Roland V-SYNTH XT User Manual [nl]

Handleiding

Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de V-Synth XT.

201b

Lees, alvorens dit product te gebruiken, de volgende dingen door: “Het product op een veilige manier gebruiken” (blz. 3) en “Belangrijke opmerkingen” (blz. 4). Daar vindt u namelijk belangrijke tips en een opsomming van wat u wel en niet mag doen. Bovendien verdient het natuurlijk aanbeveling ook de rest van de handleiding door te nemen om alle functies te leren kennen. Zie bovendien de “Sound List”. Bewaar de handleidingen op een veilige plaats, omdat u ze later beslist nog eens nodig zal hebben.

204

* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

206j

* De officiële benaming van Windows® is “Microsoft® Windows® operating system”.

 

207

*

Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.

209

*

Mac OS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.

230* SmartMedia is een handelsmerk van Toshiba Corp.

231* OMS is een geregistreerd handelsmerk van Opcode Systems, Inc.

232* FreeMIDI is een handelsmerk van Mark of the Unicorn, Inc.

220* Alle in dit document vermelde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de betreffende eigenaars.

POWER

202

Copyright © 2005 ROLAND CORPORATION

Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z’n geheel, is zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION verboden.

CAUTION

RISK OF ELECTRIC SHOCK

DO NOT OPEN

ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR

CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK,

DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).

NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.

REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.

De bliksemschicht in een driehoek wijst de gebruiker op niet geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van dit product die sterk genoeg zijn om voor elektrocutie te zorgen.

Het uitroepteken in een driehoek wijst de gebruiker erop dat alle instructies voor het juiste gebruik van dit apparaat te vinden zijn in de bijgeleverde handleiding.

TIPS VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTROCUTIE EN VERWONDINGEN VAN PERSONEN.

OPMERKINGEN VOOR UW VEILIGHEID LEES DEZE INSTRUCTIES AANDACHTIG DOOR.

WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektronische apparaten moet u altijd op de volgende punten letten:

1.Lees alle instructies aandachtig door.

2.Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.

3.Volg alle waarschuwingen op.

4.Voer alle instructies uit zoals ze er staan.

5.Gebruik dit apparaat nooit in de buurt van water.

6.Maak het product enkel schoon met een zachte droge doek.

7.Blokkeer nooit de ventilatieopeningen (indien aanwezig). Stel het product alleen overeenkomstig de instructies van de fabrikant op.

8.Plaats het product nooit in de buurt van warmtebronnen, zoals stoven, ovens, radiatoren of andere apparaten die veel warmte genereren.

9.Probeer nooit het veiligheidssysteem van een gepolariseerde stekker of een stekker met aarding te omzeilen. Een gepolariseerde stekker heeft twee pennen waarvan de ene wat breder is dan de andere.

Een stekker met aarding is voorzien van twee pennen en een uitsparing. De brede of derde pen is er voor uw veiligheid. Als de bijgeleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u het door een vakman laten vervangen.

10.Zorg dat niemand over het netsnoer kan struikelen. Dat is met name in de buurt van het stopcontact gevaarlijk, maar kan er ook in de buurt van de aansluitingen op het apparaat voor zorgen dat de aders breken.

11.Gebruik enkel de uitdrukkelijk door de fabrikant aanbevolen opties en uitbreidingen.

12.Verbreek, tijdens een onweer, of als u het product langere tijd niet wilt gebruiken, de aansluiting op het lichtnet.

13.Laat alle onderhoudswerken en herstellingen over aan een door Roland erkende herstellingsdienst. Als het netsnoer beschadigd is of wanneer er vloeistoffen of regenwater in het inwendige terecht zijn gekomen, moet u het product onmiddellijk uitschakelen en contact opnemen met een erkende herstellingsdienst.

Voor het Verenigd Koninkrijk

WARNING: THIS APPARATUS MUST BE EARTHED

IMPORTANT: THE WIRES IN THIS MAINS LEAD ARE COLOURED IN ACCORDANCE WITH THE FOLLOWING CODE. GREEN-AND-YELLOW: EARTH, BLUE: NEUTRAL, BROWN: LIVE

As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows:

The wire which is coloured GREEN-AND-YELLOW must be connected to the terminal in the plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbolor coloured GREEN or GREEN-AND-YELLOW.

The wire which is coloured BLUE must be connected to the terminal which is marked with the letter N or coloured BLACK. The wire which is coloured BROWN must be connected to the terminal which is marked with the letter L or coloured RED.

VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT

INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN

Over deWAARSCHUWING enLET OP labels

Wijst de gebruiker op het risico op

dodelijke ongevallen of zware ver- WAARSCHUWING wondingen als gevolg van een fout

gebruik van dit apparaat.

Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.

* "Materi le" schade heeft betrekking op LET OP! het beschadigen van het meubilair of

andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.

Over de symbolen

Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.

Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.

HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN

WAARSCHUWING

• Lees vóór het gebruik van dit product eerst de onderstaande

instructies en de handleiding.

........................................................................................................................

Sluit de netstekker van dit product uitsluitend op een geaard stopcontact aan.

........................................................................................................................

Open het product niet en voer geen enkele interne aanpassingen uit.

........................................................................................................................

Probeer het product niet te herstellen of interne onderdelen te vervangen (behalve wanneer deze handleiding specifieke instructies geeft). Laat alle herstellingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of de distributeur (zie de adressen op de “Information”-pagina).

........................................................................................................................

• Gebruik of sla het product nooit op plaatsen op die:

• Onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, bij een verwarming, op apparatuur die warmte genereert of

Klam zijn (bv. badkuip, wasruimten, natte vloeren) of

Vochtig zijn of

Blootgesteld zijn aan regen of

Stoffig zijn of

Onderhevig zijn aan harde trillingen.

........................................................................................................................

Dit product dient alleen te worden gebruikt met een standaard of

een statief dat door Roland is aanbevolen.

........................................................................................................................

Als u dit product gebruikt met een standaard of statief dat door Roland is aanbevolen, dient de standaard/het statief zorgvuldig te worden geplaatst, zodat het product waterpas en blijvend stabiel staat. Als u geen standaard of statief gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat elke locatie waar u het product wenst te plaatsen een waterpas oppervlak heeft, dat het product ondersteunt en wiebelen van het product tegengaat.

........................................................................................................................

• Sluit dit product alleen aan op een stopcontact dat beantwoordt

aan de vereisten op het naamplaatje en de specificaties in deze handleiding.

........................................................................................................................

Gebruik voor stroomvoorziening alleen de bijgeleverde kabel. Het netsnoer is niet geschikt voor gebruik met andere apparaten.

........................................................................................................................

Draai of buig de stroomkabel niet teveel. Plaats er nooit zware objecten op. Dit kan de kabel beschadigen, wat defecten en een kortsluiting kan veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand en schokgevaar veroorzaken!

........................................................................................................................

Dit product is, alleen of in combinatie met een versterker en koptelefoon of speakers, in staat om geluidsniveaus te produceren, die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk nooit langere tijd op een hoog volumeniveau of op een niveau dat onaangenaam is. Als u enig gehoorverlies of piepen in de oren ervaart, dient u direct te stoppen met het gebruik van het product en een oorarts te raadplegen.

........................................................................................................................

WAARSCHUWING

Zorg dat geen enkel voorwerp (bijv. ontvlambaar materiaal, munten, spelden) of vloeistoffen van welke soort dan ook (bijv. water, frisdrank enz.) het product binnendringen.

........................................................................................................................

• In de volgende gevallen moet u dit product meteen uitschakelen, de aansluiting op het lichtnet verbreken en contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst, uw Roland-dealer of de verdeler (zie de “Information”-pagina):

Wanneer de stekker of het netsnoer zichtbaar beschadigd is.

Als er rook of een vreemde geur uit het apparaat komt.

Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwendige terecht is gekomen.

Wanneer het product in de regen heeft gestaan of op een andere manier nat is geworden;

Wanneer het product niet naar behoren lijkt te werken.

In huishoudens met kleine kinderen dient een volwassene toe-

zicht te houden tot het kind in staat is zich aan alle regels voor de veilige bediening van het product te houden.

........................................................................................................................

Bescherm het product tegen hevige schokken. (Laat het niet vallen!)

........................................................................................................................

Forceer de stroomkabel van het product niet door hem met een onredelijk aantal andere apparaten een stopcontact te laten delen. Wees extra voorzichtig met het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die wordt gebruikt door alle apparatuur die u op het stopcontact van het verlengsnoer heeft aangesloten mag nooit het stroomniveau (watts/ampères) van het verleng-

snoer overschrijden. Overmatige lading kan het isolatiemateriaal van de kabel doen verhitten en uiteindelijk doorsmelten.

........................................................................................................................

• Vóór het gebruik van dit product in het buitenland neemt u het

best contact op met uw dealer of de verdeler om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen onder “Informa-

tion”).

........................................................................................................................

Speel GEEN CD-ROM af op een conventionele audio CD-speler. Het resulterende geluid kan van een niveau zijn dat permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Er kan schade ontstaan aan speakers of andere onderdelen van het systeem.

........................................................................................................................

• Zet nooit een vaas, glas e.d. op dit product. Vermijd bovendien

het gebruik van verstuivers en sprays, parfum, alcohol, nagellak e.d. in de buurt van het product. Indien de bewuste stof toch op

de behuizing terechtkomt, dient u deze onmiddellijk te verwijderen.

........................................................................................................................

3

Het product op een veilige manier gebruiken

LET OP!

• Dit product moet zo worden geplaatst dat de benodigde ventilatie

niet wordt belemmerd.

........................................................................................................................

• Pak altijd alleen de stekker van de stroomkabel vast, wanneer u

een kabel op een stopcontact of op dit product aansluit c.q. ervan loskoppelt.

........................................................................................................................

Trek de stekker op regelmatige tijdstippen uit het stopcontact en maak de pennen schoon (als er stof op zit). Als u dit product langere tijd niet wilt gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet. Stof tussen de stekker van het netsnoer en de netaansluiting kan de isolatie nadelig beïnvloeden en leiden tot brand.

Probeer te voorkomen dat snoeren en kabels in de knoop raken. Tevens dienen alle snoeren en kabels zo worden geplaatst dat ze buiten het bereik van kinderen liggen.

........................................................................................................................

Klim nooit op het product en plaats er nooit zware voorwerpen op.

........................................................................................................................

• Pak de stroomkabel of de stekkers nooit vast met natte handen,

wanneer u ze op een stopcontact c.q. dit product aansluit of ervan loskoppelt.

........................................................................................................................

LET OP!

• Trek, vóór u het product verplaatst, de stekker uit het stopcontact

en koppel alle kabels van externe apparaten los.

........................................................................................................................

• Alvorens het product schoon te maken moet u de aansluiting op

het lichtnet verbreken (blz. 54).

........................................................................................................................

• Trek de netstekker uit het stopcontact, wanneer u in uw omgeving

de mogelijkheid van onweer vermoedt.

........................................................................................................................

Als u ooit schroeven moet verwijderen, legt u ze het best op een veilige plaats – buiten het bereik van kinderen. Zo hoeft u ze later niet te zoeken en is het vrijwel onmogelijk dat kleine kinderen ze inslikken.

........................................................................................................................

• Schakel de fantoomvoeding uit alvorens signaalbronnen aan te sluiten die geen voeding nodig hebben. Door de fantoomvoeding ingeschakeld te laten, terwijl u een dynamische microfoon of andere signaalbron aansluit, beschadigt u het betreffende apparaat namelijk. Neem de specificaties van de gehanteerde microfoon door alvorens hem aan te sluiten.

(Fantoomvoeding van dit instrument: max. 48V DC, 10mA)

........................................................................................................................

Belangrijke opmerkingen

291b

Lees naast “Belangrijke veiligheidsinstructies” en “Het product op een veilige manier gebruiken” (blz. 3) ook de volgende punten even door:

Stroomvoorziening

Sluit dit product nooit aan op een stopcontact waarmee u al een apparaat met invertor (koelkast, wasmachine, magnetron of air conditioning) of motor hebt aangesloten. Dat andere apparaat zou namelijk storingen of op z’n minst een hoorbare brom kunnen veroorzaken. Als u, om de één of andere reden, geen ander stopcontact kunt gebruiken, maakt u het best gebruik van een bromfilter dat zich tussen het stopcontact en dit product moet bevinden.

Zet, voordat u dit product op andere apparaten aansluit, de stroomtoevoer van alle producten uit. Dit helpt u om storingen en/of schade aan speakers of andere elementen te voorkomen.

Hoewel het LC-display en de LEDs doven, wanneer u het product met zijn POWER-schakelaar uitzet, betekent dit niet dat de verbinding met het lichtnet helemaal is verbroken. Om de verbinding volledig te verbreken moet u, na op POWER gedrukt te hebben, ook de stekker uit het stopcontact trekken. Het verdient dan ook aanbeveling een stopcontact te kiezen waar u gemakkelijk bij kunt c.q. een voorziening met een schakelaar te hanteren.

Plaatsing

Gebruik van het product in de nabijheid van versterkers (of andere apparatuur met grote stroomtransformator) kan brom veroorzaken. Verplaats dit product dan om het probleem te verhelpen of zet het verder van de stoorzender vandaan.

Dit apparaat kan de radioen televisieontvangst verstoren. Gebruik dit product niet in de nabijheid van dergelijke ontvangers.

Er kan ruis worden geproduceerd, wanneer draadloze communicatieapparatuur zoals bv. mobiele telefoons, in de nabijheid van dit product worden gebruikt. Dergelijke ruis kan voorkomen, wanneer u een oproep ontvangt of gaat plegen c.q. tijdens een gesprek. Mocht u dergelijke problemen ondervinden, leg zulke draadloze apparaten dan verder van het product af of zet ze uit.

Er kunnen waterdruppels (condensatie) in het product ontstaan, wanneer het wordt verplaatst naar een andere locatie waarvan de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg anders is. Als u het product in deze toestand tracht te gebruiken, kan dat leiden tot schade en/of storing. Voordat u het product in gebruik neemt, dient u het daarom enkele uren te laten staan, tot de condens volledig is verdampt.

Onderhoud

Veeg voor de dagelijkse schoonmaak het product af met een zachte, droge doek of één die licht is bevochtigd met water. Gebruik voor het verwijderen van hardnekkig vuil een doek die met een mild, niet agressief schoonmaakmiddel is geïmpregneerd. Wrijf het product daarna droog met een zachte doek.

Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplossingen van welke soort dan ook om de mogelijkheid van verkleuring en/of vervorming te voorkomen.

Herstellingen en uw data

Houd er rekening mee dat alle data in het interne geheugen van dit product tijdens een herstelling gewist kunnen worden. Schrijf belangrijke data dus altijd zo snel mogelijk weg naar een geheugenkaart of noteer ze (indien dat mogelijk is). Tijdens herstellingswerken wordt er getracht de geheugeninhoud te bewaren, maar een garantie hiervoor is er niet. Roland wijst elke aansprakelijkheid m.b.t. dataverlies tijdens herstellingswerken af.

4

Het product op een veilige manier gebruiken

Overige voorzorgsmaatregelen

Voordat u kaarten gebruikt

Bovendien mag u alleen de schroeven van de “kantelgrendel” (blz. 19) los-

Hanteren van geheugenkaarten

De rackbeugels van de V-Synth XT kunt u niet compleet verwijderen.

 

 

draaien om defecten en storingen te voorkomen.

 

Alvorens de V-Synth XT te vervoeren moet u de bijgeleverde grendel instal-

• Schuif de datakaart volledig in de poort tot hij stevig op zijn plek zit.

 

 

leren. Door het product zonder die bewuste voorziening te vervoeren loopt

• Raak nooit de aansluitingen van de geheugenkaart aan. Voorkom boven-

 

u het risico het product te beschadigen (blz. 19).

 

 

dien dat de aansluitingen vuil worden.

Houd in de gaten dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar verloren

 

 

kan gaan als gevolg van een storing of oneigenlijk gebruik van het product.

• Geheugenkaarten zijn precisieonderdelen. Behandel ze met de nodige zorg

 

We raden u aan van belangrijke gegevens, die u in het geheugen van het

en houd het volgende in de gaten.

 

product heeft opgeslagen, regelmatig een back-up te maken op een geheu-

• Om geheugenkaarten tegen statische ontladingen te beschermen moet

 

genkaart om dataverlies te voorkomen.

 

u alle statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden alvorens een kaart

 

 

Eens de geheugeninhoud van dit product gewist is, bestaat er geen moge-

vast te pakken.

• Zorg dat de aansluitingen van de kaart nooit in aanraking komen met

 

lijkheid meer die instellingen te herstellen. Sein uw instellingen daarom op

 

regelmatige tijdstippen door naar een MIDI-sequencer e.d. of schrijf ze weg

metalen voorwerpen.

 

naar een geheugenkaart. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor

• Stel een geheugenkaart nooit bloot aan sterke trillingen en laat ze nooit

 

dataverlies.

vallen.

 

 

Als u de (draai)knoppen, schuiven, andere bedienelementen en connectors

• Laat een geheugenkaart nooit in de zon, een gesloten auto of op andere

warme c.q. koude plaatsen liggen (opslagtemperatuur: –25~85˚C).

 

van het product gebruikt, doe dit dan met de nodige voorzichtigheid. Hard-

 

• Zorg dat uw geheugenkaarten nooit nat worden.

 

handig gebruik kan tot storingen leiden.

Sla nooit op het display en oefen er geen grote druk op uit.

• Probeer nooit een kaart te openen of te modificeren.

 

Pak bij alle kabels, wanneer u ze aansluit/loskoppelt, de aansluiting vast –

Omgaan met CD-ROMs

 

trek nooit aan de kabel. Zo vermijdt u een kortsluiting of schade aan de

 

 

interne elementen van de kabel.

• Raak nooit de kant met de datalaag aan en doe het nodige om krassen op

 

 

Tijdens normaal gebruik straalt het product een kleine hoeveelheid warmte

die laag te vermijden. Beschadigde of vuile CD-ROMs kunnen niet naar

behoren worden gelezen. Houd ze schoon door gebruik van speciale CD-

 

uit.

 

reinigers.

Probeer het volume van het product op een redelijk niveau te houden om te

Auteursrecht

 

voorkomen dat u uw buren overlast bezorgt. U zou ook een hoofdtelefoon

 

te gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over diegenen om u

 

 

heen (vooral laat op de avond).

• Ongeautoriseerde opname, distributie, verkoop, uitleen, openbare opvoe-

 

 

Verpak, indien mogelijk, het product in de doos (inclusief vulling) waarin

ring, uitzenden of iets soortgelijks, geheel of gedeeltelijk, van een werk

(muzikale compositie, video, uitzending, openbaar optreden e.d.) waarvan

 

het werd geleverd, als u het moet vervoeren. Zo niet, dient u gelijksoortige

het auteursrecht is voorbehouden aan derden, is bij wet verboden.

 

verpakkingsmateriaal te gebruiken.

 

Gebruik, voor de aansluitingen, uitsluitend Roland-kabels. Bij gebruik van

• Wanneer u via een digitale aansluiting geluidssignalen met een extern

instrument uitwisselt, omzeilt dit product de eventueel aanwezige kopieer-

 

ander merken kabels dient u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te

beveiliging (SCMS). Dit komt doordat het product is bedoeld voor muzikale

 

nemen:

producties en daarom niet is onderworpen aan de gebruikelijke restricties

 

• Sommige aansluitingskabels hebben weerstanden. Gebruik voor het

onderhevig. Voorwaarde is evenwel dat het product wordt gebruikt voor

 

aansluiten van dit product geen kabels die weerstanden bevatten. Het

opname van werken (zoals uw eigen composities) die de auteursrechten

 

gebruik van dergelijke kabels kan voor een extreem laag geluidsniveau

van anderen niet schenden. (SCMS is een functie die kopieën van de tweede

 

zorgen. Neem, voor informatie over kabelspecificaties, contact op met

en volgende generaties in het digitale domein voorkomt. Het wordt in MD-

 

de fabrikant van de kabel.

recorders en andere digitale geluidsapparatuur voor het grote publiek als

 

 

beschermfunctie voor het auteursrecht ingebouwd.)

Compatibiliteit van patches afkom-

• Gebruik dit product nooit voor doeleinden die het auteursrecht van derden

stig van een V-Synth

zouden kunnen schenden. Wij nemen geen enkele verantwoordelijkheid

met betrekking tot het schenden van auteursrechten van derden, die uit uw

• Houd in de gaten dat patches afkomstig van een V-Synth met een

gebruik van dit product kunnen voortvloeien.

 

 

oudere systeemversie dan 2.0 (d.w.z. versies 1.00~1.51), die een

 

 

beroep doen op voorgeprogrammeerde PCM-golfvormen, niet naar

 

 

behoren werken in V2.0.

 

Patches, die een PCM-oscillator aanspreken

Patches, die preset-golfvormen hanteren

Niet compatibel

Werken NIET met versie 2.0

Patches, die eigen golfvormen hanteren

Opwaarts compatibel

Kun je in versie 2.0 importeren

Patches, die een analoge oscillator aanspreken

Patches, die via een externe ingang worden aangesproken

Opwaarts compatibel

Kun je in versie 2.0 importeren

5

Gebruik van deze handleiding

Deze handleiding is als volgt ingedeeld.

Zie de losse “Sound List” voor details over alle patches en golfvormen van de V-Synth XT.

“Snelle start” (blz. 17)

Dit hoofdstuk stelt de belangrijkste functies van de V-Synth XT in mensentaal voor. Het vormt dan ook de ideale kapstok voor beginners, die zo snel mogelijk met de V-Synth XT aan de slag willen. Tijdens het lezen van deze “Quick Start” verdient het aanbeveling alle besproken punten meteen op de V-Synth XT uit te proberen. Dan komt u er namelijk sneller achter hoe de belangrijkste functies werken.

“Referentie” (blz. 55)

Overzicht van de V-Synth XT

Hier worden de structuur en de basisbediening van de V-Synth XT uitgelegd. Dit moet u hoe dan ook lezen om de V-Synth XT naar behoren te kunnen bedienen.

Spelen in de Patch-mode

Hier wordt uitgelegd hoe u de Patch-mode van de V-Synth XT kunt (en moet) gebruiken. Dit moet u hoe dan ook lezen om de

V-Synth XT naar behoren te kunnen bedienen.

Patches programmeren

Dit hoofdstuk legt uit hoe u patches maakt, en beschrijft wat de Patch-parameters doen en hoe ze zijn opgebouwd. Lees dit hoofdstuk, als u ook zelf patches wilt maken.

Programmeren van ‘Rhythm Kits’ (Rhythm-mode)

Hier wordt uitgelegd hoe u “drumsets” programmeert.

Samples maken en bewerken (Sam- ple-mode)

Hier wordt uitgelegd hoe u samples aanmaakt, bewerkt en tenslotte “codeert”. Lees dit, als u samples van geluiden wilt maken.

Overkoepelende instellingen (Systemmode)

Dit hoofdstuk beschrijft hoe de systeemparameters werken. De hier beschikbare parameters bepalen de “werkomgeving” van de V-Synth XT. Lees dit deel indien nodig.

Schijfgerelateerde functies (Diskmode)

Dit hoofdstuk behandelt schijfgerelateerde functies, zoals het wegschrijven en het laden van data. Lees dit deel indien nodig.

Dataoverdracht (USB-mode)

Hier wordt uitgelegd hoe u de V-Synth XT kunt aansluiten op uw computer en gegevens (patches, golfvormen e.d.) kunt doorseinen. Lees dit indien nodig.

Andere functies

Hier wordt uitgelegd hoe u gegevens van de V-Synth XT naar een extern MIDI-apparaat kunt verzenden (“Data Transfer”) en weer de

fabrieksinstellingen laadt (“Factory Reset”). Lees dit deel indien nodig.

“Appendix” (blz. 149)

Dit hoofdstuk bevat hints voor het verhelpen van storingen, als de V-Synth XT niet functioneert zoals verwacht. Er is ook een lijst met de boodschappen die af en toe in het display verschijnen. Verder vindt u hier een overzicht van de beschikbare parameters en een MIDI-implementatiekaart.

Schrijfwijze die in deze handleiding wordt gehanteerd

Om de bedieningsprocedures makkelijk begrijpelijk te maken hanteren we de volgende symbolen:

Tekens en figuren tussen vierkante haakjes [ ] duiden knoppen en regelaars op het frontpaneel aan. [MODE], bijvoorbeeld, slaat op de MODE-knop; [ ], [ ], [ ] en [ ] vertegenwoordigen de cursortoetsen.

Teksten of figuren, die worden omsloten door < >, duiden op objecten in het display (touchscreen) die u kunt gebruiken door ze gewoon met uw vinger aan te raken. De handleiding zal u de opdracht geven om het object dat in het touchscreen wordt weergegeven “aan te raken”.

(blz. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.

Hieronder staan de betekenissen van de symbolen, die bepaalde zinnen in de tekst vooraf gaan.

Dit zijn aandachtspunten. Die moet u altijd lezen.

Dit zijn memo’s ter referentie. Lees ze indien nodig.

TIP

Dit zijn hints voor het gebruik van de V-Synth XT. Lees ze indien nodig.

Deze geven informatie over pagina’s met gerelateerde informatie. Lees ze indien nodig.

985

In deze handleiding vindt u illustraties van displaypagina’s, die telkens op de fabrieksinstellingen berusten. In sommige gevallen kan de getoonde informatie echter verschillen van wat u op uw apparaat ziet.

Sommige Patch-benamingen in deze handleiding houden geen verband met de fabrieksinstellingen.

Apart boek: Handleiding voor de ‘V-Cards’

Bij levering bevat de V-Synth XT tevens de software van de Roland “V-Cards” VC-1 en VC-2. Meer details over het werken met de VC-1 “D-50” en VC-2 “Vocal Designer” vindt u in de V-Card-handleiding.

6

Inhoud

Gebruik van deze handleiding ..................................................................................

6

Belangrijkste kenmerken ........................................................................................

12

Bedieningsorganen..................................................................................................

14

Frontpaneel................................................................................................................................................

14

Achterpaneel .............................................................................................................................................

16

Snelle start ........................................

17

Voorbereidingen.......................................................................................................

18

Opstellen van de V-Synth XT .................................................................................................................

18

Aansluiten op een versterker..................................................................................................................

20

Inschakelen ................................................................................................................................................

21

Opstarten van een V-Card ......................................................................................................................

22

Displaycontrast instellen (LCD Contrast).............................................................................................

22

Installeren van de PC-kaartbescherming ..............................................................................................

23

Basisbediening van het touchscreen.....................................................................

24

Pieptoon activeren/deactiveren.............................................................................................................

24

De cursor bewegen...................................................................................................................................

25

Waarden wijzigen.....................................................................................................................................

26

Werken met de cijferknoppen ................................................................................................................

27

Klanken beluisteren .................................................................................................

28

Patches kiezen en bespelen .....................................................................................................................

28

Patches van de V-Synth XT via een MIDI-klavier aansturen.............................................................

29

Patches uit een lijst selecteren.................................................................................................................

29

Favoriete patches kiezen (Patch Palette) ...............................................................................................

30

Drummen (Rhythm-mode) .....................................................................................................................

31

Speelhulpen gebruiken............................................................................................

32

Geluid met de Time Trip-pad beïnvloeden ..........................................................................................

32

Realtime-wijzigingen van het geluid met de regelaars E1~E8 ..........................................................

34

Arpeggio’s spelen (arpeggiator).............................................................................................................

36

Het geluid in trappen wijzigen (Multi-Step Modulator) ....................................................................

38

Gespeelde noten laten doorklinken (Key Hold) ..................................................................................

39

Patches programmeren ...........................................................................................

40

Intuïtief patches programmeren (Sound Shaper) ................................................................................

40

Patchinstellingen initialiseren.................................................................................................................

42

Structuur kiezen........................................................................................................................................

43

Secties inen uitschakelen.......................................................................................................................

45

Oscillatoren instellen (OSC1/2) .............................................................................................................

46

Twee geluiden mixen/moduleren (‘Mod’)...........................................................................................

47

Oscillatoren met COSM-modellen bewerken (COSM1/2).................................................................

48

Volume van het geluid laten variëren (TVA).......................................................................................

49

Effecten van de V-Synth XT ....................................................................................................................

50

Een patch opslaan.....................................................................................................................................

51

Uitschakelen ..............................................................................................................................................

54

Referentie ..........................................

55

Overzicht van de V-Synth XT ..................................................................................

56

Indeling van de V-Synth XT ...................................................................................................................

56

Basisstructuur ................................................................................................................................

56

Polyfonie.........................................................................................................................................

56

7

Inhoud

Wat is ‘multitimbraal’? .................................................................................................................

56

Geheugen...................................................................................................................................................

57

Basisbediening van de V-Synth XT........................................................................................................

58

Mode kiezen ([MODE]) ................................................................................................................

58

Spelen in de Patch-mode ........................................................................................

60

Over de “PATCH PLAY”-pagina ..........................................................................................................

60

Patches kiezen ...........................................................................................................................................

60

Favoriete patches kiezen (Patch Palette)....................................................................................

61

Patches volgens categorieën kiezen............................................................................................

61

Patches uit een lijst selecteren .....................................................................................................

62

Eenstemmige partijen spelen (Mono)....................................................................................................

63

Vloeiende toonhoogtewijzigingen (‘Portamento’) ..............................................................................

63

Speelhulpen definiëren (Control)...........................................................................................................

63

Arpeggio’s spelen (Arpeggiator)............................................................................................................

64

Een arpeggio aanhouden .............................................................................................................

64

Arpeggiatorinstellingen ...............................................................................................................

65

Eigen arpeggiopatronen aanmaken (Pattern Edit)...................................................................

65

Geluid met de multi-step modulator wijzigen.....................................................................................

68

Verschillende effecten op het geluid toepassen ...................................................................................

69

Geluid beïnvloeden met de Time Trip-pad...............................................................................

69

Het geluid met de E1~E8-regelaars beïnvloeden .....................................................................

70

Muziek en videobeelden synchroniseren terwijl u op de V-Synth XT speelt (V-LINK)................

71

V-LINK-mode selecteren .............................................................................................................

71

V-LINK-functies die de V-Synth XT kan aansturen en MIDI-commando’s.........................

71

Patches programmeren ...........................................................................................

72

Werkwijze voor het editen van patches ................................................................................................

72

Patchinstellingen initialiseren (‘PATCH Init’) ..........................................................................

73

Patchinstellingen kopiëren (‘PATCH Copy’)............................................................................

73

Naam geven aan uw patch (PATCH Name) ........................................................................................

74

Patches aan een categorie toewijzen......................................................................................................

74

Patches opslaan (PATCH Write) ............................................................................................................

75

De patch in het geheugen van bestemming beluisteren (Compare) .....................................

76

Favoriete patches definiëren (Patch Palette) .............................................................................

76

Patches wissen (PATCH Delete) ............................................................................................................

77

Intuïtief patches programmeren (Sound Shaper) ................................................................................

77

Functies van Patch-parameters ..............................................................................................................

79

Algemene instellingen voor de hele patch (‘Common’)..........................................................

79

Golfvormen wijzigen (OSC1/OSC2)..........................................................................................

86

Twee geluiden mixen/moduleren (MOD)................................................................................

93

Effecten toepassen op de gespeelde noten (COSM1/COSM2) ..............................................

93

Volume en stereopositie instellen (TVA)...................................................................................

94

Envelopes programmeren............................................................................................................

95

LFO-instellingen............................................................................................................................

96

Effecten voor de patch programmeren (Effect) ........................................................................

97

Zone-instellingen......................................................................................................................................

99

Klavier opsplitsen om verschillende geluiden te spelen (Split) .............................................

99

Een drumpatch aanmaken.........................................................................................................

101

Programmeren van ‘Rhythm Kits’ (Rhythm-mode).............................................

102

Werking van een ‘Rhythm Kit’.............................................................................................................

102

Spelen in de Rhythm-mode ..................................................................................................................

102

Rhythm Kit programmeren ..................................................................................................................

103

Samples maken en bewerken (Sample-mode) ....................................................

104

Sampelen..................................................................................................................................................

104

Instellingen voor het sampelen (Wat is een ‘template’?).......................................................

104

Werkwijze voor het sampelen...................................................................................................

105

8

Inhoud

‘Resampling’ ................................................................................................................................

109

Instellingen...................................................................................................................................

109

Pre-Effect-instellingen ................................................................................................................

110

Metronoomparameters...............................................................................................................

111

Sample-informatie opvragen ................................................................................................................

112

Een sample importeren..........................................................................................................................

113

Samples editen ........................................................................................................................................

113

Algemene werkwijze voor het editen ......................................................................................

113

Editen van het gekozen samplegebied.....................................................................................

115

‘Loop’-gebied instellen ...............................................................................................................

117

Oorspronkelijk tempo instellen.................................................................................................

118

Samples naar V-Synth XT-data converteren (Encode)......................................................................

118

Het coderingstype kiezen ..........................................................................................................

119

Automatisch events opsporen...................................................................................................

120

Events verwijderen en toevoegen.............................................................................................

120

Samples opslaan .....................................................................................................................................

121

Overkoepelende instellingen (System-mode) .....................................................

122

Instellen van de systeemparameters....................................................................................................

122

Systeeminstellingen opslaan (Write)........................................................................................

122

Systeeminstellingen initialiseren (Init).....................................................................................

122

Systeemparameters ................................................................................................................................

123

Overkoepelende instellingen (Common) ................................................................................

123

Controllerinstellingen (Controller)...........................................................................................

127

V-LINK-parameters (V-LINK) ..................................................................................................

129

Databeheer (Disk-mode)........................................................................................

131

Disk Utility ..............................................................................................................................................

131

Werken met de ‘Disk Utility’-functies.................................................................................................

131

Sorteren van de afgebeelde bestanden.....................................................................................

132

Een project in de V-Synth XT laden (Load Project) ...........................................................................

132

Projecten wegschrijven (Save Project) .................................................................................................

132

Wissen van overbodige bestanden (Clean Project) ...........................................................................

133

Importeren van patches en golfvormen (Import Files).....................................................................

133

Datadrager initialiseren (Format) ........................................................................................................

134

Functies voor bestanden en mappen (Tools)......................................................................................

135

Kopiëren van bestanden/mappen (Copy) ..............................................................................

135

Bestanden/mappen verplaatsen (Move).................................................................................

135

Bestanden/mappen wissen (Delete) ........................................................................................

136

Bestanden/mappen hernoemen (Rename).........................................................................................

137

Via USB op uw computer aansluiten (USB-mode)..............................................

138

Over de USB-functies.............................................................................................................................

138

Driverinstallatie en instellingen ...........................................................................................................

138

MIDI-communicatie met de computer................................................................................................

138

Signaalschema voor USB-audiotoepassingen ....................................................................................

138

Bestanden naar of van uw computer zenden (‘Storage’)..................................................................

139

Windows ......................................................................................................................................

139

Macintosh .....................................................................................................................................

141

Voorbeelden van het gebruik van de ‘Storage’-functie ....................................................................

143

Werken met ‘V-Synth Librarian’ ..........................................................................................................

145

Installatie ......................................................................................................................................

145

Andere functies ......................................................................................................

146

Data naar een extern MIDI-apparaat doorseinen (Data Transfer) ..................................................

146

Fabrieksinstellingen laden (Factory Reset) .........................................................................................

147

Informatie opvragen (Info)....................................................................................................................

147

Gevoeligheid van het touchscreen aanpassen (Calibration) ............................................................

148

De gevoeligheid van het touchscreen aanpassen ...................................................................

148

9

Inhoud

Appendix ........................................

149

Parameteroverzicht................................................................................................

150

Patch-parameters....................................................................................................................................

150

Systeemparameters ................................................................................................................................

156

COSM-parameteroverzicht ....................................................................................

159

COSM-parameters..................................................................................................................................

159

Overdrive/Distortion .................................................................................................................

159

Wave Shape..................................................................................................................................

159

Amp Simulator ............................................................................................................................

160

Speaker Simulator .......................................................................................................................

160

Resonator......................................................................................................................................

160

1st order SideBandFilter.............................................................................................................

160

2nd order SideBandFilter ...........................................................................................................

161

Comb Filter ..................................................................................................................................

161

Dual Filter.....................................................................................................................................

161

TVF ................................................................................................................................................

162

Dynamic TVF ...............................................................................................................................

162

Polyphonic Compressor.............................................................................................................

162

Polyphonic Limiter .....................................................................................................................

162

Frequency Shifter ........................................................................................................................

163

Lo-Fi Processor ............................................................................................................................

163

TB Filter ........................................................................................................................................

163

Effectoverzicht .......................................................................................................

164

MFX-parameters .....................................................................................................................................

164

01: Parametric EQ (Parametrische equalizer)..........................................................................

165

02: Graphic EQ (Grafische equalizer).......................................................................................

165

03: Resonant Filter.......................................................................................................................

165

04: Isolator and Filter ..................................................................................................................

166

05: Distortion / OD (vervorming/overdrive).........................................................................

167

06: Amp Simulator (simulatie van een gitaarversterker) ......................................................

167

07: Auto Wah ...............................................................................................................................

168

08: Humanizer .............................................................................................................................

169

09: Dynamic Processor (dynamische stereoprocessor)..........................................................

169

10: Tape Echo Simulator.............................................................................................................

170

11: Stereo Delay ...........................................................................................................................

170

12: Multi Tap Delay.....................................................................................................................

171

13: Reverse Delay ........................................................................................................................

172

14: Vocal Echo..............................................................................................................................

172

15: Band Pass Delay ....................................................................................................................

172

16: Analog Delay -> Chorus ......................................................................................................

173

17: Digital Chorus .......................................................................................................................

174

18: Space Chorus .........................................................................................................................

174

19: Hexa Chorus ..........................................................................................................................

174

20: Analog Flanger ......................................................................................................................

175

21: BOSS Flanger .........................................................................................................................

175

22: Step Flanger ...........................................................................................................................

176

23: Analog Phaser........................................................................................................................

176

24: Digital Phaser.........................................................................................................................

177

25: Rotary......................................................................................................................................

177

26: Tremolo/Auto Pan ...............................................................................................................

178

27: Stereo Pitch Shifter ................................................................................................................

178

28: OD/DS -> Cho/Flg (Overdrive/Distortion -> Chorus/Flanger)..................................

179

29: OD/DS -> Delay (Overdrive/Distortion -> Delay) .........................................................

179

30: Cho/Flg -> Delay (Chorus/Flanger -> Delay) .................................................................

180

10

Inhoud

31: Enh -> Cho/Flg (Enhancer -> Chorus/Flanger)

.............................................................. 180

32: Enh -> Delay (Enhancer -> Delay)......................................................................................

181

33: Vocal Multi.............................................................................................................................

181

34: Guitar Multi ...........................................................................................................................

182

35: Bass Multi ...............................................................................................................................

183

36: EP Multi ..................................................................................................................................

183

37: Keyboard Multi .....................................................................................................................

184

38: Phonograph............................................................................................................................

185

39: Radio Tuning .........................................................................................................................

185

40: Bit Rate Converter .................................................................................................................

185

41: Pseudo Stereo.........................................................................................................................

186

Chorusparameters ..................................................................................................................................

186

Chorus Type.................................................................................................................................

186

Chorusparameters.......................................................................................................................

187

Reverbparameters ..................................................................................................................................

187

01: Room 1 ....................................................................................................................................

187

02: Room 2 ....................................................................................................................................

188

03: Room 3 ....................................................................................................................................

188

04: Hall 1 .......................................................................................................................................

189

05: Hall 2 .......................................................................................................................................

189

06: Hall 3 .......................................................................................................................................

190

07: Garage.....................................................................................................................................

190

08: PLATE.....................................................................................................................................

191

09: Non-Linear .............................................................................................................................

191

10: Delay .......................................................................................................................................

192

Probleemoplossing................................................................................................

193

Problemen i.v.m. de V-Synth XT..........................................................................................................

193

Problemen i.v.m. de USB-driver (Windows)......................................................................................

194

Problemen i.v.m. de USB-driver (Macintosh) ....................................................................................

196

Boodschappen in het display ...............................................................................

197

“ERROR”-pagina’s .................................................................................................................................

197

“WARNING”-pagina’s..........................................................................................................................

198

Berichtenvakjes .......................................................................................................................................

199

Over MIDI ................................................................................................................

200

Over de MIDI-aansluitingen .....................................................................................................

200

MIDI-kanalen en multi-timbrale klankbronnen .....................................................................

200

MIDI Implementation Chart....................................................................................

201

Specificaties ...........................................................................................................

202

Index........................................................................................................................

203

11

Belangrijkste kenmerken

De V-Synth XT is een professionele synthesizer met een klankbron, die verschillende technologieën van Roland herbergt.

Bijzonder realistische akoestische geluiden, “vette” tapijten, ritmische “grooves” en agressieve geluiden… de V-Synth XT kan gewoon alles aan – zelfs organische overgangen tussen deze extremen. De software van de Roland “V-Cards” VC-1 en VC-1 behoort eveneens tot de standaarduitrusting. Deze twee systemen kunt u direct kiezen – zonder het instrument te herstarten. Dankzij deze software kan de V-Synth XT dienst doen als (virtuele) “D-50” of “Vocal Designer”.

De V-Synth XT is gewoon het perfecte instrument voor live en in de studio en biedt klanken die u elders tevergeefs zoekt.

V-Synth-klankbron voor unieke geluiden

De klankbron berust op een PCM-oscillator met VariPhrasefunctionaliteit, analog modeling-oscillatoren, krachtige modulatoren en COSM-processors met o.a. een “sideband filter”. U bepaalt zelf hoe die verschillende secties worden gebruikt door gewoon de benodigde structuur te kiezen. De combinatie van de secties (die op zich al bijzonder veelzijdig zijn) levert absoluut unieke geluiden op.

Er zijn twee oscillatoren waar je één van de volgende typen aan kunt toewijzen: PCM (VariPhrase), analog modeling en een externe signaalbron. Voor alle belangrijke oscillatorsecties zijn er apart instelbare parameters. Zelfs wanneer u de oscillatoren zonder veel poespas gebruikt, zijn er al een heleboel modulatiemogelijkheden.

De PCM-oscillatoren bevatten Roland’s VariPhrase-technologie. VariPhrase kan de toonhoogte, de duur en de formant (het karakteristieke frequentiegehalte) van audiomateriaal in realtime wijzigen zonder de klankkwaliteit noemenswaardig te beïnvloeden. Op die manier verandert een “gewone” PCM-golf- vorm in “rekbare audiodata” die je net zo snel/traag kunt afspelen als je maar wil – en het blijft klinken als een klok.

De oscillatoren, die de analoge modeling voor hun rekening nemen, bevatten tal van hoogwaardige golfvormen, waaronder

“Super Saw”, die behoorlijk vet klinken. Voor sologeluiden is zoiets gewoon ideaal. U kunt kiezen uit 14 verschillende golfvormen.

De signalen van de oscillatoren kunnen vervolgens met COSMeffecten worden bewerkt. Die effecten kunnen veel meer dan alleen filteren (wat je met name voor analoge dingen nodig hebt). Er zijn 16 verschillende typen: een TVF, modellen van gitaarversterkers, een LoFi-processor, een “sideband filter” dat ruis of andere geluiden van een duidelijk waarneembare toonhoogte voorziet, en zelfs een “resonator”, die zowat als “klankbord” van de bewerkte geluiden fungeert. Zelfs externe signalen kunnen met een COSM-processor worden bewerkt. De

V-Synth XT kan dus tevens als filterbank worden “misbruikt”.

‘Sound Shaper’-functie om sneller geluiden te programmeren

De V-Synth XT bevat een “Sound Shaper”-functie die het aantal in te stellen parameters tot een minimum herleidt. Kies gewoon een sjabloon om te zorgen dat de daaraan verbonden parameters geselecteerd worden. Met enkele regelaars en knoppen kunt u dan professionele sounds maken.

Unieke én bruikbare patches

Indien nodig, kunt u echt alles –zelfs de golfvormen– van de aanwezige geluiden wijzigen. Met de V-Synth XT kunt u ook zelf golfvormen sampelen en WAV/AIFF-bestanden importeren en als basis voor nieuwe klanken gebruiken.

Bovendien biedt de V-Synth XT een Rhythm-functie, die het voordeel heeft dat u aan elke toets/noot een andere klank kunt toewijzen. De meest voor de hand liggende toepassing hiervoor is de aanmaak van zgn. “Drum Sets”. Omdat we hier echter over compleet editeerbare VariPhrase-klanken praten, hoeft u zich niet te beperken tot basdrums, snares en andere potten en pannen.

Realtime-wijzigingen van de geluiden

De V-Synth XT is voorzien van een “multi-step modulator” waaraan u parameters naar keuze kunt toewijzen, die dan simultaan volgens stijgende of dalende patronen worden beïnvloed (“gemoduleerd”). Met de regelaars op het frontpaneel kunt u die bewegingen “opnemen”. Als u daarna de Smoothing-functie activeert, kunnen dergelijke bewegingen zelfs als LFO fungeren.

VariPhrase-golfvormen kunt u dan weer met de Time Trip-func- tie beïnvloeden. Met cirkelbewegingen op de Time Trip-pad kunt u de afgespeelde golfvorm op elke gewenste plaats gewoon stoppen en de daaruit resulterende klank voor het spelen van melodieën gebruiken! Een andere toepassing voor deze pad is de realtime-bepaling van de snelheid waarmee/de manier waarop o.a. breakbeats worden afgespeeld.

Alle functies, die op de één of andere manier verband houden met het tempo, kunt u ook synchroniseren: VariPhrase, de LFO en de envelope van elke sectie, de programmeerbare arpeggiator, de multi-step modulator en zelfs de effecten kunnen aan het

“mastertempo” worden gekoppeld.

12

Hardware voor de veeleisende professional

Dankzij een uniek concept kun je de V-Synth XT op verschillende plaatsen gebruiken: op een bureau of in een rack. Bovendien ziet deze machine er oogverblindend mooi uit.

De V-Synth XT bevat een groot kleurendisplay met een uitgekiende gebruiksinterface en een directe toegang tot alle benodigde parameters. Dankzij de acht regelaars hebt u tevens vaak de indruk dat u met een analoog instrument zit te werken. Die regelaars kunnen zelfs voor de afstandsbediening van andere MIDI-apparaten worden gebruikt.

Natuurlijk zijn er digitale inen uitgangen (optisch en coaxiaal). De samplingfrequentie van de uitgangen kan –naar keuze– 44.1kHz, 48kHz of 96kHz bedragen. De analoge uitgangen zijn symmetrisch uitgevoerd (TRS-jacks).

Op het frontpaneel bevindt zich een gecombineerde microfooningang (XLR en jack) die ook fantoomvoeding kan leveren. Dankzij de hoge gevoeligheid kunt u hier zonder meer studiomicrofoons, elektrische gitaren e.d. aansluiten.

De USB-poort kan zowel voor de dataoverdracht als voor MIDItoepassingen worden gebruikt. Die USB-verbinding werkt zo snel en probleemloos dat u de V-Synth XT zelfs als USB-audio- convertor zou kunnen gebruiken.

Verder is er een poort voor PC-kaarten. Door met een in de handel verkrijgbare PC-kaartadapter te werken kunt u zelfs CompactFlashen SmartMedia-kaarten gebruiken.

Twee ‘V-Cards’ zitten er al in

De V-Synth XT wordt geleverd met de VC-1 en VC-2, de eerste twee “V-Cards” van Roland. Door gewoon de toegewezen knop in te drukken kunt u van de V-Synth XT een compleet ander instrument maken (blz. 22).

De VC-1 “D-50” tovert de V-Synth XT om in een module die

–qua geluid en bediening– sprekend op de D-50 (een “klassieke” Roland-synthesizer, die in 1987 uitkwam) lijkt. Let wel: we praten hier niet uitsluitend over de sounds van de D-50, maar over alle parameters van die synth.

Meer details over het werken met de VC-1 “D-50” vindt u in de V-Card-handleiding.

Belangrijkste kenmerken

De VC-2 “Vocal Designer” verandert de V-Synth XT in een geavanceerde stemprocessor. Die laat o.m. toe gewoon wat lettergrepen te zeggen, terwijl u op een klavier speelt. De gespeelde noten dienen dan als basis voor griezelig echte soloen koorstemmen.

Meer details over het werken met de VC-2 “Vocal Designer” vindt u in de V-Card-handleiding.

Wat is VariPhrase?

VariPhrase heeft de volgende voordelen:

1De toonhoogte, de duur (expansie/compressie van audiodata) en de stemeigenschappen (formant) kunnen in realtime worden gewijzigd.

2Kan met het tempo worden gesynchroniseerd en hanteert automatisch de juiste toonhoogte.

3Met één sample kunt u complete melodieën spelen – op andere samplers hebt u daarvoor meerdere samples nodig.

4De kwaliteit blijft altijd perfect.

VariPhrase maakt komaf met de tot nu toe gebruikelijke beperkingen van samplers en digitale audiorecorders.

Typische problemen met digitale samplers en recorders:

Door een ander tempo te hanteren wijzigt u ook de toonhoogte.

Door een andere toonhoogte te hanteren wijzigt u ook het tempo en de kwaliteit (“formant”) van het geluid.

Nagenoeg geen controlemogelijkheden voor audiofrasen. U kunt niet met fragmenten van gesampelde audiofrasen werken.

Traditionele samplers klinken alleen bruikbaar, wanneer je bijna voor elke noot een aparte sample gebruikt.

Bruikbare akkoorden zijn alleen mogelijk, wanneer de aangestuurde samples (bv. qua vibrato) synchroon zijn.

Op digitale samplers zorgen wijzigingen in tempo of toonhoogte voor een vermindering van de geluidskwaliteit.

VariPhrase lost al deze problemen op.

13

Bedieningsorganen

Frontpaneel

1 INPUT

Regelt het volume van de via de MIC-connector (frontpaneel) ontvangen signalen. (blz. 106)

*Heeft geen invloed op de via INPUT (achterpaneel) ontvangen signalen.

2 VOLUME

Hiermee regelt u het volume van de signalen, die naar de MAIN OUT-connectors en de PHONES-jack worden uitgestuurd.

(blz. 21)

3 MIC-connector

Hierop kunt u een (analoge) microfoon aansluiten.

Dit is een gecombineerde XLR-/jack-connector.

De XLR-pennen kunnen fantoomvoeding (48V) voor een condensa-

tormicrofoon e.d. leveren. Zet de bijbehorende schakelaar dan op

“PHANTOM ON”.

* Het via de MIC-connector ontvangen signaal wordt door de MIC Jack

Switch (blz. 126) uitgeschakeld.

922

*Dit instrument is voorzien van symmetrische (XLR/TRS) connectors. Hieronder vindt u de bedrading ervan. Ga altijd na of de signaalbron, die u hier wilt aansluiten, dezelfde bedrading hanteert.

HEET

PUNT

HEET

KOUD

RING

KOUD

 

MANTEL

MASSA

 

MASSA

4 MIC-schakelaar

Hiermee kiest u de benodigde impedantie en schakelt u de fantoom-

voeding in/uit.

Hi-Z

Kies “Hi-Z”, wanneer u een elektrische gitaar

 

of bas op het jack-gedeelte van de ingang

 

aansluit.

NORMAL

Kies “NORMAL”, wanneer u een signaal-

 

bron met microfoonniveau op het jack-

 

gedeelte van de ingang aansluit.

PHANTOM

Kies deze stand om de op de XLR-pennen

ON

aangesloten microfoon van fantoomvoeding

 

te voorzien.

*De MIC-schakelaar heeft geen invloed op de via INPUT (achterpaneel) ontvangen signalen.

*Schakel de fantoomvoeding uit alvorens signaalbronnen aan te sluiten die geen voeding nodig hebben. Door de fantoomvoeding ingeschakeld te laten, terwijl u een dynamische microfoon of andere signaalbron aansluit, beschadigt u het betreffende apparaat namelijk. Neem de specificaties van de gehanteerde microfoon door alvorens hem aan te sluiten. (Fantoomvoeding van dit instrument: max. 48V DC, 10mA)

1

2

 

3

 

 

8

9

10

4

 

 

5

11

13

 

 

6

 

12

7

5 USB-connector

Dit is een USB-aansluiting. Die kunt u op uw computer aansluiten om bestanden en MIDI-commando’s te versturen of te ontvangen. Hij ondersteunt tevens “audiostreaming”.

6

[PEAK] (piekindicator)

Licht op, wanneer het ingangsvolume te hoog is.

*Hij is zowel met de MIC-connector als de INPUT-jacks op het achterpaneel verbonden.

[MIDI]-indicator

Licht op, wanneer er MIDI-commando’s worden ontvangen.

[USB]-indicator

Licht op, wanneer de USB-poort van de V-Synth XT op een ander

apparaat is aangesloten.

7 PHONES-connector

Hierop kunt u een optionele hoofdtelefoon aansluiten. (blz. 20)

8 V-CARD-knop

Bij levering bevat de V-Synth XT al de software van de Roland

“V-Cards” VC-1 en VC-2. Druk op de V-CARD-knop om de gewenste functionaliteit (V-Synth/VC-1/VC-2) te kiezen (blz. 22).

14

14

15

16

 

 

 

 

 

POWER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9 PREVIEW-knop

Druk hierop om de gekozen patch te kunnen beoordelen.

10 KEY PAD-knop

Hiermee bepaalt u de functie van de cijferknoppen.

Licht op:

De cijferknoppen dienen voor het invoeren van waarden.

Werken met de cijferknoppen (blz. 27)

Uit:

De cijferknoppen dienen voor de bediening van de “Patch Palette”-functie (kiezen van uw favoriete patches).

Favoriete patches kiezen (Patch Palette) (blz. 61)

11 Cijferknoppen

Wanneer de cursor zich bij een waarde bevindt, kunt u die met deze knoppen wijzigen (blz. 27).

De cijferknoppen doen tevens dienst als “Patch Palette”-knoppen (blz. 61).

12 LCD CONT-regelaar (LCD CON-

TRAST)

Past het displaycontrast aan. (blz. 22)

13 Display

Het display houdt u op de hoogte van wat u net aan het doen bent.

Bedieningsorganen

14 E1~E8-regelaars

Deze regelaars dienen voor de realtime-bïnvloeding van de gekozen parameters (blz. 34).

De parameters kunt u op de “PATCH PLAY”-pagina (blz. 60) kiezen door de [SHIFT]-knop ingedrukt te houden, terwijl u op de

[ ][ ]-cursorknoppen drukt.

15 PC CARD-poort

Hier kan een geheugenkaart worden ingebracht.

Voor details over het installeren van de meegeleverde PC-kaart- beschermer zie blz. 23.

16

VALUE-regelaar

Hiermee kunt u waarden wijzigen. Houd [SHIFT] ingedrukt, terwijl u aan deze regelaar draait om de waarde in grotere stappen te wijzigen.

(blz. 26)

Druk op de VALUE-regelaar om een instelling e.d. te bevestigen (ENTER-functie). Wanneer de cursor zich bij een waarde bevindt, kunt u [ENTER] (VALUE-regelaar) indrukken om de waarde met de cijferknoppen in te voeren (blz. 27).

[SHIFT]

Gebruik deze knop samen met andere knoppen om toegang te krijgen tot bijkomende functies.

[MODE]

Hiermee opent u het “Mode Menu”-venster.

[CTRL]

Hiermee gaat u naar de “Control”-pagina (blz. 63). Op de “Control”- pagina vindt u de “Time Trip”-functie (blz. 69) die het beïnvloeden van het geluid via het drukgevoelige display toelaat. Bovendien vindt u daar de “External Control”-functie (blz. 63) voor het gebruik van de E1~E8-regelaars als MIDI-afstandsbediening. Ook de V- LINK-functie (blz. 71) voor de bediening van videoapparaten bevindt zich hier. Tenslotte kunt u hier nog de arpeggiator in-/uit- schakelen (blz. 64).

[EXIT]

Hiermee gaat u terug naar de “PLAY”-pagina c.q. sluit u het momenteel geopende venster. Op sommige pagina’s kunt u een gemaakte instelling hiermee annuleren.

[DEC], [INC]

Hiermee kunt u waarden wijzigen. Als u één knop ingedrukt houdt, terwijl u op de andere drukt, versnelt de waardeverandering. Als u

één van deze knoppen indrukt, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, verandert de waarde in grotere stappen. (blz. 26)

15

Bedieningsorganen

[ ], [ ], [ ], [ ] (cursorknoppen)

Beweegt de cursor naar boven/beneden/links/rechts. (blz. 25)

Als u op de “PATCH PLAY”-pagina (blz. 60) de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt, kunt u met [ ][ ] andere functies aan de E1~E8-regelaars toewijzen.

Achterpaneel

Houd de [SHIFT]-knop ingedrukt, terwijl u op [ ][ ] drukt om rechtsboven op de “PATCH PLAY”- of “EDIT”-pagina een andere zone te kiezen (blz. 99).

17 POWER-schakelaar

Hiermee schakelt u de stroomtoevoer in/uit. (blz. 21, blz. 54)

1

2

3

4

5

6

1 AC Inlet

Sluit hier de bijgeleverde stroomkabel aan.

2 DIGITAL AUDIO INTERFACE-connec- tor (OPTICAL IN/OUT, COAXIAL IN/ OUT)

(beantwoordt aan IEC60958).

Dit zijn digitale in-/uitgangen (stereo). Het uitgaande signaal is identiek aan het signaal dat via de MAIN OUT-connectors wordt uitgestuurd.

3 MIDI-connectors (IN, OUT, THRU)

Sluit hier externe apparaten aan die MIDI-commando’s moeten zen-

den of ontvangen.

4 INPUT-connectors (L, R)

Hier kan een externe geluidsbron, zoals een CD-speler, worden aangesloten. Diens signalen kunt u sampelen of in realtime bewerken.

*De ontvangst van de INPUT-connectors kunt u met de INPUT Jack Switch (blz. 126) in-/uitschakelen.

** Het niveau van de via de INPUT-connectors ontvangen signalen kunt u met INPUT Jack Gain (blz. 126) instellen.

5 DIRECT OUT-connectors (L, R) (1/4”-jack)

Via deze connectors worden de signalen zonder effecten naar de buitenwereld gestuurd. U zou ze dan ook op een externe effectprocessor c.q. een ander audioapparaat kunnen aansluiten.

6MAIN OUT-connectors (L (MONO),

R)(1/4” TRS-jack)

Deze jacks voeren het geluidssignaal in stereo uit naar een aangesloten mixer/versterker. Voor monotoepassingen moet u de “L”-con- nector gebruiken.

(blz. 20)

16

Snelle start

17

Voorbereidingen

Opstellen van de V-Synth XT

Dankzij een pienter systeem kunt u de V-Synth XT zowel op een tafel zetten als in een rack hangen.

‘Desktop’-gebruik

Stel de V-Synth XT zoals getoond op.

Inbouw in een rack

1 Installeer de V-Synth XT naar behoren in een rack.

Voor de installatie van de V-Synth XT hebt u (op 4 plaatsen) optionele schroeven nodig.

POWER

De rackbeugels van de V-Synth XT kunt u niet verwijderen. Bovendien mag u alleen de schroeven van de “kantelvoorziening” losdraaien om defecten en storingen te voorkomen.

18

2

Na de V-Synth XT in een rack geïnstalleerd te hebben kunt u er de

 

hoek van instellen.

 

Installeer de V-Synth XT eerst naar behoren in uw rack. Pak de twee

 

handvaten op het frontpaneel vast en trek ze naar boven tot u een klik

 

hoort.

 

Om weer de verticale stand te kiezen moet u de handvaten naar bin-

 

nen drukken (ook weer tot u een klik hoort).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

*Deze operaties mag u pas uitvoeren na de V-Synth XT in een rack geïnstalleerd te hebben.

*De V-Synth XT kan alleen gekanteld worden, als er voldoende plaats in het rack is. Laat daarom boven de V-Synth XT wat ruimte vrij in het rack.

Grendel van de kantelvoorziening installeren

Alvorens de V-Synth XT te vervoeren moet u de bijgeleverde kantelgrendel installeren. Door het instrument zonder die bewuste voorziening te vervoeren loopt u het risico het te beschadigen.

Activeer de grendel door op de getoonde plaatsen schroeven aan te brengen.

POWER

Voorbereidingen

Snelle start

19

Voorbereidingen

Aansluiten op een versterker

1

2

De V-Synth XT bevat noch een versterker, noch luidsprekers. U moet hem dan ook op een keyboardversterker, actieve speakers of een HiFi-keten aansluiten om iets te horen.

In het hier getoonde voorbeeld worden alleen de MAIN OUT-connectors gebruikt.

921

Schakel alle benodigde apparaten uit alvorens ze op elkaar aan te sluiten.

Verbind het ene einde van het bijgeleverde netsnoer met de aansluiting achterop het V-Synth XT en het andere einde met een stopcontact.

Om schade aan de luidsprekers en andere apparaten te voorkomen moet u het volume van alle apparaten op de minimumwaarde zetten en de betrokken apparaten uitschakelen alvorens ze op elkaar aan te sluiten.

3 Sluit de V-Synth XT aan op uw geluidssysteem.

Naar stopcontact

V-Synth XT

Achterpaneel van de V-Synth XT

POWER

MIDI IN

PHONES

MAIN OUT

Stereo-hoofdtelefoon

 

MIDI OUT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mixer enz.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindtrap

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Extern MIDI-apparaat

Actieve luidsprekers (met

(klavier, sequencer e.d.)

versterker)

Voor de verbindingen met een versterker/actieve luidsprekers hebt u audiokabels nodig. Werkt u met een hoofdtelefoon, dan moet u hem op de PHONES-connector aansluiten.

*Dit product mag alleen op een stopcontact worden aangesloten dat aan de vereisten (zie het achterpaneel) voldoet. Meer details over de voeding vindt u op blz. 202.

Zie “Via USB op uw computer aansluiten (USB-mode)”

(blz. 138) voor de werkwijze, wanneer u de V-Synth XT op een computer aansluit.

TIP

Om een optimale geluidskwaliteit te bereiken sluit u de V-Synth XT best aan op een stereoversterkingssysteem. Als u echter met een monosysteem moet werken, hebt u alleen de MAIN OUT L (MONO)-connector van de V-Synth XT nodig.

De V-Synth XT wordt zonder audiokabels geleverd. Die moet u dus bij de hand hebben.

20

Voorbereidingen

Inschakelen

1

941

Ga, vóór het inschakelen van de V-Synth XT, even het volgende na:

Zijn alle apparaten naar behoren aangesloten?

Hebt u het volume van de V-Synth XT en de overige apparaten op nul gezet?

2 Druk de POWER-schakelaar op het frontpaneel van de V-Synth XT in.

AAN UIT

942 3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schakel de versterker en/of de luidsprekers in.

4

Wacht tot de V-Synth XT zijn systeem geladen heeft. Zodra hij

 

gebruiksklaar is, ziet het display er ongeveer als volgt uit.

*Als u vóór het uitschakelen een V-Card had gekozen, wordt diens systeem tijdens de opstartfase geladen (blz. 22).

5

Regel het volume van de aangesloten versterker en/of speakers.

 

Speel een paar noten op het externe MIDI-klavier, terwijl u het volume

 

van de V-Synth XT geleidelijk aan verhoogt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na alle benodigde aansluitingen voltooid te hebben

(blz. 18) mag u de apparaten in de opgegeven volgorde inschakelen. Door de apparaten in de verkeerde volgorde in te schakelen zou u de luidsprekers, externe apparaten enz. kunnen beschadigen.

Dit product is voorzien van een veiligheidscircuit. Daarom duurt het na het inschakelen even voordat het naar behoren werkt.

Tijdens het opstarten beeldt het display van de V-Synth XT “Processing…” af.

Zet het volume nooit overdreven hard. Anders beschadigt u namelijk de versterker en/of de luidsprekers.

TIP

Een optimale geluidskwaliteit bereikt u alleen door het volume van de V-Synth XT zo hoog mogelijk in te stellen en het geluidsniveau op de versterker e.d. in te stellen.

Snelle start

21

Voorbereidingen

Opstarten van een V-Card

Druk op de [V-CARD]-knop om de gewenste toepassing (V-Synth/VC-1/VC-2) te kiezen.

Bij levering bevat de V-Synth XT al de software van de Roland “V-Cards” VC-1 en VC-2. Met één druk op een knop kunt u de werking van de V-Synth XT wijzigen zonder hem telkens opnieuw op te starten.

 

 

De VC-1 “D-50” tovert de V-Synth XT om in een module die –qua geluid en

 

 

bediening– sprekend op de D-50 (een “klassieke” Roland-synthesizer, die in

 

 

1987 uitkwam) lijkt. Let wel: we praten hier niet uitsluitend over de sounds

 

 

van de D-50, maar over alle parameters van die synth.

 

 

De VC-2 “Vocal Designer” verandert de V-Synth XT in een geavanceerde

 

 

stemprocessor. Die laat o.m. toe om wat lettergrepen te zeggen, terwijl u op

 

 

een klavier speelt. De gespeelde noten dienen dan als basis voor griezelig

 

 

echte soloen koorstemmen.

1

Druk, eens de V-Synth XT opgestart is, op de [V-CARD]-knop en ver-

 

volgens op het displayveld dat aan de gewenste toepassing is toege-

 

wezen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het display beeldt nu de openingspagina van de V-Card af.

*Houd de [V-CARD]-knop tijdens het inschakelen ingedrukt om meteen een andere werking voor de V-Synth XT te kunnen kiezen.

Meer details over het werken met de VC-1 “D-50” en VC-2 “Vocal Designer” vindt u in de V-Card-handleiding.

Als u vóór het uitschakelen een V-Card had gekozen, wordt diens systeem tijdens de opstartfase geladen.

Tijdens het laden van de V- Card-functies worden alle tot dan toe gemaakte wijzigingen gewist. Vergeet dus niet de patchen systeeminstellingen op te slaan.

“Patches opslaan (PATCH Write)” (blz. 75)

“Systeeminstellingen opslaan (Write)” (blz. 122)

Displaycontrast instellen (LCD Contrast)

Na het inschakelen (of als de V-Synth XT al een tijdje aan staat) is het display eventueel nog maar nauwelijks af te lezen. Bovendien beïnvloeden de hoek waaronder u naar het display kijkt en de verlichting op de plaats waar u staat de leesbaarheid van het display. Met de LCD CONT-regelaar kunt u de contrastinstelling van het display wijzigen.

22

Installeren van de PC-kaartbescherming

Bij de V-Synth XT wordt een PC-kaartbeschermer geleverd om diefstal van de geheugenkaart te voorkomen. Ziehier hoe u die PC-kaartbeschermer kunt installe-

 

ren.

1

Verwijder de schroeven onder de PC CARD-poort.

2

Schuif de PC-kaart in de PC CARD-poort.

3

Installeer de PC-kaartbeschermer met behulp van de schroeven.

930* Geheugenkaarten mag u alleen insteken c.q. verwijderen, als het apparaat uitgeschakeld is. Anders zo u namelijk de interne instellingen en/of de data op de kaart kunnen beschadigen.

931* Schuif de geheugenkaart volledig, maar voorzichtig, in de poort tot ze vastklikt.

Frontpaneel

Geheugenkaart

PC-kaartbeschermer

Voorbereidingen

Snelle start

23

Roland V-SYNTH XT User Manual

Basisbediening van het touchscreen

De V-Synth XT is voorzien van een drukgevoelig display (“touchscreen”). U hoeft de afgebeelde items dan ook maar aan te raken om ze te kiezen of in te stellen.

*Het touchscreen reageert op lichte aanraking. Druk er dus niet met geweld of een hard voorwerp op, omdat u het anders beschadigt. Oefen geen overmatige kracht uit en gebruik alleen uw vingers voor de bediening.

Pieptoon activeren/deactiveren

U kunt aangeven of er wel of geen pieptoon te horen zal zijn, wanneer u een actief gebied op het scherm aanraakt.

*Aanvankelijk is deze “akoestische feedback” actief.

1Raak rechtsboven in het venster < MENU> aan.

Er verschijnt een afrolmenu.

2

Raak in het afrolmenu <Beep> aan om een vinkje ( ) toe te voegen.

Deze instelling betekent dat de pieptoon actief is. Herhaal deze procedure om de pieptoon weer uit te schakelen (het vinkje verdwijnt).

*Als u de pieptoon hebt uitgeschakeld, verschijnt er een “ ” in het titelgebied bovenaan het venster, wanneer u een actief gebied van het touchscreen aanraakt.

24

Basisbediening van het touchscreen

De cursor bewegen

Elke pagina en elk venster beeldt verschillende parameters of items af die u kunt selecteren. Breng de cursor naar de waarde van een parameter om deze te wijzigen. De cursor is een blauwe rechthoek. De parameterwaarde of het item die/dat u met de cursor selecteert, wordt negatief weergegeven.

Cursor

Cursortoetsen

Druk op [], [], [] of [] (de cursortoetsen) om de cursor te verplaatsen.

[ ]: beweegt de cursor naar boven.

[ ]: beweegt de cursor naar beneden.

[ ]: beweegt de cursor naar links.

[ ]: beweegt de cursor naar rechts.

Touchscreen

U kunt de cursor ook “verplaatsen” door de gewenste parameter direct aan te raken.

Snelle start

25

Basisbediening van het touchscreen

Waarden wijzigen

Om een waarde te wijzigen kunt u de VALUE-regelaar of [INC][DEC] gebruiken of over het touchscreen slepen.

Op alle pagina’s van het V-Synth XT-display kunt u de benodigde waarde zoals eerder beschreven (met de cursor) selecteren en wijzigen.

Elke parameter heeft zijn eigen instelbereik. Bovendien heeft elk instelbereik een bovenen een ondergrens.

VALUE-regelaar

Als u de VALUE-regelaar naar rechts draait, wordt de waarde verhoogd. Draai hem tegen de klok in om de waarde te verminderen. Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u aan de VALUE-regelaar draait om de waarde in grotere stappen te verhogen en zo sneller grote waardeveranderingen te kunnen maken.

[INC] en [DEC]

Druk op [INC] om de geselecteerde waarde te verhogen. Druk op [DEC] om hem te verlagen. Houd de knop ingedrukt voor continue wijzigingen. Houd [INC] ingedrukt en druk op [DEC] voor snellere waardeverhogingen. Houd [DEC] ingedrukt en druk op [INC] om sneller een beduidend kleinere waarde te kiezen.

Touchscreen

Raak een parameter waarde aan en sleep uw vinger op/neer of naar links/rechts. Naar boven of naar rechts slepen verhoogt de waarde. Omlaag of naar links slepen vermindert de waarde.

26

Basisbediening van het touchscreen

Werken met de cijferknoppen

Patches met de cijferknoppen kiezen

Als de cursor zich bij een patchnummer bevindt, kunt u met de cijferknoppen andere patches kiezen.

Het nummer van de patch verschijnt in het numerieke veld.

[0]~[9]-knoppen: dienen voor het invoeren van een patchnummer.

[BANK-], [BANK+]-knoppen: Fungeren als ENTER-functie.

Werken met de cijferknoppen voor het invoeren van waarden

Wanneer de cursor zich bij bepaalde invoervelden bevindt, kunt u met de cijferknoppen soms een waardenlijst voor de betreffende parameter kiezen.

Invoeren van numerieke waarden

Gebruik de cijferknoppen voor het invoeren van een numerieke waarde.

[0]~[9]-knoppen: invoeren van cijfers.

[BANK–]-knop: maakt het getal negatief (c.q. weer positief).

[BANK+]-knop: wissen van de ingevoerde waarde.

[KEY PAD]-knop: terugkeer naar het midden van de lijst.

Directe waarde-ingave

In het voor de invoer geselecteerde veld verschijnt “SELECT”.

Druk op een knop om de overeenkomstige waarde in te voeren. De [0]~[9]-knop- pen zijn van boven naar onder aan de items in de lijst toegewezen.

De beschikbare knoppen lichten op, terwijl de huidige waarde knippert.

De cijferknoppen kunnen ook als “Patch Palette” (blz. 30) fungeren.

Dergelijke lijsten kunt u tevens oproepen door op de VALUEregelaar (ENTER) te drukken.

Snelle start

27

Klanken beluisteren

Patches kiezen en bespelen

De V-Synth XT bevat een groot aantal klanken en biedt o.m. de mogelijkheid telkens één (een zogeheten “patch”) ervan te bespelen. Laten we een aantal patches kiezen om te kijken wat de V-Synth XT zoal in zijn mars heeft.

1 Roep de “PATCH PLAY”-pagina op.

Als de “PATCH PLAY”-pagina (zie hieronder) niet wordt afgebeeld, moet u één of twee keer op [EXIT] drukken om te zorgen dat die pagina verschijnt.

Patchnummer

2

3

Druk op de [PREVIEW]-knop om de patch te horen.

Om een andere patch te kiezen moet u het patchnummer aanraken en dan de VALUE-regelaar of [INC][DEC] werken. Om sneller te werken kunt u [SHIFT] ingedrukt houden, terwijl u deze handelingen uitvoert.

TIP

Patches kunt u bovendien kiezen door het patchveld aan te raken en de cijferknoppen te gebruiken (blz. 27).

TIP

Nog een andere aanpak is het aanraken van het patchnummer en het opof neerwaarts (c.q. naar links/rechts) slepen van uw vinger.

28

Klanken beluisteren

Patches van de V-Synth XT via een MIDIklavier aansturen

De V-Synth XT kan vanop een extern MIDI-apparaat (klavier of sequencer) worden aangestuurd.

Hiervoor moet u een externe stuurbron op de V-Synth XT aansluiten.

MIDI-klavier aansluiten

Sluit het MIDI-klavier zoals hierna getoond aan.

V-Synth XT

MIDI IN

MIDI OUT

MIDI-klavier

MIDI-kanaal instellen

De V-Synth XT reageert alleen op MIDI-data, wanneer het externe apparaat op het MIDI-kanaal zendt waarop hij ontvangt (soms worden meerdere kanalen gehanteerd).

Patches uit een lijst selecteren

Tijdens het laden van de fabrieksinstellingen kiest de V-Synth XT weer kanaal “1” voor de Patch-mode.

Als u liever een ander ontvangstkanaal dan “1” gebruikt, moet u het met “Part MIDI” (blz. 126) aan “Part 1” toewijzen.

Misschien kiest u de benodigde patches liever uit een lijst…

1

2

3

Roep de “PATCH PLAY”-pagina op.

Als de “PATCH PLAY”-pagina niet wordt afgebeeld, moet u één of twee keer op [EXIT] drukken.

Raak linksboven in het display <List> aan.

Het “PATCH List”-venster verschijnt.

Selecteer een patch uit de lijst.

Kies met de VALUE-regelaar of [INC][DEC] de gewenste patch. U kunt ook een patch selecteren door hem aan te raken.

Zie de “Sound List” voor de voorgeprogrammeerde patches van de V-Synth XT.

TIP

Als u een patch uit de lijst selecteert en vervolgens op het externe MIDI-klavier speelt, hoort u de geselecteerde patch. Zo weet u meteen of u de juiste patch te pakken hebt.

Snelle start

29

Klanken beluisteren

4

5

Raak <017–032>~<241–256> links en rechts in het display aan om andere patches te zien. Om hoger genummerde patches te bekijken moet u op <257–512> onderaan het display drukken.

Raak <OK> aan.

De patch wordt geladen en het “PATCH List”-venster verdwijnt.

“Patches volgens categorieën kiezen” (blz. 61)

Favoriete patches kiezen (Patch Palette)

1

2

3

Vaak benodigde patches kunt u in het “Patch Palette” opnemen en vervolgens via de cijferknoppen [0]~[9] oproepen.

Elk pallet kan acht patches bevatten. Die kunt u met [1]~[8] direct oproepen. Met de [BANK]-knop kunt u de benodigde bank selecteren. Er zijn acht banken, zodat u dus 64 patches kunt registreren.

Roep de “PATCH PLAY”-pagina op.

Druk op [KEY PAD]. Het display beeldt het “Patch Palette” af.

Druk op de cijferknop van de gewenste patch ([1]~[8]).

U kunt een patch tevens selecteren door het scherm aan te raken.

Het “Patch Palette” kunt u alleen op de “PATCH PLAY”- pagina selecteren.

Met de knoppen [0] en [9] kunt u in stappen van 100 patches voorof achteruit gaan.

4

5

Kies met [BANK–]/[BANK+] de benodigde

Palette-bank.

Druk opnieuw op [KEY PAD] om het “Patch Palette” te verlaten.

Voor details over hoe u een patch in het “Patch Palette” registreert, zie “Favoriete patches definiëren (Patch Palette)” (blz. 76).

30

Loading...
+ 182 hidden pages