Rosemount 3244MVF MultiVariable temperatuurtransmitter Manuals & Guides [nl]

Page 1
Beknopte installatiegids
Product niet langer leverbaar
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
Rosemount 3244MVF MultiVariable temperatuurtransmitter
Start
Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Leg bedrading en voeding aan Stap 3: Controleer de labeling Stap 4: Controleer de transmitter-
configuratie
Einde
www.rosemount.com
Page 2
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
© 2003 Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken zijn eigendom van de eigenaar.
Rosemount Division
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS Tel. (VS) (800) 999-9307 Tel. (internationaal) (952) 906-8888 Fax (952) 949-7001
Emerson Process Management
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Tel. (070) 413 66 66 Fax (070) 390 68 15 E info.nl@emersonprocess.com www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management Temperature GmbH
Frankenstrasse 21 63791 Karlstein Duitsland Tel. 49 (6188) 992 0 Fax 49 (6188) 992 112
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem Belgie Tel. (32) 2 716 7711 Fax (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Rosemount 3244MV
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 Tel. (65) 6777 8211 Fax (65) 6777 0947
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze installatiehandleiding bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing, explosieveilige, brandveilige, of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van Rosemount 3244MV (publicatienummer 00809-0100-4769) voor nadere instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids zijn ook elektronisch beschikbaar op www.rosemount.com.
®
Rosemount 3244MV. De handleiding bevat geen
Page 3
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omge­ving moeten de toepasselijke plaatselijke, landelijke en internatio­nale normen, voorschriften en procedures gevolgd worden. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in deze handleiding voor bepalingen in verband met veilige installatie.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitter­deksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat.
Proceslekken kunnen letsel veroorzaken of de dood tot gevolg hebben.
• Monteer de beschermbuizen of sensoren en draai ze vast voor­dat u druk toevoert.
• Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Voorkom aanraken van de draden en aansluitingen. De draden kunnen onder hoge spanning staan en elektrische schokken veroorzaken.
STAP 1: MONTEER DE TRANSMITTER
Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorko­men dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.
Standaardinstallatie met directe montage
1. Monteer de beschermbuis op de wand van het procesvat. Instal­leer de beschermbuizen en draai ze aan. Controleer op lekken.
2. Bevestig alle benodigde verbindingsstukken, koppelstukken en verlengstukkfittingen. Dicht de fittingschroefdraden af met siliconen of tape (indien vereist).
3. Schroef de sensor in de beschermbuis of direct het proces in (afhankelijk van de installatievereisten).
Page 4
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
ERVOLG STAP 1…
4. Controleer alle afdichtingsvereisten.
5. Bevestig de transmitter aan de beschermbuis/sensorconstructie. Dicht alle schroefdraden af met siliconen of tape (indien vereist).
6. Installeer een veldbedradingsdoorvoerbuis in de open kabel-invoer van de transmitter (voor montage op afstand) en voer de draden de transmitterbehuizing in.
7. Trek de veldbedradingsdraden de aansluitingszijde van de beh uizing in.
8. Sluit de sensordraden aan op de sensoraansluitingen van de trans­mitter (het bedradingsschema bevindt zich binnen op het behui­zingsdeksel).
9. Bevestig beide transmitterdeksels en draai ze aan.
C
A
A = Beschermbuis D = Invoeropening voor veldbedrading
B = Verlengstuk (nippel) E = Lengte verlengstukfitting C = Verbindingsstuk of koppelstuk
B
E
(dc-voeding)
D
Standaardinstallatie voor montage op afstand
1. Monteer de beschermbuis op de wand van het procesvat. Instal­leer de beschermbuizen en draai ze aan. Controleer op lekken.
2. Sluit een aansluitkop aan op de beschermbuis.
3. Steek de sensor in de beschermbuis en leg bedrading aan van de sensor naar de aansluitkop (het bedradingsschema bevindt zich binnen in de aansluitkop).
4. Monteer de transmitter op een buis van 50 mm (2 in.) of op een paneel met behulp van een van de optionele montagebeugels (hieronder is een B4-beugel afgebeeld).
3144-0433QIG
Page 5
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 1…
5. Bevestig kabelwartels aan de afgeschermde kabel die van de aan­sluitkop naar de kabel-invoer van de transmitter loopt.
6. Leid de afgeschermde kabel vanaf de tegenoverliggende kabel­invoer op de transmitter terug naar de regelkamer.
7. Steek de afgeschermde kabeldraden via de kabel-invoeren in de aansluitkop/transmitter. Sluit de kabelwartels aan en draai ze aan.
8. Sluit de afgeschermde kabeldraden aan op de aansluitkop-aanslui­tingen (binnen in de aansluitkop) en op de sensorbedradingsaan­sluitingen (binnen in de transmitterbehuizing).
Rosemount 3244MV
A
B
C
A = Kabelwartel B = Afgeschermde kabel van sensor naar transmitter C = Afgeschermde kabel van transmitter naar regelkamer D = Buis van 50 mm (2 in.) E = B4-montagebeugel
STAP 2: LEG BEDRADING EN VOEDING AAN
1. Verwijder het deksel van het aan­sluitklemmenblok.
2. Zorg dat de sensordraden zich in het gebied van de aansluitklem­men bevinden.
3. Sluit de sensordraden aan vol­gens Afbeelding 1.
4. Draai de sensor-aansluitklem­schroeven vast.
voedings-
aansluitingen
transmitter-
aansluitingen
D
E
aansluitingen
aarde­aansluiting
644-0000b05b
sensor-
Page 6
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 2...
Afbeelding 1. Sensorbedradingsschema transmitter
Rosemount 3244MV
tweedraads RTD
en ohm
W
R
*** **
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/ dubbele
sensor met 2
RTD’s
* De transmitter moet worden geconfigureerd voor een driedraads RTD om een
RTD met compensatiekring te kunnen herkennen.
** Rosemount levert vierdraads sensoren voor alle RTD’s met één element. U
kunt deze RTD’s gebruiken in driedraads configuraties door de draden die u niet nodig heeft niet aan te sluiten en ze te isoleren met isolatietape.
*** Standaard bedradingsconfiguratie van een Rosemount RTD met twee ele-
menten is afgebeeld (R=rood, W=wit, G=groen, Z=zwart).
**
W & G
G Z
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met 2
thermokoppels
driedraads
RTD en ohm
gemiddelde
vierdraads RTD
en ohm
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/
dubbele sensor
met RTD’s/
thermokoppels
thermokoppels
en millivolt
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met
RTD’s/
thermokoppels
*
RTD met com-
pensatiekring
**
gemiddelde
temp./DT/Hot
Backup/dubbele
sensor met 2
RTD’s met com-
pensatiekring
Leg voeding aan naar de transmitter
De transmitter heeft tussen de 9 en 32 V dc nodig om te werken en volledig functioneel te zijn. De dc-voeding dient spanning met een rim­pel van minder dan 2% te leveren.
Voedingsfilter
Voor een veldbussegment is een netspanningbewaker nodig om het voedingsfilter te isoleren en het segment te ontkoppelen van andere segmenten die op dezelfde voeding zijn aangesloten.
Page 7
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 2...
Voedingsaansluitingen
Gebruik koperdraad met een doorsnee die groot genoeg is om ervoor te zorgen dat de spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter niet onder de 9 V dc komt te liggen.
Volg voor het aansluiten van voeding op de transmitter de onder­staande stappen:
1. Verwijder het deksel van de transmitter zodat het aansluitklemmen­blok open komt te liggen. Verwijder de deksels van de transmitter niet in een explosiegevaarlijke atmosfeer als er stroom op het cir­cuit staat.
2. Sluit de voedingsdraden aan op de aansluitklemmen die gemar­keerd zijn met “+” en “T”. De voedingsaansluitingen zijn niet polari­teitsgevoelig, hetgeen betekent dat de elektrische polariteit van de voedingsdraden er niet toe doet bij het aansluiten op de voedings­aansluitklemmen. Het gebruik van kabelschoenen wordt aangera­den bij aansluiten op schroef-aansluitklemmen.
3. Draai de bouten van de aansluitklemmen aan om te zorgen dat er goed contact is. Verder is er geen voedingsbedrading nodig.
4. Breng het transmitterdeksel weer aan en draai het deksel nog min­stens een derde slag aan als de O-ring contact maakt met de behuizing. Beide transmitterdeksels moeten geheel gesloten zijn om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen.
N.B.
Na installatie kan het nog een aantal seconden duren voorda t de LCD­meter gaat werken, als er eenmaal spanning staat op de transmitter.
Rosemount 3244MV
Page 8
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
ERVOLG STAP 2...
Standaardco nfi guratie voor een veldbusnetwerk
1900 m (6234 ft) max.
geïntegreerde
netspanningsbewaker
en voedingsfilter
(afhankelijk van de kenmerken
van de kabel)
afsluitweerstanden
voeding
(de voeding, het filter, de eerste afsluitweerstand en het configura­tie-apparaat bevinden zich doorgaans in de regelkamer.)
OUNDATION
F
fieldbus
configuratie-
apparaat
(verbin-
dingslijn)
(aftaklijn)
apparaat 1 t/m 16*
N.B.
Elk segment in een veldbusverbindingslijn moet aan beide uiteinden met een afsluitweerstand worden afgesloten.
Aard de transmitter
Een goede aarding is van groot belang voor een betrouwbare tempe­ratuurmeting.
Niet-geaarde thermokoppel-, mV- en RTD/ohm-ingangen
Elke procesinstallatie kent verschillende vereisten voor aarding. Gebruik de aardingsopties die in het bedrijf voor dit specifieke sensor­type worden aanbevolen, of begin met aardingsoptie 1 (de meest gebruikelijke).
(aftaklijn)
voedings-/
signaal-
bedrading
Page 9
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 2...
Optie 1 (aanbevolen voor een niet-geaarde transmitterbehuizing):
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscher­ming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat beide afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektro­nisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde bevestigingsondergrond.
transmitter
sensordraden
aardingspunt afscherming
Optie 2 (aanbevolen voor een geaarde transmitterbehuizing):
1. Sluit de afscherming van de sensorbedrading aan op de transmit­terbehuizing (alleen als de behuizing geaard is).
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
Rosemount 3244MV
OUNDATION Fieldbussegment
F
Verbind de afschermingen met elkaar, zodanig dat ze
elektrisch geïsoleerd zijn
van de transmitter.
FOUNDATION Fieldbussegment
aardingspunt afscherming
Page 10
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 2...
Optie 3:
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor, indien mogelijk.
2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en de signaal­bedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en de omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
aardingspunt afscherming
Optie 4: Geaarde thermokoppel-ingangen
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en de signaal­bedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en de omliggende bevestigingsondergrond, die geaard kan zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde .
transmitter
sensordraden
Rosemount 3244MV
FOUNDATION Fieldbussegment
FOUNDATION Fieldbussegment
aardingspunt afscherming
Page 11
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
STAP 3: CONTROLEER DE LABELING
Inbedrijfstellingslabel (van papier)
Gebruik om bij te houden welk instrument zich op een bepaalde locatie bevindt het verwijderbare label dat met de transmitter wordt meegeleverd. Zorg dat de fysieke instrument-tag (het veld PD Tag) op beide plaatsen goed is ingevuld op het verwijderbare inbedrijfstel­lingslabel en scheur het onderste gedeelte eraf voor elke transmitter.
N.B.
De instrumentbeschrijving die in het host-systeem is geladen moet van dezelfde revisie zijn als dit instrument. U kunt de instrument­beschrijving downloaden van
COMMISSIONING TAG Device ID:
0011513051010001440-121698091725
PD Tag:
PT- 101
Revision: 7.2
Support files available at www.rose­mount.com
Revision: 7.2
Support files available at www.rose­mount.com
Device Serial Number:
XXXXXXXXXX
Device ID:
0011513051010001440-121698091725
PD Tag:
Tear Here
www.rosemount.com.
STAP 4: CONTROLEER DE TRANSMITTERCONFIGURATIE
Bij elk Foundation fieldbus host- of configuratie-apparaat is de weer­gave en uitvoering van configuraties anders. Sommige maken gebruik van Device Descriptions (DD) of DD-methoden voor de configuratie en om gegevens op verschillende platforms consistent weer te geven. Het is geen vereiste dat een host- of configuratie-apparaat deze functies ondersteunt.
Page 12
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 4...
Hieronder vindt u de minimale configuratievereisten voor een tempera­tuurmeting. Deze gids is bedoeld voor systemen die geen gebruik maken van een DD-methode. Raadpleeg voor een complete lijst met parameters en configuratie-informatie de naslaghandleiding van de Rosemount 3244MV-temperatuurtransmitter met Foundation fieldbus (publicatienummer 00809-0100-4769).
Functieblok transducer
In dit blok staan temperatuurmeetgegevens, inclusief sensor 1, sensor 2, en verschil- en aansluitklem-temperatuur. Het bevat ook informatie over sensortypes, meeteenheden, het bereik anders instellen op basis van linearisatie, temperatuurcompensatie en diagnostiek. U dient ten minste de parameters in Tabel 1 te verifiëren.
Tabel 1. Parameters transducerblok
Parameter Opmerkingen
Standaardconfiguratie
Configureer ingang 1
SENSOR_TYPE voorbeeld: “Pt 100_A_385 (IEC 751)” SENSOR_CONNECTIONS voorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wire” (2-, 3-
Configureer ingang 2 (indien gebruikt)
SENSOR_TYPE_2 voorbeeld: “Pt 100_A_385 (IEC 751)” SENSOR_CONNECTIONS_2 voorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wire” (2-, 3-
Configuratie voor sensor-matching
Configureer ingang 1
SENSOR_TYPE “User Defined, Calvandu” (door gebruiker
SENSOR_CONNECTIONS voorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wire”
SENSOR_CAL_METHOD instellen op “User Trim Standard”
SPECIAL_SENSOR_A voer sensor-specifieke coëfficiënten in SPECIAL_SENSOR_B voer sensor-specifieke coëfficiënten in SPECIAL_SENSOR_C voer sensor-specifieke coëfficiënten in
Rosemount 3244MV
of 4-draads)
of 4-draads)
gedefinieerd, Calvandu)
(2-, 3- of 4-draads)
(gebruikers-trimstandaard)
Page 13
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Parameter Opmerkingen
SPECIAL_SENSOR_R0 voer sensor-specifieke coëfficiënten in
Configureer ingang 2 (indien gebruikt)
SENSOR_TYPE_2 voorbeeld: “User Defined, Calvandu” (door
SENSOR_CONNECTIONS_2 voorbeeld: “2-wire”, “3-wire”, “4-wire”
SENSOR_CAL_METHOD_2 instellen op “User Trim Standard”
SPECIAL_SENSOR_A_2 voer sensor-specifieke coëfficiënten in SPECIAL_SENSOR_B_2 voer sensor-specifieke coëfficiënten in SPECIAL_SENSOR_C_2 voer sensor-specifieke coëfficiënten in SPECIAL_SENSOR_R0_2 voer sensor-specifieke coëfficiënten in
Rosemount 3244MV
gebruiker gedefinieerd, Calvandu)
(2-, 3- of 4-draads)
(gebruikers-trimstandaard)
Page 14
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
ERVOLG STAP 4...
Analoge ingang (AI)-functieblok
Het AI-blok verwerkt veldinstrumentmetingen en stelt de uitvoer beschikbaar aan andere functieblokken. De uitvoerwaarde van het AI­blok is in meeteenheden en bevat een statusaanduiding betreffende de kwaliteit van de metingen. Gebruik het kanaalnummer om de varia­bele die door het AI-blok verwerkt wordt te definiëren. U dient ten min­ste de parameters van het AI-blok in Tabel 2 te verifiëren.
Tabel 2. Parameters AI-blok
Parameter Opmerkingen
CHANNEL Keuzemogelijkheden:
L_TYPE Voor de meeste metingen op “DIRECT” instellen XD_SCALE Stel het gewenste meetbereik en de meeteenhe-
OUT_SCALE Stel voor het L_TYPE “DIRECT”, OUT_SCALE
HI_HI_LIM HI_LIM LO_LIM LO_LO_LIM
(1) Configureer één AI-blok voor elke gewenste meting.
(1)
1. Sensor 1
2. Behuizingstemperatuur
3. Sensor 2
4. Verschiltemperatuur
den in. U moet een van de volgende eenheden kiezen:
•mV
•ohm
•°C
•°F
•°R
•K
net zo in als XD_SCALE. Proces-alarmsignalen.
Moeten binnen het bereik vallen dat is gedefini­eerd door “OUT_SCALE”.
N.B.
Om wijzigingen aan te brengen in het AI-blok moet de BLOCK_MODE (TARGET) (blokmodus (doel)) op OOS (buiten bedrijf) gezet worden. Zet de BLOCK_MODE TARGET na het maken van de wijzigingen weer op AUTO.
Rosemount 3244MV
Page 15
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Rosemount 3244MV
PRODUCTCERTIFICATIES
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. – Chanhassen, Minnesota, VS Emerson Process Management Temperature GmbH – Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific – Singapore
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie
De EG-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toe­passelijke Europese richtlijnen is te vinden op de Rosemount-website, www.rosemount.com. Neem contact op met de plaatselijke vertegen­woordiger voor een afschrift op papier.
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Rosemount Inc. voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (89/336/EEG)
3244MV intelligente temperatuurtransmitter met dubbele sensor­ingang en digitaal Foundation Fieldbus-signaal: EN 50081-1: 1992; EN 50082-2:1995; EN 61326-1:1997 + A1: 1998
Installaties explosiegevaarlijke locaties
Certificaties Noord-Amerika
Factory Mutual (FM) goedkeuringen
E5 Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D.
Stofontstekingsbestendig voor Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G. Stofontstekingsbestendig voor Klasse III, Divisie 1 explosie­gevaarlijke locaties. Niet-vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groe­pen A, B, C en D (T4A). Explosieveilige goedkeuring indien aangesloten volgens Rosemount-tekening 03144-0220. Dicht voor Groep A alle doorvoerbuizen af binnen een straal van 18 inch vanaf de behuizing; in overige gevallen is afdichting van doorvoerbuizen niet vereist om te voldoen aan NEC 501 5a(1).
Page 16
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
I5 Intrinsiek veilig voor Klasse I, II en III, Divisie 1, Groepen A, B, C,
D, E, F en G. Temp. klasse T4 (T kend voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C en D T4 (T –60 tot 60°C). Intrinsiek veilig en niet-vonkend indien geïnstal­leerd volgens Rosemount-tekening 03144-0221.
Goedkeuringen Canadian Standards Association (CSA)
E6 Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D;
Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G; Klasse III, Divisie 1 explosiegevaarlijke locaties. Geschikt voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C en D. Kabelinvoer-afdichting niet vereist. Limiet omgevingstemperatuur: –50 tot 85°C.
I6 Intrinsiek veilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D;
Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G; Klasse III, Divisie 1 explosiegevaarlijke locaties indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 03144-0222. Limiet omgevingstemperatuur: –50 tot 85°C
Europese certificaties
E9 CENELEC-goedkeuring drukvastheid
Cer t i f i c a a t n u m m e r : KEMA01ATEX2181 ATEX-markering: II 2 G
1180 EEx d IIC T6 ( –40°C ≤ T EEx d IIC T5 ( –40°C ≤ T Maximale voedingsspanning = 55 V
amb amb
70°C) 80°C)
N1 CENELEC type n
Certificaatnummer: BAS98ATEX 3358 X ATEX-markering: II 3 GD EEx nL IIC T5 (T T80 °C (T Maximale voedingsspanning = 55 V
amb
= –40 tot 70°C)
amb
= –20 tot 70°C)
Rosemount 3244MV
= –60 tot 60°C). Niet-von-
amb
amb
=
Page 17
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x): De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
9.1 van EN 50021: 1998 niet doorstaan. Hiermee dient rekening te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
I1 CENELEC intrinsieke veiligheid
Certificaatnummer: BAS98ATEX 1357 X ATEX-markering: II 1 GD EEx ia IIC T4 (T T80 °C (T
Tabel 3. Invoereenheidsparameter
Voeding/communicatie Sensoraansluitingen
amb
= 30 V dc Uo = 24,3 V
U
i
Ii = 300 mA Io = 12 mA P
= 1,30 W Po = 0,06 W
i
Co = 0,005 µF Co = 0.108 µF L
= 20 µHL
i
= –60 tot 60°C)
amb
= –20 tot 60°C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x): De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
6.4.12 van EN 50020: 1994 niet doorstaan. Hiermee dient reke­ning te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
IA CENELEC Fieldbus Intrinsically Safe Concept (FISCO)
Cer t i f i c a a t n u m m e r : BAS98ATEX1357X ATEX-markering: II 1 GD
1180 EEx ia IIC T4 (T T80 °C (T
Tabel 4. Invoereenheidsparameters
Kring/voeding Sensor
Ui = 15 V Uo = 24,3 V dc
= 215 mA (IIC)
I
i
= 500 mA (IIB)
I
i
= –20 tot 60°C)
amb
–60°C tot 60°C)
amb =
Rosemount 3244MV
= 179 mH
o
I
= 12 mA
o
Page 18
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Tabel 4. Invoereenheidsparameters
Pi = 2 W (IIC)
= 5,32 W (IIB)
P
i
C
= 5 nF Co = 0,108 µF
i
Li = 0 µH Lo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): De apparatuur kan de 500 V-isolatietest vereist volgens bepaling
6.4.12 van EN 50020: 1994 niet doorstaan. Hiermee dient reke­ning te worden gehouden bij het installeren van de apparatuur.
Australische certificaties
Goedkeuringen Standard Australia Quality Assurance Services (SAA)
E7 Goedkeuring brandveiligheid
EX d IIC T6 (T
= –20 tot 60°C)
amb
I7 SAA Intrinsieke veiligheid
Cer t i f i c a a t n u m m e r : AUSEx3826X Ex ia IIC T4 ( –60°C ≤ T
amb
60°C)
IP66
Tabel 5. Invoereenheidsparameters
Kring/voeding Sensor
Ui = 30 V dc Uo = 24,3 V dc
= 300 mA Io = 12 mA
I
i
Pi = 1,3 W Po = 0,061 W C
= 0,005 µFC
i
Li = 20 µH Lo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat voor Ex ia-toepas-
singen de apparatuur in een behuizing moet worden geplaatst met een beschermingsgraad van niet minder dan IP20.
2. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat de installatie moet
worden uitgevoerd volgens Rosemount-tekening 00644-1044.
3. Een voorwaarde voor veilig gebruik is dat een gebruiker een
optionele LCD-aanwijzer mag aanbrengen op de tempera­tuurtransmitter model 3244 die in dit certificaat wordt
Rosemount 3244MV
Po = 0,06 W
= 0,108 µF
o
Page 19
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
gecertificeerd, na installatie volgens de voorwaardenvereisten in dit certificaat.
N7 SAA Type n
Cer t i f i c a a t n u m m e r : AUSEx3826X Ex n IIC T5 ( –50°C ≤ T Ex n IIC T6 ( –50°C ≤ T IP66
Tabel 6. Invoereenheidsparameters
Kring/voeding
Un = 55 V
= 1,3 W
P
n
amb amb
75°C) 60°C)
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): Bij het etiket met meer dan één type goedkeuringsmarkering
moet(en) na voltooiing van de inbedrijfsstelling van de apparatuur de niet-toepasselijke markeringscode(s) permanent worden weg­gekrast.
IG SAA Fieldbus Intrinsically Safe Concept (FISCO)
Certificaatnummer: AUS Ex 3826X Ex ia IIC T4 (–60 tot 60°C) IP66
Tabel 7. Invoereenheidsparameters
Kring/voeding Sensor
Ui = 17,5 V Uo = 24,3 V I
= 380 mA Io = 12 mA
i
Pi = 5,32 W Po = 0,061 W C
= 0,005 µFC
i
Li = 10 µH Lo = 179 mH
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X): Bij het etiket met meer dan één type markering moet(en) na vol­tooiing van de inbedrijfsstelling van de apparatuur de niet-toepas-
selijke markeringscode(s) permanent worden weggekrast.
Rosemount 3244MV
= 0,108 µF
o
Page 20
Beknopte installatiegids
00825-0111-4769, Rev AA Mei 2003
Japanse certificaties
Japanese Industrial Standard (JIS)-certificatie brandveiligheid
E4 Zonder optionele meter:
Ex d IIB T6 (T
amb
= 60°C) Met optionele meter: Ex d IIB T4 (T
amb
= 60°C)
Combinatie-certificaties
Een roestvrij stalen certificatie-tag wordt meegeleverd als er een optio­nele goedkeuring gespecificeerd is. Als een instrument gelabeld met meerdere goedkeuringstypes eenmaal geïnstalleerd is, mag het niet opnieuw geïnstalleerd worden met gebruik van andere goedkeurings­types. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringsla­bel om het te onderscheiden van de niet gebruikte goedkeuringstypes.
K5 Combinatie van E5 en I5 KB Combinatie van K5 en C6 C6 Combinatie van E6 en I6 KA Combinatie van E5 en E6 K7 Combinatie van I7, N7 en E7
Verdere certificaties
Type-goedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)
ABS type-goedkeuring voor temperatuurmeting in explosiegevaarlijke loca­ties op door ABS geclassificeer de vaartuigen en zee- en offshore-installa­ties. Type-goedkeuring is gebaseerd op Factory Mutua l (FM) goedkeuringen; specificeer dus bestelcode K5. Neem contact op met uw Emerson Process Management-vertegenwoordiger als u een afschrift van de certificatie nodig heef
t.
Rosemount 3244MV
Loading...