Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver op de hostsystemen
is geïnstalleerd. Zie pagina 3 voor gereedheid van het systeem.
Page 2
Snelstartgids
WAARSCHUWING
Februari 2019
MEDEDELING
Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 3051HT-transmitter. Hij bevat geen instructies
voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie of probleemoplossing of voor explosieveilige, drukvaste
of intrinsiek veilige (I.S.) installaties.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke,
landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd.
Zorg voordat u een op HART
dat alle instrumenten in de kring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende
veldbedradingsmethoden.
Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de tran smitterdeksels niet terwijl er stroom staat op
het instrument.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
Om proceslekken te voorkomen mag u alleen de pakking gebruiken die speciaal is ontworpen om af te
dichten in combinatie met de bijbehorende flensadapter.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan,
die elektrische scho kken kan veroorzaken.
Kabelbuis-/kabelingangen
Tenzij anders vermeld zijn de kabelbuis-/kabelingangen in de behuizing van de transmitter voorzien van
1
/2—14 NPT-draad. Gebruik alleen pluggen, adapters, wartels en kabelgoten met een geschikte
schroefdraad wanneer u deze openingen afsluit.
®
gebaseerde communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer
1.1 Controleer of het systeem geschikt is voor de HART-revisie
Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of
middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden
gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen
communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter
kan worden geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7.
Zie pagina 11 voor instructies over het wijzigen van de HART-revisie van uw
transmitter.
1.2 Controleer of de device driver juist is
Controleer of de meest recente device drive
op uw systemen om een goede communicatie te verzekeren.
Download de meest recente device driver via Emerson.com of
hartcomm.org.
Instrumentrevisies en device drivers voor Rosemount 3051
Tabel 1 bevat de informatie die u nodig hebt om te verzekeren dat u beschikt over
de juiste device driver en documentatie voor uw instrument.
Tabel 1. Rosemount 3051-instrumentrevisies en bestanden
r (DD/DTM™) is geïnstalleerd
Identificeer het
instrument
Datum
softwarerelease
Dec-1101
1. De bestandsnaam van de device driver bevat de instrument- en DD-revisie, bijv. 10_01. Het
HART-protocol is zo ontworpen dat ook oudere revisies van de device driver kunnen communiceren
met nieuwe HART-apparatuur. Om gebruik te kunnen maken van nieuwe functies, moet u de nieuwe
device driver downloaden. Voor compl ete functionaliteit word t aangeraden om nieuwe devi ce
driver-bestanden te dow nloaden.
2. Keuze tussen HART-revisie 5 en 7, voedingsdiagnose, veiligheidscertificering, lokale bediening,
proceswaarschuwingen, geschaalde variabele, configureerbare alarmen, meer meeteenheden.
HART-
softwarerevisie
Zoek de device driver
HART
universele
revisie
710
59
Instrument-
revisie
(1)
Controleer de
functionaliteit
Veranderingen in
software
Zie Voet noo t 2 voo r een
lijst van veranderingen.
(2)
3
Page 4
Snelstartgids
A
2.0 Installatie van de transmitter
2.1 Monteer de transmitter
Plaats de transmitter in de gewenste oriëntatie voordat u deze monteert.
De transmitter mag niet stevig gemonteerd of vastgeklemd zijn als u de
oriëntatie van de transmitter wijzigt.
Oriëntatie van de kabelbuisopening
Bij installatie van een Rosemount 3051HT wordt aangeraden om deze zo te
installeren dat de kabelbuisopening omlaag is gericht of parallel aan de grond is om
deze tijdens reinigingswerkzaamheden zo goed mogelijk af te kunnen tappen.
Montagerichting inline-verschildruktransmitter
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de
inline-verschildruktransmitter bevindt zich in de hals van de transmitter,
achter een afgeschermde ventilatieopening (zie Afbeelding 1).
Houd het ventilatietraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf,
stof en viskeuze vloeistoffen) door de transmitter zo te monteren dat het
procesmedium kan wegstromen.
Afbeelding 1. Inline afgeschermde verschildruktransmitter met drukpoort
aan lage kant
AluminiumGepolijst 316 RVS
Februari 2019
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
Montage met klem
Gebruik bij installatie van de klem de aanbevolen momentwaarden opgegeven
door de pakkingfabrikant.
1. Om een goede werking van de transmitter te behouden wordt afgeraden om een Tri Clamp van 1,5 inch tot meer
dan 50 in-lb aan te halen bij drukbereiken onder 20 psi.
4
(1)
Page 5
A
B
A
B
Februari 2019
2.2 Stel de schakelaars in
Stel vóór installatie de configuratie van de alarm- en beveiligingsschakelaar in
zoals afgebeeld in Afbeelding 2.
Met de alarmschakelaar stelt u het analoge uitgangsalarm in op hoog of laag.
- De standaard alarminstelling is hoog.
Met de beveiligingsschakelaar staat u toe (symbool ontgrendeling) of voorkomt
u (symbool vergrendeling) dat configuratie van de transmitter plaatsvindt.
- De standaard beveiliging is uit (symbool ontgrendeling).
Volg de onderstaande procedure voor het wijzigen van de configuratie van de
schakelaars:
1. Beveilig na installatie van de transmitter de kring en koppel de voeding los.
2. Verwijder het behuizingsdeksel dat zich tegenover de veldaansluitingen
bevindt. Verwijder het deksel van het instrument niet in een explosiegevaarlijke
omgeving als er spanning op het circuit staat.
3. Schuif de beveiligings- en alarmschakelaars met een kleine schroevendraaier
in de gewenste stand.
4. Bevestig het transmitterdeksel weer.
De deksels mogen alleen met behulp van gereedschap geopend of
verwijderd kunnen worden, om te voldoen aan de geldende vereisten
voor normale locaties.
Het deksel moet volledig sluiten om aan de vereisten voor explosieveiligheid
te voldoen.
Afbeelding 2. Transmitterprintplaat
Zonder LCD-displayMet LOI of LCD-display
Aluminium
Snelstartgids
A. Alarm
B. Beveiliging
Gepolijst 316 RVS
5
Page 6
Snelstartgids
LET OP
A
B
2.3 Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in
Gebruik voor een optimaal resultaat afgeschermde kabel met getwiste aders.
Gebruik draadmaat 24 AWG of dikker met een lengte van maximaal 1500 meter
(5000 feet). Leg indien van toepassing de bedrading aan met een druppellus.
Leg de druppellus zo dat de onderkant lager dan de kabelbuisaansluitingen en de
behuizing van de transmitter komt te liggen.
Installatie van het aansluitklemmenblok voor overspanningsbeveiliging biedt alleen bescherming tegen
overspanning als de kast van de Rosemount 3051HT goed is geaard.
Laat de signaalbedrading niet samen met elektrische bedrading door een kabelbuis of open kabelgoot of
in de buurt van zware elektrische apparatuur lopen.
Sluit de onder spanning staande signaalbedrading niet aan op de testaansluitklemmen. De stroom kan de
testdiode in het aansluitklemmenblok beschadigen.
6
Page 7
Februari 2019
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter:
1. Verwijder het behuizingsdeksel aan de kant met FIELD TERMINALS
(veldaansluitklemmen).
2. Sluit de positieve draad aan op de “+”-aansluitklem (PWR/COMM) en de
negatieve draad op de “—”-aansluitklem.
3. Aard de behuizing volgens de plaatselijke voorschriften voor aarding.
4. Zorg voor een goede aardverbinding. Het is belangrijk dat de mantel van de
instrumentkabel:
kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de
transmitterbehuizing aankomt;
wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een
aansluitkast wordt geleid;
aan de voedingszijde wordt verbonden met een goed aardpunt.
5. Zie indien overspanningsbeveiliging vereist is het onderdeel Aarding voor
aansluitklemmenblok met stootspanningsbeveiliging voor aanwijzingen
over aarding.
6. Sluit ongebruikte kabelopeningen en dicht ze af.
7. Bevestig de transmitterdeksels weer.
De deksels mogen alleen met behulp van gereedschap geopend of
verwijderd kunnen worden, om te voldoen aan de geldende vereisten
voor normale locaties.
Het deksel moet volledig sluiten om aan de vereisten voor
explosieveiligheid te voldoen.
Snelstartgids
7
Page 8
Snelstartgids
FIELD TERMINALS
(veldaansluitklem-
men)
DP
A
B
D
E
C
Februari 2019
Afbeelding 4. Bedrading
Aluminium
A
B
DP
D
E
Gepolijst 316 RVS
A. Afstand verkleinen
B. Afscherming afknippen en isoleren
C. Aansluitpunt aardbeveiliging
C
D. Afscherming isoleren
E. Afscherming weer verbinden met
aardpunt voeding
Aarding voor aansluitklemmenblok met stootspanningsbeveiliging
Op de buitenkant van de elektronicakast en in de aansluitklemmenruimte
zijn aardpunten aangebracht. Deze aardpunten worden gebruikt als er
aansluitklemmenblokken voor stootspanningsbescherming zijn geïnstalleerd.
Voor het verbinden van het aardpunt op de behuizing met de aarde (intern of
extern) wordt gebruik van een draad van 18 AWG of groter aanbevolen.
Als de transmitter momenteel niet is bedraad voor opstarten en communicatie,
volgt u Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in
Als de transmitter naar behoren is bedraad, raadpleegt u Afbeelding 4 voor
interne en externe aardpunten voor overspanningsbeveiliging.
Opmerking
De behuizing van gepolijst roestvast staal 316 voor de Rosemount 3051HT heeft alleen binnen in
de aansluitklemmenruimte een aansluitpunt voor de aardverbinding.
8
, stap 1 tot en met 7.
Page 9
Februari 2019
Snelstartgids
2.4 Controleer de configuratie
Controleer de configuratie met een configuratie-instrument met HART of met
een Local Operator Interface (LOI, lokale bediening) - optiecode M4. Deze stap
bevat configuratie-instructies voor een veldcommunicator en LOI.
Controle van de configuratie met een veldcommunicator
Voor controle van de configuratie moet een Rosemount 3051 DD op de
veldcommunicator geïnstalleerd zijn. De sneltoetsreeksen voor de meest recente
DD staan vermeld in Tabel 2 op pagina 9. Neem voor de sneltoetsreeksen van
oudere DD’s contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson
Process Management.
Opmerking
Emerson beveelt aan om de meest recente DD te installeren, zodat u over alle functies
kunt beschikken. Ga naar Emerson.com/Field-Communicator voor informatie over het
bijwerken van de DD-bibliotheek.
1. Controleer de configuratie van het apparaat volgens de sneltoetscombinaties
in Ta be l 2.
De parameters voor basisconfiguratie worden aangeduid met een vinkje
(). Als onderdeel van de configuratie en het opstarten moet u ten minste
deze parameters controleren.
Tabel 2. Sneltoetsreeks voor instrumentrevisie 9 en 10 (HART7), DD-revisie 1
™
Functie
Alarm and Saturation Levels (alarm- en verzadigingsniveaus)2, 2, 2, 5, 72, 2, 2, 5, 7
Damping (demping)2, 2, 1, 1, 52, 2, 1, 1, 5
Range Values (bereikwaarden) 2, 2, 22, 2, 2
Tag (t ag )2, 2, 7, 1, 12, 2, 7, 1, 1
Transfer Function (transferfunctie)2, 2, 1, 1, 62, 2, 1, 1, 6
HART revision 5 to HART revision 7 switch (overschakelen van
HART-revisie 5 op HART-revisie 7)
Long Tag (lange tag)
Find Device (zoek instrument)
Simulate Digital Signal (simulatie digitaal signaal)
1. Alleen beschikbaar in de modus HART-revisie 7.
(1)
(1)
(1)
sneltoetsreeks
HART 7HART 5
3, 4, 23, 4, 2
2, 2, 5, 2, 32, 2, 5, 2, 3
2, 2, 7, 1, 2N.v.t.
3, 4, 5N.v.t.
3, 4, 5N.v.t.
Controle van de configuratie met LOI
De optionele LOI kan worden gebruikt voor het in bedrijf stellen van het
instrument. De LOI is ontworpen met telkens twee knoppen, aan de binnenkant
en aan de buitenkant/achterkant. Op behuizingen van gepolijst roestvast staal
zijn de knoppen binnenin aangebracht, aan de display- en aansluitklemmenkant
van de transmitter. Op behuizingen van aluminium zijn de knoppen aangebracht
op de display en aan de buitenkant, onder het bovenste metalen naamplaatje.
Druk op een willekeurige knop om de LOI te activeren. De functies van de
LOI-knoppen staan weergegeven op de onderste hoeken van de display.
Zie Tabel 3 en Afbeelding 5 voor de werking van de knoppen en informatie
over de menu’s.
Tabel 3. Werking van de knoppen op de LOI
Knop
LinksNeeSCROLLEN
RechtsJaENTER
10
Page 11
Assign PV
HART Revision
VIEW CONFIG
(configuratie weergeven)
ZERO TRIM (nulpuntstrim)
UNITS (eenheden)
RERANGE (bereik
opnieuw instellen)
LOOP T EST (k ringte st)
DISPLAY (display)
EXTENDED MENU
(uitgebreid menu)
EXIT MENU (menu afsluiten)
Review all applicable
parameters set in the
transmitter (controleer alle
relevante parameters die op de
transmitter zijn ingesteld)
Set Pressure and
Temperature units (stel de
eenheden voor druk en
temperatuur in)
Set 4-20 mA Values by
Apply Pressure (stel
4—20 mA-waarden in door
druk aan te leggen)
Set 4-20 mA Values by
Entering Values (stel
4-20 mA-waarden in door
waarden in te voeren)
Set the analog output to
test the loop i ntegrity
(stel de analoge uitgang
in om de integriteit van
de kring te testen)
Configure display
(configureer de
display)
Full Calibration
(volledige kalibratie)
Damping (demping)
Transfer Function (transferfunctie)
Assign PV (PV toewijzen)
Scaled Variable
(geschaalde variabele)
Tag ( ta g)
Alarm & Saturation
(alarm en verzadig ing)
Password (wacht woord)
Simulate (simuleren)
HART Revision (HART-revisie)
Februari 2019
Snelstartgids
Afbeelding 5. LOI-menu
Overschakelen op een andere HART-revisie
Als het instrument voor HART-configuratie niet kan communiceren met
HART-revisie 7, laadt de Rosemount 3051 een generiek menu met beperkte
functies. Met behulp van de volgende procedures wijzigt u vanuit het generieke
menu de instelling voor de HART-revisie:
1. Manual Setup (handmatige setup) > Device Information
a. Voer in het veld Message (bericht) HART5 in om over te schakelen op
HART-revisie 5.
b. Voer in het veld Message (bericht) HART7 in om over te schakelen op
HART-revisie 7.
Opmerking
Zie Tabel 2 op pagina 9 voor het wijzigen van de HART-revisie als de juiste device driver
is geladen.
2.5 Trim de transmitter
De instrumenten worden in de fabriek gekalibreerd. Na installatie wordt
aanbevolen om een nulpuntstrim op de verschildruktransmitter te verrichten om
eventuele fouten vanwege de montagepositie of statische druk te verhelpen.
De nulpuntstrim kan zowel met een veldcommunicator als met de
configuratieknoppen worden uitgevoerd.
11
Page 12
Snelstartgids
LET OP
Februari 2019
Opmerking
Zorg bij het uitvoeren van een nulpuntstrim dat de egalisatiekraan openstaat en alle
natte poten tot het juiste niveau zijn gevuld.
Nulpuntsinstelling op een Rosemount absolute transmitter, model 3051HTA, wordt afgeraden.
1. Kies de gewenste trimprocedure.
a. Analoge nulpuntstrim — stel de analoge uitgang in op 4 mA.
Dit wordt ook wel een “rerange” (bereik anders instellen) genoemd en
stelt de Lower Range Value (LRV, onderste meetgrens) in op een waarde
die gelijk is aan de gemeten druk.
De display en de digitale HART-uitgang blijven ongewijzigd.
b. Digitale nulpuntstrim — hiermee kalibreert u het nulpunt van de sensor
opnieuw.
Dit heeft geen invloed op de LRV. De drukwaarde is nul (op de display
en de HART-uitgang). Het 4 mA-punt mag geen nul zijn.
Daarom moet de in de fabriek gekalibreerde nuldruk binnen een bereik
van 3% van de URL liggen [0 ± 3% x URL].
Voo rbe eld
URV = 250 inH2O
Aangelegde nuldruk = ± 0,03 x 250 inH2O = ± 7,5 inH2O (vergeleken met
fabrieksinstelling). Waarden buiten dit bereik worden door de transmitter
afgewezen.
12
Trimmen met een veldcommunicator
1. Sluit de veldcommunicator aan. Zie “Sluit de bedrading aan en schakel het
apparaat in” op pagina 6 voor aanwijzingen.
2. Volg het HART-menu om de gewenste nulpuntstrim uit te voeren.
Tabel 4. Sneltoetsen voor nulpuntstrim
Analoog nulpunt (instellen op 4 mA)Digitaal nulpunt
Sneltoetsreeks3, 4, 23, 4, 1, 3
Trimmen met de configuratieknoppen
De nulpuntstrim moet worden verricht met een van de drie mogelijke stellen
configuratieknoppen: boven het aansluitklemmenblok of onder het naamplaatje
bovenop.
Om toegang te verkrijgen tot de configuratieknoppen op een behuizing van gepolijst
roestvast staal verwijdert u het behuizingsdeksel aan de aansluitklemmenkant.
Om toegang te verkrijgen tot de configuratieknoppen op een behuizing van
aluminium, draait u de schroef op het bovenste naamplaatje los en verschuift
u het naamplaatje op de transmitter.
Page 13
A
Februari 2019
Afbeelding 6. Configuratieknoppen aan de buitenkant of op de
achterkant/aansluitklemmenkant
LOI
Analoog nulpunt
en meetbereik
Digitaal nulpunt
Aluminium
Gepolijst 316 RVS
Snelstartgids
A
(1)
N.v.t.
A. Configuratieknoppen
1. Op de behuizing van roest vast staal (optie 1) zijn voor de knoppen op de LOI (optie M4)
uitsluitend naar voren gerichte knoppen beschikbaar.
Optie D4 en DZ zijn nog steeds beschikbaar voor knoppen die naar de achterkant of
aansluitklemmenkant gericht zijn.
Gebruik de volgende procedures om een nulpuntstrim uit te voeren:
Verricht het trimmen met de LOI (optie M4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Zie Afbeelding 5 op pagina 11 voor het bedrijfsmenu.
a. Verricht een analoge nulpuntstrim door Rerange (het bereik anders
instellen) te selecteren.
b. Verricht een digitale nulpuntstrim door Zero Trim (nulpuntstrim) te
selecteren.
Verricht een trim met analoog nulpunt en meetbereik (optie D4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een analoge
nulpuntstrim te verrichten.
13
Page 14
Snelstartgids
Verricht een trim met digitaal nulpunt (optie DZ)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een digitale
nulpuntstrim te verrichten.
3.0 Productcertificeringen
3.1 Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EG-verklaring van
overeenstemming. De meest recente revisie van de EG-verklaring van
overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount.
3.2 Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest,
waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische,
mechanische en brandveiligheidsvereisten, door een in de VS nationaal erkend
onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is
geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health
Administration (OSHA).
HoogteVervuilingsgraad
Max 5000 m
®
3-A
Alle Rosemount 3051HT-transmitters hebben 3-A-goedkeuring en zijn als
zodanig gelabeld. Er is tevens een nalevingscertificaat verkrijgbaar (optie QA).
Alle Rosemount 3051HT-transmitters met behuizing van gepolijst roestvast staal
(optie 1 voor behuizingsmateriaal) hebben EHEDG-goedkeuring en zijn als
zodanig gelabeld. Er is tevens een nalevingscertificaat verkrijgbaar (optie QE).
ASME-BPE
Alle Rosemount 3051HT-transmitters met optie F2 en de volgende aansluitingen
zijn ontworpen volgens de norm ASME-BPE SF4:
1
/2 inch Tri Clamp
T32: 1
T42: 2 inch Tri Clamp
Er is tevens een zelfgecertificeerd certificaat volgens ASME-BPE verkrijgbaar
(optie QB).
14
Page 15
Februari 2019
Afbeelding 7. Verklaring van overeenstemming Rosemount 3051HT
Snelstartgids
15
Page 16
Snelstartgids
Februari 2019
16
Page 17
Februari 2019
Snelstartgids
17
Page 18
Snelstartgids
Februari 2019
18
Page 19
Februari 2019
Snelstartgids
19
Page 20
Snelstartgids
Februari 2019
20
Page 21
ᴹ
China RoHS
㇑᧗⢙䍘䎵䗷ᴰབྷ⎃ᓖ䲀٬Ⲵ䜘Ԧරࡇ㺘
Rosemount 3051HT
List of Rosemount 3051HT Parts with China RoHS Concentration above MCVs
䜘Ԧ〠
Part Name
ᴹᇣ⢙䍘䍘
/ Hazardous Substances
䫵
Lead
(Pb)
⊎
Mercury
(Hg)
䭹
Cadmium
(Cd)
ޝԧ䬜䬜
Hexavalent
Chromium
(Cr +6)
ཊⓤ㚄㚄㤟
Polybrominated
biphenyls
(PBB)
ཊⓤ㚄㚄㤟䟊
Polybrominated
diphenyl ethers
(PBDE)
⭥ᆀ㓴Ԧ
Electronics
Assembly
XO O OO O
༣փ㓴Ԧ
Housing
Assembly
XO O XO O
Րᝏಘ㓴Ԧ
Sensor
Assembly
XO O XO O
ᵜ㺘Ṭ㌫ᦞ
SJ/T11364
Ⲵ㿴ᇊ㘼ࡦ
This table is proposed in accordance with the provision of SJ/T11364.
O:
Ѫ䈕䜘ԦⲴᡰᴹ൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿൷վҾ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
O: Indicate that said hazardous substance in all of the homogeneous materials for this part is below the limit requirement of
GB/T 26572.
X:
Ѫ൘䈕䜘Ԧᡰ֯⭘Ⲵᡰᴹ൷䍘ᶀᯉ䟼ˈ㠣ቁᴹа㊫൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿儈Ҿ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
X: Indicate that said hazardous substance contained in at least one of the homogeneous materials used for this part is above
the limit requirement of GB/T 26572.