Roland V-SYNTH XT User Manual [nl]

201b
Lees, alvorens dit product te gebruiken, de volgende dingen door: “Het pro­duct op een veilige manier gebruiken” (blz. 3) en “Belangrijke opmerkingen” (blz. 4). Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet mag doen. Bovendien verdient het natuurlijk aanbeveling ook de rest van de handleiding door te nemen om alle functies te leren kennen. Zie boven­dien de “Sound List”. Bewaar de handleidingen op een veilige plaats, omdat u ze later beslist nog eens nodig zal hebben.
Handleiding
Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de V-Synth XT.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
206j
* De officiële benaming van Windows® is “Microsoft® Windows® operating system”.
207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
209
* Mac OS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.
230
* SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.
231
* OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.
232
* FreeMIDI is een handelsmerk van Mark of the Unicorn, Inc.
220
* Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de
betreffende eigenaars.
202
Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel, is zonder de schrifte­lijke toestemming van ROLAND CORPORATION verboden.
POWER
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
De bliksemschicht in een driehoek wijst de gebruiker op niet geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van dit product die sterk genoeg zijn om voor elektrocutie te zorgen.
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker erop dat alle instructies voor het juiste gebruik van dit apparaat te vin­den zijn in de bijgeleverde handleiding.
TIPS VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTROCUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN.
OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID
LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR.
WAARSCHUWING
1. Lees alle instructies aandachtig door.
2. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.
3. Volg alle waarschuwingen op.
4. Voer alle instructies uit zoals ze er staan.
5. Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.
6. Maak het product enkel schoon met een zachte droge doek.
7. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen (indien aanwezig). Stel het product alleen overeenkomstig de instructies van de fa­brikant op.
8. Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zo­als stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte genereren.
9. Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde stekker of een stekker met aarding te omzeilen. Een gepola­riseerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat bre­der is dan de andere. Een stekker met aarding is voorzien van twee pennen en een uitsparing. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u het door een vakman laten vervangen.
– Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:
10. Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er ook in de buurt van de aansluitingen op het apparaat voor zorgen dat de aders breken.
11. Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen opties en uitbreidingen.
12. Verbreek, tijdens een onweer, of als u het product langere tijd niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.
13. Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een door Roland erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer be­schadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het in­wendige terecht zijn gekomen, moet u het product onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een er­kende herstellingsdienst.
Voor het Verenigd Koninkrijk
WARNING: IMPORTANT:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying
the terminals in your plug, proceed as follows:
The wire which is coloured GREEN-AND-YELLOW must be connected to the terminal in the plug which is marked by the
letter E or by the safety earth symbol or coloured GREEN or GREEN-AND-YELLOW.
The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK. The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE. GREEN-AND-YELLOW: EARTH, BLUE: NEUTRAL, BROWN: LIVE
Het product op een veilige manier gebruiken
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
LET OP!
* "Materi le" schade heeft betrekking op
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
LET OP
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
010
WAARSCHUWING
001
• Lees vóór het gebruik van dit product eerst de onderstaande instructies en de handleiding.
........................................................................................................................
001~50
• Sluit de netstekker van dit product uitsluitend op een geaard stop­contact aan.
........................................................................................................................
002a
• Open het product niet en voer geen enkele interne aanpassingen uit.
........................................................................................................................
003
• Probeer het product niet te herstellen of interne onderdelen te ver­vangen (behalve wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de adressen op de “Information”-pagina).
........................................................................................................................
004
• Gebruik of sla het product nooit op plaatsen op die:
• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zon­licht in een gesloten voertuig, bij een verwarming, op appara­tuur die warmte genereert of
• Klam zijn (bv. badkuip, wasruimten, natte vloeren) of
• Vochtig zijn of
• Blootgesteld zijn aan regen of
• Stoffig zijn of
• Onderhevig zijn aan harde trillingen.
........................................................................................................................
005
• Dit product dient alleen te worden gebruikt met een standaard of een statief dat door Roland is aanbevolen.
........................................................................................................................
006
• Als u dit product gebruikt met een standaard of statief dat door Roland is aanbevolen, dient de standaard/het statief zorgvuldig te worden geplaatst, zodat het product waterpas en blijvend stabiel staat. Als u geen standaard of statief gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat elke locatie waar u het product wenst te plaatsen een waterpas oppervlak heeft, dat het product ondersteunt en wiebe­len van het product tegengaat.
........................................................................................................................
008a
• Sluit dit product alleen aan op een stopcontact dat beantwoordt aan de vereisten op het naamplaatje en de specificaties in deze handleiding.
........................................................................................................................
008e
• Gebruik voor stroomvoorziening alleen de bijgeleverde kabel. Het netsnoer is niet geschikt voor gebruik met andere apparaten.
........................................................................................................................
009
• Draai of buig de stroomkabel niet teveel. Plaats er nooit zware objecten op. Dit kan de kabel beschadigen, wat defecten en een kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand en schokgevaar veroorzaken!
........................................................................................................................
Dit product is, alleen of in combinatie met een versterker en koptele­foon of speakers, in staat om geluidsniveaus te produceren, die per­manent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk nooit langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies of piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het gebruik van het product en een oorarts te raadple­gen.
........................................................................................................................
011
• Zorg dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, mun­ten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan ook (bijv. water, frisdrank enz.) het product binnendringen.
........................................................................................................................
012a
• In de volgende gevallen moet u dit product meteen uitschakelen, de aansluiting op het lichtnet verbreken en contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst, uw Roland-dealer of de verdeler (zie de “Information”-pagina):
• Wanneer de stekker of het netsnoer zichtbaar beschadigd is.
• Als er rook of een vreemde geur uit het apparaat komt.
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige terecht is gekomen.
• Wanneer het product in de regen heeft gestaan of op een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het product niet naar behoren lijkt te werken.
013
• In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toe­zicht te houden tot het kind in staat is zich aan alle regels voor de veilige bediening van het product te houden.
........................................................................................................................
014
• Bescherm het product tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)
........................................................................................................................
015
• Forceer de stroomkabel van het product niet door hem met een onredelijk aantal andere apparaten een stopcontact te laten delen. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door alle appara­tuur die u op het stopcontact van het verlengsnoer heeft aangeslo­ten mag nooit het stroomniveau (watts/ampères) van het verleng­snoer overschrijden. Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten en uiteindelijk doorsmelten.
........................................................................................................................
016
• Vóór het gebruik van dit product in het buitenland neemt u het best contact op met uw dealer of de verdeler om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen onder “Informa­tion”).
........................................................................................................................
023
• Speel GEEN CD-ROM af op een conventionele audio CD-speler. Het resulterende geluid kan van een niveau zijn dat permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Er kan schade ontstaan aan spea­kers of andere onderdelen van het systeem.
........................................................................................................................
026
• Zet nooit een vaas, glas e.d. op dit product. Vermijd bovendien het gebruik van verstuivers en sprays, parfum, alcohol, nagellak e.d. in de buurt van het product. Indien de bewuste stof toch op de behuizing terechtkomt, dient u deze onmiddellijk te verwijde­ren.
........................................................................................................................
WAARSCHUWING
3
Het product op een veilige manier gebruiken
LET OP! LET OP!
101a
Dit product moet zo worden geplaatst dat de benodigde ventilatie niet wordt belemmerd.
........................................................................................................................
102b
Pak altijd alleen de stekker van de stroomkabel vast, wanneer u een kabel op een stopcontact of op dit product aansluit c.q. ervan loskoppelt.
........................................................................................................................
103a
Trek de stekker op regelmatige tijdstippen uit het stopcontact en maak de pennen schoon (als er stof op zit). Als u dit product lan­gere tijd niet wilt gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet. Stof tussen de stekker van het netsnoer en de netaan­sluiting kan de isolatie nadelig beïnvloeden en leiden tot brand.
104
Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels zo worden geplaatst dat ze buiten het bereik van kinderen liggen.
........................................................................................................................
106
Klim nooit op het product en plaats er nooit zware voorwerpen op.
........................................................................................................................
107b
Pak de stroomkabel of de stekkers nooit vast met natte handen, wanneer u ze op een stopcontact c.q. dit product aansluit of ervan loskoppelt.
........................................................................................................................
108a
Trek, vóór u het product verplaatst, de stekker uit het stopcontact en koppel alle kabels van externe apparaten los.
........................................................................................................................
109a
Alvorens het product schoon te maken moet u de aansluiting op het lichtnet verbreken (blz. 54).
........................................................................................................................
110a
Trek de netstekker uit het stopcontact, wanneer u in uw omgeving de mogelijkheid van onweer vermoedt.
........................................................................................................................
118c
Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best op een veilige plaats – buiten het bereik van kinderen. Zo hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmogelijk dat kleine kinderen ze inslikken.
........................................................................................................................
120
Schakel de fantoomvoeding uit alvorens signaalbronnen aan te sluiten die geen voeding nodig hebben. Door de fantoomvoeding ingeschakeld te laten, terwijl u een dynamische microfoon of andere signaalbron aansluit, beschadigt u het betreffende appa­raat namelijk. Neem de specificaties van de gehanteerde micro­foon door alvorens hem aan te sluiten.
(Fantoomvoeding van dit instrument: max. 48V DC, 10mA)
........................................................................................................................
Belangrijke opmerkingen
291b
Lees naast Belangrijke veiligheidsinstructies en Het product op een veilige manier gebruiken (blz. 3) ook de volgende punten even door:
Stroomvoorziening
301
Sluit dit product nooit aan op een stopcontact waarmee u al een apparaat met invertor (koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioning) of motor hebt aangesloten. Dat andere apparaat zou namelijk storingen of op zn minst een hoorbare brom kunnen veroorzaken. Als u, om de één of andere reden, geen ander stopcontact kunt gebruiken, maakt u het best gebruik van een bromfilter dat zich tussen het stopcontact en dit product moet bevinden.
307
Zet, voordat u dit product op andere apparaten aansluit, de stroomtoevoer van alle producten uit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan speakers of andere elementen te voorkomen.
308
Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product met zijn POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbinding met het licht­net helemaal is verbroken. Om de verbinding volledig te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcontact trek­ken. Het verdient dan ook aanbeveling een stopcontact te kiezen waar u gemakkelijk bij kunt c.q. een voorziening met een schakelaar te hanteren.
Plaatsing
351
Gebruik van het product in de nabijheid van versterkers (of andere appara­tuur met grote stroomtransformator) kan brom veroorzaken. Verplaats dit product dan om het probleem te verhelpen of zet het verder van de stoor­zender vandaan.
352a
Dit apparaat kan de radio- en televisieontvangst verstoren. Gebruik dit pro­duct niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.
352b
Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer draadloze communicatieappa­ratuur zoals bv. mobiele telefoons, in de nabijheid van dit product worden gebruikt. Dergelijke ruis kan voorkomen, wanneer u een oproep ontvangt of gaat plegen c.q. tijdens een gesprek. Mocht u dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze apparaten dan verder van het product af of zet ze uit.
355b
Er kunnen waterdruppels (condensatie) in het product ontstaan, wanneer het wordt verplaatst naar een andere locatie waarvan de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg anders is. Als u het product in deze toestand tracht te gebruiken, kan dat leiden tot schade en/of storing. Voordat u het product in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren te laten staan, tot de con­dens volledig is verdampt.
Onderhoud
401a
Veeg voor de dagelijkse schoonmaak het product af met een zachte, droge doek of één die licht is bevochtigd met water. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een doek die met een mild, niet agressief schoonmaak­middel is geïmpregneerd. Wrijf het product daarna droog met een zachte doek.
402
Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen van welke soort dan ook om de mogelijkheid van verkleuring en/of vervorming te voorko­men.
Herstellingen en uw data
452
Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van dit product tijdens een herstelling gewist kunnen worden. Schrijf belangrijke data dus altijd zo snel mogelijk weg naar een geheugenkaart of noteer ze (indien dat mogelijk is). Tijdens herstellingswerken wordt er getracht de geheugenin­houd te bewaren, maar een garantie hiervoor is er niet. Roland wijst elke aansprakelijkheid m.b.t. dataverlies tijdens herstellingswerken af.
4
Het product op een veilige manier gebruiken
Overige voorzorgsmaatregelen
De rackbeugels van de V-Synth XT kunt u niet compleet verwijderen. Bovendien mag u alleen de schroeven van de kantelgrendel (blz. 19) los­draaien om defecten en storingen te voorkomen.
Alvorens de V-Synth XT te vervoeren moet u de bijgeleverde grendel instal­leren. Door het product zonder die bewuste voorziening te vervoeren loopt u het risico het product te beschadigen (blz. 19).
551
Houd in de gaten dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als gevolg van een storing of oneigenlijk gebruik van het product. We raden u aan van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het product heeft opgeslagen, regelmatig een back-up te maken op een geheu­genkaart om dataverlies te voorkomen.
552
Eens de geheugeninhoud van dit product gewist is, bestaat er geen moge­lijkheid meer die instellingen te herstellen. Sein uw instellingen daarom op regelmatige tijdstippen door naar een MIDI-sequencer e.d. of schrijf ze weg naar een geheugenkaart. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor dataverlies.
553
Als u de (draai)knoppen, schuiven, andere bedienelementen en connectors van het product gebruikt, doe dit dan met de nodige voorzichtigheid. Hard­handig gebruik kan tot storingen leiden.
554
Sla nooit op het display en oefen er geen grote druk op uit.
556
Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de aansluiting vast – trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u een kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
557
Tijdens normaal gebruik straalt het product een kleine hoeveelheid warmte uit.
558a
Probeer het volume van het product op een redelijk niveau te houden om te voorkomen dat u uw buren overlast bezorgt. U zou ook een hoofdtelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over diegenen om u heen (vooral laat op de avond).
559a
Verpak, indien mogelijk, het product in de doos (inclusief vulling) waarin het werd geleverd, als u het moet vervoeren. Zo niet, dient u gelijksoortige verpakkingsmateriaal te gebruiken.
562
Gebruik, voor de aansluitingen, uitsluitend Roland-kabels. Bij gebruik van ander merken kabels dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit product geen kabels die weerstanden bevatten. Het gebruik van dergelijke kabels kan voor een extreem laag geluidsniveau zorgen. Neem, voor informatie over kabelspecificaties, contact op met de fabrikant van de kabel.
Compatibiliteit van patches afkom­stig van een V-Synth
Houd in de gaten dat patches afkomstig van een V-Synth met een oudere systeemversie dan 2.0 (d.w.z. versies 1.00~1.51), die een beroep doen op voorgeprogrammeerde PCM-golfvormen, niet naar behoren werken in V2.0.
Voordat u kaarten gebruikt
Hanteren van geheugenkaarten
704
Schuif de datakaart volledig in de poort tot hij stevig op zijn plek zit.
705
Raak nooit de aansluitingen van de geheugenkaart aan. Voorkom boven­dien dat de aansluitingen vuil worden.
708
Geheugenkaarten zijn precisieonderdelen. Behandel ze met de nodige zorg en houd het volgende in de gaten.
Om geheugenkaarten tegen statische ontladingen te beschermen moet u alle statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden alvorens een kaart vast te pakken.
Zorg dat de aansluitingen van de kaart nooit in aanraking komen met metalen voorwerpen.
Stel een geheugenkaart nooit bloot aan sterke trillingen en laat ze nooit vallen.
Laat een geheugenkaart nooit in de zon, een gesloten auto of op andere warme c.q. koude plaatsen liggen (opslagtemperatuur: –25~85˚C).
Zorg dat uw geheugenkaarten nooit nat worden.
Probeer nooit een kaart te openen of te modificeren.
Omgaan met CD-ROMs
801
Raak nooit de kant met de datalaag aan en doe het nodige om krassen op die laag te vermijden. Beschadigde of vuile CD-ROMs kunnen niet naar behoren worden gelezen. Houd ze schoon door gebruik van speciale CD­reinigers.
Auteursrecht
851
Ongeautoriseerde opname, distributie, verkoop, uitleen, openbare opvoe­ring, uitzenden of iets soortgelijks, geheel of gedeeltelijk, van een werk (muzikale compositie, video, uitzending, openbaar optreden e.d.) waarvan het auteursrecht is voorbehouden aan derden, is bij wet verboden.
852b
Wanneer u via een digitale aansluiting geluidssignalen met een extern instrument uitwisselt, omzeilt dit product de eventueel aanwezige kopieer­beveiliging (SCMS). Dit komt doordat het product is bedoeld voor muzikale producties en daarom niet is onderworpen aan de gebruikelijke restricties onderhevig. Voorwaarde is evenwel dat het product wordt gebruikt voor opname van werken (zoals uw eigen composities) die de auteursrechten van anderen niet schenden. (SCMS is een functie die kopieën van de tweede en volgende generaties in het digitale domein voorkomt. Het wordt in MD­recorders en andere digitale geluidsapparatuur voor het grote publiek als beschermfunctie voor het auteursrecht ingebouwd.)
853
Gebruik dit product nooit voor doeleinden die het auteursrecht van derden zouden kunnen schenden. Wij nemen geen enkele verantwoordelijkheid met betrekking tot het schenden van auteursrechten van derden, die uit uw gebruik van dit product kunnen voortvloeien.
Patches, die een PCM-oscillator aanspreken
Patches, die preset-golfvormen hanteren
Niet compatibel Werken NIET met versie 2.0
Patches, die eigen golfvormen hanteren
Opwaarts compatibel Kun je in versie 2.0 importeren
Patches, die een analoge oscillator aanspreken
Patches, die via een externe ingang worden aangesproken
Opwaarts compatibel Kun je in versie 2.0 importeren
5

Gebruik van deze handleiding

Deze handleiding is als volgt ingedeeld. Zie de losse Sound List voor details over alle patches en golfvor­men van de V-Synth XT.
“Snelle start” (blz.
Dit hoofdstuk stelt de belangrijkste functies van de V-Synth XT in mensentaal voor. Het vormt dan ook de ideale kapstok voor begin­ners, die zo snel mogelijk met de V-Synth XT aan de slag willen. Tij­dens het lezen van deze Quick Start verdient het aanbeveling alle besproken punten meteen op de V-Synth XT uit te proberen. Dan komt u er namelijk sneller achter hoe de belangrijkste functies wer­ken.
“Referentie” (blz.
17)
55)
Overzicht van de V-Synth XT
Hier worden de structuur en de basisbediening van de V-Synth XT uitgelegd. Dit moet u hoe dan ook lezen om de V-Synth XT naar behoren te kunnen bedienen.
Spelen in de Patch-mode
Hier wordt uitgelegd hoe u de Patch-mode van de V-Synth XT kunt (en moet) gebruiken. Dit moet u hoe dan ook lezen om de V-Synth XT naar behoren te kunnen bedienen.
Patches programmeren
Dit hoofdstuk legt uit hoe u patches maakt, en beschrijft wat de Patch-parameters doen en hoe ze zijn opgebouwd. Lees dit hoofd­stuk, als u ook zelf patches wilt maken.
fabrieksinstellingen laadt (Factory Reset). Lees dit deel indien nodig.
“Appendix” (blz. 149)
Dit hoofdstuk bevat hints voor het verhelpen van storingen, als de V-Synth XT niet functioneert zoals verwacht. Er is ook een lijst met de boodschappen die af en toe in het display verschijnen. Verder vindt u hier een overzicht van de beschikbare parameters en een MIDI-implementatiekaart.
Schrijfwijze die in deze handleiding wordt gehanteerd
Om de bedieningsprocedures makkelijk begrijpelijk te maken hante­ren we de volgende symbolen:
Tekens en figuren tussen vierkante haakjes [ ] duiden knoppen en regelaars op het frontpaneel aan. [MODE], bijvoorbeeld, slaat op de MODE-knop; [ ], [ ], [ ] en [ ] vertegenwoordigen de cursortoetsen.
Teksten of figuren, die worden omsloten door < >, duiden op objec­ten in het display (touchscreen) die u kunt gebruiken door ze gewoon met uw vinger aan te raken. De handleiding zal u de opdracht geven om het object dat in het touchscreen wordt weerge­geven aan te raken.
(blz. **) verwijst naar paginas binnen de handleiding. Hieronder staan de betekenissen van de symbolen, die bepaalde zin-
nen in de tekst vooraf gaan.
Dit zijn aandachtspunten. Die moet u altijd lezen.
Programmeren van ‘Rhythm Kits’ (Rhythm-mode)
Hier wordt uitgelegd hoe u drumsets programmeert.
Samples maken en bewerken (Sam­ple-mode)
Hier wordt uitgelegd hoe u samples aanmaakt, bewerkt en tenslotte codeert. Lees dit, als u samples van geluiden wilt maken.
Overkoepelende instellingen (System­mode)
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de systeemparameters werken. De hier beschikbare parameters bepalen de werkomgeving van de V-Synth XT. Lees dit deel indien nodig.
Schijfgerelateerde functies (Disk­mode)
Dit hoofdstuk behandelt schijfgerelateerde functies, zoals het weg­schrijven en het laden van data. Lees dit deel indien nodig.
Dataoverdracht (USB-mode)
Hier wordt uitgelegd hoe u de V-Synth XT kunt aansluiten op uw computer en gegevens (patches, golfvormen e.d.) kunt doorseinen. Lees dit indien nodig.
Dit zijn memos ter referentie. Lees ze indien nodig.
TIP
Dit zijn hints voor het gebruik van de V-Synth XT. Lees ze indien nodig.
Deze geven informatie over paginas met gerelateerde informa­tie. Lees ze indien nodig.
985
In deze handleiding vindt u illustraties van displaypaginas, die telkens op de fabrieksinstellingen berusten. In sommige gevallen kan de getoonde informatie echter verschillen van wat u op uw apparaat ziet.
Sommige Patch-benamingen in deze handleiding houden geen verband met de fabrieksinstellingen.
Apart boek: Handleiding voor de V-Cards
Bij levering bevat de V-Synth XT tevens de software van de Roland
V-Cards VC-1 en VC-2. Meer details over het werken met de VC-1 D-50 en VC-2 Vocal Designer vindt u in de V-Card-handleiding.
Andere functies
Hier wordt uitgelegd hoe u gegevens van de V-Synth XT naar een extern MIDI-apparaat kunt verzenden (Data Transfer) en weer de
6

Inhoud

Gebruik van deze handleiding .................................................................................. 6
Belangrijkste kenmerken ........................................................................................ 12
Bedieningsorganen.................................................................................................. 14
Frontpaneel................................................................................................................................................ 14
Achterpaneel .............................................................................................................................................16
Snelle start ........................................17
Voorbereidingen....................................................................................................... 18
Opstellen van de V-Synth XT .................................................................................................................18
Aansluiten op een versterker..................................................................................................................20
Inschakelen................................................................................................................................................21
Opstarten van een V-Card ......................................................................................................................22
Displaycontrast instellen (LCD Contrast).............................................................................................22
Installeren van de PC-kaartbescherming..............................................................................................23
Basisbediening van het touchscreen..................................................................... 24
Pieptoon activeren/deactiveren.............................................................................................................24
De cursor bewegen...................................................................................................................................25
Waarden wijzigen..................................................................................................................................... 26
Werken met de cijferknoppen ................................................................................................................27
Klanken beluisteren................................................................................................. 28
Patches kiezen en bespelen ..................................................................................................................... 28
Patches van de V-Synth XT via een MIDI-klavier aansturen............................................................. 29
Patches uit een lijst selecteren................................................................................................................. 29
Favoriete patches kiezen (Patch Palette)...............................................................................................30
Drummen (Rhythm-mode) ..................................................................................................................... 31
Speelhulpen gebruiken............................................................................................ 32
Geluid met de Time Trip-pad beïnvloeden.......................................................................................... 32
Realtime-wijzigingen van het geluid met de regelaars E1~E8 ..........................................................34
Arpeggios spelen (arpeggiator)............................................................................................................. 36
Het geluid in trappen wijzigen (Multi-Step Modulator).................................................................... 38
Gespeelde noten laten doorklinken (Key Hold) .................................................................................. 39
Patches programmeren........................................................................................... 40
Intuïtief patches programmeren (Sound Shaper)................................................................................ 40
Patchinstellingen initialiseren................................................................................................................. 42
Structuur kiezen........................................................................................................................................ 43
Secties in- en uitschakelen.......................................................................................................................45
Oscillatoren instellen (OSC1/2) .............................................................................................................46
Twee geluiden mixen/moduleren (Mod)........................................................................................... 47
Oscillatoren met COSM-modellen bewerken (COSM1/2)................................................................. 48
Volume van het geluid laten variëren (TVA).......................................................................................49
Effecten van de V-Synth XT.................................................................................................................... 50
Een patch opslaan..................................................................................................................................... 51
Uitschakelen.............................................................................................................................................. 54
Referentie ..........................................55
Overzicht van de V-Synth XT .................................................................................. 56
Indeling van de V-Synth XT ................................................................................................................... 56
Basisstructuur ................................................................................................................................ 56
Polyfonie......................................................................................................................................... 56
7
Inhoud
Wat is multitimbraal?.................................................................................................................56
Geheugen...................................................................................................................................................57
Basisbediening van de V-Synth XT........................................................................................................ 58
Mode kiezen ([MODE])................................................................................................................58
Spelen in de Patch-mode ........................................................................................60
Over de PATCH PLAY-pagina ..........................................................................................................60
Patches kiezen........................................................................................................................................... 60
Favoriete patches kiezen (Patch Palette).................................................................................... 61
Patches volgens categorieën kiezen............................................................................................ 61
Patches uit een lijst selecteren .....................................................................................................62
Eenstemmige partijen spelen (Mono)....................................................................................................63
Vloeiende toonhoogtewijzigingen (Portamento) .............................................................................. 63
Speelhulpen definiëren (Control)........................................................................................................... 63
Arpeggios spelen (Arpeggiator)............................................................................................................ 64
Een arpeggio aanhouden .............................................................................................................64
Arpeggiatorinstellingen ...............................................................................................................65
Eigen arpeggiopatronen aanmaken (Pattern Edit)................................................................... 65
Geluid met de multi-step modulator wijzigen.....................................................................................68
Verschillende effecten op het geluid toepassen................................................................................... 69
Geluid beïnvloeden met de Time Trip-pad............................................................................... 69
Het geluid met de E1~E8-regelaars beïnvloeden ..................................................................... 70
Muziek en videobeelden synchroniseren terwijl u op de V-Synth XT speelt (V-LINK)................ 71
V-LINK-mode selecteren .............................................................................................................71
V-LINK-functies die de V-Synth XT kan aansturen en MIDI-commandos......................... 71
Patches programmeren........................................................................................... 72
Werkwijze voor het editen van patches................................................................................................ 72
Patchinstellingen initialiseren (PATCH Init).......................................................................... 73
Patchinstellingen kopiëren (PATCH Copy)............................................................................ 73
Naam geven aan uw patch (PATCH Name)........................................................................................ 74
Patches aan een categorie toewijzen......................................................................................................74
Patches opslaan (PATCH Write)............................................................................................................ 75
De patch in het geheugen van bestemming beluisteren (Compare) .....................................76
Favoriete patches definiëren (Patch Palette)............................................................................. 76
Patches wissen (PATCH Delete) ............................................................................................................77
Intuïtief patches programmeren (Sound Shaper)................................................................................ 77
Functies van Patch-parameters .............................................................................................................. 79
Algemene instellingen voor de hele patch (Common).......................................................... 79
Golfvormen wijzigen (OSC1/OSC2)..........................................................................................86
Twee geluiden mixen/moduleren (MOD)................................................................................93
Effecten toepassen op de gespeelde noten (COSM1/COSM2) ..............................................93
Volume en stereopositie instellen (TVA)...................................................................................94
Envelopes programmeren............................................................................................................ 95
LFO-instellingen............................................................................................................................96
Effecten voor de patch programmeren (Effect) ........................................................................97
Zone-instellingen......................................................................................................................................99
Klavier opsplitsen om verschillende geluiden te spelen (Split)............................................. 99
Een drumpatch aanmaken.........................................................................................................101
Programmeren van Rhythm Kits (Rhythm-mode)............................................. 102
Werking van een Rhythm Kit.............................................................................................................102
Spelen in de Rhythm-mode .................................................................................................................. 102
Rhythm Kit programmeren ..................................................................................................................103
Samples maken en bewerken (Sample-mode) .................................................... 104
Sampelen.................................................................................................................................................. 104
Instellingen voor het sampelen (Wat is een template?)....................................................... 104
Werkwijze voor het sampelen...................................................................................................105
8
Inhoud
Resampling................................................................................................................................109
Instellingen................................................................................................................................... 109
Pre-Effect-instellingen ................................................................................................................110
Metronoomparameters............................................................................................................... 111
Sample-informatie opvragen ................................................................................................................ 112
Een sample importeren.......................................................................................................................... 113
Samples editen........................................................................................................................................ 113
Algemene werkwijze voor het editen ......................................................................................113
Editen van het gekozen samplegebied..................................................................................... 115
Loop-gebied instellen............................................................................................................... 117
Oorspronkelijk tempo instellen................................................................................................. 118
Samples naar V-Synth XT-data converteren (Encode)...................................................................... 118
Het coderingstype kiezen ..........................................................................................................119
Automatisch events opsporen................................................................................................... 120
Events verwijderen en toevoegen.............................................................................................120
Samples opslaan .....................................................................................................................................121
Overkoepelende instellingen (System-mode) ..................................................... 122
Instellen van de systeemparameters.................................................................................................... 122
Systeeminstellingen opslaan (Write)........................................................................................122
Systeeminstellingen initialiseren (Init)..................................................................................... 122
Systeemparameters ................................................................................................................................123
Overkoepelende instellingen (Common) ................................................................................123
Controllerinstellingen (Controller)...........................................................................................127
V-LINK-parameters (V-LINK) .................................................................................................. 129
Databeheer (Disk-mode)........................................................................................131
Disk Utility ..............................................................................................................................................131
Werken met de Disk Utility-functies.................................................................................................131
Sorteren van de afgebeelde bestanden..................................................................................... 132
Een project in de V-Synth XT laden (Load Project)........................................................................... 132
Projecten wegschrijven (Save Project)................................................................................................. 132
Wissen van overbodige bestanden (Clean Project) ...........................................................................133
Importeren van patches en golfvormen (Import Files)..................................................................... 133
Datadrager initialiseren (Format) ........................................................................................................134
Functies voor bestanden en mappen (Tools)...................................................................................... 135
Kopiëren van bestanden/mappen (Copy) .............................................................................. 135
Bestanden/mappen verplaatsen (Move).................................................................................135
Bestanden/mappen wissen (Delete) ........................................................................................ 136
Bestanden/mappen hernoemen (Rename)......................................................................................... 137
Via USB op uw computer aansluiten (USB-mode)..............................................138
Over de USB-functies.............................................................................................................................138
Driverinstallatie en instellingen ........................................................................................................... 138
MIDI-communicatie met de computer................................................................................................ 138
Signaalschema voor USB-audiotoepassingen .................................................................................... 138
Bestanden naar of van uw computer zenden (Storage).................................................................. 139
Windows ......................................................................................................................................139
Macintosh..................................................................................................................................... 141
Voorbeelden van het gebruik van de Storage-functie ....................................................................143
Werken met V-Synth Librarian.......................................................................................................... 145
Installatie ...................................................................................................................................... 145
Andere functies...................................................................................................... 146
Data naar een extern MIDI-apparaat doorseinen (Data Transfer) .................................................. 146
Fabrieksinstellingen laden (Factory Reset).........................................................................................147
Informatie opvragen (Info).................................................................................................................... 147
Gevoeligheid van het touchscreen aanpassen (Calibration)............................................................148
De gevoeligheid van het touchscreen aanpassen................................................................... 148
9
Inhoud
Appendix ........................................149
Parameteroverzicht................................................................................................ 150
Patch-parameters....................................................................................................................................150
Systeemparameters ................................................................................................................................156
COSM-parameteroverzicht.................................................................................... 159
COSM-parameters..................................................................................................................................159
Overdrive/Distortion.................................................................................................................159
Wave Shape.................................................................................................................................. 159
Amp Simulator ............................................................................................................................ 160
Speaker Simulator....................................................................................................................... 160
Resonator...................................................................................................................................... 160
1st order SideBandFilter............................................................................................................. 160
2nd order SideBandFilter...........................................................................................................161
Comb Filter .................................................................................................................................. 161
Dual Filter..................................................................................................................................... 161
TVF................................................................................................................................................ 162
Dynamic TVF...............................................................................................................................162
Polyphonic Compressor.............................................................................................................162
Polyphonic Limiter .....................................................................................................................162
Frequency Shifter ........................................................................................................................163
Lo-Fi Processor ............................................................................................................................163
TB Filter ........................................................................................................................................163
Effectoverzicht .......................................................................................................164
MFX-parameters..................................................................................................................................... 164
01: Parametric EQ (Parametrische equalizer).......................................................................... 165
02: Graphic EQ (Grafische equalizer).......................................................................................165
03: Resonant Filter.......................................................................................................................165
04: Isolator and Filter.................................................................................................................. 166
05: Distortion / OD (vervorming/overdrive)......................................................................... 167
06: Amp Simulator (simulatie van een gitaarversterker) ...................................................... 167
07: Auto Wah ...............................................................................................................................168
08: Humanizer .............................................................................................................................169
09: Dynamic Processor (dynamische stereoprocessor)..........................................................169
10: Tape Echo Simulator............................................................................................................. 170
11: Stereo Delay ........................................................................................................................... 170
12: Multi Tap Delay..................................................................................................................... 171
13: Reverse Delay ........................................................................................................................172
14: Vocal Echo..............................................................................................................................172
15: Band Pass Delay .................................................................................................................... 172
16: Analog Delay -> Chorus ......................................................................................................173
17: Digital Chorus .......................................................................................................................174
18: Space Chorus .........................................................................................................................174
19: Hexa Chorus ..........................................................................................................................174
20: Analog Flanger ...................................................................................................................... 175
21: BOSS Flanger .........................................................................................................................175
22: Step Flanger ...........................................................................................................................176
23: Analog Phaser........................................................................................................................ 176
24: Digital Phaser......................................................................................................................... 177
25: Rotary...................................................................................................................................... 177
26: Tremolo/Auto Pan ...............................................................................................................178
27: Stereo Pitch Shifter................................................................................................................178
28: OD/DS -> Cho/Flg (Overdrive/Distortion -> Chorus/Flanger).................................. 179
29: OD/DS -> Delay (Overdrive/Distortion -> Delay) ......................................................... 179
30: Cho/Flg -> Delay (Chorus/Flanger -> Delay) .................................................................180
10
Inhoud
31: Enh -> Cho/Flg (Enhancer -> Chorus/Flanger) ..............................................................180
32: Enh -> Delay (Enhancer -> Delay)......................................................................................181
33: Vocal Multi.............................................................................................................................181
34: Guitar Multi ...........................................................................................................................182
35: Bass Multi...............................................................................................................................183
36: EP Multi..................................................................................................................................183
37: Keyboard Multi .....................................................................................................................184
38: Phonograph............................................................................................................................ 185
39: Radio Tuning .........................................................................................................................185
40: Bit Rate Converter.................................................................................................................185
41: Pseudo Stereo......................................................................................................................... 186
Chorusparameters.................................................................................................................................. 186
Chorus Type................................................................................................................................. 186
Chorusparameters....................................................................................................................... 187
Reverbparameters .................................................................................................................................. 187
01: Room 1.................................................................................................................................... 187
02: Room 2.................................................................................................................................... 188
03: Room 3.................................................................................................................................... 188
04: Hall 1.......................................................................................................................................189
05: Hall 2.......................................................................................................................................189
06: Hall 3.......................................................................................................................................190
07: Garage.....................................................................................................................................190
08: PLATE..................................................................................................................................... 191
09: Non-Linear............................................................................................................................. 191
10: Delay ....................................................................................................................................... 192
Probleemoplossing................................................................................................193
Problemen i.v.m. de V-Synth XT..........................................................................................................193
Problemen i.v.m. de USB-driver (Windows)...................................................................................... 194
Problemen i.v.m. de USB-driver (Macintosh) ....................................................................................196
Boodschappen in het display ............................................................................... 197
ERROR-paginas................................................................................................................................. 197
WARNING-paginas..........................................................................................................................198
Berichtenvakjes ....................................................................................................................................... 199
Over MIDI ................................................................................................................ 200
Over de MIDI-aansluitingen .....................................................................................................200
MIDI-kanalen en multi-timbrale klankbronnen.....................................................................200
MIDI Implementation Chart.................................................................................... 201
Specificaties ...........................................................................................................202
Index........................................................................................................................ 203
11

Belangrijkste kenmerken

De V-Synth XT is een professionele synthesizer met een klankbron, die verschillende technologieën van Roland herbergt. Bijzonder realistische akoestische geluiden, vette tapijten, ritmische grooves en agressieve geluiden de V-Synth XT kan gewoon alles aan –
zelfs organische overgangen tussen deze extremen. De software van de Roland “V-Cards” VC-1 en VC-1 behoort eveneens tot de standaarduitrus­ting. Deze twee systemen kunt u direct kiezen – zonder het instrument te herstarten. Dankzij deze software kan de V-Synth XT dienst doen als (virtuele) D-50 of Vocal Designer.
De V-Synth XT is gewoon het perfecte instrument voor live en in de studio en biedt klanken die u elders tevergeefs zoekt.
V-Synth-klankbron voor unieke geluiden
De klankbron berust op een PCM-oscillator met VariPhrase­functionaliteit, analog modeling-oscillatoren, krachtige modula­toren en COSM-processors met o.a. een sideband filter. U bepaalt zelf hoe die verschillende secties worden gebruikt door gewoon de benodigde structuur te kiezen. De combinatie van de secties (die op zich al bijzonder veelzijdig zijn) levert absoluut unieke geluiden op.
Er zijn twee oscillatoren waar je één van de volgende typen aan kunt toewijzen: PCM (VariPhrase), analog modeling en een externe signaalbron. Voor alle belangrijke oscillatorsecties zijn er apart instelbare parameters. Zelfs wanneer u de oscillatoren zon­der veel poespas gebruikt, zijn er al een heleboel modulatiemo­gelijkheden.
De PCM-oscillatoren bevatten Rolands VariPhrase-technologie. VariPhrase kan de toonhoogte, de duur en de formant (het karakteristieke frequentiegehalte) van audiomateriaal in real­time wijzigen zonder de klankkwaliteit noemenswaardig te beïnvloeden. Op die manier verandert een gewone PCM-golf­vorm in rekbare audiodata die je net zo snel/traag kunt afspe­len als je maar wil – en het blijft klinken als een klok.
De oscillatoren, die de analoge modeling voor hun rekening nemen, bevatten tal van hoogwaardige golfvormen, waaronder Super Saw, die behoorlijk vet klinken. Voor sologeluiden is zoiets gewoon ideaal. U kunt kiezen uit 14 verschillende golfvor­men.
De signalen van de oscillatoren kunnen vervolgens met COSM­effecten worden bewerkt. Die effecten kunnen veel meer dan alleen filteren (wat je met name voor analoge dingen nodig hebt). Er zijn 16 verschillende typen: een TVF, modellen van gitaarversterkers, een LoFi-processor, een sideband filter dat ruis of andere geluiden van een duidelijk waarneembare toon­hoogte voorziet, en zelfs een resonator, die zowat als klank­bord van de bewerkte geluiden fungeert. Zelfs externe signalen kunnen met een COSM-processor worden bewerkt. De V-Synth XT kan dus tevens als filterbank worden misbruikt.
‘Sound Shaper-functie om sneller geluiden te programmeren
De V-Synth XT bevat een Sound Shaper-functie die het aantal in te stellen parameters tot een minimum herleidt. Kies gewoon een sjabloon om te zorgen dat de daaraan verbonden parameters geselecteerd worden. Met enkele regelaars en knoppen kunt u dan professionele sounds maken.
Unieke én bruikbare patches
Indien nodig, kunt u echt alles –zelfs de golfvormen– van de aanwe-
zige geluiden wijzigen. Met de V-Synth XT kunt u ook zelf golfvor­men sampelen en WAV/AIFF-bestanden importeren en als basis voor nieuwe klanken gebruiken.
Bovendien biedt de V-Synth XT een Rhythm-functie, die het voordeel heeft dat u aan elke toets/noot een andere klank kunt toewijzen. De meest voor de hand liggende toepassing hiervoor is de aanmaak van zgn. Drum Sets. Omdat we hier echter over compleet editeerbare VariPhrase-klanken praten, hoeft u zich niet te beperken tot basdrums, snares en andere potten en pan­nen.
Realtime-wijzigingen van de geluiden
De V-Synth XT is voorzien van een multi-step modulator waaraan u parameters naar keuze kunt toewijzen, die dan simul­taan volgens stijgende of dalende patronen worden beïnvloed (gemoduleerd). Met de regelaars op het frontpaneel kunt u die bewegingen opnemen. Als u daarna de Smoothing-functie activeert, kunnen dergelijke bewegingen zelfs als LFO fungeren.
VariPhrase-golfvormen kunt u dan weer met de Time Trip-func­tie beïnvloeden. Met cirkelbewegingen op de Time Trip-pad kunt u de afgespeelde golfvorm op elke gewenste plaats gewoon stoppen en de daaruit resulterende klank voor het spelen van melodieën gebruiken! Een andere toepassing voor deze pad is de realtime-bepaling van de snelheid waarmee/de manier waarop o.a. breakbeats worden afgespeeld.
Alle functies, die op de één of andere manier verband houden met het tempo, kunt u ook synchroniseren: VariPhrase, de LFO en de envelope van elke sectie, de programmeerbare arpeggia­tor, de multi-step modulator en zelfs de effecten kunnen aan het mastertempo worden gekoppeld.
12
Belangrijkste kenmerken
Hardware voor de veeleisende professional
Dankzij een uniek concept kun je de V-Synth XT op verschil­lende plaatsen gebruiken: op een bureau of in een rack. Boven­dien ziet deze machine er oogverblindend mooi uit.
De V-Synth XT bevat een groot kleurendisplay met een uitge­kiende gebruiksinterface en een directe toegang tot alle beno­digde parameters. Dankzij de acht regelaars hebt u tevens vaak de indruk dat u met een analoog instrument zit te werken. Die regelaars kunnen zelfs voor de afstandsbediening van andere MIDI-apparaten worden gebruikt.
Natuurlijk zijn er digitale in- en uitgangen (optisch en coaxiaal). De samplingfrequentie van de uitgangen kan –naar keuze–
44.1kHz, 48kHz of 96kHz bedragen. De analoge uitgangen zijn symmetrisch uitgevoerd (TRS-jacks).
Op het frontpaneel bevindt zich een gecombineerde microfoon­ingang (XLR en jack) die ook fantoomvoeding kan leveren. Dankzij de hoge gevoeligheid kunt u hier zonder meer studiomi­crofoons, elektrische gitaren e.d. aansluiten.
De USB-poort kan zowel voor de dataoverdracht als voor MIDI­toepassingen worden gebruikt. Die USB-verbinding werkt zo snel en probleemloos dat u de V-Synth XT zelfs als USB-audio­convertor zou kunnen gebruiken.
Verder is er een poort voor PC-kaarten. Door met een in de han­del verkrijgbare PC-kaartadapter te werken kunt u zelfs Com­pactFlash- en SmartMedia-kaarten gebruiken.
Twee V-Cards zitten er al in
De V-Synth XT wordt geleverd met de VC-1 en VC-2, de eerste
twee V-Cards van Roland. Door gewoon de toegewezen knop in te drukken kunt u van de V-Synth XT een compleet ander instrument maken (blz. 22).
De VC-1 “D-50 tovert de V-Synth XT om in een module die
qua geluid en bediening sprekend op de D-50 (een klas-
sieke Roland-synthesizer, die in 1987 uitkwam) lijkt. Let wel: we praten hier niet uitsluitend over de sounds van de D-50, maar over alle parameters van die synth.
De VC-2 Vocal Designer verandert de V-Synth XT in een
geavanceerde stemprocessor. Die laat o.m. toe gewoon wat lettergrepen te zeggen, terwijl u op een klavier speelt. De gespeelde noten dienen dan als basis voor griezelig echte solo- en koorstemmen.
Meer details over het werken met de VC-2 Vocal Designer vindt u in de V-Card-handleiding.
Wat is VariPhrase?
VariPhrase heeft de volgende voordelen: 1 De toonhoogte, de duur (expansie/compressie van audio-
data) en de stemeigenschappen (formant) kunnen in real­time worden gewijzigd.
2 Kan met het tempo worden gesynchroniseerd en hanteert
automatisch de juiste toonhoogte.
3 Met één sample kunt u complete melodieën spelen – op
andere samplers hebt u daarvoor meerdere samples nodig. 4 De kwaliteit blijft altijd perfect. VariPhrase maakt komaf met de tot nu toe gebruikelijke beper-
kingen van samplers en digitale audiorecorders. Typische problemen met digitale samplers en recorders:
Door een ander tempo te hanteren wijzigt u ook de toon­hoogte.
Door een andere toonhoogte te hanteren wijzigt u ook het tempo en de kwaliteit (formant) van het geluid.
Nagenoeg geen controlemogelijkheden voor audiofrasen. U kunt niet met fragmenten van gesampelde audiofrasen wer­ken.
Traditionele samplers klinken alleen bruikbaar, wanneer je bijna voor elke noot een aparte sample gebruikt.
Bruikbare akkoorden zijn alleen mogelijk, wanneer de aan­gestuurde samples (bv. qua vibrato) synchroon zijn.
Op digitale samplers zorgen wijzigingen in tempo of toon­hoogte voor een vermindering van de geluidskwaliteit.
VariPhrase lost al deze problemen op.
Meer details over het werken met de VC-1 D-50 vindt u in de V-Card-handleiding.
13

Bedieningsorganen

5
6
7
8

Frontpaneel

1
INPUT
Regelt het volume van de via de MIC-connector (frontpaneel) ont­vangen signalen. (blz. 106)
* Heeft geen invloed op de via INPUT (achterpaneel) ontvangen signa-
len.
2
VOLUME
1
2
3
8
9 10
4
Hiermee regelt u het volume van de signalen, die naar de MAIN OUT-connectors en de PHONES-jack worden uitgestuurd. (blz. 21)
3
MIC-connector
Hierop kunt u een (analoge) microfoon aansluiten. Dit is een gecombineerde XLR-/jack-connector. De XLR-pennen kunnen fantoomvoeding (48V) voor een condensa-
tormicrofoon e.d. leveren. Zet de bijbehorende schakelaar dan op PHANTOM ON.
* Het via de MIC-connector ontvangen signaal wordt door de MIC Jack
Switch (blz. 126) uitgeschakeld.
922
* Dit instrument is voorzien van symmetrische (XLR/TRS) connectors.
Hieronder vindt u de bedrading ervan. Ga altijd na of de signaalbron,
die u hier wilt aansluiten, dezelfde bedrading hanteert.
HEET
PUNT
HEET KOUD MASSA
KOUD
MASSA
RING MANTEL
4
MIC-schakelaar
Hiermee kiest u de benodigde impedantie en schakelt u de fantoom­voeding in/uit.
Hi-Z Kies “Hi-Z, wanneer u een elektrische gitaar
of bas op het jack-gedeelte van de ingang aansluit.
NORMAL Kies NORMAL, wanneer u een signaal-
bron met microfoonniveau op het jack­gedeelte van de ingang aansluit.
PHANTOM ONKies deze stand om de op de XLR-pennen
aangesloten microfoon van fantoomvoeding te voorzien.
* De MIC-schakelaar heeft geen invloed op de via INPUT (achterpaneel)
ontvangen signalen.
* Schakel de fantoomvoeding uit alvorens signaalbronnen aan te sluiten
die geen voeding nodig hebben. Door de fantoomvoeding ingeschakeld
te laten, terwijl u een dynamische microfoon of andere signaalbron aan-
sluit, beschadigt u het betreffende apparaat namelijk. Neem de specifica-
ties van de gehanteerde microfoon door alvorens hem aan te sluiten.
(Fantoomvoeding van dit instrument: max. 48V DC, 10mA)
11
13
5
6
12
7
USB-connector
Dit is een USB-aansluiting. Die kunt u op uw computer aansluiten om bestanden en MIDI-commandos te versturen of te ontvangen. Hij ondersteunt tevens audiostreaming.
[PEAK] (piekindicator)
Licht op, wanneer het ingangsvolume te hoog is.
* Hij is zowel met de MIC-connector als de INPUT-jacks op het achter-
paneel verbonden.
[MIDI]-indicator
Licht op, wanneer er MIDI-commandos worden ontvangen.
[USB]-indicator
Licht op, wanneer de USB-poort van de V-Synth XT op een ander apparaat is aangesloten.
PHONES-connector
Hierop kunt u een optionele hoofdtelefoon aansluiten. (blz. 20)
V-CARD-knop
Bij levering bevat de V-Synth XT al de software van de Roland V-Cards VC-1 en VC-2. Druk op de V-CARD-knop om de gewenste functionaliteit (V-Synth/VC-1/VC-2) te kiezen (blz. 22).
14
14
15
16
16
14
15
POWER
17
Bedieningsorganen
E1~E8-regelaars
Deze regelaars dienen voor de realtime-bïnvloeding van de gekozen parameters (blz. 34).
De parameters kunt u op de PATCH PLAY-pagina (blz. 60) kie­zen door de [SHIFT]-knop ingedrukt te houden, terwijl u op de
[ ][ ]-cursorknoppen drukt.
PC CARD-poort
Hier kan een geheugenkaart worden ingebracht.
Voor details over het installeren van de meegeleverde PC-kaart­beschermer zie blz. 23.
9
PREVIEW-knop
Druk hierop om de gekozen patch te kunnen beoordelen.
10
KEY PAD-knop
Hiermee bepaalt u de functie van de cijferknoppen. Licht op:
De cijferknoppen dienen voor het invoeren van waarden. Werken met de cijferknoppen (blz. 27)
Uit:
De cijferknoppen dienen voor de bediening van de Patch Palette-functie (kiezen van uw favoriete patches).
Favoriete patches kiezen (Patch Palette) (blz. 61)
11
Cijferknoppen
Wanneer de cursor zich bij een waarde bevindt, kunt u die met deze knoppen wijzigen (blz. 27).
De cijferknoppen doen tevens dienst als Patch Palette-knoppen (blz. 61).
12
LCD CONT-regelaar (LCD CON-
TRAST)
Past het displaycontrast aan. (blz. 22)
13
Display
Het display houdt u op de hoogte van wat u net aan het doen bent.
VALUE-regelaar
Hiermee kunt u waarden wijzigen. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u aan deze regelaar draait om de waarde in grotere stappen te wijzi­gen. (blz. 26)
Druk op de VALUE-regelaar om een instelling e.d. te bevestigen (ENTER-functie). Wanneer de cursor zich bij een waarde bevindt, kunt u [ENTER] (VALUE-regelaar) indrukken om de waarde met de cijferknoppen in te voeren (blz. 27).
[SHIFT]
Gebruik deze knop samen met andere knoppen om toegang te krij­gen tot bijkomende functies.
[MODE]
Hiermee opent u het Mode Menu-venster.
[CTRL]
Hiermee gaat u naar de Control-pagina (blz. 63). Op de Control­pagina vindt u de Time Trip-functie (blz. 69) die het beïnvloeden van het geluid via het drukgevoelige display toelaat. Bovendien vindt u daar de External Control-functie (blz. 63) voor het gebruik van de E1~E8-regelaars als MIDI-afstandsbediening. Ook de V­LINK-functie (blz. 71) voor de bediening van videoapparaten bevindt zich hier. Tenslotte kunt u hier nog de arpeggiator in-/uit­schakelen (blz. 64).
[EXIT]
Hiermee gaat u terug naar de PLAY-pagina c.q. sluit u het momen­teel geopende venster. Op sommige paginas kunt u een gemaakte instelling hiermee annuleren.
[DEC], [INC]
Hiermee kunt u waarden wijzigen. Als u één knop ingedrukt houdt, terwijl u op de andere drukt, versnelt de waardeverandering. Als u één van deze knoppen indrukt, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, verandert de waarde in grotere stappen. (blz. 26)
15
Bedieningsorganen
17
5
6
[ ], [ ], [ ], [ ] (cursorknoppen)
Beweegt de cursor naar boven/beneden/links/rechts. (blz. 25)
Als u op de PATCH PLAY-pagina (blz. 60) de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, kunt u met [ ][ ] andere functies aan de
E1~E8-regelaars toewijzen.

Achterpaneel

1 2 3 4 5 6
Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt, terwijl u op [ ][ ] drukt om rechtsboven op de PATCH PLAY- of EDIT-pagina een andere zone te kiezen (blz. 99).
POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de stroomtoevoer in/uit. (blz. 21, blz. 54)
1
AC Inlet
Sluit hier de bijgeleverde stroomkabel aan.
2
DIGITAL AUDIO INTERFACE-connec-
tor (OPTICAL IN/OUT, COAXIAL IN/ OUT)
(beantwoordt aan IEC60958). Dit zijn digitale in-/uitgangen (stereo). Het uitgaande signaal is
identiek aan het signaal dat via de MAIN OUT-connectors wordt uit­gestuurd.
3
MIDI-connectors (IN, OUT, THRU)
Sluit hier externe apparaten aan die MIDI-commandos moeten zen­den of ontvangen.
4
INPUT-connectors (L, R)
Hier kan een externe geluidsbron, zoals een CD-speler, worden aan­gesloten. Diens signalen kunt u sampelen of in realtime bewerken.
* De ontvangst van de INPUT-connectors kunt u met de INPUT Jack
Switch (blz. 126) in-/uitschakelen.
* * Het niveau van de via de INPUT-connectors ontvangen signalen
kunt u met INPUT Jack Gain (blz. 126) instellen.
DIRECT OUT-connectors (L, R)
(1/4-jack)
Via deze connectors worden de signalen zonder effecten naar de bui­tenwereld gestuurd. U zou ze dan ook op een externe effectprocessor c.q. een ander audioapparaat kunnen aansluiten.
MAIN OUT-connectors (L (MONO),
R) (1/4 TRS-jack)
Deze jacks voeren het geluidssignaal in stereo uit naar een aangeslo­ten mixer/versterker. Voor monotoepassingen moet u de L-con­nector gebruiken. (blz. 20)
16

Snelle start

17

Voorbereidingen

Opstellen van de V-Synth XT
Dankzij een pienter systeem kunt u de V-Synth XT zowel op een tafel zetten als in een rack hangen.
Desktop-gebruik
Stel de V-Synth XT zoals getoond op.
Inbouw in een rack
1
Installeer de V-Synth XT naar behoren in een rack.
Voor de installatie van de V-Synth XT hebt u (op 4 plaatsen) optionele schroeven nodig.
POWER
18
De rackbeugels van de V-Synth XT kunt u niet verwij­deren. Bovendien mag u alleen de schroeven van de kantelvoorziening losdraaien om defecten en storin­gen te voorkomen.
Voorbereidingen
2
Na de V-Synth XT in een rack geïnstalleerd te hebben kunt u er de
hoek van instellen.
Installeer de V-Synth XT eerst naar behoren in uw rack. Pak de twee
handvaten op het frontpaneel vast en trek ze naar boven tot u een klik
hoort.
Om weer de verticale stand te kiezen moet u de handvaten naar bin-
nen drukken (ook weer tot u een klik hoort).
* Deze operaties mag u pas uitvoeren na de V-Synth XT in een rack geïnstalleerd te hebben.
* De V-Synth XT kan alleen gekanteld worden, als er voldoende plaats in het rack is.
Laat daarom boven de V-Synth XT wat ruimte vrij in het rack.
Snelle start
Grendel van de kantelvoorziening installeren
Alvorens de V-Synth XT te vervoeren moet u de bijgeleverde kantelgrendel installe­ren. Door het instrument zonder die bewuste voorziening te vervoeren loopt u het risico het te beschadigen.
Activeer de grendel door op de getoonde plaatsen schroeven aan te brengen.
POWER
19
Voorbereidingen
Om schade aan de luidspre­kers en andere apparaten te voorkomen moet u het volume van alle apparaten op de mini­mumwaarde zetten en de betrokken apparaten uitscha­kelen alvorens ze op elkaar aan te sluiten.
Om een optimale geluidskwa­liteit te bereiken sluit u de V-Synth XT best aan op een stereoversterkingssysteem. Als u echter met een monosy­steem moet werken, hebt u alleen de MAIN OUT L (MONO)-connector van de V-Synth XT nodig.
De V-Synth XT wordt zonder audiokabels geleverd. Die moet u dus bij de hand heb­ben.

Aansluiten op een versterker

De V-Synth XT bevat noch een versterker, noch luidsprekers. U moet hem dan ook op een keyboardversterker, actieve speakers of een HiFi-keten aansluiten om iets te horen.
In het hier getoonde voorbeeld worden alleen de MAIN OUT-connectors gebruikt.
921
1
Schakel alle benodigde apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te
sluiten.
2
Verbind het ene einde van het bijgeleverde netsnoer met de aanslui-
ting achterop het V-Synth XT en het andere einde met een stopcon-
tact.
3
Sluit de V-Synth XT aan op uw geluidssysteem.
Naar stopcontact
V-Synth XT
Achterpaneel van
de V-Synth XT
MIDI IN
MIDI OUT
Extern MIDI-apparaat
(klavier, sequencer e.d.)
MAIN OUTPHONES
Stereo-hoofdtelefoon
Mixer enz. Eindtrap
Actieve luidsprekers (met
versterker)
POWER
Voor de verbindingen met een versterker/actieve luidsprekers hebt u audiokabels nodig. Werkt u met een hoofdtelefoon, dan moet u hem op de PHONES-connector aansluiten.
TIP
20
Zie Via USB op uw computer aansluiten (USB-mode) (blz. 138) voor de werkwijze, wanneer u de V-Synth XT op een computer aansluit.
*Dit product mag alleen op een stopcontact worden aangesloten dat aan de vereisten (zie het achterpaneel) voldoet.
Meer details over de voeding vindt u op blz. 202.
Voorbereidingen
Na alle benodigde aansluitin­gen voltooid te hebben (blz. 18) mag u de apparaten in de opgegeven volgorde inscha­kelen. Door de apparaten in de verkeerde volgorde in te scha­kelen zou u de luidsprekers, externe apparaten enz. kun­nen beschadigen.
Dit product is voorzien van een veiligheidscircuit. Daarom duurt het na het inschakelen even voordat het naar behoren werkt.
Tijdens het opstarten beeldt het display van de V-Synth XT Processing…” af.
Een optimale geluidskwaliteit bereikt u alleen door het volume van de V-Synth XT zo hoog mogelijk in te stellen en het geluidsniveau op de ver­sterker e.d. in te stellen.
Zet het volume nooit overdre­ven hard. Anders beschadigt u namelijk de versterker en/of de luidsprekers.

Inschakelen

941
1
Ga, vóór het inschakelen van de V-Synth XT, even het volgende na:
Zijn alle apparaten naar behoren aangesloten?
Hebt u het volume van de V-Synth XT en de overige apparaten op nul gezet?
2
Druk de POWER-schakelaar op het frontpaneel van de V-Synth XT in.
942
3
Schakel de versterker en/of de luidsprekers in.
4
Wacht tot de V-Synth XT zijn systeem geladen heeft. Zodra hij
gebruiksklaar is, ziet het display er ongeveer als volgt uit.
* Als u vóór het uitschakelen een V-Card had gekozen, wordt diens systeem tijdens de opstart-
fase geladen (blz. 22).
Snelle start
UITAAN
5
Regel het volume van de aangesloten versterker en/of speakers.
Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier, terwijl u het volume
van de V-Synth XT geleidelijk aan verhoogt.
TIP
21
Voorbereidingen
Als u vóór het uitschakelen een V-Card had gekozen, wordt diens systeem tijdens de opstartfase geladen.
Tijdens het laden van de V­Card-functies worden alle tot dan toe gemaakte wijzigingen gewist. Vergeet dus niet de patch- en systeeminstellingen op te slaan.
“Patches opslaan (PATCH Write) (blz. 75)
“Systeeminstellingen opslaan (Write) (blz. 122)

Opstarten van een V-Card

Druk op de [V-CARD]-knop om de gewenste toepassing (V-Synth/VC-1/VC-2) te kiezen.
Bij levering bevat de V-Synth XT al de software van de Roland V-Cards VC-1 en VC-2. Met één druk op een knop kunt u de werking van de V-Synth XT wijzigen zon­der hem telkens opnieuw op te starten.
De VC-1 “D-50” tovert de V-Synth XT om in een module die –qua geluid en bediening– sprekend op de D-50 (een “klassieke” Roland-synthesizer, die in 1987 uitkwam) lijkt. Let wel: we praten hier niet uitsluitend over de sounds van de D-50, maar over alle parameters van die synth.
De VC-2 Vocal Designer verandert de V-Synth XT in een geavanceerde stemprocessor. Die laat o.m. toe om wat lettergrepen te zeggen, terwijl u op een klavier speelt. De gespeelde noten dienen dan als basis voor griezelig echte solo- en koorstemmen.
1
Druk, eens de V-Synth XT opgestart is, op de [V-CARD]-knop en ver-
volgens op het displayveld dat aan de gewenste toepassing is toege-
wezen.
Het display beeldt nu de openingspagina van de V-Card af.
* Houd de [V-CARD]-knop tijdens het inschakelen ingedrukt om meteen een andere werking
voor de V-Synth XT te kunnen kiezen.

Displaycontrast instellen (LCD Contrast)

Na het inschakelen (of als de V-Synth XT al een tijdje aan staat) is het display even­tueel nog maar nauwelijks af te lezen. Bovendien beïnvloeden de hoek waaronder u naar het display kijkt en de verlichting op de plaats waar u staat de leesbaarheid van het display. Met de LCD CONT-regelaar kunt u de contrastinstelling van het display wijzigen.
Meer details over het werken met de VC-1 D-50 en VC-2 Vocal Designer vindt u in de V-Card-handleiding.
22
Voorbereidingen

Installeren van de PC-kaartbescherming

Bij de V-Synth XT wordt een PC-kaartbeschermer geleverd om diefstal van de geheugenkaart te voorkomen. Ziehier hoe u die PC-kaartbeschermer kunt installe­ren.
1
Verwijder de schroeven onder de PC CARD-poort.
2
Schuif de PC-kaart in de PC CARD-poort.
3
Installeer de PC-kaartbeschermer met behulp van de schroeven.
930
931
* Geheugenkaarten mag u alleen insteken c.q. verwijderen, als het apparaat uitgeschakeld is.
Anders zo u namelijk de interne instellingen en/of de data op de kaart kunnen beschadigen.
* Schuif de geheugenkaart volledig, maar voorzichtig, in de poort tot ze vastklikt.
Snelle start
Frontpaneel
Geheugenkaart
PC-kaartbeschermer
23

Basisbediening van het touchscreen

De V-Synth XT is voorzien van een drukgevoelig display (“touchscreen”). U hoeft de afgebeelde items dan ook maar aan te raken om ze te kiezen of in te stellen.
* Het touchscreen reageert op lichte aanraking. Druk er dus niet met geweld of een hard voor-
werp op, omdat u het anders beschadigt. Oefen geen overmatige kracht uit en gebruik alleen uw vingers voor de bediening.

Pieptoon activeren/deactiveren

U kunt aangeven of er wel of geen pieptoon te horen zal zijn, wanneer u een actief gebied op het scherm aanraakt.
* Aanvankelijk is deze “akoestische feedback” actief.
1
Raak rechtsboven in het venster <MENU> aan.
Er verschijnt een afrolmenu.
2
Raak in het afrolmenu <Beep> aan om een vinkje () toe te voegen.
Deze instelling betekent dat de pieptoon actief is. Herhaal deze procedure om de pieptoon weer uit te schakelen (het vinkje verdwijnt).
* Als u de pieptoon hebt uitgeschakeld, verschijnt er een “
venster, wanneer u een actief gebied van het touchscreen aanraakt.
” in het titelgebied bovenaan het
24
Basisbediening van het touchscreen

De cursor bewegen

Elke pagina en elk venster beeldt verschillende parameters of items af die u kunt selecteren. Breng de cursor naar de waarde van een parameter om deze te wijzigen. De cursor is een blauwe rechthoek. De parameterwaarde of het item die/dat u met de cursor selecteert, wordt negatief weergegeven.
Cursor
Cursortoetsen
Druk op [ ], [ ], [ ] of [ ] (de cursortoetsen) om de cursor te verplaatsen.
Snelle start
[ ]: beweegt de cursor naar boven. [ ]: beweegt de cursor naar beneden. [ ]: beweegt de cursor naar links. [ ]: beweegt de cursor naar rechts.
Touchscreen
U kunt de cursor ook “verplaatsen” door de gewenste parameter direct aan te raken.
25
Basisbediening van het touchscreen

Waarden wijzigen

Om een waarde te wijzigen kunt u de VALUE-regelaar of [INC][DEC] gebruiken of over het touchscreen slepen.
Op alle paginas van het V-Synth XT-display kunt u de benodigde waarde zoals eerder beschreven (met de cursor) selecteren en wijzigen.
Elke parameter heeft zijn eigen instelbereik. Bovendien heeft elk instelbereik een boven- en een ondergrens.
VALUE-regelaar
Als u de VALUE-regelaar naar rechts draait, wordt de waarde verhoogd. Draai hem tegen de klok in om de waarde te verminderen. Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u aan de VALUE-regelaar draait om de waarde in grotere stappen te verhogen en zo sneller grote waardeveranderingen te kunnen maken.
[INC] en [DEC]
Druk op [INC] om de geselecteerde waarde te verhogen. Druk op [DEC] om hem te verlagen. Houd de knop ingedrukt voor continue wijzigingen. Houd [INC] inge­drukt en druk op [DEC] voor snellere waardeverhogingen. Houd [DEC] ingedrukt en druk op [INC] om sneller een beduidend kleinere waarde te kiezen.
Touchscreen
Raak een parameter waarde aan en sleep uw vinger op/neer of naar links/rechts. Naar boven of naar rechts slepen verhoogt de waarde. Omlaag of naar links slepen vermindert de waarde.
26
Basisbediening van het touchscreen
De cijferknoppen kunnen ook als Patch Palette (blz. 30) fungeren.
Dergelijke lijsten kunt u tevens oproepen door op de VALUE­regelaar (ENTER) te drukken.

Werken met de cijferknoppen

Patches met de cijferknoppen kiezen
Als de cursor zich bij een patchnummer bevindt, kunt u met de cijferknoppen andere patches kiezen.
Het nummer van de patch verschijnt in het numerieke veld.
[0]~[9]-knoppen: dienen voor het invoeren van een patchnummer.
[BANK-], [BANK+]-knoppen: Fungeren als ENTER-functie.
Snelle start
Werken met de cijferknoppen voor het invoeren van waarden
Wanneer de cursor zich bij bepaalde invoervelden bevindt, kunt u met de cijferknoppen soms een waardenlijst voor de betreffende parameter kiezen.
Invoeren van numerieke waarden
Gebruik de cijferknoppen voor het invoeren van een numerieke waarde.
[0]~[9]-knoppen: invoeren van cijfers.
[BANK]-knop: maakt het getal negatief (c.q. weer positief).
[BANK+]-knop: wissen van de ingevoerde waarde.
[KEY PAD]-knop: terugkeer naar het midden van de lijst.
Directe waarde-ingave
In het voor de invoer geselecteerde veld verschijnt SELECT”.
Druk op een knop om de overeenkomstige waarde in te voeren. De [0]~[9]-knop-
pen zijn van boven naar onder aan de items in de lijst toegewezen.
De beschikbare knoppen lichten op, terwijl de huidige waarde knippert.
27

Klanken beluisteren

Patches kunt u bovendien kie­zen door het patchveld aan te raken en de cijferknoppen te gebruiken (blz. 27).
Nog een andere aanpak is het aanraken van het patchnum­mer en het op- of neerwaarts (c.q. naar links/rechts) slepen van uw vinger.

Patches kiezen en bespelen

De V-Synth XT bevat een groot aantal klanken en biedt o.m. de mogelijkheid telkens één (een zogeheten patch) ervan te bespelen. Laten we een aantal patches kiezen om te kijken wat de V-Synth XT zoal in zijn mars heeft.
1
Roep de PATCH PLAY-pagina op.
Als de PATCH PLAY-pagina (zie hieronder) niet wordt afgebeeld, moet u één of twee keer op [EXIT] drukken om te zorgen dat die pagina verschijnt.
Patchnummer
2
Druk op de [PREVIEW]-knop om de patch te horen.
3
Om een andere patch te kiezen moet u het patchnummer aanraken en
dan de VALUE-regelaar of [INC][DEC] werken. Om sneller te werken
kunt u [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u deze handelingen uitvoert.
TIP
TIP
28
Klanken beluisteren
Tijdens het laden van de fabrieksinstellingen kiest de V-Synth XT weer kanaal 1 voor de Patch-mode. Als u liever een ander ont­vangstkanaal dan “1” gebruikt, moet u het met Part MIDI (blz. 126) aan Part 1 toewij­zen.
Zie de Sound List voor de voorgeprogrammeerde pat­ches van de V-Synth XT.
Als u een patch uit de lijst selecteert en vervolgens op het externe MIDI-klavier speelt, hoort u de geselecteerde patch. Zo weet u meteen of u de juiste patch te pakken hebt.
Patches van de V-Synth XT via een MIDI­klavier aansturen
De V-Synth XT kan vanop een extern MIDI-apparaat (klavier of sequencer) worden aangestuurd.
Hiervoor moet u een externe stuurbron op de V-Synth XT aansluiten.
MIDI-klavier aansluiten
Sluit het MIDI-klavier zoals hierna getoond aan.
V-Synth XT
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI-klavier
MIDI-kanaal instellen
De V-Synth XT reageert alleen op MIDI-data, wanneer het externe apparaat op het MIDI-kanaal zendt waarop hij ontvangt (soms worden meerdere kanalen gehan­teerd).
Snelle start

Patches uit een lijst selecteren

Misschien kiest u de benodigde patches liever uit een lijst
1
Roep de PATCH PLAY-pagina op.
Als de PATCH PLAY-pagina niet wordt afgebeeld, moet u één of twee keer op [EXIT] drukken.
2
Raak linksboven in het display <List> aan.
Het PATCH List-venster verschijnt.
TIP
3
Selecteer een patch uit de lijst.
Kies met de VALUE-regelaar of [INC][DEC] de gewenste patch. U kunt ook een patch selecteren door hem aan te raken.
29
Klanken beluisteren
Het Patch Palette kunt u alleen op de PATCH PLAY­pagina selecteren.
Met de knoppen [0] en [9] kunt u in stappen van 100 patches voor- of achteruit gaan.
Voor details over hoe u een patch in het Patch Palette registreert, zie Favoriete pat­ches definiëren (Patch Palette) (blz. 76).
4
Raak <017–032>~<241–256> links en rechts in het display aan om
andere patches te zien. Om hoger genummerde patches te bekijken
moet u op <257–512> onderaan het display drukken.
5
Raak <OK> aan.
De patch wordt geladen en het PATCH List-venster verdwijnt.
Patches volgens categorieën kiezen (blz. 61)

Favoriete patches kiezen (Patch Palette)

Vaak benodigde patches kunt u in het Patch Palette opnemen en vervolgens via de cijferknoppen [0]~[9] oproepen.
Elk pallet kan acht patches bevatten. Die kunt u met [1]~[8] direct oproepen. Met de [BANK]-knop kunt u de benodigde bank selecteren. Er zijn acht banken, zodat u dus 64 patches kunt registreren.
1
Roep de PATCH PLAY-pagina op.
2
Druk op [KEY PAD]. Het display beeldt het Patch Palette af.
3
Druk op de cijferknop van de gewenste patch
([1]~[8]).
U kunt een patch tevens selecteren door het
scherm aan te raken.
4
Kies met [BANK–]/[BANK+] de benodigde
Palette-bank.
5
Druk opnieuw op [KEY PAD] om het Patch Palette te verlaten.
30
Loading...
+ 182 hidden pages