Deze installatiehandleiding bevat elementaire richtlijnen voor de
Rosemount
gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud,
probleemoplossing, explosieveilige, brandveilige, of intrinsiek
veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van
Rosemount 3244MV (publicatienummer 00809-0100-4769) voor
nadere instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids
zijn ook elektronisch beschikbaar op www.rosemount.com.
®
Rosemount 3244MV. De handleiding bevat geen
Page 3
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Rosemount 3244MV
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures gevolgd worden.
Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in deze handleiding
voor bepalingen in verband met veilige installatie.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat.
Proceslekken kunnen letsel veroorzaken of de dood tot gevolg
hebben.
• Monteer de beschermbuizen of sensoren en draai ze vast voordat u druk toevoert.
• Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel
veroorzaken.
• Voorkom aanraken van de draden en aansluitingen. De draden
kunnen onder hoge spanning staan en elektrische schokken
veroorzaken.
STAP 1: MONTEERDETRANSMITTER
Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.
Standaardinstallatie met directe montage
1. Monteer de beschermbuis op de wand van het procesvat. Installeer de beschermbuizen en draai ze aan. Controleer op lekken.
2. Bevestig alle benodigde verbindingsstukken, koppelstukken en
verlengstukkfittingen. Dicht de fittingschroefdraden af met siliconen
of tape (indien vereist).
3. Schroef de sensor in de beschermbuis of direct het proces in
(afhankelijk van de installatievereisten).
Page 4
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Rosemount 3244MV
ERVOLGSTAP 1…
4. Controleer alle afdichtingsvereisten.
5. Bevestig de transmitter aan de beschermbuis/sensorconstructie.
Dicht alle schroefdraden af met siliconen of tape (indien vereist).
6. Installeer een veldbedradingsdoorvoerbuis in de open kabel-invoer
van de transmitter (voor montage op afstand) en voer de draden de
transmitterbehuizing in.
7. Trek de veldbedradingsdraden de aansluitingszijde van de beh uizing
in.
8. Sluit de sensordraden aan op de sensoraansluitingen van de transmitter (het bedradingsschema bevindt zich binnen op het behuizingsdeksel).
9. Bevestig beide transmitterdeksels en draai ze aan.
C
A
A = BeschermbuisD = Invoeropening voor veldbedrading
B = Verlengstuk (nippel)E = Lengte verlengstukfitting
C = Verbindingsstuk of koppelstuk
B
E
(dc-voeding)
D
Standaardinstallatie voor montage op afstand
1. Monteer de beschermbuis op de wand van het procesvat. Installeer de beschermbuizen en draai ze aan. Controleer op lekken.
2. Sluit een aansluitkop aan op de beschermbuis.
3. Steek de sensor in de beschermbuis en leg bedrading aan van de
sensor naar de aansluitkop (het bedradingsschema bevindt zich
binnen in de aansluitkop).
4. Monteer de transmitter op een buis van 50 mm (2 in.) of op een
paneel met behulp van een van de optionele montagebeugels
(hieronder is een B4-beugel afgebeeld).
3144-0433QIG
Page 5
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 1…
5. Bevestig kabelwartels aan de afgeschermde kabel die van de aansluitkop naar de kabel-invoer van de transmitter loopt.
6. Leid de afgeschermde kabel vanaf de tegenoverliggende kabelinvoer op de transmitter terug naar de regelkamer.
7. Steek de afgeschermde kabeldraden via de kabel-invoeren in de
aansluitkop/transmitter. Sluit de kabelwartels aan en draai ze aan.
8. Sluit de afgeschermde kabeldraden aan op de aansluitkop-aansluitingen (binnen in de aansluitkop) en op de sensorbedradingsaansluitingen (binnen in de transmitterbehuizing).
Rosemount 3244MV
A
B
C
A = Kabelwartel
B = Afgeschermde kabel van sensor naar transmitter
C = Afgeschermde kabel van transmitter naar regelkamer
D = Buis van 50 mm (2 in.)
E = B4-montagebeugel
STAP 2: LEGBEDRADINGENVOEDINGAAN
1. Verwijder het deksel van het aansluitklemmenblok.
2. Zorg dat de sensordraden zich in
het gebied van de aansluitklemmen bevinden.
3. Sluit de sensordraden aan volgens Afbeelding 1.
4. Draai de sensor-aansluitklemschroeven vast.
voedings-
aansluitingen
transmitter-
aansluitingen
D
E
aansluitingen
aardeaansluiting
644-0000b05b
sensor-
Page 6
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 2...
Afbeelding 1. Sensorbedradingsschema transmitter
Rosemount 3244MV
tweedraads RTD
en ohm
W
R
***
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/
dubbele
sensor met 2
RTD’s
* De transmitter moet worden geconfigureerd voor een driedraads RTD om een
RTD met compensatiekring te kunnen herkennen.
** Rosemount levert vierdraads sensoren voor alle RTD’s met één element. U
kunt deze RTD’s gebruiken in driedraads configuraties door de draden die u
niet nodig heeft niet aan te sluiten en ze te isoleren met isolatietape.
*** Standaard bedradingsconfiguratie van een Rosemount RTD met twee ele-
menten is afgebeeld (R=rood, W=wit, G=groen, Z=zwart).
**
W & G
G
Z
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met 2
thermokoppels
driedraads
RTD en ohm
gemiddelde
vierdraads RTD
en ohm
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/
dubbele sensor
met RTD’s/
thermokoppels
thermokoppels
en millivolt
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met
RTD’s/
thermokoppels
*
RTD met com-
pensatiekring
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met 2
RTD’s met com-
pensatiekring
Leg voeding aan naar de transmitter
De transmitter heeft tussen de 9 en 32 V dc nodig om te werken en
volledig functioneel te zijn. De dc-voeding dient spanning met een rimpel van minder dan 2% te leveren.
Voedingsfilter
Voor een veldbussegment is een netspanningbewaker nodig om het
voedingsfilter te isoleren en het segment te ontkoppelen van andere
segmenten die op dezelfde voeding zijn aangesloten.
Page 7
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 2...
Voedingsaansluitingen
Gebruik koperdraad met een doorsnee die groot genoeg is om ervoor
te zorgen dat de spanning over de voedingsaansluitingen van de
transmitter niet onder de 9 V dc komt te liggen.
Volg voor het aansluiten van voeding op de transmitter de onderstaande stappen:
1. Verwijder het deksel van de transmitter zodat het aansluitklemmenblok open komt te liggen. Verwijder de deksels van de transmitter
niet in een explosiegevaarlijke atmosfeer als er stroom op het circuit staat.
2. Sluit de voedingsdraden aan op de aansluitklemmen die gemarkeerd zijn met “+” en “T”. De voedingsaansluitingen zijn niet polariteitsgevoelig, hetgeen betekent dat de elektrische polariteit van de
voedingsdraden er niet toe doet bij het aansluiten op de voedingsaansluitklemmen. Het gebruik van kabelschoenen wordt aangeraden bij aansluiten op schroef-aansluitklemmen.
3. Draai de bouten van de aansluitklemmen aan om te zorgen dat er
goed contact is. Verder is er geen voedingsbedrading nodig.
4. Breng het transmitterdeksel weer aan en draai het deksel nog minstens een derde slag aan als de O-ring contact maakt met de
behuizing. Beide transmitterdeksels moeten geheel gesloten zijn
om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen.
N.B.
Na installatie kan het nog een aantal seconden duren voorda t de LCDmeter gaat werken, als er eenmaal spanning staat op de transmitter.
Rosemount 3244MV
Page 8
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Rosemount 3244MV
ERVOLGSTAP 2...
Standaardco nfi guratie voor een veldbusnetwerk
1900 m (6234 ft) max.
geïntegreerde
netspanningsbewaker
en voedingsfilter
(afhankelijk van de kenmerken
van de kabel)
afsluitweerstanden
voeding
(de voeding, het
filter, de eerste
afsluitweerstand
en het configuratie-apparaat
bevinden zich
doorgaans in
de regelkamer.)
OUNDATION
F
fieldbus
configuratie-
apparaat
(verbin-
dingslijn)
(aftaklijn)
apparaat 1 t/m 16*
N.B.
Elk segment in een veldbusverbindingslijn moet aan beide uiteinden
met een afsluitweerstand worden afgesloten.
Aard de transmitter
Een goede aarding is van groot belang voor een betrouwbare temperatuurmeting.
Niet-geaarde thermokoppel-, mV- en RTD/ohm-ingangen
Elke procesinstallatie kent verschillende vereisten voor aarding.
Gebruik de aardingsopties die in het bedrijf voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen, of begin met aardingsoptie 1 (de meest
gebruikelijke).
(aftaklijn)
voedings-/
signaal-
bedrading
Page 9
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 2...
Optie 1 (aanbevolen voor een niet-geaarde transmitterbehuizing):
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat beide afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektronisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de
omliggende geaarde bevestigingsondergrond.
transmitter
sensordraden
aardingspunt afscherming
Optie 2 (aanbevolen voor een geaarde transmitterbehuizing):
1. Sluit de afscherming van de sensorbedrading aan op de transmitterbehuizing (alleen als de behuizing geaard is).
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de
omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
Rosemount 3244MV
OUNDATION Fieldbussegment
F
Verbind de afschermingen
met elkaar, zodanig dat ze
elektrisch geïsoleerd zijn
van de transmitter.
FOUNDATION Fieldbussegment
aardingspunt afscherming
Page 10
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 2...
Optie 3:
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor, indien
mogelijk.
2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en
de omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
aardingspunt afscherming
Optie 4:
Geaarde thermokoppel-ingangen
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en
de omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
Rosemount 3244MV
FOUNDATION Fieldbussegment
FOUNDATION Fieldbussegment
aardingspunt afscherming
Page 11
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Rosemount 3244MV
STAP 3: CONTROLEERDELABELING
Inbedrijfstellingslabel (van papier)
Gebruik om bij te houden welk
instrument zich op een bepaalde
locatie bevindt het verwijderbare
label dat met de transmitter wordt
meegeleverd. Zorg dat de fysieke
instrument-tag (het veld PD Tag)
op beide plaatsen goed is ingevuld
op het verwijderbare inbedrijfstellingslabel en scheur het onderste
gedeelte eraf voor elke transmitter.
N.B.
De instrumentbeschrijving die in
het host-systeem is geladen moet
van dezelfde revisie zijn als dit
instrument. U kunt de instrumentbeschrijving downloaden van
COMMISSIONING TAG
Device ID:
0011513051010001440-121698091725
PD Tag:
PT- 101
Revision: 7.2
Support files available at www.rosemount.com
Revision: 7.2
Support files available at www.rosemount.com
Device Serial Number:
XXXXXXXXXX
Device ID:
0011513051010001440-121698091725
PD Tag:
Tear Here
www.rosemount.com.
STAP 4: CONTROLEERDETRANSMITTERCONFIGURATIE
Bij elk Foundation fieldbus host- of configuratie-apparaat is de weergave en uitvoering van configuraties anders. Sommige maken gebruik
van Device Descriptions (DD) of DD-methoden voor de configuratie en
om gegevens op verschillende platforms consistent weer te geven. Het
is geen vereiste dat een host- of configuratie-apparaat deze functies
ondersteunt.
Page 12
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 4...
Hieronder vindt u de minimale configuratievereisten voor een temperatuurmeting. Deze gids is bedoeld voor systemen die geen gebruik
maken van een DD-methode. Raadpleeg voor een complete lijst met
parameters en configuratie-informatie de naslaghandleiding van de
Rosemount 3244MV-temperatuurtransmitter met Foundation fieldbus
(publicatienummer 00809-0100-4769).
Functieblok transducer
In dit blok staan temperatuurmeetgegevens, inclusief sensor 1, sensor
2, en verschil- en aansluitklem-temperatuur. Het bevat ook informatie
over sensortypes, meeteenheden, het bereik anders instellen op basis
van linearisatie, temperatuurcompensatie en diagnostiek. U dient ten
minste de parameters in Tabel 1 te verifiëren.
SENSOR_CAL_METHODinstellen op “User Trim Standard”
SPECIAL_SENSOR_Avoer sensor-specifieke coëfficiënten in
SPECIAL_SENSOR_Bvoer sensor-specifieke coëfficiënten in
SPECIAL_SENSOR_Cvoer sensor-specifieke coëfficiënten in
Rosemount 3244MV
of 4-draads)
of 4-draads)
gedefinieerd, Calvandu)
(2-, 3- of 4-draads)
(gebruikers-trimstandaard)
Page 13
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ParameterOpmerkingen
SPECIAL_SENSOR_R0voer sensor-specifieke coëfficiënten in
SENSOR_CAL_METHOD_2instellen op “User Trim Standard”
SPECIAL_SENSOR_A_2voer sensor-specifieke coëfficiënten in
SPECIAL_SENSOR_B_2voer sensor-specifieke coëfficiënten in
SPECIAL_SENSOR_C_2voer sensor-specifieke coëfficiënten in
SPECIAL_SENSOR_R0_2voer sensor-specifieke coëfficiënten in
Rosemount 3244MV
gebruiker gedefinieerd, Calvandu)
(2-, 3- of 4-draads)
(gebruikers-trimstandaard)
Page 14
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
ERVOLGSTAP 4...
Analoge ingang (AI)-functieblok
Het AI-blok verwerkt veldinstrumentmetingen en stelt de uitvoer
beschikbaar aan andere functieblokken. De uitvoerwaarde van het AIblok is in meeteenheden en bevat een statusaanduiding betreffende
de kwaliteit van de metingen. Gebruik het kanaalnummer om de variabele die door het AI-blok verwerkt wordt te definiëren. U dient ten minste de parameters van het AI-blok in Tabel 2 te verifiëren.
Tabel 2. Parameters AI-blok
ParameterOpmerkingen
CHANNELKeuzemogelijkheden:
L_TYPEVoor de meeste metingen op “DIRECT” instellen
XD_SCALEStel het gewenste meetbereik en de meeteenhe-
OUT_SCALEStel voor het L_TYPE “DIRECT”, OUT_SCALE
HI_HI_LIM
HI_LIM
LO_LIM
LO_LO_LIM
(1) Configureer één AI-blok voor elke gewenste meting.
(1)
1. Sensor 1
2. Behuizingstemperatuur
3. Sensor 2
4. Verschiltemperatuur
den in. U moet een van de volgende eenheden
kiezen:
•mV
•ohm
•°C
•°F
•°R
•K
net zo in als XD_SCALE.
Proces-alarmsignalen.
Moeten binnen het bereik vallen dat is gedefinieerd door “OUT_SCALE”.
N.B.
Om wijzigingen aan te brengen in het AI-blok moet de BLOCK_MODE
(TARGET) (blokmodus (doel)) op OOS (buiten bedrijf) gezet worden.
Zet de BLOCK_MODE TARGET na het maken van de wijzigingen
weer op AUTO.
Rosemount 3244MV
Page 15
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Rosemount 3244MV
PRODUCTCERTIFICATIES
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. – Chanhassen, Minnesota, VS
Emerson Process Management Temperature GmbH – Duitsland
Emerson Process Management Asia Pacific – Singapore
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie
De EG-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toepasselijke Europese richtlijnen is te vinden op de Rosemount-website,
www.rosemount.com. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger voor een afschrift op papier.
3244MV intelligente temperatuurtransmitter met dubbele sensoringang en digitaal Foundation Fieldbus-signaal: EN 50081-1:
1992; EN 50082-2:1995; EN 61326-1:1997 + A1: 1998
Installaties explosiegevaarlijke locaties
Certificaties Noord-Amerika
Factory Mutual (FM) goedkeuringen
E5 Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D.
Stofontstekingsbestendig voor Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F
en G. Stofontstekingsbestendig voor Klasse III, Divisie 1 explosiegevaarlijke locaties. Niet-vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C en D (T4A). Explosieveilige goedkeuring indien
aangesloten volgens Rosemount-tekening 03144-0220. Dicht
voor Groep A alle doorvoerbuizen af binnen een straal van
18 inch vanaf de behuizing; in overige gevallen is afdichting van
doorvoerbuizen niet vereist om te voldoen aan NEC 501 5a(1).
Page 16
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
I5Intrinsiek veilig voor Klasse I, II en III, Divisie 1, Groepen A, B, C,
D, E, F en G. Temp. klasse T4 (T
kend voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C en D T4 (T
–60 tot 60°C). Intrinsiek veilig en niet-vonkend indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 03144-0221.
Goedkeuringen Canadian Standards Association (CSA)
E6 Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D;
Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G; Klasse III, Divisie 1
explosiegevaarlijke locaties. Geschikt voor Klasse I, Divisie 2,
Groepen A, B, C en D. Kabelinvoer-afdichting niet vereist. Limiet
omgevingstemperatuur: –50 tot 85°C.
I6Intrinsiek veilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D;
Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G; Klasse III, Divisie 1
explosiegevaarlijke locaties indien geïnstalleerd volgens
Rosemount-tekening 03144-0222.
Limiet omgevingstemperatuur: –50 tot 85°C
Europese certificaties
E9 CENELEC-goedkeuring drukvastheid
Cer t i f i c a a t n u m m e r : KEMA01ATEX2181
ATEX-markering: II 2 G
1180
EEx d IIC T6 ( –40°C ≤ T
EEx d IIC T5 ( –40°C ≤ T
Maximale voedingsspanning = 55 V
amb
amb
≤ 70°C)
≤ 80°C)
N1 CENELEC type n
Certificaatnummer: BAS98ATEX 3358 X
ATEX-markering: II 3 GD
EEx nL IIC T5 (T
T80 °C (T
Maximale voedingsspanning = 55 V
amb
= –40 tot 70°C)
amb
= –20 tot 70°C)
Rosemount 3244MV
= –60 tot 60°C). Niet-von-
amb
amb
=
Page 17
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
9.1 van EN 50021: 1998 niet doorstaan. Hiermee dient rekening
te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
I1CENELEC intrinsieke veiligheid
Certificaatnummer: BAS98ATEX 1357 X
ATEX-markering: II 1 GD
EEx ia IIC T4 (T
T80 °C (T
Tabel 3. Invoereenheidsparameter
Voeding/communicatieSensoraansluitingen
amb
= 30 V dcUo = 24,3 V
U
i
Ii = 300 mAIo = 12 mA
P
= 1,30 WPo = 0,06 W
i
Co = 0,005 µFCo = 0.108 µF
L
= 20 µHL
i
= –60 tot 60°C)
amb
= –20 tot 60°C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
6.4.12 van EN 50020: 1994 niet doorstaan. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
Cer t i f i c a a t n u m m e r : BAS98ATEX1357X
ATEX-markering: II 1 GD
1180
EEx ia IIC T4 (T
T80 °C (T
Tabel 4. Invoereenheidsparameters
Kring/voedingSensor
Ui = 15 V Uo = 24,3 V dc
= 215 mA (IIC)
I
i
= 500 mA (IIB)
I
i
= –20 tot 60°C)
amb
–60°C tot 60°C)
amb =
Rosemount 3244MV
= 179 mH
o
I
= 12 mA
o
Page 18
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Tabel 4. Invoereenheidsparameters
Pi = 2 W (IIC)
= 5,32 W (IIB)
P
i
C
= 5 nFCo = 0,108 µF
i
Li = 0 µHLo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
6.4.12 van EN 50020: 1994 niet doorstaan. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
Australische certificaties
Goedkeuringen Standard Australia Quality Assurance Services (SAA)
E7 Goedkeuring brandveiligheid
EX d IIC T6 (T
= –20 tot 60°C)
amb
I7SAA Intrinsieke veiligheid
Cer t i f i c a a t n u m m e r : AUSEx3826X
Ex ia IIC T4 ( –60°C ≤ T
amb
≤ 60°C)
IP66
Tabel 5. Invoereenheidsparameters
Kring/voedingSensor
Ui = 30 V dcUo = 24,3 V dc
= 300 mAIo = 12 mA
I
i
Pi = 1,3 WPo = 0,061 W
C
= 0,005 µFC
i
Li = 20 µHLo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat voor Ex ia-toepas-
singen de apparatuur in een behuizing moet worden geplaatst
met een beschermingsgraad van niet minder dan IP20.
2. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat de installatie moet
worden uitgevoerd volgens Rosemount-tekening 00644-1044.
3. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat een gebruiker een
optionele LCD-aanwijzer mag aanbrengen op de temperatuurtransmitter model 3244 die in dit certificaat wordt
Rosemount 3244MV
Po = 0,06 W
= 0,108 µF
o
Page 19
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
gecertificeerd, na installatie volgens de voorwaardenvereisten
in dit certificaat.
N7 SAA Type n
Cer t i f i c a a t n u m m e r : AUSEx3826X
Ex n IIC T5 ( –50°C ≤ T
Ex n IIC T6 ( –50°C ≤ T
IP66
Tabel 6. Invoereenheidsparameters
Kring/voeding
Un = 55 V
= 1,3 W
P
n
amb
amb
≤ 75°C)
≤ 60°C)
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
Bij het etiket met meer dan één type goedkeuringsmarkering
moet(en) na voltooiing van de inbedrijfsstelling van de apparatuur
de niet-toepasselijke markeringscode(s) permanent worden weggekrast.
IG SAA Fieldbus Intrinsically Safe Concept (FISCO)
Certificaatnummer: AUS Ex 3826X
Ex ia IIC T4 (–60 tot 60°C)
IP66
Tabel 7. Invoereenheidsparameters
Kring/voedingSensor
Ui = 17,5 V Uo = 24,3 V
I
= 380 mAIo = 12 mA
i
Pi = 5,32 WPo = 0,061 W
C
= 0,005 µFC
i
Li = 10 µHLo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
Bij het etiket met meer dan één type markering moet(en) na voltooiing van de inbedrijfsstelling van de apparatuur de niet-toepas-
selijke markeringscode(s) permanent worden weggekrast.
Rosemount 3244MV
= 0,108 µF
o
Page 20
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA
Mei 2003
Japanse certificaties
Japanese Industrial Standard (JIS)-certificatie brandveiligheid
E4 Zonder optionele meter:
Ex d IIB T6 (T
amb
= 60°C)
Met optionele meter:
Ex d IIB T4 (T
amb
= 60°C)
Combinatie-certificaties
Een roestvrij stalen certificatie-tag wordt meegeleverd als er een optionele goedkeuring gespecificeerd is. Als een instrument gelabeld met
meerdere goedkeuringstypes eenmaal geïnstalleerd is, mag het niet
opnieuw geïnstalleerd worden met gebruik van andere goedkeuringstypes. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringslabel om het te onderscheiden van de niet gebruikte goedkeuringstypes.
K5 Combinatie van E5 en I5
KB Combinatie van K5 en C6
C6 Combinatie van E6 en I6
KA Combinatie van E5 en E6
K7 Combinatie van I7, N7 en E7
Verdere certificaties
Type-goedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)
ABS type-goedkeuring voor temperatuurmeting in explosiegevaarlijke locaties op door ABS geclassificeer de vaartuigen en zee- en offshore-installaties. Type-goedkeuring is gebaseerd op Factory Mutua l (FM)
goedkeuringen; specificeer dus bestelcode K5. Neem contact op met uw
Emerson Process Management-vertegenwoordiger als u een afschrift van
de certificatie nodig heef
t.
Rosemount 3244MV
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.