Rosemount 2088, 2090P en 2090F Manuals & Guides [nl]

Page 1
Beknopte installatiegids
Begin
Einde
Stap 2: Stel de jumpers in
Stap 3: Sluit de bedrading en voeding aan
Stap 4: Controleer de configuratie
Stap 5: Trim de transmitter
Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen
(Safety Instrumented Systems; SIS)
Productcertificeringen
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
Rosemount 2088, 2090P en 2090F druktransmitters
met 4–20 mA HART- en 1–5 V d.c. HART-laagspanningsprotocol
www.emerson.com
Page 2
Beknopte installatiegids
BELANGRIJKE KENNISGEVING
WAARSCHUWING
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
© 2019 Emerson. Alle rechten voorbehouden. Alle merken eigendom van de merkhouder. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.
Emerson Automation Solutions Rosemount Division
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (andere landen) (952) 906-8888 F (952) 949-7001
Emerson Automation Solutions GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling Duitsland T 49 (8153) 9390 F 49 (8153) 939172
Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount-transmitters model 2088 en 2090. Deze beknopte installatiegids bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, reparatie, probleemoplossing of voor explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties.
Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4690) voor nadere instructies en lage spanningsuitgang. Deze handleiding is ook elektronisch beschikbaar op www.emerson.com.
Emerson Automation Solutions bv
ostbus 212
P 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E info.nl@emerson.com www.emerson.nl
Emerson Automation Solutions Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
Emerson Automation Solutions nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem
elgië
B T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emerson.be
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Ltd
No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Beijing 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586
Februari 2019
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de handleiding van de Rosemount 2088/2090 voor bepalingen in verband met veilige installatie.
• Verifieer voordat u een op HART gebaseerde communicator in
een explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit dat alle instrumenten in de meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige of niet-vonkende veldbedradingsmethoden.
• Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat.
Lekkage van het procesmedium kan leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel
• Gebruik bij de installatie hygiënische klemmen en pakkinge
n met de juiste
specificaties.
• De maximale bedrijfsdruk van de klem en de pakking moet hoger zijn dan of gelijk zijn aan het bedrijfsdrukbereik van de transmitter.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
• Vermijd aanraking van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken.
2
Page 3
Beknopte installatiegids
STAP 1: MONTEER DE TRANSMITTER
1
/2–14 NPT
vrouwelijke
procesaan-
sluiting
Wand van
het vat
Inlasstuk
1,5 in
1,0 in
O-ring
Wand van
het vat
11/2 of 2 inch
Tri-Clamp-aansluiting
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088
Monteer de transmitter direct op de impulsleiding zonder een extra montagebeugel te gebruiken, of direct aan een wand, paneel of een 2 inch buis, met behulp van een optionele montagebeugel.
Rosemount 2090P
Monteer de transmitter direct op de procesleiding met behulp van het al aanwezige inlasstuk of laat een gekwalificeerde lasser een nieuwe inlasstuk installeren met gebruik van een TIG-lasapparaat. Raadpleeg de naslaghandleiding voor uitvoerige lasinstructies (publicatienummer 00809-0100-4690). Foutieve installatie kan vervorming van het inlasstuk tot gevolg hebben. Aanbevolen verticale of horizontale montagewijze ten behoeve van voldoende ontluchting.
Rosemount 2090F
Monteer de transmitter direct op de procesbuis met behulp van een standaard hygiënische fitting (een 1,5 of 2 inch Tri-Clamp-aansluiting). Aanbevolen verticale of horizontale montagewijze ten behoeve van voldoende ontluchting.
Zet het aanhaalgereedschap niet rechtstreeks op de elektronicabehuizing. Om schade te voorkomen dient u alleen de zeskantige procesaansluiting aan te halen.
2088 2090P 2090F
Rosemount 2088 en 2090
Paneelmontage Pijpmontage
3
Page 4
Rosemount 2088 en 2090
Toepassingen voor vloeistofmetingen
1. Breng
2. Monteer naast of onder de aansluitingen.
Toepassingen voor gasmetingen
1. Breng de aansluitingen aan in de boven-
2. Monteer op dezelfde hoogte als de aansluitingen
Toepassingen voor stoommetingen
1. Breng de aansluitingen aan op de
2. Monteer naast of onder de aansluitingen.
3. Vul de impulsleidingen met water.
de aansluitingen (taps) aan op de zijkant van
de leiding.
van de leiding.
of
hoger.
zijkant van de
leiding.
of zijkant
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
4
Page 5
Beknopte installatiegids
A
Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
Montagerichting druktransmitter
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de druktransmitter met aluminium behuizing bevindt zich in de kraag van de transmitter, achter de behuizing. Het ontluchtingstraject ligt 360° rond de transmitter tussen de behuizing en de sensor. (Zie Afbeelding 1.)
Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies, zoals verf, stof en smeermiddel, door de transmitter zo te monteren dat het procesmedium kan ontsnappen.
Afbeelding 1. Drukpoort aan lage kant druktransmitter
5
Page 6
Beknopte installatiegids
STAP 2: STEL DE JUMPERS IN
Beveiliging
Alarm
Beveiliging
Alarm
A
B
A
B
Alarm
Beveiliging
Alarm
Beveiliging
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
Als er geen alarm- en beveiligingsjumpers zijn geïnstalleerd, werkt de transmitter normaal met de alarminstelling standaard op hoog en de beveiliging uit.
1. Beveilig na installatie van de transmitter de kring en sluit de spanning af.
2. Verwijder het behuizingsdeksel dat zich tegenover de veldaansluitingen bevindt. Verwijder de deksels van het meetinstrument niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er stroom op het circuit staat.
3. Wijzig de stand van de jumper. Voorkom aanraking van de draden en aansluitklemmen. Zie Afbeelding 2 voor de plaats van de jumper en de standen voor AAN en UIT.
4. Bevestig het transmitterdeksel weer. Het deksel moet volledig sluiten om aan vere voor explosieveiligheid te voldoen.
Afbeelding 2. 2088 transmitterprintplaat
Zonder LCD Met lcd-display
A
B
Lage spanning zonder LCD Lage spanning met LCD
Februari 2019
isten
6
B
A
Page 7
Beknopte installatiegids
STAP 3: SLUIT DE BEDRADING EN VOEDING AAN
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter:
1. Verwijder het behuizingdeksel aan de kant met de aanduiding FIELD TERMINALS.
2. Sluit de positieve draad aan op de aansluitklem “PWR/COMM+” en de negatieve draad op de aansluitklem “–”.
3. Zorg voor een goede aarding. Het is belangrijk dat de afscherming va instrumentkabel:
• kort afgesneden en geïsoleerd wordt zodat deze niet tegen de transmitterbehuizing aankomt;
wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een aansluitkast
• wordt geleid;
• aan de voedingszijde met een goed aardpunt wordt verbonden.
NB
Installatie van het aansluitklemmenblok met overspanningsbeveiliging biedt uitsluitend overspanningsbeveiliging als de behuizing van de 2088 correct is geaard.
NB
Sluit de onder spanning staande signaalbedrading niet aan op de testaansluitklemmen. De stroom kan de testdiode in de testverbinding beschadigen. Gebruik voor een optimaal resultaat een kabel met getwiste aders. Gebruik in een omgeving met een hoge EMI/RFI een afgeschermde kabel met getwiste aders. Gebruik een draad met een koperdoorsnede van ten minste 24 AWG en een lengte van ten hoogste 1500 meter (5000 ft).
4. Sluit alle ongebruikte doorvoerbuisaansluitingen en dicht ze af.
5. Installeer de bedrading, indien van toepassing, met een druppellus. Leg de druppe zodanig dat de onderkant lager komt te liggen dan de doorvoerbuisaansluitingen en de transmitterbehuizing.
6. Plaats het behuizingsdeksel terug.
Afbeelding 3 en Afbeelding 4 tonen de draadverbindingen die nodig zijn voor voeding van een 2088 transmitter en communicatie met een handheld veldcommunicator.
Rosemount 2088 en 2090
n de
llus
7
Page 8
Rosemount 2088 en 2090
Stroommeter
24 V d.c. voeding
RL 250
Voe din gSpanningsmeter
Spanning (V d.c.)
Belasting (ohm)
Werkings-
gebied
1387
1000
500
0
10,5 20 30
42,4
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Afbeelding 3. Bedradingsschema voor werktafelaansluitingen (4–20 mA transmitters)
Voe din g
De dc-voeding (optie S: 10,5 ­42,4 V en optie N: 6 - 14 V) moet
(voedingsspanning – 10,5)
vermogen leveren met een rimpel van minder dan twee procent. De totale weerstandsbelasting is de som van de weerstand van de signaaldraden en de belastingsweerstand van de controller, de aanwijzer en bijbehorende onderdelen. De weerstand van barrières voor intrinsieke veiligheid, indien aanwezig, moet worden
Voor de veldcommunicator is een kringweerstand vereist van ten minste 250 voor communicatie.
meegerekend.
Afbeelding 4. Veldbedrading voor 2088 — laagspanningsoptie, code N
Afbeelding 5. Maximale kringweerstand = 43,5 *
8
Page 9
Beknopte installatiegids
STAP 4: CONTROLEER DE CONFIGURATIE
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
De basis-configuratieparameters zijn gemarkeerd met een vinkje (). Deze parameters moeten op zijn minst als onderdeel van de configuratie- en opstartprocedure worden geverifieerd.
Functie HART-sneltoetsreeks
Analog Output Alarm (analoge uitgangsalarm) 1, 4, 3, 2, 4 Burst Mode Control (burst-modusregeling) 1, 4, 3, 3, 3 Burst Option (burstoptie) 1, 4, 3, 3, 4 Calibration (kalibratie) 1, 2, 3 Damping (demping) 1, 3, 5
Date (datum) 1, 3, 4, 1 Descriptor (beschrijving) 1, 3, 4, 2 Digital To Analog Trim (trim digitaal naar analoog)
(4–20 mA-uitgang) Disable Local Span/Zero Adjustment (schakel plaatselijke
meetbreedte/nulpuntsinstelling uit) Field Device Info (veldinstrumentinformatie) 1, 4, 4, 1 Keypad Input (invoer via toetsenblok) 1, 2, 3, 1, 1 Loop Test (kringtest) 1, 2, 2 Lower Range Value (minimum meetwaarde) 4, 1 Lower Sensor Trim (sensor-trim laag) 1, 2, 3, 3, 2 Message (bericht) 1, 3, 4, 3 Meter type (metertype) 1, 3, 6, 1 Number of Requested Preambles (aantal aangevraagde
preambles) Output Trim (uitgangssignaal trim) 1, 2, 3, 2 Percent Range (percentagebereik) 1, 1, 2 Poll Address (poll-adres) 1, 4, 3, 3, 1 Range Values (bereikwaarden) 1, 3, 3
Rerange (het bereik anders instellen) 1, 2, 3, 1 Scaled D/A Trim (4–20 mA Output) (geschaalde D/A-trim
[uitgang 4–20 mA]) Self Test (transmitter) (zelftest [transmitter]) 1, 2, 1, 1 Sensor Info (sensorinfo) 1, 4, 4, 2 Sensor Trim (Full Trim) (sensor-trim [volledige trim]) 1, 2, 3, 3 Sensor Trim Points (sensortrimpunten) 1, 2, 3, 3, 5 Stat us (s tatus) 1, 2, 1, 2 Tag (tag) 1, 3, 1
Transmitter Security (Write Protect) (transmitterbeveiliging [beveiligd tegen overschrijven])
Units (Process Variable) (eenheden [procesvariabele]) 1, 3, 2
Upper Range Value (maximum meetwaarde) 5, 2 Upper Sensor Trim (sensor-trim hoog) 1, 2, 3, 3, 3 Zero Trim (nulpunts-trim) 1, 2, 3, 3, 1
Rosemount 2088 en 2090
1, 2, 3, 2, 1
1, 4, 4, 1, 7
1, 4, 3, 3, 2
1, 2, 3, 2, 2
1, 3, 4, 4
9
Page 10
Beknopte installatiegids
STAP 5: TRIM DE TRANSMITTER
Knop voor nulpuntsinstelling
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
NB
Transmitters worden volledig gekalibreerd geleverd, volgens gewenste specificatie of volgens de fabrieksinstelling van een volledige schaal (meetbreedte = bovenste meetgrens).
Februari 2019
Nulpuntstrim
Een nulpuntstrim is een afstelling op één punt om te compenseren voor de effecten van de montagestand. Als de nul-offset minder dan 3% van het werkelijke nulpunt is, volgt u de instructies hieronder, onder “Gebruik van de veldcommunicator”. Als de nul-offset meer dan 3% van het werkelijke nulpunt afwijkt, volg dan de instructies hieronder, “Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling transmitter”, om het bereik anders in te stellen.
Gebruik van de veldcommunicator
Sneltoetsen Stappen
1, 2, 3, 3, 1 1. Ontlucht de transmitter en sluit de veldcommunicator aan.
Gebruik van de knop voor nulpuntsinstelling transmitter
1. Draai de certificatielabel-schroef los en draai het plaatje voor toegang tot de knop voor nulpuntsinstelling.
2. Leg de gewenste druk aan voor de 4 mA-uitgang.
3. Stel het 4mA-punt in door de nul-knop 2 seconden ingedrukt te houden. Controleer of de uitgang 4 mA is. Op het optionele LCD-display wordt ZERO PASS weergegeven.
2. Voer in het menu de HART-sneltoetsreeks in.
3. Volg de aanwijzingen om een nulpunts-trim uit te voeren.
10
Page 11
Beknopte installatiegids
Normaal gebruik
4 mA
20 mA
20,8 mA
hoge verzadiging
21,75
(2)
3,9 mA
lage verzadiging
3,75 mA
(1)
Normaal gebruik
4 mA
20 mA
20,5 mA
hoge verzadiging
22,5
(2)
3,8 mA
lage verzadiging
3,6 mA
(1)
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
MET VEILIGHEIDSINSTRUMENTEN UITGERUSTE SYSTEMEN (SAFETY INSTRUMENTED SYSTEMS; SIS)
Het volgende hoofdstuk is van toepassing op 2088 transmitters die worden gebruikt in SIS-toepassingen.
NB
De transmitteruitgang is niet geclassificeerd qua veiligheid tijdens: configuratiewijzigingen, multidrops, kringtest. Er moeten andere methoden worden gebruikt om de procesveiligheid tijdens configuratie en onderhoud van de transmitter te waarborgen.
Installatie
Er is geen speciale installatie vereist naast de in dit document uiteengezette standaardmethoden voor installatie. Zorg altijd voor een goede afdichting door het/de deksel(s) van de elektronicabehuizing zo te installeren dat metaal contact maakt met metaal.
De meetkring moet dusdanig ontworpen zijn dat de spanning op de aansluiting nooit onder 10,5 V d.c. daalt als de transmitteruitgang 22,5 mA is.
Zet de beveiligingsschakelaar op ‘ON’ (aan) om tijdens normaal gebruik te voorkomen dat de configuratiegegevens abusievelijk of opzettelijk veranderd worden.
Configuratie
Gebruik een voor HART geschikte master voor communicatie met en verificatie van de configuratie van de 2088.
Door de gebruiker geselecteerde demping beïnvloedt de mate waarin de transmitter kan reageren op veranderingen in het op het moment uitgevoerde proces. De dempingswaarde + responstijd mag nooit meer zijn dan de vereisten van de meetkring.
NB
DCS of Safety Logic Solver moet overeenkomstig de transmitterconfiguratie worden geconfigureerd. Afbeelding 6 bevat een overzicht van de twee beschikbare alarmniveaus en hun bedrijfswaarden. Zet de alarmschakelaar op de vereiste alarmstand: HI (hoog) of LO (laag).
Afbeelding 6. Alarmniveaus
Alarmniveau Rosemount
Namur-alarmniveau
(1) Transmitterstoring, hardware-alarm in LO-stand. (2) Transmitterstoring, hardware-alarm in HI-stand.
NB
Sommige gedetecteerde defecten worden op de analoge uitgang aangegeven op een niveau boven het hoge alarm, ongeacht de stand van de alarmschakelaar.
11
Page 12
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
Februari 2019
Gebruik en onderhoud
Beproeving en inspectie
De volgende beproevingen worden aanbevolen. De resultaten van de beproeving en de genomen corrigerende maatregelen moeten worden gedocumenteerd op www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm als er een fout wordt aangetroffen in het functioneren van de veiligheidsbewaking.
Gebruik “Tabel 1: Ingangsparameters” voor het uitvoeren van een kringtest, een analoge uitgangssignaal-trim, of een sensor-trim. Zie de naslaghandleiding van de 2088 (00809-0100-4690) voor nadere informatie.
Beproeving
Deze proef detecteert circa 92% van de DU-storingen die niet worden gedetecteerd door de automatische diagnostiekfuncties van de 2088.
(1)
.
(2)
.
een valse trip te
lp
1. Omzeil de PLC voor beveiliging en neem geschikte maatregelen om voorkomen.
2. Stuur een HART-opdracht naar de transmitter voor een hoge uitgangsstroom voor een alarm, en controleer of de analoge stroom die waarde haalt
3. Stuur een HART-opdracht naar de transmitter voor een lage uitgangsstroom voor een alarm, en controleer of de analoge stroom die waarde haalt
4. Voer een controle van de sensorkalibratie op ten minste twee punten uit met behu van 4-
20 mA bereikspunten als kalibratiepunten en controleer of de mA-uitgang
overeenstemt met de drukingangswaarde
(3)
.
5. Stel de meetkring weer in bedrijf.
6. Hef de omloop op en herstel de normale werking.
Reparaties van het product
Alle storingen die door de diagnosefuncties van de transmitter of bij de proefneming worden gedetecteerd, moeten worden gemeld. Feedback kan elektronisch worden ingediend op www.emersonprocess.com/rosemount/safety/certtechdocumentation.htm.
De 2088 kan door vervanging van hoofdonderdelen worden gerepareerd. Volg de instructies in de bij de 2088 behorende naslaghandleiding (documentnummer 00809-0100-4690) voor aanvullende informatie.
Referentie
Specificaties
De 2088 moet worden gebruikt overeenkomstig de functie- en prestatiespecificaties in de bij de 2088 behorende naslaghandleiding.
Gegevens over storingsfrequentie
Het FMEDA-rapport bevat informatie over de frequentie van storingen. Dit rapport is beschikbaar op www.emersonprocess.com/rosemount.
(1) Zo test u op problemen met het spanningsbereik, zoals een lage voedingsspanning voor de kring of een
verhoogde bedradingsweerstand. Hiermee kunnen ook andere mogelijke storingen worden getraceerd. (2) Zo test u op mogelijke sluimerende stroomgerelateerde storingen. (3) Als de tweepuntskalibratie wordt uitgevoerd met elektrische instrumenten, zal deze test geen sensorstoringen
waarnemen.
12
Page 13
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
Waarden voor veiligheidsstoringen op de 2088
Veiligheidsnauwkeurigheid: 2,0%
(1)
Veiligheidsresponstijd: 1,5 s
Levensduur product
50 jaar – op basis van de meest ongunstige bestanddeelslijtage – niet op basis van materiaalslijtage van materiaal dat met proces in aanraking komt.
(1) Een variatie van 2% in de mA-uitgang van de transmitter is toegestaan voordat de veiligheidsuitschakeling
wordt geactiveerd. De uitschakelwaarden in het DCS of de Safety Logic Solver moeten met 2% worden
verhoogd/verlaagd.
13
Page 14
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
Februari 2019
PRODUCTCERTIFICERINGEN
Goedgekeurde productielocaties
Rosemount Inc. - Chanhassen, Minnesota, VS
Emerson Automation Solutions GmbH & Co. - Wessling, Duitsland
Emerson Automation Solutions - Singapore
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited - Beijing, China
Informatie over Europese richtlijnen
De EG-verklaring van overeenstemming staat op pagina 20. De meest recente versie vindt u op www.rosemount.com.
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Emerson Automation Solutions voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Europese richtlijn betreffende drukapparatuur (97/23/EG)
Druktransmitters model 2088/2090
- Goed vakmanschap
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (2004/108/EG)
Alle druktransmitters model 2088/2090: EN 61326-1:2006
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties
Certificeringen Noord-Amerika
Factory Mutual (FM)
E5 Explosieveilig en stofontstekingsbestendig
Nummer certificaat: 1V2A8.AE Vigerende normen: FM klasse 3600 – 1998, FM klasse 3615 – 1989, FM klasse 3810 – 1989 Markeringen: explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II/III, divisie 1, groep E, F en G. Temperatuurcode: T5 (T behuizingstype 4X. Zie voor de ingangsparameters controletekening 02088-1018
a = –40 °C tot +85 °C), in de fabriek afgedicht,
I5 Intrinsiek veilig en niet-brandgevaarlijk
Nummer certificaat: 0V9A7.AX Vigerende normen: FM klasse 3600 – 1998, FM klasse 3610 – 2010, FM klasse 3811 – 2004, FM klasse 3810 – 1989. Markeringen: intrinsiek veilig voor gebruik in klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D; klasse II, divisie 1, groep E, F en G; klasse III, divisie 1 Temperatuurcode: T4 (T 02088-1018. Niet-vonkend voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Temperatuurcode: T4 (T Zie voor de ingangsparameters controletekening 02088-1018.
14
omg = 70 °C) in overeenstemming met Rosemount-tekening
omg = 85 °C), behuizingstype 4X.
Page 15
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Canadian Standards Association (CSA)
Alle door de CSA voor explosiegevaarlijke locaties goedgekeurde transmitters zijn gecertificeerd conform ANSI/ISA 12.27.01-2003. C6 Explosieveilig, intrinsiek veilig, stofontstekingsbestendig en klasse I, divisie 2
Vigerende normen: CAN/CSA-norm C22.2 nr. 0-M91, CSA-norm C22.2 nr. 25 - 1966, CSA-norm C22.2 nr. 30 - M1986, CAN/CSA-norm C22.2 nr. 94 - M91, CSA-norm C22.2 nr. 142 - M1987, CAN/CSA-norm C22.2 nr. 157-92, CSA-norm C22.2 nr. 213 - M1987, ANSI/ISA 12.27.01-2003.
Markeringen: Explosieveilig voor klasse I, divisie 1, groep B, C, en D. Stofontstekingsbestendig voor klasse II, divisie 1, groep E, F, G, klasse III. Geschikt voor klasse I, divisie 2, groep A, B, C en D. Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D. Temperatuurcode: T3C. Behuizing type 4X. In de fabriek afgedicht. Enkele afdichting. Zie controletekening 02088-1024.
Europese certificeringen
ED ATEX drukvast
Certificeringsnr.: KEMA97ATEX2378X Vigerende normen: EN60079-0:2006, EN60079-1:2007, EN60079-26:2007 Markeringen: II 1/2 G Ex d IIC T6 (-40 °C  T
40 °C); T4 (-40 °C T
amb
118 0
Vmax = 36 (met uitgangscode S) Vmax = 14 (met uitgangscode N)
Rosemount 2088 en 2090
80 °C)
amb
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
1.De kabelwartels en doorvoerbuisingangen dienen van een gecertificeerd drukvast type Ex d te zijn, geschikt voor de gebruiksomstandigheden en juist geïnstalleerd.
2.Bij gebruik van buisingangen moet worden gezorgd voor
een afdichtingsvoorziening
direct bij deze ingang.
3.Ongebruikte openingen moeten worden afgesloten met daartoe geschikte blindstoppen met de certificering Ex d.
4.Er moeten geschikte hittebestendige kabels worden gebruikt indien de omgevingstemperatuur bij de kabel- of buisingangen meer dan 65 °C bedraagt.
5.Dit apparaat bevat een dunwandig scheidingsmembraan. Bij installatie, onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membr
aan wordt blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud moeten nauwgezet gevolgd worden ten behoeve van de veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
6.Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden.
I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Nummer certificaat: BAS00ATEX1166X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-11: 2012 Markeringen: II 1 G Ex ia IIC T5 Ga (–55 °C  T Ex ia IIC T4 Ga (–55 °C  T
+40 °C)
amb
 +70 °C)
amb
118 0
15
Page 16
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
Tabel 1. Ingangsparameters
Kring/voeding
U
= 30 V d.c.
i
Ii = 200 mA P
= 0,9 W
i
Ci = 0,012 F
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
N1 ATEX niet-vonkend/type n
Nummer certificaat: BAS 00ATEX3167X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-15: 2010 Markeringen: Ex nA IIC T5 Gc (-40 °C < T Ui = max. 50 V d.c.
118 0
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat kan de volgens EN60079-15 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
ND ATEX stof
Nummer certificaat: BAS01ATEX1427X Vigerende normen: EN60079-0:2012, EN60079-31: 2009 Markeringen: II 1 D Ex t IIIC T50 °C T Vmax = 36 V d.c.; Ii = 22 mA
118 0
II 3 D
60 °C Da
500
amb
< +70 °C)
Februari 2019
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1.De gebruiker moet ervoor zorgen dat de maximale spanning en stroomster
kte zoals gespecificeerd (36 V, 24 mA, gelijkstroom) niet worden overschreden. Alle aansluitingen op andere apparatuur en alle aangesloten apparatuur moeten binnen deze specificaties voor spanning en stroomsterkte vallen, gelijkwaardig aan een circuit van categorie
“ib”
volgens EN50020.
2.Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de beschermingsgraad van de behuizing op minstens IP66 houden.
3.Ongebruikte kabelingangen moeten worden afgesloten met geschikte afdichtpluggen die de beschermingsgraad van de behuizing op ten minste IP66 houden.
4.Kabelingangen en afdichtpluggen moeten geschikt zijn voor het omgevingstemperatuurbereik van de apparatuur en een 7J-slagproef kunnen doorst
aan.
5.Sensor-module 2088/2090 moet stevig op zijn plaats worden vastgeschroefd om de beschermingsgraad van de behuizing te handhaven.
16
Page 17
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
IECEx-certificeringen
E7 IECEx drukvast
Nummer certificaat: IECEx KEM 06.0021X Vigerende normen: IEC60079-0:2004, IEC60079-1:2003, IEC60079-26:2004 Markeringen: Ex d IIC T4 (-20 °C  T
Ex d IIC T6 (-20 °C  T
amb
 °C)
amb
 °C)
I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Nummer certificaat: IECEx BAS 12.0071X Vigerende normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-11: 2011 Markeringen: Ex ia IIC T5 Ga (-55 °C  T Ex ia IIC T4 Ga (–55 °C  T
Tabel 2. Ingangsparameters
Kring/voeding
U
= 30 V d.c.
i
Ii = 200 mA
= 0,9 W
P
i
Ci = 0,012 F
amb
amb
+70 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
N7 IECEx niet vonkend/type n
Nummer certificaat: IECEx BAS 12.0072X Vigerende normen: EN60079-0:202012, EN60079-15: 2010 Markeringen: Ex nA IIC T5 Gc (-40 °C T U
= max 50 V d.c.
i
amb
Ingangsparameters
Kring/voeding
U
= 30 V d.c.
i
Ii = 200 mA P
= 0,9 W
i
Ci = 0,012 F
Rosemount 2088 en 2090
40 °C)
+70 °C)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat kan de volgens EN60079-11 vereiste 500V-isolatietest niet weerstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden bij installatie van het apparaat.
NK IECEx stof
Nummer certificaat: IECEx BAS12.0073X Vigerende normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-31: 2008 Markeringen: Ex t IIIC T50 °C T
60 °C Da
500
Vmax = 36 V d.c.; Ii = 24 mA
17
Page 18
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Rosemount 2088 en 2090
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1.Het apparaat bevat een dunwandig scheidingsmembraan. Bij installatie, onderh en gebruik moet rekening worden gehouden met de omgevingsomstandigheden waaraan het membraan wordt blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en onderhoud moeten nauwgezet gevolgd worden veiligheid tijdens de te verwachten levensduur.
2.Er moeten kabelingangen worden gebruikt die de beschermingsgraad van de behuizing op minstens IP66 houden.
3.Ongebruikte kabelingange
n moeten de beschermingsgraad van de behuizing op
minstens IP66 houden.
4.Kabelingangen en afdichtpluggen moeten geschikt zijn voor het omgevingstemperatuurbereik van de apparatuur en een 7J-slagproef kunnen doorstaan.
5.Sensor-module 2088/2090 moet stevig op zijn plaats worden vastgeschroefd om de
mingsgraad van de behuizing te handhaven.
bescher
Japanse certificeringen
E4 TIIS drukvast
Ex d IIC T6
Certificaat Beschrijving
TC15874 2088 met onderdelen van legering C-276 die met proces in
TC15873 2088 met roestvaststalen onderdelen die met proces in aanraking
TC15872 2088 met onderdelen van legering C-276 die met proces in
TC15871 2088 met roestvaststalen onderdelen die met proces in aanraking
aanraking komen (met display)
komen (met display)
aanraking komen (zonder display)
komen (zonder display)
Certificeringen Brazilië
I2 INMETRO intrinsieke veiligheid
Nummer certificaat: CEPEL 97.0063X; Markeringen: Ex ia IIC T5/T4 Ga/Gb T5 (-20 °C  T
+40 °C); T4 (-20 °C T
amb
amb
+60 °C)
E2 INMETRO drukvast (alleen 2088 Series)
Nummer certificaat: CEPEL 97.0076 Markeringen: Ex d IIC T6/T5 Gb T6 (-20 °C  T
+40 °C); T5 (-20 °C T
amb
amb
+60 °C)
Certificeringen China
I3 China intrinsieke veiligheid
Nummer certificaat: GYJ111063X (2088-serie); GYJ111065X (2090-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.4-2000 Markeringen: Ex ia IIC T4/T5
T4 (-55 °C  T
+70 °C); T5 (-55 °C T
amb
amb
+40 °C)
ten behoeve van de
Februari 2019
oud
18
Page 19
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Tabel 3. Ingangsparameters
Kring/voeding
U
= 30 V d.c.
i
Ii = 200 mA P
= 0,9 W
i
Ci = 0,012 F
Zie bijlage B van de naslaghandleiding voor de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
E3 China Drukvast
Nummer certificaat: GYJ111062 (2088 Series); GYJ111064 (2090-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.2-2000 Markeringen: Ex d IIC T4/T6
T4 (-20 °C  T
+40 °C); T6 (-20 °C T
amb
amb
Zie bijlage B van de naslaghandleiding voor de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
N3 China Type n Niet-vonkend
Nummer certificaat: GYJ101126X (2088-serie) Vigerende normen: GB3836.1-2000, GB3836.8-2000 Markeringen: Ex nA nL IIC T5 (-40 °C  T
amb
Zie bijlage B van de naslaghandleiding van de 2088/2090 (publicatienummer 00809-0100-4108) voor speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
Combinaties van certificeringen
Er wordt een roestvrijstalen certificeringsplaatje meegeleverd als optionele goedkeuring is voorgeschreven. Na installatie van een instrument waarop meerdere goedkeuringstypen zijn vermeld, mag het niet opnieuw worden geïnstalleerd met gebruik van andere goedkeuringstypen. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringslabel om de gebruikte goedkeuring te onderscheiden van de niet-gebruikte goedkeuringstypen.
Rosemount 2088 en 2090
+80 °C)
+70 °C)
K1 combinatie van I1, N1, ED en ND
K5 combinatie van E5 en I5
K6 combinatie van C6, I1 en ED
K7 combinatie van E7, I7, N7 en NK
KB combinatie van K5 en C6
KH combinatie van K5, ED en I1
19
Page 20
Rosemount 2088 en 2090
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
20
Page 21
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
21
Page 22
Rosemount 2088 en 2090
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
22
Page 23
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
23
Page 24
Rosemount 2088 en 2090
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
24
Page 25
Beknopte installatiegids
00825-0111-4690, versie GD
Februari 2019
Rosemount 2088 en 2090
25
Page 26
Loading...