Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een apart blad).
Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste bediening van het apparaat. Om er
bovendien zeker van te zijn dat u elke functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt, leest u best de
hele handleiding. De handleiding moet als referentie worden bewaard en voorhanden zijn.
Belangrijke functies
Q
Een veelzijdige collectie stemeffecten, bediend met slechts één
regelaar
• Dertig verschillende geluiden zijn meteen gebruiksklaar
• Draai simpelweg aan de regelaar om een effect te selecteren en u zult het meteen horen
Q Talloze effecten van hoge kwaliteit
• “Galm” en “Delay” voegen een gevoel van ruimte en diepte toe aan uw stem
• Tweedelige “Double/Harmony” voegt prachtige resonantie en warmte toe aan uw stem
• “Dynamics” zorgt ervoor dat het volume consistent blijft en “Pitch Correct” zorgt voor een
correcte toonhoogte
• Gebruik unieke effecten zoals “Distortion” of “Radio” om aparte geluiden te creëren
Q Pedaalfuncties voor liveoptredens
• Met Phrase Loop kunt u herhaaldelijk over uw stem opnemen om in realtime een
zangensemble te creëren
• Met het HARMONY-pedaal schakelt u het Harmony-effect in realtime in/uit
* De informatie in deze handleiding bevat illustraties waarin de standaardweergave van de display wordt
afgebeeld. Het is echter mogelijk dat uw apparaat een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevat (bv.
met nieuwere geluiden), zodat de weergave op uw display kan verschillen van de weergave in de handleiding.
Dit wijst op zaken waar u in het bijzonder op moet letten.
Plaats de batterijen zoals hieronder getoond en let erop dat de batterijen in de juiste richting zijn geplaatst.
• Plaats een aantal kranten of magazines onder de vier hoeken of aan beide zijden om schade aan
knoppen en regelaars te voorkomen als u het apparaat ondersteboven draait. U probeert ook best het
apparaat in een richting te plaatsen waarbij geen knoppen of regelaars beschadigd raken.
• Wees voorzichtig als u het apparaat ondersteboven draait om te vermijden dat het valt of omvalt.
• Bij verkeerd gebruik kunnen batterijen ontploffen of lekken en schade of letsel veroorzaken. Uit
veiligheidsoverwegingen dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en na te leven.
• Volg de install atie-instructies voor batteri jen nauwkeurig en zorg ervoor dat u de jui ste polariteit gebruikt.
• Combineer geen nieuwe batterijen met oude. Combineer bovendien ook geen verschillende soorten batterijen.
• Verwijder de batterijen als het apparaat langere tijd niet zal worden gebruikt.
• Als een batt erij heeft gelekt, gebruikt u een zacht stuk st of of een papieren handdoekje om alle restanten v an het lek uit
het batterijvak te ver wijderen. Plaats vervolgens nieuwe batterije n. Let erop dat er geen batterijvloeistof op uw handen
of huid ter echtkomt om huidirri tatie te voorkomen. L et er vooral op dat er ge en batterijvloeistof in uw ogen
terechtkomt. Spoel onmiddellijk het aangetaste deel met stromend water als er batterijvloeistof in de ogen is
terechtgekomen.
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen voorwerpen zoals balpennen, halskettingen, haarspelden enz.
• Batterijen worden bij het apparaat geleverd. De levensduur van deze batterijen kan echter beperkt zijn
aangezien ze hoofdzakelijk voor testdoeleinden werden gebruikt.
• Als u de VE-20 enkel met batterijen van stroom voorziet, zal het POWER-lampje zwakker worden als de
batterijen leeglopen en vervolgens uitgaan. Vervang de batterijen zo snel mogelijk. U hebt zes AAbatterijen nodig.
• Als u de VE-20 gedurende een langere periode wilt gebruiken, raden we u aan een netstroomadapter te
gebruiken. Als u liever een batterij gebruikt, raden we een alkalinebatterij aan.
• Schakel het apparaat steeds uit en koppel eventueel aangesloten apparaten los als u batterijen installeert
of vervangt. Op die manier kunt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten
voorkomen.
De batterijduur bij voortdurend gebruik is ongeveer 8 uur bij alkalinebatterijen en ongeveer 2 uur bij
koolstofbatterijen. (Dit kan variëren naargelang de gebruiksomstandigheden.)
3
Snelle start
1
2
3
Sluit uw microfoon aan op de INPUT-aansluiting
en sluit de OUTPUT-aansluitingen aan op uw
mixer of recorder.
Zet de POWER-schakelaar op het achterpaneel in de
ON-stand. (Het apparaat zal worden ingeschakeld.)
Zorg ervoor dat de input gain of het
volume van uw mixer or recorder
gedempt is voordat u aansluitingen
maakt.
Wijzig de invoergevoeligheid.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop ( ) om MicSens te selecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om MicSens aan te passen.
In de ideale instelling zal de meter soms helemaal naar
rechts bewegen (zoals hieronder getoond) als u luid zingt.
Verlaag de MicSens-instelling als uw stem vervormd
klinkt.
Om de VE-20 optimaal te gebruiken, zult u de
invoergevoeligheid moeten aanpassen.
Meter
Brandt
1. Klaarmaken voor gebruik
• Als u batte rijen gebruikt, dient u ze te
plaatsen voordat u verdergaat.
“Batterijen plaatsen” (p. 3)
• Als u een netstroom adapter gebruikt
(BOSS PSA-reeks; optioneel), sluit u die
aan op de DC IN-aansluiting.
• Als u een cond ensatormicrofoon geb ruikt
die fantoomvoeding vereist, stelt u de
Phantom Power-parameter in op On.
“Een condensatormicrofoon
gebruike n (Fantoomvoeding) ” (p. 16)
• Als u een hoofdtelefoon gebruikt, sluit u
die aan o p de PHONES/LINE-aa nsluiting.
Als u h et apparaat inschak elt, verschijnt
een scherm als het volgende. Dit is het
“Afsp eelsche rm.”
4
De MicSens-instelling wordt zelfs in het
geheugen bewaard als het apparaat
wordt uitgeschakeld. U hoeft het dus niet
opnieuw aan te passen, tenzij u een
andere microfoon of zanger wilt
gebruiken.
2. Zingen
4
5
Druk op de EXIT-knop om naar het afspeelscherm
terug te keren.
Zet de input gain of het volume van uw mixer of
recorder geleidelijk hoger.
1
U kunt nu zingen.
Het ON/OFF-lampje brandt als het eect van de VE-20 is
ingeschakeld.
U kunt de ON/OFF-pedaal gebruiken om het eect in/uit te
schakelen en het verschil te horen.
Brandt
1
Draai aan de centrale SOUND-regelaar om
verschillende geluiden te kiezen.
Elk geluid heeft een naam die de aard van het geluid beschrijft. U kunt
ook de “Geluidenlijst” (p. 17) raadplegen als u een geluid selecteert.
Snelle start
3. Tussen geluiden schakelen
Raadpleeg “Wat is een “geluid”?” (p. 10)
voor meer informatie over de geluiden.
Druk op de HARMONY-pedaal; het Harmony-eect
wordt toegepast.
Brandt
Het HARMONY-lampje zal branden.
1
2
Zet het volume van uw mixer of recorder lager.
Zet de POWER-schakelaar op het achterpaneel op de
OFF-stand. (Het apparaat zal worden uitgeschakeld.)
4. De HARMONY-pedaal gebruiken
5. Het apparaat uitschakelen
• Raadpleeg “ Het Harmony-effect wijzigen”
(p. 11) voor meer informatie over het
aanpassen van het harmonie-effect.
• Met de HARMON Y-pedaal kunt u and ere
effecten toepassen dan het Harmonyeffect .
“De HARMONY -pedaal gebruiken
om andere e ffecten dan het Harm onyeffect in/uit te schakelen” (p. 14)
6
Aansluiten van apparaten
Microfoon
PCS-31L
(optioneel)
MengpaneelVerlengkabel (zover nodig)
Wit (L)
Rood (R)
Microfoon
Netstroomadapter
Stereohoofdtelefoon
• Gebruik alleen een netstroomadaptor van het opgegeven type (PSA-reeks, optioneel) als u een netstroomadapter gebruikt. Als u een andere
adapter gebruikt dan het opgegeven type, kunnen er fouten of schade in het apparaat voorkomen.
• Zet het volume altijd dicht en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt, om defecten en/of schade aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen.
• Sommige kabels bevatten weerstanden. Als verbindingskabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsvolume zeer laag of zelfs
onhoorbaar zijn. Neem contact op met de fabrikant van de kabel voor informatie over kabelspecificaties.
• Zorg ervoor dat de input gain of het volume van uw mixer or recorder gedempt is voordat u aansluitingen maakt. Als u de apparaten in de
verkeerde volgorde inschakelt, kunnen er defecten optreden en/of kan er schade aan de luidsprekers en andere apparaten ontstaan.
• Zorg er altijd voor dat het volume lager is gezet voordat u het toestel inschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul staat, kunt u nog geluid
horen wanneer het toestel wordt ingeschakeld. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
• Dit apparaat i s uitgerust met e en beveiligingscircuit. H et duurt even (en kele seconden) na he t opstarten voordat het apparaat normaal
werkt.
Gebruik de PHONES/LINE-aansluiting als u een kabel met een 1/4"-stekker wilt gebruiken om de VE-20 op uw mixer of
audiosysteem aan te sluiten. Gebruik een Y-kabel (zoals de Roland PCS-31L, optioneel) om aansluitingen te maken.
(PSA-reeks, optioneel)
Mixer, recorder, enz.
De VE-20 live gebruiken
Op voorhand te controleren
Als u op een live event optreedt waar iemand anders dan uzelf verantwoordelijk is voor het geluidssysteem, kunt u deze
persoon best informeren dat u van plan bent een in-line-effectenprocessor (de VE-20) op uw microfoon te gebruiken. Ze
kunnen er dan voor zorgen dat het nodige materiaal, zoals aansluitingskabels, voorhanden is en het zal de repetitie en het
uiteindeli jke optreden vlo t helpen ver lopen.
Let op bij het aansluiten
Er worden talloze types PA-materiaal gebruikt bij een live event. Een aansluiting onverwacht loskoppelen kan een luid g eruis
veroorzaken dat het materiaal zelfs kan beschadigen. Vraag toestemming van een geluidsman voordat u de VE-20 in- of
uitschakelt of kabels aansluit of loskoppelt.
Dit toont het nummer en de naam van het geluid. In de geluids- of
functiebewerkingsschermen toont het de parameters en waarden die worden
bewerkt.
* Druk nooit op het scherm en sla er nooit tegen.
PHRASE LOOP-lampje
Dit lampje brandt als de Phrase
Loop-functie is ingeschakeld.
PHRASE LOOP-knop
Deze schakelt de Phrase Loopfunctie in en uit.
“Phrase Loop gebruiken om lagen
aan uw stem toe te voegen” (p. 13)
MENU-knop
Gebruik deze om instellingen voor geluiden
en functies t e bepalen.
REVERB LEVEL-knop
Gebruik deze om een galmniveau te
wijzigen .
“Het niveau van het galmeffect wijzigen ”
(p. 11)
EXIT-knop
Gebruik deze om naar het
vorige scherm terug te keren
of om een handeling te
annuleren.
Cursorknoppen
Gebruik deze om tussen
parameters te schakelen en
de cursor te bewegen.
ON/OFF-pedaal
Het effect van de VE-20 wordt in-/uitgeschakeld
telkens u op dit pedaal drukt.
De Phrase Loop-functie wordt in-/uitgeschakeld als u
deze pedaal twee seconden of langer ingedrukt houdt.
Als de Phrase Loop-functie is ingeschakeld, wordt dit
pedaal gebruikt om de frase op te nemen, af te spelen
of te stoppen.
ON/OFF (PLAY)-lampje
Dit brandt als het effect van de VE-20 is ingeschakeld.
Als de Phrase Loop-functie is ingeschakeld, brandt
het als de frase wordt afgespeeld.
REC-lampje
Als de Phrase Loop-functie is ingeschakeld, brandt
dit als een frase wordt opgenomen.
HARMONY-pedaal
Gebruik dit om het Harmony-effect in of uit te schakelen.
Met de HARMONY-pedaal kunt u andere effecten
toepassen dan het Harmony-effect.
“Het Harmony-effect wijzigen”
(p. 11)
“De HARMONY-pedaal gebruiken om andere effecten
dan het Harmony-effect in/uit te scha kelen”
(p. 14)
POWER-lampje
Het lampje geeft aan of het apparaat in- of uitgeschakeld
is en dient ook als controlelampje voor de batterij.
* Als he t lampje zwakker w ordt of niet meer bra ndt, zijn
de batterijen leeg. Plaats in dit geval nieuwe batterijen.
Raadpleeg “ Batterijen plaatsen” (p. 3) voor instructies
voor het ver vangen van de batterije n.
SOUND-regelaar
Gebruik deze om tussen
geluiden te schakelen of
om een waarde op het
scherm te wijzigen.
HARMONY-lampje
Dit brandt als het effect dat door het HARMONYpedaal wordt bediend, is ingeschakeld.
Voorpaneel
8
Achterpaneel
PHONES/LINE-aansluiting
Hier kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. U kunt deze
aansluiting ook als een ongebalanceerde stereo lineuitgang gebruiken door een Y-kabel aan te sluiten
(zoals de Roland PCS-31L, optioneel).
OUTPUT L MONO/R-aansluitingen
Deze stuurt het geluid van de VE-20 uit als een
gebalanceerd signaal.
* D it instr ument is uitger ust met
gebalanceerde (XLR) aansluitingen.
Bedradingssc hema's voor deze
aansluitingen vi ndt u hieronder.
Maak de aansluitingen nadat u eerst
de bedrading sschema's van ande re
apparaten die u wenst aan te sluiten,
hebt gecont roleerd.
* De O UTPUT-aansluiting voert het sig naal uit op
microfoonnive au.
Om de manier te wijzigen waarop de VE-20 geluid
uitstuurt
,
raadpleeg “Het type uitvoer selecteren (Stereo of Mono/
Droog)”
(p. 16), “Output” (p. 19)
DC IN-aansluiting
Deze aansluiting dient voor het
aansluiten van een netstroomadapter
(BOSS PSA-reeks; optioneel).
Als u een netstroomadapter gebruikt,
kunt u het toestel langdurig gebruiken
zonder zorgen over leeglopende
batterijen.
Gebruik alleen een netstroomadaptor van het
opgegeven type (PSA-reeks, opti oneel) als u
een netstroomadapter gebru ikt. A ls u een
andere adapter gebruikt dan het opgegeven
type, kunnen er fouten of schade in het
apparaat voorkomen.
POWER-schakelaar
Dit schakelt het apparaat in en uit.
INPUT-aansluiting
Sluit uw microfoon rechtstreeks aan op deze aansluiting. De INPUTaansluiting is geschikt voor een XLR-stekker of een jack-stekker; u kunt het
type kiezen dat van toepassing is voor uw situatie. De aansluiting
aanvaardt zowel gebalanceerde als ongebalanceerde aansluitingen.
De XLR-aansluiting kan fantoomvoeding van 48 V leveren, zodat u een
condensatormicrofoon op fantoomvoeding kunt aansluiten.
* Dit instrument is uitgerust met gebalanceerde (XLR/TRS) aansluitingen.
Bedradingsschem a's voor deze aansluitingen vindt u hi eronder. Maak de
aanslui tingen nad at u eerst de bedra dingsschem a's van a ndere
apparaten die u wenst aan te sluiten, hebt gecontroleerd.
* Er kan feedback optreden , afhankelijk van de pl aats van de microfoon s
ten opzichte v an de luidsprekers. D it kan worden opgelo st door:
1. de richti ng van de microfoon (s) te wijzigen.
2. door de mi crofoon(s) verder van de luidsprekers t e plaatsen.
3. het volume te verlagen.
• Sluit de uitgang van een effectenprocessor of gelijkaardig apparaat niet aan op deze
ingang. Het geluid kan vervor md zijn en u verkrijgt mogelij k niet het gewenste e ffect.
• Als u een microfoon aansluit die fantoomvoeding vereist, schakelt u de
PhantomPower-parameter in.
Dit is een populaire studiote chniek waarbij een zanger een melodie opneemt en vervolgens
een tweede opname van dezelfde melodie samen met de eerste opname overdubt. Als de
twee opnames samen wor den afgespeeld on tstaat het effect van een dik en rijk stemgeluid.
• ’Denk eraan dat alle gegevens in het geheugen van het apparaat verloren kunnen gaan als het apparaat voor
reparatie wordt in gezonden. Noteer belangrijk e gegevens steeds op papier (w anneer mogelijk). Tijdens
herstellingen wordt er met de nodige zorg gewerkt om gegevensverlies te vermijden. In bepaalde gevallen echter
(zoals wanneer he t circuit van het geheugen zelf man kementen vertoont) kunnen we de gegevens mogelijk niet
herste llen en BOS S/Roland er kent geen a ansprakelij kheid voor dergelijk ge gevensverl ies.
• Denk eraan dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk kan worden gewist als gevolg van een defect of
verkee rd gebruik van het apparaat. Om te vermijde n dat belangrijke gegevens verloren gaan, raden wi j aan om
geregeld alle belangrijke gegevens op papier te noteren.
• Het is helaas niet altijd mogelijk om de inhoud van gegevens opgeslag en op het geheugen van het apparaat te
herste llen eenmaal ze ve rloren zijn. BOSS /Roland Corporation kan niet aanspr akelijk worden gesteld voor dergelijk
verlies van gegevens.
Wat is een “geluid”?
Op de VE-20 is een “geluid” een combinatie van effecten die het algemene tonale karakter bepaalt van een
stem die door het apparaat wordt verwerkt. Elk effect in een geluid wijzigt een bepaalde stemeigenschap,
zoals volume, toon, toonhoogte of het omgevingsgeluid. Een zanger kan onmiddellijk zijn volledige tonale
karakter wijzigen door een van de 30 verschillende geluiden in de VE-20 te selecteren.
Geluidsnummer GeluidstypeUitle g
01–30
Preset Sounds
31–80User SoundsDeze instellingen kunne n worden bewerkt en opgeslagen.
Wat is een “effect”?
Een “effect” wijzigt een bepaalde component of een geluid. Volume, toon, toonhoogte of
omgevingsgeluiden. De VE-20 bevat zes verschillende effecten. Ze kunnen elk afzonderlijk in-/uitgeschakeld
worden en verschillende parameters kunnen worden aangepast.
Raadpleeg “De effecten bewerken” (p. 12) voor meer informatie over het bewerken van een effect. Raadpleeg
“Parametergids” (p. 18) voor meer informatie over elk effect.
EffectenUitleg
DYNAMICSMaakt het volume meer consistent.
PITCH CORRECTCorrigeert onnauwkeurig heden in de toonhoogte.
TONE/SFXWijzigt het tonale karakter of past speciale effecten toe.
DOUBLE/HARM ONY
Bij bepaalde instellingen kan Pitch Correct de wijzigingen van de toonhoogte op een ruwe
“stapsgewijze” manier laten verlopen om een mechanisch stemgeluid te creëren.
Creëert een double tracking-effe ct of harmonie-effect. U kunt lagen maken van maximaal twee
delen (Part 1 en Part 2).
Deze zijn alleen -lezen.
Als u de instellingen va n een Preset Sound hebt gew ijzigd en u wilt het
resultaat bewaren, dan kunt u het als User Sound opslaan (p. 15).
DELAYCreëer t een echoa chtig effect.
REVERBCreëert de ruimtelijke galm die typisch is voor ee n optreden in een kamer of ha l.
10
ref.
ref.
De toonaardinstelling komt overeen met de toonaard
van de song (# ,
b
) zoals hieronder aangetoond.
Majeur
Mineur
Majeur
Mineur
ref.
Het niveau van het galmeffect
wijzigen
1. Druk op de REVERB LEVEL-knop.
2. Draai met de SOUND-regelaar om de
hoeveelheid galm naar wens aan te passen.
3. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
* Stel RevLevel in op 0 als u het galmeffect wilt uitschakelen.
Er kunnen ook bijkomende galmparameters
worden aangepast. Raadpleeg “De effecten
bewerken” (p. 12)
Het niveau van het Delayeffect wijzigen
1. Gebruik de cursorknoppen o m DlyLevel te
selecteren.
Geluiden en effecten
Het Harmony-effect wijzigen
De harmonie op de toonaard van uw
song afstemmen
1. Gebruik de cursorknoppen om de Key te
selecteren.
2. Draai aan de SOUND-regelaar om de Key op
de toonaard van uw song af te stemmen.
3. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
2. Draai met de SOUND-regelaar om het delay-
niveau naar wens aan te passen.
3. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
* St el DlyL evel in op 0 als u het de lay-effe ct wilt
uitschakelen .
Er kunnen ook bijkomende delay-parameters
worden aangepast. Raadpleeg “De effecten
bewerken” (p. 12)
Het volume van de harmonie wijzigen
Met de VE-20 kunt u twee harmonielagen (Part 1 en
Part 2) over uw eigen stem weergeven.
1. Gebruik de cursorknoppen om Part1Lev. te
selecteren.
2. Draai met de SOUND-regelaar om het
volume naar wens aan te passen.
3. Pas Part2Lev op dezelfde manier aan.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.ó
* Als u slechts één harmonielaag wilt toevoegen, stelt u het
niveau van de onnodige laag in op 0.
Er kunnen ook bijkomende harmonieparameters
worden aangepast. Raadpleeg “De effecten
bewerken” (p. 12)
Raadpleeg “Parametergids” (p. 18) voor meer
informatie over de parameters.
4. Draai met de SOUND-regelaar om de
parameter te bewerken.
5. Herhaal stappen 3–4 als u andere
parameters wilt bewerken.
Houd de EXIT-knop ingedrukt en druk op de
cursorknop als u een bewerkte instelling naar
zijn oorspronkelijke status wilt herstellen ().
6. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
Uw geluid benoemen
Om de tonaliteit van een geluid gemakkelijker te
onthouden kunt u een omschrijvende naam van
maximum 12 tekens aan een geluid toewijzen.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Draai met de SOUND-regelaar om NAME te
selecteren.
3. Druk op de cu rsorknop ().
4. Gebruik de cursorknoppen om het teken te
selecteren dat u wi lt wijzig en en dra ai aan de
SOUND-regelaar om het gewenste teken te
kiezen.
5. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
12
Phrase Loop gebruiken om lagen aan uw
Wat is de Phrase Lo op-functie?
Met deze functie kunt u een mono-frase van maximaal 38 s econden opnemen en herhaaldelijk afspelen (d.w.z. als loop).
U kunt ook lagen aan de eerste frase toevoegen in de vorm van extra frasen (“overdubben”). Door lagen van
verschillende melodielijnen toe te voegen, kunt u op uw eentje een a-capellakoor simuler en, of stempercussie gebruiken
om ritmefrasen aan uw compositie t oe te voegen.
Met de ON/OFF-pedaal schakelt u de Phrase Loop-functie in/uit.
De Phrase Loop-funct ie wordt inge schakeld als u de ON/O FF-pedaal twe e seconden of langer ingedr ukt houdt (he t
PHRASE LOOP-lampje gaat branden). De Phrase Loop-functie wordt uitgeschakeld als u de ON/OFF-pedaal opnieuw
twee seconden of langer ingedrukt houdt (het PHRASE LOOP-lampje gaat uit).
stem toe te voegen
Met de ON/OFF-pedaal bedient u de Phrase Loop-functie.
Om met de Phrase Loop-functie te overdubben, moet u de Loop Type-parameter op Perform instellen (p. 15).
1.2.3.4.5.6.
Druk
tweemaal.
Lampje
Brandt:
Uit:
1. Druk op de PHRASE LOOP-knop om de Phrase Loop-functie in te schakelen (het PHRASE LOOP-
lampje gaat branden).
2. Druk op de ON/OFF-pedaal de opname te starten.
Het REC-lampje (rood) gaat branden. Zing nu de frase die u het eerst wilt opnemen.
3. Druk op de ON/OFF-pedaal op de opname te stoppen.
Het PLAY-lampje (groen) gaat branden en de opgenomen frase wordt herhaaldelijk afgespeeld.
4. Druk op de ON/OFF-pedaal om het overdubben te starten.
Het REC-lampje (rood) gaat branden. Zing nu de frase die u wilt overdubben.
5. Druk op de ON/OFF-pedaal om het overdubben te stoppen.
Het PLAY-lampje (groen) gaat branden en de opgenomen frase wordt herhaaldelijk afgespeeld.
Herhaal stappen 4–5 als u extra overdubs wilt toevoegen. Tijdens het overdubben kunt u naar wens
andere geluiden kiezen.
6. Druk snel tweemaal op de ON/OFF-pedaal om het afspelen te beëindigen.
Het PLAY-lampje en het REC-lampje zullen uitgaan en de phrase loop-weergave en –opname zullen
worden beëindigd.
* Druk tweemaal binnen één s econde op de ON/OFF -pedaal.
* De op genomen frase wordt g ewist als u de herhaa lde weergave stopt of de Phrase Loop-functi e uitschakelt.
De opgegeven effecten worden samen in-/
uitgeschakeld telkens u op de HARMONYpedaal drukt.
De pedalen gebruiken om
geluiden te kiezen
Naast de SOUND-regelaar kunt u ook de pedalen
van de VE-20 gebruiken om geluiden kiezen.
1. Houd de HARMONY-pedaal gedurende twee
seconden of langer ingedrukt.
Het geluidsnummer zal knipperen.
Knippert
2. Druk op het ON/OFF-pedaal of de
HARMONY-pedaal om geluiden te kiezen.
Elk pedaal vervult de volgende functie.
PedaalFunctie
ON/OFF-pedaal
HARMONY-pedaal
3. Houd de HARMONY-pedaal gedurende twee
seconden of langer ingedrukt.
Het geluidsnummer gaat weer ononderbroken
branden en de pedalen krijgen opnieuw hun
gewone functie.
Schakelt over naar het
voorgaande geluidsnumme r.
Schakelt over naar het volgende
geluid snummer.
5. Druk o p de curs orknop () om he t effect t e
selecteren dat u wilt in-/uitschakelen.
6. Draai met de SOUND-regelaar om de “o”
instelling te selecteren.
7. Herhaal stappen 5-6 voor elk effect dat u wilt
in-/uitschakelen.
14
Handige functies
Geluidsnaam van de schrijfbestemming
Geluidsnummer van de schrijfbestemming
Geluidsnaam van de wisselbestemming
Geluidsnummer van de wisselbestemming
Uw opgenomen stem gebruiken
om wijzigingen uit te voeren
(Sound Check)
U kunt de Phrase Loop-functie gebruiken om uw
stem zonder bewerking door effecten op te nemen
en vervolgens uw opgenomen stem af te spelen
terwijl u geluiden probeert of aanpassingen uitvoert.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop () om de Loop
Type te selecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om Check te
selecteren.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
Met de bovenstaande instelling kunt u de Phrase
Loop-functie als een “soundcheck”-functie gebruiken.
ref.
Raadpleeg “Phrase Loop gebruiken om lagen aan uw
stem toe te voegen” (p. 13) voor meer informatie over
de Phrase Loop-functie.
* Als de Phrase Loop zich in de soundcheck-s tand bevindt,
kunt u hierover frasen overdubben. Als u het ON/OFF-pedaal
indrukt terwijl een opgenomen frase wordt afgespeeld,
wordt de frase gewist en begint een nieuwe opname.
Een geluid opslaan als een
andere User Sound
Op de volgende manier kunt u een geluid als een
andere User Sound opslaan.
Dit is handig als een Preset Sound die u hebt
bewerkt, wil opslaan of als u een nieuw geluid wilt
creëren dat gebaseerd is op een bestaand geluid.
* Zod ra u deze procedure uitvoert, verliest u a lle
voorgaande geluidsinstellingen op het opslagmedium.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Draai met de SOUND-regelaar om WRITE te
selecteren.
3. Druk op de cursorknop ().
Het REC-lampje knippert en het Write-scherm
verschijnt.
4. Draai met de SOUND-regelaar om het
doelgeluid te selecteren voor het schrijven.
Als u besluit om de Write-handeling niet te
doen, drukt u op de EXIT-knop om naar het
vorige scherm terug te keren.
5. Druk op het ON/OFF-pedaal.
Het geluid wordt opgeslagen.
* Sch akel het apparaat nooit uit voordat het scherm
“COMPLETED!” weergeeft.
Geluiden verwisselen
U kunt de volgorde van de User Sounds wijzigen
door ze te verwisselen.
1. Draai aan de SOUND-r egelaar om ee n van de
geluiden te selecteren die u wilt verwisselen.
2. Druk op de MENU-knop.
3. Draai met de SOUND-regelaar om WRITE te
selecteren.
4. Druk op de cursorknop () om EXCHANGE
te selecteren.
Het REC-lampje knippert en het Exchangescherm verschijnt.
5. Draai aan de SOUND-regelaar om het andere
geluid te selecteren dat u wilt verwisselen
met het huidig geselecteerde geluid.
Als u besluit om de Exchange-handeling niet te
doen, drukt u op de EXIT-knop om naar het
vorige scherm terug te keren.
6. Druk op het ON/OFF-pedaal.
De geluiden worden verwisseld.
* Sch akel het apparaat nooit uit voordat het scherm
Het type uitvoer selecteren
(Stereo of Mono/Droog)
Als u wilt dat het geluid van de VE-20 in stereo of als
mono/droge signalen worden uitgevoerd, maak
dan de volgende instelling.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop () om de uitvoer
te se lecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om Stereo of
Mono/Droog.
Hier wordt de Stereo-ingang geselecteerd.
Raadpleeg “Output” (p. 19) voor meer
informatie over de parameters.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
Een condensatormicrofoon
gebruiken (Fantoomvoeding)
Als u een condensatormicrofoon gebruikt die
fantoomvoeding vereist, stelt u de PhantomPower
in zoals hieronder omschreven.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop () om de
fantoomvoeding te selecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om On te
selecteren.
Ongewenste lage frequenties
verwijderen
Schakel de LowCut-parameter in als u ongewenste
lage frequenties wilt verwijderen.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop () om de Low Cut
te selecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om On te
selecteren.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
De leesbaarheid van het
scherm wijzigen (Contrast)
1. Druk op de MENU-knop.
2. Druk op de cursorknop () om Contrast te
selecteren.
3. Draai met de SOUND-regelaar om het
contrast aan te passen.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
4. Druk op de EXIT-knop om naar het
afspeelscherm terug te keren.
OPGELET
Schakel fantoomvoeding altijd uit als u een ander apparaat
aansluit dan condensatormicrofoons die fantoomvoeding
vereisen. U loopt kans op schade als u per ongeluk
fantoomvoeding levert aan dynamische microfoons,
audioweergaveapparaten of andere apparaten die geen
fantoomvoeding vereisen. Controleer de specificaties van
microfoons die u wilt gebruiken door de bijhordende
handleiding te raadplegen. (De fantoomvoeding van dit
instrument: 48 V DC, 10 mA Max)
16
Bijlage
De fabrieksinstellingen
herstellen (Factory Reset)
Op de volgende manier herstelt u de instellingen
van de VE-20 naar hun fabriekswaarden.
1. Druk op de MENU-knop.
2. Draai met de SOUND-regelaar om FACTORY
RESET te selecteren.
3. Druk op de cursorknop ().
Het REC-lampje knippert en het Factory resetscherm verschijnt.
4. Draai met de SOUND-regelaar om het bereik
van de factory reset te selecteren.
Waarde
ALLAlle instellingen
SOUND
SETUPInstallatieparameters
Als u besluit om de Factory Reset niet te doen,
drukt u op de EXIT-knop om naar het vorige
scherm terug te keren.
5. Druk op het ON/OFF-pedaal.
De instellingen die u hebt opgegeven worden
terug op de fabriekswaarden ingesteld.
* Sch akel het apparaat nooit u it voordat het sche rm
Dit zijn effectparameters die u binnen elk geluid
kunt bewerken.
DYNAMICS
Parame ter Uitleg
On, OffSchakelt DYNAMICS in/uit.
DepthPast de diepte van DYNAMICS aan.
EnhancePast de diepte van het Enhance-effect aan. Hogere
PITCH CORRECT
Parame ter Uitleg
On, OffSchak elt PITCH CO RRECT in/u it.
Type
Scale *1
GenderGeeft uw stem een mannelijk of vrouwelijk karakter.
Octave *1 Bepaalt h oeveel de toonhoog te wijzigt.
Key *2
Note *3Legt de toonhoogte vast.
*1 Beschik baar als Type ni et is ingesteld o p Soft, Hard of El ectric.
*2 B eschikbaar als Scale is ingesteld op Maj(Min).
*3 Beschikbaar als Type is ingesteld op Robot.
TONE/SFX
Parame terUitleg
On, OffSchakelt TONE/SFX in/uit.
TypePREAMPWijzigt het to nale karakter.
Gain *1Wijzigt h et niveau.
Bass *1Wijzi gt de toonkwalit eit van de lagere fr equenties.
Middle *1Wijzigt de toonkwaliteit van de
Middle f *1Wi jzigt de frequentie die door de Middl e-
Treble *1Wijzigt de toonkwaliteit van de hoge frequenties.
instellingen geven het geluid een scherpere definitie.
Soft
HardDe toonhoogte wordt snel gecorrige erd.
Electric
Robot
Chromatic
Maj (Min)
Bepaalt de toonaard van de song dat u zingt (p. 11).
De toonhoogte wordt vloeiend
gecorrigeerd.
Corrigeert toonhoogtevariaties
trapgewijs.
Corrigeert de toonhoogte naar de
opgegeven noot.
De toonhoogte wordt gecorrigeerd na ar
de dichtstbijzijnde chromatische halve
toon.
De toonhoogte wordt gecorrigeerd
volgens de Key-instelling.
DISTORTI
ON
RADIOCreëert een rad iostem.
STROBEKnipt de stem in dunne p lakjes.
CHORUS Maakt de stem rijker.
FLANGER
middenfrequenties.
parameter wordt beïnvloed.
Creëert een verv ormde stem.
Voegt een “suize nde” modul atie toe.
Parame terUitleg
Drive *2Wijzigt de hoeveelheid distortion.
Tone * 2Wijzigt het tonale karakter.
Speed *3Bepaalt de snelheid.
Depth *4Past de diepte van de C HORUS aan.
*1 Beschikbaar als Type is ingesteld op PREAMP.
*2 Besc hikbaar al s Type is ingesteld op DISTORTION.
*3 Beschikbaar als Type is ingesteld op STROBE of FLANGER.
*4 Beschikbaar als Type is ingesteld op CHORUS.
DOUBLE/HARMONY
Parame terUitleg
On, O ffSchakelt DOUBLE/HARMONY in/uit.
Part1 ( 2) Type OffSchakelt het onderdeel uit.
Part1 (2) Dbl *1 Wijzigt de intensiteit van het Double-effect in drie
Part1 (2) Lev *2 Wijzigt het volume van het stuk.
Part1 ( 2)
Gender *2
Part1 ( 2) Pan
Key *2Bepaalt de toonaard van het nummer dat u zingt
*1 Beschikbaar als Type is ingesteld op Double.
*2 Beschikbaar als Type is ingesteld op -1 tot +1 oct of Unison.
Doubl eCreëert een double tracking-effect.
Als u de toonaard van uw nummer
-1–+1 oc t
Unison
nive aus (L ight/N ormal/ Deep).
Vormt uw stem om naar een mannelijk of
vrouwelijk karakter.
L50–
Center –R50
(
hebt bepaald (
harmonie die geschikt is voor die
toonaard toe gevoegd, in het interval
dat u hier opgeeft.
Door het stemkarakter te wijzigen,
wordt de indruk ge creëerd dat een
andere perso on dezelfde melodie
met u zin gt.
Bepaalt de pannin g (stereopositie)
van het geluid.
p. 11
).
p. 11
), wordt een
DELAY
Parame ter Uitleg
On, O ffSchakelt DELAY in/uit.
TimeWijzigt de delaytijd (1–4000 ms).
FeedbackB epaalt hoeveel van het vertraagde geluid wordt
DelayLeve l Wijzigt het volume van het vertraagde geluid.
herhaald.
REVERB
Parame terUitleg
On, O ffSchakelt REVERB in/uit.
Type
SizeWijzigt de grootte van de ruimte om de galmtijd
RevLevelWijzigt het volume van de galm.
Ambience
RoomZorgt voor een warme weergalm.
Hall 1
Hall 2
Plate
te variëren.
Creëert een gevoel van ruimtelijke
diepte.
Biedt een heldere en ruime weergalm.
Biedt een zachte en subtiele
weergalm.
Biedt een metaalachtige weergalm
met extra hoog bereik.
18
Bijlage
CONTROL PEDAL
Parame ter Uitleg
TypeDBL/HRM
DELAY
PITCH
TONE/SFX
REVERB
DYNAMICS
CUSTOM
Schakelt e lk effect in/uit (p . 14).
Schakelt u het opgegeven effect in/uit
(p. 14).
MASTER
Parame terUitl eg
LevelWijz igt het volume van het geluid.
NoiseThres Pas dit aan volgens het ruisniveau.
Key
Stel dit in op een hogere waarde als het ruisniveau
hoog is of op een lagere waarde als het ruisniveau
laag is.
Bepaalt de toon aard van het nummer dat u zingt (p. 11).
Systeemparameters
Deze parameters worden toegepast op de volledige
VE-20.
SETUP
Parame terUitleg
MicSensWijzigt de invoergevoeligheid.
Phant omPower
Output
LowCut
LoopType
ContrastWijzigt het contrast (leesbaarheid) van het
On, Off
Mono
Stereo
Mono/Dry
On, Off
Perform
Check
scherm.
FACTORY RESET
Parame terUitl eg
ALLAlle instellingen worden geïnitialiseerd.
SOUNDAlle User Sound-instellingen worden geïnitialiseerd.
SETUPInstallatieparameterinstellingen worden
geïnitialiseerd.
Scha kelt f antoom voedin g naar de
INPUT-aansluiting in en uit.
Mono-uitvoer van OUTPUTaansluitingen L (MONO) en R.
Stere o-uitvoer v an de OUTP UTaansluitingen.
Mono-uitvoer van OUTPUTaansluiting L (MONO) en droog
geluid van aansluiting R.
* Deze instelling is ook van
toepassi ng op de L- en R-signalen
van de PHONES/LINE-aansluiting.
Verwijdert on gewenste lage
frequent ies.
Selecteer dit als u de Phrase Loopfunctie w ilt gebruiken om te
overdubben (p. 13).
Selecteer dit als u een soundcheck
wilt uitvoeren (p. 15).
Problemen oplossen
Het apparaat schakelt niet in
Q Zijn de batterijen leeg?
→
Vervang ze door nieuwe batterijen (p. 3).
* De batterijen bij de VE-20 dienen enkel om in de fabriek te
controleren of het apparaat werkt.
Q Is de opgegeve n netstroomadapter (PSA-reeks,
optione el) juist aanges loten?
→
Controleer de aansluitingen nog eens (p. 7).
Gebruik nooit een andere netstroomadapter dan degene
die i s opgegeven.
Q Staat de POWER-schakelaar op OFF?
→ Zet de POWER-schakelaar op ON
Geen geluid/laag volume
Q Is de externe ap paratuur correct aangesloten?
→
Controleer de aansluitingen nog eens (p. 7).
Q Is de input gain of het volume van uw mixer of
recorder gedempt?
→
Controleer de instellingen van het aangesl oten apparaat.
Q Is de Phantom Power-parameter op Off ingesteld?
→
Als u een condensatormicrofoon gebruikt die
fantoomvoeding vereist, stelt u de Phantom Powerparameter in op On (p. 16).
Q Zijn de MicSens- of Volume-instellingen te laag?
→
Stel deze in op geschikte waarden (p. 4).
Q Zijn de batterijen leeg?
→
Vervang ze door nieuwe batterijen (p. 3).
* De batterijen bij de VE-20 dienen enkel om in de fabriek te
controleren of het apparaat werkt.
Het POWER-lampje is zwak geworden
Q Is de opgegevens n etadapter (P SA-reeks, optio neel)
juist aangesloten?
→
Controleer de aansluiting nog eens (p. 7) .
* Gebru ik nooit een andere netstroomadapter dan degene die is
opgegeven voo r gebruik met de VE-20 .
Q Zijn de batterijen leeg?
→
Vervang ze door nieuwe batterijen (p. 3).
* Wanneer het lampje verzwakt of niet meer oplicht terwijl het effect is
ingeschakeld, dient u de batterijen te vervangen.
* De batterijen bij de VE-20 dienen enkel om in de fabriek te
controleren of het apparaat werkt.
Geluid is verstoord
Q Is de MicSens-instelling correct?
→
Stel de ins telling juis t in (p . 4).
Q Is de output van een andere effectenprocessor op
de INPUT- aansluiting aangesloten?
→
Slui t uw microfoo n rechtstreeks aan op de INPUT-aansluiting.
Kan de opgenomen frase niet opslaan
→
Het is ni et mogelijk om een opge nomen frase i n de VE-20 te
bewaren.
Overdubben met Phrase Loop lukt niet
Q Is de Phrase Loo p-parameter op Check ingesteld?
→
Overdubben is niet mogelijk als dit op Check is ingesteld.
Stel de Phrase Loop-parameter in op Perform als u wilt
overdubben (p. 15).