Deze gids bevat elementaire richtlijnen voor de Rosemount 2051HT
transmitter. Hij bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek,
onderhoud, reparatie of probleemoplossing of voor explosieveilige,
drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties.
Let op!
De in dit document beschreven producten zijn NIET bedoeld voor gebruik in
nucleaire toepassingen. Wanneer een niet voor nucleaire toepassingen
geschikt product gebruikt wordt in een toepassing, die een product vereist
dat wel voor nucleaire toepassingen geschikt is, kunnen de afgelezen
waarden onnauwkeurig zijn. Neem contact op met een vertegenwoordiger
van Emerson voor informatie over Rosemount-producten die geschikt zijn
voor nucleaire toepassingen.
Snelstartgids3
Page 4
SnelstartgidsNovember 2019
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving
moeten de geldende plaatselijke, nationale en internationale normen,
voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over
goedkeuringen in deze handleiding voor beperkingen in verband met een
veilige
• Controleer voordat u een veldcommunicator in een explosiegevaarlijke
atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de meetkring zijn
geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedradingsmethodes.
• Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
• Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
• Draai de flensbouten niet los en verwijder ze niet terwijl de transmitter in
gebruik is.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Vermijd contact met de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen
onder hoge spanning staan, wat elektrische schokken kan veroorzaken.
• Controleer voordat u een manuele communicator in een
explosiegevaarlijke atmosfeer aansluit of alle instrumenten in de
meetkring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende
veldbedradingsmethodes.
• Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de
transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het instrument.
Proceslekken kunnen leiden tot lichamelijk en zelfs dodelijk letsel.
• Monteer de procesaansluitingen en haal ze aan voordat u druk aanlegt.
Fysieke toegang
• Onbevoegd personeel kan aanzienlijke schade aan en/of onjuiste
configuratie van de apparatuur van eindgebruikers veroorzaken. Dit kan
opzettelijk of onopzettelijk zijn en hiertegen moet een beveiliging
bestaan.
• Fysieke beveiliging is een belangrijk onderdeel van elk
beveiligingsprogramma en is van fundamenteel belang om uw systeem
te beschermen. Beperk de fysieke toegang door onbevoegd personeel
4Emerson.com/Rosemount
Page 5
November 2019Snelstartgids
om de bedrijfsmiddelen van eindgebruikers te beschermen. Dit geldt
voor alle bij de faciliteit gebruikte systemen.
WAARSCHUWING
Vervangingsapparatuur of reserveonderdelen die niet door Emerson
goedgekeurd zijn als reserveonderdelen kunnen de capaciteiten voor
drukbewaring van de transmitter doen verminderen en kunnen daardoor
het instrument gevaarlijk maken.
• Gebruik uitsluitend bouten die door Emerson worden meegeleverd of als
reserveonderdeel worden verkocht.
Een verkeerde montage van het kranenblok op de traditionele flens kan
de sensormodule beschadigen.
Voor een veilige montage van het kranenblok op de traditionele flens,
moeten bouten het achtervlak van de flensbaan (d.w.z. boutgat) breken,
maar mogen ze niet in contact komen met de behuizing van de
sensormodule.
Snelstartgids5
Page 6
Start
Mount the
transmitter
Commissioning
tag
Done
Zero trim the
transmitter
Configuration
Grounding, wiring,
and power up
Set switches and
software write lock
Locate device
SnelstartgidsNovember 2019
2Installatie van de transmitter
Figuur 2-1: Volgordeschema installatie
2.1De transmitter monteren
Zet de transmitter in de gewenste oriëntatie voordat u deze monteert. De
transmitter mag niet stevig gemonteerd of vastgeklemd zijn terwijl u de
oriëntatie van de transmitter wijzigt.
2.1.1Oriëntatie van de kabelbuisopening
Bij installatie van een Rosemount 2051HT wordt aangeraden om deze zo te
installeren dat de kabelbuisopening omlaag is gericht naar de grond om
deze tijdens reinigingswerkzaamheden zo goed mogelijk af te kunnen
tappen.
2.1.2Afdichting van de behuizing
Schroefdraadtape (PTFE) of -pasta op mannelijke schroefdraad van
kabelbuizen is vereist om een water- en stofdichte kabelbuisafdichting tot
stand te brengen en om te voldoen aan de eisen van NEMA® type 4X, IP66,
IP68 en IP69K. Vraag de fabriek of andere beschermingsgraden vereist zijn.
Draai kabelbuispluggen met M20-schroefdraad over de volledige
schroefdraad aan, of totdat mechanische weerstand is bereikt.
Opmerking
Classificatie IP69K is alleen beschikbaar op units met SST-behuizing en
optiecode V9 in de modelreeks.
Opmerking
Voor aluminium behuizingen die worden besteld met M20-
6Emerson.com/Rosemount
leidinginganagen, hebben verzonde transmitters NPT-schroefdraad
verwerkt in de behuizing en een NPT tot M20-schroefdraadadapter wordt
voorzien. Met de overwegingen voor afdichting naar de omgeving moet
rekening worden gehouden bij de installatie van het verloopstuk.
Page 7
A
November 2019Snelstartgids
2.1.3Montagerichting inline-druktransmitter
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de inlineverschildruktransmitter bevindt zich in de hals van de transmitter, achter
een afgeschermde ventilatieopening (zie Figuur 2-2).
Houd het ventilatietraject vrij van obstructies (inclusief maar niet beperkt tot
verf, stof en viskeuze vloeistoffen) door de transmitter zo te monteren dat
het procesmedium kan wegstromen. Aanbevolen installaties hebben een
kabelbuisingang die naar de grond is gericht, zodat de
meterventilatieopening parallel is met de grond.
Figuur 2-2: Inline afgeschermde verschildruktransmitter met drukpoort
aan lage kant
AluminiumGepolijst 316 RVS
A. Drukpoort aan lage kant (ref. atmosferische druk)
2.1.4Klemmen
Gebruik bij installatie van de klem de door de pakkingfabrikant aanbevolen
momentwaarden.
Opmerking
Om een goede werking te behouden wordt afgeraden om een 1.5.
Tri-Clamp® tot meer dan 50 in-lb wordt niet aanbevolen bij drukbereiken
onder 20 psi.
2.2
Snelstartgids7
Inbedrijfstellingslabel (papier)
Gebruik de verwijderbare tag die met de transmitter wordt meegeleverd om
bij te houden welk instrument zich op een bepaalde locatie bevindt. Zorg
dat de tag voor het fysieke apparaat (het PD-labelveld]) op beide plaatsen
Page 8
SnelstartgidsNovember 2019
goed is ingevuld op het verwijderbare inbedrijfstellingslabel en scheur bij
elke transmitter het onderste gedeelte eraf.
Opmerking
De Device Description die in het hostsysteem is geladen, moet van dezelfde
revisie zijn als dit instrument.
Figuur 2-3: Inbedrijfstellingslabel
A. Instrumentrevisie
Opmerking
De Device Description die in het hostsysteem is geladen, moet van dezelfde
revisie zijn als dit instrument. U kunt de Device Description downloaden van
de website van het hostsysteem of van Emerson.com/Rosemount door
onder Product Quick Links (snelle productlinks) de optie Download DeviceDrivers (device drivers downloaden) te selecteren. Of u kunt naar
Fieldbus.org gaan en daar de optie End User Resources (hulpmiddelen
eindgebruikers) selecteren.
2.3
8Emerson.com/Rosemount
Instellen van de beveiligingsschakelaar
Voorwaarden
Stel de configuratie van de simulatie- en de beveiligingsschakelaar vóór
installatie in zoals afgebeeld in Figuur 2-4.
• Met de simulatieschakelaar kunt u gesimuleerde waarschuwingen en
een gesimuleerde AI-blokstatus en waarden in- of uitschakelen. De
standaardstand van de simulatieschakelaar is "ingeschakeld".
• Met de beveiligingsschakelaar kan configuratie van de transmitter
toegestaan (open hangslot) of voorkomen (gesloten hangslot) worden.
Page 9
November 2019Snelstartgids
• De standaard beveiliging is "uit" (open hangslot).
• De beveiligingsschakelaar kan in de software in- of uitgeschakeld
worden.
Volg de onderstaande procedures voor het wijzigen van de configuratie van
de schakelaars:
Procedure
1. Beveilig als de transmitter al geïnstalleerd is de kring en koppel de
voeding los.
2. Verwijder het behuizingsdeksel dat zich tegenover de
veldaansluitingen bevindt. Verwijder het deksel van het instrument
niet in een explosiegevaarlijke omgeving als er spanning op het
circuit staat.
3. Zet de beveiligings- en de simulatieschakelaar in de gewenste stand.
4. Bevestig het behuizingsdeksel van de transmitter weer op zijn plaats;
hierbij wordt aanbevolen om het deksel aan te halen totdat er geen
ruimte meer is tussen het deksel en de behuizing, om te voldoen aan
de voorschriften voor drukvastheid.
2.4Instellen van de simulatieschakelaar
De simulatieschakelaar bevindt zich op het elektronicagedeelte. Hij wordt in
combinatie met de simulatiesoftware voor de transmitter gebruikt voor het
simuleren van procesvariabelen en/of waarschuwingen en alarmen. Om
variabelen en/of waarschuwingen en alarmen te simuleren moet de
simulatieschakelaar op de ingeschakelde stand worden gezet en moet de
software via de host ingeschakeld worden. Om de simulatie uit te schakelen
moet de simulatieschakelaar op de uitgeschakelde stand worden gezet of
moet de softwarematig gesimuleerde parameter via de host uitgeschakeld
worden.
Figuur 2-4: Transmitterprintplaat
Aluminium
Snelstartgids9
Gepolijst 316 RVS
Page 10
A
B
SnelstartgidsNovember 2019
A. Simulatieschakelaar
B. Beveiligingsschakelaar
10Emerson.com/Rosemount
Page 11
November 2019Snelstartgids
2.5Sluit de bedrading aan en schakel het apparaat in
Gebruik koperdraad met een doorsnede die groot genoeg is om te zorgen
dat de spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter niet daalt
tot onder 9 V d.c. De voedingsspanning kan variëren, met name onder
abnormale omstandigheden, zoals bij gebruik van accuvoeding. Onder
normale bedrijfsomstandigheden wordt een voedingsspanning van ten
minste 12 V d.c. aanbevolen. Gebruik van afgeschermde kabel van type A
met getwiste draadparen wordt aanbevolen.
Volg de onderstaande stappen voor bedrading van de transmitter:
Procedure
1. Sluit voor voeding van de transmitter de voedingsdraden aan op de
aansluitklemmen die op het etiket op het aansluitblok staan
aangegeven.
Opmerking
De voedingsaansluitklemmen op de Rosemount 2051 zijn
polariteitsongevoelig, wat inhoudt dat bij het aansluiten op de
voedingsaansluitklemmen de elektrische polariteit van de
voedingsdraden er niet toe doet. Als er polariteitsgevoelige
instrumenten op het segment worden aangesloten, moet de
polariteit van de aansluitklemmen worden aangehouden. Bij
bedrading op schroefaansluitklemmen wordt gebruik van
kabelschoenen aanbevolen.
2. Zorg dat er goed contact is tussen de schroef van het
aansluitklemmenblok en de sluitring. Bij een directe
bedradingsmethode wikkelt u de draad rechtsom om ervoor te
zorgen dat deze op zijn plaats zit wanneer u de
aansluitklemmenblokschroef aandraait. Verdere voeding is niet
nodig.
Opmerking
Het gebruik van een pen of adereindhuls wordt afgeraden, omdat de
aansluiting na verloop van tijd of door trillingen los kan raken.
3. Zorg voor een goede aardverbinding. Het is belangrijk dat de mantel
van de instrumentkabel:
4. kort wordt afgeknipt en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de
transmitterbehuizing aankomt;
5. wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door
een aansluitkast wordt geleid;
6. aan de voedingszijde wordt verbonden met een goed aardpunt.
7. Zie indien overspanningsbeveiliging vereist is de paragraaf
“Bedrading signaalaarding” voor aanwijzingen over aarding.
Snelstartgids11
Page 12
DP
A
B
D
E
C
DP
A
B
D
E
C
SnelstartgidsNovember 2019
8. Sluit ongebruikte kabelbuisopeningen en dicht ze af.
9. Bevestig de transmitterdeksels weer. Aanbevolen wordt om de
bouten van het deksel zo ver aan te draaien dat er geen ruimte meer
is tussen het deksel en de behuizing.
10. De deksels mogen alleen met behulp van gereedschap geopend of
verwijderd kunnen worden, om te voldoen aan de geldende
vereisten voor normale locaties.
Voorbeeld
Figuur 2-5: Bedrading
AluminiumGepolijst 316 RVS
A. Afstand zo klein mogelijk houden
B. Afscherming afknippen en isoleren
C. Aansluitklem aarde (kabelafscherming niet op transmitter aarden)
D. Afscherming isoleren
E. Afscherming weer verbinden met aardpunt van voeding
2.5.1Bedrading signaalaarding
Laat de signaalbedrading niet samen met de voedingsbedrading door een
kabelbuis of open kabelgoot of in de buurt van zware elektrische apparatuur
lopen. De buitenkant van de elektronicabehuizing en de binnenkant van het
compartiment voor aansluitingen zijn voorzien van aardklemmen. Deze
aarding wordt gebruikt als er klemmenblokken voor
overspanningsbeveiliging zijn geïnstalleerd, of om aan de plaatselijke
voorschriften te voldoen.
Procedure
1. Verwijder het behuizingsdeksel over de veldaansluitingen.
2. Sluit het dradenpaar aan en aard het zoals aangegeven in Figuur 2-5.
12Emerson.com/Rosemount
Page 13
November 2019Snelstartgids
a) Knip de kabelafscherming zo kort mogelijk af en isoleer deze
van de transmitterbehuizing.
Opmerking
De kabelafscherming mag NIET op de transmitter worden geaard; als
de kabelafscherming de transmitterbehuizing raakt, kan dit
aardlussen vormen die de communicatie verstoren.
3. Sluit de kabelafschermingen continu aan op het aardpunt van het
voedingscircuit.
a) Sluit de kabelafschermingen van het gehele segment aan op
één goed aardpunt op het voedingscircuit.
Opmerking
Onjuiste aarding is de meest voorkomende oorzaak van problemen
met de segmentcommunicatie.
4. Plaats het behuizingsdeksel terug. Aanbevolen wordt om de bouten
van het deksel zo ver aan te draaien dat er geen ruimte meer is
tussen het deksel en de behuizing.
a) De deksels mogen alleen met behulp van gereedschap
geopend of verwijderd kunnen worden, om te voldoen aan de
geldende vereisten voor normale locaties.
5. Sluit ongebruikte kabelbuisopeningen en dicht ze af.
Opmerking
De behuizing van gepolijst roestvast staal 316 voor de Rosemount
2051HT heeft alleen binnen in de aansluitklemmenruimte een
aansluitpunt voor de aardverbinding.
Snelstartgids13
Page 14
SnelstartgidsNovember 2019
3Basisconfiguratie
3.1Configuratietaken
De transmitter kan worden geconfigureerd via de Local Operator Interface
(LOI) - optiecode M4) of via een Class 2 master (op basis van DD of DTM™).
De twee basisconfiguratietaken voor de PROFIBUS PA-druktransmitter zijn:
Procedure
1. Adres toewijzen
2. Technische eenheden configureren (schaling).
Opmerking
Rosemount 2051 PROFIBUS Profile 3.02-apparaten staan bij levering
vanuit de fabriek in de modus Identification Number Adaptation
(identificatienummeraanpassing). In deze modus kan de transmitter
communiceren met elke Profibus regelhost met ofwel de generieke
Profile GSD (9700), ofwel de voor Rosemount 2051 specifieke GSD
(3333) geladen op de host; daarom hoeft het identificatienummer
van de transmitter bij het opstarten niet veranderd te worden.
3.2Adres toewijzen
De transmitter wordt geleverd met het tijdelijke adres van 126. Dit moet
worden veranderd in een unieke waarde tussen 0 en 125 om communicatie
met de host tot stand te brengen. Meestal zijn de adressen 0-2 gereserveerd
voor masters of koppelstukken. Om die reden wordt aanbevolen
transmitteradressen tussen 3 en 125 te gebruiken.
Het adres kan worden ingesteld via:
• LOI - zie Tabel 3-1
• De Class 2 master - zie de handleiding van de Class 2 master voor het
instellen van het adres
3.3
14Emerson.com/Rosemount
Configureer de technische eenheden
Tenzij anders besteld, wordt de transmitter geleverd met de volgende
instellingen:
• Meetmodus: Druk
• Technische eenheden: Inch H2O
• Schaling: Geen
Page 15
November 2019Snelstartgids
Technische eenheden moeten vóór installatie worden bevestigd of
geconfigureerd. De eenheden kunnen worden ingesteld voor druk-, flow- of
niveaumeting.
De parameters Measurement Type (metingtype), Units (eenheden), Scaling
(schaling) en Low Flow Cutoff (afslag bij lage flow; indien van toepassing)
kunnen worden ingesteld via:
• LOI – zie Tabel 3-1
• Class 2 master – zie Tabel 3-2 voor parameterconfiguratie
3.4Configuratietools
Lokale bedieningsinterface (LOI)
Indien besteld kan de LOI worden gebruikt voor de inbedrijfstelling van het
apparaat. Om de LOI te activeren, drukt u op de configuratieknop onder het
bovenste label van de transmitter, of gebruikt u de drukknoppen op het
LCD-scherm. Zie Tabel Tabel 3-1 voor de werking en informatie over de
menu’s. De veiligheidsjumper voorkomt dat wijzigingen worden
aangebracht met de LOI.
Tabel 3-1: Bediening met knoppen LOI
(1)
Knop
HandelingNavigatieTekeninvoerOpslaan?
ScrollenOmlaag bewe-
gen door menucategorieën
Wijzigt teken-
(2)
waarde
Wisselen tussen Opslaan en
Annuleren
EnterMenucategorie
selecteren
(1) Achteruit scrollen ook beschikbaar (scrollen + Enter).
(2) Tekens knipperen als ze kunnen worden gewijzigd.
Teken invoeren en verdergaan
Opslaan
Figuur 3-1: LOI-menu
Snelstartgids15
Page 16
SnelstartgidsNovember 2019
3.5Class 2 master
De DD- en DTM-bestanden voor de Rosemount 2051 Profibus zijn
beschikbaar op Emerson.com. U kunt hiervoor ook contact opnemen met
uw plaatselijke leverancier. Zie Tabel 3-2 voor de stappen om de transmitter
voor drukmeting te configureren. Zie de naslaghandleiding van de
Rosemount 2051 voor configuratie-instructies voor niveaus.
Tabel 3-2: Drukconfiguratie via Class 2 master
StappenHandelingen
Zet transducerblok in de modus Buiten ge-
Blokken instellen op buiten gebruik
Metingtype selecterenStel het type Primaire waarde in op Druk
Eenheden selecteren
Schaling invoeren
Blokken instellen op Autom.
bruik
Zet analoge ingangsblok in de modus Buiten
gebruik
Technische eenheden instellen
Primaire en secundaire eenheden moeten
overeenkomen
Configureer technische eenheden onder analoog uitgangsblok
Stel Schaal in in het transducerblok in op 0–
100
Stel Schaal uit in het transducerblok in op 0–
100
Stel PV-schaal in het analoge-invoerblok in op
0–100
Stel Uit-schaal in het analoge-invoerblok in op
0–100
Stel de linearisatie in het analoge ingangsblok
in op Geen linearisatie
Zet transducerblok in modus Autom.
Zet analoge ingangsblok in modus Autom.
3.6Hostintegratie
Regelhost (klasse 1)
De Rosemount 2051 gebruikt de gecondenseerde status zoals aanbevolen in
de Profile 3.02-specificatie en NE 107. Zie de handleiding voor informatie
over bittoewijzing in de gecondenseerde status.
16Emerson.com/Rosemount
Page 17
November 2019Snelstartgids
Op de regelhost moet het juiste GSD-bestand zijn geladen - Rosemount
2051-specifiek (rmt3333.gsd) of generiek voor Profile 3.02 (pa139700.gsd).
Deze bestanden kunt u vinden op Emerson.com of Profibus.com.
Configuratiehost (klasse 2)
In de configuratiehost moet het juiste DD- of DTM-bestand zijn
geïnstalleerd. Deze bestanden kunt u vinden op Emerson.com.
Snelstartgids17
Page 18
SnelstartgidsNovember 2019
4Productcertificeringen
Rev 1.2
4.1Informatie over Europese richtlijnen
Achter in deze snelstartgids vindt u een exemplaar van de EU-verklaring van
overeenstemming. De meest recente revisie van de EU-verklaring van
overeenstemming vindt u op Emerson.com/Rosemount.
4.2Certificering voor normale locaties
De transmitter is volgens de standaardprocedure onderzocht en getest door
en landelijk erkend onderzoekslaboratorium (NRTL) dat is geaccrediteerd
door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration
(OSHA). Daarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de fundamentele
brandveiligheidseisen en de elektrische en mechanische vereisten.
4.3Apparatuur installeren in Noord-Amerika
De Amerikaanse National Electrical Code® (NEC) en de Canadese Electrical
Code (CEC) staan toe dat apparatuur met divisiemarkering wordt gebruikt in
zones en dat apparatuur met zonemarkering wordt gebruikt in divisies. De
markeringen moeten geschikt zijn voor de omgevingsclassificatie, alsmede
de gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk vastgelegd in de
desbetreffende voorschriften.
4.4
4.5
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties
Opmerking
De omgevingstemperatuurwaarden van het instrument en elektrische
parameters kunnen beperkt zijn tot de niveaus die worden opgelegd door de
parameters van het certificaat voor gevaarlijke locaties.
Noord-Amerika
De Amerikaanse US National Electrical Code® (NEC) en de Canadese
Electrical Code (CEC) staan het gebruik toe van apparatuur met
divisiemarkering in zones of van apparatuur met zonemarkering in divisies.
De markeringen moeten geschikt zijn voor de omgevingsclassificatie,
alsmede de gas- en temperatuurklasse. Deze informatie is duidelijk
vastgelegd in de desbetreffende voorschriften.
4.5.1I5 VS intrinsieke veiligheid (IS) en niet-vonkend (NI)
Certificaat:
18Emerson.com/Rosemount
FM16US0231X (HART)
Page 19
November 2019Snelstartgids
Normen:
Markeringen:
Speciale voorwaarden voor gebruik:
1. 1. De behuizing van transmittermodel 2051 bevat aluminium, dat
IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D; CL II, DIV 1, GP E, F, G; klasse III; DIV
1 indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening
02051-1009; klasse I, zone 0; AEx ia IIC T4; NI CL 1, DIV 2, GP A,
B, C, D; T4(-50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); Type 4x
een risico op ontsteking bij stoten of wrijving met zich meebrengt.
Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik.
2041384 (HART/Fieldbus/PROFIBUS®)
ANSI/ISA 12.27.01-2003, CSA-norm C22.2 Nr. 142-M1987,
CSA-norm C22.2. Nr. 157-92
IS CL I, DIV 1, GP A, B, C, D; CL II, DIV 1, GP E, F, G; klasse III;
DIV 1 indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening
02051-1009; klasse I, zone 0; AEx ia IIC T4; NI CL 1, DIV 2, GP
A, B, C, D; T4(-50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C); Type 4x
4.5.2I6 Canada intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
2041384
CSA-norm C22.2 nr. 142 - M1987, CSA-norm C22.2 nr. 213 M1987, CSA-norm C22.2 nr. 157 - 92, CSA-norm C22.2 nr.
213 - M1987, ANSI/ISA 12.27.01 – 2003, CAN/CSAE60079-0:07, CAN/CSA-E60079-11:02
Intrinsiek veilig voor klasse I, divisie 1, groep A, B, C en D wanneer aangesloten conform Rosemount-tekening 02051-1008.
Ex ia IIC T3C. Enkele afdichting. Behuizing type 4X
4.6Europa
4.6.1I1 ATEX intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Snelstartgids19
Baseefa08ATEX0129X
EN60079-0:2012+A11:2013, EN60079-11:2012
Ex II 1 G Ex ia IIC T4 Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
Page 20
SnelstartgidsNovember 2019
Tabel 4-1: Ingangsparameters
ParameterHARTFieldbus/PROFIBUS
Spanning U
Stroomsterkte
I
i
Vermogen Pi1 W1,3 W
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie Li0 mH0 mH
30 V30 V
i
200 mA300 mA
0,012 μF0 μF
i
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van een optionele 90 Voverspanningsbeveiliging, kan deze de 500 V-isolatietest niet
doorstaan. Hiermee moet tijdens de installatie rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en
is mogelijk afgewerkt met een beschermende polyurethaanlak; in
zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt
blootgesteld aan stoten of schuring. Hiermee moet tijdens de
installatie rekening worden gehouden.
4.7Internationaal
4.7.1I7 IECEx intrinsieke veiligheid
Certificaat:
Normen:
Markeringen:
Tabel 4-2: Ingangsparameters
ParameterHARTFieldbus/PROFIBUS
Spanning U
Stroomsterkte
I
i
Vermogen Pi1 W1,3 W
Elektrische capaciteit C
Zelfinductie Li0 mH0 mH
20Emerson.com/Rosemount
i
i
IECEx BAS 08.0045X
IEC 60079-0:2011, IEC 60079-11:2011
Ex ia IIC T4 Ga (–60 °C ≤ Ta ≤ +70 °C)
30 V30 V
200 mA300 mA
0,012 μF0 μF
Page 21
November 2019Snelstartgids
Specifieke voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Als de apparatuur is voorzien van een optionele 90 Voverspanningsbeveiliging, kan deze de 500 V-isolatietest niet
doorstaan. Hiermee moet tijdens de installatie rekening worden
gehouden.
2. De behuizing is mogelijk vervaardigd van een aluminiumlegering en
is mogelijk afgewerkt met een beschermende polyurethaanlak; in
zone 0 moet echter worden opgelet dat de behuizing niet wordt
blootgesteld aan stoten of schuring.
3. De apparatuur bevat dunwandige membranen. Bij installatie,
onderhoud en gebruik moet rekening worden gehouden met de
omgevingsomstandigheden waaraan het membraan wordt
blootgesteld. De aanwijzingen van de fabrikant voor installatie en
onderhoud dienen nauwgezet gevolgd te worden voor veiligheid
tijdens de te verwachten levensduur.
4.8Verdere certificeringen
®
3-A
Alle Rosemount 2051HT transmitters met de volgende aansluitingen
hebben 3-A-goedkeuring en zijn als zodanig gelabeld:
T32: Tri-Clamp van 1½ in.
T42: Tri-Clamp van 2 in.
Raadpleeg bij selectie van procesaansluiting B11 de besteltabel op het
productgegevensblad voor de Rosemount 1199
scheidingsmembraanafdichting om te zien of 3-A-certificatie hiervoor
beschikbaar is.
Selecteer optiecode QA voor een nalevingscertificaat conform 3-A.
EHEDG
Alle Rosemount 2051HT transmitters met de volgende aansluitingen
hebben EHEDG-goedkeuring en zijn als zodanig gelabeld.
T32: Tri-Clamp van 1½ in.
T42: Tri-Clamp van 2 in.
Raadpleeg bij selectie van procesaansluiting B11 de besteltabel op het
productgegevensblad voor de Rosemount 1199 membraanafdichting om te
zien of EHEDG-certificatie hiervoor beschikbaar is.
Selecteer optiecode QE voor een nalevingscertificaat conform EHEDG.
Zorg ervoor dat de voor installatie geselecteerde pakking goedgekeurd is
voor zowel toepassings- als EHEDG-certificatievereisten.
Snelstartgids21
Page 22
SnelstartgidsNovember 2019
4.9Verklaring van overeenstemming Rosemount 2051HT
22Emerson.com/Rosemount
Page 23
November 2019Snelstartgids
Snelstartgids23
Page 24
SnelstartgidsNovember 2019
24Emerson.com/Rosemount
Page 25
ᴹ
China RoHS
㇑᧗⢙䍘䎵䗷ᴰབྷ⎃ᓖ䲀٬Ⲵ䜘Ԧරࡇ㺘
Rosemount 2051HT
List of Rosemount 2051HT Parts with China RoHS Concentration above MCVs
䜘Ԧ〠
Part Name
ᴹᇣ⢙䍘
/ Hazardous Substances
䫵
Lead
(Pb)
⊎
Mercury
(Hg)
䭹
Cadmium
(Cd)
ޝԧ䬜
Hexavalent
Chromium
(Cr +6)
ཊⓤ㚄㤟
Polybrominated
biphenyls
(PBB)
ཊⓤ㚄㤟䟊
Polybrominated
diphenyl ethers
(PBDE)
⭥ᆀ㓴Ԧ
Electronics
Assembly
XOOOOO
༣փ㓴Ԧ
Housing
Assembly
OOOOOO
Րᝏಘ㓴Ԧ
Sensor
Assembly
XOOOOO
ᵜ㺘Ṭ㌫ᦞ
SJ/T11364
Ⲵ㿴ᇊ㘼ࡦ
This table is proposed in accordance with the provision of SJ/T11364.
O:
Ѫ䈕䜘ԦⲴᡰᴹ൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿൷վҾ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
O: Indicate that said hazardous substance in all of the homogeneous materials for this part is below the limit requirement of
GB/T 26572.
X:
Ѫ൘䈕䜘Ԧᡰ֯⭘Ⲵᡰᴹ൷䍘ᶀᯉ䟼ˈ㠣ቁᴹа㊫൷䍘ᶀᯉѝ䈕ᴹᇣ⢙䍘Ⲵ䟿儈Ҿ
GB/T 26572
ᡰ㿴ᇊⲴ䲀䟿㾱≲
X: Indicate that said hazardous substance contained in at least one of the homogeneous materials used for this part is above
the limit requirement of GB/T 26572.
November 2019Snelstartgids
4.10China RoHS
Snelstartgids25
Page 26
SnelstartgidsNovember 2019
26Emerson.com/Rosemount
Page 27
November 2019Snelstartgids
Snelstartgids27
Page 28
Latin America Regional Office
Emerson Automation Solutions
1300 Concord Terrace, Suite 400
Sunrise, FL 33323, USA
Emerson Terms and Conditions of Sale are
available upon request. The Emerson logo is a
trademark and service mark of Emerson Electric
Co. Rosemount is a mark of one of the Emerson
family of companies. All other marks are the
property of their respective owners.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.