Rosemount 2120-niveauschakelaar Manuals & Guides [nl]

Snelstartgids
00825-0111-4030, Rev GA
Rosemount™ 2120-niveauschakelaar
Trilvork
Juni 2020
Inhoudsopgave

1 Over deze gids

Deze snelstartgids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 2120. Raadpleeg de Rosemount 2120 Referentiehandleiding voor meer instructies. De handleiding en deze gids zijn ook in elektronische vorm beschikbaar op Emerson.com/Rosemount.
Snelstartgids 3
WAARSCHUWING
Als u deze installatie- en onderhoudsrichtlijnen niet aanhoudt, kan ernstig of dodelijk letsel het gevolg zijn.
Zorg dat de niveauschakelaar volgens de geldende regelgeving wordt
geïnstalleerd door daartoe bevoegd personeel.
Gebruik de niveauschakelaar uitsluitend zoals aangegeven in deze
handleiding. Als u dit niet doet, zal de niveauschakelaar mogelijk minder bescherming bieden.
Een niveauschakelaar met zware flens en verlengde vork kan meer dan
37 lb. (18 kg) wegen. Een risicobeoordeling is vereist voordat de niveauschakelaat verplaatst, opgetild of geïnstalleerd wordt.
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Controleer of de bedrijfsatmosfeer van de niveauschakelaar
overeenstemt met de bijbehorende certificaten voor explosiegevaarlijke locaties.
Controleer voordat u een manuele communicator in een
explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes.
Verwijder bij explosieveilige/drukvaste en niet-vonkende/type n-
installaties het behuizingdeksel niet terwijl er stroom staat op de niveauschakelaar.
Het behuizingsdeksel moet volledig gesloten zijn om aan de vereisten
voor drukvastheid en explosiebestendigheid te voldoen.
Elektrische schokken kunnen overlijden of ernstig letsel veroorzaken.
Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen
onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
Controleer of de stroom naar de niveauschakelaar is uitgeschakeld en de
leidingen naar een eventuele andere externe voeding zijn losgemaakt of niet stroomvoerend zijn terwijl u de niveauschakelaar aansluit.
Zorg dat de bedrading geschikt is voor de elektrische stroom en dat de
isolatie geschikt is voor de spanning, temperatuur en omgeving.
WAARSCHUWING
Proceslekken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Zorg dat de niveauschakelaar voorzichtig wordt gehanteerd. Als de
procesafdichting beschadigd is, kan gas ontsnappen uit het vat (de tank) of de buis.
Vervanging door niet-erkende onderdelen kan veiligheidsrisico’s opleveren. Reparatie (bijv. vervanging van onderdelen e.d.) kan eveneens veiligheidsrisico's opleveren en is onder geen beding toegestaan.
Onbevoegde wijzigingen aan het product zijn streng verboden, want
hierdoor kunnen de prestaties onbedoeld en op onvoorspelbare wijze worden gewijzigd en kan de veiligheid in gevaar komen. Onbevoegde wijzigingen met gevolgen voor de integriteit van lasnaden of flenzen, zoals het aanbrengen van extra perforaties, tasten de integriteit en veiligheid van het product aan. Als producten beschadigd zijn of zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Emerson zijn gemodificeerd, vervallen de apparatuurclassificaties en -certificeringen. Verder gebruik van beschadigde of zonder voorafgaande schriftelijke toestemming gemodificeerde producten vindt plaats op eigen risico en kosten van de klant.
WAARSCHUWING
Fysieke toegang
Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging bestaan.
Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt voor alle in de faciliteit gebruikte systemen.
Let op!
Hete oppervlakken
De flens en procesafdichting kunnen bij een hoge procestempera­tuur heet zijn.
Laat ze afkoelen voordat u onderhoud uitvoert.
Snelstartgids 5
A
B
A
B
OK
OK
A B
C
OK OK
OK

2 Installatie

2.1 Vorkuitleiding bij de installatie op een leiding

Figuur 2-1: Correcte vorkuitlijning voor installatie op een leiding
A. Tri Clamp-procesverbindingen hebben een ronde inkeping B. Procesverbindingen met schroefdraad hebben een groef
2.2

Vorkuitlijning bij de installatie op een vat (tank)

Figuur 2-2: Correcte vorkuitlijning voor installatie op een vat (tank)
A. Tri Clamp-procesverbindingen hebben een ronde inkeping B. Procesverbindingen met schroefdraad hebben een groef C. Procesverbindingen met flens hebben een ronde inkeping
A gasket may be used as a sealant for BSPP (G) threaded connections.
Tighten using the hexagon only
Gasket for BSPP (G) threaded connection
Tighten using the hexagon only
Gasket for BSPP (G)
threaded connection

2.3 De schroefdraadversie monteren

2.3.1 Dicht de schroefdraadverbinding af en bescherm deze

Gebruik antivastlooppasta of PTFE-tape volgens de ter plaatse geldende
procedures.

2.3.2 Vat (tank)- of leidingverbinding met schroefdraad

Verticale installatie.
Horizontale installatie.
Snelstartgids 7
Gasket (customer supplied)
Tighten using the hexagon only
Gasket for BSPP (G) threaded connection

2.3.3 Flensverbinding met schroefdraad

Procedure
1. Plaats de door de klant aangeleverde flens en pakking op de vat (tank)-opening.
2. Zet de bouten en moeren vast met een aanhaalmoment dat voldoende is voor de flens en de pakking.
3. Schroef de niveauschakelaar in de flensschroefdraad.
Gasket (customer supplied)

2.4 Montage van de flensversie

Procedure
1. Laat de niveauschakelaar neer in het mondstuk.
2. Zet de bouten en moeren vast met een aanhaalmoment dat voldoende is voor de flens en de pakking.
Snelstartgids 9
Seal (supplied with Tri Clamp)

2.5 Montage van de Tri Clamp-versie

Procedure
1. Laat de niveauschakelaar op de flens zakken.
2. Monteer de Tri Clamp.

3 De elektrische aansluitingen voorbereiden

Opmerking
Zie de Rosemount 2120 Productinformatieblad voor alle elektrische specificaties.

3.1 Kabelselectie

Gebruik bedrading van 26–14 AWG (0,13 tot 2,5 mm2 . Getwiste aderparen en afgeschermde bedrading worden aanbevolen voor omgevingen met hoge EMI (elektromagnetische interferentie). Aan elke aansluitklemschroef kunnen veilig twee draden worden aangesloten.

3.2 Kabelwartels/-buizen

Gebruik alleen de gecertificeerde kabelwartels of kabelbuisingangen voor intrinsiek veilige, explosiebestendige/drukvaste en stofbestendige installaties. Installaties op een gewone locatie kunnen kabelwartels of kabelbuisingangen met de juiste classificatie gebruiken voor het behouden van de classificatie van ingangsbescherming (IP).
Ongebruikte leidingingangen moeten altijd worden afgedicht met een blindstop/stopplug met de juiste classificatie.
Opmerking
Laat de signaalbedrading niet samen met de voedingsbedrading door een doorvoerleiding of open kabelgoot of in de buurt van zware elektrische apparatuur lopen.
3.3
3.4
Snelstartgids 11

Voeding

De vereisten voor voeding zijn afhankelijk van de geselecteerde elektronica.
Elektronica met directe belasting: 20 - 264 Vdc of 20 - 264 Vac (50/60
Hz).
PNP-elektronica: 18 - 60 Vdc
Elektronica met standaard relais: 20 - 264 Vdc of 20 - 264 Vac (50/60 Hz)
Elektronica met laagspanningsrelais: 9 - 30 Vdc
NAMUR-elektronica: 8 Vdc
Elektronica van 8/16 mA: 24 Vdc

Gevarenzones

Wanneer de niveauschakelaar wordt geïnstalleerd in gevarenzones (geclassificeerde locaties), moeten de lokale voorschriften en de gebruiksvoorwaarden gespecificeerd in toepasselijke certificaten worden
nageleefd. Bekijk de Rosemount 2120 Document met
productcertificeringen voor informatie.
1 2 3
1
2
PE
(Ground)
I
L
Example of external wiring
R
0 V
+ V
Neutral Live
Fuse 2A(T)
3
DPST
Isolate supply before making connections.
R = External load (must be fitted)
U = 20 - 264 V ~ (ac) (50/60 Hz)
I
OFF
< 4 mA
IL= 20 - 500 mA
= 5 A, 40 ms (inrush)
I
PK
U = 20 - 60 V (dc)
I
OFF
< 4 mA
IL= 20 - 500 mA
= 5 A, 40 ms (inrush)
I
PK

3.5 Bedradingsschema’s

Let op!
Controleer voor gebruik of de kabelwartels en afdichtpluggen een
geschikte specificatie hebben.
Isoleer de toevoer voordat u de schakelaar aansluit of de elektronica
verwijdert.
Het beschermende aardpunt moet met een extern aardsysteem
verbonden zijn.

3.5.1 Elektronicacassette voor schakelen van directe belasting

Figuur 3-1: Schakelen van directe belasting (tweedraads, rood label)
Snelstartgids 13
1 2
PE
(Ground)
I
L
R
0 V
+ V
N
L
Fuse 2A(T)
3
DPST
DU
12 V
1 2
PE
(Ground)
I
L
R
0 V
+ V
N L
Fuse 2A(T)
3
DPST
< 4 mA
1 2
PE
(Ground)
I
L
R
0 V
+ V
N
L
Fuse 2A(T)
3
DPST
DU
12 V
1 2
PE
(Ground)
I
L
R
0 V
+ V
N L
Fuse 2A(T)
3
DPST
< 4 mA
= Load off= Load on
Tabel 3-1: Functies van directe belasting
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
1
1 2
234
PE
(Ground)
Example of external wiring
0 VO/P
+ V
Fuse 2A(T)
3 4
Isolate supply before making connections.
I
L (MAX)
= 0 - 500 mA
I
L (OFF)
< 100 mA
I
PK
= 5 A, 40 ms (inrush)
U
OUT(ON)
= U - 2.5 Vac (20 °C)
U
OUT(ON)
= U - 2.75 Vac (-40 to 80 °C)
U
=
20 - 60 V (dc)
I < 4 mA + I
L

3.5.2 PNP/PLC-elektronicacassette

Figuur 3-2: PNP-uitgang voor belasting en schakelen van directe PLC (geel label)
Snelstartgids 15
1
2
PE
(Ground)
-
I/P
PLC
+
3 4
I
L
DU
< 3 V
1
2
PE
(Ground)
-I/P
PLC
+
3 4
I
L
<100 mA
1
2
PE
(Ground)
-
I/P
PLC
+
3 4
I
L
DU
< 3 V
1
2
PE
(Ground)
-I/P
PLC
+
3 4
I
L
<100 mA
1 2
PE
(Ground)
-+
3 4
I
L
DU
< 3 V
Fuse 1A(T)
R
1 2
PE
(Ground)
-
+
3 4
I
L
Fuse 1A(T)
R
<100 mA
1 2
PE
(Ground)
-+
3 4
I
L
DU
< 3 V
Fuse 1A(T)
R
1 2
PE
(Ground)
-
+
3 4
I
L
Fuse 1A(T)
R
<100 mA
= Load off= Load on
Tabel 3-2: Functies PNP/PLC-cassette
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
PLC (positieve ingang)
PNP dc
1 2 3
Example of external wiring
1
2
PE
(Ground)
0 V
+ V
N
L
Fuse
0.5 (T)
3
DPST
Isolate supply before making connections.
U
=
20 - 264 V ~ (ac) (50/60 Hz)
I <
6 mA
U
= 20 - 60 V (dc)
I < 6 mA
45678
9
cos f
= 1;
L/R
= 0 ms
I
MAX
= 5 A
Resistive load
cos f
= 0.4;
L/R
= 7 ms
I
MAX
= 3.5 A
U
MAX
= 250 V
U
MAX
= 250 V
P
MAX
= 1250 VA
P
MAX
= 875 VA
Inductive load
ac: ac:
U
MAX
= 30 V
U
MAX
= 30 V
P
MAX
= 240 W
P
MAX
= 170 W
dc: dc:
4 5 6
NC C NO
7 8 9
NC C NO
Juni 2020 Snelstartgids

3.5.3 Elektronicacassette relaisuitgang (standaardversie)

Figuur 3-3: Relaisuitgang, DPCO (groen label, standaard cassette)
Opmerking
Een Double Pole, Single Throw, twee pallen, één contact aan/uit moet worden aangesloten om de voeding op veilige wijze te kunnen uitschakelen. Sluit de DPST-schakelaar zo dicht mogelijk bij de Rosemount 2120 aan. Houd de DPST-schakelaar vrij van obstructies. Voorzie de DPST-schakelaar
Snelstartgids 17
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
van een label dat aangeeft dat de schakelaar dienst doet als ontkoppelinrichting voor de Rosemount 2120.
Tabel 3-3: Functies relaiscassette
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
1 2 3
5678
9
Example of external wiring
1
2
PE
(Ground)
0 V
+ V
Fuse
0.5 (T)
3
DPST
Isolate supply before making connections.
U = 9 - 30 V (dc) I < 4 mA
4
cos f = 1; L/R = 0 ms I
MAX
= 2 A
Resistive load
cos f = 0.4; L/R = 7 ms I
MAX
= 1 A
Inductive load
U
MAX
= 30 V U
MAX
= 30 V
P
MAX
= 60 W P
MAX
= 30 W
4 5 6
NC C NO
7 8 9
NC C NO

3.5.4 Elektronicacassette relaisuitgang (versie 12 V d.c. nominaal)

Figuur 3-4: Relaisuitgang, DPCO (groen label, cassette van 12 V d.c.)
Opmerking
Een Double Pole, Single Throw, twee pallen, één contact aan/uit moet worden aangesloten om de voeding op veilige wijze te kunnen uitschakelen. Sluit de DPST-schakelaar zo dicht mogelijk bij de Rosemount 2120 aan. Houd de DPST-schakelaar vrij van obstructies. Voorzie de DPST-schakelaar van een label dat aangeeft dat de schakelaar dienst doet als ontkoppelinrichting voor de Rosemount 2120.
Snelstartgids 19
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
NC C NO NC C NO
Tabel 3-4: Functies relaiscassette
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
1
1
2
2
Isolate supply before making connections.
I
ON
= 2.2 - 2.5 mA
I
OFF
= 0.8 - 1.0 mA
I
FAULT
< 1.0 mA
+
-
A

3.5.5 NAMUR-elektronicacassette

Figuur 3-5: NAMUR-uitgang (lichtblauw etiket)
A. Een als intrinsiek veilig gecertificeerde, isolerende versterker volgens IEC
60947-5-6
Opmerking
Deze cassette is geschikt voor intrinsiek veilige (IS) toepassingen en
vereist een gecertificeerde isolerende barrière. Zie de Rosemount 2120
Document met productcertificeringen voor goedkeuringen voor
intrinsieke veiligheid.
Deze elektronicacassette kan ook worden gebruikt voor toepassingen in
niet-explosiegevaarlijke (veilige) zones. Hij is alleen uitwisselbaar met de cassette van 8/16 mA.
8 V d.c. niet overschrijden.
Snelstartgids 21
1 2
(+)(-)
> 2.2 mA
1 2
(+)(-)
< 1.0 mA
1 2
(+)(-)
> 2.2 mA
1 2
(+)(-)
< 1.0 mA
Tabel 3-5: Functies NAMUR-cassette
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
1 2 3
Isolate supply before making connections.
I
ON
= 15 - 17 mA
U = 24 Vdc Nominal
I
OFF
= 7.5 - 8.5 mA
I
FAULT
< 3.7 mA
+
-
A
PE
(Ground)
(+)(-)
21 3

3.5.6 Elektronicacassette van 8/16 mA

Figuur 3-6: Uitgang van 8/16 mA (donkerblauw etiket)
A. Een als intrinsiek veilig gecertificeerde, isolerende versterker volgens IEC
60947-5-6
Opmerking
Deze cassette is geschikt voor intrinsiek veilige (IS) toepassingen en
vereist een gecertificeerde isolerende barrière. Zie de Rosemount 2120
Document met productcertificeringen voor goedkeuringen voor
intrinsieke veiligheid.
Deze elektronicacassette kan ook worden gebruikt voor toepassingen in
niet-explosiegevaarlijke (veilige) zones. De cassette is alleen onderling uitwisselbaar met NAMUR-cassettes.
8 V d.c. niet overschrijden.
Snelstartgids 23
21 3
(+)(-)
> 15 mA
PE
(Ground)
21 3
(+)(-)
< 8.5 mA
PE
(Ground)
21 3
(+)(-)
> 15 mA
PE
(Ground)
21 3
(+)(-)
< 8.5 mA
PE
(Ground)
Tabel 3-6: Functies cassette van 8/16 mA
Modus: droog aan, alarm bij hoog niveau Modus: nat aan, alarm bij laag niveau
B
A
CCD
B

3.6 Aarding

Zorg altijd dat de behuizing is geaard volgens de landelijke en plaatselijke
wetten.

3.6.1 Aarding met gebruik van de kabelafscherming

Zorg dat de afscherming van de instrumentkabel:
kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de
behuizing van de niveauschakelaar aankomt.
zonder onderbreking door het hele segment heen is verbonden;
aan de voedingszijde wordt verbonden met een goed aardpunt.
Figuur 3-7: Aarding signaalkabelafscherming aan de voedingszijde
A. Afscherming afknippen en isoleren B. Afstand zo klein mogelijk houden C. Afscherming afknippen
D. Verbind afscherming weer met aardpunt van voeding
Snelstartgids 25
A

3.6.2 De behuizing aarden van een niveauschakelaar

Figuur 3-8: Aardschroeven
A. Schroef voor externe aarding
4 Sluit de bedrading aan en schakel het
instrument in
Procedure
1.
Zorg dat de voeding is losgekoppeld.
2. Verwijder het deksel over de veldaansluitklemmen. Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie het deksel van
de niveauschakelaar niet terwijl er stroom staat op het instrument. Het deksel moet tevens niet worden verwijderd in extreme omgevingscondities.
Versies van de Rosemount 2120 met een metalen behuizing zijn
explosiebestendig/drukvast. Ze hebben een slot op het deksel dat eerst opengemaakt moet worden.
Versies van de Rosemount 2120 met een glasgevulde nylon
behuizing zijn niet explosiebestendig/drukvast. Ze hebben geen slot op het deksel.
Snelstartgids 27
¾-in. ANPT
M20 x 1.5
Identification of
thread size and type
(No marking)
M20
½-in. ANPT
M20 x 1.5
Identification of
thread size and type
(No marking)
M20
3. Verwijder de kunststof pluggen. Versies van de Rosemount 2120 met een glasgevulde nylon
behuizing hebben geen geplaatste kunststof pluggen.
4. Trek de kabels door de kabelwartel/kabelbuizen.
Cassettes met één enkele aansluitklem vereisen slechts één
kabel.
Cassettes met twee of meer aansluitklemmen kunnen meerdere
kabels vereisen.
5. Sluit de kabeldraden aan (zie Bedradingsschema’s voor andere cassettes).
6. Zorg voor een goede aardverbinding (zie Aarding).
7. Draai de kabelwartels aan. Breng PTFE-tape of een ander afdichtmiddel aan op de schroefdraad.
Snelstartgids 29
Opmerking
Zorg dat de bedrading een druppellus heeft.
8. Dicht de ongebruikte doorvoerbuisaansluiting af om ophoping van vocht en stof binnen de behuizing te vermijden.
Breng PTFE-tape of een ander afdichtmiddel aan op de schroefdraad.
9. Bevestig het deksel en zet het vast. Controleer of het deksel geheel is vastgezet.
Snelstartgids 31
10. Alleen vereist voor explosieveilige/drukvaste installaties: Het deksel moet volledig sluiten om aan de vereisten voor
explosieveiligheid te voldoen.
11. Vergrendel het deksel weer.
12. Sluit de voeding aan.
OPERATION MODE
Dry On Mode
Dry Wet
Wet On Mode
Dry Wet
Dry On Wet On
Seconds Delay
0.3 0.3
3
30
10
1
3
30
10
1
1 2
3
OUT
+
-
4
PLC/PNP
Isolate Supply Before Removing
A
B

5 Configuratie

5.1 De modus en tijdsvertraging voor de uitgang instellen

Alle elektronicacassettes hebben een draaiende schakelaar voor het instellen van de elektrische uitgang op ingeschakeld wanneer de vork voldoende droog is ("Droog aan") of wanneer de vork voldoende nat is ("Nat aan").
De elektronica gebruikt hysterese om te helpen bij het voorkomen van constant schakelen van de uitgang als gevolg van spatten of tussenliggende condities. Om dit constante schakelen verder te voorkomen, stelt de draaiende schakelaar tevens een tijdsvertraging van tot 30 seconden in voordat de uitgang verandert.
Een kleine uitsparing in de draaiende schakelaar geeft de huidige modus en tijdsvertraging aan.
De aanbevolen modus voor installaties met alarm bij hoog niveau is de modus "Droog aan" (Figuur 5-2). De modus "Nat aan" wordt aanbevolen voor installatie met alarm bij laag niveau (Figuur 5-3).
Opmerking
Er is een vertraging van vijf seconden voordat wijzigingen van de modus en tijdsvertraging actief worden.
Figuur 5-1: Bovenaanzicht: Voorbeeldcassette in behuizing
A. “Hartslaglampje” B. Draaiende schakelaar voor instellen van uitgangsmodus en
tijdsvertraging
Snelstartgids 33
Dry On Wet On
Seconds Delay
0.3 0.3
3
30
10
1
3
30
10
1
A
Dry On Wet On
Seconds Delay
0.3 0.3
30
10
3
30
10
1
3
1
A
Figuur 5-2: Typische instellingen voor toepassingen van hoog niveau
A. Modus “Droog aan” en tijdsvertraging van 1 seconde
Figuur 5-3: Typische instellingen voor toepassingen van laag niveau
A. Modus “Droog aan” en tijdsvertraging van 1 seconde

6 Operation (werking)

6.1 Indicatie door lampje

Tabel 6-1: Indicaties door lampje (Bedrijfsstatus)
Lampje Knipperfrequen-
tie van het lampje
Continu Uitgangstoestand is aan
1 per seconde Uitgangstoestand is uit
1 per 2 seconden Ongekalibreerd
1 per 4 seconden Belastingsstoring; belastingsstroom te hoog; kort-
2 keer / seconde Indicatie van geslaagde kalibratie
3 keer / seconde Neem contact op met Emerson om te melden dat
Uit Probleem (bijv. toevoer)
Schakelstand
sluiting in de belasting
een interne PCB-storing wordt aangegeven.
Snelstartgids 35
~
20 - 264Vac 50 - 60Hz 2VA 20 - 60Vdc 0.5W Output Rating: Load 20 - 500mA
Supply
www.rosemount.com
MAX PROCESS TEMPERATURE: 150°C
MADE IN UNITED KINGDOM
MAX WORKING PRESSURE AT 20°C: 0.25 bar
DIRECT LOAD SWITCHING
MAGNETIC
TEST POINT
41001029
*41001029*
2120D0AS1NAAA
~
20 - 264Vac 50 - 60Hz 2VA 20 - 60Vdc 0.5W Output Rating: Load 20 - 500mA
Supply
www.rosemount.com
MAX PROCESS TEMPERATURE: 150°C
MADE IN UNITED KINGDOM
MAX WORKING PRESSURE AT 20°C: 0.25 bar
DIRECT LOAD SWITCHING
MAGNETIC
TEST POINT
41001029
*41001029*
2120D0AS1NAAA
MAGNETIC
TEST
POINT
S
N
S
N
TP
TP
TP
S
N
S
N
No magnet Magnet
Output off
Output on
Output on
Output off
Glass-filled-nylon
housing
Metal housing

7 Onderhoud en probleemoplossing

7.1 Magnetisch testpunt

Een magnetisch testpunt is gemarkeerd aan de zijkant van de behuizing om een functionele test van de Rosemount 2120 mogelijk te maken in het algehele systeem. Wanneer er een magneet tegen het doel wordt gehouden, verandert de toestand van de uitgang van niveauschakelaar wanneer de magneet aanwezig is.
Figuur 7-1: Functie van magnetisch testpunt

7.2 Onderhoud en inspectie

Gebruik uitsluitend een vochtige doek om te reinigen.
Inspecteer de niveauschakelaar visueel op schade. Niet gebruiken als u
schade aantreft.
Zorg dat het deksel van de behuizing, de kabelwartels en de
afdichtpluggen stevig zijn bevestigd.
Controleer of het LED-lampje met een frequentie van 1 Hz knippert of
onafgebroken brandt. (Zie Tabel 6-1 voor andere knipperfrequenties).

7.3 Reserveonderdelen

Zie de Rosemount 2120 Productinformatieblad voor de meest recente informatie over reserveonderdelen.

7.4 Vervanging en kalibratie van cassettes

Bij het vervangen van een beschadigde of defecte elektronicacassette, is het nodig om de vervangende cassette te kalibreren met de bedrijfsfrequentie van de vorksensor.
Zie de Rosemount 2120 Referentiehandleiding of meegeleverde instructies voor de vervangings- en kalibratieprocedures.
Snelstartgids 37

7.5 Probleemoplossing

In geval van een storing moet u het probleem oplossen met gebruik van
Tabel 7-1.
Tabel 7-1: Tabel voor probleemoplossing
Storing Symptoom of indicatie Aanbevolen handelingen
Schakelt niet Lampje brandt niet, geen
stroom.
Controleer de voeding.
Controleer de belasting
bij modellen met elektro­nica voor directe-belas­tingsschakeling.
Lampje knippert eenmaal per seconde.
Lampje knippert eenmaal om de twee seconden.
Lampje knippert eenmaal om de vier seconden.
Visuele inspectie heeft schade aan de vork gevonden.
Visuele inspectie heeft dikke korstvorming op de vorken gevonden.
Na het wijzigen van de modus of vertraging is er altijd een vertraging van vijf seconden.
Incorrect schakelen Droog = aan, nat = aan is cor-
rect ingesteld.
Neem contact op met
Emerson om te melden dat een interne storing wordt aangegeven.
Neem contact op met
Emerson om te melden dat een ongekalibreerd apparaat wordt aangege­ven.
Controleer de elektrische
installatie op een belas­tingstoring (stroom is te hoog of een kortsluiting).
Neem contact op met
Emerson om de schade te melden en een vervan­ging te bespreken.
Reinig de vork voorzichtig
(zie Onderhoud).
Dit is een normale functie
bij het uitvoeren van wijzi­gingen aan de instellin­gen.
Controleer de draadver-
bindingen (zie Bedra-
dingsschema’s ).
Storingen bij scha­kelen
Turbulentie. Stel een langere schakel-
vertraging in.
Tabel 7-1: Tabel voor probleemoplossing (vervolg)
Storing Symptoom of indicatie Aanbevolen handelingen
Te veel elektrische ruis. Onderdruk de oorzaak
van de interferentie.
Cassette van een andere Ro­semount 2120 geplaatst.
Breng de vanuit de fabriek
meegeleverde cassette aan en kalibreer deze. (Zie
Vervanging en kalibratie van cassettes).
Snelstartgids 39
Emerson Automation Solutions
6021 Innovation Blvd. Shakopee, MN 55379, VS
+1 800 999 9307 of +1 952 906 8888 +1 952 949 7001 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
*00825-0111-4030*
Snelstartgids
00825-0111-4030, Rev. GA
Juni 2020
Regionaal kantoor Europa
Emerson Automation Solutions Europe GmbH Neuhofstrasse 19a Postfach 1046 CH 6340 Baar Zwitserland
+41 (0) 41 768 6111 +41 (0) 41 768 6300 RFQ.RMD-RCC@Emerson.com
Regionaal kantoor Azië/Pacific
Emerson Automation Solutions 1 Pandan Crescent Singapore 128461
+65 6777 8211 +65 6777 0947 Enquiries@AP.Emerson.com
Emerson Automation Solutions bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland
(31) 70 413 66 66 (31) 70 390 68 15 info.nl@emerson.com
www.emersonprocess.nl
Linkedin.com/company/Emerson-
Automation-Solutions
Twitter.com/Rosemount_News
Facebook.com/Rosemount
Youtube.com/user/
RosemountMeasurement
Regionaal kantoor Midden-Oosten en Afrika
Emerson Automation Solutions Emerson FZE P.O. Box 17033 Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, Verenigde Arabische Emiraten
+971 4 8118100 +971 4 8865465 RFQ.RMTMEA@Emerson.com
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België
(32) 2 716 77 11 (32) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
©
2020 Emerson. Alle rechten voorbehouden.
De verkoopvoorwaarden van Emerson zijn op verzoek verkrijgbaar. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount is een merk van een van de bedrijven van de Emerson-groep. Alle overige merken zijn eigendom van de betreffende merkhouders.
Loading...