Roland VA-3 MIDI IMPLEMENTATION [nl]

va-3
V-arranger keyboard
Nederlandstalige handleiding
Handleiding
Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van het VA-3 V-Arranger Keyboard van Roland. De VA-3 hoort thuis in een nieuwe generatie van Arranger-instrumenten (alias “keyboards”) met een hele rits aan inno-
verende functies. Gloednieuwe en bijzonder realistische klanken en Drum Sets, helemaal nieuw geprogrammeerde Music Styles, een “Touch Screen” (drukgevoelig display) en een sober frontpaneel met een bijzonder intuïtieve bedie­ning zijn dan ook maar de meest opzienbarende kenmerken.
Om de VA-3 op de juiste manier te leren bedienen en kennis te maken met alle functies verdient het aanbeveling om deze handleiding in z’n geheel door te nemen.
• Om misverstanden te voorkomen gebruiken we in deze handleiding het woord “knop” wanneer we het hebben over druktoetsen op het frontpaneel, terwijl “toets” enkel voor de klaviertoetsen wordt gebruikt. Om bovendien geen verwar­ring te laten ontstaan tussen de “echte” en de “software”-knoppen gaan we de bedieningsfuncties in het drukgevoelige display “velden” noemen.
• De afbeeldingen in deze handleiding verschillen soms van wat u op uw instrument te zien krijgt. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat ze u zullen helpen.
Lees, alvorens dit instrument te gebruiken de delen “Veilig gebruik van dit instrument” en “Belangrijke opmerkingen” door. Daarvindt u namelijk voorzorgsmaatregelen en dingen die u het best niet doet om jarenlang plezier aan uw VA-3 te beleven. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats omdat u ze beslist nog eens nodig hebt.
Alle in deze handleiding vernoemde handelsmerken zijn eigendom van de betreffende bedrijven.
handleiding, hetzij gedeeltelijk, hetzij in z'n geheel is niet toegestaan zonder de schriftelijke toestemming van Roland Europe S.p.a.
3
VEILIG GEBRUIK VAN DIT INSTRUMENT
INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN
Over de en labels Over de symbolen
WAARSCHUWING
Wijst de gebruiker op het risico op
WAARSCHUWING
LET OP!
dodelijke ongevallen of zware ver­wondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat.
Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materi le schade.
* "Materi le" schade heeft betrekking op
LET OP
het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN
VOORZICHTIG
• Gelieve vóór het gebruik van dit instrument alle instructies in deze handleiding door te lezen.
..............................................................................................................
• Open nooit het instrument en beschadig nooit de bijgeleverde adapter.
..............................................................................................................
• Probeer nooit het instrument te openen of zelf defecte onderdelen te vervangen. Laat alle herstel­lingen en onderhoudswerken over aan uw Roland-dealer, een erkende herstellingsdienst of aan de distributeur (zie de adressen op de laatste bladzijden van deze handleiding).
..............................................................................................................
• Gebruik dit instrument nooit op volgende plaat­sen:
• Plaatsen die onderworpen zijn aan extreme tempe­raturen (bv. in de zon, in een gesloten auto, in de buurt van een radiator of fornuis enz.);
• Vochtige plaatsen (badkamer, natte vloer, in de buurt van een wasmachine enz.);
• Buiten in de regen;
• Stoffige plaatsen;
• Plaatsen die aan sterke trillingen onderworpen zijn.
..............................................................................................................
• Sluit het netsnoer enkel aan op een stopcontact dat beantwoordt aan de vereisten op het naam­plaatje.
..............................................................................................................
• Beschadig nooit het netsnoer. Zorg dat de kabel altijd zo wordt gelegd dat hij niet afgeklemd of op gelijk welke andere manier gekneusd wordt.
..............................................................................................................
• Dit instrument kan voor een geluidsniveau zor­gen dat tot gehoorverlies kan leiden. Bespeel dit instrument dus nooit lange tijd op hoog volume. Als u ook maar vermoedt dat u gehoorproblemen hebt, neemt u het best meteen contact op met een oorarts.
• Zorg dat er nooit kleine voorwerpen (brandbaar materiaal, geldstukken, naalden enz.) in het inwendige terechtkomen.
..............................................................................................................
• In de volgende gevallen moet u het instrument meteen uitschakelen, de aansluiting op het licht­net verbreken en contact opnemen met een door Roland erkende herstellingsdienst:
• Wanneer de adapter zichtbaar beschadigd is;
• Wanneer een voorwerp of vloeistof in het inwen­dige terecht is gekomen;
• Wanneer het instrument in de regen heeft gestaan of op een andere manier nat is geworden;
• Wanneer het instrument niet naar behoren lijkt te werken.
..............................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen moeten de ouders de kroost zo lang helpen bij het bedienen van het instrument tot de kinderen zelf weten wat ze wel en niet mogen doen.
..............................................................................................................
• Behandel het instrument altijd met de nodige zorg. (Laat het nooit vallen!)
..............................................................................................................
• Sluit de adapter van dit instrument nooit aan op een stroomcircuit waar al talrijke andere appara­ten op zijn aangesloten. Wees bijzonder voorzich­tig met verlengingskabels: het opgenomen ver­mogen van alle apparaten mag niet hoger liggen dan de capaciteit van de verlengingskabel. Anders smelten de aders namelijk. Let altijd op de gege­vens die op de kabel staan vermeld.
..............................................................................................................
• Vóór het gebruik van dit instrument in het bui­tenland neemt u het best contact op met uw dea­ler om te zorgen dat u de juiste voeding gebruikt (zie ook de adressen op de laatste pagina’s van deze handleiding).
WAARSCHUWING
4
LET OP!
• Stel het instrument en de adapter altijd zo op dat er voor voldoende verluchting gezorgd is. Anders worden ze namelijk misschien te warm.
..............................................................................................................
• Trek, bij het verbreken van de aansluiting op het lichtnet, altijd aan de stekker en nooit aan de kabel om te voorkomen dat de aders stuk gaan.
..............................................................................................................
• Als u het instrument langere tijd niet wilt gebrui­ken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
• Stroom- en signaalkabels draait u het best nooit samen om storingen te voorkomen. Bovendien moet u zorgen dat de kabels buiten het bereik van kinderen worden gelegd.
..............................................................................................................
• Ga nooit op het instrument staan en plaats er geen zware voorwerpen op.
VA-3 – Handleiding
..............................................................................................................
• Raak het netsnoer en de overige kabels nooit met natte handen aan. Anders loopt u namelijk het risico dat u geëlektrocuteerd wordt.
LET OP!
• Schakel het instrument altijd uit voordat u het schoonmaakt. Bovendien verbreekt u het best ook de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
• Verbreek, tijdens een onweer, de aansluiting op het lichtnet.
..............................................................................................................
5

Opzienbarende kenmerken

Opzienbarende kenmerken
D-Beam Controller (VA-7)
Nieuwe klankbron
Een hele resem effecten
Snelle registratie zelfs
zonder de User Programs
te gebruiken
128 User Programs
De VA-3 is met de nu al legendarische D-Beam Controller* uitgerust die een intuïtieve klank- en Arranger-controle toelaat via handbewegingen boven een onzichtbare infra­roodstraal. En natuurlijk is ook de BENDER/MODULATION-hendel van de partij.
De VA-3 bevat een 64-stemmig polyfone klankbron met maar liefst 3.641 instrumentklan­ken en 116 Drum Sets, die zowat alles bestrijken wat tussen realistische natuurklanken en de “vetste” Techno-geluiden ligt. Nooit tevoren heeft een elektronisch instrument zo rea­listische drumklanken voortgebracht met fijne nuanceverschillen en alle “bijgeluiden” die zo typisch zijn voor akoestische instrumenten (het schuiven van de vingers over de snaren, het meetrillen van naburige trommels enz.).
Naast de onmisbare Reverb- en Chorus-effecten bevat de VA-3 bovendien een multi-effect met 47 types en combinaties (die je ook wel “algoritmen”) noemt.
De VA-3 is het eerste instrument van Roland waarmee u uw favoriete klanken via vijf han­dig SUPER TONES-knoppen op het frontpaneel kunt kiezen. Zelfs de voorgeprogram­meerde toewijzingen kunnen veranderd worden.
Bovendien werd de One Touch-functie van eerdere Roland-modellen uitgebreid en biedt nu vier geheugens per Music Style – de Disk Link-Styles incluis– en de mogelijkheid om uw eigen instellingen in deze geheugens op te slaan.
Natuurlijk bevat de VA-3 ook 128 User Programs waar u uw eigen registraties kunt opslaan.
User Programs laten niet alleen toe om een Music Syle in een mum van tijd naar wens te veranderen, maar ook om alle instellingen in het display en op het frontpaneel als zgn. registraties op te slaan. Als u meer dan 128 geheugens nodig hebt, kunt u de inhoud van de User Programs op floppy opslaan en later weer laden.
Wilt u niet zelf Styles programmeren of hebt u geen tijd om u daarmee bezig te houden, kunt u de bestaande Styles personaliseren door gewoon andere klanken aan een Arranger­partij naar keuze (bas, drum, akkoorden enz.) toe te wijzen en deze instellingen in een User Program op te slaan.
64 High-Definition Music
Styles, plus 64 Styles op de
bijgeleverde diskette
Virtual Band voor een
interactieve registratie
16-sporen sequencer
Drie klaviermodes
Aan boord van de VA-3 vindt u 64 indrukwekkende “High-Definition” Music Styles voor de meest uiteenlopende muziekstijlen. Elke Style omvat twee versies (Original en Varia­tion), twee Intro’s, twee Endings, vier orkestraties en nog talrijke andere elementen, zodat u eigenlijk over veel meer dan 64 begeleidingen beschikt.
64 “Disk Link”-geheugens verwijzen bovendien naar Music Styles op een diskette en kun­nen via het frontpaneel –en net zo snel als de interne Styles– worden opgeroepen.
En alsof dat nog niet voldoende was, wordt de VA-3 geleverd met een diskette die nog eens 64 Music Styles bevat.
Natuurlijk kunt u ook eigen Music Styles programmeren (die we is zelfs een handige functie waarmee u geselecteerde fragmenten van Standard MIDI Files kunt omtoveren tot een Style.
De Virtual Band-knop biedt toegang tot een stap-voor-stap hulpfunctie die eenvoudige vragen stelt en de VA-3 aan de hand van uw antwoorden registreert. Het instellen van een keyboard was nog nooit eenvoudiger.
De VA-3 wordt geleverd met een 16-sporen sequencer met talrijke editfuncties.
De Music Styles van de VA-3 kunnen in één van drie klaviermodes worden gespeeld: Standard, Intelligent of Piano van de Arranger zoals u dat van een intelligent keyboard verwacht.
In de Met één, twee of hooguit drie toetsen speelt u nagenoeg elk bekend akkoord.
De achtergrond, hoewel u hem ook voor het spelen van andere muziek kunt gebruiken – dus niet alleen piano.
User Styles noemen). Er
Style. In de Standard -mode werkt de akkoord-herkenning
Intelligent -mode hoeft u zelfs geen complete akkoorden te spelen om ze te horen.
Piano Style- mode tenslotte is vooral bedoeld voor gebruikers met een “pianistische”
6
VA-3 – Handleiding
Intuïtieve bediening
Lyrics-weergave
Het grote drukgevoelige display houdt u op de hoogte van de status van uw VA-3 en laat bovendien toe om bijna alle functies via de velden in het display in te stellen.
De VA-3 kan de teksten van Standard MIDI Files met Lyrics-data afbeelden en deze zelfs naar een optionele LVC-1 Lyrics Converter doorseinen. Op die manier hebt u nooit meer een black-out op de bühne.
Uitpakken van de VA-3
Uw VA-3 wordt met de volgende dingen geleverd. Controleer na het uitpakken of alles in de doos zit. Als dat niet het geval is, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw Roland­dealer.
• Deze handleiding.
• Twee diskettes. De de voorgeprogrammeerde User Programs, de Tone- en Style-demo’s en de voorgepro­grammeerde MIDI Sets; de Link-geheugens B51~B88) en nog eens dezelfde User Programs, Tone-demo’s enz.
• Een metalen notenstandaard.
• Een adapter.
eerste diskette bevat Music Styles (Disk Link-geheugens B11~B48),
tweede diskette bevat eveneens Music Styles (voor de Disk
7
Opzienbarende kenmerken
Nuttige accessoires
EV-5 of BOSS FV-300L
zwelpedaal, of DP-2, DP-6
of BOSS FS-5U
voetschakelaar
Het (los verkrijgbare) EV-5 of BOSS FV-300L zwelpedaal kunt u voor verschillende dingen gebruiken, waaronder het instellen van het algemene volume. Op de betreffende ingang zou u echter ook een DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar kunnen aansluiten die dan dienst doet als Sustain-pedaal (demperpedaal).
Style-diskettes van de
MSA-, MSD- en MSE-serie
Hoofdtelefoon van de
RH-serie
De diskettes van de MSA-, MSD- en MSE-serie bevatten bijkomende Music Styles. De MSE Music Style-serie is speciaal ontwikkeld voor de VA-3, VA-7, VA-5, G-1000, EM-2000, G-800, G-600, E-96 en RA-800. Houd er wel rekening mee dat u de MSE-Styles niet kunt gebruiken op instrumenten van de E- of RA-serie omdat deze Styles gebruik maken van de nieuwe klanken van de VA-3. Andersom lukt wel: u kunt Style-diskettes van de MSA- en MSD-serie op uw VA-3 gebruiken.
U kunt een hoofdtelefoon van Roland (RH-25 of RH-50) op één van de PHONES-con­nectors aansluiten (er zijn twee aansluitingen).
Een woordje over de compatibiliteit
Hoewel u de Music Styles voor de vorige generaties keyboards (E, EM, G) van Roland moeiteloos op de VA-3 kunt afspelen, zijn de Performance Memories (G-1000) of User Programs (EM-2000) niet compatibel.
General MIDI 2
De aanbevelingen van het opwaarts compatibele General MIDI 2-systeem ( ) gaan nog een grote stap verder dan het oorspronkelijke General MIDI-formaat. GM2 garan­deert een bredere waaier aan expressieve mogelijkheden en een nóg verder doorgedreven compatibiliteit. Functies, die General MIDI buiten beschouwing laat, waaronder parame­ters voor het veranderen (“editen”) van klanken, zijn nu eveneens vastgelegd. Bovendien moet een GM2-compatibel instrument een groter aantal interne klanken bevatten. Gene­ral MIDI 2-compatibele klankbronnen kunnen niet alleen GM2-, maar ook GM-muziek­data precies volgens verwachting weergeven. Links en rechts wordt de eerste versie van General MIDI ook wel “General MIDI (Level) 1” genoemd. Dat is inzoverre een slimme zet, omdat je dan meteen weet dat men het duidelijk niet over General MIDI 2 heeft.
Opgelet: Enkel de Song Composer van de VA-3 is volledig GM2-compatibel.
8
VA-3 Handleiding

Belangrijke opmerkingen

Naast de aanwijzingen onder “Veilig gebruik van dit instrument” (zie blz. 4) zou u ook de volgende punten even moeten doornemen:
Voeding
• Sluit de VA-3 niet aan op een stroomkring waarop ook apparaten, die brom veroorzaken, op aangesloten zijn (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de VA-3 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Op die manier weet u zeker dat u de instrumenten niet kunt beschadigen en voorkomt u een finale beschadiging van uw luidsprekers.
• Gebruik uitsluitend de bijgeleverde adapter en vervang hem door hetzelfde type indien hij stuk gaat.
Opstelling
• Het gebruik van de VA-3 in de buurt van eindtrappen (of andere apparaten met krachtige transformatoren) kan voor brom zorgen. Om dit tegen te gaan zet u de VA-3 het best nooit te dicht in de buurt van dergelijke apparaten.
• Dit instrument zou de radio- of TV-ontvangst kunnen storen. Plaats de VA-3 dus nooit te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Om problemen te vermijden, dient u de VA-3 te bescher­men tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid en stof.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om hardnek­kig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reini­gingsmiddel. Wrijf de VA-3 daarna droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in de interne geheu­gens van de VA-3 tijdens een herstelling gewist kunnen worden. Belangrijke instellingen schrijft u dan ook het best weg naar een diskette. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een ongepaste bediening kan het gebeuren dat de inhoud van uw geheugens verloren gaat. Om uzelf tegen dit soort nare situaties te beschermen, verdient het aanbeveling om uw instellingen regelmatig extern op te slaan.
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz. van dit instrument met de nodige voorzichtigheid. Een al te brutale behandeling kan leiden tot storingen of beschadi­ging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zwaar voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van gelijk welk soort aansluitin­gen, enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan vastzit­tende kabel. Op die manier voorkomt u kortsluitingen en beschadiging van de kabels.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s och­tends best niet te hard zet om geluidsoverlast bij de buren te voorkomen. Het best gebruikt u op die momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpakt u het weer in de leveringsdoos. U kunt echter ook een koffer of Flightcase gebruiken.
Over het drukgevoelige display
• Plekken en ander vuil op het display verwijdert u het best met ethanol. Voorkom echter dat deze vloeistof tussen de gummiring en de beschermlaag van het display terecht­komt, omdat dat kan leiden tot het broos worden van het display. Gebruik nooit organische oplosmiddelen of schoonmaakproducten. Maak het display enkel schoon met ethanol.
Hanteren van diskettes
• Gebruik de drive nooit op vochtige plaatsen omdat een hoge vochtigheidsgraad de werking van de drive in de war kan brengen. Soms leidt dit zelf tot een beschadiging van de diskette.
• Wacht, wanneer u de VA-3 van een koude plaats (bv. een auto) naar een warme brengt, ongeveer één uur voordat u de drive gebruikt.
• Stel een diskette nooit bloot aan extreme temperaturen (laat ze nooit in een gesloten auto liggen waar de zon op staat. De aanbevolen temperatuur bedraagt 10°C~50°C.
• Stel een diskette nooit bloot aan krachtige magnetische velden. Leg ze bv. nooit op een luidspreker.
• Diskettes zijn uitgerust met een WRITE-beschermings­nokje waarmee u kunt voorkomen dat ze onvrijwillig worden overschreven. Zolang het nokje zich in de PRO­TECT- of WRITE-positie bevindt kunt u geen data op de betreffende diskette opslaan. Het verdient dan ook aan­beveling om dit nokje enkel in de onbeveiligde stand te zetten wanneer u nieuw data op de floppy wilt wegzetten.
Achterkant van de diskette
WRITE (u kunt data wegschrijven)
Beschermingsnokje
• Diskettes met belangrijke data beveiligt u het best zo vaak mogelijk tegen ongewild overschrijven (zet het nokje in de PROTECT-stand) alvorens ze in een drive te stoppen.
PROTECT (de diskette is beveiligd)
9
Belangrijke opmerkingen
• Het etiket van een diskette moet altijd goed vastgekleefd worden om te voorkomen dat het los komt te zitten, zodat de diskette niet meer uit de drive kan worden gehaald.
• Leg een diskette na gebruik weer in het doosje of de ver­pakking.
10

Inhoud

VA-3 Handleiding
1. Voorzieningen op de panelen
. . . . . . . . . . .14
1.1 Frontpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
1.2 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
2. Luisteren naar de demosongs
3. De grote lijnen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
. . . . . . . . . . .19
3.1 Wat is de VA-3 precies?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3.2 Easy Routing: snelle registratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3.3 De hoofdpagina. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
3.4 Arranger van de VA-3 gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 24
3.5 Melodie spelen bij de begeleiding . . . . . . . . . . . . . . . 26
Tempo veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Balance: als de melodie te stil of te luid is . . . . . . . . . . . . 26
Klanken kiezen voor de rechter hand. . . . . . . . . . . . . . . . 27
3.6 Standard MIDI Files afspelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Minus One-weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
4. VA-3-Clinics
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
4.1 Keyboard Mode-Clinic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Arranger- en Piano-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Splitpunt in de Arranger-mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Other . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
4.2 Tone-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Tone kiezen voor de Keyboard-Parts . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Eigen Tone-favorieten kiezen (Customize
Preferred Tone) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Andere Tone Maps kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Drummen op het klavier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
4.3 Speelhulpen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
D Beam Controller. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Pitch Bend/modulatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Octave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Sustain Footswitch (Hold) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Zwelpedaal (Foot Pedal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Master Tune . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
4.4 Arranger/Music Style-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Music Styles kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Orchestrator en Morphing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
4.5 Song Composer-Clinic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Opnemen van uw muziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Melodie overdoen (2nd Trk). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Wegschrijven van uw Song naar diskette. . . . . . . . . . . . . 55
4.6 Audio-aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57
5. Geavanceerde Keyboard-Part functies
. .58
5.1 Upper1-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Wat u nog moet weten over Super Tones . . . . . . . . . . . . 58
5.2 Upper2-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
Upper 2 Split. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
‘Dynamisch’ tweede splitpunt: UP2 to Left . . . . . . . . . . . 61
Stemmen van Upper2: Coarse en Fine . . . . . . . . . . . . . . . 61
Portamento (Upper 1-2 Portam) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
5.3 LWR Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
5.4 Aanslaggevoeligheid (Velocity Sensitivity) . . . . . . . . 64
5.5 Scale Tuning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
6. Het fijne over de Arranger
. . . . . . . . . . . . . .67
6.1 Arranger en Music Styles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Music Style starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Music Style stoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Sync (Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
6.2 Andere Style-divisies kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Fill In Half Bar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Majeur, mineur, septiem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Style Morphing (deel 2) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
6.3 Melody Intelligence. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
6.4 One Touch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Negeren van bepaalde One Touch-instellingen
(Cancel Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Eigen Tone-keuze programmeren (Memorize). . . . . . . . 72
6.5 Geavanceerde Arranger-instellingen . . . . . . . . . . . . . 73
ARR(anger) Hold . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Akkoord-herkenningsgebied. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Arranger Chord Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Bass Inversion . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Dynamic Arranger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
6.6 Arranger Options . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
(Arranger) Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Chord Family Assign . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Intro& Ending Alteration . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Muzikale Style-weergave: Wrap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
6.7 Tones voor de Arranger-Parts kiezen. . . . . . . . . . . . . 78
6.8 Werken met Styles op een diskette . . . . . . . . . . . . . . 79
Eigen Disk Link-toewijzingen programmeren. . . . . . . . . 79
Handige functies voor het werken met disketten
(Rename & Delete) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Rename (Style Options). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Style Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
7. Mixer, effecten en editen
. . . . . . . . . . . . . . .82
7.1 Opbouw van de Mixer-pagina’s . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
7.2 Volume en panorama . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Global Volume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Uitschakelen van Parts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Keybrd Mixer (volume van de Keyboard-Parts) . . . . . . . 84
Style Mixer (volume van de Arranger-Parts). . . . . . . . . . 84
PanPot (stereopositie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Nog meer hangsloten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
7.3 Effecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Part bewerken met Reverb of Chorus. . . . . . . . . . . . . . . . 85
Effectinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
7.4 Insertion-effect (M-FX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Insertion-effect gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
M-FX-type kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
7.5 Sound Palette: Keyboard-parameters editen . . . . . . 89
11
Inhoud
12
8. Registraties – User Programs
. . . . . . . . . . . 92
8.1 Instellingen in een User Program opslaan . . . . . . . . . 92
8.2 User Programs kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .93
Free Panel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
User Programs kiezen (groep, bank, nummer) . . . . . . . .93
User Programs met de [DOWN][UP]-knoppen kiezen .94 Selectief laden van User Program-instellingen (User
Program Cancel Options) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
8.3 Automatische functies voor User Programs . . . . . . . .95
Song & MIDI (Set) Link . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
User Program-keuze bij het inschakelen. . . . . . . . . . . . . .96
9. Song Composer (basis)
. . . . . . . . . . . . . . . . . 97
9.1 Opmerkingen over het opnemen van Songs . . . . . . . 97
Formatteren van een diskette. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
9.2 Weergavefuncties voor Songs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
Lyrics-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Voor-/terugspoelen en Reset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98
Weergave in een lus (Markers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Song-tempo veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99
Parts solo beluisteren of uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . .99
Balans tussen de Song- en Keyboard-Parts. . . . . . . . . . .100
Transpositie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
9.3 Song Chains . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Samenstellen en afspelen van een Song Chain . . . . . . . .101
Song Chain weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Chain Mode. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
Song Chain wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .102
9.4 Song Options . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
10. Song Composer (16-track enz.)
. . . . . . . 104
10.1 16-track Sequencer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
Algemene overwegingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .104
Voorbeeld 1: Een spoor opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Song wegschrijven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Voorbeeld 2: Nieuwe song opnemen . . . . . . . . . . . . . . . 108
10.2 16-sporen Song editen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Eenvoudige edit- en andere nuttige functies . . . . . . . . . 109
Het fijne edit-werk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Utility: andere handige functies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .115
10.3 Style Converter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
10.4 Header Post Edit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
11. User Styles programmeren
. . . . . . . . . . . 122
11.1 Logica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 122
11.2 Nieuwe User Styles opnemen . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
User Style Composer oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124
Spoor, Mode, Type en Division kiezen . . . . . . . . . . . . . .124
Opnamemode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
Key: toonaard instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
Quantize. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125
Tones kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126
Maatsoort (Time Signature) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Length: patroonlengte instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .126
Tempo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
Opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .128
Patroon beluisteren – en dan doorgaan of overdoen? . .128
Style wegschrijven naar diskette. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .129
Andere partijen en divisies programmeren . . . . . . . . . .129
Parts uitschakelen terwijl u andere opneemt . . . . . . . . .129
Opmerkingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .130
11.3 Bestaande Styles kopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131
Volledige Styles kopiëren (alle sporen) . . . . . . . . . . . . . .131
Individuele Style-sporen kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . .131
11.4 User Styles editen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Editen door op te nemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Edit-functies die niet tot de User Style Edit-mode
behoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
Time Signature (maatsoort). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135
11.5 User Style Edit-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Erase . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .136
Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .137
Insert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .137
Transpose. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .137
Velocity . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Quantize. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Gate T. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .138
Shift . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
11.6 User Style Micro-mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Change . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .140
Insert . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .141
Move Mix. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .142
Copy Mix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .142
11.7 User Style Utility. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Change . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Copy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .143
12. Varia
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
12.1 Functies van de speelhulpen kiezen (Controllers) . 145
D Beam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .145
Bender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Modulation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Sustain Switch (CC64) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147
Foot Pedal (zwelpedaal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
12.2 Globale parameters (voor de hele VA-3) . . . . . . . . 148
Tone Recall . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .148
Factory Resume . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
Virtual Band Autorun. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .149
VA-3 – Handleiding
13. MIDI
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .150
13.1 MIDI in het algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
MIDI-commando’s die de VA-3 hanteert . . . . . . . . . . . 150
13.2 Voorbereiding voor het MIDI-gebruik . . . . . . . . . . 153
MIDI-data verzenden (TX) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
De “hoe-doe-je-dat’s” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153
13.3 Keyboard MIDI, Style MIDI, Song MIDI. . . . . . . . . . 154
13.4 Utilities MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
MIDI Sync RX/TX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Style TX Sync . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Song TX Sync . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Basic. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
Style . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
NTA: Note-to-Arranger. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
MIDI-parameters (Param) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
13.5 MIDI Sets. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
MIDI Set van een diskette laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
14. Disk-functies
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .162
14.1 Disk Load (data van een disk laden). . . . . . . . . . . . 162
Load Style/Styles kopiëren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
Load User Prg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
Load MIDI Set . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
14.2 Disk Save (data naar een disk wegschrijven) . . . . . 163
14.3 Delete . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
14.4 Disk Utility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Format. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Copy-functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
Rename . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
15. Specificaties
16. M-FX-types
17. Referentie
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .169
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .171
17.1 Tones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
17.2 Drum Sets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .182
17.3 Interne Music Styles & Styles op de
disketten 1 en 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .200
17.4 Chord Intelligence . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .201
17.5 MIDI Implementation Chart . . . . . . . . . . . . . . . . . .203
18. Index
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .204
13
VA-3 HandleidingVoorzieningen op de panelen
1. Voorzieningen op de panelen

1.1 Frontpaneel

A
CDE F
B
A
D BEAM CONTROLLER-sectie
Met de [ON/OFF]-knop kunt u de D Beam Controller in- (licht op) en uitschakelen (knop dooft). Houd deze knop langer dan een seconde ingedrukt om een dis­play-pagina op te roepen waar u de parameter kunt kiezen die u via de D Beam wilt aansturen. (Deze parameter kunt u ook via de [FUNCTION MENU]­knop oproepen.)
Opgelet: De D Beam-technologie wordt in licentie van Interactive Light, Inc., vervaardigd.
Beweeg uw hand of lichaam boven de twee “ogen” om het volume, de filterinstelling, modulatiediepte enz. van de actieve Keyboard-Parts te beïnvloeden.
VOLUME-regelaar
B
Met deze regelaar bepaalt u het algemene uitgangsvo­lume van de VA-3 (alle secties) voor zowel de luidspre­kers als de eventueel aangesloten hoofdtelefoon plus het volume van het signaal dat naar de STEREO OUT­connectors wordt uitgestuurd.
EFFECTS-knop
C
Druk op deze knop om de display-pagina op te roepen waar u alle effectparameters van de VA-3 kunt instel­len.
SYNC-knop
D
Druk op deze knop om één (of twee) SYNC-functies te activeren. Aanvankelijk staat hij op SYNC START ingesteld. Houd deze knop ingedrukt om naar een pagina te gaan waar u een andere SYNC-optie kunt kiezen.
GH
MELODY INTELL-knop
E
Druk op deze knop (indicator licht op) om automati­sche harmonieën bij uw solo te voegen. Houd deze knop ingedrukt om een pagina op te roepen waar u het harmonietype kunt kiezen.
ONE TOUCH-knop
F
Deze knop heeft twee functies: door enkel op deze knop te drukken springt u naar een pagina waar u een zgn. One Touch-geheugen voor de geselecteerde Music Style kunt kiezen (zie blz. 28).
Als u deze knop ingedrukt houdt, terwijl u op USER PROGRAM [DOWN] of [UP] drukt, transponeert u de VA-3 in stappen van halve tonen.
KEYBOARD MODE-sectie
G
Met deze drie knoppen bepaalt u of het klavier gesplit wordt, dan wel of u één klank via het hele klavier kunt aansturen. Druk op de [OTHER]-knop om een andere configuratie dan “Arranger links/melodie rechts” (ARRANGER) of “één klank voor alle toetsen” (PIANO) te kiezen.
[OTHER] biedt tevens toegang tot andere belangrijke klavierfuncties, zoals de transpositie, de Octave-func­tie en parameters voor het instellen van de Arranger.
USER PROGRAM [DOWN]/[UP]-knoppen
H
Met deze knoppen kunt u het vorige (DOWN) of vol­gende (UP) User Program kiezen. User Programs zijn registratiegeheugens.
Druk op één van deze knoppen, terwijl u de [ONE TOUCH]-knop (zie blz. 14) ingedrukt houdt om de VA-3 in stappen van halve tonen te transponeren.
14
I
VA-3 – Frontpaneel
JKLM
N
I
Display
Dit is een zgn. “Touch Screen” via hetwelke u functies en parameters kiest c.q. instelt door gewoon op het betreffende veld te drukken. Veruit de meeste functies van de VA-3 bereikt u enkel via het display.
ORCHESTRATOR-knop
J
Met deze knop kunt u een display-pagina oproepen waar u een andere orkestratie voor de momenteel gekozen Music Style kunt kiezen. Bovendien vindt u hier de Style Morphing-functie. Zie blz. 51 voor meer details.
VIRTUAL BAND-knop
K
Druk op deze knop om de demosongs van de VA-3 te kunnen beluisteren c.q. om gebruik te maken van een interactieve functie die u bij het registreren van de VA-3 helpt. Deze heet “Easy Routing” en is beschik­baar in 6 talen.
SONG COMPOSER-knop
L
Druk op deze knop om de weergave of opname te star­ten c.q. de data met de digitale opnamefaciliteit van de VA-3 te editen. Deze functie heet “Song Composer”.
FUNCTION MENU-knop
M
Met deze knop hebt u toegang tot het functiemenu van de VA-3, waar u alle functies vindt die u waar­schijnlijk maar af en toe nodig hebt.
Opgelet: De FUNCTION MENU-pagina bevat ook een PANEL INFO-veld. Druk op dit veld om een overzicht op te roepen van de speciale functies van de knoppen op het frontpaneel.
N
Knoppen voor de Arranger-sturing
Met deze knoppen kunt u het gewenste Music Style­patroon kiezen en de weergave van de Music Styles starten en stoppen.
15
VA-3 HandleidingVoorzieningen op de panelen
O
P
Q
R
O
TEMPO/DATA-wiel
De functie van dit wiel is afhankelijk van de status van de [TEMPO/TAP]- en [DATA]-knop. Als de [TEMPO/TAP]-knop oplicht, kunt u met het wiel het gewenste tempo instellen. Als de [DATA]-knop oplicht, dient het wiel voor de waardeverandering van de momenteel gekozen parameter.
DISK-indicator
P
Deze indicator licht op, terwijl de VA-3 data van een diskette leest of daar data opslaat.
SUPER TONES-knoppen
Q
Met deze knoppen kunt u vijf zgn. “Super Tones” oproepen. Dit zijn klanken voor de Upper1-Part die u waarschijnlijk het vaakst gaat gebruiken. Er zijn twee sets die u beide kunt editen: een FACTORY- en een USER-groep. Zo hebt u toegang tot 10 favoriete klan­ken. Zie blz. 38 voor meer details.
STYLE-, TONE- en USER PROGRAM-knop
R
Hiermee wijst u een functie toe aan de BANK- en cij­ferknoppen (1~8). Druk op [STYLE] om een Music Style te kunnen selecteren, op [TONE] als u een
S
T
U
andere klank wilt kiezen en op [USER PROGRAM] om de in een User Program opgeslagen instelling op te roepen.
DATA-knop
S
Als deze knop oplicht (wat het geval is wanneer u een instelbare parameter kiest), kunt u hierop drukken om een numeriek display-klavier op te roepen. Via dat klavier kunt u dan een waarde invoeren.
TEMPO/TAP-knop
T
Als de [DATA]-knop oplicht, moet u op deze knop drukken (zodat hij oplicht) om het Style- of Song­tempo te kunnen veranderen. Gebruik daarvoor het [TEMPO/DATA]-wiel. Houd deze knop ingedrukt om toegang te krijgen tot bijkomende tempo-opties. U kunt hem ook in de maat indrukken om het tempo in te stellen (“Tap Tempo”).
GROUP-, cijferknoppen
U
Via deze knoppen kunt u de benodigde Music Style of Tone c.q. het gewenste User Program kiezen.
16
V
W
VA-3 – Frontpaneel
X
V
POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u de VA-3 in en uit.
BENDER/MODULATION-hendel
W
Door deze hendel naar de achterkant van de VA-3 te drukken voorziet u de met de Keyboard-Parts gespeelde noten van modulatie. Beweeg de hendel naar links of naar rechts om de toonhoogte van de gekozen Keyboard-Part tijdelijk te verhogen of te ver­minderen.
PHONES-aansluitingen
X
De VA-3 is voorzien van twee hoofdtelefoon-aanslui­tingen. Sluit hierop enkel hoogwaardige hoofdtele­foons (bv. een optionele RH-25 of RH-50 van Roland)
Y
aan. Welke aansluiting u kiest heeft geen belang. Zodra u een hoofdtelefoon aansluit, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
Floppy disk-drive
Y
Steek een 2DD of 2HD diskette (floppy) in deze drive om uw Music Styles, User Programs, Composer-Songs en MIDI Sets extern op te slaan. Druk op de uitwerp­toets om de diskette uit de drive te halen.
Opgelet: Haal de diskette nooit uit de drive wanneer de DISK-indicator oplicht of knippert. Anders beschadigt u namelijk zowel de diskette als de kop van de drive.
17
VA-3 HandleidingVoorzieningen op de panelen

1.2 Achterpaneel

A B C D E F
A
LCD CONTRAST-regelaar
Met deze regelaar kunt u het display-contrast instel­len, wanneer het display niet of nauwelijks af te lezen valt.
Opgelet: Het display heeft een beetje tijd nodig om op tem­peratuur te komen. Daarom kan het gebeuren dat u het contrast soms een aantal keren moet bijstellen.
B
MIDI-connectors
Via deze aansluitingen kunt u de VA-3 met andere MIDI-instrumenten en -apparaten verbinden.
SUSTAIN/EXPR-connector
C
Sluit hier een optionele DP-2, DP-6 of BOSS FS-5U voetschakelaar of een EV-5/FV-300L-zwelpedaal aan om te gespeelde noten langer te laten doorklinken – zelfs nadat u de betreffende toetsen weer hebt losgela­ten.
INPUT-connectors
D
Hier kunt u een externe signaalbron (synthesizer, CD­speler enz.) aansluiten om het signaal ervan via de luidsprekers van de VA-3 te versterken. Als de signaal-
bron mono is, moet u de uitgang ervan aansluiten op de L/MONO-connector. Met de [LEVEL]-regelaar kunt u het ingangsvolume van de externe signaalbron instellen.
STEREO OUTPUT R, L/MONO connectors
E
Via deze connectors kunt u de VA-3 aansluiten op een mengpaneel, een PA (zanginstallatie) of een audio­opnameapparaat. Het verdient aanbeveling om altijd beide uitgangen op het externe apparaat aan te sluiten om uw muziek in stereo op te kunnen nemen. De luidsprekers worden niet uitgeschakeld wanneer u een jack op één of beide uitgangen aansluit.
DC IN 12V-aansluiting
F
Hier moet u de bijgeleverde adapter aansluiten. Kies altijd een stopcontact dat beantwoordt aan de beno­digde netspanning.
18
2. Luisteren naar de demosongs
VA-3
De VA-3 wordt geleverd met een aantal demosongs die u een goede indruk geven van wat u er allemaal mee kunt doen. Laten we daar dus eerst naar luisteren.
Opgelet: Alle demosongs © 2000 by Roland Europe in samenwerking met Luigi Bruti en Roberto Lanciotti. Alle rechten voorbehouden.
1.
Pak de VA-3 uit en plaats hem op een stevig opper-
vlak.
2.
Sluit de bijgeleverde adapter aan op de DC 12V IN­connector achterop de VA-3 en het andere einde op een geschikt stopcontact.
Naar een stopcontact (100~240V)
3.
Zet de [VOLUME]-regelaar in de MIN-positie.
Opgelet: Naar gelang het land waar u de VA-3 gekocht hebt, kan het gebeuren dat er een andere taal i.p.v. Nederlands wordt ondersteund.
5.
Druk op het [DEMO]-veld. Het display ziet er nu
als volgt uit:
Opgelet: Als u Nederlands gekozen hebt, worden de vol­gende vragen en meldingen in het Nederlands afgebeeld. De hierna vernoemde functies zijn echter dezelfde.
6.
Stel met de [VOLUME]-regelaar een iets hoger volume in. Eens u de demo-weergave hebt gestart, moet het waarschijnlijk nog aanpassen.
7.
Leg de bijgeleverde diskette in de drive.
De demosongs bevinden zich niet in het interne geheugen van de VA-3. Als u deze diskette niet in de drive stopt, verschijnt bij de volgende stap een waar­schuwing:
In de MIN-stand zetten
4.
Druk op de [POWER ON]-knop links naast het kla-
vier.
Zodra alle interne circuit-tests uitgevoerd zijn, ziet het display er als volgt uit:
Deze pagina wordt automatisch opgeroepen wanneer u langer dan vijf minuten niet op de VA-3 speelt.
Opgelet: U kunt voorkomen dat deze pagina na een pauze automatisch wordt opgeroepen. Zie blz. 148 voor meer details.
Opgelet: Om deze pagina op een later tijdstip op te roepen (bv. wanneer u al even op de VA-3 gespeeld hebt) moet u op de [VIRTUAL BAND]-knop drukken.
8.
Druk op een “DEMO”-veld om de demo’s te kiezen
die u wilt beluisteren.
ALL DEMO— De VA-3 speelt alle hierna opgesomde demosongs af.
TONE DEMO— De VA-3 speelt demosongs af die u een indruk geven van het realisme van zijn klanken.
STYLE DEMO— De VA-3 speelt demosongs af die de kwaliteit van de automatische begeleidingen (“Music Styles”) in de verf zetten.
Wat er nu gebeurt, hangt af van de gekozen optie:
Als u wilt, kunt u nu op het [Nederlands]-veld druk­ken om uw moedertaal te kiezen.
19
VA-3 Handleiding—Luisteren naar de demosongs
Als u ALL DEMO kiest:
• De weergave begint automatisch. Als u niet wilt wach­ten tot de huidige Song afgelopen is, drukt u op [SKIP NEXT ®®]. Hierdoor springt u naar het begin van de volgende demosong.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demoweergave te stoppen.
• U kunt de weergave nu vanaf het begin van de huidige of volgende Song (als u eerst op [SKIP NEXT ®®] drukt) verderzetten door op [PLAY ®] te drukken.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan.
• Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
Als u STYLE DEMO kiest:
• De demoweergave begint meteen. U kunt echter op een Style-naamveld (“Rock”, “Cont” enz.) drukken om de demonstratie van een andere Music Style te starten. “Music Styles” zijn de begeleidingspatronen van de VA-3. Tijdens het spelen kunt u ze transponeren en er de volgorde van bepalen.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demosong-weer­gave te stoppen. Druk op [PLAY ®] om ze weer te starten.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan.
• Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
Als u TONE DEMO kiest:
• De demoweergave begint meteen. U kunt echter op een Tone-familieveld (“Piano”, “CPerc” enz.) drukken om de demosong te kiezen die de klanken van die familie de revue laat passeren. Ook dan begint de weergave meteen. De afkortingen op bovenstaande display-pagina vindt u ook terug boven en onder de BANK-knoppen op het frontpaneel (rechter kant). Bepaalde demosongs illu­streren verschillende Tones.
Opgelet: U kunt al een andere Tone-demo kiezen terwijl de huidige nog wordt weergegeven.
• Druk op het [STOP ]-veld om de demosong-weer­gave te stoppen. Druk op [PLAY ®] om ze weer te starten.
• Druk op het [oBACK]-veld om naar de keuzepagina voor de demosongs te gaan. Druk op [EXIT] om de Virtual Band-mode te verlaten en naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
9.
Druk op [oBACK] om terug te keren naar de keu- zepagina voor de demosongs, en nog een keer om naar de eerste Virtual Band-pagina te springen.
20
3. De grote lijnen
VA-3 Wat is de VA-3 precies?
3.1 Wat is de VA-3 precies?
Uw VA-3 is twee instrumenten in één: de ene helft zorgt voor de begeleiding bij de melodie die u in de andere helft speelt.
Linker hand: con-
trole van de
Arranger
Er zijn dus twee secties die u voor live-muziek kunt gebruiken. (De derde sectie, de Song Composer, kunt u weliswaar ook live gebruiken, maar deze is vooral bedoeld voor het opnemen en weergeven van uw muziek.)
Keyboard-sectie:
A
Deze sectie bevat de Parts die u via het klavier moet aansturen – vandaar de benaming “Keyboard”. De VA-3 bevat zeven Keyboard-Parts, waarvan u er maxi­maal vijf tegelijk kunt aansturen: Upper 1/2, Lower 1 & 2, en Manual Bass (vaak ook M.Bass of gewoon MBS genaamd). De zevende Part, Manual Drums (M.Drums of MDR) kan enkel apart worden gespeeld. U kunt hem niet met Upper1/2-Parts combineren. U kunt hem echter wel uitsluitend aan de rechter klavier­helft toewijzen en hem dus tegelijkertijd met Lower1/2 bespelen (deze laatste kunt u via de linker helft spe­len). Zie blz. 40 voor meer details. De zevende Part, “MInt”, is iets tweeslachtiger: hij geldt weliswaar als Keyboard-Part, maar hij wordt gedeeltelijk door de Arranger gestuurd. Zie “Melody Intelligence” op blz. 70.
Arranger/Style-sectie:
B
De Arranger is uw bandje (of orkest) dat een begelei­ding (Music Style) van Roland, andere programmeurs of uzelf speelt. In zekere zin werkt de Arranger zoals een drumcomputer: hij speelt namelijk begeleidings­patronen. In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u heel gemakkelijk het benodigde patroon kiezen. Zo hoeft u de volgorde van de patronen niet op voorhand te pro­grammeren. Bovendien speelt de Arranger niet alleen de drums, maar ook een bas en akkoordenpartijen. De toonaard hiervan bepaalt u aan de hand van uw zelf gespeelde akkoorden (meestal in de linker klavier­helft).
Rechter hand
(Keyboard-Parts)

3.2 Easy Routing: snelle registratie

De Virtual Band-pagina is de eerste display-pagina die na inschakelen van de VA-3 verschijnt:
U weet al waar het [DEMO]-veld voor dient. Laten dus meteen kijken naar de Easy Routing-functie. Hier­mee kunt u uw V-Arranger Keyboard vertellen hoe u het wilt bespelen door gewoon een aantal interactieve vragen te beantwoorden.
1.
Als de pagina hierboven bij u niet wordt afgebeeld, moet u de VA-3 uit- en weer inschakelen of op de [VIRTUAL BAND]-knop drukken.
Opgelet: U kunt voorkomen dat deze pagina na een pauze automatisch wordt opgeroepen. Zie blz. 148 voor meer details.
2.
Kies uw taal door op het betreffende veld te druk­ken.
Als u hier Nederlands kunt kiezen, moet u dat zeker doen, omdat het interactieve proces dan nog sneller verloopt.
Opgelet: De taalkeuze wordt opgeslagen en automatisch ingesteld wanneer u de VA-3 de volgende keer inschakelt.
3.
Druk op het [EASY ROUTING]-veld.
Het display ziet er nu als volgt uit:
Gezien het aantal mogelijkheden en de “Easy”­opbouw gaan we hier niet alle opties één voor één voorstellen, omdat u dan de indruk zou kunnen krij­gen dat de Easy Routing-functie ingewikkeld in elkaar zit. Het tegendeel is waar.
21
VA-3 HandleidingDe grote lijnen
Ziehier hoe deze functie is opgebouwd:
• Geef aan of u met ([In a BAND]) of zonder ([As a SOLOIST]) begeleiding wilt spelen. Dat heeft een grote invloed op de navolgende vragen en antwoor­den.
Als u op het [As a SOLOIST]-veld drukt, zijn er twee opties:
ORGANIST betekent dat u met de linker en rechter hand twee verschillende klanken kunt spelen (het kla­vier wordt gesplit). Ondanks de naam kunt u echter ook andere combinaties kiezen, zoals een synthesizer voor linker hand en een saxofoon voor de rechter.
PIANIST betekent dat u één klank aan het volledige klavier toewijst. Ook hier hoeft u niet noodzakelijk een pianoklank te kiezen.
Opgelet: Na het kiezen van “As a SOLOIST” kunt u nog steeds gebruik maken van de Arranger-drumbegeleiding. Druk gewoon op de [START/STOP]-knop.
Opgelet: Zodra u de VA-3 een beetje beter kent, komt u erachter dat u met deze functie de Keyboard Mode kiest (zie blz. 32).
Als u op [In a BAND] drukt:
Het klavier wordt in twee helften verdeeld: via de lin­ker hand kunt u de Arranger aansturen en daar via de rechter helft een melodie bij spelen.
• Vervolgens moet u aangeven hoeveel instrumenten in uw bandje moeten voorkomen: Drums, Drm&Bass (drum & bas), Combo (klein bandje) of Big Band (dit zou ook een heus orkest kunnen zijn.
Opgelet: Zodra u de VA-3 een beetje beter kent, beseft u dat u hiermee de Orchestrator-versie kiest (zie blz. 51).
• Nu kunt u kiezen uit drie muziekgenres voor de muziek die u wilt spelen: ROMANTIC, BALL ROOM of HEAVY. Ook dit zijn bijzonder algemene omschrij- vingen, omdat ROMANTIC bv. ook genres zoals Hip­Hop bevat.
• Tenslotte kunt u een automatische begeleiding selecte­ren (die noemen we een “Music Style”) en aan de rech­ter hand een soloklank toewijzen. Per Style kunt u kiezen uit maar liefst acht verschillende soloklanken.
Als u bij vergissing op dit veld hebt gedrukt, kunt u de Virtual Band-pagina weer oproepen door op de [VIRTUAL BAND]-knop onder het display te druk­ken.
Opgelet: Wanneer u op [EXIT] drukt, worden de tot dan toe gekozen instellingen niet gebruikt. U moet uw keuze bevestigen door op [FINISH] te drukken.
• Als er één of twee pijlen (o en k) “vol” worden afge­beeld, kunt u via deze twee velden nog bijkomende opties oproepen en daar een keuze uit maken.
4.
Begin te spelen op de VA-3.
Waarschijnlijk wilt u nu meteen uitproberen wat u zonet hebt gekozen en de handleiding even laten voor wat ie is. Vóór u dat doet, nog even het volgende:
• De Arranger-weergave (de automatische begeleidin­gen) start en stopt u met de [START/STOP]-knop.
• In sommige gevallen hoort u de melodische begelei­ding (bas en gitaar-, synthesizer- e.d. partijen) van de begeleiding niet. Dat ligt dan aan de gemaakte keuzes. Verderop tonen we u hoe u deze instelling kunt veran­deren.
Opgelet: Hoewel de VA-3 nog een groot aantal andere para­meters bevat, waarmee u de Arranger precies naar wens kunt instellen, zou u al kunnen beslissen om de hier gemaakte instellingen in een User Program op te slaan (zie blz. 92). Dan hoeft u de volgende keer namelijk zelfs niet eens meer de Easy Routing-functie te gebruiken.
Andere stappen en tips:
• Met het [oBACK]-veld gaat u telkens terug naar de voorafgaande pagina. Druk hierop om een eerder gemaakte keuze te veranderen.
• Als het [FINISH]-veld wordt afgebeeld, moet u erop drukken om uw instellingen te bevestigen en meteen te kunnen spelen.
• Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te springen (zie blz. 23).
22
VA-3 – De hoofdpagina

3.3 De hoofdpagina

Telkens waneer u de DEMO- of EASY ROUTING­mode verlaat door op [EXIT] of [FINISH] te drukken, ziet het display er ongeveer als volgt uit:
A
B
C
Druk op dit veld om een andere Music Style te kiezen (zie
A
blz. 48).
B
Druk op dit veld om andere klanken (Tones) te kiezen (zie blz. 35).
C
Druk op dit veld als u graag een ander User Program gebruikt (zie blz. 93).
D
Via het metronoomveld kunt u de metronoom in- en uit­schakelen.
E
Druk op dit veld om de Mixer-functies op te roepen (zie blz. 82).
Laten we deze pagina de hoofdpagina noemen. Er zijn er zelfs twee: één voor het spelen met Arranger en een tweede voor de Song Composer. Het verschil tussen deze twee wordt elders in deze handleiding verklaard.
Opgelet: Als u de automatische start van de Virtual Band­mode uitgeschakeld hebt (zie blz. 148), verschijnt de hoofd­pagina meteen na inschakelen van de VA-3.
D
E
Welke knop heeft welke functie? (Panel Info)
Soms weet u misschien niet meer wat u precies moet doen om een bepaalde functie op te roepen. De VA-3 biedt een pagina waar u te weten komt welke (in de regel “tweede”) functie er aan bepaalde knoppen toe­gewezen is. Daar staan echter niet alle knoppenfunc­ties vermeld. U zou dus ook de rest van deze handlei­ding moeten lezen…
Ziehier wat u moet doen om de Panel Info-functie op te roepen:
1.
Druk op de [FUNCTION MENU]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
2.
Druk op het [(i) Panel Info]-veld.
De hoeveelheid informatie op de hoofdpagina ver­schilt. Ziehier een voorbeeld van hoe ze er in bepaalde gevallen kan uitzien:
U weet dus op elk moment welke functies ingescha­keld en –voor sommige– hoe ze ingesteld zijn.
Op deze pagina krijgt u een overzicht van de display­pagina’s die u kunt oproepen door een knop ingedrukt te houden wanneer hij oplicht, of door een bepaalde knop samen met een andere in te drukken. Tracht te onthouden dat deze pagina bestaat, omdat ze af en toe goed van pas kan komen.
3.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
U zou ook op [oBACK] kunnen drukken om terug te keren naar het Function Menu, maar dat is hier niet nodig.
23
VA-3 HandleidingDe grote lijnen
3.4 Arranger van de VA-3 gebruiken
De Arranger is een “interactieve weergave-sequencer” die voor de begeleiding zorgt. De begeleidingen noe­men we “Music Styles” omdat ze een achttal begelei­dingspartijen voor een bepaald muziekgenre (Rock, Pop, Dance, Waltz enz.) bevatten.
De Arranger is interactief, omdat hij toelaat de melo­dische begleidingspartijen (bas, piano, gitaar enz.) te transponeren door andere akkoorden te spelen. In de regel doet u dit waarschijnlijk met uw linker hand. Elke Music Style omvat verschillende patronen, zodat u kunt beginnen met een inleiding, vervolgens een simpele begeleiding kunt kiezen voor de eerste strofe en een iets uitgebreidere voor de refreinen. En met een “Ending”-patroon breit u een mooi einde aan uw stuk.
Laten we eerst naar de belangrijkste Arranger-functies kijken:
1.
Schakel de VA-3 in en kies via de Easy Routing­functie (zie blz. 21) een “In a BAND”-registratie en een “Combo”-of “Big Band”-optie.
U zou de VA-3 ook handmatig kunnen registreren, maar Easy Routing werkt veel sneller.
2.
Als de [SYNC]-indicator oplicht (wat waarschijnlijk het geval is), moet u erop drukken om hem uit te schakelen.
De [SYNC]-indicator moet uit zijn.
akkoord dat u daarnet hebt gespeeld. De naam van dat akkoord verschijnt trouwens onder de naam van de gekozen Music Style in het display:
6.
Speel nu een ander akkoord in de linker helft.
Hetzelfde patroon wordt nu in een andere toonaard gespeeld. U hoeft trouwens geen volledige akkoorden te spelen:
•Voor majeurakkoorden volstaat één noot (bv. “C” voor Do majeur, “A” voor A majeur enz.).
•Voor mineurakkoorden hoeft u enkel de grondnoot en de derde toets rechts daarvan in te drukken.
•Voor septiemakkoorden speelt u de grondnoot en de tweede toets links daarvan.
C majeur C mineur
Enkel de toets die de naam van het akkoord bepaalt.
C 7
Grondnoot + derde toets rechts daarvan
De [ARRANGER]-indicator moet oplichten
3.
Zet de [VOLUME]-regelaar op een aanvaardbare
waarde (iets voorbij “1/4”).
4.
Kijk of de Keyboard Mode [ARRANGER]-indicator
oplicht en druk op de knop als dat niet het geval is.
5.
Speel in de linker helft (links van de C-toets onder USER PROGRAM [UP]-knop) een akkoord en druk op de [START/STOP]-knop.
De [START/STOP]-indicator licht op en de Arranger speelt nu een begeleiding van de gekozen Music Style. Deze begeleiding weerklinkt in de toonaard van het
Grondnoot + tweede toets links daarvan
Opgelet: De functie voor dit “eenvingersysteem” heet “Intel­ligent” (zie blz. 74). Op blz. 201 vindt u een overzicht van de andere akkoorden die u met dit systeem kunt spelen (overmatig, verminderd enz.).
Momenteel hoort u het “ORIGINAL”-patroon (de [ORIGINAL]-knop licht op). Dit is de simpele versie van de gekozen Music Style. Laten we nu de begelei­ding voor het refrein kiezen:
7.
Druk op de [VARIATION]-knop.
Zodra het ORIGINAL-patroon beëindigd is, licht de [VARIATION]-indicator op om aan te geven dat de Arranger nu het VARIATION-patroon speelt.
24
VA-3 – Arranger van de VA-3 gebruiken
Opgelet: Er zijn nog vier andere versies voor ORIGINAL en VARIATION. Hoe u ze kiest, komt u te weten onder “Orchestrator” op blz. 51.
Professionele overgangen: Fill
Tot nu toe hebben we enkel het ORIGINAL- en VARI­ATION-patroon gebruikt. ORIGINAL past bij koe­pletten en VARIATION is geschikt voor het refrein. Om ze te kiezen drukt u op [ORIGINAL] of [VARIA­TION]. Maar dat zorgt voor plotse veranderingen van de begeleiding, terwijl “echte” muzikanten een nieuw deel in de regel “aankondingen” d.m.v. een roffel in de drums en andere variaties van de begeleiding.
Op de VA-3 zorgt u op de volgende manier voor der­gelijke overgangen:
1.
Start de weergave van het ORIGINAL-patroon (zie
hierboven).
2.
Speel in de linker klavierhelft een akkoord.
3.
Druk op de [FILL]-knop.
Intro & Ending
Nu we ook de overgangen onder de knie hebben, vraagt u zich misschien af hoe je met een professionele inleiding begint en op een stijlvolle manier eindigt. Hiervoor beschikt de VA-3 over een [INTRO]- en [ENDING]-knop.
Terwijl het VARIATION- en ORIGINAL-patroon (net zoals trouwens de Orchestrator-versies) de hele tijd door herhaald worden tot u een ander patroon kiest of de Arranger stopt, worden Fill-Ins (zie hierboven), Intro’s en Endings maar één keer gespeeld.
Zodra het Intro-patroon afgelopen is, vervolgt de Arranger automatisch met het ORIGINAL- of VARIA­TION-patroon (naar gelang welke van de twee knop­pen knippert). Aan het einde van het Ending-patroon stopt de Arranger daarentegen.
1.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/
STOP]-knop te drukken (de indicator dooft).
2.
Speel in de linker klavierhelft een akkoord om de
toonaard van het Intro-patroon te bepalen.
3.
Druk op de [INTRO]-knop.
Als u erop drukt, terwijl [ORIGINAL] oplicht:
ORIGINAL FILL-IN VARIATION
2~4 maten max. 1 maat
Als u erop drukt, terwijl [VARIATION] oplicht:
VARIATION FILL-IN ORIGINAL
2~4 maten max. 1 maat 2~4 maten
2~4 maten
Wat er nu gebeurt, hangt af van het tijdstip waarop u op de [FILL]-knop drukt:
• Als u op gelijk welke tel vóór de laatste tel van een maat op deze knop drukt, duurt de Fill tot aan het einde van de huidige maat. Daarna wordt het VARIA­TION-patroon opgeroepen.
• Als u op de laatste tel van een maat op deze knop drukt, begint de Fill op de eerste tel van de volgende maat en duurt hij een volledige maat. Daarna wordt het VARIATION-patroon gekozen. De [FILL]-knop kunt u ook gebruiken voor overgan­gen van het VARIATION- naar het ORIGINAL­patroon. Hiervoor moet u hem indrukken, terwijl de [VARIATION]-indicator oplicht.
• Door twee keer snel achter elkaar op de [FILL]-knop te drukken selecteert u de Fill die normaliter de over­gang naar het “andere” patroon inleidt. Zodra die afgelopen is, kiest de Arranger echter weer het vorige patroon. Dit noem je “Fill In To Previous”.
Opgelet: U kunt de lengte van een Fill-In ook halveren. Zie blz. 69.
4.
Druk op de [START/STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
De Arranger speelt nu de inleiding van de gekozen Music Style.
Opgelet: Speel geen akkoorden, terwijl de Intro nog wordt weergegeven. De meeste Intro’s bevatten namelijk al akkoordenwissels die u door uw eigen akkoorden grondig in de war zou kunnen sturen.
5.
Druk op de [ORIGINAL]- of [VARIATION]-knop,
terwijl de Intro nog aan het spelen is.
De betreffende indicator begint nu te knipperen om aan te geven dat dit patroon meteen na de Intro zal worden gespeeld.
6.
Wacht tot het ORIGINAL- of VARIATION-patroon
begonnen is en druk dan op den [ENDING]-knop.
Aan het einde van de huidige patrooncyclus speelt de Arranger het Ending-patroon af en stopt daarna.
Opgelet: Ook hier is het slimmer om tijdens het Ending­patroon geen akkoorden te spelen.
Opgelet: Zie “Arranger/Music Style-Clinic” op blz. 48 voor nog andere Arranger-functies.
25
VA-3 HandleidingDe grote lijnen

3.5 Melodie spelen bij de begeleiding

Als u de VA-3 met de Easy Routing-functie registreert, kiest u niet enkel een Music Style, maar ook een klank voor de rechter hand. Laten we dus een melodie bij de begeleiding spelen.
1.
Druk op de [ORIGINAL]- of [VARIATION]-knop
en speel een akkoord in de linker klavierhelft.
Hier maakt het even niet uit welk patroon u kiest. Het moet alleen de hele tijd door blijven spelen. Bovendien zou u in de linker klavierhelft ook maar één noot kun­nen spelen, omdat de Intelligent-functie momenteel ingeschakeld is.
2.
Druk op de [START/STOP]-knop om de Arranger-
weergave te starten.
Het nieuwe tempo verschijnt rechtsboven in het dis­play:
U zou ook verschillende keren op de [TEMPO/TAP]­knop kunnen drukken – en wel in de maat van het gewenste tempo. Dit heet Tap Tempo, en dat betekent dat de “druksnelheid” bepalend is voor de berekende tempowaarde.
Om daarna weer het voorgeprogrammeerde tempo te kiezen moet u het volgende doen:
3.
Houd de [TEMPO/TAP]-knop ingedrukt.
Het display ziet er nu als volgt uit:
3.
Speel in de rechter klavierhelft een melodie.
4.
Terwijl u dat doet, zou u kunnen proberen om links telkens akkoorden (of noten) te spelen die bij de melodie passen.
Opgelet: U hoeft de toetsen in de linker helft niet over de volledige lengte ingedrukt te houden, omdat de Arranger ze sowieso aanhoudt. Het volstaat dus om elk akkoord maar even te spelen. Die functie, die hiervoor zorgt, heet “ARR Hold” (zie blz. 73).

Tempo veranderen

Als de Arranger te snel (of te traag) speelt, kunt u het tempo van de Music Style veranderen:
1.
Druk op de [TEMPO/TAP]-indicator als hij niet oplicht.
2.
Stel met het [TEMPO/DATA]-wiel het gewenste tempo in.
4.
Druk op het [Default Tempo]-veld op deze pagina.
Zie blz. 75 voor de overige tempo-opties.
5.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.

Balance: als de melodie te stil of te luid is

Misschien vindt u de melodie iets te hard of te zacht in vergelijking tot de begeleiding. Doe dan het vol­gende…
1.
Druk op het [Mixer]-veld (op de Master-pagina).
Als dat veld niet in de linker benedenhoek te zien is, moet u zo vaak op [EXIT] drukken tot dat wel het geval is. Na het drukken op [Mixer] ziet het display er als volgt uit:
26
2.
Druk op het [Balance]-veld om naar de volgende
pagina te springen:
3.
Stel met de Fader in het display of de [i][m] vel-
den de gewenste balans in.
Druk op [Reset] om te zorgen dat de Fader weer naar het midden terugkeert (zelfde volume voor “Key­board” als voor “Accomp”).

Klanken kiezen voor de rechter hand

Stel dat u de klank voor de melodie wel aardig vindt, maar desondanks de indruk hebt dat hij niet echt bij de gekozen Music Style past. Laten we dus twee een­voudige manieren bekijken om een andere soloklank te kiezen.
Vanaf nu gaan we voor de klanken van de VA-3 ook af en toe het woordje “Tone” gebruiken.
Opgelet: In het volgende gaan we ervan uit dat de Arranger nog steeds actief is (de [ARRANGER]-indicator moet oplichten).
Opgelet: Tones kunt u ook op de “klassieke” manier kiezen. Zie hiervoor blz. 35.
VA-3 – Melodie spelen bij de begeleiding
Het display ziet er nu als volgt uit:
Deze afbeelding toont de Factory Tones die aan de SUPER TONES [1]-knop kunnen worden toegewezen.
Er zijn twee sets van toewijzingen: “FACTORY” en “USER”. Zie ook blz. 58. “Factory” betekent trouwens enkel dat het aantal mogelijkheden beperkt is tot 40 Tones (i.p.v. 3.641).
3.
Speel een paar noten in de rechter klavierhelft.
4.
Als u wilt, kunt u nu nog andere klanken uitprobe­ren door op een ander veld te drukken (bv. “Vibra­phone w”).
Er bestaat nog een tweede set die USER heet en via dewelke u één van de 3.641 interne Tones aan de SUPER TONES-knoppen kunt toewijzen. Zie ook blz. 58.
5.
Druk op de [START/STOP]-knop om te controle­ren of de nieuwe klank beter bij de gekozen Music Style past.
Even terzijde: als u een SUPER TONES-knop inge­drukt houdt, verschijnt de volgende display-pagina:
Super Tones
Eén van de gebruiksvriendelijke functies van de VA-3 is de mogelijkheid om 5 (Factory) + 5 (User) Tones aan te duiden die in een mum van tijd kunnen worden geselecteerd. Dit werkt als volgt:
1.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/
STOP]-knop te drukken (de indicator dooft).
2.
Druk op een SUPER TONES-knop [1]~[5].
Hierdoor selecteert u de Tone die op dat moment aan de betreffende knop is toegewezen (zie de display­pagina verderop). Deze Tone wordt voor de Upper1­Part gekozen.
Opgelet: Zie “Wat zijn ‘Parts’?” op blz. 33 voor meer details over Upper1. Hier volstaat het dat u weet dat deze Part aan de rechter klavierhelft is toegewezen.
Druk in dat geval op het [EXIT]-veld, omdat we die pagina hier niet nodig hebben. Zie blz. 58.
6.
Druk op een andere SUPER TONES-knop.
Ook hier zijn er weer 8 mogelijkheden. Eén daarvan is al geselecteerd. Druk op een ander display-veld om de toewijzing voor de actieve SUPER TONES-knop te veranderen.
Opgelet: Het [CUSTOMIZE]-veld laat toe om een nieuwe toewijzing op te slaan (zodra u op een ander instrumentveld in het display drukt). Die klank wordt dan opgeroepen wanneer u op de betreffende SUPER TONES-knop drukt.
7.
Stop de Arranger-weergave door op de [START/ STOP]-knop te drukken (de knop dooft).
27
VA-3 HandleidingDe grote lijnen
One Touch
Een andere manier om snel een gepaste klank voor de rechter hand te kiezen is door gebruik te maken van de ONE TOUCH-functie. One Touch doet trouwens nog veel meer dan enkel Tones kiezen voor Upper1. Zie blz. 70.
Opgelet: One Touch is bedoeld voor een snelle registratie van de Upper1- en Upper2-Part tijdens het gebruik van de Arranger. Als u een One Touch-geheugen kiest, licht de Key­board Mode [ARRANGER]-knop op om aan te geven dat de Arranger ingeschakeld werd.
1.
Druk op de [ONE TOUCH]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
Als u op het derde veld drukt, ziet het display er nu als volgt uit:
Opgelet: Als de Arranger nu plots begint te spelen, druk dan eerst op de [START/STOP]-knop en vervolgens op de [SYNC]-knop. One Touch activeert namelijk de SYNC­functie.
3.
Druk op het [OFF]-veld als u de One Touch-instel-
lingen niet meer nodig hebt.
Als u niet op het [OFF]-veld drukt, blijft de [ONE TOUCH]-indicator oplichten om aan te geven dat u nog steeds met een One Touch-programma aan het werken bent.
4.
Druk op [EXIT] om naar de hoofdpagina te sprin-
gen.
Waarschijnlijk ziet u op uw VA-3 een andere Music Style-naam. Waar het hier even om gaat, is echter dat er vier One Touch-geheugens per Music Style zijn (voor de 64 ROM-Styles, de 64 Disk Link-geheugens en de Disk User-functie).
Met de velden [UP2] en [UP1] kunt u de bijbeho­rende Upper-Part (1 of 2) in- (wit) of uitschakelen (donker). Op die manier kunt u dus snel tussen deze twee Parts alterneren.
2.
Druk op een groot veld [1]~[4] om het betreffende
One Touch-geheugen te kiezen.
28

3.6 Standard MIDI Files afspelen

Standard MIDI Files zijn sequences die bijna elke sequencer kan lezen. Hoewel u de VA-3 als “playback­machine” van dergelijke Standard MIDI Files zou kunnen gebruiken, is het nog veel leuker om de melo­die uit te schakelen en die lekker zelf te spelen.
1.
Stop de bijgeleverde diskette in de drive.
2.
Druk, indien nodig, op [START/STOP] om de
Arranger-weergave te stoppen.
3.
Druk op de [SONG COMPOSER]-knop.
Het display ziet er nu als volgt uit:
VA-3 – Standard MIDI Files afspelen
Het RAM-informatieveld is nog steeds leeg.
RAM-informatieveld
Dat komt omdat de gekozen Song nog niet in het RAM-geheugen van de VA-3 werd geladen en dus niet meteen kan worden afgespeeld.
7.
Druk op het [Load]-veld.
Nu wordt de naam van de geselecteerd Song wél in het RAM-informatieveld afgebeeld.
8.
Druk op het [PLAY ®]-veld om de weergave te starten.
Als u wilt, kunt u nu met de Standard MIDI File mee­spelen. Zolang de Song Composer werkt, kunt u de Arranger echter niet gebruiken.
9.
Druk op het [STOP |]-veld om de weergave te
stoppen.
U zou nu op [oBack] kunnen drukken om terug te gaan naar de eerste Song Composer-pagina:
(Misschien bevat het grote witte veld in het midden een andere –of zelfs helemaal geen– naam.)
4.
Druk op het [Song List]-veld.
Wacht tot de floppy-drive de bestanden op de ingesto­ken disk gelezen heeft.
5.
Kies met de velden [o][k] de vorige of volgende
groep van vier Songs als de naam van het gewenste stuk niet in het display staat afgebeeld.
Hiervoor kunt u ook het [TEMPO/DATA]-wiel gebruiken.
6.
Druk op een Song-veld om het stuk te kiezen dat u
wilt beluisteren.
Hier kunt u met [√√ BWD] en [FFW ®®] terug­spoelen naar een eerdere maat of voorspoelen naar een latere maat, Zie “Song Composer-Clinic” op blz. 53 voor meer details.
U zou ook op het [EXIT]-veld kunnen drukken om naar de hoofdpagina te springen, maar dat is niet zo’n slim idee.
• Tijdens de Song Composer-weergave ziet de hoofdpa­gina er als volgt uit:
Druk op het [Song]-veld om weer terug te gaan naar de display-pagina waar u andere Songs kunt selecte­ren. Op de hoofdpagina kunt u de Song Composer niet bedienen (start/stop, voor-/terugspoelen e.d.).
29
VA-3 HandleidingDe grote lijnen
• Als de Song Composer gestopt is, verlaat u deze mode door terug te keren naar de hoofdpagina. Tegelijk wordt de Arranger geactiveerd, zodat u weer met de automatische begeleidingen kunt spelen.

Minus One-weergave

Uw VA-3 laat toe om één partij van de gekozen Song uit te schakelen. Daar zou u gebruik van kunnen maken om de solo van de disk uit te schakelen en die zelf te spelen. Dit noem je de Minus One-weergave (één partij van de Song wordt niet afgespeeld).
U kunt om het even welke partij selecteren en zelfs verschillende partijen tegelijk uitschakelen.
Alle Keyboard-Parts blijven actief. U kunt dus de Upper1/2-, Lower1/2- en M.Bass-Parts in gelijk welke combinatie gebruiken (zie blz. 34), als dat nodig is. De MDR-Part is ook beschikbaar, maar als u die activeert, worden sommige of alle Keyboard-Parts tijdelijk uit­geschakeld.
Opgelet: Telkens wanneer u naar het begin van de geladen
Song terugkeert (door op het [STOP |]-veld te druk-
ken) worden alle Keyboard-Parts, met uitzondering van Upper1, uitgeschakeld. Tevens kiest de VA-3 weer de WHOLE Keyboard-mode. Dat is echter niet het geval, wan­neer u een User Program-geheugen kiest.
1.
Stop de bijgeleverde diskette in de drive.
U kunt ook een andere Zip-schijf of diskette gebrui­ken, als ze Standard MIDI Files bevat.
2.
Druk, indien nodig, op [START/STOP] om de
Arranger-weergave te stoppen.
3.
Druk op de [SONG COMPOSER]-knop.
4.
Zie de stappen (4)~(7) hierboven voor het kiezen
van de benodigde Song.
Start de weergave, wacht een paar maten en stop ze dan weer.
Opgelet: Als het veld in de linker bovenhoek van de hoofd­pagina [Song] heet, kunt u erop drukken om naar de pagina te springen waar u Standard MIDI Files kiest.
5.
Druk, op de Song Composer-pagina, op het [Minus
One]-veld.
Het display ziet er nu als volgt uit:
De nummers 1~16 slaan op de sporen van de gekozen Standard MIDI File. Standard MIDI Files kunnen tot 16 verschillende partijen bevatten die elk op een apart spoor (MIDI-kanaal) staan.
De [ON]/[OFF]-velden naast de nummers geven aan of de betreffende sporen al dan niet worden weergege­ven. Als noch het ene, noch het andere veld wordt afgebeeld, bevat het betreffende spoor geen data.
6.
Druk op het [ON]-veld naast spoor/kanaal [4].
Bij veruit de meeste Standard MIDI Files bevindt de melodie zich op spoor 4. Het verdient dus aanbeveling om altijd eerst op dit veld te drukken (zodat het veran­dert in [OFF]). Dit kanaal komt overeen met de UP1­Part van de VA-3.
Opgelet: De aan/uit-status van de sporen kan in een User Program worden opgeslagen (zie blz. 92).
7.
Kies een Tone voor de Upper1-Part (UP1).
Zie “Super Tones” op blz. 27 of “Tone kiezen voor de Keyboard-Parts” op blz. 35. Er is tevens een functie waarmee u de klankkeuze voor de Upper1-Part kunt koppelen aan die van de gekozen Song, zodat uw melodie exact hetzelfde klinkt als de originele partij. Zie verdrop.
8.
Druk twee keer op het [STOP |]-veld om naar
het begin van de Song terug te keren.
9.
Druk op [PLAY ®] om de weergave te starten en
speel mee met de Standard MIDI File.
U kunt ook gebruik maken van de speelhulpen (zie blz. 43). Gebruik, indien nodig, het [TEMPO/DATA]­wiel of de [TEMPO/TAP]-knop om het tempo te ver­anderen.
10.
Druk op het [STOP |]-veld om de weergave te
stoppen.
30
Loading...
+ 180 hidden pages