Rosemount 3144P temperatuurtransmitter met HART -protocol Manuals & Guides [nl]

00825-0111-4021, Rev MA
Rosemount™
3144P-temperatuurtransmitter
met HART®-protocol en
Rosemount X-well
-technologie
Snelstartgids
Mei 2018
Snelstartgids
WAARSCHUWING
!
Mei 2018
KENNISGEVING
Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3144P-transmitter. De gids bevat geen instructies voor gedetailleerde configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of explosiebestendige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding de Rosemount 3144P voor nadere instructies. De handleiding en deze gids zijn tevens in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in deze handleiding voor beperkingen in verband met een veilige installatie.
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Monteer de beschermbuizen of sensoren en zorg dat deze vastzitten voordat u druk aanlegt op het systeem.
Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroor zaken.
Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die
elektrische schokken kan veroorzaken.
Kabelbuis-/kabelingangen
De kabelbuis-/kabelopeningen in de transmitterbehuizing zijn voorzien van een
Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in de kabel-/kabelbuisopeningen uitsluitend pluggen,
wartels of adapters met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
.
1
/2—14 NPT-schroefdraad.
van
Inhoud
Gereedheid van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . 3
Controleer de configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Stel de schakelaars in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De transmitter monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2
Leg de bedrading aan en schakel de
stroom in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Voer een kringtest uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Met veiligheidsinstrumenten uitgerust systeem (Safety Instrumented System;
SIS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Mei 2018
Snelstartgids

1.0 Gereedheid van het systeem

1.1 Controleer of het systeem kan werken met de HART®-revisie

Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of
middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter kan worden geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7.
Zie pagina 5 voor instructies over het wijzigen van de HART-revisie van de
transmitter.
Datum
software-
release
December
2012
Maart
2012
Februari
2007
Identificeer instrument
NAMUR-
software -
revisie
1.2.1 1.0.0 3
1.1.1 N.v.t. 2
N.v.t. N.v.t. 1 5 4 00809-0100-4021
NAMUR-
hardware-
revisie
HART-
software-
revisie
Stuurprogramma
veldinstrument
Universele
HART-revisie
7 7 5 5 7 6 5 5
Instru-
mentre-
visie
Lees instructies
documentnummer
handleiding
00809-0100-4021
00809-0100-4021

2.0 Controleer de configuratie

De Rosemount 3144P-transmitter communiceert via een veldcommunicator (voor communicatie is een kringweerstand tussen de 250 en 1100 ohm vereist) of AMS Device Manager. Niet gebruiken als de spanning op de transmitteraansluitklem lager is dan 12 V d.c. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 3144P transmitter en de naslaghandleiding veldcommunicator voor nadere informatie.
van de

2.1 Bijwerken van de software voor de veldcommunicator

Voor complete communicatie met de Rosemount 3144P-transmitter is de meeste recente veldinstrumentrevisie Dev v5 of v7, DD v1 of hoger voor de veldcommunicator vereist. Rosemount 3144P-temperatuurtransmitters met Rosemount X-well hoger om de functies van de Rosemount X-well-technologie weer te geven. De device descriptors zijn verkrijgbaar voor nieuwe communicators op
Emerson.com/Rosemount
worden geladen op communicators die al in gebruik zijn.
De device descriptors zijn als volgt:
Instrument in HART 5-modus: instrument v5 DD v1
Instrument in HART 7-modus: instrument v7 DD v1
-technologie vereisen DD-revisie 3144P Dev. 7 Rev. 1 of
en kunnen bij elk servicecentrum van Emerson
3
Snelstartgids
A
C
or*
B
Volg de volgende stappen om vast te stellen of er een upgrade moet worden uitgevoerd. Zie Afbeelding 1 op pagina -4.
1. Sluit de sensor aan (zie het bedradingsschema aan de binnenkant van het
2. Sluit de werkbankvoeding aan op de voedingsaansluitingen (“+” of “—”).
3. Sluit een veldcommunicator aan op de kring over een kringweerstand of bij
4. Het volgende bericht verschijnt als de communicator een oudere versie van
NOTICE: Upgrade the communicator software to access new XMTR functions. Continue with old description? (MEDEDELING: Upgrade de software van de communicator om over de nieuwe XMTR-functies te beschikken. Wilt u doorgaan met de oude beschrijving?)
Opmerking
Als dit bericht niet verschijnt, is de meest recente DD geïnstalleerd.
Als de meest recente versie niet beschikbaar is, communiceert de communicator correct maar zullen sommige nieuwe functies mogelijk niet zichtbaar zijn wanneer de transmitter wordt geconfigureerd.
Voer om dat te voorkomen een upgrade uit naar de nieuwste DD, of beantwoord de vraag met NO (NEE), dan krijgt de transmitter weer de generieke standaardfuncties.
Mei 2018
behuizingsdeksel).
de voedings-/signaalaansluitingen op de transmitter.
de device descriptors (DD’s) bevat:
Afbeelding 1. Aansluiten van een communicator op een meetkring voor
kalibratie op de werkbank
A. Voedings-/signaalaansluitklemmen B. 250 C. Voeding
4
 R
 1100
L
Mei 2018

2.2 Overschakelen naar een andere HART-revisie

Als het instrument voor HART-configuratie niet kan communiceren met HART-revisie 7, laadt de Rosemount 3144P-transmitter een generiek menu met beperkte functies. Met behulp van de volgende procedure wijzigt u vanuit het generieke menu de instelling voor de HART-revisie:
1. Manual Setup (handmatige setup) > Device Information (instrumentinformatie) > Identification (identificatie) > Message (bericht)
a. Voer in het veld Message “HART5” in om over te schakelen op
HART-revisie 5
b. Voer in het veld Message “HART7” in om over te schakelen op
HART-revisie 7
Functie Sneltoetsen voor HART 5 Sneltoetsen voor HART 7
2-wire Offset Sensor 1 (tweedraads offset-sensor 1)
2-wire Offset Sensor 2 (tweedraads offset-sensor 2)
Alarm Values (alarmwaarden) 2, 2, 5, 6 2, 2, 5, 6
Analog Calibration (analoge kalibratie)
Analog Output (analoge uitgang) 2, 2, 5 2, 2, 5
Average Temperature Setup (instelling gemiddelde temperatuur)
Burst Mode (burst modus) N.v.t. 2, 2, 8, 4
Comm Status (communicatiestatus) N.v.t. 1, 2
Configure additional messages (nog meer berichten configureren)
Configure Hot Backup (hot backup config ureren)
Date (datum) 2, 2, 7, 1, 2 2, 2, 7, 1, 3
Descriptor (omschrijving) 2, 2, 7, 1, 3 2, 2, 7, 1, 4
Device Information (instrumentinformatie)
Differential Temperature Setup (instelling verschiltemperatuur)
Filter 50/60 Hz (filter 50/60 Hz) 2, 2, 7, 5, 1 2, 2, 7, 5, 1
Find Device (zoek instrument) N.v.t. 3, 4, 6, 2
First Good Temperature Setup (instelling eerste goede temperatuur)
Hardware Revision (hardware-revisie)
HART Lock (HART-vergrendeling) N.v.t. 2, 2, 9, 2
Intermittent Sensor Detect (perio dieke sensordetecti e)
Lock Status (vergrendelingsstatus) N.v.t. 1, 11, 3, 7
2, 2, 1, 5 2, 2, 1, 6
2, 2, 2, 5 2, 2, 2, 6
3, 4, 5 3, 4, 5
2, 2, 3, 3 2, 2, 3, 3
N.v.t. 2, 2, 8, 4, 7
2, 2, 4, 1, 3 2, 2, 4, 1, 3
2, 2, 7, 1 2, 2, 7, 1
2, 2, 3, 1 2, 2, 3, 1
2, 2, 3, 2
1, 8, 2, 3 1, 11, 2, 3
2, 2, 7, 5, 2 2, 2, 7, 5, 2
Snelstartgids
2, 2, 3, 2
5
Snelstartgids
Mei 2018
Functie Sneltoetsen voor HART 5 Sneltoetsen voor HART 7
Long Tag (lange tag) N.v.t. 2, 2, 7, 2
Loop Test (kringtest) 3, 5, 1 3, 5, 1
LRV (Lower Range Value; mini male meetwaarde)
Message (bericht) 2, 2, 7, 1, 4 2, 2, 7, 1, 5
Open Sensor Holdoff (nog geen open sensor)
Percent Range (percentagebereik) 2, 2, 5, 4 2, 2, 5, 4
Sensor 1 Configuration (configuratie sensor 1)
Sensor 1 Serial Number (serienummer sensor 1)
Sensor 1 Setup (instelling sensor 1) 2, 2, 1 2, 2, 1
Sensor 1 Status (status sensor 1) N.v.t. 2, 2, 1, 2
Sensor 1 Type (type sensor 1) 2, 2, 1, 2 2, 2, 1, 3
Sensor 1 Unit (eenheid sensor 1) 2, 2, 1, 4 2, 2, 1, 5
Sensor 2 Configuration (configuratie sensor 2)
Sensor 2 Serial Number (serienummer sensor 2)
Sensor 2 Setup (instelling sensor 2) 2, 2, 2 2, 2, 2
Sensor 2 Status (status sensor 2) N.v.t. 2, 2, 2, 2
Sensor 2 Type (type sensor 2) 2, 2, 2, 2 2, 2, 2, 3
Sensor 2 Unit (eenheid sensor 2) 2, 2, 2, 4 2, 2, 2, 5
Sensor Drift Alert (waarschuwing sensorverschuiving)
Simulate Device Variables (instrumentvariabelen simuleren)
Software Revision (software-revisie) 1, 8, 2, 4 1, 11, 2, 4
Tag (tag) 2, 2, 7, 1, 1 2, 2, 7, 1, 1
Ter min al Tem per atu re U ni ts (eenheid aansluitklemtemperatuur)
URV (Upper Range Value; maxima le meetwaarde)
Vari able Mapp ing (variabelen-mapping )
Thermocouple Diagnostic (diagnose thermokoppel)
Min/Max Tracking (min./max. track) 2, 1, 7, 2 2, 1, 7, 2
Configuratie van de Rosemou nt X-well
2, 2, 5, 5, 3 2, 2, 5, 5, 3
2, 2, 7, 4 2, 2, 7, 4
2, 2, 1
2, 2, 1, 7
2, 2, 2 2, 2, 2
2, 2, 2, 7 2, 2, 2, 8
2, 2, 4, 2 2, 2, 4, 2
N.v.t. 3, 5, 2
2, 2, 7, 3 2, 2, 7, 3
2, 2, 5, 5, 2 2, 2, 5, 5, 2
2, 2, 8, 5 2, 2, 8, 5
2, 1, 7, 1 2, 1, 7, 1
N.v.t. 2, 2, 1, 11
2, 2, 2
2, 2, 1, 8
6
Mei 2018

3.0 Stel de schakelaars in

3.1 Configureren van alarmen en vergrendelen van het instrument

De Rosemount 3144P-transmitter wordt geleverd met hardwareschakelaars voor de configuratie van alarmen en vergrendeling van het instrument. Gebruik de volgende procedure om de schakelaars in te stellen:
Zonder lcd-display
1. Stel de kring in op handmatig (indien van toepassing) en ontkoppel de
voeding.
2. Verwijder het deksel van de elektronicabehuizing.
3. Zet de alarm- en beveiligingsschakelaars in de gewenste stand. Bevestig het
behuizingsdeksel weer.
4. Schakel de voeding in en stel de kring in op automatische regeling.
Met lcd-display
1. Stel de kring in op handmatig (indien van toepassing) en ontkoppel de
voeding.
2. Verwijder het deksel van de elektronicabehuizing.
3. Draai de schroeven uit de lcd-display en schuif de meter er recht vanaf.
4. Zet de alarm- en beveiligingsschakelaars in de gewenste stand.
5. Plaats de lcd-display en het elektronicabehuizingsdeksel terug (bedenk in
welke richting de lcd-display moet staan — draai in stappen van 90 graden).
6. Schakel de voeding in en stel de kring in op automatische regeling.
Snelstartgids

4.0 De transmitter monteren

Monteer de transmitter op een hoog punt in de kabelgoot om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.

4.1 Standaardinstallatie voor veldmontage

1. Monteer de beschermbuis in de wand van het procesvat.
2. Installeer de beschermbuizen en haal ze aan.
3. Controleer op lekken.
4. Bevestig alle benodigde koppelstukken, koppelingen en
verlengstukfittingen. Dicht de fittingschroefdraad af met goedgekeurde draadafdichting, bijv. siliconenpasta of PTFE-tape (indien nodig).
5. Schroef de sensor in de beschermbuis of direct het proces in (afhankelijk van
de installatievereisten).
6. Controleer of alle afdichtingen aan de eisen voldoen.
7. Bevestig de transmitter op de beschermbuis/sensor-constructie. Dicht alle
schroefdraad af met goedgekeurde draadafdichting, bijv. siliconenpasta of PTFE-tape (indien nodig).
7
Snelstartgids
A
B
C
E
D
8. Installeer een kabelbuis voor veldbedrading in de open kabelingang van de
9. Trek de draden van de veldbedrading de aansluitzijde van de behuizing in.
10.Sluit de sensordraden aan op de sensoraansluitklemmen van de transmitter
11.Bevestig beide transmitterdeksels en zet ze vast.
A. Beschermbuis B. Verlengstuk (nippel) C. Verbindingsstuk of koppeling D. Kabelbuis voor veldbedrading (gelijkstroomvoeding) E. Lengte verlengstukfitting
Standaardinstallatie voor montage op afstand
1. Monteer de beschermbuis in de wand van het procesvat.
2. Installeer de beschermbuizen en haal ze aan.
3. Controleer op lekken.
4. Sluit een verbindingskop aan op de beschermbuis.
5. Steek de sensor in de beschermbuis en leg bedrading van de sensor naar de
6. Monteer de transmitter op een buis van 50 mm (2 in.) of op een paneel met
7. Bevestig kabelwartels aan de afgeschermde kabel tussen de verbindingskop
8. Leid de afgeschermde kabel vanaf de tegenoverliggende kabelinvoer op de
9. Steek de afgeschermde kabelleidingen via de kabelingangen in de
Mei 2018
transmitter (voor montage op afstand) en voer de draden de transmitterbehuizing in.
(het bedradingsschema bevindt zich in het behuizingsdeksel).
verbindingskop (het bedradingsschema bevindt zich in de verbindingskop).
behulp van een van de optionele montagebeugels (hieronder is een B4-beugel afgebeeld).
en de kabelingang van de transmitter.
transmitter terug naar de regelkamer.
verbindingskop/transmitter. Sluit de kabelwartels aan en zet ze vast.
8
Mei 2018
10.Sluit de afgeschermde kabelleidingen aan op de
verbindingskopaansluitingen (in de verbindingskop) en op de sensorbedradingsaansluitingen (in de transmitterbehuizing).
A
B
C
A. Kabelwartel B. Afgeschermde kabel van sensor naar transmitter C. Afgeschermde kabel van transmitter naar controlekamer D. Buis van 50 mm (2 inch) E. B4-montagebeugel
D
E

4.2 Installatie van de Rosemount X-well

De Rosemount X-well Technology dient voor temperatuurbewakingstoepassingen en is niet bedoeld voor regel- of veiligheidstoepassingen. Het is verkrijgbaar voor de Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter in een in de fabriek geïnstalleerde configuratie voor directe montage met een Rosemount 0085-buisklemsensor. Het kan niet worden gebruikt in een configuratie voor montage op afstand. De Rosemount X-well-technologie werkt alleen volgens de specificaties met een in de fabriek gemonteerde Rosemount 0085-buisklemsensor met zilveren tip, enkel element en een verlengstuk van 80 mm. Het werkt niet volgens de specificaties bij gebruik met andere sensoren. De installatie en het gebruik van een onjuiste sensor leidt tot onnauwkeurige berekeningen van de procestemperatuur.
Het is van groot belang dat de bovenstaande vereisten en onderstaande installatiestappen worden opgevolgd om ervoor te zorgen dat de Rosemount X-well-technologie werkt volgens de specificaties.
In het algemeen geldt dat de beste werkwijzen voor de installatie van buisklemsensoren moeten worden gevolgd. Raadpleeg de snelstartgids Rosemount 0085-buisklemsensor en de onderstaande vereisten, die specifiek gelden voor Rosemount X-well-technologie:
1. Voor een correcte werking van de Rosemount X-well-technologie is directe
montage van de transmitter op de buisklemsensor vereist.
2. De constructie mag niet in de buurt van dynamische externe
temperatuurbronnen, zoals een ketel of verwarming, worden geïnstalleerd.
Snelstartgids
voor de
9
Snelstartgids
3. Het is van groot belang dat de tip van de buisklemsensor direct contact
4. Om warmteverlies te voorkomen, moet de sensorklemconstructie en het
Opmerking
Breng GEEN isolatie aan over de transmitterkop, want dat leidt tot langere reactietijden en kan de elektronica van de transmitter beschadigen.
5. Hoewel dit de fabrieksconfiguratie is, moet u toch controleren of de
Afbeelding 2. Installatietekening Rosemount 3144P-transmitter met
Mei 2018
maakt met het buisoppervlak voor Rosemount X-well-technologie. Ophoping van vocht tussen de sensor en het leidingoppervlak of de ophanging van de sensor in de constructie kan onnauwkeurige berekeningen van de procestemperatuur veroorzaken. Raadpleeg de beste praktijken voor installatie in de snelstartgids
van de Rosemount 0085 buisklemsensor om
een goed contact van de sensor met het buisoppervlak te garanderen.
sensorverlengstuk tot aan de transmitterkop worden geïsoleerd (minimale
1
dikte van
/2 inch met een R-waarde van > 0,42 m² K/W). Breng aan beide zijden van de buisklemsensor ten minste 15 cm isolatiemateriaal aan. Zorg ervoor dat de luchtopeningen tussen de isolatie en de buis zo klein mogelijk zijn. Zie Afbeelding 2 op pagina 10.
RTD-sensor van de buisklem voor 4 draden is geconfigureerd.
Rosemount X-well-technologie
10
Mei 2018
Snelstartgids

5.0 Leg de bedrading aan en schakel de stroom in

5.1 Bedraad de transmitter

De bedradingsschema’s bevinden zich in het deksel van het aansluitklemmenblok. Zie Afbeelding 3.
Afbeelding 3. Rosemount 3144P met enkele sensor
2-draads RTD
en ohm
1. Rosemoun t levert vier draadssenso ren voor alle RTD’s met en kelvoudig elemen t. U kunt de ze RTD’s gebruiken in driedraadsconfiguraties door de draden die u niet nodig heeft niet aan te sluiten en af te schermen met isolatietape.
2. De transmitter moet worden geconfigureerd voor een driedraads RTD om een RTD met compensatiekring te kunnen herkennen.
3-draads RTD
en ohm
(1)
4-draads RTD
en ohms
T/C’s en
millivolt
RTD met
compensat iekring
(2)
Afbeelding 4. Rosemount 3144P met twee sensoren
T/hot
backup
/twee
sensoren met
twee RTD’s
1. Rosemount levert vierd raadssensoren voor all e RTD’s met enkelvoudig element. U kunt d eze RTD’s gebruiken in driedraadsconfiguraties door de draden die u niet nodig heeft niet aan te sluiten en af te schermen met isolatietape.
T/hot
backup/twee
sensoren
met twee
thermokoppels
T/hot backup/twee sensoren met
RTD’s/thermokop-
pels
(1)
T/hot backup/twee sensoren met
RTD’s/thermokop-
pels
T/hot backup/twee sensoren met
twee RTD’s met
compensatie -
kring
11
Snelstartgids
“-”
“+”
Test
A
B
Load (Ohms)
4−20 mA dc
A
B
1240 1100
1000
750
500
250
0
10
12.0 Min
18.1 30
42.4
Min. 12.0
4-20 mA dc
Belasting (ohm)
18,1
42,4

5.2 De transmitter voorzien van spanning

Voor gebruik van de transmitter is een externe voeding vereist.
A. Sensoraansluiting (1—5) B. Aarde
1. Verwijder het deksel van het aansluitklemmenblok.
2. Sluit de positieve voedingsdraad aan op de “+”-aansluitklem.
3. Sluit de negatieve voedingsdraad aan op de “—”-aansluitklem.
4. Draai de aansluitklemschroeven aan.
5. Bevestig het deksel weer en zet het vast.
6. Schakel de voeding in.
Mei 2018

5.3 Belastingslimieten

De vereiste spanning over de transmitter-voedingsaansluitingen bedraagt 12 tot 42,4 V d.c. (de voedingsaansluitingen hebben een belastbaarheid van 42,4 V d.c.). Zorg, om de kans op beschadiging van de transmitter te voorkomen, dat de spanning over de aansluitingen tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet onder 12,0 V d.c. komt te liggen.
Afbeelding 5. Belastingsbeperking
Maximale belasting = 40,8 (voedingsspanning - 12,0)
A. HART en analoog bedrijfsbereik B. Bedrijfsbereik alleen analoog
12
(1)
Mei 2018
B
D
C
A
D
B
C
A
D
1. Zonder overspanningsbeveiliging (optioneel).

5.4 Aard de transmitter

Ongeaarde thermokoppel-, mV- en RTD-/ohmingangen
Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de aardopties die door de fabriek voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen of begin met aardoptie 1 (de meest gebruikelijke).
Optie 1 (aanbevolen voor een niet-geaarde transmitterbehuizing)
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading.
2. Zorg dat de twee afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing.
3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde objecten.
Snelstartgids
A. Behuizing externe sensor C. Sensor
B. Transmitter D. Aa rdingspunten afsch erming
Optie 2 (aanbevolen voor een geaarde transmitterbehuizing)
1. Sluit de omhulling van de sensorbedrading aan op de transmitterbehuizing (alleen als de behuizing geaard is).
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van omliggende objecten die geaard kunnen zijn.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
A. Behuizing externe sensor C. Sensor
B. Transmitter D. Aa rdingspunten afsch erming
13
Snelstartgids
BC
A
D
A
B
C
C
Optie 3
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading indien mogelijk bij de sensor.
2. Zorg dat de omhulling van de sensorbedrading en de signaalbedrading
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
Geaarde thermokoppelingangen
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor.
2. Zorg dat de omhulling van de sensorbedrading en de signaalbedrading
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
Mei 2018
elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en van andere objecten die geaard kunnen zijn.
A. Transmitter C. Sensor
B. Aardingspunten afscherming
elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitterbehuizing en van andere objecten die geaard kunnen zijn.
A. Transmitter C. Aardingspunt afscherming
B. Sensordraden D. 4—20 mA-kring

6.0 Voer een kringtest uit

Met de kringtest controleert u de transmitteruitgang, of de kring intact is, en de werking van opnameapparatuur of gelijksoortige apparaten die in de kring geïnstalleerd zijn.
6.1 Gebruikersinterface — instrumentrevisie 5 en 7, DD v1
Start een kringtest
1. Sluit een externe ampèremeter aan in serie met de transmitterkring (zodat de stroom naar de transmitter ergens in de kring door de meter loopt).
2. Selecteer op het scherm Home (start) vervolgens 3 Service Tools
14
(onderhoudstools), 5 Simulate (simuleren), 1 Perform Loop Test (kringtest uitvoeren). De communicator geeft het kringtestmenu weer.
Mei 2018
3. Selecteer een discreet uitgangsniveau in milliampère voor de transmitter. Selecteer bij Choose Analog Output (kies analoge uitgang) 1 4 mA, 2 20 mA of selecteer 4 Other (anders) om handmatig een waarde tussen 4 en 20 milliampère in te stellen. Selecteer Enter (invoeren) om de vaste uitgang weer te geven. Selecteer OK.
4. Controleer in de testkring of de feitelijke mA-uitgang van de transmitter en de HART mA-waarde overeenkomen. Als de waarden niet overeenkomen, moet de transmitteruitgang worden getrimd of functioneert de stroommeter niet goed.
5. Nadat de test is voltooid, wordt op de display weer het kringtestscherm weergegeven en kunt u een andere uitgangswaarde kiezen. Selecteer om de kringtest te beëindigen 5 End (beëindigen) en Enter (invoeren).
Snelstartgids
Starten van een gesimuleerd alarm
1. Selecteer vanaf het scherm Home (start) nu 3 Service Tools (onderhoudstools), 5 Simulate (simuleren), 1 Perform Loop Test (kringtest uitvoeren), 3 Simulate Alarm (alarm simuleren).
2. De transmitter voert dan de alarmstroomsterkte uit, gebaseerd op de geconfigureerde alarmparameter en de instellingen van de schakelaars.
3. Selecteer 5 End (beëindigen) om de transmitter weer in de gewone stand te zetten.

7.0 Met veiligheidsinstrumenten uitgerust systeem (Safety Instrumented System; SIS)

Voor installaties met veiligheidscertificeringen wordt verwezen naar de
naslaghandleiding van de Rosemount 3144P. De handleiding is elektronisch
beschikbaar op Emerson.com/Rosemount opnemen met een medewerker van Emerson.
, of u kunt rechtstreeks contact
15
Snelstartgids

8.0 Productcertificeringen

Rev. 1.21

8.1 Informatie over Europese richtlijnen

Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU-verklaring van overeenstemming. De meest recente revisie van de EU-verklaring van overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount

8.2 Certificering voor normale locaties

De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
Noord-Amerika
E5 FM explosieveilig, stofontstekingsbestendig en niet-vonkend
Certificaat: FM16US0202X Normen: FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3611: 2004, FM-klasse 3615: 2006,
FM-klasse 3810: 2005, NEMA
Markeringen: XP CL I, DIV 1, GP A, B, C, D; T5(—50 °C  T
I5 FM intrinsieke veiligheid en niet-vonkend
Certificaat: FM16US0202X Normen: FM-klasse 3600: 2011, FM-klasse 3610: 2010, FM-klasse 3611: 2004,
Markeringen: IS CL I/II/III, DIV 1, GP A, B, C, D, E, F, G; T4(—60 °C  T
I6 CSA intrinsieke veiligheid en divisie 2
Certificaat: 1242650 Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-M91 (R2001), CAN/CSA-C22.2 nr. 94-M91,
Markeringen: Intrinsiek veilig voor klasse I, groep A, B, C, D; klasse II, groep E, F, G;
ANSI/ISA 60079-11: 2009
GP E, F, G; T5(—50 °C  T geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 03144-0320; NI CL I, DIV 2, GP A, B, C, D; T5 (—60 °C  T geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 03144-0321, 03144-5075
FM-klasse 3810: 2005, NEMA-250: 1991, ANSI/ISA 60079-0: 2009, ANSI/ISA 60079-11: 2009
[entiteit] CL I, zone 0, AEx ia IIC T4(—60 °C  T GP A, B, C, D; T5(—60 °C  T indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 03144-0321, 03144-5075
CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987
klasse III; [alleen HART-zonemarkeringen]: intrinsiek veilig voor klasse I zone 0 groep IIC; T4(—50 °C  T div. 2, groep A, B, C, D; [alleen HART-zonemarkeringen]: geschikt voor klasse I zone 2 groep IIC; T6(—60 °C  T T5(—60 °C  T Rosemount-tekening 03144-5076
+85 °C); indien geïnstalleerd volgens
a
®
-250: 1991, ANSI/ISA 60079-0: 2009,
 +75 °C); T6(—50 °C Ta  +60 °C); indien
a
 +75 °C); T6(—60 °C Ta  +50 °C); indien
a
+75 °C); T6(—60 °C Ta +50 °C);
a
a
Mei 2018
.
 +85 °C); DIP CL II/III, DIV 1,
a
+60 °C); IS
a
+60 °C); NI CL I, DIV 2,
a
+60 °C); type 4X; geschikt voor I,
+60 °C);
a
16
Mei 2018
Snelstartgids
K6 CSA explosieveilig, intrinsieke veiligheid en divisie 2
Certificaat: 1242650 Normen: CAN/CSA C22.2 nr. 0-M91 (R2001), CSA-norm C22.2 nr. 30-M1986;
CAN/CSA-C22.2 nr. 94-M91, CSA-norm C22.2 nr. 142-M1987, CAN/CSA-C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213-M1987
Markeringen: Explosieveilig voor klasse I, groep A, B, C, D; klasse II, groep E, F, G;
klasse III; [alleen HART-zonemarkeringen]: geschikt voor klasse I zone 1 groep IIC; intrinsiek veilig voor klasse I groep A, B, C, D; klasse II, groep E, F, G; klass e III; [ alleen HART-zo nemarker ingen] : geschi kt voor k lasse I zone 0 groep IIC; T4(—50 °C  T klasse I, div. 2, groep A, B, C, D; [alleen HART-zonemarkeringen]: geschikt voor klasse I, zone 2 groep IIC; T6(—60 °C  T T5(—60 °C  T Rosemount-tekening 03144-5076
+85 °C); wanneer geïnstalleerd volgens
a
+60 °C); type 4X; geschikt voor
a
+60 °C);
a
Europa
E1 ATE X dr ukvast
Certificaat: FM12ATEX0065X Normen: EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-1: 2014, EN 60529:1991
Markeringen: II 2 G Ex db IIC T6…T1 Gb, T6(—50 °C  T
Zie Ta be l 1 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de procestemperaturen.
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron
vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten
op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de
apparatuur en de hals van de DIN-uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading
veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.
+A1:2000+A2:2013
T5…T1(—50 °C  T
+60 °C)
a
+40 °C),
a
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat: BAS01ATEX1431X [HART]; Baseefa03ATEX0708X [Fieldbus] Normen: EN 60079-0:2012; EN 60079-11:2012 Markeringen: HART: II 1 G Ex ia IIC T5/T6 Ga; T6(-60 °C  T
T5(-60 °C  T
+75 °C)
a
Fieldbus: II 1 G Ex ia IIC T4 Ga; T4(-60 °C  T
Zie Ta be l 2 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de
a
a
entiteitsparameters.
+50 °C),
+60 °C)
17
Snelstartgids
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van het optionele aansluitklemmenblok met
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en afgewerkt met
N1 ATE X typ e n
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van de optionele aansluitklemmen met
ND AT EX stof
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading
Mei 2018
overspanningsbeveiliging kan de apparatuur de 500 V-isolatietest niet doorstaan. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
Certificaat: BAS01ATEX3432X [HART]; Baseefa03ATEX0709X [Fieldbus] Normen: EN 60079-0:2012, EN 60079-15:2010 Markeringen: HART: II 3 G Ex nA IIC T5/T6 Gc; T6(-40 °C  T
T5(-40 °C  T Fieldbus: II 3 G Ex nA IIC T5 Gc; T5(-40 °C  T
+75 °C)
a
+50 °C),
a
+75 °C)
a
overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de isolatietest van 500 V zoals beschreven in artikel 6.5.1 van EN 60079-15: 2010. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
Certificaat: FM12ATEX0065X Normen: EN 60079-0: 2012+A11:2013, EN 60079-31:2014, EN 60529:1991
+A1:2000+A2:2013
Markeringen: II 2 D Ex tb IIIC T130 °C Db, (-40 °C  T
Raadpleeg Tab e l 1 aan het einde van het onderdeel
+70 °C); IP66
a
Productcertificeringen voor informatie over procestemperaturen.
vormen in omgevingen van groep III.
op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
apparatuur en de hals van de DIN-uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.
18
Internationaal
E7 IECEx drukvast
Certificaat: IECEx FMG 12.0022X Normen: IEC 60079-0:2011, IEC 60079-1:2014-06, IEC 60079-31:2013 Markeringen: Ex db IIC T6…T1 Gb, T6(—50 °C  T
+60 °C); Ex tb IIIC T130 °C Db, (—40 °C  T Zie Ta be l 1 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de procestemperaturen.
+40 °C), T5…T1(—50 °C Ta
a
+70 °C); IP66
a
Mei 2018
Snelstartgids
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Zie certificaat voor omgevingstemperatuurbereik.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Drukvaste naden zijn niet bedoeld voor reparatie.
5. Er moet een geschikte behuizing met de certificatie Ex d of Ex tb worden aangesloten op temperatuursondes met behuizingsoptie “N”.
6. De eindgebruiker moet zorgen dat de externe oppervlaktetemperatuur op de apparatuur en de hals van de DIN-uitvoering van de sensorsonde niet boven de 130 °C kan stijgen.
7. Niet-standaard lakopties kunnen risico’s in verband met elektrostatische ontlading veroorzaken. Vermijd installaties die elektrostatische lading op gelakte oppervlakken veroorzaken en reinig gelakte oppervlakken alleen met een vochtige doek. Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie als de lak is besteld via een speciale optiecode.
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat: IECEx BAS 07.0002X [HART]; IECEx BAS 07.0004X [Fieldbus] Normen: IEC 60079-0: 2011, IEC 60079-11: 2011; Markeringen: HART: Ex ia IIC T5/T6 Ga; T6(—60 °C  T
+75 °C Fieldbus: Ex ia IIC T4 Ga; T4(—60 °C  T
Zie Ta be l 2 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de
+50 °C), T5(—60 °C Ta
a
+60 °C)
a
entiteitsparameters.
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van de optionele aansluitklemmen met
overspanningsbeveiliging is de apparatuur niet bestand tegen de isolatietest van 500 V zoals bepaald in artikel 6.3.13 van IEC 60079-11: 2011. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en afgewerkt met een beschermende polyurethaanverf; in zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten of schuring.
N7 IECEx type n
Certificaat: IECEx BAS 070003X [HART]; IECEx BAS 07.0005X [Fieldbus] Normen: IEC 60079-0:2011, IEC 60079-15:2010 Markeringen: HART: Ex nA IIC T5/T6 Gc; T6(-40 °C  T
+75 °C) Fieldbus: Ex nA IIC T5 Gc; T5(—40 °C  T
+50 °C), T5(—40 °C Ta
a
+ 75 °C)
a
Brazilië
E2 INMETRO drukvast en stof
Certificaat: UL-BR 13.0535X Normen: ABNT NBR IEC 60079-0:2013; ABNT NBR IEC 60079-1:2016;
Markeringen: Ex db IIC T6...T1 Gb; T6…T1: (—50 °C T
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Zie de productbeschrijving voor informatie over de grenzen aan de omgevings- en
procestemperatuur.
2. Het niet-metalen label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III.
3. Bescherm het lcd-deksel tegen stootenergieën van meer dan 4 joule.
4. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden.
ABNT NBR IEC 60079-31:2014
+40 °C) T5...T1:(—50 °C
T
+60 °C) Ex tb IIIC T130 °C Db; IP66; (—40 °C Ta +70 °C)
amb
amb
19
Snelstartgids
I2 INMETRO intrinsieke veiligheid [HART]
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van de optionele aansluitklemmen met
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en afgewerkt met
INMETRO intrinsieke veiligheid [Fieldbus/FISCO] Certificaat: UL-BR 15.0030X Normen: ABNT NBR IEC60079-0:2008 + errata 1:2011, ABNT NBR IEC 60079-11:2009 Markeringen: Ex ia IIC T4 Ga (—60 °C  T Zie Ta be l 2 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de entiteitsparameters.
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Als de apparatuur is gemonteerd met de optionele aansluitklemmen met
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en afgewerkt met
Mei 2018
Certificaat: UL-BR 15.0088X Normen: ABNT NBR IEC60079-0:2008 + errata 1:2011,
ABNT NBR IEC 60079-11:2009 Markeri ngen: Ex ia IIC T6 Ga (—60 °C  Ta  +50 °C), Ex ia IIC T6 Ga (—60 °C  Ta  +75 °C) Zie Ta be l 2 aan het einde van het onderdeel Productcertificeringen voor de entiteitsparameters.
overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de isolatietest van 500 V zoals beschreven in ABNT NBR IEC60079-11. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
een beschermende polyurethaanverf; er moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten en schuring wanneer deze zich bevindt in locaties waar EPL Ga (zone 0) is vereist.
+60 °C),
a
overspanningsbeveiliging, is de apparatuur niet bestand tegen de test op diëlektrische weerstand van 500 V zoals beschreven in ISO IEC 60079-11. Hiermee moet bij installatie rekening worden gehouden.
een beschermende polyurethaanverf; er moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt blootgesteld aan stoten en schuring wanneer deze zich bevindt in locaties waar EPL Ga (zone 0) is vereist.
20
China
E3 China drukvast
Certificaat: GYJ16.1339X Normen: GB3836.1-2010, GB3836.2-2010 Markeringen: Ex d IIC T5/T6 Gb
Speciale voorwaarden voor gebruik (X):
1. Het symbool “X” wordt gebruikt om specifieke gebruiksvoorwaarden aan te duiden. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. Dit moet in de handleiding worden vermeld.
2. Het verband tussen de T-code en de omgevingstemperatuur is als volgt:
T-co de Omgevingstemperatuur
T6 —50 °C  Ta  +40 °C
T5 —50 °C  Ta  +60 °C
3. De voorziening voor aardverbinding op de behuizing moet op betrouwbare wijze worden aangesloten.
Mei 2018
Snelstartgids
4. Er mag tijdens installatie geen mengsel worden gebruikt dat de drukvaste behuizing
zou kunnen beschadigen.
5. Bij installaties in een explosiegevaarlijke omgeving. Er moeten kabelwartels,
kabelbuizen en afsluitpluggen worden gebruikt die zijn gecertificeerd als klasse Ex d IIC Gb door inspectieorganen die handelen in opdracht van de overheid.
6. Bij installatie, gebruik en onderhoud in een explosieve gasatmosfeer moet de
waarschuwing “Niet openen wanneer ingeschakeld” in acht worden genomen.
7. Het is eindgebruikers niet toegestaan om interne onderdelen te verwi sselen; ze dienen
problemen in overleg met de fabrikant op te lossen om beschadiging van het product te voorkomen.
8. Bij installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen in
acht worden genomen: GB3836.13-2013 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen” GB3836.15-2000 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen)” GB3836.16-2006 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (anders dan mijnen)” GB50257-2014 “Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosferen en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur”
I3 China intrinsieke veiligheid
Certificaat: GYJ16.1338X Normen: GB3836.1-2010, GB3836.4-2010, GB3836.20-2010 Markeringen: Ex ia IIC T4/T5/T6
Speciale voorwaarden voor Gebruik (X):
1. Het symbool “X” wordt gebruikt voor aanduiding van specifieke gebruiksvoorwaarden:
a. De behuizing kan lichte metalen bevatten. Er moet bij gebruik in zone 0 derhalve voor
worden gezorgd dat ontstekingsgevaar als gevolg van stoten of wrijving wordt voorkomen.
b. Indien dit apparaat is voorzien van de “optie voor aansluitklemmen met
overspanningsbeveiliging”, kan het de volgens bepaling 6.3.12 van GB3836.4-2010 vereiste 500 V r.m.s.-test niet doorstaan.
2. Het verband tussen de T-code en de omgevingstemperatuur is als volgt:
Uitgang T-co de Omgevingstemperatuur
HART
Fieldbus T4 -60 °C  Ta  +60 °C
T6 -60 °C  Ta  +50 °C
T5 -60 °C  Ta  +75 °C
3. Parameters:
Voeding-/kringaansluitklemmen (+ en -)
Uitgang
HART 30 300 1 5 0
Fieldbus 30 300 1,3 2,1 0
Maximale
ingang
spanning: U
(V)
i
Maximale
ingangsstroom:
(mA)
l
i
Maximaal
ingangsvermo-
(W)
gen: P
i
Maximale interne
parameters
Ci (nF) Li (H)
21
Snelstartgids
Mei 2018
Sensoraansluitklem (1 to 5)
Maximale
Uitgang
HART 13,6 56 0,19 78 0
Fieldbus 13,9 23 0,079 7,7 0
ingang
spanning:
(V)
U
o
Maximale
ingangsstroom:
l
(mA)
o
Maximale
ingangsvermo-
gen: P
(W)
o
Maximale interne
parameters
Ci (nF) Li (H)
Belasting aangesloten op sensoraansluitklemmen (1 tot 5)
Uitgang Groep
IIC 0,74 11,7
HART
Fieldbus
IIB 5,12 44
IIA 18,52 94
IIC 0,73 30,2
IIB 4,8 110,9
IIA 17,69 231,2
Maximale uitwendige parameters
Co (F) Lo (H)
De temperatuurtransmitters voldoen aan de eisen voor FISCO-veldinstrumenten zoals voorgeschreven in GB3836.19-2010. De FISCO-parameters zijn als volgt:
Maximale
ingangsspanning:
U
(V)
i
17,5 380 5,32 2,1 0
Maximale
ingangsstr oom:
l
(mA)
i
Maximaal
ingangsvermogen:
P
(W)
i
Maximale interne
parameters
Ci (nF) Li (H)
22
4. Het product moet worden gebruikt met een bijbehorend apparaat met Ex-certificering om een explosiebeschermingssysteem te verkrijgen dat in een explosieve gasatmosfeer kan worden gebruikt. De bedrading en aansluitklemmen moeten voldoen aan de voorschriften in de instructiehandleiding van het product en de bijbehorende apparatuur.
5. De kabels tussen dit product en bijbehorende apparaten moeten afgeschermd zijn (de kabels moeten een geïsoleerde afscherming hebben). De afscherming moet goed worden geaard in een niet-gevaarlijke omgeving.
6. Het is eindgebruikers niet toe gestaan om interne ond erdelen te ver wisselen; ze dienen het probleem in overleg met de fabrikant op te lossen om beschadiging van het product te voorkomen.
7. Bij installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen in acht worden genomen: GB3836.13-2013 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen” GB3836.15-2000 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen) ”GB3836.16-2006 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (anders dan mijnen)” GB3836.18-2010 “Explosieve atmosferen Deel 18: Intrinsiek veilig systeem” GB50257-2014 “Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosferen en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur”
Mei 2018
Snelstartgids
N3 China Type n
Certificaat: GYJ15.1087X [Fieldbus]; GYJ15.1088X [HART] Normen: GB3836.1-2010, GB3836.8-2003 Markeringen: Ex nA nL IIC T5 Gc [Fieldbus]; Ex nA nL IIC T5/T6 GC [HART]
Uitgang T-cod e Omgevingstemperatuur
Fieldbus T5 —40 °C  Ta  +75 °C
HART
T6 —40 °C  Ta  +50 °C
T5 —40 °C  Ta  +75 °C
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale gebruiksvoorwaarden.
2. Max. ingangsspanning: 42,4 VDC [Fieldbus]; 55 VDC [HART]
3. Tijdens installatie, gebruik en onderhoud van dit product moeten de volgende normen
in acht worden genomen: GB3836.13-1997 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 13: Reparatie en revisie voor apparaten die worden gebruikt in explosieve gasatmosferen” GB3836.15-2000 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 15: Elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingen (anders dan mijnen)” GB3836.6-2006 “Elektrische apparaten voor explosieve gasatmosferen Deel 16: Inspectie en onderhoud van elektrische installaties (anders dan mijnen)” GB50257-1996 “Voorschrift voor de bouw en acceptatie van elektrische instrumenten voor explosieve atmosferen en de installatie van brandgevaarlijke elektrische apparatuur”
EAC - Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland
EM Technisch voorschrift douane-unie (EAC) drukvast
Certificaat: RU C-US.GB05.B.00289 Markeringen: 1Ex d IIC T6…T1 Gb X
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
IM Technisch voorschrift douane-unie (EAC) intrinsieke veiligheid
Certificaat: RU C-US.GB05.B.00289 Markeringen: [HART]: 0Ex ia IIC T5, T6 Ga X; [Fieldbus/PROFIBUS
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
Japan
E4 TIIS drukvast
Certificaat: TC21038, TC21039 Markeringen: Ex d IIC T5 (—20 °C  T
+60 °C)
a
Certificaat: TC16127, TC16128, TC16129, TC16130 Markeringen: Ex d IIB T4 (—20 °C  T
+55 °C)
a
EAC - Wit-Rusland, Kazachstan, Rusland
EP Korea drukvast
Certificaat: 10-KB4BO-0011X Markeringen: Ex d IIC T6/T5; T6(—40 °C  T
 +70 °C), T5(—40 °C  T
amb
®
]: 0Ex ia IIC T4 Ga X
 +80 °C)
amb
23
Snelstartgids
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.
EP Korea drukvast
Certificaat: 09-KB4BO-0028X Markeringen: Ex ia IIC T6/T5; T6(—60 °C  T
Speciale voorwaarde voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor speciale voorwaarden.

2.1 Combinaties

K1 Combinatie van E1, I1, N1 en ND K2 Combinatie van E2 en I2 K5 Combinatie van E5 en I5 K7 Combinatie van E7, I7 en N7 KA Combinatie van K1 en K6 KB Combinatie van K5, I6 en K6 KM Combinatie van EM en IM
KP Combinatie van EP en IP
 +50 °C), T5(—60 °C  T
amb
Mei 2018
 +75 °C)
amb
24
Mei 2018

2.2 Tabellen

Tabel 1. Procestemperatuur
T6 T5 T4 T3 T2 T1 T130
Snelstartgids
Max. omg.-temp.
Transmitter met lcd-display
0 inch 55 °C 70 °C 95 °C 95 °C 95 °C 95 °C 95 °C
3 inch 55 °C 70 °C 100 °C 100 °C 100 °C 100 °C 100 °C
6 inch 60 °C 70 °C 100 °C 100 °C 100 °C 100 °C 100 °C
9 inch 65 °C 75 °C 110 °C 110 °C 110 °C 110 °C 110 °C
Transmitter zonder lcd-display
0 inch 55 °C 70 °C 100 °C 170 °C 280 °C 440 °C 100 °C
Sensorverlenging
3 inch 55 °C 70 °C 110 °C 190 °C 300 °C 450 °C 110 °C
6 inch 60 °C 70 °C 120 °C 200 °C 300 °C 450 °C 110 °C
9 inch 65 °C 75 °C 130 °C 200 °C 300 °C 450 °C 120 °C
+40 °C +60 °C +60 °C +60 °C +60 °C +60 °C +70 °C
Tabel 2. Entiteitsparameters
HART Fieldbus/PROFIBUS FISCO
Spanning Ui (V) 30 30 17,5
Stroo m Ii (mA) 300 300 380
Verm ogen Pi (W) 1 1,3 5,32
Elektrische capaciteit
(nF)
C
i
Zelfinductie Li (mH) 0 0 0
5 2,1 2,1

2.3 Verdere certificeringen

SBS Typegoedkeuring American Bureau of Shipping (ABS)
Certificaat: 02-HS289101-4-PDA Beoogd gebruik: Temperatuurmeting voor scheeps- en offshoretoepassingen.
SBV Typegoedkeuring Bureau Veritas (BV)
Certificaat: 23154 Vereisten: Regels van Bureau Veritas voor de classificatie van stalen schepen Toepass ing: Klassen otaties: AUT-UMS, AUT-C CS, AUT- PORT en AUT-IMS;
temperatuurtransmitter type Rosemount 3144P kan niet op dieselmotoren worden geïnstalleerd
SDN Typegoedkeuring Det Norske Veritas (DNV)
Certificaat: A-14184 Beoogd gebruik: Regels van Det Norske Veritas voor classificatie van vaartuigen,
snelle en lichte vaartuigen en offshore-normen van Det Norske Veritas
25
Snelstartgids
SLL Typegoedkeuring Lloyds Register (LR)
Mei 2018
Toe pa ss in g:
Locatieklassen
Tem pe ra tu u r D
Luchtvochtigheid B
Trilling A
EMC A
Behuizing D
Certificaat: 11/60002 Toepassing: Omgevingscategorie ENV1, ENV2, ENV3 en ENV5
26
Mei 2018
EU Declaration of Conformity
No: RMD 1045 Rev. K
Page 1 of 3
We,
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 USA
declare under our sole responsibility that the product,
Rosemount 3144P Temperature Transmitter
manufactured by,
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 USA
to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European Union Directives, including the latest amendments, as shown in the attached schedule.
Assumption of conformity is based on the application of the harmonized standards and, when applicable or required, a European Union notified body certification, as shown in the attached schedule.
(signature)
Vice President of Global Quality
(function)
Chris LaPoint
(name)
6-Sept-2017
(date of issue)
Afbeelding 6. Verklaring van overeenstemming Rosemount 3144P
Snelstartgids
27
Snelstartgids
EU Declaration of Conformity
No: RMD 1045 Rev. K
Page 2 of 3
EMC Directive (2014/30/EU)
Harmonized Standards: EN61326-1:2013, EN61326-2-3: 2013
ATEX Directive (2014/34/EU)
Rosemount 3144P Temperature Transmitter (4-20mA/HART Output)
BAS01ATEX1431X – Intrinsic Safety Certificate
Equipment Group II, Category 1 G (Ex ia IIC T5/T6 Ga) Harmonized Standards:
EN60079-0:2012, EN60079-11:2012
BAS01ATEX3432X – Type n Certificate
Equipment Group II, Category 3 G (Ex nA IIC T5/T6 Gc) Harmonized Standards:
EN60079-0:2012, EN60079-15:2010
Rosemount 3144P Temperature Transmitter (Fieldbus Output)
Baseefa03ATEX0708X – Intrinsic Safety Certificate
Equipment Group II, Category 1 G (Ex ia IIC T4 Ga) Harmonized Standards:
EN60079-0:2012, EN60079-11:2012
Baseefa03ATEX0709 – Type n Certificate
Equipment Group II, Category 3 G (Ex nA IIC T5 Gc) Harmonized Standards:
EN60079-0:2012, EN60079-15:2010
Mei 2018
28
Mei 2018
EU Declaration of Conformity
No: RMD 1045 Rev. K
Page 3 of 3
Rosemount 3144P Temperature Transmitter (all Output Protocols)
FM12ATEX0065X – Dust Certificate
Equipment Group II, Category 2 D (Ex tb IIIC T130°C Db) Harmonized Standards:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-31:2014
FM12ATEX0065X – Flameproof Certificate
Equipment Group II, Category 2 G (Ex db IIC T6…T1 Gb) Harmonized Standards:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-1:2014
ATEX Notified Bodies
SGS Baseefa Limited [Notified Body Number: 1180]
Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ United Kingdom
FM Approvals Ltd. [Notified Body Number: 1725] 1 Windsor Dials Windsor, Berkshire, SL4 1RS United Kingdom
ATEX Notified Body for Quality Assurance
SGS Baseefa Limited [Notified Body Number: 1180]
Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ United Kingdom
Snelstartgids
29
Snelstartgids
EU-verklaring van
overeenstemming
Nr.: RMD 1045 Rev. K
Wij,
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685, VS
verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter
vervaardigd door
Rosemount, Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685, VS
waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Unie, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
De aanname van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van de geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Unie, zoals vermeld in het bijgevoegde schema.
(handtekening)
Vice President of Global Quality
(functie)
Chris LaPoint
(naam)
6-sept-2017
(datum van uitgifte)
Pagina 1 van 3
30
Mei 2018
Mei 2018
EU-verklaring van
overeenstemming
Nr.: RMD 1045 Rev. K
EMC-richtlijn (2014/30/EU)
Geharmoniseerde normen: EN61326-1:2013, EN61326-2-3: 2013
ATEX-richtlijn (2014/34/EU)
Rosemount 3144P temperatuurtransmitter (4-20mA/HART output)
BAS01ATEX1431X – Certificaat intrinsieke veiligheid
Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC T5/T6 Ga) Geharmoniseerde normen:
EN60079-0:2012, EN60079-11:2012
BAS01ATEX3432X – certificaat type n
Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nA IIC T5/T6 Gc) Geharmoniseerde normen:
EN60079-0:2012, EN60079-15:2010
Rosemount 3144P temperatuurtransmitter (veldbus-output)
Baseefa03ATEX0708X – Certificaat intrinsieke veiligheid
Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC T4 Ga) Geharmoniseerde normen:
EN60079-0:2012, EN60079-11:2012
Baseefa03ATEX0709 – certificaat type n
Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nA IIC T5 Gc) Geharmoniseerde normen:
EN60079-0:2012, EN60079-15:2010
Pagina 2 van 3
Snelstartgids
31
Snelstartgids
EU-verklaring van
overeenstemming
Nr.: RMD 1045 Rev. K
Rosemount 3144P-temperatuurtransmitter (alle uitgangsprotocollen)
FM12ATEX0065X – stofcertificaat
Apparatuurgroep II, categorie 2 D (Ex tb IIIC T130 °C Db) Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-31:2014
FM12ATEX0065X – certificaat drukvastheid
Apparatuurgroep II, categorie 2 G (Ex db IIC T6…T1 Gb)
Geharmoniseerde normen:
EN 60079-0:2012+A11:2013, EN 60079-1:2014
Aangemelde instanties volgens ATEX
SGS Baseefa Limited [nummer aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk
FM Approvals Ltd. [nummer aangemelde instantie: 1725] 1 Windsor Dials Windsor, Berkshire, SL4 1RS Verenigd Koninkrijk
Aangemelde instantie voor kwaliteitsborging volgens ATEX
SGS Baseefa Limited [nummer aangemelde instantie: 1180]
Rockhead Business Park Staden Lane Buxton, Derbyshire SK17 9RZ Verenigd Koninkrijk
Pagina 3 van 3
32
Mei 2018
Mei 2018
China RoHS
㇑᧗⢙䍘䎵䗷ᴰབྷ⎃ᓖ䲀٬Ⲵ䜘Ԧරࡇ㺘
Rosemount 3144P
List of Rosemount 3144P Parts with China RoHS Concentration above MCVs
䜘Ԧ〠
Part Name
ᴹᇣ⢙䍘Hazardous Substances
䫵
Lead
(Pb)
⊎
Mercury
(Hg)
䭹
Cadmium
(Cd)
ޝԧ䬜
Hexavalent
Chromium
(Cr +6)
ཊⓤ㚄㤟
Polybrominated
biphenyls
(PBB)
ཊⓤ㚄㤟䟊
Polybrominated
diphenyl ethers
(PBDE)
⭥ᆀ㓴Ԧ
Electronics
Assembly
X O O O O
O
༣փ㓴Ԧ
Housing
Assembly
O O O X O
O
Րᝏಘ㓴Ԧ
Sensor
Assembly
X O O O O
O
ᵜ㺘Ṭ㌫׍ᦞ
SJ/T11364
Ⲵ㿴ᇊ㘼ࡦ֌
This table is proposed in accordance with the provision of SJ/T11364.
O:
᜿Ѫ䈕䜘ԦⲴᡰᴹ൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿൷վҾ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
O: Indicate that said hazardous substance in all of the homogeneous materials for this part is below the limit requirement of GB/T 26572.
X:
᜿Ѫ൘䈕䜘Ԧᡰ֯⭘Ⲵᡰᴹ൷䍘ᶀᯉ䟼ˈ㠣ቁᴹа㊫൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿儈Ҿ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
X: Indicate that said hazardous substance contained in at least one of the homogeneous materials used for this part is above the limit requirement of GB/T 26572.
Snelstartgids
33
Snelstartgids
00825-0111-4021, Rev MA
Mei 2018
Internationaal hoofdkantoor
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd. Shakopee, MN 55379, VS
+1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Noord-Amerika
Emerson Automation Solutions
8200 Market Blvd. Chanhassen, MN 55317, VS
+1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RMT-NA.RCCRFQ@Emerson.com
Regionaal kantoor Latijns-Amerika
Emerson Automation Solutions
1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise, FL 33323, VS
+1 954 846 5030 +1 954 846 5121
RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Europa
Emerson Automation Solutions Europe GmbH
Neuhofstrasse 19a Postfach 1046 CH 6340 Baar Zwitserland
+41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Azië/Pacific
Emerson Automation Solutions Asia Pacific Pte Ltd
1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika
Emerson Automation Solutions
Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland
(31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com www.emersonprocess.nl
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België
(32) 2 716 77 11 (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
Linkedin.com/company/Emerson-Automation-Solutions
Twitter.com/Rosemount_News
Facebook.com/Rosemount
Youtube.com/us er/RosemountMeasur ement
Google.com/+RosemountMeasurement
Ga voor onze standaardleveringsvoorwaarden naar de pagina Standaardleveringsvoorwaarden. Het Emerso n-logo is een handelsmerk en dien stmerk van Emerson Electric Co. Rosemount X-well, Hot Backup, Rosemount en het Rosemount-logo zijn hand elsmerken van Emer son. HART is een gedeponeerd handelsmerk van de FieldComm Group. PROFIBUS is een gedeponeerd handelsmerk van PROFINET International (PI). NEMA is e en gedeponeerd ha ndelsmerk en dien stmerk van de National Electrical Manufacturers Association. Alle overi ge merken zijn ei gendom van de b etreffende merk houders. © 2018 Emerson. Alle rechten voorbehouden.
Loading...