Roland SL-20 User Manual [nl]

Gefeliciteerd met uw keuze van de BOSS SL-20 Audio Pattern Processor.
Leest u de hoofdstukken ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (apart vel) zorgvuldig door, voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast zou deze handleiding in zijn geheel gelezen moeten worden om er zeker van te zijn dat u een goed begrip hebt van alle functies van uw nieuwe apparaat. De handleiding dient als handige referentie. te worden bewaard en bij de hand gehouden.

Belangrijkste functies

Deelt voortdurend Input audio geluid op en creëert een grote verscheidenheid aan Slice patronen.
Bevat een ‘harmonisch’ Slice patroon, dat melodieën met de akkoorden, die u speelt, produceert. Met deze functie kunt u op een nieuwe manier uw muzikale ideeën tot uitdrukking brengen.
Bevat een opname functie. U kunt tot 40 seconden opnemen van de frase, die u speelt en ze dan afspelen met Loop Playback. Hiermee kunt u solo’s uitvoeren met als achtergrond uw opgenomen frases.
De SL-20 is uitgerust met een MIDI IN aansluiting, waardoor u tempo’s met externe MIDI apparaten kunt synchroniseren.
Het apparaat bevat zes verschillende stereo effecten, waaronder driedimensionaal geluidsveld effecten, die beschikbaar zijn als de SL-20 met stereo Output wordt gebruikt.
Een expressie pedaal (optioneel) kan aangesloten worden en voor hands-free regeling van het Direct Level, Effects Level en andere parameters gebruikt worden.
De TEMPO indicator geeft een duidelijke aanwijzing van het huidige tempo, zelfs op schaars verlichte podia.
Copyright © 2008 BOSS CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION op enigerlei wijze worden gereproduceerd.

Inhoud

Belangrijkste functies ...............1
Paneelbeschrijvingen................3
Voorpaneel ..........................................3
Achterpaneel........................................ 5
Batterijen installeren ................6
Aansluitingen maken ...............7
Mono Input aansluiting......................... 8
Stereo Input aansluiting....................... 9
De SL-20 bedienen .................10
Basis bediening .................................10
Paneel bediening............................... 11
Het tempo instellen ........................11
Het Slice patroon veranderen .......11
De Attack en Duty aanpassen.......11
Het Effect Level aanpassen............11
Het Direct Level aanpassen...........11
De Output modus veranderen......11
De Pedaal modus veranderen.......11
Het TAP pedaal gebruiken om het Slice
patroon aan te sturen......................... 12
Het tempo met het TAP pedaal
instellen.............................................. 12
Opname/Loop afspelen .....................13
Regeling met een expressie pedaal ..15
De functie van het expressie
pedaal instellen .............................. 15
De tempo responsetijd instellen als Slice
patronen worden veranderd .............. 16
De Output modus instellen ................17
Uitvoeringen met externe MIDI
apparaten synchroniseren ................. 18
De Retrigger modus instellen ...... 19
Instellingen naar de fabrieksinstellingen
terugzetten ............................ 20
Problemen oplossen .............. 21
Memo instelling ..................... 22
Belangrijke specificaties......... 24
MEMO ................................... 25
Afdruk afspraken en iconen in deze handleiding
Verwijst naar informatie, waar u zich bewust van moet zijn als u de
SL-20 bedient.
Verwijst naar aanvullende informatie over een functie.
Verwijst naar informatie over een gemakkelijke functie.
, (p.**)
2
Verwijst naar een referentie pagina.

Paneelbeschrijvingen

Voorpaneel

BANK knop
Draai om de Slice patroon variatie te veranderen.
DIRECT LEVEL knop
Past het volume van de directe klank aan als het effect aan staat. Het volume van de directe klank gaat omhoog, wan­nneer de knop naar rechts wordt gedraaid.
EFFECT LEVEL knop
Past het volume van de effect klank aan. Het volume van de effect klank gaat omhoog, wan­neer de knop naar rechts wordt gedraaid.
OUTPUT MODE knop
Deze verandert de Output modus.
* U kunt de Output modus alleen instellen, wanneer de SL-20 naar stereo is omgeschakeld. MONO
Output wordt geselecteerd, wanneer de SL-20 op mono wordt aangesloten.
PATTERN knop
Draai om het Slice patroon te veranderen.
* Het Slice patroon
bestaat uit één maat.
ATTACK knop
Past het volume van de Slice patroon’s Attack aan. Het volume van de Attack wordt verhoogd als de knop naar rechts wordt gedraaid.
TEMPO indicator
Deze knippert synchroon met het tempo. De indica­tor knippert rood op de eerste slag van het Slice patroon en groen op de tweede, derde en vierde slag.
TEMPO knop
Deze stelt het tempo in. Draai de knop naar rechts om het tempo te verhogen en naar links om het tempo te verlagen. U kunt het tempo exact aanpassen door langzaam aan de knop te draaien.
* U kunt het tempo op de SL-20 niet instellen,
zolang MIDI Clock wordt ontvangen.
PEDAL MODE knop
Dit stelt de werking van de START/STOP pedaal in, wanneer deze wordt ingedrukt.
LATCH:
Door de START/STOP pedaal in te drukken, wordt het effect aan/uit gezet.
* Als het effect wordt uitgezet, gaat het effect
daadwerkelijk uit, zodra het pedaal wordt losgelaten.
MOMENTARY:
de START/STOP pedaal wordt ingedrukt. Als het pedaal wordt losgelaten, wordt het effect uitgezet.
DUTY knop
Past de lengte van de Slice patroon klank aan. De klank speelt langer, naarmate de knop verder naar rechts wordt gedraaid.
Het effect staat alleen aan zolang
OUTPUT MODE List
OUTPUT MODE
MONO
STEREO FIXED
RANDOM
PING-PONG
AUTO
(3D Cross)
(3D Panner)
Uit de OUTPUT R/MONO plug en de L plug komt hetzelfde signaal.
De Output heeft vaste linker en rechter posities.
De Output wisselt willekeurig tussen links, rechts en midden af.
De Output wisselt tussen het linker en rechter kanaal.
De plaats van het geluid schuift geleidelijk heen en weer tussen het linker en rechter kanaal.
De plaats van het geluid beweegt, zowel naar voren en naar achteren als naar links en naar rechts.
Dit produceert een ronddraaiend, driedimensionale klank.
Functie
3
Paneelbeschrijvingen
POWER indicator
Deze indicator laat zien of het stroom aan of uit staat en functioneert ook als een batterij indicator.
* Wanneer de indicator minder fel wordt of niet meer oplicht,
zijn de batterijen op. Als dit gebeurt, dient u nieuwe batterijen te installeren. Voor de instructies hoe u de batterijen vervangt, wordt u verwezen naar ‘Batterijen installeren’ (p.6).
* Het apparaat gaat aan, zodra een stekker in de INPUT R/
MONO plug wordt gestoken en gaat uit als deze eruit wordt gehaald.
START/STOP Indicator
Deze licht op, wanneer het effect aan staat.
REC Indicator
Deze knippert als de SL-20 tijdens opname in stand-by staat en brandt tijdens opname constant.
PLAY Indicator
Deze licht op tijdens Loop afspelen van frases.
TAP indicator
Deze licht op, zodra het TAP pedaal wordt ingedrukt.
START/STOP pedaal
Deze zet het effect afwisselend aan en uit iedere keer, dat het pedaal wordt ingedrukt. Het Slice patroon speelt als het effect aan staat. Wanneer het pedaal wordt ingedrukt en lan­ger dan twee seconden wordt vastgehouden, gaat de SL-20 in opname stand-by staan. Na het opnemen, verandert de SL-20 naar Loop afspelen.
‘Opname/Loop Afspelen’ (p.13)
* Wanneer effecten worden uitgezet, gaat het
effect uit, zodra de pedaal wordt losgelaten.
* Wanneer effecten uit staan, wordt het geluid,
dat bij de INPUT plug binnenkomt, onveranderd doorgegeven.
TAP pedaal
U kunt het tempo instellen door deze met dit pedaal in te tikken. U kunt naar het begin van het Slice patroon teruggaan door op het TAP pedaal te drukken, terwijl de TAP indicator uit staat. Als deze tij­dens het afspelen van een Slice patroon of frase wordt ingedrukt, gaat de SL-20 naar het begin van het Slice patroon of de frase terug en begint van daar af te spelen.
* U kunt op de SL-20 het tempo niet instellen,
terwijl MIDI Clock wordt ontvangen.
‘Het TAP pedaal gebruiken om het Slice
patroon aan te sturen’ (p.12)
‘Het tempo instellen met het TAP pedaal’
(p.12)
‘Opname/Loop afspelen’ (p.13)
4

Achterpaneel

Paneelbeschrijvingen
INPUT pluggen (INPUT R/MONO, L)
Deze ingang pluggen worden gebruikt om elektrische gitaren, basgitaren, andere instru­menten en effectprocessors aan te sluiten. Wanneer u de SL-20 mono gebruikt, dient u alleen te verbinden met de R/MONO plug.
‘Aansluitigen maken’ (p.7)
* De INPUT R/MONO plug fungeert ook als
stroomschakelaar. Het apparaat gaat aan, zodra een stekker in de INPUT R/MONO aansluiting wordt gestoken, en gaat uit, zodra deze eruit wordt gehaald. Haal alle verbindingsstekkers uit het apparaat als het niet in gebruik is.
MIDI IN aansluiting
Deze aansluiting ontvangt de MIDI Clock vanaf een aangesloten extern apparaat om de tempo’s van het apparaat te synchroniseren.
‘Uitvoeringen met externe MIDI apparaten
synchroniseren’ (p.18)
EXP pedaal plug
Sluit een optioneel expressie pedaal (zoals de Roland EV-5; optioneel) op deze plug aan. Zodra dit pedaal aan­gesloten is, kan deze gebruikt worden om het Direct Level en het Effect Level in Realtime te besturen.
* Gebruik alleen een gespecificeerd expressie pedaal (zoals de
Roland EV-5; optioneel). Door een ander expressie pedaal aan te sluiten, riskeert u storing en/of schade aan het apparaat.
‘Besturingsfuncties met een expressie pedaal’ (p.15)
DC IN (Adapter) aansluiting
Deze plug is voor het aansluiten van een adapter (BOSS PSA serie; optioneel). Het gebruik van een adapter maakt lange uitvoeringen mogelijk, zon­der dat u over het leeg raken van de batterijen zorgen hoeft te maken.
* Als u een adapter gebruikt, gebruik
dan alleen een gespecificeerd type (PS serie; optioneel). Wanneer u een andere adapter gebruikt, kan dit storing of schade veroorzaken aan het apparaat.
OUTPUT pluggen (OUTPUT R/MONO, L)
Gebruik deze pluggen om de SL-20 met een gitaar ver­sterker, een keyboard versterker of met een effect­processor, mixer, multi-track recorder of vergelijkbaar apparaat te verbinden. Als u zowel op de R/MONO als de L pluggen aansluit, kunt u verschillende stereo effecten produceren. Wan­neer u de SL-20 mono gebruikt, dient u alleen op de R/ MONO plug aan te sluiten.
‘OUTPUT MODE knop’ (p.3) ‘Aansluitingen maken’ (p.7) ‘De Output modus instellen’ (p.17)
5

Batterijen installeren

Plaats de batterijen, zoals hieronder aangegeven, en zorg ervoor, dat ze volgens polariteit geplaatst zijn.
fig.010
• Wanneer u het apparaat op zijn kop zet, plaats dan een stapel kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan allebei de kanten om schade aan de knoppen en schakelaars te voorkomen. U dient het apparaat ook zo te plaatsen, dat geen knoppen of schakelaars beschadigd raken.
• Als u het apparaat op zijn kop zet, dient u voorzichtig met het apparaat om te gaan, zodat u het niet laat vallen en het ook niet om kan vallen.
• Zorg ervoor, dat de ‘+’ en ‘–’ kanten van de batterijen naar de juiste kant wijzen.
• Er zijn batterijen bij het apparaat meegeleverd. Deze kunnen echter snel opraken, omdat het test batterijen zijn.
• Als de batterijen bijna op zijn, wordt de POWER indicator minder fel. Als dit gebeurt, dient u nieuwe batterijen te installeren.
• Wanneer u de batterijen vervangt, dient u zes AA batterijen te gebruiken.
• Gebruik geen nieuwe en oude batterijen door elkaar. Gebruik ook geen verschillende typen batterijen tegelijkertijd. Dit kan namelijk tot het lekken van vloeistof leiden, waardoor het apparaat beschadigd kan raken.
• De levensduur van batterijen kan verschillen, afhankelijk van de soort batterij.
Bij voortdurend gebruik gaan alkaline batterijen ongeveer 18 uur mee en gewone batterijen ongeveer 7 uur. (Dit kan, afhankelijk van de gebruikscondities, afwijken.)
6

Aansluitingen maken

• Als u een adapter gebruikt, dient u ervoor te zorgen, dat u alleen het gespecificeerde type (PSA-serie; optioneel) gebruikt. Een andere adapter kan storing of schade veroorzaken.
• Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparaten te voorkomen, dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom naar alle apparaten uit te zetten, voordat u de aansluitingen maakt.
• Er kan ruis ontstaan als draadloze communicatieapparaten, zoals mobiele telefoons, in de nabijheid van dit apparaat gebruikt worden. Ruis kan zich voordoen, wanneer u belt of gebeld wordt of als u aan het praten bent. Als u dit soort problemen ervaart, dient u zulke draadloze apparaten te verplaatsen, zodat ze op een grotere afstand van dit apparaat staan of u dient ze uit te zetten.
• Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Als verbindingskabels met weerstanden worden gebruikt, kan het geluidsniveau buitengewoon laag zijn of het geluid is zelfs onhoorbaar. Voor informatie over de kabelspecificaties, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de kabel.
• De INPUT R/MONO-aansluiting functioneert ook als een stroomschakelaar. Wanneer u een stekker in de INPUT R/MONO-aansluiting steekt, wordt daarmee het apparaat aangezet. Het apparaat wordt uitgezet als de jack eruit wordt gehaald. Zorg ervoor, dat de jack uit de aansluiting wordt gehaald als de SL-20 niet gebruikt wordt.
• Wanneer er batterijen in het apparaat zitten, terwijl een adapter wordt gebruikt, gaat de normale besturing door als de stroomtoevoer wordt onderbroken (bijvoorbeeld door een stroomstoring of een losse kabel).
• Zodra de verbindingen zijn gemaakt, dient u de stroom van de verschillende apparaten in de aangegeven volgorde aan te zetten. Wanneer u de stroom in de verkeerde volgorde aan zet, kan dit storing of schade aan de luidsprekers of andere apparaten veroorzaken.
• Wanneer u de stroom aan zet: Zet de stroom van de gitaarversterker
• Wanneer u de stroom uit zet: Zet de stroom van de gitaarversterker
• Zorg er altijd voor, dat het volume niveau laag staat, wanneer u de stroom aan zet. Zelfs met het volume helemaal laag, kunt u wat geluid horen als u de stroom aan zet. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
• Als het apparaat alleen batterijstroom gebruikt, wordt de POWER-indicator minder fel, wanneer de batterijen leeg raken. Vervang de batterijen dan zo snel mogelijk.
Dit apparaat is voorzien van een beveiligingscircuit. Er is een korte pauze (een paar seconden) na het aanzetten nodig, voordat het apparaat normaal functioneert.
als laatste
als eerste
aan.
uit.
7
Aansluitingen maken
Mono Input-aansluiting
Gitaar of bas
fig.020
Gitaar
(bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
Dit werkt goed in combinatie met vervormings- en modulatie-effectprocessors.
Keyboard
fig.030
Adapter PSA-serie (optioneel)
Adapter PSA-serie (optioneel)
MTR MengtafelKeyboard
8
Stereo Input-aansluiting
Gitaar of bas
fig.060
Aansluitingen maken
Adapter PSA-serie (optioneel)
Keyboard
fig.070
Effectapparaat
Gitaar
(Bas)
Gitaarversterker
(Basversterker)
Adapter PSA-serie (optioneel)
MTR MengtafelKeyboard
9
Loading...
+ 19 hidden pages