Roland VA-7, VA-5 MIDI IMPLEMENTATION [nl]

VA-7 VA-5
V-Arranger Keyboard 128-voice polyphony
Handleiding
Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van het VA-7/VA-5 V-Arranger Keyboard van Roland. Het “V”-symbool (van “V-Arranger”) is een heel speciale titel die Roland per jaar maar één keer aan een instrument toe-
kent (eerdere “V’s” waren de VG-8 ‘V-Guitar’, de V-Drums en de digitale Workstations van de VS-serie). De VA-7/VA-5 vormt het begin van een nieuwe generatie van arranger-instrumenten (alias “keyboards”) met een hele rits aan innove­rende functies. VariPhrase (VA-7), gloednieuwe en bijzonder realistische klanken en Drum Sets, helemaal nieuw gepro­grammeerde Music Styles, een “Touch Screen” (drukgevoelig display), een Audio In-aansluiting (VA-7) met aparte effecten – en een sober frontpaneel met een bijzonder intuïtieve bediening zijn dan ook maar de meest opzienbarende kenmerken.
Om de VA-7/VA-5 op de juiste manier te leren bedienen en kennis te maken met alle functies verdient het aanbeveling om deze handleiding in z’n geheel door te nemen.
• Om misverstanden te voorkomen gebruiken we in deze handleiding het woord “knop” wanneer we het hebben over druktoetsen op het frontpaneel, terwijl “toets” enkel voor de klaviertoetsen wordt gebruikt. Om bovendien geen verwar­ring te laten ontstaan tussen de “echte” en de “software”-knoppen gaan we de bedieningsfuncties in het drukgevoelige display “velden” noemen.
• De afbeeldingen in deze handleiding verschillen soms van wat u op uw instrument te zien krijgt. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat ze u zullen helpen.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken de delen “Veilig gebruik van dit instrument” en “Belangrijke opmerkingen” door. Daarvindt u namelijk voorzorgsmaatregelen en dingen die u het best niet doet om jarenlang plezier aan uw VA-7/ VA-5 te beleven. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats omdat u ze beslist nog eens nodig hebt.
Iomega® is een geregistreerd handelsmerk. Zip™ is een handelsmerk van Iomega Corporation. Alle andere handelsmer­ken in deze handleiding zijn eigendom van de betreffende bedrijven.
Copyright © 2000 ROLAND EUROPE. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren, verveelvoudigen of openbaar maken van deze
3
VEILIG GEBRUIK VAN DIT INSTRUMENT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
LET OP!
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
* "Materi le" schade heeft betrekking op
LET OP
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
WAARSCHUWING
• Gelieve vóór het gebruik van dit instrument alle instructies in deze handleiding door te lezen.
..............................................................................................................
• Open nooit het instrument en beschadig nooit het bijgeleverde netsnoer.
..............................................................................................................
• Probeer nooit het instrument te openen of zelf defecte onderdelen te vervangen. Laat alle herstel­lingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of aan de distributeur (zie de adressen op de laatste bladzijden van deze handleiding).
..............................................................................................................
• Gebruik dit instrument nooit op volgende plaat­sen:
• Plaatsen die onderworpen zijn aan extreme tempe­raturen (bv. in de zon, in een gesloten auto, in de buurt van een radiator of fornuis enz.);
• Vochtige plaatsen (badkamer, natte vloer, in de buurt van een wasmachine enz.);
• Buiten in de regen;
• Stoffige plaatsen;
• Plaatsen die aan sterke trillingen onderworpen zijn.
..............................................................................................................
• Sluit het netsnoer enkel aan op een stopcontact dat beantwoordt aan de vereisten op het naam­plaatje.
..............................................................................................................
• Beschadig nooit het netsnoer. Zorg dat de kabel altijd zo wordt gelegd dat hij niet afgeklemd of op gelijk welke andere manier gekneusd wordt.
..............................................................................................................
• Dit instrument kan voor een geluidsniveau zor­gen dat tot gehoorverlies kan leiden. Bespeel dit instrument dus nooit lange tijd op hoog volume. Als u ook maar vermoedt dat u gehoorproblemen hebt, neemt u het best meteen contact op met een oorarts.
• Zorg dat er nooit kleine voorwerpen (brandbaar materiaal, geldstukken, naalden enz.) in het inwendige terechtkomen.
..............................................................................................................
• In de volgende gevallen moet u het instrument meteen uitschakelen, de aansluiting op het licht­net verbreken en contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst:
• Wanneer het netsnoer zichtbaar beschadigd is;
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwen­dige terecht is gekomen;
• Wanneer het instrument in de regen heeft gestaan of op een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het instrument niet naar behoren lijkt te werken.
..............................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de kroost zo lang helpen bij het bedienen van het instrument tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen doen.
..............................................................................................................
• Behandel het instrument altijd met de nodige zorg. (Laat het nooit vallen!)
..............................................................................................................
• Sluit het netsnoer van dit instrument nooit aan op een stroomcircuit waar al talrijke andere appa­raten op zijn aangesloten. Wees bijzonder voor­zichtig met verlengingskabels: het opgenomen vermogen van alle apparaten mag niet hoger lig­gen dan de capaciteit van de verlengingskabel. Anders smelten de aders namelijk. Let altijd op de gegevens die op de kabel staan vermeld.
..............................................................................................................
• Vóór het gebruik van dit instrument in het bui­tenland neemt u het best contact op met uw dea­ler om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de laatste pagina’s van deze handleiding).
VOORZICHTIG
4
LET OP
• Stel het instrument en het netsnoer altijd zo op dat er voor voldoende verluchting gezorgd is. Anders worden ze namelijk misschien te warm.
..............................................................................................................
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker en nooit aan de kabel om te voorkomen dat de aders stuk gaan.
..............................................................................................................
• Als u het instrument langere tijd niet wilt gebrui­ken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
• Stroom- en signaalkabels draait u het best nooit samen om storingen te voorkomen. Bovendien moet u zorgen dat de kabels buiten het bereik van kinderen worden gelegd.
..............................................................................................................
• Ga nooit op het instrument staan en plaats er geen zware voorwerpen op.
VA-7/VA-5 – Handleiding
..............................................................................................................
• Raak het netsnoer en de overige kabels nooit met natte handen aan. Anders loopt u namelijk het risico dat u geëlektrocuteerd wordt.
LET OP
• Schakel het instrument altijd uit voordat u het schoonmaakt. Bovendien verbreekt u het best ook de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
5

Opzienbarende kenmerken

Opzienbarende kenmerken
VariPhrase-processor
(VA-7)
61-toetsen klavier
(aanslaggevoelig) met
Aftertouch (VA-7)
D-Beam (VA-7/VA-5) en
Ribbon Controller (VA-7)
De VA-7 is voorzien van de nieuwe doorbraak op sampling-vlak waarmee een “elastische” bewerking en MIDI-achtige manipulatie van gesampelde audiofrasen mogelijk wordt. Vanaf heden kunt u de Arranger-weergave (automatische begeleidingen) combineren met het sturen van gesampelde audiofrasen en op die manier zorgen voor een realistische zang-, gitaar- en andere partij op basis van opgenomen geluiden. Daarbij ontstaat de indruk dat de audiopartij live bij de begeleidingen wordt gezongen of gespeeld. Dankzij de superieure kwaliteit laat de VariPhrase-processor zelfs toe om de frasen in het ROM­geheugen of uw eigen frasen polyfoon te spelen zonder dat er sprake is van een onnatuur­lijk geluid dat je bv. wel hoort op een traditionele sampler. Voor het eerst is dit mogelijk met één enkele sample, zodat u nooit nog hoeft te denken aan het complexe en tijdrovende multisampling-procédé.
Bovendien zorgt VariPhrase voor een automatische synchronisatie (zonder klankmatige veranderingen) van het gesampelde materiaal met de Arranger of Song Composer. Het is zelfs mogelijk om langere frasen (bv. een hele strofe of refrein) onder te verdelen in aparte lettergrepen en deze één voor één te spelen – en nog steeds perfect synchroon met het Arranger- of Song-tempo. Het resultaat is gewoon adembenemend – en dat is nog maar het begin. Op blz. 28 krijgt u een voorproef van dit stukje technisch vernuft.
Het klavier van de VA-7 speelt uitgesproken prettig. Omdat het ook Aftertouch-com­mando’s genereert, kunt u er het volume, de klankkleur en de Arranger-functies op een intuïtieve manier mee sturen. Het klavier van de VA-5 biedt dezelfde voordelen, maar heeft geen Aftertouch.
De VA-7/VA-5 is tevens met de nu al legendarische D-Beam Controller* uitgerust die een intuïtieve klank- en Arranger-controle toelaat via handbewegingen boven een onzichtbare infraroodstraal. Verder beschikt u over een Ribbon Controller (VA-7) waarmee u dezelfde of complementaire functies kunt aansturen. En natuurlijk zijn ook de BENDER/MODU­LATION-hendel en de Aftertouch (VA-7, zie hierboven) van de partij.
Nieuwe klankbron
Een hele resem effecten
Snelle registratie zelfs
zonder de User Programs
te gebruiken
Ingebouwde Zip™-drive
(VA-7) en disk drive
De VA-7/VA-5 bevat een 128-stemmig polyfone klankbron met maar liefst 3.649 instru­mentklanken en 116 Drum Sets, die zowat alles bestrijken wat tussen realistische natuur­klanken en de “vetste” Techno-geluiden ligt. Nooit tevoren heeft een elektronisch instru­ment zo realistische drumklanken voortgebracht met fijne nuanceverschillen en alle “bij­geluiden” die zo typisch zijn voor akoestische instrumenten (het schuiven van de vingers over de snaren, het meetrillen van naburige trommels enz.).
Naast de onmisbare Reverb-, Chorus- en Delay-effecten en de 2-bands Equalizer bevat de VA-7/VA-5 bovendien een multi-effect met 89 effecten en combinaties (die je ook wel “algoritmen”) noemt.
De VA-7/VA-5 is het eerste instrument van Roland waarmee je je favoriete klanken via vijf handig SUPER TONES-knoppen op het frontpaneel kunt kiezen. Zelfs de voorgeprogram­meerde toewijzingen kunnen veranderd worden.
Bovendien werd de One Touch-functie van eerdere Roland-modellen uitgebreid en biedt nu vier geheugens per Music Style – de Disk Link-Styles incluis– en de mogelijkheid om uw eigen instellingen in deze geheugens op te slaan.
Natuurlijk bevat de VA-7/VA-5 ook 128 User Programs waar u uw eigen registraties kunt opslaan.
De ingenieurs van de VA-7 gingen ervan uit dat u een Zip-drive met een capaciteit van 100MB wel op prijs zou stellen voor de opslag van uw data. En omdat ze er zelf kapot van waren, hebben ze ook meteen software geschreven waarmee u de benodigde bestanden op een Zip in een mum van tijd kunt selecteren. Natuurlijk biedt de VA-7 ook de handige Database-functies die al op de G-1000 en EM-2000 aanwezig waren.
128 User Programs
User Programs laten niet alleen toe om een Music Syle in een mum van tijd naar wens te veranderen, maar ook om alle instellingen in het display en op het frontpaneel als zgn. registraties op te slaan. Als u meer dan 128 geheugens nodig hebt, kunt u de inhoud van de User Programs op Zip of floppy opslaan en later weer laden.
6
VA-7/VA-5 – Handleiding
Wilt u niet zelf Styles programmeren of hebt u geen tijd om u daarmee bezig te houden, kunt u de bestaande Styles personaliseren door gewoon andere klanken aan een Arranger­partij naar keuze (bas, drum, akkoorden enz.) toe te wijzen en deze instellingen in een User Program op te slaan.
128 High-Definition Music
Styles, plus 559 Styles op
de bijgeleverde Zip-disk
(VA-7)
Virtual Band voor een
interactieve registratie
16-sporen sequencer
Drie klaviermodes
Aan boord van de VA-7/VA-5 vindt u 128 indrukwekkende “High-Definition” Music Styles voor de meest uiteenlopende muziekstijlen. Elke Style omvat twee versies (Original en Variation), twee Intro’s, twee Endings, vier orkestraties en nog talrijke andere elemen­ten, zodat u eigenlijk over veel meer dan 128 begeleidingen beschikt.
64 “Disk Link”-geheugens verwijzen bovendien naar Music Styles op een Zip-disk (VA-7) of diskette (VA-7/VA-5) en kunnen via het frontpaneel –en net zo snel als de interne Styles– worden opgeroepen.
En alsof dat nog niet voldoende was, wordt de VA-7 geleverd met een Zip-disk die nog eens 559 Music Styles bevat.
Natuurlijk kunt u ook eigen Music Styles programmeren (die we
User Styles noemen). Er
is zelfs een handige functie waarmee u geselecteerde fragmenten van Standard MIDI Files kunt omtoveren tot een Style.
De Virtual Band-knop biedt toegang tot een stap-voor-stap hulpfunctie die eenvoudige vragen stelt en de VA-7/VA-5 aan de hand van uw antwoorden registreert. Het instellen van een keyboard was nog nooit eenvoudiger.
De VA-7/VA-5 wordt geleverd met een 16-sporen sequencer met talrijke editfuncties.
De Music Styles van de VA-7/VA-5 kunnen in één van drie klaviermodes worden gespeeld: Standard, Intelligent of Piano
Style. In de Standard -mode werkt de akkoord-herkenning
van de Arranger zoals u dat van een intelligent keyboard verwacht.
Intelligent -mode hoeft u zelfs geen complete akkoorden te spelen om ze te horen.
In de Met één, twee of hooguit drie toetsen speelt u nagenoeg elk bekend akkoord.
Piano Style- mode tenslotte is vooral bedoeld voor gebruikers met een “pianistische”
De achtergrond, hoewel u hem ook voor het spelen van andere muziek kunt gebruiken – dus niet alleen piano.
Intuïtieve bediening
Het grote drukgevoelige display houdt u op de hoogte van de status van uw VA-7/VA-5 en laat bovendien toe om bijna alle functies via de velden in het display in te stellen.
Lyrics-weergave
De VA-7/VA-5 kan de teksten van Standard MIDI Files met Lyrics-data afbeelden en deze zelfs naar een optionele LVC-1 Lyrics Converter doorseinen. Op die manier hebt u nooit meer een black-out op de bühne.
Bovendien biedt de VA-7 een Audio-ingang die u enerzijds voor het sampelen van eigen frasen en anderzijds voor het live-zingen kunt gebruiken door er een microfoon op aan te sluiten. Twee aparte effecten (Chorus en Reverb) staan ter beschikking voor het bewerken van uw zangpartijen.
Uitpakken van de VA-7/VA-5
Uw VA-7/VA-5 wordt met de volgende dingen geleverd. Controleer na het uitpakken of alles in de doos zit. Als dat niet het geval is, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw Roland-dealer.
• Deze handleiding.
• Een Zip-disk (VA-7) met 559 Music Styles, meer dan 300 Standard MIDI Files en 62 VariPhrases, 33 demosongs, een User Program Set met alle fabrieksinstellingen en een MIDI Set met de fabrieksinstellingen.
VA - 5 wordt geleverd met een diskette die 32 demosongs, 1 User Program Set, 1
De MIDI Set plus nog een aantal Music Styles bevat.
• Een metalen notenstandaard.
• Een netsnoer.
7
Opzienbarende kenmerken
Nuttige accessoires
FC-7 Foot Controller
Met de FC-7 Foot Controller kunt u de verschillende patronen van een Style (Fill In To
Original/To Variation
, Start/Stop enz.) met de voet kiezen. Sluit hem aan op de FC-7-con-
nector achterop de VA-7/VA-5.
Opgelet: U kunt de FC-7 niet als MIDI-pedalen gebruiken. De FC-7 stuurt namelijk pulsen uit in plaats van MIDI-commando’s. Sluit hem dus nooit aan op de MIDI IN-connector van uw VA-7/ VA-5 of van een ander instrument.
EV-5 or BOSS FV-300L
zwelpedaal
DP-2, DP-6 of FS-5U
voetschakelaar
Het (los verkrijgbare) EV-5 of BOSS FV-300L zwelpedaal kunt u voor verschillende dingen gebruiken, waaronder het instellen van het algemene volume.
U zou twee DP-2 (DP-6 of Boss FS-5U) voetschakelaars kunnen gebruiken. Eén daarvan sluit u aan op de
SUSTAIN FOOTSWITCH
pedaal. Aan de tweede DP-2 (DP-6 of Boss FS-5U) kunt u verschillende functies toewijzen. De
functie van de
FOOT SWITCH
User Program opslaan.
Style-diskettes van de
MSA-, MSD- en MSE-serie
De diskettes van de MSA-, MSD- en MSE-serie bevatten bijkomende Music Styles. De MSE Music Style-serie is speciaal ontwikkeld voor de VA-7/VA-5, G-1000, EM-2000, G-800, G-600, E-96 en RA-800. Houd er wel rekening mee dat u de MSE-Styles niet kunt gebruiken op instrumenten van de E- of RA-serie omdat deze Styles gebruik maken van de nieuwe klanken van de VA-7/VA-5. Andersom lukt wel: u kunt Style-diskettes van de MSA- en MSD-serie op uw VA-7/VA-5 gebruiken.
Hoofdtelefoon van de
RH-serie
U kunt een hoofdtelefoon van Roland (RH-25 of RH-50) op één van de PHONES-con­nectors aansluiten (er zijn twee aansluitingen).
Een woordje over de compatibiliteit
Hoewel u de Music Styles voor oudere keyboards van Roland moeiteloos op de VA-7/VA-5 kunt afspelen, zijn de Performance Memories (G-1000) of User Programs (EM-2000) niet compatibel.
General MIDI 2
De aanbevelingen van het opwaarts compatibele General MIDI 2-systeem ( ) gaan nog een grote stap verder dan het oorspronkelijke General MIDI-formaat. GM2 garan­deert een bredere waaier aan expressieve mogelijkheden en een nóg verder doorgedreven compatibiliteit. Functies, die General MIDI buiten beschouwing laat, waaronder parame­ters voor het veranderen (“editen”) van klanken, zijn nu eveneens vastgelegd. Bovendien moet een GM2-compatibel instrument een groter aantal interne klanken bevatten. Gene­ral MIDI 2-compatibele klankbronnen kunnen niet alleen GM2-, maar ook GM-muziek­data precies volgens verwachting weergeven. Links en rechts wordt de eerste versie van General MIDI ook wel “General MIDI (Level) 1” genoemd. Dat is inzoverre een slimme zet, omdat je dan meteen weet dat men het duidelijk niet over General MIDI 2 heeft.
Opgelet: Enkel de Song Composer van de VA-7/VA-5 is volledig GM2-compatibel.
-connector. Die doet dan dienst als Hold-
kunt u bovendien samen met alle andere instellingen in een
8
VA-7/VA-5 – Handleiding

Belangrijke opmerkingen

Naast de aanwijzingen onder “Veilig gebruik van dit instrument” (zie blz. 4) zou u ook de volgende punten even moeten doornemen:
Voeding
• Sluit de VA-7/VA-5 niet aan op een stroomkring waarop ook apparaten, die brom veroorzaken, op aangesloten zijn (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de VA-7/VA-5 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Op die manier weet u zeker dat u de instrumenten niet kunt beschadigen en voorkomt u een finale beschadiging van uw luidsprekers.
Opstelling
• Het gebruik van de VA-7/VA-5 in de buurt van eindtrap­pen (of andere apparaten met krachtige transformatoren) kan voor brom zorgen. Om dit tegen te gaan zet u de VA-7/VA-5 het best nooit te dicht in de buurt van derge­lijke apparaten.
• Dit instrument zou de radio- of TV-ontvangst kunnen storen. Plaats de VA-7/VA-5 dus nooit te dicht bij derge­lijke ontvangers.
• Om problemen te vermijden, dient u de VA-7/VA-5 te beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnek­kig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reini­gingsmiddel. Wrijf de VA-7/VA-5 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in de interne geheu­gens van de VA-7/VA-5 tijdens een herstelling gewist kunnen worden. Belangrijke instellingen schrijft u dan ook het best weg naar een Zip-schijf of een diskette. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een ongepaste bediening kan het gebeuren dat de inhoud van uw geheugens verloren gaat. Om uzelf tegen dit soort nare situaties te beschermen, verdient het aanbeveling om uw instellingen regelmatig extern op te slaan.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van dit instrument met de nodige voorzichtigheid. Een al te brutale behandeling kan leiden tot storingen of beschadi­ging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zwaar voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van gelijk welk soort aansluitin­gen, enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzit­tende kabel. Op die manier voorkomt u kortsluitingen en beschadiging van de kabels.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s och­tends best niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpakt u het weer in de leveringsdoos. U kunt echter ook een koffer of Flightcase gebruiken.
Gebruik van Zip-schijven
• Let er bij het insteken van een Zip-schijf in de drive op dat u de schijf helemaal horizontaal houdt en lichtjes naar beneden drukt tot ze vastklikt. Als de schijf niet gela­den wordt, moet u ze neerwaarts drukken.
• Om een Zip-schijf te kunnen verwijderen, moet u gebruik maken van de Zip Eject-functie (zie blz. 61) en daarna op de uitwerptoets van de drive drukken. Probeer de schijf nooit met geweld uit de drive te halen.
• Als u de Zip-schijf niet gebruikt, kunt ze het best weer in bijgeleverde plasticdoos stoppen.
• Laat een Zip-schijf nooit in de zon liggen en stel ze niet bloot aan extreme hitte, vochtigheid of magnetische vel­den.
• Steek nooit een diskette (floppy) in de Zip-drive en pro­beer deze laatste nooit met een 3,5" koppenschoonmaak­systeem schoon te maken.
Over het drukgevoelige display
• Plekken en ander vuil op het display verwijdert u het best met ethanol. Voorkom echter dat deze vloeistof tussen de gummiring en de beschermlaag van het display terecht­komt, omdat dat kan leiden tot het broos worden van het display. Gebruik nooit organische oplosmiddelen of schoonmaakproducten. Maak het display enkel schoon met ethanol.
Hanteren van diskettes
• Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een hoge vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de diskette.
• Wacht, wanneer u de VA-7/VA-5 van een koude plaats (bv. een auto) naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u de drive gebruikt.
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze nooit in een gesloten auto liggen waar de zon op staat. De aanbevolen temperatuur bedraagt 10°C~50°C.
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden. Leg ze bv. nooit op een luidspreker.
9
Belangrijke opmerkingen
• Diskettes zijn uitgerust met een WRITE-beschermings­nokje waarmee u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden overschreven. Zolang het nokje zich in de PRO­TECT- of WRITE-positie bevindt kunt u geen data op de betreffende diskette opslaan. Het verdient dan ook aan­beveling om dit nokje enkel in de onbeveiligde stand te zetten wanneer u nieuw data op de floppy wilt wegzetten.
Achterkant van de diskette
WRITE (u kunt data wegschrijven)
Beschermingsnokje
PROTECT (de diskette is beveiligd)
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best zo vaak mogelijk tegen ongewild overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand) alvorens ze in een drive te stoppen.
• Het etiket van een diskette moet altijd goed vastgekleefd worden om te voorkomen dat het los komt te zitten, zodat de diskette niet meer uit de drive kan worden gehaald.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de ver­pakking.
10

Inhoud

VA-7/VA-5 Handleiding
1. Voorzieningen op de panelen
. . . . . . . . . . .14
1.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
1.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
2. Luisteren naar de demosongs
3. De grote lijnen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
. . . . . . . . . . .19
3.1 Wat is de VA-7/VA-5 precies? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3.2 Easy Routing: snelle registratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3.3 De hoofdpagina. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
3.4 Arranger van de VA-7/VA-5 gebruiken . . . . . . . . . . . 24
3.5 Melodie spelen bij de begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . 26
Tempo veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Balance: als de melodie te stil of te luid is . . . . . . . . . . . . 26
Klanken kiezen voor de rechter hand. . . . . . . . . . . . . . . . 27
VariPhrases gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
3.6 Standard MIDI Files afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Minus One-weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
4. VA-7/VA-5-Clinics
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
4.1 Keyboard Mode-Clinic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Arranger- en Piano-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Splitpunt in de Arranger-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Other . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
4.2 Tone-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Tone kiezen voor de Keyboard-Parts . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Eigen Tone-favorieten kiezen (Customize Preferred
Tone) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Andere Tone Maps kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
4.3 VariPhrase-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Inschakelen van de VariPhrase-Part. . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Andere frasen kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Combineren/splitten van de VariPhrase-Part en
een Upper-Part . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
“Spelen” met de VariPhrases. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Expressie toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
VariPhrase-beïnvloeding via het display . . . . . . . . . . . . . 48
Effecten voor de VariPhrase-Part . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
4.4 Speelhulpen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
D Beam Controller. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Ribbon Controller (Touch Control) (VA-7) . . . . . . . . . . 51
Aftertouch (VA-7) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Pitch Bend/Modulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Octave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Sustain Footswitch (Hold) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Voetschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Zwelpedaal (Foot Pedal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Master Tune . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
4.5 Live zingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
4.6 Arranger/Music Style-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Music Styles kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Orchestrator en Morphing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
4.7 Song Composer-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Opnemen van uw muziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Melodie overdoen (2nd Trk). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Wegschrijven van uw Song naar disk/ette . . . . . . . . . . . . 66
4.8 Audio-aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
5. Meer details over de VariPhrase-Part
. . .69
5.1 Werken met de User-geheugens . . . . . . . . . . . . . . . . 69
VariPhrases, VariPhrase Sets of audiobestanden laden . 69
User-geheugen kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
5.2 Eigen frasen sampelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Phrase Edit: afwerken van het audiomateriaal. . . . . . . . . 72
Coderen van de frase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Wegschrijven van uw VariPhrase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
5.3 Phrase Parameters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Pitch. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Amplitude . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Phrase Ctrl. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Pan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Portamento . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
5.4 Global VariPhrase-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Playback. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Trigger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
5.5 Speelhulpfuncties voor de VariPhrase-Part . . . . . . . . 82
5.6 Echt “globale” VariPhrase-parameters . . . . . . . . . . . 83
Style Linked (Phrase Select). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Sync Settings . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
6. Geavanceerde Keyboard-Part functies
. .85
6.1 Upper1-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Wat u nog moet weten over Super Tones . . . . . . . . . . . . 85
6.2 Upper2-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Upper 2 Split. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
‘Dynamisch’ tweede splitpunt: UP2 to Left . . . . . . . . . . . 88
Stemmen van Upper2: Coarse en Fine . . . . . . . . . . . . . . . 89
Portamento (Upper 1-2 Portam) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
6.3 LWR Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
6.4 Aanslaggevoeligheid (Velocity Sensitivity) . . . . . . . . 91
6.5 Scale Tuning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92
7. Het fijne over de Arranger
. . . . . . . . . . . . . .95
7.1 Arranger en Music Styles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Music Style starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Music Style stoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Sync (Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
7.2 Andere Style-divisies kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
Fill In Half Bar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Majeur, mineur, septiem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
Arranger-patronen via de Aftertouch kiezen . . . . . . . . . 97
Style Morphing (deel 2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
7.3 Melody Intelligence. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
7.4 One Touch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
Negeren van bepaalde One Touch-instellingen
(Cancel Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Eigen Tone-keuze programmeren (Memorize). . . . . . . 100
11
Inhoud
7.5 Geavanceerde Arranger-instellingen . . . . . . . . . . . . 101
ARR(anger) Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Akkoord-herkenningsgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Arranger Chord Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Bass Inversion . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Dynamic Arranger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .103
7.6 Arranger Options . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
(Arranger) Tempo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104
Chord Family Assign . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .105
Intro& Ending Alteration. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
Muzikale Style-weergave: Wrap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
7.7 Tones voor de Arranger-Parts kiezen . . . . . . . . . . . .107
7.8 Werken met Styles op een disk/ette . . . . . . . . . . . . .108
Eigen Disk Link-toewijzingen programmeren . . . . . . . .108
Find: zoeken van Style op een Zip . . . . . . . . . . . . . . . . .109
Rename (Style Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110
Style Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111
8. Mixer, effecten en editen
. . . . . . . . . . . . . . 112
8.1 Opbouw van de Mixer-pagina’s . . . . . . . . . . . . . . . . 112
8.2 Volume en panorama . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Global Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Uitschakelen van Parts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114
Keybrd Mixer (volume van de Keyboard-Parts) . . . . . .114
Style Mixer (volume van de Arranger-Parts) . . . . . . . . .114
PanPot (stereopositie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .114
Nog meer hangsloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
8.3 Effecten en Equalizer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Part bewerken met Reverb, Chorus of Delay . . . . . . . . .116
Effectinstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .116
Equalizer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .119
8.4 Insertion-effect (M-FX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Insertion-effect gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .120
M-FX-type kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
8.5 VariPhrase- en Audio In-effecten . . . . . . . . . . . . . . . 124
8.6 Sound Palette: Keyboard-parameters editen. . . . . . 125
9. Registraties – User Programs
. . . . . . . . . . 127
9.1 Instellingen in een User Program opslaan . . . . . . . . 127
9.2 User Programs kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
Free Panel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128
User Programs kiezen (groep, bank, nummer) . . . . . . .128
User Programs met de [DOWN][UP]-knoppen kiezen129 Selectief laden van User Program-instellingen
(User Program Cancel Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
9.3 Automatische functies voor User Programs . . . . . . .130
Song & MIDI (Set) Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
User Program-keuze bij het inschakelen. . . . . . . . . . . . .131
10. Song Composer (basis)
. . . . . . . . . . . . . . . 132
10.1 Opmerkingen over het opnemen van Songs . . . . . 132
Formatteren van een disk/ette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
10.2 Song List: Songs op een disk/ette zoeken (Find) . . 133
Play & Search: Songs zoeken door het thema te spelen 133
10.3 Weergavefuncties voor Songs. . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Lyrics-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .134
Voor-/terugspoelen en Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
Weergave in een lus (Markers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Song-tempo veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
Parts solo beluisteren of uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . .135
Balans tussen de Song- en Keyboard-Parts. . . . . . . . . . .136
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
10.4 Song Chains . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Samenstellen en afspelen van een Song Chain . . . . . . . .137
Song Chain weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Chain Mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139
Song Chain wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139
10.5 Song Options . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
P&S Input . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .140
11. Song Composer (16-track enz.)
. . . . . . . 141
11.1 16-track Sequencer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
Algemene overwegingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
Voorbeeld 1: Een spoor opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . .142
Song wegschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Voorbeeld 2: Nieuwe song opnemen . . . . . . . . . . . . . . . 145
11.2 16-sporen Song editen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
Eenvoudige edit- en andere nuttige functies . . . . . . . . .146
Het fijne edit-werk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Utility: andere handige functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .152
11.3 Style Converter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
11.4 Header Post Edit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
12. User Styles programmeren
. . . . . . . . . . . 159
12.1 Logica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
User Style Composer oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .161
12.2 Nieuwe User Styles opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
Spoor, Mode, Type en Division kiezen . . . . . . . . . . . . . .161
Opnamemode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .162
Key: toonaard instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .162
Quantize. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .162
Tones kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .163
Maatsoort (Time Signature) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Length: patroonlengte instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .163
Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .165
Patroon beluisteren – en dan doorgaan of overdoen? . .165
Style wegschrijven naar disk/ette . . . . . . . . . . . . . . . . . . .166
Andere partijen en divisies programmeren . . . . . . . . . .166
Parts uitschakelen terwijl u andere opneemt . . . . . . . . .167
Opmerkingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .167
Volledige Styles kopiëren (alle sporen) . . . . . . . . . . . . . .168
12.3 Bestaande Styles kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Individuele Style-sporen kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . .168
Editen door op te nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
12.4 User Styles editen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 170
Edit-functies die niet tot de User Style Edit-mode
behoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Time Signature (maatsoort). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .172
12
VA-7/VA-5 – Handleiding
12.5 User Style Edit-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Erase. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Delete. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Insert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Transpose . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Velocity . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Quantize . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Gate T . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
Shift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
12.6 User Style Micro-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Change. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Insert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Move Mix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
Copy Mix. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179
12.7 User Style Utility. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Change. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Copy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
13. Varia
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182
13.1 Functies van de speelhulpen kiezen (Controllers) . 182
D Beam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182
Pitch Bender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Modulation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Touch Control (Ribbon) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Aftertouch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
Sustain Switch (CC64). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Foot Switch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Foot Pedal (zwelpedaal). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
13.2 Globale parameters (voor de hele VA-7/VA-5) . . . 189
Tone Recall . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Factory Resume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
Virtual Band Autorun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190
15.4 Disk Utility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Format. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Copy-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Rename . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
16. Specificaties
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .211
17. M-FX-types & aanstuurbare parameters
18. Referentie
18.1 Tones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
18.2 Drum Sets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
18.3 Interne Music Styles. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
18.4 Chord Intelligence (eenvingersysteem) . . . . . . . . .246
18.5 MIDI Implementation Chart . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
19. Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .213
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .216
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .249
14. MIDI
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .191
14.1 MIDI in het algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
MIDI-commando’s die de VA-7/VA-5 hanteert . . . . . . 191
14.2 Voorbereiding voor het MIDI-gebruik . . . . . . . . . . 194
MIDI-data verzenden (TX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
De “hoe-doe-je-dat’s” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
14.3 Keyboard MIDI, Style MIDI, Song MIDI. . . . . . . . . . 195
14.4 Utilities MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
MIDI Sync RX/TX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Style TX Sync . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Song TX Sync . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Basic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
Style . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
NTA: Note-to-Arranger. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
MIDI-parameters (Param) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199
14.5 MIDI Sets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
MIDI Set van een disk/ette laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
15. Disk-functies
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .203
15.1 Disk Load (data van een disk laden). . . . . . . . . . . . 203
Load Style/Styles kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Load User Prg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
Load MIDI Set . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Load Phrase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
15.2 Disk Save (data naar een disk wegschrijven) . . . . . 204
15.3 Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206
13
VA-7/VA-5 HandleidingVoorzieningen op de panelen
1. Voorzieningen op de panelen

1.1 Frontpaneel

A
B
H I J K
A
D BEAM CONTROLLER-sectie
Met de [ON/OFF]-knop kunt u de D Beam Controller in- (licht op) en uitschakelen (knop dooft). Houd deze knop langer dan een seconde ingedrukt om een dis­play-pagina op te roepen waar u de parameter kunt kiezen die u via de D Beam wilt aansturen. (Deze parameter kunt u ook via de [CONTROLLERS]-knop oproepen.)
Opgelet: De D Beam-technologie wordt in licentie van Interactive Light, Inc., vervaardigd.
Beweeg uw hand of lichaam boven de twee “ogen” om het volume, de filterinstelling, modulatiediepte enz. van de actieve Keyboard-Parts te beïnvloeden.
B
VOLUME-regelaar
Met deze regelaar bepaalt u het algemene uitgangsvo­lume van de VA-7/VA-5 (alle secties) voor zowel de luidsprekers als de eventueel aangesloten hoofdtele­foon plus het volume van het signaal dat naar de STE­REO OUT-connectors wordt uitgestuurd.
M-FX-regelaar en ON/OFF-knop
C
Met de [M-FX]-regelaar kunt u tijdens het spelen één multi-effectparameter beïnvloeden. De [ON/OFF]­knop dient voor het in- en uitschakelen van het multi­effect. Houd deze knop ingedrukt om naar een dis­play-pagina te gaan waar u de M-FX-parameters kunt instellen. Deze gelden echter alleen voor de Parts die aan de M-FX zijn toegewezen.
MELODY INTELL-knop
D
Druk op deze knop (licht op) om automatische har­monieën bij uw solo te voegen. Houd deze knop inge­drukt om een pagina op te roepen waar u het harmo­nietype kunt kiezen.
C E F GD
CONTROLLERS-knop
E
Deze knop biedt toegang tot de display-pagina waar u functies kunt toewijzen aan de ingebouwde en optio­nele speelhulpen. Hierbij horen o.a. de D Beam Con­troller enz., maar ook een optionele voetschakelaar en drie Faders in het display voor het aansturen van de VariPhrase-Part.
EFFECTS-knop
F
Druk op deze knop om de display-pagina op te roepen waar u alle effectparameters van de VA-7/VA-5 kunt instellen. De VA-7 biedt twee effectgroepen: een groep van vier met de effecten voor de meeste Parts, en een groep van twee effecten die enkel voor de VariPhrase­processor en de Audio In-Part beschikbaar zijn.
ONE TOUCH-knop
G
Deze knop heeft twee functies: door enkel op deze knop te drukken springt u naar een pagina waar u een zgn. One Touch-geheugen voor de geselecteerde Music Style kunt kiezen (zie blz. 27).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl u op USER PROGRAM [DOWN] of [UP] drukt, transponeert u de VA-7/VA-5 in stappen van halve tonen.
BALANCE-regelaar
H
Met deze regelaar bepaalt u de balans tussen de Arran­ger-partijen (“ACCOMP”) en uw solo’s (“KEY­BOARD”).
SYNC-knop
I
Druk op deze knop om één (of twee) SYNC-functies te activeren. Aanvankelijk staat hij op SYNC START ingesteld. Houd deze knop ingedrukt om naar een pagina te gaan waar u een andere SYNC-optie kunt kiezen.
14
J
KEYBOARD MODE-sectie
Met deze drie knoppen bepaalt u of het klavier gesplit wordt, dan wel of u één klank via het hele klavier kunt aansturen. Druk op de [OTHER]-knop om een andere configuratie dan “Arranger links/melodie rechts” (ARRANGER) of “één klank voor alle toetsen” (PIANO) te kiezen.
[OTHER] biedt tevens toegang tot andere belangrijke klavierfuncties, zoals de transpositie, de Octave-func­tie en parameters voor het instellen van de Arranger.
L
VA-7/VA-5 – Frontpaneel
USER PROGRAM [DOWN]/[UP]-knoppen
K
Met deze knoppen kunt u het vorige (DOWN) of vol­gende (UP) User Program kiezen. User Programs zijn registratiegeheugens.
Druk op één van deze knoppen, terwijl u de [ONE TOUCH]-knop (zie blz. 14) ingedrukt houdt om de VA-7/VA-5 in stappen van halve tonen te transpone­ren. Druk beide samen in, om weer naar de normale toonhoogte terug te keren (geen transpositie= “0”).
M N
Display
L
Dit is een zgn. “Touch Screen” via hetwelke u functies en parameters kiest c.q. instelt door gewoon op het betreffende veld te drukken. Veruit de meeste functies van de VA-7/VA-5 bereikt u enkel via het display.
ORCHESTRATOR-knop
M
Met deze knop kunt u een display-pagina oproepen waar u een andere orkestratie voor de momenteel gekozen Music Style kunt kiezen. Bovendien vindt u hier de Style Morphing-functie. Zie blz. 61 voor meer details.
VIRTUAL BAND-knop
N
Druk op deze knop om de demosongs van de VA-7/ VA-5 te kunnen beluisteren c.q. om gebruik te maken van een interactieve functie die u bij het registreren van de VA-7/VA-5 helpt. Deze heet “Easy Routing” en is beschikbaar in 6 talen.
DISK-indicator
O
Deze indicator licht op, terwijl de VA-7/VA-5 data van een disk (Zip/floppy voor de VA-7, floppy voor de VA-5) leest of daar data opslaat.
P Q
O
R
P
Q
R
SONG COMPOSER-knop
Druk op deze knop om de weergave of opname te star­ten c.q. de data met de digitale opnamefaciliteit van de VA-7/VA-5 te editen. Deze functie heet “Song Compo­ser”.
FUNCTION MENU-knop
Met deze knop hebt u toegang tot het functiemenu van de VA-7/VA-5, waar u alle functies vindt die u waarschijnlijk maar af en toe nodig hebt.
Opgelet: De FUNCTION MENU-pagina bevat ook een PANEL INFO-veld. Druk op dit veld om een overzicht op te roepen van de speciale functies van de knoppen op het frontpaneel.
Knoppen voor de Arranger-sturing
Met deze knoppen kunt u het gewenste Music Style­patroon kiezen en de weergave van de Music Styles starten en stoppen.
15
VA-7/VA-5 HandleidingVoorzieningen op de panelen
S
T
V
U
X Y
S
VariPhrase-sectie (VA-7)
Via deze knoppen hebt u toegang tot de revolutionaire VariPhrase-functie van de VA-7. Deze functie ont­breekt op de VA-5.
SUPER TONES-knoppen
T
Met deze knoppen kunt u vijf zgn. “Super Tones” oproepen. Dit zijn klanken voor de Upper1-Part die u waarschijnlijk het vaakst gaat gebruiken. Er zijn twee sets die u beide kunt editen: een FACTORY- en een USER-groep. Zo hebt u toegang tot 10 favoriete klan­ken. Zie blz. 39 voor meer details.
DATA-knop
U
Als deze knop oplicht (wat het geval is wanneer u een instelbare parameter kiest), kunt u hierop drukken om een numeriek display-klavier op te roepen. Via dat klavier kunt u dan een waarde invoeren.
TEMPO/TAP-knop
V
Als de [DATA]-knop oplicht, moet u op deze knop drukken (zodat hij oplicht) om het Style- of Song­tempo te kunnen veranderen. Gebruik daarvoor het [TEMPO/DATA]-wiel. Houd deze knop ingedrukt om toegang te krijgen tot bijkomende tempo-opties. U kunt hem ook in de maat indrukken om het tempo in te stellen (“Tap Tempo”).
STYLE-, TONE- en USER PROGRAM-knop
W
Hiermee wijst u een functie toe aan de BANK- en NUMBER-knoppen. Deze knoppen hebben elk een aparte kleur voor een eenvoudigere bediening: [STYLE]= groen, [TONE]= rood, [USER PRO­GRAM]= oranje. Deze kleuren worden ook door de BANK/NUMBER-knoppen gehanteerd.
TEMPO/DATA-wiel
X
De functie van dit wiel is afhankelijk van de status van de [TEMPO/TAP]- en [DATA]-knop. Als de [TEMPO/TAP]-knop oplicht, kunt u met het wiel het
W
Z
gewenste tempo instellen. Als de [DATA]-knop oplicht, dient het wiel voor de waardeverandering van de momenteel gekozen parameter.
PART-knop
Y
Houd deze knop ingedrukt, terwijl u op een NUM­BER-knop drukt om de Keyboard-Part te kiezen waar u een nieuwe klanken aan wilt toezijwen. Hierdoor roept u de Tone-keuzepagina op (waar de gekozen Part reeds geselecteerd is). De toewijzingen luiden als volgt:
PART + NUMBER [1] Upper 1 PART + NUMBER [2] Upper 2 PART + NUMBER [3] Manual Drums PART + NUMBER [4] -– – – PART + NUMBER [5] Melody Intelligence PART + NUMBER [6] Lower1 PART + NUMBER [7] Lower2 PART + NUMBER [8] Manual Bass
Houd deze knop minstens één seconde ingedrukt (alle GROUP/BANK/STYLE/TONE/USER PROGRAM­indicators, met uitzondering van de NUMBER-knop die aan de geselecteerde Part toegewezen is, doven dan). Laat de knop daarna weer los om naar de Part­keuze-pagina te gaan.
GROUP-, BANK-, NUMBER-knoppen
Z
Via deze knoppen kunt u de benodigde Music Style of Tone c.q. het gewenste User Program kiezen.
16
a
b
cde
a
BENDER/MODULATION-hendel
Door deze hendel naar de achterkant van de VA-7/ VA-5 te drukken voorziet u de met de Keyboard-Parts gespeelde noten van modulatie. Beweeg de hendel naar links of naar rechts om de toonhoogte van de gekozen Keyboard-Part tijdelijk te verhogen of te ver­minderen.
Ribbon Controller
b
Schuif met een vinger over deze Ribbon (“lint”) of druk op een bepaalde positie om de waarde van de op dat moment aangestuurde parameter te veranderen.
PHONES-aansluitingen
c
De VA-7/VA-5 is voorzien van twee hoofdtelefoon­aansluitingen. Sluit hierop enkel hoogwaardige hoofd­telefoons (bv. een optionele RH-25 of RH-50 van Roland) aan. Welke aansluiting u kiest heeft geen belang. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
VA-7/VA-5 – Frontpaneel
Floppy disk-drive
d
Steek een 2DD of 2HD diskette (floppy) in deze drive om uw Music Styles, User Programs, Composer-Songs en MIDI Sets extern op te slaan. Druk op de uitwerp­toets om de diskette uit de drive te halen.
Opgelet: Haal de diskette nooit uit de drive wanneer de DISK-indicator oplicht of knippert. Anders beschadigt u namelijk zowel de diskette als de kop van de drive.
e
Zip-drive
De Zip-drive kan worden gebruikt voor het opslaan en weergeven van Composer-Songs en voor het opslaan c.q. laden van User Styles, User Programs, MIDI Sets, VariPhrases, enz.
Opgelet: Om te voorkomen dat de Zip-schijf onvrijwillig wordt beschadigd (tenslotte kan ze tot 100MB aan belang­rijke data bevatten), kunt de schijf niet handmatig uit de drive halen.
17
VA-7/VA-5 HandleidingVoorzieningen op de panelen

1.2 Achterpaneel

A
FC7 PEDAL-aansluiting
Hier kunt u een optionele FC-7 pedalenbak aansluiten waarmee u de Style-weergave kunt starten en stoppen en andere Style-patronen kunt kiezen.
LCD CONTRAST-regelaar
B
Met deze regelaar kunt u het display-contrast instel­len, wanneer het display niet of nauwelijks af te lezen valt.
Opgelet: Het display heeft een beetje tijd nodig om op tem­peratuur te komen. Daarom kan het gebeuren dat u het contrast soms een aantal keren moet bijstellen.
C
POWER ON-knop
Druk op deze knop om de VA-7/VA-5 in of uit te scha­kelen.
AC-aansluiting
D
Hier moet u het bijgeleverde netsnoer aansluiten. Kies echter altijd een stopcontact dat beantwoordt aan de benodigde netspanning.
VARIPHRASE-sectie
E
LEVEL-regelaar: Met deze regelaar kunt u de ingangs­gevoeligheid van de VariPhrase-processor instellen. Doe dat altijd op zo’n manier dat het inkomende sig­naal niet vervormt.
GAIN-schakelaar: De stand van deze schakelaar moet u in functie van de signaalbron kiezen die u op de INPUT-connector aansluit: kies “MIC” wanneer u met een microfoon werkt en “LINE” als u er een CD­of MD-speler e.d. op aansluit.
INPUT-connector: Op deze 1/4”-jack moet u de sig­naalbron aansluiten die u wilt opnemen (alias sampe­len). Tenzij u een speciale kabel koopt of soldeert, kunt u maar één uitgang van uw CD-speler e.d. hierop aansluiten (mono). Een microfoon kunt u daarente­gen rechtstreeks met deze ingang verbinden. Voor een CD- of MD-speler e.d. hebt u waarschijnlijk een spe­ciale kabel nodig met een jack-stekker aan de ene kant en een RCA/Cinch-steker aan de andere. U zou echter ook kunnen kiezen voor een PJ-1M kabel van Roland. Zie uw Roland-dealer.
STEREO IN R, L/MONO connectors
F
Hier kunt u een externe signaalbron (synthesizer, CD­speler enz.) aansluiten om het signaal ervan via de luidsprekers van de VA-7/VA-5 te versterken. Als de signaalbron mono is, moet u de uitgang ervan aanslui­ten op de L/MONO-connector.
Opgelet: De hier aangesloten signaalbron kan niet met de VariPhrase-functie worden gesampeld, noch aan de Audio In-Part worden toegewezen.
G
STEREO OUT R, L/MONO connectors
Via deze connectors kunt u de VA-7/VA-5 aansluiten op een mengpaneel, een PA (zanginstallatie) of een audio-opnameapparaat. Het verdient aanbeveling om altijd beide uitgangen op het externe apparaat aan te sluiten om uw muziek in stereo op te kunnen nemen. De luidsprekers worden niet uitgeschakeld wanneer u een jack op één of beide uitgangen aansluit.
SUSTAIN FOOTSWITCH-regelaar
H
Sluit hier een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar aan om te gespeelde noten langer te laten doorklinken – zelfs nadat u de betreffende toet­sen weer hebt losgelaten.
FOOT SWITCH-connector
I
Als u hier een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U aansluit, kunt u een functie naar keuze met de voet bedienen.
FOOT PEDAL-connector
J
Sluit hier een optioneel EV-5 of BOSS FV-300L zwel­pedaal aan om het volume van één of verschillende Parts c.q. een andere parameter te kunnen beïnvloe­den.
MIDI-connectors
K
Via deze aansluitingen kunt u de VA-7/VA-5 met andere MIDI-instrumenten en -apparaten verbinden.
18
2. Luisteren naar de demosongs
VA-7/VA-5
De VA-7/VA-5 wordt geleverd met een aantal demo­songs die u een goede indruk geven van wat u er alle­maal mee kunt doen. Laten we daar dus eerst naar luisteren.
Opgelet: Alle demosongs © 2000 by Roland Europe in samenwerking met Luigi Bruti en Roberto Lanciotti. Alle rechten voorbehouden.
1.
Pak de VA-7/VA-5 uit en plaats hem op een stevig
oppervlak.
2.
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC-con­nector achterop de VA-7/VA-5 en het andere einde op een geschikt stopcontact.
Naar een stopcontact (100~240V)
3.
Zet de [VOLUME]-regelaar in de MIN-positie.
Als u wilt, kunt u nu op het [Nederlands]-veld druk­ken om uw moedertaal te kiezen.
Opgelet: Naar gelang het land waar u de VA-7/VA-5 gekocht hebt, kan het gebeuren dat er een andere taal i.p.v. Nederlands wordt ondersteund.
5.
Druk op het [DEMO]-veld. Het display ziet er nu
als volgt uit:
Opgelet: Als u Nederlands gekozen hebt, worden de vol­gende vragen en meldingen in het Nederlands afgebeeld. De hierna vernoemde functies zijn echter dezelfde.
6.
Stel met de [VOLUME]-regelaar een iets hoger volume in. Eens u de demo-weergave hebt gestart, moet het waarschijnlijk nog aanpassen.
7.
Leg de bijgeleverde Zip-schijf (VA-7) of diskette (VA-5) in de betreffende drive.
De demosongs bevinden zich niet in het interne geheugen van de VA-7/VA-5. Als u deze disk niet in de drive stopt, verschijnt bij de volgende stap een waar­schuwing:
Op MIN zetten
4.
Druk op de [POWER ON]-knop naast de AC-aan-
sluiting op het achterpaneel.
Zodra alle interne circuit-tests uitgevoerd zijn, ziet het display er als volgt uit:
Deze pagina wordt automatisch opgeroepen wanneer u langer dan vijf minuten niet op de VA-7/VA-5 speelt.
Opgelet: U kunt voorkomen dat deze pagina na een pauze automatisch wordt opgeroepen. Zie blz. 189 voor meer details.
Opgelet: Om deze pagina op een later tijdstip op te roepen (bv. wanneer u al even op de VA-7/VA-5 gespeeld hebt) moet u op de [VIRTUAL BAND]-knop drukken.
8.
Druk op een “DEMO”-veld om de demo’s te kiezen die u wilt beluisteren.
ALL DEMO— De VA-7/VA-5 speelt alle hierna opge­somde demosongs af.
TONE DEMO— De VA-7/VA-5 speelt demosongs af die u een indruk geven van het realisme van zijn klan­ken.
STYLE DEMO— De VA-7/VA-5 speelt demosongs af die de kwaliteit van de automatische begeleidingen (“Music Styles”) in de verf zetten.
VariPhrase DEMO— Deze optie is enkel beschikbaar op de VA-7. Druk op dit veld om naar de fantastische mogelijkheden van de VariPhrase-processor van de VA-7 te luisteren.
19
VA-7/VA-5 Handleiding—Luisteren naar de demosongs
Wat er nu gebeurt, hangt af van de gekozen optie:
Als u ALL DEMO kiest:
• De weergave begint automatisch. Als u niet wilt wach­ten tot de huidige Song afgelopen is, drukt u op [SKIP NEXT ®®]. Hierdoor springt u naar het begin van de volgende demosong.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demoweergave te stoppen.
• U kunt de weergave nu vanaf het begin van de huidige of volgende Song (als u eerst op [SKIP NEXT ®®] drukt) verderzetten door op [PLAY ®] te drukken.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan.
• Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
Als u TONE DEMO kiest:
Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
Als u STYLE DEMO kiest:
• De demoweergave begint meteen. U kunt echter op een Style-naamveld (“Rock”, “Dance” enz.) drukken om de demonstratie van een andere Music Style te starten. “Music Styles” zijn de begeleidingspatronen van de VA-7/VA-5. Tijdens het spelen kunt u ze transponeren en er de volgorde van bepalen.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demosong-weer­gave te stoppen. Druk op [PLAY ®] om ze weer te starten.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan.
• Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
• De demoweergave begint meteen. U kunt echter op een Tone-familieveld (“Piano”, “CPerc” enz.) drukken om de demosong te kiezen die de klanken van die familie de revue laat passeren. Ook dan begint de weergave meteen. De afkortingen op bovenstaande display-pagina vindt u ook terug boven en onder de BANK-knoppen op het frontpaneel (rechter kant). Bepaalde demosongs illu­streren verschillende Tones.
Opgelet: U kunt al een andere Tone-demo kiezen terwijl de huidige nog wordt weergegeven.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demosong-weer­gave te stoppen. Druk op [PLAY ®] om ze weer te starten.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan.
Als u VariPhrase DEMO kiest :
• De weergave begint automatisch. Druk op het
[STOP ]-veld om de demosong-weergave te stop­pen. Druk op [PLAY ®] om ze weer te starten.
• Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
9.
Druk op [oBACK] om terug te keren naar de keu- zepagina voor de demosongs, en nog een keer om naar de eerste Virtual Band-pagina te springen.
20
3. De grote lijnen
VA-7/VA-5 Wat is de VA-7/VA-5 precies?
3.1 Wat is de VA-7/VA-5 precies?
Uw VA-7/VA-5 is twee instrumenten in één: de ene helft zorgt voor de begeleiding bij de melodie die u in de andere helft speelt.
Linker hand: con-
trole van de
Arranger
Er zijn dus twee secties die u voor live-muziek kunt gebruiken. (De derde sectie, de Song Composer, kunt u weliswaar ook live gebruiken, maar deze is vooral bedoeld voor het opnemen en weergeven van uw muziek.)
Keyboard-sectie:
A
Deze sectie bevat de Parts die u via het klavier moet aansturen – vandaar de benaming “Keyboard”. De VA-7/VA-5 bevat acht Keyboard-Parts, waarvan u er maximaal zes tegelijk kunt aansturen: Upper 1/2, Vari­Phrase, Lower 1 & 2, en Manual Bass (vaak ook M.Bass of gewoon MBS genaamd). De zevende Part, Manual Drums (M.Drums of MDR) kan enkel apart worden gespeeld. U kunt hem niet met Upper1/2 of de VariPhrase-Part combineren. U kunt hem echter wel uitsluitend aan de rechter klavierhelft toewijzen en hem dus tegelijkertijd met Lower1/2 bespelen (deze laatste kunt u via de linker helft spelen). Zie blz. 41 voor meer details. De achtste Part, “MInt”, is iets twee­slachtiger: hij geldt weliswaar als Keyboard-Part, maar hij wordt gedeeltelijk door de Arranger gestuurd. Zie “Melody Intelligence” op blz. 99.
Arranger/Style-sectie:
B
De Arranger is uw bandje (of orkest) dat een begelei­ding (Music Style) van Roland, andere programmeurs of uzelf speelt. In zekere zin werkt de Arranger zoals een drumcomputer: hij speelt namelijk begeleidings­patronen. In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u heel gemakkelijk het benodigde patroon kiezen. Zo hoeft u de volgorde van de patronen niet op voorhand te pro­grammeren. Bovendien speelt de Arranger niet alleen de drums, maar ook een bas en akkoordenpartijen. De toonaard hiervan bepaalt u aan de hand van uw zelf gespeelde akkoorden (meestal in de linker klavier­helft).
Via de VariPhrase-functie (zie blz. 28) of de Audio In-Part (zie blz. 56) kunt u daar nog zang aan toe­voegen.
Rechter hand (Keyboard-
Parts/VariPhrase-Part)

3.2 Easy Routing: snelle registratie

De Virtual Band-pagina is de eerste display-pagina die na inschakelen van de VA-7/VA-5 verschijnt:
U weet al waar het [DEMO]-veld voor dient. Laten dus meteen kijken naar de Easy Routing-functie. Hier­mee kunt u uw V-Arranger Keyboard vertellen hoe u het wilt bespelen door gewoon een aantal interactieve vragen te beantwoorden.
1.
Als de pagina hierboven bij u niet wordt afgebeeld, moet u de VA-7/VA-5 uit- en weer inschakelen of op de [VIRTUAL BAND]-knop drukken.
Opgelet: U kunt voorkomen dat deze pagina na een pauze automatisch wordt opgeroepen. Zie blz. 189 voor meer details.
2.
Kies uw taal door op het betreffende veld te druk­ken.
Als u hier Nederlands kunt kiezen, moet u dat zeker doen, omdat het interactieve proces dan nog sneller verloopt.
Opgelet: De taalkeuze wordt opgeslagen en automatisch ingesteld wanneer u de VA-7/VA-5 de volgende keer inscha­kelt.
3.
Druk op het [EASY ROUTING]-veld.
Het display ziet er nu als volgt uit:
Gezien het aantal mogelijkheden en de “easy”-opbouw gaan we hier niet alle opties één voor één voorstellen, omdat u dan de indruk zou kunnen krijgen dat de Easy Routing-functie ingewikkeld in elkaar zit. Het tegendeel is waar.
21
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen
Ziehier hoe deze functie is opgebouwd:
• Geef aan of u met ([In a BAND]) of zonder ([As a SOLOIST]) begeleiding wilt spelen. Dat heeft een grote invloed op de navolgende vragen en antwoor­den.
Als u op het [As a SOLOIST]-veld drukt, zijn er twee opties:
ORGANIST betekent dat u met de linker en rechter hand twee verschillende klanken kunt spelen (het kla­vier wordt gesplit). Ondanks de naam kunt u echter ook andere combinaties kiezen, zoals een synthesizer voor linker hand en een saxofoon voor de rechter.
PIANIST betekent dat u één klank aan het volledige klavier toewijst. Ook hier hoeft u niet noodzakelijk een pianoklank te kiezen.
Opgelet: Na het kiezen van “As a SOLOIST” kunt u nog steeds gebruik maken van de Arranger-drumbegeleiding. Druk gewoon op de [START/STOP]-knop.
Opgelet: Zodra u de VA-7/VA-5 een beetje beter kent, komt u erachter dat u met deze functie de Keyboard Mode kiest (zie blz. 33).
Als u op [In a BAND] drukt:
Het klavier wordt in twee helften verdeeld: via de lin­ker hand kunt u de Arranger aansturen en daar via de rechter helft een melodie bij spelen.
• Vervolgens moet u aangeven hoeveel instrumenten in uw bandje moeten voorkomen: Drums, Drm&Bass (drum & bas), Combo (klein bandje) of Big Band (dit zou ook een heus orkest kunnen zijn.
Opgelet: Zodra u de VA-7/VA-5 een beetje beter kent, beseft u dat u hiermee de Orchestrator-versie kiest (zie blz. 61).
• Nu kunt u kiezen uit drie muziekgenres voor de muziek die u wilt spelen: ROMANTIC, BALL ROOM of HEAVY. Ook dit zijn bijzonder algemene omschrij- vingen, omdat ROMANTIC bv. ook genres zoals Hip­Hop bevat.
• Tenslotte kunt u een automatische begeleiding selecte­ren (die noemen we een “Music Style”) en aan de rech­ter hand een soloklank toewijzen. Per Style kunt u kiezen uit maar liefst acht verschillende soloklanken.
Als u bij vergissing op dit veld hebt gedrukt, kunt u de Virtual Band-pagina weer oproepen door op de [VIRTUAL BAND]-knop onder het display te druk­ken.
Opgelet: Wanneer u op [EXIT] drukt, worden de tot dan toe gekozen instellingen niet gebruikt. U moet uw keuze bevestigen door op [FINISH] te drukken.
• Als er één of twee pijlen (o en k) “vol” worden afge­beeld, kunt u via deze twee velden nog bijkomende opties oproepen en daar een keuze uit maken.
• Het -symbool slaat op de VariPhrase-Part. Dit is een bijzonder flexibele sampler die toelaat om audio­frasen perfect synchroon te spelen met het Arranger­tempo.
4.
Begin te spelen op de VA-7/VA-5.
Waarschijnlijk wilt u nu meteen uitproberen wat u zonet hebt gekozen en de handleiding even laten voor wat ie is. Vóór u dat doet, nog even het volgende:
• De Arranger-weergave (de automatische begeleidin­gen) start en stopt u met de [START/STOP]-knop.
• In sommige gevallen hoort u de melodische begelei­ding (bas en gitaar-, synthesizer- e.d. partijen) van de begeleiding niet. Dat ligt dan aan de gemaakte keuzes. Verderop tonen we u hoe u deze instelling kunt veran­deren.
Opgelet: Hoewel de VA-7/VA-5 nog een groot aantal andere parameters bevat, waarmee u de Arranger precies naar wens kunt instellen, zou u al kunnen beslissen om de hier gemaakte instellingen in een User Program op te slaan (zie blz. 127). Dan hoeft u de volgende keer namelijk zelfs niet eens meer de Easy Routing-functie te gebruiken.
Andere stappen en tips:
• Met het [oBACK]-veld gaat u telkens terug naar de voorafgaande pagina. Druk hierop om een eerder gemaakte keuze te veranderen.
• Als het [FINISH]-veld wordt afgebeeld, moet u erop drukken om uw instellingen te bevestigen en meteen te kunnen spelen.
• Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
22
VA-7/VA-5 – De hoofdpagina

3.3 De hoofdpagina

Telkens waneer u de DEMO- of EASY ROUTING­mode verlaat door op [EXIT] of [FINISH] te drukken, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
A
B
C
Druk op dit veld om een andere Music Style te kiezen (zie
A
blz. 57).
B
Druk op dit veld om andere klanken (Tones) te kiezen (zie blz. 36).
C
Druk op dit veld als u graag een ander User Program gebruikt (zie blz. 128).
D
Via het metronoomveld kunt u de metronoom in- en uit­schakelen.
E
Druk op dit veld om de Mixer-functies op te roepen (zie blz. 112).
Laten we deze pagina de hoofdpagina noemen. Er zijn er zelfs twee: één voor het spelen met Arranger en een tweede voor de Song Composer. Het verschil tussen deze twee wordt elders in deze handleiding verklaard.
Opgelet: Als u de automatische start van de Virtual Band­mode uitgeschakeld hebt (zie blz. 189), verschijnt de hoofd­pagina meteen na inschakelen van de VA-7/VA-5.
D
E
Welke knop heeft welke functie? (Panel Info)
Soms weet u misschien niet meer wat u precies moet doen om een bepaalde functie op te roepen. De VA-7/ VA-5 biedt een pagina waar u te weten komt welke (in de regel “tweede”) functie er aan bepaalde knoppen toegewezen is. Daar staan echter niet alle knoppen­functies vermeld. U zou dus ook de rest van deze handleiding moeten lezen…
Ziehier wat u moet doen om de Panel Info-functie op te roepen:
1.
Druk op de [FUNCTION MENU]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
2.
Druk op het [(i) Panel Info]-veld.
De hoeveelheid informatie op de hoofdpagina ver­schilt. Ziehier een voorbeeld van hoe ze er in bepaalde gevallen kan uitzien:
U weet dus op elk moment welke functies ingescha­keld en –voor sommige– hoe ze ingesteld zijn.
Op deze pagina krijgt u een overzicht van de display­pagina’s die u kunt oproepen door een knop ingedrukt te houden wanneer hij oplicht, of door een bepaalde knop samen met een andere in te drukken. Tracht te onthouden dat deze pagina bestaat, omdat ze af en toe goed van pas kan komen.
3.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
U zou ook op [oBACK] kunnen drukken om terug te keren naar het Function Menu, maar dat is hier niet nodig.
23
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen
3.4 Arranger van de VA-7/VA-5 gebruiken
De Arranger is een “interactieve weergave-sequencer” die voor de begeleiding zorgt. De begeleidingen noe­men we “Music Styles” omdat ze een achttal begelei­dingspartijen voor een bepaald muziekgenre (Rock, Pop, Dance, Waltz enz.) bevatten.
De Arranger is interactief, omdat hij toelaat de melo­dische begleidingspartijen (bas, piano, gitaar enz.) te transponeren door andere akkoorden te spelen. In de regel doet u dit waarschijnlijk met uw linker hand. Elke Music Style omvat verschillende patronen, zodat u kunt beginnen met een inleiding, vervolgens een simpele begeleiding kunt kiezen voor de eerste strofe en een iets uitgebreidere voor de refreinen. En met een “Ending”-patroon breit u een mooi einde aan uw stuk.
Laten we eerst naar de belangrijkste Arranger-functies kijken:
1.
Schakel de VA-7/VA-5 in en kies via de Easy Rou­ting-functie (zie blz. 21) een “In a BAND”-registratie en een “Combo”-of “Big Band”-optie.
U zou de VA-7/VA-5 ook handmatig kunnen registre­ren, maar Easy Routing werkt veel sneller.
2.
Als de [SYNC]-knop oplicht (wat waarschijnlijk het geval is), moet u erop drukken om hem uit te schake­len.
akkoord dat u daarnet hebt gespeeld. De naam van dat akkoord verschijnt trouwens onder de naam van de gekozen Music Style in het display:
6.
Speel nu een ander akkoord in de linker helft.
Hetzelfde patroon wordt nu in een andere toonaard gespeeld. U hoeft trouwens geen volledige akkoorden te spelen:
•Voor majeurakkoorden volstaat één noot (bv. “C” voor Do majeur, “A” voor A majeur enz.).
•Voor mineurakkoorden hoeft u enkel de grondnoot en de derde toets rechts daarvan in te drukken.
•Voor septiemakkoorden speelt u de grondnoot en de tweede toets links daarvan.
C majeur C mineur
Enkel de toets die de naam van het akkoord bepaalt.
Grondnoot + derde toets rechts daarvan
De [SYNC]-knop moet uit zijn.
De [ARRANGER]-knop moet oplichten.
3.
Zet de [VOLUME]-regelaar op een aanvaardbare
waarde (iets voorbij “1/4”).
4.
Kijk of de Keyboard Mode [ARRANGER]-knop
oplicht en druk erop als dat niet het geval is.
5.
Speel in de linker helft (links van de C-toets onder USER PROGRAM [UP]-knop) een akkoord en druk op de [START/STOP]-knop.
De [START/STOP]-knop licht op en de Arranger speelt nu een begeleiding van de gekozen Music Style. Deze begeleiding weerklinkt in de toonaard van het
C 7
Grondnoot + tweede toets links daarvan
Opgelet: De functie voor dit “eenvingersysteem” heet “Intel­ligent” (zie blz. 102). Op blz. 246 vindt u een overzicht van de andere akkoorden die u met dit systeem kunt spelen (overmatig, verminderd enz.).
Momenteel hoort u het “ORIGINAL”-patroon (de [ORIGINAL]-knop licht op). Dit is de simpele versie van de gekozen Music Style. Laten we nu de begelei­ding voor het refrein kiezen:
7.
Druk op de [VARIATION]-knop.
Zodra het ORIGINAL-patroon beëindigd is, licht de [VARIATION]-knop op om aan te geven dat de Arranger nu het VARIATION-patroon speelt.
24
VA-7/VA-5 – Arranger van de VA-7/VA-5 gebruiken
Opgelet: Er zijn nog vier andere versies voor ORIGINAL en VARIATION. Hoe u ze kiest, komt u te weten onder “Orchestrator” op blz. 61.
Professionele overgangen: Fill
Tot nu toe hebben we enkel het ORIGINAL- en VARI­ATION-patroon gebruikt. ORIGINAL past bij koe­pletten en VARIATION is geschikt voor het refrein. Om ze te kiezen drukt u op [ORIGINAL] of [VARIA­TION]. Maar dat zorgt voor plotse veranderingen van de begeleiding, terwijl “echte” muzikanten een nieuw deel in de regel “aankondingen” d.m.v. een roffel in de drums en andere variaties van de begeleiding.
Op de VA-7/VA-5 zorgt u op de volgende manier voor dergelijke overgangen:
1.
Start de weergave van het ORIGINAL-patroon (zie
hierboven).
2.
Speel in de linker klavierhelft een akkoord.
3.
Druk op de [FILL]-knop.
Opgelet: U kunt de lengte van een Fill-In ook halveren. Zie blz. 97.
Intro & Ending
Nu we ook de overgangen onder de knie hebben, vraagt u zich misschien af hoe je met een professionele inleiding begint en op een stijlvolle manier eindigt. Hiervoor beschikt de VA-7/VA-5 over een [INTRO]­en [ENDING]-knop.
Terwijl het VARIATION- en ORIGINAL-patroon (net zoals trouwens de Orchestrator-versies) de hele tijd door herhaald worden tot u een ander patroon kiest of de Arranger stopt, worden Fill-Ins (zie hierboven), Intro’s en Endings maar één keer gespeeld.
Zodra het Intro-patroon afgelopen is, vervolgt de Arranger automatisch met het ORIGINAL- of VARIA­TION-patroon (naar gelang welke van de twee knop­pen knippert). Aan het einde van het Ending-patroon stopt de Arranger daarentegen.
1.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/
STOP]-knop te drukken (de knop dooft).
2.
Speel in de linker klavierhelft een akkoord om de
toonaard van het Intro-patroon te bepalen.
3.
Druk op de [INTRO]-knop.
Als u erop drukt, terwijl [ORIGINAL] oplicht:
ORIGINAL FILL-IN VARIATION
2~4 maten max. 1 maat
Als u erop drukt, terwijl [VARIATION] oplicht:
VARIATION FILL-IN ORIGINAL
2~4 maten max. 1 maat 2~4 maten
2~4 maten
Wat er nu gebeurt, hangt af van het tijdstip waarop u op de [FILL]-knop drukt:
• Als u op gelijk welke tel vóór de laatste tel van een maat op deze knop drukt, duurt de Fill tot aan het einde van de huidige maat. Daarna wordt het VARIA­TION-patroon opgeroepen.
• Als u op de laatste tel van een maat op deze knop drukt, begint de Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt hij een volledige maat. Daarna wordt het VARIATION-patroon gekozen. De [FILL]-knop kunt u ook gebruiken voor overgan­gen van het VARIATION- naar het ORIGINAL­patroon. Hiervoor moet u hem indrukken, terwijl de [VARIATION]-knop oplicht.
• Door twee keer snel achter elkaar op de [FILL]-knop te drukken selecteert u de Fill die normaliter de over­gang naar het “andere” patroon inleidt. Zodra die afgelopen is, kiest de Arranger echter weer het vorige patroon. Dit noem je “Fill In To Previous”. Deze func­tie kan ook aan de Aftertouch worden toegewezen (zie blz. 98).
4.
Druk op de [START/STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
De Arranger speelt nu de inleiding van de gekozen Music Style.
Opgelet: Speel geen akkoorden, terwijl de Intro nog wordt weergegeven. De meeste Intro’s bevatten namelijk al akkoordenwissels die u door uw eigen akkoorden grondig in de war zou kunnen sturen.
5.
Druk op de [ORIGINAL]- of [VARIATION]-knop,
terwijl de Intro nog aan het spelen is.
De betreffende knop begint nu te knipperen om aan te geven dat dit patroon meteen na de Intro zal worden gespeeld.
6.
Wacht tot het ORIGINAL- of VARIATION-patroon
begonnen is en druk dan op den [ENDING]-knop.
Aan het einde van de huidige patrooncyclus speelt de Arranger het Ending-patroon af en stopt daarna.
Opgelet: Ook hier is het slimmer om tijdens het Ending­patroon geen akkoorden te spelen.
Opgelet: Zie “Arranger/Music Style-Clinic” op blz. 57 voor nog andere Arranger-functies.
Opgelet: Op de VA-7 kunt u ook patronen via de Aftertouch kiezen. Zie blz. 96.
25
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen

3.5 Melodie spelen bij de begeleiding

Als u de VA-7/VA-5 met de Easy Routing-functie regi­streert, kiest u niet enkel een Music Style, maar ook een klank voor de rechter hand. Laten we dus een melodie bij de begeleiding spelen.
1.
Druk op de [ORIGINAL]- of [VARIATION]-knop
en speel een akkoord in de linker klavierhelft.
Hier maakt het even niet uit welk patroon u kiest. Het moet alleen de hele tijd door blijven spelen. Bovendien zou u in de linker klavierhelft ook maar één noot kun­nen spelen, omdat de Intelligent-functie momenteel ingeschakeld is.
2.
Druk op de [START/STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
Het nieuwe tempo verschijnt rechtsboven in het dis­play:
U zou ook verschillende keren op de [TEMPO/TAP]­knop kunnen drukken – en wel in de maat van het gewenste tempo. Dit heet Tap Tempo, en dat betekent dat de “druksnelheid” bepalend is voor de berekende tempowaarde.
Om daarna weer het voorgeprogrammeerde tempo te kiezen moet u het volgende doen:
3.
Houd de [TEMPO/TAP]-knop ingedrukt.
Het display ziet er nu als volgt uit:
3.
Speel in de rechter klavierhelft een melodie.
4.
Terwijl u dat doet, zou u kunnen proberen om links telkens akkoorden (of noten) te spelen die bij de melodie passen.
Opgelet: U hoeft de toetsen in de linker helft niet over de volledige lengte ingedrukt te houden, omdat de Arranger ze sowieso aanhoudt. Het volstaat dus om elk akkoord maar even te spelen. Die functie, die hiervoor zorgt, heet “ARR Hold” (zie blz. 101).

Tempo veranderen

Als de Arranger te snel (of te traag) speelt, kunt u het tempo van de Music Style veranderen:
1.
Druk op de [TEMPO/TAP]-knop als hij niet oplicht.
2.
Stel met het [TEMPO/DATA]-wiel het gewenste tempo in.
4.
Druk op het [Default Tempo]-veld op deze pagina.
Zie blz. 104 voor de overige tempo-opties.
5.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.

Balance: als de melodie te stil of te luid is

Misschien vindt u de melodie iets te hard of te zacht in vergelijking tot de begeleiding. Doe dan het vol­gende…
Stel met de [BALANCE]-regelaar de volumebalans tussen de begeleiding en uw solospel in.
26
Draai de regelaar naar links (ACCOMP) als u de bege­leiding niet goed hoort. Draai hem naar rechts als de melodie te stil is.

Klanken kiezen voor de rechter hand

Stel dat u de klank voor de melodie wel aardig vindt, maar desondanks de indruk hebt dat hij niet echt bij de gekozen Music Style past. Laten we dus twee een­voudige manieren bekijken om een andere soloklank te kiezen.
Vanaf nu gaan we voor de klanken van de VA-7/VA-5 ook af en toe het woordje “Tone” gebruiken.
Opgelet: In het volgende gaan we ervan uit dat de Arranger nog steeds actief is (de [ARRANGER]-knop moet oplich­ten).
Opgelet: Tones kunt u ook op de “klassieke” manier kiezen. Zie hiervoor blz. 36.
Super Tones
Eén van de gebruiksvriendelijke functies van de VA-7/ VA-5 is de mogelijkheid om 5 (Factory) + 5 (User) Tones aan te duiden die in een mum van tijd kunnen worden geselecteerd. Dit werkt als volgt:
1.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/
STOP]-knop te drukken (de knop dooft).
2.
Druk op een SUPER TONES-knop [1]~[5].
VA-7/VA-5 – Melodie spelen bij de begeleiding
3.
Speel een paar noten in de rechter klavierhelft.
4.
Als u wilt, kunt u nu nog andere klanken uitprobe­ren door op een ander veld te drukken (bv. “Vibra­phone w”).
Er bestaat nog een tweede set die USER heet en via dewelke u één van de 3.649 interne Tones aan de SUPER TONES-knoppen kunt toewijzen. Zie ook blz. 85.
5.
Druk op de [START/STOP]-knop om te controle­ren of de nieuwe klank beter bij de gekozen Music Style past.
Even terzijde: als u een SUPER TONES-knop inge­drukt houdt, verschijnt de volgende display-pagina:
Hierdoor selecteert u de Tone die op dat moment aan de betreffende knop is toegewezen (zie de display­pagina verderop). Deze Tone wordt voor de Upper1­Part gekozen.
Opgelet: Zie “Wat zijn ‘Parts’?” op blz. 34 voor meer details over Upper1. Hier volstaat het dat u weet dat deze Part aan de rechter klavierhelft is toegewezen (tenzij u de VariPhrase geactiveerd hebt).
Het display ziet er nu als volgt uit:
Druk in dat geval op het [EXIT]-veld, omdat we die pagina hier niet nodig hebben. Zie blz. 85.
6.
Druk op een andere SUPER TONES-knop.
Ook hier zijn er weer 8 mogelijkheden. Eén daarvan is al geselecteerd. Druk op een ander display-veld om de toewijzing voor de actieve SUPER TONES-knop te veranderen.
Opgelet: Het [CUSTOMIZE]-veld laat toe om een nieuwe toewijzing op te slaan (zodra u op een ander instrumentveld in het display drukt). Die klank wordt dan opgeroepen wanneer u op de betreffende SUPER TONES-knop drukt.
7.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/ STOP]-knop te drukken (de knop dooft).
One Touch
Een andere manier om snel een gepaste klank voor de rechter hand te kiezen is door gebruik te maken van de ONE TOUCH-functie. One Touch doet trouwens nog veel meer dan enkel Tones kiezen voor Upper1. Zie blz. 99.
Opgelet: One Touch is bedoeld voor een snelle registratie van de Upper1- en Upper2-Part tijdens het gebruik van de Arranger. Als u op de [ONE TOUCH]-knop drukt, terwijl de Arranger niet beschikbaar is (tijdens de weergave van een Song), verschijnt de keuzepagina. Als u dan een One Touch­geheugen kiest, licht de Keyboard Mode [ARRANGER]­knop op om aan te geven dat de Arranger ingeschakeld werd.
Deze afbeelding toont de Factory Tones die aan de SUPER TONES [1]-knop kunnen worden toegewezen.
Er zijn twee sets van toewijzingen: “FACTORY” en “USER”. Zie ook blz. 85. “Factory” betekent trouwens enkel dat het aantal mogelijkheden beperkt is tot 40 Tones (i.p.v. 3.649).
27
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen
1.
Druk op de [ONE TOUCH]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
Waarschijnlijk ziet u op uw VA-7/VA-5 een andere Music Style-naam. Waar het hier even om gaat, is ech­ter dat er vier One Touch-geheugens per Music Style zijn (voor de 128 ROM-Styles, de 64 Disk Link-geheu­gens en de Disk User-functie).
2.
Druk op een groot veld [1]~[4] om het betreffende
One Touch-geheugen te kiezen.
Als u op het derde veld drukt, ziet het display er nu als volgt uit:

VariPhrases gebruiken

De meest opzienbarende functie van de VA-7 is onge­twijfeld VariPhrase. Dit is een revolutionaire technolo­gie van Roland voor het manipuleren van audiodata (samples) op een bijzonder flexibele manier.
Zodra de audiodata gesampeld en “gecodeerd” zijn, kunt u ze namelijk als “normale” klanken van de VA-7 spelen (de klanken die we tot nu toe gebruikt hebben), terwijl ze het voordeel hebben dat u zanglijnen e.d. kunt spelen die altijd perfect in de maat lopen – welk tempo u ook kiest. VariPhrase is dan ook ideaal voor het toevoegen van schijnbaar live-vocalen of solo’s aan de begeleidingen van de VA-7.
Voor elk van de 128 interne Styles worden er automa­tisch zes frasen voorbereid. U kunt echter ook eigen samples maken of audiodata importeren en die dan met de Music Styles gebruiken. Zie ook “Meer details over de VariPhrase-Part” op blz. 69.
Laten we eerst even naar voorgeprogrammeerde frasen luisteren.
Opgelet: De stappen (1)~(5) hoeft u niet uit te voeren als u geen andere Music Style wilt kiezen (daar dienen die stap­pen namelijk voor).
1.
Druk op de [VIRTUAL BAND]-knop om de vol-
gende display-pagina op te roepen:
Opgelet: Als de Arranger nu plots begint te spelen, druk dan eerst op de [START/STOP]-knop en vervolgens op de [SYNC]-knop. One Touch activeert namelijk de SYNC­functie.
3.
Druk op het [OFF]-veld als u de One Touch-instel-
lingen niet meer nodig hebt.
Als u niet op het [OFF]-veld drukt, blijft de [ONE TOUCH]-knop oplichten om aan te geven dat u nog steeds met een One Touch-programma aan het wer­ken bent.
4.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
28
2.
Druk op het [EASY ROUTING]-veld.
3.
Druk op het [In A BAND]-veld.
4.
Maak nu alle gewenste keuzes.
5.
Kies onder “Kies een solo-instrument voor uw de
rechterhand” om het even welke klank.
Die gaan we niet gebruiken, dus maakt het niet uit…
6.
Kijk of de Keyboard Mode [ARRANGER]-knop
oplicht en druk erop als dat niet het geval is.
7.
Druk op de VARIPHRASE [MELODIC]-knop
(zodat hij oplicht).
VA-7/VA-5 – Melodie spelen bij de begeleiding
Het display beeldt nu even de volgende pagina af, waar u andere frasen kunt kiezen. Dat gaan we hier niet doen. Na enkele seconden verdwijnt deze pagina weer.
De VariPhrase-Part wordt automatisch ingeschakeld, terwijl de Upper1-Part uitgeschakeld wordt. Dit kunt u nagaan door op de Keyboard Mode [OTHER]-knop te drukken: het -veld wordt nu wit afgebeeld, ter­wijl [UP1] blauw is. Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te springen.
Opgelet: Onder “Wat zijn ‘Parts’?” op blz. 34 vindt u meer details over UP1, UP2 enz.
Ook op deze pagina zou u de VariPhrase-Part kunnen inschakelen: druk gewoon op het -veld. In dat geval wordt het [UP1]-veld namelijk niet automatisch uitgeschakeld, als het aan is.
(Na de VariPhrase-Part ingeschakeld te hebben kunt u Upper1 en de overige Keyboard-Parts handmatig acti­veren. Schakel echter eerst altijd de -Part in en pas daarna UP1 enz.)
8.
Speel een paar noten in de rechter klavierhelft. Speel eerst enkelvoudige noten en vervolgens akkoor­den.
Indrukwekkend, vindt u niet? Maar de sublieme geluidskwaliteit is nog maar het tipje van de ijsberg:
9.
Stel met het [TEMPO/DATA]-wiel een ander tempo in.
U zou ook verschillende keren op de [TEMPO/TAP]­knop kunnen drukken (Tap Tempo-functie).
10.
Speel weer een aantal noten in de rechter helft en
verander het tempo, terwijl u speelt.
De audiofrase volgt dus alle tempoveranderingen – en blijft ondanks alles perfect klinken! Bovendien loopt de frase door, maar wordt hier en daar naar een andere toonhoogte getransponeerd. Dit heeft al een duidelijk live-karakter, vindt u niet?
11.
Kies het Original- of Variation-patroon (zie blz. 24), speel in de linker helft een akkoord en druk op de [START/STOP]-knop om de Arranger-weer­gave te starten.
12.
Verander weer het tempo, terwijl de Arranger aan het spelen is en voeg daar met de rechterhand een paar VariPhrase-noten aan toe.
13.
Probeer nu de overige voorgeprogrammeerde fra­sen even uit door eerst op de [BACKGROUND]- en daarna op de [RHYTHMIC]-knop te drukken.
Het verschil tussen BACKGROUND-, MELODIC- en RHYTHMIC-frasen schuilt hem in de manier waarop u ze zou kunnen gebruiken: Background-frasen zijn perfect voor koortjes e.d., Melodic-frasen zouden een zanger kunnen vervangen en Rhythmic-frasen zou u kunnen beschouwen als “melodische Raps”.
Opgelet: Op blz. 44 vindt u een aantal voorbeelden van de VariPhrase-toewijzingen aan de Music Styles. Houd echter in de gaten dat niet alle frasen op de eerste tel van een maat beginnen. Dergelijke frasen staan in de lijst in het vet ver­meld.
U kunt natuurlijk nog veel meer met de VariPhrase­functie doen. Zie daarom ook “VariPhrase-Clinic” op blz. 44.
Opgelet: U kunt ook zelf zingen door een microfoon op de VariPhrase [INPUT]-connector aan te sluiten. Zie “Live zingen” op blz. 56.
29
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen

3.6 Standard MIDI Files afspelen

De VA-7 wordt geleverd met een Zip™-schijf met meer dan 300 Standard MIDI Files. (Bij de VA-5 hoort een diskette.)
Standard MIDI Files zijn sequences die bijna elke sequencer kan lezen. Hoewel u de VA-7/VA-5 als “playback-machine” van dergelijke Standard MIDI Files zou kunnen gebruiken, is het nog veel leuker om de melodie uit te schakelen en die lekker zelf te spelen.
1.
Stop de bijgeleverde Zip™-schijf (VA-7) of diskette
(VA-5) in de geschikte drive.
De VA-5 bevat maar één drive, dus kunt u zich niet vergissen. Op de VA-7 moet u de rechter drive gebrui­ken.
Opgelet: Terwijl Zip-schijven te groot zijn voor de floppy­drive, mag u nooit een diskette in de Zip-drive steken, omdat u de drive en de diskette hierdoor kunt beschadigen.
2.
Druk, indien nodig, op [START/STOP] om de
Arranger-weergave te stoppen.
3.
Druk op de [SONG COMPOSER]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
5.
Als het [ZIP]-veld niet wit wordt afgebeeld, moet u
erop drukken. Dit veld bestaat niet op VA-5.
6.
Kies met de velden [o][k] de vorige of volgende
groep van vier Songs als de naam van het gewenste stuk niet in het display staat afgebeeld.
Hiervoor kunt u ook het [TEMPO/DATA]-wiel gebruiken.
7.
Druk op een Song-veld om het stuk te kiezen dat u
wilt beluisteren.
Het RAM-informatieveld is nog steeds leeg.
RAM-informatieveld
Dat komt omdat de gekozen Song nog niet in het RAM-geheugen van de VA-7/VA-5 werd geladen en dus niet meteen kan worden afgespeeld.
8.
Druk op het [Load]-veld.
Nu wordt de naam van de geselecteerd Song wél in het RAM-informatieveld afgebeeld.
9.
Druk op het [PLAY ®]-veld om de weergave te
starten.
Als u wilt, kunt u nu met de Standard MIDI File mee­spelen. Zolang de Song Composer werkt, kunt u de Arranger echter niet gebruiken.
10.
Druk op het [STOP |]-veld om de weergave te
stoppen.
U zou nu op [oBack] kunnen drukken om terug te gaan naar de eerste Song Composer-pagina:
(Misschien bevat het grote witte veld in het midden een andere –of zelfs helemaal geen– naam.)
4.
Druk op het [Song List]-veld.
Wacht tot de Zip- (of floppy-)drive de bestanden op de ingestoken disk gelezen heeft.
30
Hier kunt u met [√√ BWD] en [FFW ®®] terug­spoelen naar een eerdere maat of voorspoelen naar een latere maat, Zie “Song Composer-Clinic” op blz. 63 voor meer details.
U zou ook op het [EXIT]-veld kunnen drukken om naar de hoofdpagina te springen, maar dat is niet zo’n slim idee.
VA-7/VA-5 – Standard MIDI Files afspelen
• Tijdens de Song Composer-weergave ziet de hoofdpa­gina er als volgt uit:
Druk op het [Song]-veld om weer terug te gaan naar de display-pagina waar u andere Songs kunt selecte­ren. Op de hoofdpagina kunt u de Song Composer niet bedienen (start/stop, voor-/terugspoelen e.d.).
• Als de Song Composer gestopt is, verlaat u deze mode door terug te keren naar de hoofdpagina. Tegelijk wordt de Arranger geactiveerd, zodat u weer met de automatische begeleidingen kunt spelen.

Minus One-weergave

Uw VA-7/VA-5 laat toe om één partij van de gekozen Song uit te schakelen. Daar zou u gebruik van kunnen maken om de solo van de disk uit te schakelen en die zelf te spelen. Dit noem je de Minus One-weergave (één partij van de Song wordt niet afgespeeld).
U kunt om het even welke partij selecteren en zelfs verschillende partijen tegelijk uitschakelen.
Alle Keyboard-Parts blijven actief. U kunt dus de Upper1/2-, VariPhrase-, Lower1/2- en M.Bass-Parts in gelijk welke combinatie gebruiken (zie blz. 34), als dat nodig is. De MDR-Part is ook beschikbaar, maar als u die activeert, worden de overige Keyboard-Parts tijde­lijk uitgeschakeld.
Opgelet: Telkens wanneer u naar het begin van de geladen
Song terugkeert (door op het [STOP |]-veld te druk-
ken) worden alle Keyboard-Parts, met uitzondering van Upper1, uitgeschakeld. Tevens kiest de VA-7/VA-5 weer de WHOLE Keyboard-mode. Dat is echter niet het geval, wan­neer u een User Program-geheugen kiest.
Opgelet: Alvorens de weergave van zelf opgenomen Song te starten, die een beroep doet op zelf gemaakte VariPhrases (User-geheugen), moet u de betreffende frasen in het geheu­gen van de VA-7 laden. Zie blz. 69.
1.
Stop de bijgeleverde Zip™-schijf (VA-7) of diskette
(VA-5) in de geschikte drive.
U kunt ook een andere Zip-schijf of diskette gebrui­ken, als ze Standard MIDI Files bevat.
2.
Druk, indien nodig, op [START/STOP] om de
Arranger-weergave te stoppen.
3.
Druk op de [SONG COMPOSER]-knop.
4.
Zie de stappen (4)~(8) hierboven voor het kiezen
van de benodigde Song.
Start de weergave, wacht een paar maten en stop ze dan weer.
Opgelet: Als het veld in de linker bovenhoek van de hoofd­pagina [Song] heet, kunt u erop drukken om naar de pagina te springen waar u Standard MIDI Files kiest.
5.
Druk, op de Song Composer-pagina, op het [Minus
One]-veld.
Het display ziet er nu als volgt uit:
De nummers 1~16 slaan op de sporen van de gekozen Standard MIDI File. Standard MIDI Files kunnen tot 16 verschillende partijen bevatten die elk op een apart spoor (MIDI-kanaal) staan.
De [ON]/[OFF]-velden naast de nummers geven aan of de betreffende sporen al dan niet worden weergege­ven. Als noch het ene, noch het andere veld wordt afgebeeld, bevat het betreffende spoor geen data.
6.
Druk op het [ON]-veld naast spoor/kanaal [4].
Bij veruit de meeste Standard MIDI Files bevindt de melodie zich op spoor 4. Het verdient dus aanbeveling om altijd eerst op dit veld te drukken (zodat het veran­dert in [OFF]). Dit kanaal komt overeen met de UP1­Part van de VA-7/VA-5.
Opgelet: De aan/uit-status van de sporen kan in een User Program worden opgeslagen (zie blz. 127).
7.
Kies een Tone voor de Upper1-Part (UP1).
31
VA-7/VA-5 HandleidingDe grote lijnen
Zie “Super Tones” op blz. 27 of “Tone kiezen voor de Keyboard-Parts” op blz. 36. Er is tevens een functie waarmee u de klankkeuze voor de Upper1-Part kunt koppelen aan die van de gekozen Song, zodat uw melodie exact hetzelfde klinkt als de originele partij. Zie verdrop.
8.
Druk twee keer op het [STOP |]-veld om naar
het begin van de Song terug te keren.
9.
Druk op [PLAY ®] om de weergave te starten en
speel mee met de Standard MIDI File.
U kunt ook gebruik maken van de speelhulpen (zie blz. 50). Gebruik, indien nodig, het [TEMPO/DATA]­wiel of de [TEMPO/TAP]-knop om het tempo te ver­anderen.
10.
Druk op het [STOP |]-veld om de weergave te
stoppen.
11.
Druk op het [oBack]-veld om terug te keren naar
de Song Composer-pagina.
12.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
De hoofdpagina ziet er nu iets anders uit, omdat het veld linksboven [Song] heet. Zie ook blz. 31.
2.
Druk op de nu verschijnende display-pagina op het [KEYBOARD MODE]-veld rechtsboven (als het ten­minste nog niet wit wordt afgebeeld).
Druk op het [Options]-veld. Het display ziet er nu als volgt uit:
13.
Druk op de Keyboard Mode [ARRANGER]-knop
als u nu weer met de Arranger wilt werken.
UP1 linked to Song
Dit is een functie die tijdens de weergave van Standard MIDI Files van pas kan komen, wanneer u de melo­diepartij uitschakelt (wat we “Minus One” noemen) om die zelf te spelen. Op blz. 31 vindt u meer details over de Minus One-functionaliteit.
Door de Upper1-partij aan de Song Composer te kop­pelen (“link”) zorgt u dat die Part dezelfde klank gebruikt als de melodie op diskette (spoor 4). Pitch Bend, modulatie en andere versieringen van het spoor worden dan evenmin weergegeven.
1.
Druk op de Keyboard Mode [OTHER]-knop.
3.
Druk op het UP1 Linked to Song [OFF]-veld om te
zorgen dat daar [ON] staat.
Nu is de Upper1-Part gekoppeld aan spoor 4 van de Standard MIDI File die u net aan het afspelen bent. In bepaalde gevallen kan dit betekenen dat er halverwege de Song een andere klank voor de melodie wordt gekozen – maar dat gebeurt dan tenminste perfect in de maat met de muziek, zodat u zich daar verder geen zorgen over hoeft te maken.
Opgelet: De fabrieksinstelling voor deze parameter is “ON”.
4.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
5.
Druk op de [SONG COMPOSER]-knop om terug
te keren naar de Composer-pagina.
32
Loading...
+ 226 hidden pages