temperatuurcode T5 (—50 °C tot 40 °C); explosieveilig voor klasse 1,
zone 1 Ex d IIC T5
Markeringen: Intrinsiek veilig voor gebruik in klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D;
Europa
E1 ATE X dru kvast
Certificaat:KEMA02ATEX2231X
Normen: EN60079-0:2006; EN60079-1:2014; EN60079-26:2015;
Markeringen: II 1/2 G Ex db IIC T6…T4 Ga/Gb T4/T5(—60 °C ≤ T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Dit instrument bevat een dunwandig scheidingsmembraan dat minder dan 1 mm
dik is en een grens vormt tussen categorie 1 (procesaansluiting) en categorie 2 (alle
andere delen van de apparatuur). De modelcode en het gegevensblad moeten
worden geraadpleegd voor details over het membraanmateriaal. Bij installatie,
onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden waaraan het membraan onderworpen gaat worden.
De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet
gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
2. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
Snelstartgids
(—20 °C tot 40 °C); Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D,
indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 04620-5005;
behuizing type 4X; geen kabelbuisafdichting vereist.
temperatuurcode T3C (—50 °C tot 70 °C); intrinsiek veilig voor gebruik in
klasse I, zone 0 Ex ia IIC T4 (—50 °C tot 70 °C) indien aangesloten volgens
Rosemount-tekening 04620-5005; behuizingstype 4X; zie
controletekening 04620-5005 voor entiteitsparameters
≤ +80 °C),
T6 (—60 °C ≤ T
≤ +70 °C)
a
a
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:Baseefa03ATEX0114X
Normen: EN60079-0: 2012+A11:3013, EN60079-11:2012
Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga (—40 °C ≤ T
ParametersHART
Spanning U
Stroo m I
Verm ogen P
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie L
i
i
i
i
30 V
200 mA
1,0 W
35 nF
i
390 μH
≤ +70 °C)
a
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur met de optie overspanningsbeveiliging (T1) kan de volgens bepaling
6.3.13 van EN60079-11:2012 vereiste 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet rekening worden gehouden bij installatie van de apparatuur.
11
Page 12
Snelstartgids
N1 ATEX type n
Certificaat:Baseefa03ATEX0115X
Normen: EN60079-0:2012+A11:2013, EN60079-15:2010
Markeringen: II 3G Ex nA IIC T5 Gc (—40 °C ≤ T
= 42,4 V
U
i
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. De apparatuur met de optie overspanningsbeveiliging (T1) kan de volgens bepaling
6.5.1 van EN60079-15:2010 vereiste 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee
moet rekening worden gehouden bij installatie van de apparatuur.
ND ATEX stofontstekingsbestendig
Certificaat:KEMA02ATEX2231X
Normen:EN60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-31:2014
Markeringen:II 2 D Ex tb IIIC T135 °C Db (—60 °C ≤ T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Dit instrument bevat een dunwandig scheidingsmembraan dat minder dan 1 mm
dik is en een grens vormt tussen categorie 1 (procesaansluiting) en categorie 2 (alle
andere delen van de apparatuur). De modelcode en het gegevensblad moeten
worden geraadpleegd voor details over het membraanmateriaal. Bij installatie,
onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden waaraan het membraan onderworpen gaat worden.
De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet
gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
2. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
Internationaal
E7 IECEX drukvast en stof
Certificaat:IECEx DEK 13.0017X
Normen:IEC 60079-0:2011; IEC 60079-1:2014; IEC 60079-26:2014;
IEC 60079-31:2013
Markeringen: Ex db IIC T6…T4 Ga/Gb T4/T5(—60 °C ≤ T
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Dit instrument bevat een dunwandig scheidingsmembraan dat minder dan 1 mm
dik is en een grens vormt tussen categorie 1 (procesaansluiting) en categorie 2 (alle
andere delen van de apparatuur). De modelcode en het gegevensblad moeten
worden geraadpleegd voor details over het membraanmateriaal. Bij installatie,
onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden waaraan het membraan onderworpen gaat worden.
De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet
gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
2. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
1. Dit instrument bevat een dunwandig scheidingsmembraan. Bij installatie,
onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden waaraan het membraan wordt blootgesteld. De
aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud dienen nauwgezet
gevolgd te worden voor veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
Technische voorschriften douane-unie (EAC)
EM EAC drukvast
Certificaat:RU C-US.GB05.B.00401
Markeringen: Ga/Gb Ex d IIC T6…T4 X, T6(—60 °C ≤ T
T4/T5(—60 °C ≤ T
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
IM EAC intrinsiek veilig
Certificaat:RU C-US.GB05.B.00401
Markeringen: 0Ex ia IIC T4 Ga X (—40 °C ≤ T
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
Combinaties
K1 Combinatie van E1, I1 en N1
K5 Combinatie van E5 en I5
K6 Combinatie van E6 en I6
KA Combinatie van E1, I1, E6 en I6
KB Combinatie van E5, E6, I5 en I6
KC Combinatie van E1, I1, E5 en I5
KM Combinatie van EM en IM
≤ +80 °C)
a
≤ +70 °C)
a
≤ +70 °C),
a
Snelstartgids
13
Page 14
Snelstartgids
Afbeelding 5. Verklaring van overeenstemming Rosemount 4600
Februari 2019
14
Page 15
Februari 2019
Snelstartgids
15
Page 16
Snelstartgids
Februari 2019
16
Page 17
Februari 2019
Snelstartgids
17
Page 18
Snelstartgids
Februari 2019
18
Page 19
Februari 2019
Snelstartgids
19
Page 20
Snelstartgids
ᴹ
China RoHS
㇑᧗⢙䍘䎵䗷ᴰབྷ⎃ᓖ䲀٬Ⲵ䜘Ԧරࡇ㺘
Rosemount 4600
List of Rosemount 4600 Parts with China RoHS Concentration above MCVs
䜘Ԧ〠
Part Name
ᴹᇣ⢙䍘䍘
/ Hazardous Substances
䫵
Lead
(Pb)
⊎
Mercury
(Hg)
䭹
Cadmium
(Cd)
ޝԧ䬜䬜
Hexavalent
Chromium
(Cr +6)
ཊⓤ㚄㚄㤟
Polybrominated
biphenyls
(PBB)
ཊⓤ㚄㚄㤟䟊
Polybrominated
diphenyl ethers
(PBDE)
Րᝏಘ㓴Ԧ
Sensor
Assembly
XO OOO O
ᵜ㺘Ṭ㌫ᦞ
SJ/T11364
Ⲵ㿴ᇊ㘼ࡦ
This table is proposed in accordance with the provision of SJ/T11364.
O:
Ѫ䈕䜘ԦⲴᡰᴹ൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿൷վҾ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
O: Indicate that said hazardous substance in all of the homogeneous materials for this part is below the limit requirement of
GB/T 26572.
X:
Ѫ൘䈕䜘Ԧᡰ֯⭘Ⲵᡰᴹ൷䍘ᶀᯉ䟼ˈ㠣ቁᴹа㊫൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿儈Ҿ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
X: Indicate that said hazardous substance contained in at least one of the homogeneous materials used for this part is above
the limit requirement of GB/T 26572.