Rosemount 144 pc-programmeerbare temperatuurtransmitters Installation instructions [da]

Beknopte installatiegids
Product niet langer leverbaar'
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
Rosemount 144 pc-programmeerbare temperatuurtransmitters
Start
Stap 1: Configureer de transmitter Stap 2: Monteer de transmitter Stap 3: Sluit de bedrading en voeding aan Productcertificaties
Rosemount 144
Einde
www.rosemount.com
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB
Rosemount 144
© 2005 Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken zijn eigendom van de eigenaar.
Rosemount Division
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T el . (VS) (800) 999-9307 Tel. (internationaal) (952) 906-8888 Fax (952) 949-7001
Emerson Process Management bv
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland Tel. (070) 413 66 66 Fax (070) 390 68 15 E info.nl@emersonprocess.com www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem Belgie Tel. (32) 2 716 7711 Fax (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Februari 2004
Emerson Process Management Temperature GmbH
Frankenstrasse 21 63791 Karlstein Duitsland Tel. 49 (6188) 992 0 Fax 49 (6188) 992 112
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
1 Pandan Crescent Singapore 128461 Tel. (65) 6777 8211 Fax (65) 6777 0947/(65) 6777 0743
BELANGRIJKE KENNISGEVING
Deze handleiding bevat beknopte richtlijnen voor Rosemount 144. Er staan geen gedetail­leerde instructies in voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing of instal­latie. Raadpleeg de handleiding van model 144 (publicatienummer 00809-0100-4796) voor verdere instructies. De gebruikshandleiding en deze beknopte installatiegids zijn ook elek­tronisch beschikbaar op www.rosemount.com.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toe­passelijke plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures gevolgd worden. Lees de productcertificaties door voor bepalingen in verband met veilige installatie. Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat.
Proceslekken kunnen letsel veroorzaken of de dood tot gevolg hebben.
• Monteer de beschermbuizen of sensoren en draai ze vast voordat u druk toevoert.
• Verwijder de beschermbuis niet tijdens bedrijf.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Voorkom aanraken van de draden en aansluitingen. De draden kunnen onder hoge spanning staan en elektrische schokken veroorzaken.
2
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
Rosemount 144
STAP 1: CONFIGUREER DE TRANSMITTER
De 144 wordt geconfigureerd met behulp van een met Microsoft Windows compatibele pc waarop het 144 configuratieprogramma draait. Om te zorgen dat de configuratiesoftware goed werkt, moet de pc minimaal aan de volgende voorwaarden voldoen:
Hardware/software Minimumvereisten
IBM-compatibele pc: Pentium-processor Geheugen: 16 MB toegankelijk geheugen Hard-drive: 10 MB Display (monitor): CGA, HCG, EGA, of VGA Resolutie: 800 x 600 Besturingssysteem: Microsoft® Windows® 95, Windows 98 of Windows NT Printer (optioneel): Epson of IBM-compatibele ASCII-printer Muis (optioneel): Microsoft-compatibele muis Taal: Engels en Duits
De 144C configuratie-interface-software geeft toegang tot de volgende parameters:
• Sensortype
• Responstijd (demping)
• Sensorfout-actie (storingsmodus)
• Linearisatie
• Bovenste en onderste meetgrenzen
• Tagnummer transmitter (elektronische tag)
• Eenheden van temperatuur (Celsius, Fahrenheit, Kelvin en Rankine) Raadpleeg voor de configuratie afbeelding 1 en de helpfunctie in de 144C configuratie-inter­face-software.
Standaardconfiguratie
Als er geen andere opdracht is ontvangen, configureert de fabriek de 144H-temperatuur­transmitter volgens de onderstaande waarden:
• Pt100
• 0 tot 100°C
• Uitgangsniveaus voldoen aan de NAMUR-aanbevelingen, NE43; storing ingesteld op
hoog (upscale) in de fabriek
• 5 seconden responstijd (demping)
De 144-configuratie-software installeren
1. Stop de 144C configuratie-interface-software in het cd-rom-station. Selecteer het cd-
rom-station.
2. Klik op “Install” (Installeren). Aanwijzingen op het scherm begeleiden u door de installatie.
3. Als Auto-run (Automatisch uitvoeren) is uitgeschakeld in Windows 95/98/NT, klik dan op
de “Start”-knop, selecteer “Run” (Uitvoeren), en typ [Install.exe] in.
4. De configuratie moet worden uitgevoerd in een explosieveilige omgeving.
5. Klik op het pictogram van de 144C configuratie-interface dat op uw bureaublad is ver-
schenen.
6. Configureer de schermen General, Input, Output en Option (Algemeen, Invoer, Uitvoer
en Optie).
3
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4796, Rev CB
Rosemount 144
ERVOLG STAP 1…
7. Selecteer uit het menu Tools (Extra) “Download” (Downloaden) om de configuratie over
te brengen naar de transmitter.
Afbeelding 1. Configuratiesysteem transmitter
144H-transmitter
Rood (+)
Zwart (–)
PC
Loskoppelen
*Geel *Groen
Configuratie-interface­programmer
Februari 2004
Aansluiting
*Niet aangesloten
STAP 2: MONTEER DE TRANSMITTER
Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.
Standaardinstallatie met aansluitkop
In kop gemonteerde transmitter met sensor met DIN-plaat
1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. Monteer de
beschermbuis en draai hem vast voordat u procesdruk uitoefent.
2. Monteer de transmitter op de sensor. Druk de transmitter-montageschroeven door de
sensor-montageplaat en plaats de veerringen (optioneel) in de montageschroef-groef.
3. Leg bedrading aan van de transmitter naar de sensor.
4. Steek de transmitter/sensor-constructie in de aansluitkop. Draai de transmitter-montage-
schroef in de montageopeningen in de aansluitkop. Bevestig het verlengstuk aan de aansluitkop. Steek de constructie in de beschermbuis.
5. Schuif de afgeschermde kabel door de kabelwartel.
6. Bevestig een kabelwartel aan de afgeschermde kabel.
7. Plaats de afgeschermde kabeldraden in de aansluitkop via de kabelingang. Sluit de
kabelwartel aan en draai hem aan.
8. Sluit de afgeschermde voedingskabeldraden aan op de voedingsaansluitklemmen van de
transmitter. Zorg dat u de sensorbedrading en de sensoraansluitklemmen niet aanraakt.
9. Installeer het deksel van de aansluitkop en draai het aan. Behuizingsdeksels moeten
volledig sluiten om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen.
A
B
C
D
E
A = 144-transmitter D = Transmitter-montageschroeven B = Aansluitkop E = Integraal gemonteerde sensor met losse draden C = Beschermbuis F = Verlengstuk
F
4
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
Rosemount 144
ERVOLG STAP 2…
Standaardinstallatie met universeelkop
In kop gemonteerde transmitter met sensor met schroefdraad
1. Bevestig de beschermbuis op de wand van de buis of het procesvat. Monteer de
beschermbuizen en draai ze vast voordat u procesdruk uitoefent.
2. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis. Dicht de nippel-
en adapterschroefdraden af met siliconentape.
3. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer afvoerafdichtingen als dat nodig is van-
wege zware omstandigheden of ter voldoening aan voorschriften.
4. Trek de draden voor sensorbedrading door de universeelkop en de transmitter. Monteer
de transmitter in de universeelkop door de transmitter-montageschroeven in de monta­geopeningen van de universeelkop te schroeven.
5. Monteer de transmitter-sensorconstructie in de beschermbuis. Dicht de adapterschroef-
draden af met siliconentape.
6. Installeer de doorvoerbuis voor veldbedrading op de kabel-invoer van de universeelkop.
Dicht de schroefdraden van de doorvoerbuis af met siliconentape.
7. Trek de draden voor veldbedrading door de doorvoerbuis de universeelkop in. Sluit de
sensor- en voedingssdraden aan op de transmitter. Vermijd contact met andere aansluit­klemmen.
8. Installeer het deksel van de universeelkop en draai het aan. Behuizingsdeksels moeten
volledig sluiten om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen.
A
B
D
C
A = Beschermbuis met schroefdraad D = Universeelkop B = Sensor met schroefaansluiting E = Kabel-invoer C = Standaardverlengstuk
E
5
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB
Rosemount 144
Februari 2004
STAP 3: SLUIT DE BEDRADING EN VOEDING AAN
Voeding
De 144H kan een analoge tweedraads uitgangsstroom leveren van 4–20 mA. Het uitgangssig­naal kan worden omgekeerd voor een signaal van 20–4 mA, of worden ingesteld voor het leve­ren van een vast mA-signaal (ingangssignaal wordt uitgeschakeld). De maximumbelasting hangt af van de voedingsspanning, want R belasting
Als het 144C Configuration Interface-programmer niet werkt, kan het zijn dat de batterijen vervangen moeten worden.
Tabel 1. Batterij-parameters
Type batterij: 9 volt Afmetingen: 26 x 17 x 66 mm Verschillende benamingen: 6GF122, MN1604, 6LR61, 6AM6, Eblock
N.B.
De 144C Configuration Interface-programmer is aangesloten op gevaarlijke elektrische spanning, dus de geïnstalleerde communicatiekabel dient gedemonteerd te worden.
Bedraad de transmitter
Volg de onderstaande stappen voor het bedraden van de transmitter.
1. Sluit de positieve draad aan van de voeding naar de transmitter-aansluitklem 1 en de
negatieve draad naar de transmitter-aansluitklem 2.
2. Draai de aansluitklem-aandrukschroeven aan om zeker te zijn van een goed contact.
Verder is er geen voedingsbedrading nodig.
3. Controleer na het maken van de aansluitingen nogmaals of de polariteit en de aansluitin-
gen juist zijn.
4. Schakel de spanning in.
Afbeelding 2. Bedradingsschema transmitter
() = (Vvoeding – 8 V) / (0,023 A).
max
(+) (–)
Nummer transmitter-aansluitklem
1
2
Sensoraansluitingen
De 144H-sensoraansluiting is altijd een 3-draads aansluiting met een ruisonderdrukking van maximaal 10 in elke draad. Voor tweedraads aansluitingen zijn aansluitklemmen drie en vier op de transmitter kortgesloten (geen ruisonderdrukking). De 144H kan een aantal ver­schillende twee- en driedraads RTD-ingangen ontvangen. In afbeelding 3 staan aanwijzin­gen voor een juiste sensorbedrading.
6
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
ERVOLG STAP 3…
Afbeelding 3. Bedradingsschema
Rosemount 144
Bovenaanzicht van de transmitter
1
6 5
• Sluit de draden aan op aansluit­klemmen 3 en 6.
• Sluit aansluitklemmen 3 en 4 kort.
• Sluit de draden aan op aansluit­klemmen 3, 4 en 6.
• Knip de 4e draad zo dicht mogelijk bij de isolatie af zodat er geen draad blootligt.
• Sluit de resterende draden aan als bij een driedraads RTD.
Tweedraads RTD
transmitter-
Driedraads RTD
transmitter-
Vierdraads RTD
transmitter-
2
3 4
Nummer aansluit-
klem
Nummer aansluit-
klem
Nummer aansluit-
klem
RTD
36
4
RTD
36
4
RTD
36
4
knip de 4e draad af
7
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4796, Rev CB
Rosemount 144
Februari 2004
ERVOLG STAP 3…
Aard de transmitter
Ingangen RTD/Ohm
Elke procesinstallatie kent verschillende vereisten voor aarding. Gebruik de aardingsopties die in het gebouw voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen, of begin met aardings­optie 1 (de meest gebruikelijke).
Optie 1 (voor een geaarde behuizing):
1. Verbind de afscherming van de sensorbedrading met de transmitterbehuizing.
2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende bevestigings­ondergrond.
3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
Transmitter
Sensordraden
Aardingspunt afscherming
Optie 2 (voor een niet-geaarde behuizing):
1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbe­drading.
2. Zorg dat beide afschermingen aan elkaar bevestigd zijn en elektronisch geïsoleerd zijn van de behuizing.
3. Aard de afscherming alleen aan de voedingszijde.
4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch geïsoleerd is van de omliggende geaarde bevestigingsondergrond.
Transmitter
Sensordraden
4–20 mA-kring
4–20 mA-kring
Aardingspunt afscherming
Verbind de afschermingen met elkaar, zodanig dat ze elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitter.
8
Beknopte installatiegids
V
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
ERVOLG STAP 3…
Optie 3 (voor een geaarde of niet-geaarde behuizing):
1. Aard de afscherming van de sensorbedrading bij de sensor, indien mogelijk.
2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en de signaalbedrading elektrisch geïsoleerd zijn van de behuizing.
3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading.
4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde.
Transmitter
4–20 mA-kringSensordraden
Aardingspunt afscherming
Rosemount 144
9
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB
Rosemount 144
Februari 2004
PRODUCTCERTIFICATIES
Goedgekeurde productielocaties
Emerson Process Management Rosemount Division – Chanhassen, Minnesota, USA Emerson Process Management Temperature GmbH – Duitsland Emerson Process Management Asia Pacific – Singapore
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie
De EG-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toepasselijke Europese richtlijnen is te vinden op de Rosemount-website, www.rosemount.com. Neem contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger voor een afschrift op papier.
ATEX-richtlijn (94/9/EG)
Rosemount Inc. voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) (89/336/EEG)
144H-temperatuurtransmitter en 144C-configuratie-apparaat – EN 50081-1: 1992; EN 50082-2:1995
Certificaten explosiegevaarlijke locaties
Noord-Amerikaanse certificaties
Factory Mutual (FM) goedkeuringen
K5 Combinatie Factory Mutual intrinsiek veilige en explosieveilige goedkeuring
Intrinsiek veilig voor Klasse I, Divisie 1; Groepen A, B, C, D. Niet-vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C, D indien geïnstalleerd volgens Rosemount­installatietekening 00144-0110. Omgevingstemperatuurlimieten zijn –40 en 85°C. FM-eenheidsparameters staan vermeld op de installatietekening (00144-0110), geïdentificeerd op het goedkeuringslabel van de transmitter.
Explosieveilig voor Klasse I, Divisie 1; Groepen B, C, D. Stofontstekingsbestendig voor Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G. S tofontstekingsbestendig voor Klasse III, Divisie 1 explosiegevaarlijke locaties indien geïnstalleerd volgens Rosemount­tekening 00144-0130. Een kabelinvoer-afdichting is niet vereist om te voldoen aan NEC 501-5a(1). T5 (T
N.B.
Goedkeuring K5 is alleen beschikbaar met de behuizingsoptiecode J5 of J6.
Goedkeuringen Canadian Standards Association (CSA)
C6 Combinatie van CSA intrinsiek veilig, niet-vonkend en explosieveilig: Explosieveilig
voor Klasse I, Divisie 1, Groepen B, C en D. Stofontstekingsbestendig voor Klasse II, Divisie 1, Groepen E, F en G. Stofontstekingsbestendig voor Klasse III, Divisie 1 explo­siegevaarlijke locaties indien geïnstalleerd volgens Rosemount-tekening 00144-0140 in de fabriek afgedicht. Geschikt voor gebruik in Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C en D.
Intrinsiek veilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D indien geïnstalleerd volgens Rosemount tekening 00144-0120. Temperatuurklassen: T4 (T
N.B.:
Goedkeuring C6 is alleen beschikbaar met de behuizingsoptiecode J5 of J6.
= –40 tot 85°C)
amb
= –40 tot 85°C); T6 (T
amb
= –40 tot 60°C)
amb
10
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB Februari 2004
Europese certificaties
CENELEC-ATEX-goedkeuringen
I1 Intrinsiek veilig certificatie
DEMKO 00 ATEX 129255 ATEX-markering: II 1 G EEx ia IIC T6 (T EEx ia IIC T4 (T Eenheidsparameters: U
= –40 tot 60°C)
amb
= –40 tot 85°C)
amb
= 28 VDC, Ii = 120 mA, Li = 10 µH, Ci = 1 nF, Pi = 0,84 W
i
Richtlijnen:
ATEX: 94/9/EG EMC: 89/336EEG
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (x):
1. Voor correct gebruik en installatie dient de handleiding van de fabrikant te worden gevolgd.
2. De apparatuur moet worden geïnstalleerd in een behuizing met een bescher­mingsgraad van ten minste IP20.
3. Aansluitklemmen 1 en 2 van de apparatuur moeten elektrisch verbonden zijn met een barrière die zich in het niet-explosiegevaarlijke gebied bevindt.
4. De transmitter mag uitsluitend worden gebruikt met transducers die vallen onder “simpele toestellen” volgens EN 50020 bepaling 5.4.
ED Certificatie brandveiligheid
KEMA 99 ATEX 8715 ATEX-markering: II 2 G EEx d IIC T6 (T
= –40 tot 65°C)
amb
Maximale ingangsspanning: 42,4 V
Richtlijnen:
ATEX: 94/9/EG
N.B.
Alleen beschikbaar met de behuizingsoptiecode J5 of J6.
Combinatie-goedkeuring
KC Combinatie-goedkeuring intrinsieke veiligheid Factory Mutual/CSA
Factory Mutual – Intrinsiek veilig voor Klasse I, II, III: Div. 1, Groepen A, B, C, D. Niet­vonkend voor Klasse I, Divisie 2, Groepen A, B, C, D indien geïnstalleerd volgens Rosemount-installatietekening 00144-0110. Omgevingstemperatuurlimieten zijn –40°C en 85°C. FM-eenheidsparameters worden vermeld op de installatietekening.
CSA – Intrinsiek veilig voor Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C, D indien aangesloten volgens Rosemount-installatietekening 00144-0120. T4 (–40°C ≤ T T6 (–40°C ≤ T
amb
60°C).
Rosemount 144
85°C),
amb
11
Rosemount 144
Beknopte installatiegids
00825-0111-4796, Rev CB
Februari 2004
12
Loading...