¥ Vervang geen onderdelen van het toestel (behalve
wanneer hierover in dit handboek specifieke
instructies zijn opgenomen) of probeer het niet te
herstellen. Laat elk onderhoud uitvoeren door uw
leverancier, het dichtstbij gelegen Roland Service
Center, of een erkende Roland verdeler, die op de
ÒinformatieÓpagina zijn opgegeven.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het
symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het
symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.
Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die
nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening
in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool
hier links betekent dat het toestel nooit mag worden
gedemonteerd.
Het
●
moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan
wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links
betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden
uitgetrokken.
¥ Gebruik uitsluitend de gespecifieerde AC-adaptor.
Zorg er voor dat de netspanning bij de installatie
overeenstemt met de inkomende spanning die op
de AC-adaptor is aangeduid. Andere AC-adaptors
gebruiken mogelijk een andere polariteit of zijn
ontworpen voor een andere spanning; hun
gebruik kan leiden tot schade, foutieve werking of
elektrische schok.
¥ Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet
overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen
zware voorwerpen op, enz. Een beschadigd snoer
vormt een risico op schokken of brand. Een beschadigd snoer nooit meer gebruiken.
¥ Dit toestel kan, alleen of in combinatie met een
versterker, een hoofdtelefoon of luidsprekers,
geluids-niveausvoortbrengen die permanent
gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet
gedurende een langere periode aan een hoog
geluidsniveau of op een oncomfortabel niveau.
Indien u gehoorverlies of fluiten van de oren
gewaar wordt, dient u onmiddellijk het gebruik
van dit toestel te stoppen en een gehoorspecialist
te raadplegen.
¥ ¥Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang, en vraag om een onderhoudsbeurt bij uw leverancier, Roland Center of
erkende Roland verdeler, zoals vermeld op de
ÒinformatieÓpagina wanneer:
¥ De AC-adaptor, het stroomsnoer, of de fiche
beschadigd zijn; of er
¥ Voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
gevallen of gelopen; of wanneer
¥ Het toestel aan regen werd blootgesteld (of op een
¥ Probeer het stroomsnoer van het toestel niet aan
een onredelijk aantal andere toestellen te
koppelen. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren -de totale stroom die wordt verbruikt
door alle toestellen die aan de verlengsnoeruitgang is gekoppeld, mag het stroomvermogen (watt/amp•re) van het verlengsnoer niet
overschrijden. Overdreven belasting kan het
opwarmen en het doorbranden van de isolatie van
het snoer veroorzaken.
Roland Service Center, of een erkende Roland
verdeler, vermeld op de ÒInformatieÓ pagina, te
raadplegen vooraleer u het toestel in het
buitenland gebruikt.
De stroom aanzetten.............................................................................14
De stroom uitzetten................................................................................................................................. 14
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ...........................15
De demo-song beluisteren...................................................................17
De pads gebruiken om klanken te spelen ..........................................19
Verschillende klanken spelen (de pad-bank omwisselen)............................................................. 19
Een roll spelen.......................................................................................................................................... 21
Het tempo aanpassen ...................................................................................................................48
De DPP-functie gebruiken om patronen te spelen................................................................... 48
Een patroon aan een pad toewijzen............................................................................................ 49
Quick Search gebruiken om een pad te selecteren...................................................................49
Een fill-in toevoegen (Realtime Pattern Change) .....................................................................50
Een song spelen ....................................................................................................................................... 51
Vanaf het midden van een song spelen ..................................................................................... 52
Opeenvolgende playback van meerdere songs (Song Chain)................................................52
Hoofdstuk 3. Een patroon opnemen ...................................................53
Een patroon opnemen in realtime ....................................................................................................... 53
Een patroon opnemen in step recording ............................................................................................ 54
De instellingen van de metronoom veranderen................................................................................ 56
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken...................................................57
Een enkele noot wissen.......................................................................................................................... 57
Een enkele noot toevoegen.................................................................................................................... 57
5
Het volume van een enkele noot aanpassen ...................................................................................... 57
Een instrument vervangen..................................................................................................................... 58
Een drum-kit vervangen......................................................................................................................... 59
Een ÒSwingÓ-sfeer aan een patroon toevoegen (Swing).................................................................. 59
Het tempo veranderen waarin een instrument klinkt (Timing Shift) .......................................... 60
De originele /fill-in/variatiepatronen bepalen ..................................................................................61
Een patroon benoemen........................................................................................................................... 61
Een patroon verwijderen........................................................................................................................ 62
Een patroon copi‘ren .............................................................................................................................. 62
Hoofdstuk 5. Een song opnemen........................................................63
Hoofdstuk 6. Een song bewerken .......................................................65
Vermijden dat de drum-kit wordt veranderd.................................................................................... 65
Een song benoemen ................................................................................................................................65
Het tempo van de song bepalen (Initial Tempo) .............................................................................. 66
Een ongewenst patroon verwijderen................................................................................................... 66
Een patroon in een song invoegen ....................................................................................................... 67
Een song verwijderen ............................................................................................................................. 67
Een song copi‘ren.................................................................................................................................... 68
Hoofdstuk 7. De voetschakelaar gebruiken .......................................69
Een voetschakelaar gebruiken om playback te starten/stoppen .................................................... 69
De voetschakelaar gebruiken om een fill-in in te voegen............................................................... 69
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken......................................71
Een drum-kit selecteren om van te vertrekken.................................................................................. 71
De instellingen van een instrument wijzigen ...................................................................................71
Een instrument selecteren en het aan een pad toewijzen (Instrument Assign) ................... 71
Het volume aanpassen (Level)....................................................................................................72
De toonhoogte aanpassen (Pitch) ............................................................................................... 72
De decay langer of korter maken (Decay) ................................................................................. 73
De plaats van de slag aanpassen (Nuance) ...............................................................................73
De stereo-positie instellen (Pan) ................................................................................................. 74
Wat isMIDI? .............................................................................................................................................85
Beschikt over 255 verschillende hoogkwalitatieve klanken
van ritme-instrumenten en voldoet zo aan de eisen van een
brede waaier van muziekstijlen, van rock en jazz tot Latin en
rap.
128 verschillende drum-kits
Een drum-kit bestaat uit 55 klanken die uit de 255
beschikbare klanken geselecteerd werden. De DR-770
beschikt over 64 vooringestelde drum-kits, en maakt de
creatie van 64 user drum-kits mogelijk.
Door elke klank van een user drum-kit te bewerken, kan men
in totaal 3.520 originele klanken cre‘ren (55 klanken x 64
drum-kits).
pagina 71)
Snelheidsgevoelige pads
De DR-770 beschikt over snelheidsgevoelige pads, zodat de
klankkleur en het volume vari‘ren in functie van de kracht
waarmee men de pads aanslaat. Daarenboven kan men met
de aftertouch-gevoeligheid realistische wijzigingen aanbrengen in het volume van een roll door druk uit te oefenen
op een pad nadat men deze heeft aangeslagen.
Creatie van 100 songs
Er kunnen 100 songs gecre‘erd worden, waarbij elke song uit
ritmepatronen bestaat die in de gewenste volgorde worden
gezet. Elke song kan uit 250 patterns samengesteld zijn en
alle songs kunnen gebruik maken van 10.000 patronen.
Wanneer men de Song Chain-functie gebruikt, kan men
achtereenvolgens 100 songs afspelen.
Gemakkelijke effectinstellingen
door de Ambience-functie
Naast de ingebouwde reverb/flanger/chorus-effecten, is de
DR-770 voorzien van een Ambience-functie waardoor deze
drie effecten eenvoudig kunnen worden gestuurd. Wanneer
men deze functie gebruikt, kan men gemakkelijk een
combinatie van effectinstellingen maken om de gewenste
akoestische sfeer te cre‘ren, zoals het spelen in een
concertzaal of een club.
Individuele uitgangen
pagina 63)
pagina 52)
pagina 48)
Pad Bank Layering
Men kan de pad-banks A/B omwisselen zodat twee
verschillende klanken door eenzelfde pad gespeeld worden.
Daarenboven kan men met de Pad Bank Layer-functie de
banks A en B in lagen zetten, zodat klanken kunnen
omgewisseld of in lagen gezet worden door het verschil in
kracht waarmee men een pad aanslaat. Deze eigenschap kan
op verschillende interessante manieren worden gebruikt.
pagina 46)
400 verschillende
ritmepatronen creëren
Naast de 400 vooringestelde ritmepatronen kan men 400
eigen originele ritmepatronen cre‘ren
pagina 53)
DPP en Quick Search
De DR-770 beschikt over handige functies om ritmepatronen
te spelen. Met ÒDPPÓ (Direct Pattern Play) kan men een
volledig ritmepatroon spelen door eenvoudigweg een pad
aan te slaan.
Met Quick Search kan men snel ritmepatronen van een
bepaalde categorie -zoals rock en jazz- vinden en spelen.
pagina 49)
pagina 48)
Naast de conventionele uitgangsjacks, is de DR-770 voorzien
van individuele uitgangsjacks, die de klank zonder effect
uitsturen. Wanneer men deze jacks gebruikt, kan men een
extern effect uitsluitend op een bepaalde klank toepassen of
klanken op een meer verfijnde manier mixen.
pagina 82)
Sturen van de voetschakelaar
Men kan een voetschakelaar aansluiten op de jack van de
voetschakelaar om de playback te starten of stoppen zonder
de handen te moeten gebruiken. Daarenboven kan men een
afzonderlijk verkrijgbare PCS-31 verbindingskabel gebruiken
om twee voetschakelaars aan te sluiten. EŽn voetschakelaar
kan worden gebruikt om het afspelen te starten of te stoppen
en de andere kan worden gebruikt om een fill-in, enz. te
spelen.
pagina 69)
MIDI-connectoren
De DR-770 is voorzien van MIDI IN/OUT-connectoren,
waardoor het toestel met een externe sequencer kan worden
gesynchroniseerd of waardoor de gegevens van de DR-770
bewaard kunnen worden door ze naar een sequencer te
sturen.
pagina 85)
Realtime Pattern Change
Met Realtime Pattern Change kan men snel overgaan naar
een fill-in patroon of een variatiepatroon door eenvoudigweg
op een knop te drukken terwijl een ritmepatroon wordt
afgespeeld.
8
pagina 50)
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Gelieve naast “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op
pagina 2-3, het volgende te lezen en in acht te nemen:
Stroomtoevoer
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde
stroomcircuit van eender welk toestel dat lijnruis
genereert (zoals een elektrische motor of een variabel
verlichtingssysteem).
¥ Na een lange periode van voortdurend gebruik zal de
AC-adaptor warmte voortbrengen. Dit is normaal en
mag geen aanleiding geven tot ongerustheid.
¥ Zet de stroom van alle apparaten uit vooraleer dit toestel
aan andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier
voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadigen
van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur met omvangrijke
stroomtransformatoren) kan ruis veroorzaken. Om dit
probleem op te lossen moet men de richting van het
toestel veranderen of het van de interferentiebron verwijderen.
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-
ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van
zulke ontvangers.
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat
het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet
bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan
het toestel vervormen of ontkleuren.
¥ Om een mogelijke panne te vermijden, mag men het
toestel niet gebruiken in een natte omgeving, zoals een
plaats die blootgesteld is aan regen of vocht.
Onderhoud
¥ Voor alledaags gebruik maakt men het toestel schoon met
een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje
water is bevochtigd. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil wordt een doek gebruikt die in een
zachte, niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het
toestel afdrogen met een zachte, droge doek.
¥ Om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen mogen
nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen van
om het even welke soort worden gebruikt.
Herstellingen en gegevens
¥
Gelieve eraan te denken dat alle gegevens die in het
geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen
gaan als het toestel ter reparatie wordt binnengebracht.
Belangrijke gegevens moeten steeds in een ander MIDIapparaat (bv. een sequencer) worden opgeslagen of
(indien mogelijk) worden opgeschreven. Tijdens herstellingen wordt het nodige gedaan om gegevensverlies te
voorkomen. Nochtans is het in bepaalde gevallen (zoals
wanneer het aan het geheugen gekoppeld circuit zelf
buiten werking is) echter niet mogelijk om de gegevens te
herstellen, en Roland verwerpt elke verantwoordelijkheid
voor zulk verlies van gegevens.
Backup van het geheugen
¥ Dit toestel bevat een batterij die de geheugencircuits van
het toestel aandrijft terwijl de hoofdstroom is uitgeschakeld. Wanneer de batterij op raakt, zal de onderstaande boodschap op het scherm verschijnen. Om het
verlies van alle gegevens in het geheugen te voorkomen,
moet de batterij zo snel mogelijk door een nieuwe
worden vervangen wanneer u deze boodschap ziet.
Gelieve uw leverancier, het dichtstbij gelegen Roland
Service Center, of een erkende Roland-verdeler, vermeld
op de ÒInformatieÓ pagina te raadplegen om de batterij te
laten vervangen.
ÒBattery Low!Ó
Bijkomende
voorzorgsmaatregelen
¥ Gelieve er aan te denken dat de inhoud van een
geheugen onherroepelijk verloren kan gaan door foutieve
werking, of door het onjuiste gebruik van het toestel. Om
uzelf tegen het verlies van belangrijke gegevens te
beschermen, raden wij aan om regelmatig een back-up
copie op een ander MIDI-apparaat (bv. een sequencer) te
maken van de belangrijke gegevens die in het geheugen
van het toe-stel zijn opgeslagen.
¥ Jammer genoeg is het niet altijd mogelijk om de inhoud
van de gegevens te herstellen die in een ander MIDIapparaat zijn opgeslagen (bv. een sequencer) eens ze
verloren zijn gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor zulk verlies van gegevens.
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de aansluitingen van het
toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behandeling kan een foutieve werking tot gevolg hebben.
¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefen-
en.
¥ Bij het aansluiten of losmaken van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier vermijdt men kortsluiting en
beschadiging van de interne elementen van de kabel.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
zodat u zich geen zorgen moet maken over degenen die u
omringen (vooral Ôs avonds laat).
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
(28)Stroomschakelaar
(29)AC Adaptor-jack
(30)MIDI-connector (In/Out)
(31)Jack van de hoofdtelefoon
(32)Jack van de pedaalschakelaar
(33)Individuele jack
(34)Output-jack (L/R(mono))
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
RL(MONO
MADE IN JAPAN
)
)(33)
34
10
Beschrijving van het paneel
fig.00-03a
SNEL STARTEN
Afspraken in dit handboek
Om dit handboek zo duidelijk mogelijk te maken,
worden volgende afspraken gehanteerd:
De DR-770 is niet voorzien van een versterker of van luidsprekers. Om klanken voort te
brengen, moet men over een versterker of audio-systeem beschikken of een stereohoofdtelefoon gebruiken.
OPMERKING
NOTE
1.
OPMERKING
NOTE
fig.01-01a
De audiokabels, MIDI-kabels, de stereohoofdtelefoon en de voetschakelaars zijn niet inbegrepen,
U kan ze afzonderlijk bij uw verdeler aankopen.
Gelieve het volgende te controleren vooraleer u aansluitingen maakt.
- Werd de volumesturing van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de
minimumstand gezet?
- Werd de stroom van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem uitgezet?
-
-
Om slecht functioneren en/of beschadiging van de luidsprekers of andere toestellen te
voorkomen, moet men het volume van alle toestellen in de minimumstand zetten en de stroom
uitzetten vooraleer men aansluitingen maakt.
Stereo headphones
(RH-20/80/120 etc.)
12
To AC power outlet
(BRC series)
POWERAC IN 14V
AC adaptor
ON
OFF
USE BOSS BRC
ADAPTOR ONLY
700mA
Audio set
OUTIN
MIDI
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
Audio cable
Monitor speaker
(BOSS MA-12 etc.)
RL(MONO
MADE IN JAPAN
)
2.
3.
OPMERKING
NOTE
MEMO
Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de DR-770 en prik deze in
een AC-uitgang.
Sluit uw versterker of audiosysteem aan zoals aangegeven in het
diagram.
U kan eveneens een stereo-hoofdtelefoon aansluiten.
Om van alle mogelijkheden van de DR-770 gebruik te maken, is het aan te raden dat u het
toestel in stereo speelt.
Indien u het toestel in MONO wil gebruiken, moet u aansluitingen maken naar de
OUTPUT L (MONO) jack.
Zie pg. 85 voor details over de MIDI-connectoraansluitingen.
Zie pg. 69 voor details over de PEDAL SW jack-aansluitingen.
Zie pg. 82 voor details over de individuele jack-aansluitingen.
Quick Start
13
DE STROOM AANZETTEN
Wanneer alle aansluitingen zijn gemaakt, moet u de verschillende apparaten in de
gegeven volgorde aanzetten. Indien u de apparaten in een andere volgorde aanzet, is
het mogelijk dat de luidsprekers en andere apparaten fout zullen functioneren en/of
beschadigd worden.
1.
2.
fig.01-02a
3.
4.
fig.01-03a
Controleer volgende punten vooraleer de stroom aan te zetten.
- Werden de aansluitingen met de externe toestellen juist gemaakt?
- Werd het volume van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de
minimumstand gezet?
Zet de POWER-schakelaar aan die zich op het achterpaneel van de DR770 bevindt.
POWERAC IN 14V
700mA
ON
OFF
USE BOSS BRC
ADAPTOR ONLY
MIDI
OUTIN
On
Off
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
RL(MONO
MADE IN JAPAN
)
Zet de stroom van uw versterkingssysteem aan.
Draai aan de [VOLUME]-schijf terwijl u de pads aanslaat om het
volume van de DR-770 aan te passen.
Regel het volume van het aangesloten versterkingssysteem tot op een aangepast niveau.
OPMERKING
NOTE
Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat de stroom is aangezet, volgt er een
korte tijdspanne (enkele seconden) vooraleer het toestel normaal zal werken.
De stroom uitzetten
1.
2.
3.
14
Controleer volgende punten vooraleer de stroom uit te zetten.
- Staat de volume-schijf van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de
minimumstand?
Zet de stroom van het versterkingssyteem uit.
Zet de stroom van de DR-770 uit.
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
Indien u de instellingen van de DR-770 na aankoop hebt gewijzigd, is het mogelijk dat
het toestel niet exact hetzelfde functioneert zoals beschreven in dit handboek ÒSnel
StartenÓ. Wanneer dit het geval is, moet u de volgende Factory Reset-procedure
uitvoeren om de fabrieksinstellingen te herstellen vooraleer u het Snel Starten-handboek
leest.
OPMERKING
NOTE
fig.01-04a
Wanneer u de Factory Reset uitvoert, zullen alle gegevens in het geheugen herleid worden tot de
fabrieksinstellingen. Indien het geheugen belangrijke gegevens bevat die u wenst te behouden,
moet u de bulk dump-procedure (p. 89) uitvoeren om de gegevens op een extern MIDI-toestel te
bewaren (sequencer of een gelijkaardig toestel) vooraleer een Factory Reset uit te voeren.
33
PAD BANKFUNCMODE
1
2
Quick Start
1.
fig.01-05a
2.
fig.01-06a
3.
4,5
Druk op de [UTILITY]-knop zodat “UTILITY” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [] [] om “9 F.RST” te selecteren.
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Gebruik [DEC] [INC] om [VALUE] om “ALL” te selecteren.
15
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
4.
fig.01-07a
5.
MEMO
Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd wordt om het uitvoeren van de
Factory Reset te bevestigen.
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Indien u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt u op [STOP/EXIT].
Druk opnieuw [ENTER].
In de display verschijnt ÒDoneÓ wat aangeeft dat de factory Reset voltooid is.
Het is eveneens mogelijk om slechts een gedeelte van de gegevens naar de
fabrieksinstellingen te herleiden.
Zie Òherstellen van de fabrieksinstellingenÓ (p. 91).
16
De demo-song beluisteren
De DR-770 bevat een demo-song waarin de functionaliteit van het toestel wordt
gebruikt. Hierna wordt beschreven hoe u de demo-song kan beluisteren.
fig.01-08a
22
PAD BANKFUNCMODE
1
1.
fig.01-09a
2.
OPMERKING
NOTE
fig.01-10a
4
34
Druk op [SONG/PTN] zodat “SONG” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
PAD BANKFUNCMODE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
AB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] zodat “– – –” in de display verschijnt.
De demo-song staat voor song nummer 1.
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Quick Start
Demo song name
Song number
17
De demo-song beluisteren
3.
Druk op [START] om de playback te beginnen.
Het ÒDEMOÓ-commando flikkert tijdens de playback.
Song-titel: Doctor’s PartyMuziek door Naoki Matsuura
4.
Druk op [STOP/EXIT] om de playback te beëindigen.
Indien u opnieuw op [START] drukt, zal de playback hervat worden vanaf het punt
waar hij is gestopt. (Dit wordt Continue Play genoemd).
Houd [RESET] ingedrukt en druk op [START] om de playback te starten vanaf het
begin van de song.
Profiel van de componist
Naoki Matsuura (GigBag)
GIGBAG vertrok in 1982 vanuit Japan naar de Verenigde Staten en begon zijn
professionele activiteiten terwijl hij nog aan het Berklee College of Music studeerde. Hij
werd populair als bassist in Boston, Europa en Azi‘.
Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatig gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden
dan eigen, persoonlijk gebruik vormen een inbreuk op de van kracht zijnde wetten.
Er worden geen gegevens van de gespeelde muziek vanuit MIDI OUT verzonden.
18
De pads gebruiken om klanken te spelen
Hieronder wordt beschreven hoe de pads moeten gebruikt worden om de klanken van
de ritme-instrumenten van de DR-770 te spelen.
fig.01-11a
PAD BANKFUNCMODE
1
1.
Wanneer u een pad aanslaat, wordt de instrumentale klank
(instrument) gespeeld die aan deze pad werd toegewezen.
Aangezien de pads snelheidsgevoelig zijn, zal het volume en de toon veranderen in
functie van de kracht waarmee de pad wordt aangeslagen.
Quick Start
Verschillende klanken spelen (De pad-bank omwisselen)
De pad-bank kan omgewisseld worden zodat dezelfde pads verschillende instrumenten
spelen.
pad-bank is een groep van instrumenten die aan 16 pads is toegewezen. Er zijn
MEMO
Een
twee padbanks: A en B.
Zie ÒDrum-kits en pad-banksÓ (p. 41) voor meer details.
fig.01-12a
22
PAD BANKFUNCMODE
1
3
19
De pads gebruiken om klanken te spelen
1.
fig.01-17a
2.
ig.01-13b
3.
fig.01-14a
Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] zodat “1” in de display verschijnt.
Selecteer patroonnummer 1.
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pattern number
Druk op [PAD BANK].
Telkens u op de knop drukt, zal de instelling door A -> B -> AB lopen (zowel A als B),
en de pad-bank zal worden omgewisseld tussen A -->B -->AB (zowel A als B).
Pad Bank A
PAD BANKA
MEMO
Pad Bank B
PAD BANKB
Pad Bank Layer
PAD BANKAB
Wanneer de pad bank veranderd is, zal men andere klanken (instrumenten) horen
wanneer men de pad aanslaat.
Indien zowel A als B in de display verschijnen, zullen beide klanken tegelijkertijd
klinken. (Pad Bank Layer-functie: p. 46)
20
Een roll spelen
Een ÒrollÓ is een uitvoeringstechniek waarin een instrument herhaaldelijk en met gelijke
tussenpozen wordt gespeeld.
fig.01-15a
De pads gebruiken om klanken te spelen
1
PAD BANKFUNCMODE
1.
MEMO
MEMO
Quick Start
Terwijl u [ROLL/FLAM] ingedrukt houdt, moet u een pad blijven
indrukken.
Men kan de afstand van de roll aanpassen.
Zie Òde instellingen van de roll wijzigenÓ (p. 47).
Men kan instellingen maken zodat er een flam wordt gespeeld wanneer men op
[ROLL/FLAM] drukt.
Zie Òde instellingen van de roll wijzigenÓ (p. 47).
21
Patronen spelen
De DR-770 bevat 400 vooringestelde patronen en 400 gebruikerspatronen (userpatronen). Gebruik de volgende procedure om patronen af te spelen en te beluisteren.
MEMO
Op de DR-770 is een patroon een gedeelte van ritmegegevens dat 1, 2 of 3 maten lang
kan zijn.
Een patroon selecteren en spelen
fig.01-16a
2,32,3
PAD BANKFUNCMODE
1
4
1.
fig.01-17a
2.
fig.01-18a
34
Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het patroon (1–400) te selecteren
dat u wenst te spelen.
Nummers 1Ð400 zijn vooringestelde patronen; nummers 401Ð800 zijn user-patronen.
Beat
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Pattern name
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
INSERT
COPY
DELETE
MIDI
PAD BANKFUNCMODEAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pattern number
22
Patronen spelen
3.
fig.01-19a
4.
Druk op [START] om het geselecteerde patroon af te spelen.
Het lampje van Tempo-indicator flikkert op elke slag, en de slagteller verandert terwijl
het patroon speelt.
Terwijl een patroon speelt, kan u [DEC] [INC] of [VALUE] gebruiken om ÒNEXT PTNÓ
in de display te laten verschijnen. Nu kan u het patroon selecteren dat hierna moet
worden gespeeld.
Wanneer het huidige patroon stopt, zal het geselecteerde patroon beginnen te spelen.
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Pattern number to be played next
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Druk op [STOP/EXIT] om de playback te stoppen.
Wanneer u opnieuw op [START] drukt, zal de playback hernomen worden vanaf het
punt waar hij gestopt was. (Dit noemt men Continue Play.)
Indien u op [RESET] drukt en daarna op [START] drukt, zal de playback starten vanaf
het begin van het patroon.
Quick Start
Het tempo aanpassen
Hierna wordt beschreven hoe het tempo waarin het patroon speelt, moet worden
aangepast.
fig.01-20a
221,3
PAD BANKFUNCMODE
1.
fig.01-21a
Druk op [TEMPO] zodat “TEMPO” gaat flikkeren.
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
23
Patronen spelen
2.
3.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het tempo aan te passen.
Het tempo kan aangepast worden binnen een bereik van 20Ð260.
Druk opnieuw op [TEMPO] nadat u het gewenste tempo hebt ingesteld.
ÒTEMPOÓ zal ophouden met flikkeren en overgaan in de gewone display.
Een patroon spelen dat tevoren werd geselecteerd (DPP)
Wanneer men een pad aanslaat, wordt in normale omstandigheden het instrument
gespeeld dat aan deze pad werd toegewezen. Met de DPP (Direct Pattern Play)-functie
kan u echter de pads gebruiken om patronen te spelen die aan elke pad werden
toegewezen.
Door DPP kan u patronen afspelen door gewoonweg de pads in te drukken.
Hierna wordt beschreven hoe u de DPP-functie kan gebruiken om de patronen te
beluisteren die aan de pads werden toegewezen toen de DR-770 de fabriek verliet.
fig.01-22a
1,4
1.
fig.01-23a
PAD BANKFUNCMODE
3
2
Druk op [DPP] zodat “DPP” in de display verschijnt.
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
24
2.
Sla een pad aan en het patroon dat aan deze pad werd toegewezen zal
beginnen spelen.
Het lampje vanTempo flikkert op elke slag en het slagnummer verandert in de loop van
de playback.
In de display verschijnt het nummer en de naam van het patroon dat gespeeld wordt.
fig.01-23b
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
PAD BANKFUNCMODEAB
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Patronen spelen
Pattern name
Pattern number
Indien u tijdens de playback een andere pad indrukt, zal het huidig gespeelde patroon
tot aan het einde verder spelen; daarna zal het patroon beginnen te spelen dat aan de
pad is toegewezen waarop u hebt gedrukt.
3.
Druk op [STOP/EXIT] om de playback te stoppen.
Iniden u de pad opnieuw indrukt, zal het patroon vanaf het begin worden afgespeeld.
4.
Om de DPP (Direct Pattern Play)-functie uit te zetten, moet u op [DPP]
drukken zodat de “DPP”-display verdwijnt.
MEMO
Zie ÒEen patroon aan een pad toewijzenÓ (p. 49) voor meer details.
Snel patronen selecteren (Quick Search)
Door de Quick Search-functie kan u een gewenst patroon zoeken per Categorie (vb., een
muziekstijl zoals rock of jazz).
fig.01-24a
Quick Start
1.
22
PAD BANKFUNCMODE
12
34
Druk op [DPP] terwijl u [ROLL/FLAM] ingedrukt houdt.
25
Patronen spelen
fig.01-25a
De volgende display verschijnt.
PAD BANKFUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
Category
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
AB
2.
3.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de gewenste categorie te
selecteren.
HD ROCK
ROCK
POP
FNK&BLS
JAZZ
DANCE
LATIN
WORLD..........World
USER 1...........User-patroon401–416
USER 2
USER 3
USER25
Nadat u een categorie heeft geselecteerd, worden de patronen van deze categorie aan de
pads toegewezen (1Ð16).
.......Hard Rock, Heavy Metal
.............Rock
................Pops, 16 beat, 8 beat
......Funk, Blues, Soul
...............Jazz, Fusion
...........Hip-Hop, Techno, enz.
.............Bossa Nova, Samba, enz.
...........User-patroon417–432
...........User-patroon433–448
:::
..........User-patroon785–800
Wanneer u een pad aanslaat, begint het toegewezen patroon te spelen.
OPMERKING
NOTE
4.
5.
26
Het lampje van Tempo flikkert op elke slag, en het slagnummer verandert tijdens de
playback.
Indien u tijdens de playback een andere pad aanslaat, zal het patroon dat aan het laatst
aangeslagen pad werd toegewezen.vanaf de volgende slag beginnen te spelen.
Afhankelijk van de door u gekozen categorie, is het mogelijk dat niet aan alle zestien pads een
patroon werd toegewezen. Wanneer u in dit geval op een pad drukt waaraan geen patroon werd
toegewezen zal Ò- - -Ó gedurende ongeveer 1 seconde in de rechteronderhoek van de display
verschijnen.
Druk op [STOP/EXIT] om de playback te beëindigen.
Wanneer u nogmaals op de pad drukt, zal het patroon vanaf het begin worden
afgespeeld.
Om de Quick Search-functie te verlaten, moet u op [ENTER] drukken.
Patronen spelen
Andere klanken spelen (De drum-kit omwisselen)
Zelfs binnen eenzelfde patroon kan men de sfeer (uitvoering en klank) van dat patroon
veranderen door de instrumenten te veranderen waarmee het patroon is samengesteld.
Hieronder wordt uitgelegd hoe u de drum-kit kan omwisselen terwijl een patroon aan
het spelen is en hoe u hetzelfde patroon kan spelen terwijl u verschillende instrumenten
gebruikt.
MEMO
fig.01-26a
Een Òdrum-kitÓ is een set van 55 instrumenten die werden geselecteerd uit een totaal
van 255 instrumenten waarmee de DR-770 is uitgerust.
Het toestel beschikt over 64 vooringestelde drum-kits. Daarenboven zijn 64 user drumkits voorzien die op het even welke manier kunnen worden gewijzigd.
Zie ÒDrum-kits en pad-banksÓ (p. 41) voor meer details.
22,5
PAD BANKFUNCMODE
4,6
1
Quick Start
1.
fig.01-17a
2.
3.
4.
37
Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om patroonnummer “1” te selecteren.
Indien u dat wenst, kan u een ander patroon selecteren.
Druk op [START] om de playback te starten.
Druk op [DRUM KIT] zodat “DRUM KIT” gaat flikkeren.
27
Patronen spelen
fig.01-27a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
5.
fig.01-28a
6.
7.
MEMO
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om een drum-kitnummer te selecteren.
Selecteer verschillende drum-kits en luister hoe de klank verandert.
Drum kit number
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Drum kit name
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Druk nogmaals op [DRUM KIT] om uit het selectieproces van de drumkit te gaan.
De ÒDRUM KITÓ indicatie zal stoppen met flikkeren en overgaan in de gewone display.
Druk op [STOP/EXIT] om het afspelen van het patroon te beëindigen.
Zie ÒLijst van de vooringestelde drum-kitsÓ (p. 98) voor meer details.
MEMO
Zie Hoofdstuk 8 ÒEen originele drum-kit makenÓ (p. 71) indien u de instelllingen van
de drum-kit wenst te veranderen.
28
Patronen spelen
Effecten gebruiken om de gewenste klank te verkrijgen (Ambience)
Hierna wordt beschreven hoe u de gewenste sfeer kan scheppen door een effect toe te
passen met de Ambience-functie op de playback van een patroon.
MEMO
fig.01-29a
Ambience is een functie die de drie interne effecten (reverb/flanger/equalizer)
zodanig stuurt dat men snel en eenvoudig een effectklank verkrijgt. Door deze functie
kan u effectinstellingen maken voor het gewenste soort akoestische sfeer, zoals Òspelen
in een concertzaalÓ of Òspelen in een clubÓ.
2,52,5
PAD BANKFUNCMODE
1
4,6
Quick Start
1.
fig.01-17a
2.
3.
4.
37
Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om patroonnummer “1” te selecteren.
Indien u dat wenst, kan u een ander patroon selecteren.
Druk op [START] om de playback te beginnen.
Druk op [AMBIENCE].
De volgende display verschijnt.
29
Patronen spelen
fig.01-30a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
INSERT
REAL
COPY
STEP
DELETE
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
Ambience type
PAD BANKFUNCMODE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
AB
5.Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het soort sfeer te selecteren.
Selecteer verschillende soorten ambience en beluister het resultaat.
6.Druk nogmaals op [AMBIENCE] om de functie uit te zetten.
Telkens u op [AMBIENCE] drukt, wordt ambience aan/uitgeschakeld.
7.Druk op [STOP/EXIT] om de playback van het patroon te beëindigen.
MEMO
MEMO
Zie ÒEffectinstellingenÓ (p. 77) voor meer details over het maken van instellingen voor
elk effect (reverb/flanger/equalizer).
Voor het reverb- en flanger-effect kan u voor elk instrument de effectdiepte
afzonderlijk instellen. Zie ÒDe reverb/flanger-diepte aanpassenÓ (p. 80) voor meer
details.
30
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
Met de DR-770 kan u 400 eigen originele patronen cre‘ren.
Hierna wordt beschreven hoe u
patroon op te nemen.
realtime recording
moet gebruiken om een eenvoudig
MEMO
fig.01-31a
fig.01-32a
Realtime recording is een opnamemethode waarbij de pads op de maat van de
metronoom worden aangeslagen om een patroon op te nemen zoals u het speelt.
Een andere methode van opname is step recording, waarbij u de timing van de
individuele noten voor elke klank (instrument) bepaalt.
Zie ÒRitmes makenÓ (p. 42) voor meer details.
Hieronder gaan we het volgende patroon opnemen in patroonnummer 401.
CLOSED HH
SNARE
KICK
3,5,7,93,5,7,9
8,
10
Quick Start
1.
2.
fig.01-33a
PAD BANKFUNCMODE
1
2
11
4,13,
14
Druk op [SONG/PTN] zodat ”PATTERN” in de display verschijnt.
Druk op [REAL/STEP] zodat “REAL” in de display verschijnt.
Realtime recording is nu geselecteerd.
SONG
PATTERN
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
1218
FUNCMODE
INSERT
COPY
DELETEPAD
6
151617
31
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
3.
4.
fig.01-34a
5.
MEMO
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om patroonnummer “401” te
selecteren.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden en ÒQUANTIZEÓ verschijnt in de display.
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Quantize
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om Quantize op “” (8ste noten) in te
stellen.
Quantize
timing die optreden wanneer u de pads aanslaat tijdens de opname. In normale
omstandigheden moet u Quantize instellen op de kleinste nootwaarde die u wenst op
te nemen.
is een functie die instaat voor het verbeteren van onnauwkeurigheden in de
6.
fig.01-34a
7.
8.
9.
Druk op [CURSOR] zodat de slag (“BEAT LENGTH”) gaat
flikkeren.
De slaglengte is het aantal vierde noten in een patroon.
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Quantize
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om dit op “04” in te stellen.
Druk op [DRUM KIT] zodat “DRUM KIT” gaat flikkeren.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om drumkit nummer “8” (Ambient) te
selecteren.
Sla verschillende pads aan om de gewenste klanken te localiseren.
32
10.
11.
Druk op [DRUM KIT].
ÒDRUM KITÓ houdt op met flikkeren en gaat over in de normale display.
Druk op [PAD BANK] zodat in de display alleen “A” verschijnt.
Pad-bank A is nu geselecteerd.
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
12.
13.
14.
15.
fig.01-37a
Druk op [START].
De metronoom begint te klinken en het lampje van tempo zal op de tel gaan branden.
Druk op [REC] zodat het lampje van REC uitdooft.
De metronoom klinkt nog steeds; maar wanneer men de pads aanslaat zullen geen noten
worden opgenomen.
Sla de pads aan op maat van de metronoom om het te
Indien het tempo van de metronoom te snel (traag) is, moet u de volgende procedure
gebruiken om het tempo aan te passen.
1) Druk op [TEMPO] zodat ÒTEMPOÓ gaat flikkeren.
2) Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het tempo aan te passen.
3) Druk nogmaals op [TEMPO] wanneer u het gewenste tempo hebt ingesteld.
Ga verder met de volgende stappen wanneer u klaar bent met beluisteren.
beluisteren .
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat branden.
Sla pad 13 aan om de kick op te nemen.
Sla de pad aan in de volgende maat.
Metronome
sound
Quick Start
MEMO
16.
fig.01-38a
De kick wordt herhaaldelijk verder gespeeld.
De kracht (snelheid) waarmee u de pad aanslaat, wordt eveneens opgenomen.
Sla pad 14 aan om de snare op te nemen.
Sla de pad aan in de volgende maat.
Metronome
sound
De kick en de snare worden herhaaldelijk verder gespeeld.
33
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
17.
fig.01-36a
18.
Sla pad 15 aan om de closed hi-hat op te nemen.
Sla de pad aan in de volgende maat.
Metronome
sound
Alle klanken die u hebt opgenomen worden herhaaldelijk verder gespeeld.
Druk op [STOP/EXIT] om de opname te beëindigen.
De opname opnieuw maken
Beluister het patroon dat u heeft opgenomen. Indien u niet tevreden bent met het
resultaat kan u een nieuwe opname maken.
Opnieuw opnemen van een specifiek instrument
Indien u uitsluitend een specifiek instrument zoals de closed hi-hat opnieuw wil
opnemen, moet u de volgende procedure volgen.
fig.01-38b
PAD BANKFUNCMODE
3
3,4521
34
1.
2.
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat branden.
Druk op [START] om in de record-ready modus te gaan.
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
3.
fig.01-39a
4.
5.
Houd [DELETE] ingedrukt en druk op de pad waaraan het instrument is
toegewezen dat u opnieuw wil opnemen.
De noten van dat instrument worden gewist zolang u op [DELETE] en deze pad blijft
drukken.
hold down
Sla de pad aan om opnieuw op te nemen.
Wanneer de opname voltooid is, moet u op [STOP/EXIT] drukken.
Opnieuw opnemen vanaf het begin
Indien u alle instrumenten opnieuw wil opnemen, moet u de volgende procedure
gebruiken.
(Hierdoor wordt het opgenomen patroon verwijderd.)
fig.01-39b
Quick Start
1.
11
PAD BANKFUNCMODE
2
3
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het patroon te selecteren dat u
opnieuw wil opnemen.
2.
Druk op [DELETE] wanneer de playback stopt. (In de display zal
“DELETE” verschijnen).
In de display verschijnt ÒSure?Ó zodat u kan bevestigen of u het patroon werkelijk wenst
te verwijderen.
35
Een patroon opnemen (Realtime Recording)
fig.01-40a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
PAD BANKFUNCMODEAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
3.
Druk op [ENTER].
Het patroon wordt verwijderd en ÒDoneÓ verschijnt in de display.
Op de DR-770 kan men een song opnemen door de patronen in een bepaalde
afspeelvolgorde te zetten.
Hieronder wordt beschreven hoe u
song op te nemen.
step recording
kan gebruiken om een eenvoudige
MEMO
fig.01-41a
fig.01-42a
Step recording is een methode waarin men de numerieke of andere toetsen gebruikt
om de volgorde aan te geven van de patronen die zullen worden afgespeeld.
Een andere opnamemethode is
in een song opneemt op het moment dat de playback plaatsvindt.
Zie ÒRitmes makenÓ (p. 42) voor meer details.
In onderstaand voorbeeld nemen we de volgende song op in songnummer 1.
001
Part
Pattern
No. 45
005
Pattern
No. 47
002
Pattern
No. 45
006
Pattern
No. 45
realtime
003
Pattern
No. 46
007
Pattern
No. 45
recording, waarbij u de playback van patronen
004
Pattern
No. 47
008
Pattern
No. 48
6,82,6,8
PAD BANKFUNCMODE
Quick Start
1.
fig.01-09a
2.
1
3
2,6,8
546,7,9
Druk op [SONG/PTN] zodat “SONG” in de display verschijnt.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om songnummer “1” te selecteren.
11
37
Een song opnemen (step recording)
fig.01-45a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
PAD BANKFUNCMODEAB
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
3.
fig.01-44a
4.
5.
fig.01-46a
Druk op [REAL/STEP] zodat “STEP” in de display verschijnt.
Hierdoor wordt step recording geselecteerd.
FUNCMODE
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
REAL
STEP
EFFECTS
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat branden.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden en de volgende display verschijnt.
Pattern number to be select
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
6.
MEMO
MEMO
7.
8.
Pattern name
Selecteer het eerste patroon (nummer 45) dat u wenst op te nemen.
Druk op de numerieke toetsen [4] en [5], en druk daarna op [ENTER].
U kan eveneens patronen selecteren door [DEC] [INC] of [VALUE] te gebruiken.
Part (“PART”)
geeft de volgorde van de patronen binnen de song aan. Het begin van
de song is partijnummer 1.
Druk op [ENTER].
Wanneer u op [ENTER] drukt, loopt u verder tot de volgende partij.
Selecteer het patroon dat u daarna wil opnemen.
Gebruik de numerieke toetsen om het nummer te selecteren en druk daarna op
[ENTER].
U kan eveneens [DEC] [INC] [VALUE] gebruiken om het nummer te selecteren.
Om hetzelfde nummer selecteren, moet u naar stap 9 gaan.
38
fig.01-47a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
PAD BANKFUNCMODEAB
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Een song opnemen (step recording)
9.
10.
11.
Druk op [ENTER].
Herhaal stappen 8–9 om alle gewenste patronen te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] wanneer u klaar bent met opnemen.
De opname opnieuw maken
Indien u tijdens de opname het foute patroon hebt geselecteerd, moet u de volgende
procedure volgen om het patroon juist op te nemen.
fig.01-48a
44
PAD BANKFUNCMODE
Quick Start
1.
2.
3.
4
3
2714,5
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat branden.
Druk op [START] om in de record-ready modus te gaan.
Gebruik [RWD] / [FWD] om de partij te selecteren waarin u het foute
patroon hebt opgenomen.
39
Een song opnemen (step recording)
fig.01-49a
Part to be newly record
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
PAD BANKFUNCMODEAB
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
4.
5.
6.
7.
Selecteer het patroon dat u nu wil opnemen.
Gebruik de numerieke toetsen om het nummer te selecteren en druk daarna op
[ENTER].
U kan eveneens [DEC] [INC] [VALUE] gebruiken om het nummer te selecteren.
Druk op [ENTER].
Herhaal stappen 3–5 zoals vereist.
Druk op [STOP/EXIT] om de opname te stoppen.
40
Hoofdstuk 1. Vooraleer u ritmes maakt
In dit hoofdstuk wordt een basisoverzicht van de DR-770 gegeven.
Drum-kits en pad-banks
Drum-kits
Een drum-kit is een set van 55 instrumenten, geselecteerd uit de 255 instrumenten
(instrumentale klanken) waarmee de DR-770 is uitgerust. Aan de 55 instrumenten werd
een nummer tussen 1Ð55 toegewezen (
fig.101-01a
Instrument
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
251
252
253
254
255
pad nummer
)
1 (A01
No.1
)
2 (A02
)
1 (A01
2 (A02
3 (A03
17 (B01
18 (B02
53 (–21
54 (–22
55 (–23
3 (A03
)
)
17 (B0118 (B02
)
)
53 (–2154 (–22
)
55 (–23
)
)
)
))
)))
).
Drum Kit
1 (A01
2 (A02
3 (A03
No.2
17 (B0118 (B02
53 (–2154 (–2255 (–23
Chap.1
No.128
)
)
)
))
)))
Pad-bank
fig.101-02a
- De DR-770 beschikt over 64 vooringestelde drum-kits (nummers 1Ð64), en 64 user
drum-kits, die u naar keuze kan veranderen (nummers 65Ð128).
- U kan de klank (volume, toonhoogte, enz.) bewerken van instrumenten die aan een
user drum-kit zijn toegewezen. Dit betekent dat u deze instrumenten, naast de
ingebouwde instrumenten, als nieuwe instrumenten kan gebruiken.
- Op de DR-770 kan slechts een enkele drum-kit worden gebruikt wanneer men een
patroon maakt. Het is niet mogelijk meerdere drum-kits in ŽŽn enkel patroon te
gebruiken.
- Een patroon zal het nummer van de drum-kit opnemen dat werd gebruikt om dat
patroon te cre‘ren.
Dit betekent dat als u een ander patroon afspeelt, de drum-kit eveneens zal veranderen.
Een pad-bank is een groep van instellingen die een instrument van een drum-kit aan elk
van de zestien pads toewijst. Er zijn twee pad-banks: A en B.
1 (A01
2 (A02
3 (A03
55 (–23
Drum Kit
)
Crash Cymbal
)
Closed Hi-hat
)
Open Hi-hat
)
Maracas
12
56
9
1314
Pad Bank B
12
Pad Bank A
56
34
9
10
78
1314
1112
10
1516
34
78
1112
1516
41
Hoofdstuk 1. Vooraleer u ritmes maakt
Padnummers 1Ð16 van de drum-kit komen overeen met 1Ð16 van pad-bank A, en padnummers 17Ð32 komen overeen met pad 1Ð16 van pad-bank B.
Dit betekent dat men de instrumenten van pad-nummers 1Ð32 kan spelen door de pads
aan te slaan.
OPMERKING
NOTE
Men kan de instrumenten van pad-nummers 33-55 niet spelen door de pads aan te slaan; deze
kunnen echter via MIDI (p. 85) gespeeld worden. Ze kunnen opgenomen worden door middel
van step recording (p. 58).
fig.101-03a
Drum Kit
)
1 (A01
)
2 (A02
)
3 (A03
)
16 (A16
)
17 (B01
)
32 (B16
)
33 (–01
)
54 (–22
)
55 (–23
Ritmes maken
Volgende twee stappen zijn in het algemeen noodzakelijk om ritmepatronen te cre‘ren
voor een song op de DR-770.
Instrument of
Pad number 1–16
Instrument of
Pad number 17–32
Instrument of
Pad number 33–55
Pad Bank A
12
56
9
1314
Pad Bank A
12
56
9
1314
34
78
1112
10
1516
34
78
1112
10
1516
Control via MIDI
Een patroon maken
Een muzikaal patroon cre‘ren (opnemen) voor een gedeelte van de song. Men kan tot
400 user-patronen cre‘ren.
Er zijn twee manieren om een patroon op te nemen.
Realtime recording
Met deze methode slaat men de pads aan op de maat van een metronoom zodat het
patroon wordt opgenomen net zoals u het speelt. Zelfs indien de maat waarin u de pads
aanslaat lichtjes onnauwkeurig is, kan u de quantize-functie gebruiken om er voor te
zorgen dat de noten met de juiste timing worden opgenomen.
Step recording
Met deze methode bepaalt men voor elke noot bepaalde zaken zoals de timing (step) en
het volume van elk instrument. Gebruikers die niet graag met realtime recording
werken, kunnen deze methode gebruiken om een patroon nauwkeurig op te nemen.
Step recording wordt eveneens gebruikt om na de opname individuele noten van een
patroon te bewerken.
Men kan ook een combinatie van realtime recording en step recording gebruiken om een
patroon op te nemen.
U kan bijvoorbeeld een patroon opnemen in real-time recording en daarna step
recording gebruiken om kleine correcties aan te brengen. Of u kan step recording
gebruiken om het basispatroon op te nemen en daarna realtime recording gebruiken om
naar keuze noten toe te voegen om het patroon te voltooien.
Arrangeer de door u gemaakte user-patronen of om het even welke van de 400
vooringestelde patronen in de gewenste afspeelvolgorde om een song te cre‘ren (op te
nemen). Net als bij patronen zijn er twee manieren om een song op te nemen.
Realtime recording
Met deze methode kan men patronen selecteren en spelen en deze selecties als een song
opnemen. Dit is een snelle en eenvoudige manier om een song op te nemen.
Step recording
Met deze methode kan men de numerieke toetsen gebruiken voor het individueel
bepalen van elk patroon en de volgorde waarin het patroon zal worden afgespeeld (de
ÒpartijÓ). Met step recording kan men nauwkeurig songs opnemen die een complexe
combinatie van patronen bevatten, wat in realtime recording problemen zou kunnen
geven.
fig.101-04a
Chap.1
Realtime
Recording
Realtime
Recording
Pattern Recording
User Pattern
Song Recording
Song
Step
Recording
Preset Pattern
Step
Recording
43
Hoofdstuk 1. Vooraleer u ritmes maakt
Werkmodi van de DR-770
De DR-770 voorziet in een groot aantal functies die u helpen met het cre‘ren van
patronen of songs en met het bewerken van klanken. Deze functies zijn gegroepeerd in
de volgende zes modi:
Song-modus
In deze modus kan men songs spelen/opnemen/bewerken ( play/record/edit).
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒSONGÓ in de display.
Pattern-modus
In deze modus kan men patronen spelen/opnemen/bewerken ( play/record/edit).
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒPATTERNÓ in de display.
Pad-modus
In deze modus kan men instrumenten aan pads toewijzen en bepalen hoe deze
instrumenten zullen klinken.
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒPADÓ in de display.
Effect-modus
In deze modus kan men instellingen maken voor reverb, flanger, en equalizer.
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒEFFECTSÓ in de display.
Utility-modus
In deze modus kan men de Roll- en Metronoominstellingen aanpassen, en de Swing en
Timing Shift-instellingen afregelen om de manier waarop een patroon wordt gespeeld
te wijzigen.
De ÒFactory ResetÓ-handeling waardoor de fabrieksinstellingen de interne gegevens
overschrijven, is eveneens in deze modus voorzien.
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒUTILITYÓ in de display.
Midi-modus
In deze modus kan men instellingen maken wanneer men de DR-770 als een MIDIklankmodule gebruikt , of wanneer men gegevens van de DR-770 naar een externe
sequencer verstuurt.
Wanneer deze modus geselecteerd is, verschijnt ÒMIDIÓ in de display.
44
Modi veranderen
Om modi te veranderen, moet u er voor zorgen dat het afspelen be‘indigd is en moet u
daarna op de gewenste modus-knop drukken ([SONG/PTN] [PAD] [EFFECTS]
[UTILITY] [MIDI]).
Hoofdstuk 1. Vooraleer u ritmes maakt
[
VALUE]/[DEC] [INC]/Numerieke toetsen gebruiken
[VALUE]/[DEC] [INC]/toetsen kunnen gebruikt worden om verschillende waarden te
wijzigen of in te stellen terwijl u met de DR-770 werkt, bijvoorbeeld om patronen of
songs te selecteren, om het tempo aan te passen of om de effectinstellingen te
veranderen.
fig.101-05a
(3)
PAD BANKFUNCMODE
(1)
(2)
Chap.1
(1) [VALUE]
Gebruik deze knop voor grote waardeveranderingen. De waarde zal voortdurend
veranderen in functie van de snelheid waarmee de knop gedraaid wordt.
(2) [DEC] [INC]
Gebruik deze knoppen om kleine waarde-aanpassingen te maken. Indien u een knop
ingedrukt houdt, zal de waarde voortdurend veranderen.
Indien u een knop ingedrukt houdt en daarna de andere knop indrukt, zal de waarde
sneller veranderen.
(3) Numerieke toetsen
Gebruik deze toetsen wanneer u een waarde direct wil bepalen. Nadat u de numerieke
toetsen hebt gebruikt om een waarde in te voeren, moet u op [ENTER] drukken om de
waarde in te geven.
Indien u bijvoorbeeld het patroonnummer Ò50Ó selecteert, moet u op [5], [0], [ENTER]
drukken.
Bij het bepalen van nootwaarden (zoals bij het maken van quantize -instellingen (p. 53)),
kan u de numerieke toetsen gebruiken om de nootwaarde te selecteren die op de
rechterbovenkant van elke toets is gedrukt. Wanneer u op [1] drukt, wordt de instelling
op OFF gezet.
Wanneer men letters invoert voor een patroonnaam (p. 61) of een songnaam (p. 65), moet
u de numerieke toetsen gebruiken om de alfabetische karakters en symbolen te
selecteren die op de linkerbovenzijde van elke toets gedrukt zijn.
Telkens u een numerieke toets indrukt, zal het karakter of het symbool als volgt
veranderen:
(Voorbeeld)
Wanneer men [1] indrukt: 1
Wanneer men [0] indrukt: 0
In de verklaringen in hoofdstuk 2 en de volgende hoofdstukken zullen de namen
van de knoppen afgekort worden tot [VALUE*] wanneer het niet uitmaakt of u
[VALUE] of [DEC] [INC] of de numerieke toetsen gebruikt.
Wanneer zowel A als B getoond worden, is de Pad Bank Layerfunctie actief. (Zie het volgende punt.)
46
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
Een pad gebruiken om een roll te spelen
Op een instrument kan een ÒrollÓ (een opeenvolging van
noten met dezelfde tussenruimte) worden gespeeld.
De flam-instellingen wijzigen
Wanneer ROLL TYPE op flam is ingesteld, kan u het flaminterval en de flam-snelheid veranderen om de manier
waarop de flam gespeeld wordt te wijzigen.
1.
Houd [ROLL/FLAM] ingedrukt, druk op een pad en
houd dit ingedrukt.
Flam-interval (0–31)
Stelt het tijdsinterval in dat verloopt tussen twee noten van
de flam. Is de instelling 0, dan is er geen flam.
De roll-instellingen veranderen
De spati‘ring (densiteit) van de roll kan worden aangepast.
Door deze instelling kan men een
flam
spelen.
Flam-snelheid (0–7)
Stelt de snelheid van slagkracht (snelheid) in tussen de eerste
en tweede slag. Is de instelling 0, dan klinkt de siernoot niet.
fig.102-06a
MEMO
Flam is een uitvoeringstechniek waarbij de stokken die in
Velocity
(Grace note)
beide handen worden vastgehouden, worden gebruikt om
op dezelfde drum (snare, enz.) te slaan met een klein
verschil in timing en kracht.
1.
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
Flam Interval
De DR-770 staat nu in de Utility-modus.
1.
2.
Gebruik [] [] om Ò1 ROLL TYPEÓ te selecteren.
fig.102-04a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Utility -modus.
2.
Gebruik [] [] om de parameter te selecteren die
u wenst te veranderen. Indien u het interval wil
aanpassen, moet u Ò2 FLAM INTÓ selecteren. Wenst u
de flam-snelheid te veranderen , dan moet u Ò3FLAM
RATIOÓ selecteren.
fig.102-07a
3.
Gebruik [VALUE*] om het interval van de roll in te
stellen.
Om een flam te maken, moet u [DEC] [INC] of [VALUE]
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
gebruiken omÒFLÓ te selecteren.
fig.102-05a
Display
Interval
32nd note
16th note triplets
Display
Interval
Quarter note triplets
Quarter note
3.
Gebruik [VALUE*] om de waarde van de instelling aan
te passen.
(Main note)
FUNCMODE
INSERT
COPY
DELETE
When Flam Ratio is
set to Ò7Ó
Time
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
FUNCMODE
INSERT
COPY
DELETE
Chap.2
16th note
8th note triplets
8th note
FL
Half note
Flam
47
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
Een gemakkelijke manier om
effecten toe te passen (Ambience)
Met de Ambience-functie kan u de drie ingebouwde effecten
(reverb, flanger, equalizer) sturen, waardoor het eenvoudig
wordt om effecten toe te passen.
OPMERKING
NOTE
Wanneer u Ambience aanzet, worden de effectinstellingen (p. 80)
van de drum-kit van elk instrument genegeerd en worden de
effecten toegepast volgens de instelling van Ambience.
OPMERKING
NOTE
Wanneer men de drum-kit met ingestelde Individual (p. 82) heeft
geselecteerd, kan Ambience kan niet worden gebruikt.
1.
Druk op [AMBIENCE].
De volgende display verschijnt.
fig.01-30a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
PAD BANKFUNCMODE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
AB
Patronen spelen
Hieronder wordt beschreven hoe u een patroon moet
selecteren vanuit de 400 vooringestelde patronen of de 400
user-patronen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren.
fig.102-08a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Pattern name
3.
Druk op [START] om de playback te starten.
MEMO
Het patroonnummer zal uitsluitend boven de patroonnaam
verschijnen wanneer het originele patroon (p. 50)
geselecteerd is.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pattern number
Ambience type
2.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het Ambiencetype te selecteren.
Om Ambience uit te zetten, moet u nogmaals op
[AMBIENCE] drukken.
Telkens u op [AMBIENCE] drukt, wordt de Ambiencefunctie aan- of uitgezet.
Het tempo aanpassen
1.
Druk op [TEMPO] zodat ÒTEMPOÓ gaat flikkeren.
2.
Gebruik [VALUE*] om het tempo aan te passen.
Het tempo kan worden aangepast binnen een bereik van
20Ð260.
fig.102-08b
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
3.
Druk nogmaals op [TEMPO] wanneer u het tempo
gekozen hebt.
ÒTEMPOÓ zal ophouden met flikkeren en overgaan in de
gewone display.
De DPP-functie gebruiken om
patronen te spelen
Met de DPP (Direct Pattern Play)-functie kan u patronen
spelen die aan pads (1Ð16) zijn toegewezen.
1.
Druk op [DPP] zodat ÒDPPÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de DPP-modus.
2.
Wanneer u een pad indrukt, begint het patroon te
spelen dat aan deze pad is toegewezen.
Het lampje van tempo flikkert op elke slag, en het
slagnummer verandert tijdens de playback.
48
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
In de display verschijnt de naam en het nummer van het
Quick Search gebruiken om
patroon dat gespeeld wordt.
fig.01-23b
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
PAD BANKFUNCMODEAB
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
een patroon te selecteren
Met de Quick Search-functie kan u een gewenst patroon per
categorie zoeken.
OPMERKING
NOTE
Quick Search kan niet gebruikt worden wanneer u een patroon of
een song opneemt (d.w.z., wanneer het lampje van REC brandt).
Pattern name
Indien u tijdens de playback een andere pad indrukt, zal
het huidige patroon afgemaakt worden, waarna het
patroon begint te spelen dat aan de laatst ingedrukte pad
werd toegewezen.
NOTE
OPMERKING
Indien u op [PAD BANK] drukt, kan het patroon niet veranderd
worden.
3.
Druk op [STOP/EXIT] om de playback te be‘indigen.
Indien u nogmaals op de pad drukt, begint het patroon
vanaf het begin te spelen.
4.
Om de DPP-functie te verlaten, moet u nogmaals op
[DPP] drukken om uit de ÒDPPÓ-display te gaan.
Pattern number
1.
Druk op [DPP] terwijl u [ROLL/FLAM] ingedrukt
houdt.
2.
Gebruik [VALUE*] om de gewenste categorie te
selecteren.
HD ROCK
ROCK
POP
FNK&BLS
JAZZ
DANCE
LATINBossa Nova, Samba, enz.
WORLDWorld
USER 1User-patroon401–416
USER 2User-patroon417–432
USER 3User-patroon433–448
USER25User-patroon785–800
Een patroon aan een pad toewijzen
Hieronder wordt beschreven hoe u een patroon (1Ð16) aan
een pad moet toewijzen zodat u de Direct Pattern Playfunctie kan gebruiken.
1.
Druk op [DPP] zodat ÒDPPÓ in de display verschijnt.
fig.01-25a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
De DR-770 staat nu in de DPP-modus.
Hard Rock, Heavy Metal
Rock
Pops, 16 beat, 8 beat
Funk, Blues, Soul
Jazz, Fusion
Hip-Hop, Techno, enz.
:::
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
PAD BANKFUNCMODE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
AB
Chap.2
2.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
aan een pad wil toewijzen.
3.
Houd [DPP] ingedrukt terwijl u op de gewenste pad
drukt.
Het huidig geselecteerde patroon wordt toegewezen aan
de pad die u hebt ingedrukt.
4.
Herhaal stappen 2Ð3 indien nodig.
5.
Druk op [DPP] wanneer u klaar bent met het maken
van instellingen.
U verlaat de DPP-modus.
Category
De patronen die bij de geselecteerde categorie horen,
worden toegewezen aan de pads (1Ð16).
3. Wanneer u een pad indrukt, begint het patroon te
spelen dat er aan toegewezen is.
Het lampje van tempo flikkert met elke slag, en het
slagnummer verandert in de loop van het afspelen.
In de display verschijnt de naam en het nummer van het
patroon dat gespeeld wordt.
Indien u een ander pad indrukt terwijl het patroon
speelt, zal het patroon dat aan de laatst ingedrukte toets
is toegewezen op de volgende slag beginnen te spelen.
OPMERKING
NOTE
Afhankelijk van de door u geselecteerde categorie, is het mogelijk
dat sommige pads geen toegewezen patroon hebben. Indien u zoÕn
pad indrukt, verschijnt Ò- - -Ó gedurende ongeveer een seconde in
de rechteronderkant van de display.
49
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
4. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te stoppen.
Indien u nogmaals op de pad drukt, speelt het patroon
van het begin.
5. Druk op [ENTER] om de Quick Search-functie te
verlaten.
Een Fill-in toevoegen
(Realtime Pattern Change)
Realtime Pattern Change is een functie waardoor u de
playback kan overschakelen op een voordien geselecteerd
patroon d.m.v. de [RWD] [FWD] knoppen tijdens het spelen
van een patroon .
Met deze functie kan u tijdens een uitvoering snel een fill-in
toevoegen. De Realtime Pattern Change-functie behandelt
de patronen als volgt.
Originele patroon (Original Pattern)
Dit is het patroon waarvan u vertrekt.
Variatiepatroon (Variation Pattern)
Dit is het patroon dat gebruikt wordt als variatie van het
originele patroon.
Fill-in to Original Pattern
Dit is het patroon dat gebruikt wordt als fill-in voordat het
originele patroon wordt gespeeld.
Fill-in to Variation Pattern
Dit is het patroon dat gebruikt wordt als fill-in voordat het
variatiepatroon wordt gespeeld.
MEMO
■ Wanneer u tijdens de playback op [START] drukt, gaat
de playback verder tot het einde van het huidige
patroon en schakelt dan over op het variatiepatroon.
fig.102-10a
Display of Variation Pattern
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
■ Wanneer u tijdens de playback van het variatiepatroon
op [START] drukt, gaat de playback verder tot het
einde van het huidige patroon en schakelt dan over op
het originele patroon.
■ Wanneer u tijdens de playback op [RWD] drukt,
begint het Fill-in To Original-patroon te spelen.
Wanneer dit patroon stopt, schakelt de playback over
op het originele patroon.
fig.102-11a
Display of Fill-in To Original Pattern
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
fig.102-12a
Vooringestelde patronen bestaan uit een combinatie van de
hierboven vermelde vier patronen.
Zie ÒLijst van vooringestelde patronenÓ (p. 106).
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om het originele patroon te
selecteren dat u wenst te spelen.
fig.102-09a
Display of Original Pattern
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
MEMO
Terwijl het originele patroon geselecteerd is, wordt het
patroonnummer eveneens boven de patroonnaam getoond.
3. Druk op [START] om het patroon af te spelen.
Fill-in To
Original Pattern
Original Pattern
■ Wanneer u tijdens de playback op [FWD] drukt, begint
het Fill-in To Variation-patroon te spelen.
Wanneer dit patroon stopt, schakelt de playback over
op het variatiepatroon.
fig.102-13a
Display of Fill-in To Variation Pattern
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
fig.102-14a
Fill-in To
Variation Pattern
Variation Pattern
50
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
■ Drukt u tussen de laatste slag van het patroon en het
begin van het volgende patroon op [RWD], dan wordt
het Fill-in To Original-patroon gespeeld vanaf het
begin van het volgende patroon, waarna de playback
naar het originele patroon zal overschakelen.
fig.102-15a
Fill-in To
Original Pattern
Original Pattern
■ Drukt u tussen de laatste slag van het patroon en het
begin van het volgende patroon op [FWD] dan wordt
het Fill-in To Variation-patroon gespeeld vanaf het
begin van het volgende patroon, waarna de playback
naar het variatiepatroon zal overschakelen.
fig.102-16a
Fill-in To
Variation Pattern
Variation Pattern
■ Drukt u tijdens het spelen van het variatiepatroon /
Fill-in patroon op [STOP/EXIT] en drukt u daarna op
[RESET], dan keert u terug naar het begin van het
originele patroon.
Een song spelen
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst te spelen.
fig.102-17a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Song name
OPMERKING
NOTE
Indien de geselecteerde song geen muziekgegevens bevat, verschijnt
voor details omtrent originele/fill-in/variatiepatronen voor
een User-patroon.
3. Druk op [START] om de playback te starten.
Het lampje van tempo flikkert met elke slag, en het
nummer van de huidige geselecteerde partij verschijnt in
de display.
4. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te be‘indigen.
Indien u nogmaals op [START] drukt, zal de playback
herbeginnen vanaf het punt waar deze werd be‘indigd.
Indien u eerst [RESET] indrukt en daarna op [START],
drukt, begint de playback vanaf het begin van de song.
51
Hoofdstuk 2. Ritmes spelen
Vanaf het midden van een
song spelen
U kan het begin van de playback kiezen vanaf een bepaald
moment in een song. Dit komt van pas wanneer u wil
beginnen spelen vanaf het midden van een song die uit
verschillende partijen bestaat.
Gebruik de volgende procedure als de playback van de song
gestopt is.
1. Gebruik [RWD] [FWD] om de partij te selecteren
waarvan u het spelen wenst te starten.
fig.102-19a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Part where play starts
2. Wanneer u op [START] drukt, begint de playback
vanaf de aangeduide partij.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Opeenvolgende playback
van meerdere songs (Song
Chain)
Met de Song Chain-functie kan u twee of meer songs
opeenvolgend afspelen.
Voor elke song kan u het nummer van de song bepalen die
als volgende moet worden gespeeld. Op deze manier kan u
tot 100 songs achter elkaar opslaan.
fig.102-20a
Song 1
Song Chain: 2
Gebruik de volgende procedure om een song chain te
cre‘ren.
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarvoor
u song chain-instellingen wil maken.
3. Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
Song 2
Song Chain: 3
Song 3
Song Chain:
OFF
4. Druk twee maal op [CURSOR] om ÒCHNÓ (song
chain) te selecteren.
5. Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die als
volgende moet worden gespeeld.
fig.102-21a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Selecteer ÒOFFÓ (geen song chain) voor de laatste song
van de opeenvolgende playback.
fig.102-22a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
52
6. Druk op [STOP/EXIT] nadat u de song hebt
geselecteerd.
7. Herhaal stappen 2Ð6 tot de song chain gemaakt is.
Hoofdstuk 3. Een patroon opnemen
User-ptaronen kunnen worden opgenomen met realtime
- Indien u een patroon hebt opgenomen d.m.v. Pad
Bank Layer met pad-bank A of B, worden alle
instrumenten automatisch in Pad Bank Layer
gespeeld wanneer het patroon wordt afgespeeld.
- De in een patroon opgenomen instrumenten kunnen
naderhand niet worden veranderd door op [PAD
BANK] te drukken.
- Zelfs indien u pad-bank A of B selecteert door op
[PAD BANK] te drukken om het met de Pad Bank
Layer opgenomen patroon af te spelen, wordt alleen
het instrument van pad-bank A gespeeld.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
Display
OFF
Quantize
no quantize
32nd note
16th note triplets
16th note
Display
Quantize
8th note
Quarter note triplets
Quarter note
Half note
8th note triplets
Indien u de Quantize-functie niet wil gebruiken, moet u
ÒOFFÓ selecteren. Als OFF geselecteerd is, zullen de
noten worden opgenomen in net dezelfde timing als
degene waarin u de pads aanslaat.
Druk op [CURSOR] zodat de display van Beat
Length (slaglengte) gaat flikkeren.
Gebruik [VALUE*] om de Beat Length te bepalen.
Beat Length is het aantal vierde noten in het patroon.
Als u bijvoorbeeld een patroon van ŽŽn maat in een tijd
van 4/4 wil opnemen, moet u de Beat Length op Ò4Ó
instellen. Als u een patroon van twee maten in een tijd
van 3/4 wil opnemen, moet u de Beat Length op Ò6Ó
instellen.
Chap.3
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒREALÓ in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt realtime recording geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren (user patroon) dat u wenst op te nemen.
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden en ÒQUANTIZEÓ
verschijnt in de display.
fig.103-01a
Beat length
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Quantaizepattern number
5.
Gebruik [VALUE*] om de Quantize-instelling te
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
specifi‘ren.
De Quantize-functie corrigeert onnauwkeurigheden
van de timing waarin u de pads tijdens de opname
aanslaat, zodat de noten precies op de slag worden
uitgelijnd. In gewone omstandigheden moet u de
Quantize-instelling afstellen op de kleinste nootwaarde
die u wil opnemen.
8.
Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ gaat
flikkeren.
9.
Gebruik [VALUE*] om een drum-kit te selecteren.
U kan kiezen uit de vooringestelde drum-kits 1Ð64 en de
user drum-kits 65Ð128.
fig.01-27a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
MEMO
Voor meer details, zie ÒLijst van vooringestelde drum-kitsÓ
(p. 98).
10.
Druk nogmaals op [DRUM KIT] nadat u een drum-kit
geselecteerd hebt.
ÒDRUM KITÓ houdt op met flikkeren en gaat over in de
normale display.
11.
Druk op [START].
De metronoom begint te klinken en het lampje van
Tempo gaat in de maat van de slag branden.
12.
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat
branden. Hierdoor selecteert u de rehearsal-modus.
De metronoom klinkt verder, maar er wordt niets
opgenomen wanneer u de pads aanslaat.
Sla de pads aan op maat van de metronoom om het
patroon te beluisteren.
53
Hoofdstuk 3. Een patroon opnemen
■
Indien het tempo van de metronoom te snel (traag) is,
moet u onderstaande procedure volgen om een
comfortabel tempo in te stellen.
1) Druk op [TEMPO] zodat ÒTEMPOÓ begint te
flikkeren.
2) Druk op [VALUE] om de waarde aan te passen.
3) Wanneer u tevreden bent met het tempo, moet u
opnieuw op [TEMPO] drukken.
OPMERKING
NOTE
Het tempo dat u bepaalt is tijdelijk en wordt niet in het patroon
opgeslagen.
Wanneer u klaar bent met beluisteren, moet u de volgende
stappen volgen.
13.
Druk op [REC] zodat het lampje van REC gaat branden
en begin met opnemen.
14.
Sla in de maat van de metronoom de pad aan waaraan
de instrumenten die u wenst op te nemen, zijn
toegewezen.
De snelheid (kracht waarmee u de pads aanslaat) wordt
eveneens opgenomen.
De klanken die u opneemt worden voortdurend
herhaald.
■
Gebruik indien nodig [PAD BANK] om de pad-bank te
verwisselen.
■
Indien u [ROLL/FLAM] ingedrukt houdt terwijl u een
pad aanslaat, kan u een roll (flam) opnemen.
Een patroon opnemen in step recording
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEP Ó in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt step recording geselecteerd.
fig.103-03a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
3.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren (user-
REAL
STEP
EFFECTS
patroon) dat u wenst op te nemen.
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden en in de display
verschijnt ÒQUANTIZEÓ.
fig.103-04a
Beat length
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
QuantizePattern number
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
INSERT
COPY
DELETE
MIDI
PAD BANKFUNCMODEABB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
OPMERKING
NOTE
Zelfs indien een roll ingesteld is om de noten met een uitzonderlijk
kort interval te spelen, zal de ruimte tussen de noten die worden
opgenomen gelijk zijn aan het interval van de gespecifieerde
Quantize-waarde. Indien u de roll wenst op te nemen zoals hij
oorspronkelijk was (Interval: p. 47) moet u Quantize op ÒOFFÓ
zetten.
OPMERKING
NOTE
Er kunnen maximum negen instrumenten worden opgenomen in
dezelfde stap. Indien u probeert meer instrumenten op te nemen,
wordt het tiende en het daarop volgende genegeerd.
OPMERKING
NOTE
In dezelfde stap is het niet mogelijk twee of meer instrumenten van
hetzelfde pad-nummer op te nemen.
●
Tijdens de opname een noot wissen die eerder werd opgenomen
Druk, terwijl u [DELETE] ingedrukt houdt, op de pad
waaraan het instrument is toegewezen dat u wenst te wissen.
De noten van het overeenkomstige instrument worden
gewist zolang u [DELETE] en de betreffende pad ingedrukt
houdt.
Druk op [CURSOR] zodat de display van Beat
Length gaat flikkeren.
7.
Gebruik [VALUE*] om de Beat Length te bepalen.
Beat Length is het aantal vierde noten in het patroon.
Als u bijvoorbeeld een patroon van ŽŽn maat in een tijd
van 4/4 wil opnemen, moet u de Beat Length op Ò4Ó
instellen. Als u een patroon van twee maten in een tijd
van 3/4 wil opnemen, moet u de Beat Length op Ò6Ó
instellen.
(48)
(64)
(96)
192
)
)
54
8.
Druk op [TEMPO] zodat ÒTEMPOÓ gaat flikkeren.
9.
Gebruik [VALUE*] om het tempo aan te passen.
10.
Druk nogmaals op [TEMPO] als u tevreden bent met
het tempo.
11.
Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ gaat
flikkeren.
12.
Gebruik [VALUE*] om de gewenste drum-kit te
selecteren.
U kan kiezen uit de vooringestelde drum-kits 1Ð64 en de
user-drum kits 65Ð128.
fig.01-27a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
Hoofdstuk 3. Een patroon opnemen
17.
Herhaal stappen 15Ð16 zo vaak als nodig.
18.
Wanneer u een ander instrument wil opnemen, moet u
[VALUE*] gebruiken om de Quantize-instellingen te
veranderen en stappen 15-16 zo vaak als nodig
herhalen.
OPMERKING
NOTE
Er kunnen maximum negen instrumenten worden opgenomen in
dezelfde stap. Indien u probeert meer instrumenten op te nemen,
wordt het tiende en het daarop volgende genegeerd.
OPMERKING
NOTE
In dezelfde stap is het niet mogelijk twee of meer instrumenten van
hetzelfde pad-nummer op te nemen.
Chap.3
MEMO
Zie ÒLijst van vooringestelde drum-kitsÓ (p. 98) voor meer
details.
13.
Druk nogmaals op [DRUM KIT] nadat u een drum-kit
hebt geselecteerd.
ÒDRUM KITÓ stopt met flikkeren en gaat over in de
normale display.
14.
Druk op [START] om het lampje van Tempo te doen
branden en start de opname.
15.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te bepalen (slag/
clock) die u wenst op te nemen.
fig.103-06a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Beat
(Voorbeeld)
fig.103-07a
100148200248
16.
Sla de pad aan waaraan het instrument is toegewezen
dat u wenst op te nemen.
De snelheid (de kracht waarmee u de pad aanslaat)
wordt eveneens opgenomen.
U gaat automatisch ŽŽn stap vooruit.
■
Gebruik indien nodig [PAD BANK] om van pad-bank
te wisselen.
■
Wanneer het roll-type op flam is ingesteld kan u een
flam opnemen door [ROLL/FLAM] ingedrukt te
houden terwijl u een pad aanslaat.
INSERT
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Clock
Wanneer Quantize op =48 is ingesteld
MEMO
Indien u op [RWD] [FWD] drukt in een stap die reeds is
opgenomen, dan zullen de instrumenten klinken die in deze
stap werden opgenomen. De naam van het instrument dat
als eerste in die stap werd opgenomen, flikkert in de display.
Indien u tijdens de opname op [START] drukt, wordt het
opgenomen patroon samen met de metronoom afgespeeld.
U kan het tempo aanpassen als het te snel (traag) is.
Druk op [STOP] om de playback te be‘indigen.
OPMERKING
NOTE
Indien u tijdens deze playback een pad aanslaat, wordt het
instrument opgenomen dat aan die pad is toegewezen.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te bepalen en houd
[DELETE] ingedrukt terwijl u op de pad drukt waaraan het
instrument is toegewezen dat u wenst te verwijderen.
Indien het instrument dat u wenst te verwijderen, is
toegewezen aan een pad-nummer 33 (-01)Ð55 (-23), moet u
[] [] gebruiken om het instrument te selecteren dat u
wil verwijderen en [DELETE] ingedrukt houden terwijl u op
[ENTER] drukt.
Volg onderstaande stappen om ŽŽn enkele noot uit een
patroon te verwijderen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt Step Recording geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren (user-patroon).
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden.
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te selecteren waarin
het instrument is opgenomen dat u wil verwijderen.
7.
Druk op [CURSOR] om het instrument te
selecteren dat u wenst te verwijderen.
Telkens u op [CURSOR] drukt, zal elk instrument
dat in de geselecteerde stap werd opgenomen, samen
met zijn snelheid, beurtelings flikkerend in de display
verschijnen.
Druk op [CURSOR] om naar de vorige display terug
te keren.
Wanneer u nu op [ENTER] drukt, zal het instrument
gespeeld worden dat op dit moment is geselecteerd.
fig.104-01a
QUANTIZE
BEAT
QUANTIZE
BEAT
Een enkele noot toevoegen
Volg onderstaande stappen om ŽŽn enkele noot aan een
patroon toe te voegen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt Step Recording geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren (user-patroon).
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden.
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te selecteren waarin
het instrument is opgenomen dat u wil toevoegen.
7.
Sla de pad aan waaraan het instrument is toegewezen
dat u wenst toe te voegen.
OPMERKING
NOTE
Er kunnen maximum negen instrumenten worden opgenomen in
dezelfde stap. Indien u probeert meer instrumenten op te nemen,
wordt het tiende en de volgende genegeerd.
OPMERKING
NOTE
In dezelfde stap is het niet mogelijk twee of meer instrumenten van
hetzelfde pad-nummer op te nemen.
Chap.4
QUANTIZE
8.
Houd [DELETE] ingedrukt en druk op [ENTER].
Het instrument wordt verwijderd.
BEAT
QUANTIZE
BEAT
MEMO
Een instrument kan ook verwijderd worden door op
[DELETE] te drukken en de pad af te spelen waaraan het
instrument werd toegewezen.
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Het volume van één enkele
noot aanpassen
Volg onderstaande procedure indien u het volume (snelheid)
van ŽŽn enkele noot in een patroon wil aanpassen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Step Recording wordt geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren (user-patroon).
4.
Druk op [REC].
Het lampje van Rec gaat branden.
5.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden.
57
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te selecteren waarin
het instrument is opgenomen waarvan u de snelheid
wil veranderen.
7.
Druk op [CURSOR] om de snelheid te selecteren
die u wenst aan te passen.
Telkens u op [CURSOR] drukt, zal elk instrument
dat in de geselecteerde stap werd opgenomen, samen
met zijn snelheid, beurtelings flikkerend in de display
verschijnen.
Druk op [CURSOR] om naar de vorige display terug
te keren.
Wanneer u nu op [ENTER] drukt, zal het instrument
gespeeld worden dat op dit moment is geselecteerd.
fig.104-01a
7.
Druk op [CURSOR] om het instrument te
selecteren dat u wenst te vervangen.
Telkens u op [CURSOR] drukt, zal elk instrument
dat in de geselecteerde stap werd opgenomen, samen
met zijn snelheid, beurtelings flikkerend in de display
verschijnen.
Druk op [CURSOR] om naar de vorige display terug
te keren.
Wanneer u nu op [ENTER] drukt, zal het instrument
gespeeld worden dat op dit moment is geselecteerd.
fig.104-01a
QUANTIZE
BEAT
QUANTIZE
BEAT
QUANTIZE
QUANTIZE
8.
Gebruik [VALUE*] om de snelheid te wijzigen.
BEAT
BEAT
QUANTIZE
QUANTIZE
BEAT
BEAT
Value: 1Ð31
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Een instrument vervangen
Gebruik volgende procedure indien u een opgenomen
instrument door een ander instrument wil vervangen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt Step Recording geselecteerd.
QUANTIZE
8.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het instrument te
BEAT
QUANTIZE
BEAT
veranderen.
U kan zelfs de instrumenten selecteren die toegewezen
zijn aan pad-nummers 33 (-01) Ð55 (-23).
Druk zo vaak als nodig op [CURSOR] om de
snelheid op te roepen en gebruik [VALUE*] om de
snelheid aan te passen.
OPMERKING
NOTE
Men kan geen instrument selecteren dat niet in de op dit moment
geselecteerde drum-kit voorkomt.
OPMERKING
NOTE
In dezelfde stap is het niet mogelijk twee of meer instrumenten van
hetzelfde pad-nummer op te nemen.
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
3.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren (user-patroon).
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden.
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om de stap te selecteren waarin
het instrument is opgenomen dat u wenst te
vervangen.
58
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken
Een drum-kit vervangen
Gebruik onderstaande procedure indien u een drum-kit die
tijdens de opname werd gebruikt door een andere drum-kit
wenst te vervangen.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Hierdoor wordt Step Recording geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om het gewenste patroon te
selecteren (user-patroon).
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [START].
Het lampje van Tempo gaat branden
6.
Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ gaat
flikkeren.
7.
Gebruik [VALUE*] om de gewenste drum-kit te
selecteren.
U kan kiezen uit de vooringestelde drum-kits 1Ð64 en de
user-drum kits 65Ð128.
fig.01-27a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
8.
Druk nogmaals op [DRUM KIT] nadat u een drum-kit
heeft geselecteerd.
ÒDRUM KITÓ stopt met flikkeren en gaat over in de
gewone display.
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Een “Swing”-sfeer aan een
fig.104-07a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
QuantizeSwing value
5.
Gebruik [] [] om de Quantize-instelling te doen
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pattern where Swing is
to be set
PAD BANKFUNCMODEAB
flikkeren.
6.
Gebruik [VALUE*] om de Quantize-waarde in te
stellen.
fig.104-08a
Display
Quantize
32nd note
16th note
8th note
Quarter note
7.
Druk op [CURSOR] om de Swing-waarde te doen
flikkeren.
8.
Gebruik [VALUE*] om de Swing-waarde in te stellen.
Waarden: 50%, 54%, 58%, 62%, 67%, 71%, 75%, 80%
Swing bepaalt het percentage waarmee de noot
vertraagd wordt. Wordt deze waarde verhoogd, dan zal
de noot meer vertraagd worden en een sterker Swinggevoel geven. De instelling op 50% verdeelt de noten
gelijkmatig en een instelling van 67% resulteert in
triolen.
fig.104-09a
Chap.4
patroon toevoegen (Swing)
Door Swing-instellingen te maken kan u het ritme een
ÒbouncyÓ-sfeer geven wanneer het gespeeld wordt, zelfs
wanneer de geschreven nootwaarden onderling gelijk
verdeeld zijn. Dit gebeurt door het vertragen van het tempo;
nl. door het verschuiven van de tweede en vierde tel van elke
maat.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren (userpatroon) waarvoor u de Swing-instellingen wil maken.
3.
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Utility-modus.
4.
Gebruik [] [] om Ò4 SWINGÓ te selecteren.
50%
67%
9.
Druk op [ENTER].
In de display wordt om bevestiging gevraagdÑ ÒSure?Ó.
10.
Druk op [ENTER] om de Swing-instellingen te maken.
Druk op [STOP/EXIT] om te annuleren.
59
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken
Het tempo waarin een instrument
6. Druk op [CURSOR] om de Timing Shift -waarde te
klinkt verschuiven (Timing Shift)
7. Gebruik [VALUE*] om de Timing Shift-waarde in te
Timing Shift is een functie die een opgenomen instrument
naar voor of naar achter schuift binnen een patroon met een
aantal gespecifieerde ÒtikkenÓ (clocks). Deze functie kan
gebruikt om ÒversneldeÓ of ÒslependeÓ effecten te maken
zodat een patroon natuurlijker klinkt.
OPMERKING
NOTE
Nadat Timing Shift is ingesteld, kan men niet meer naar de vorige
toestand terugkeren. Indien u het vorige patroon wil bewaren, moet u
het naar een ander patroon copi‘ren (p. 62) vooraleer u de Timing
Shift uitvoert.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren (userpatroon) waarvoor u de Timing Shift-instellingen wil
maken.
3.
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Utility-modus.
4.
Gebruik [] [] om Ò5 SHIFTÓ te selecteren.
fig.104-02a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
fig.104-04a
8. Druk op [ENTER].
9. Om de instelling van Timing Shift te bevestigen, moet
OPMERKING
Instrumenten die door Timing Shift buiten het patroon werden
verplaatst, worden niet gespeeld. Op elke blanco plaats komt een
rust.
doen flikkeren.
stellen.
Deze instelling bepaalt het aantal ÒtikkenÓ dat het
instrument van de originele stap verwijderd is. Met =
96 tikken kan het instrument binnen een bereik van -96Ð
+96 verplaatst worden. Negatieve (-) instellingen
verplaatsen de noot naar voor, positieve (+) instellingen
verplaatsen de noot naar achter.
Timing Shift
In de display wordt gevraagd te bevestigen of u de
Timing Shift wil instellen ÒSure?Ó.
u op [ENTER] drukken.
Druk op [STOP/EXIT] om te annuleren.
NOTE
Pad numberValuePattern where Timing Shift is
to be set
5.
Selecteer de pad waaraan het instrument is toegewezen
waarop u de Timing Shift-functie wil toepassen.
U kan eveneens [DEC] [INC] of [VALUE] gebruiken om
een selectie te maken.
OPMERKING
NOTE
U kan [PAD BANK] gebruiken om van pad-bank te wisselen, maar
u kan Pad Bank Layer niet selecteren (p. 46).
OPMERKING
NOTE
Indien u een patroon heeft geselecteerd dat met een drum-kit werd
gemaakt die Pad Bank Layer gebruikt, verschijnt ÒLÓ in de display
en zal het niet mogelijk zijn om de pad-bank te wisselen door op
[PAD BANK] te drukken.
fig.104-03a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Display of Pad Bank Layer
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
fig.104-05a
Timing Shift
This note is
not sounded
60
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken
De originele/fill-in/
variatiepatronen bepalen
Hieronder wordt beschreven hoe u de originele/fill-in/
variatiepatronen kan bepalen die door Realtime Pattern
Change (p. 50) worden gebruikt.
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pattern-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om het user-patroon te selecteren
dat het originele patroon gaat worden.
3. Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
4. Druk ŽŽn maal op [CURSOR] om in de instellingen
van Realtime Pattern Change te gaan.
fig.104-10a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om RPC op ÒONÓ te
zetten.
Indien dit op ÒOFFÓ staat, worden de instellingen van
Realtime Pattern Change genegeerd.
6. Druk op [CURSOR] om het Variation Pattern-
nummer (VAR) te doen flikkeren.
7. Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat het
variatiepatroon gaat worden.
fig.104-10b
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
11.Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat het
Fill-in To Original-patroon gaat worden.
fig.104-11b
12.Druk op [STOP/EXIT] wanneer u klaar bent met het
maken van instellingen.
MEMO
Alleen wanneer het originele patroon geselecteerd is, wordt
ook het patroonnummer getoond boven de patroonnaam
nadat u elk patroon op Original/Fill-in Variation hebt
ingesteld.
Een patroon benoemen
Men kan elk user-patroon een naam geven (patroonnaam)
van maximaal zeven lettertekens.
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de patroon-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om het user-patroon te selecteren
dat u een naam wil geven.
3. Druk op [REC].
Het lampje van Rec gaat branden.
4. Druk twee maal op [CURSOR] om de display van
de patroonnaam te doen flikkeren.
Het karakter dat uiterst links staat zal flikkeren.
fig.104-12a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Chap.4
8. Druk op [CURSOR] om het Fill-in To Variation
Patoonnummer (FTV) te doen flikkeren.
fig.104-11a
9. Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat het
Fill-in To Variation-patroon gaat worden.
10.Druk op [CURSOR] om het Fill-in To Original
Patroonnummer (FTO) te doen flikkeren.
blink
5. Gebruik [VALUE*] om een karakter (letter/nummer/
symbool) te selecteren.
fig.104-13a
Space
—
—
—
6. Nadat het gewenste karakter geselecteerd is, moet u
ŽŽn maal op [CURSOR] drukken om verder te gaan
naar de volgende plaats.
61
Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken
7. Herhaal stappen 5Ð6 zo vaak als nodig om de
patroonnaam te bepalen.
8. Druk op [STOP/EXIT] wanneer u de patroonnaam
heeft gespecifieerd.
Een patroon verwijderen
Het is mogelijk een ongewenst patroon te verwijderen.
OPMERKING
NOTE
Vooringestelde patronen (1Ð400) kunnen niet worden verwijderd.
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de pattern-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om het user-patroon te selecteren
dat u wenst te verwijderen.
3. Druk op [DELETE] nadat de playback gestopt is.
(ÒDELETEÓ verschijnt in de display).
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt om het verwijderen van het patroon te bevestigen.
fig.01-40a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Een patroon copiëren
Het is mogelijk een patroon naar een ander patroon te
copi‘ren.
1. Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de pattern-modus.
2. Gebruik [VALUE*] om het patroon waarvan u wil
copi‘ren te selecteren.
3. Druk op [COPY] nadat de playback gestopt is.
(ÒCOPYÓ verschijnt in de display).
fig.104-14a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Source Pattern number
OPMERKING
NOTE
Als u een patroon wil verwijderen dat geen uitvoeringsgegevens
bevat, zal ÒPattern Empty!Ó in de display verschijnen. Wanneer u
nu op [STOP/EXIT] drukt, keert u terug naar stap 2.
fig.104-12b
INSERT
REAL
COPY
STEP
DELETE
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
Destination Pattern
(number / name)
BEAT
LENGTH
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Source Pattern number
OPMERKING
NOTE
Als u een patroon wil verwijderen dat geen uitvoeringsgegevens
bevat, zal ÒPattern Empty!Ó in de display verschijnen. Wanneer u
nu op [STOP/EXIT] drukt, keert u terug naar stap 2.
fig.104-12b
BEAT
LENGTH
4. Druk op [ENTER] om het patroon te verwijderen.
Het patroon wordt verwijderd en in de display zal
ÒDoneÓ verschijnen.
Druk op [STOP/EXIT] wanneer u niets wil verwijderen.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en het patroon zal
niet worden verwijderd.
4. Gebruik [VALUE*] om het patroon waarnaar u wil
copi‘ren, te selecteren (user-patroon).
OPMERKING
NOTE
Belangrijk om weten is dat het patroon waarnaar u wil copi‘ren reeds
is opgenomen en dat de gegevens door het copi‘ren zullen worden
overschreven en verloren gaan.
5. Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt om het copi‘ren van het patroon te bevestigen.
fig.104-15a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
6. Druk op [ENTER] om het patroon te copi‘ren.
Het patroon wordt gecopieerd enÒDoneÓ verschijnt in de
display.
Druk op [STOP/EXIT] indien u de handeling wil
annuleren.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en het patroon wordt
Met deze methode kan u patronen selecteren en spelen en
kan u uw selecties onmiddellijk als een song opnemen. .
OPMERKING
NOTE
Een song die reeds werd opgenomen kan niet meer worden
opgenomen in realtime recording.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒPATTERNÓ in de
display verschijnt.
De patroonmodus wordt geselecteerd.
2.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
eerst wil opnemen.
3.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de song-modus.
4.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒREALÓ in de display
verschijnt.
Realtime recording wordt geselecteerd.
5.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst op te nemen.
6.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
7.
Druk op [START] om de opname te beginnen.
Op het moment dat u op [START] drukt, zal het eerst
geselecteerde patroon beginnen spelen.
Het lampje van tempo zal op elke slag flikkeren.
fig.105-01a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
■
In het geval van een origineel patroon waarvoor u
Realtime Pattern Change-instellingen (p. 50) hebt
gemaakt, worden de fill-in en variatiepatronen die u
selecteert door op [START] [RWD] [FWD] te drukken,
opgenomen net zoals u ze heeft geselecteerd.
9.
Herhaal stap 8 zo vaak als nodig om voldoende
patronen voor uw song op te nemen.
OPMERKING
NOTE
Indien het aantal partijen 250 bereikt, wordt de opanme
automatisch gestopt.
10.
Druk op [STOP/EXIT] om de opname te stoppen.
De DPP-functie gebruiken
voor realtime recording
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de song-modus.
2.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒREALÓ in de display
verschijnt.
Realtime recording wordt geselecteerd.
3.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst op te nemen.
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [DPP] zodat ÒDPPÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de DPP-modus.
6.
Druk op de pad waaraan het patroon toegewezen is dat
eerst moet worden opgenomen.
Het patroon wordt gespeeld en de opname begint
terzelfdertijd.
OPMERKING
NOTE
De playback zal zich verder herhalen (en zal verder opgenomen
worden) tot u het volgende op te nemen patroon selecteert.
7.
Selecteer het patroon dat als volgende moet worden
opgenomen door de bijhorende pad in te drukken.
Chap.5
Song numberPart number
OPMERKING
NOTE
Pattern to be recorded
(number / name)
De playback zal zich verder herhalen (en opgenomen worden) tot u
het volgende op te nemen patroon selecteert.
8.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
als volgende wil opnemen.
Veronderstel dat u Realtime Pattern Change gebruikte
tijdens een opname in realtime (p. 50) om een fill-in of
variatiepatroon op te nemen terwijl u het originele patroon
speelde. Indien u later step-recording gebruikt om deze song
te bewerken, dan zal bij het patroon (d.i., origineel of
variatie) dat in een fill-in patroon werd veranderd Ò * Ó aan
het patroonnummer worden toegevoegd.
Fill-in Pattern 402 is recorded
after Original Pattern 401
Step recording
Met deze opnamemethode bepaalt u individuele patronen
(partijen) in de gewenste playback-volgorde.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om een song te selecteren die u
wenst op te nemen.
3.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Step recording wordt geselecteerd.
4.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
5.
Druk op [START] om de opname te beginnen.
fig.105-02a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
6.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
wenst op te nemen.
Wanneer u DPP (p. 48) gebruikt, kan u een pad
■
aanslaan om het patroon op te nemen dat aan die pad
werd toegewezen.
INSERT
REAL
COPY
STEP
DELETE
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
Pattern to be recorded
(number / name)
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Song numberPart to be recorded
7.
Druk op [ENTER] wanneer u het gewenste patroon
gevonden heeft.
Het patroon wordt opgenomen in de partij die op dit
moment wordt gespeeld, en de partij schuift automatisch
ŽŽn plaats op.
■
Indien u op [START] drukt, wordt het op dit moment
geselecteerde patroon afgespeeld. Druk op [STOP/
EXIT] om de playback te be‘indigen.
■
Tijdens de opname kan u de volgende procedure
gebruiken om een reeds opgenomen patroon in een
ander patroon te veranderen.
1) Gebruik [RWD] [FWD] om de partij te selecteren die u
opnieuw wenst op te nemen.
2) Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
opnieuw wil opnemen.
3) Druk op [ENTER] wanneer u het gewenste patroon
hebt gevonden.
8.
Herhaal stappen 6Ð7 zo vaak als nodig om patronen
voor uw song op te nemen.
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de opname te be‘indigen.
64
Hoofdstuk 6. Een song bewerken
Vermijden dat een drum-kit
wordt veranderd
Normaal gezien zal -wanneer het patroon verandert tijdens
het spelen van een song- de drum-kit eveneens veranderen
in de drum-kit die gebruikt werd tijdens de opname van dat
patroon. Wanneer u echter de Ò
instelling uitschakelt dan speelt de drum-kit die geselecteerd
werd toen de song gestart werd helemaal tot aan het einde
van de song door.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarvan u
de Drum Kit Change-instelling wenst te veranderen.
3.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden en de Drum Kit
Change-instelling (ÒKITÓ) verschijnt.
fig.106-01a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
4.
Gebruik [INC][DEC] of [VALUE] om de instelling op
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEAB
ÒOFFÓ te zetten.
ON: Wanneer het patroon verandert zal de drum-kit
eveneens veranderen, maar is het niet mogelijk
om de drum-kit tijdens de playback te
veranderen door op [DRUM KIT] te drukken.
OFF: De drum-kit die geselecteerd werd toen de song
gestart werd, speelt door tot aan het einde van de
song, maar u kan de drum-kit tijdens de playback
veranderen door op [DRUM KIT] te drukken.
5.
Druk op [STOP/EXIT] wanneer u klaar bent met het
maken van instellingen.
Drum Kit Change
Song number
Ó-
Een song benoemen
U kan een song die u opneemt een naam geven (song name)
van maximaal zeven lettertekens. Wanneer de song wordt
afgespeeld, verschijnt de song-naam in de display.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst te benoemen.
3.
Druk op [REC].
Het lampje van REC gaat branden.
4.
Gebruik [] [] om de display-zone waar de songnaam voorkomt te doen flikkeren.
De spatie in de linker onderhoek gaat flikkeren.
fig.106-02a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
blink
5.
Gebruik [VALUE*] om een karakter (letter/nummer/
symbool) te selecteren.
fig.104-13a
Space
6.
Wanneer u het gewenste karakter heeft geselecteerd,
moet u ŽŽn maal op [CURSOR] drukken om naar de
volgende locatie te gaan.
7.
Herhaal stap 5Ð6 zo vaak als nodig om de gewenste
song-naam toe te kennen.
8.
Druk op [STOP/EXIT] wanneer u klaar bent met het
benoemen van een song.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
—
—
—
Chap.6
65
Hoofdstuk 6. Een song bewerken
Het tempo van de song
bepalen (Initial Tempo)
U kan het oorspronkelijk tempo ( Initial Tempo) bepalen dat
zal gebruikt worden om de song af te spelen. Indien u een
Initial Tempo bepaalt, wordt de song in dat tempo
afgespeeld zonder dat er rekening wordt gehouden met het
tempo dat op dit moment in de display weergegeven is.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarvoor
u een Initial Tempo wil bepalen.
3.
Druk op [REC].
Het lampje van Rec gaat branden.
4.
Gebruik [CURSOR] zodat ÒINTÓ in de display
verschijnt.
fig.106-03a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
5.
Gebruik [VALUE*] om het Initial Tempo te bepalen.
Indien dit op ÒOFFÓ staat, wordt de song afgespeeld in
het tempo dat op dit moment in de display wordt
weergegeven.
6.
Druk op [STOP/EXIT] nadat u het Initial Tempo hebt
bepaald.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Song number
Een ongewenst patroon
verwijderen
Hieronder wordt beschreven hoe u een ongewenst patroon
uit een song moet verwijderen.
fig.106-04a
Part
001
Pattern
1
001
Pattern
1
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarvan u
een patroon wil verwijderen.
3.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verschijnt.
Step recording wordt geselecteerd.
4.
Druk op [REC].
Het lampje van Rec gaat branden.
5.
Druk op [START].
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om het patroon te selecteren
dat u wenst te verwijderen.
fig.106-05a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
7.
Druk op [DELETE]. ( ÒDELETEÓ verschijnt in de
display).
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt het verwijderen van het patroon te bevestigen.
fig.106-06a
002
Pattern
2
002
Pattern
2
INSERT
REAL
COPY
STEP
DELETE
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
(number / name)
003
Pattern
3
004
Pattern
4
Delete
003
Pattern
4
PAD BANKFUNCMODEAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
004
Pattern
5
Song numberPattern to be deleted
005
Pattern
5
66
8.
Druk op [ENTER] om het patroon te verwijderen.
Het patroon wordt verwijderd en in de display
verschijnt ÒDoneÓ.
Druk op [STOP/EXIT] indien u het patroon niet wil
verwijderen.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en het patroon wordt
niet verwijderd.
9.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Het lampje van REC/tempo dooft uit.
Een patroon in een song invoegen
10.
Hieronder wordt beschreven hoe u een patroon in het
midden van een song kan invoegen.
fig.106-07a
Pattern
5
Part
001
Pattern
1
002
Pattern
2
Insert
003
Pattern
3
004
Pattern
4
11.
Een song verwijderen
Hieronder wordt beschreven hoe u een song moet
001
Pattern
1
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
002
Pattern
2
003
Pattern
5
004
Pattern
3
005
Pattern
4
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarin u
een patroon wil invoegen.
3.
Druk op [REAL/STEP] zodat ÒSTEPÓ in de display
verwijderen die u niet langer nodig hebt.
OPMERKING
Een demo-song kan niet verwijderd worden.
1.
2.
verschijnt.
Step recording wordt geselecteerd.
4.
Druk op [REC].
3.
Het lampje van Rec gaat branden.
5.
Druk op [START].
6.
Gebruik [RWD] [FWD] om de partij te selecteren waar
fig.106-10a
u een patroon wenst in te voegen.
7.
Druk op [COPY]. ( ÒINSERTÓ ÒCOPYÓ verschijnt in de
display).
8.
Gebruik [VALUE*] om het patroon te selecteren dat u
wenst in te voegen.
fig.106-08a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Part to be insertedSong number
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
DRUM KIT
BEAT
LENGTH
PATTERN
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pattern to be inserted
(number / name)
PAD BANKFUNCMODEAB
OPMERKING
Indien u een song probeert te wissen die geen uitvoeringsgegevens
bevat zal ÒSong Empty!Ó in de display verschijnen. Druk op
[STOP/EXIT]om terug te keren naar stap 2.
fig.106-10b
Hoofdstuk 6. Een song bewerken
Druk op [ENTER] om het patroon in te voegen.
Het patroon wordt ingevoegd en in de display verschijnt
ÒDoneÓ.
Druk op [STOP/EXIT] indien u het patroon niet wil
invoegen.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en het patroon wordt
niet ingevoegd.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Het lampje van REC/tempo dooft uit.
NOTE
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst te verwijderen.
Druk op [DELETE] nadat de playback is gestopt.
(ÒDELETEÓ verschijnt in de display).
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt het verwijderen van de song te bevestigen.
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Sure?
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Song to be deleted
NOTE
PART
PATTERN
Chap.6
9.
Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd wordt
het invoegen van het patroon te bevestigen.
fig.106-09a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
4.
Druk op [ENTER] om de song te verwijderen.
De song wordt verwijderd en in de display verschijnt
ÒDoneÓ.
Druk op [STOP/EXIT] indien u de song niet wil
verwijderen.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en de song wordt niet
verwijderd.
5.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Het lampje van REC/tempo dooft uit.
67
Hoofdstuk 6. Een song bewerken
Een song copiëren
Hieronder wordt beschreven hoe u een song naar een andere
song moet cop•eren.
OPMERKING
NOTE
Een demo-song kan niet gecopieerd worden.
1.
Druk op [SONG/PTN] zodat ÒSONGÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Song-modus.
2.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren die u
wenst te copi‘ren.
3.
Druk op [COPY] nadat de playback is gestopt.
(ÒCOPYÓ verschijnt in de display.)
OPMERKING
NOTE
Indien u een song probeert te copi‘ren die geen uitvoeringsgegevens bevat zal ÒSong Empty!Ó in de display verschijnen. Druk
op [STOP/EXIT]om terug te keren naar stap 2.
fig.106-10b
PART
PATTERN
6.
Druk op [ENTER] om de song te copi‘ren.
De song wordt gecopieerd en in de display verschijnt
ÒDoneÓ.
Druk op [STOP/EXIT] indien u de song niet wil copieren.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en de song wordt niet
gecopieerd.
7.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
Het lampje van REC/tempo dooft uit.
4.
Gebruik [VALUE*] om de song te selecteren waarnaar
u wil copi‘ren.
fig.106-11a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Source SongDestination Song
OPMERKING
NOTE
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
(number / name)
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEAB
Merk op dat de song waarnaar u wil copi‘ren reeds is opgenomen
en dat alle vorige gegevens van deze song verloren zullen gaan
wanneer u doorgaat met copi‘ren.
5.
Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt het cop•eren van de song te bevestigen
.
fig.106-12a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
68
Hoofdstuk 7. De voetschakelaar gebruiken
Een voetschakelaar gebruiken om
playback te starten/stoppen
Indien u een voetschakelaar (FS-5U of gelijkaardig; optie)
aansluit op de PEDAL SW-jack op het achterpaneel, kan u
deze voetschakelaar gebruiken om de playback te starten/
stoppen.
Aansluitingen
fig.107-01a
POWER AC IN 14V
700mA
ON
OFF
USE BOSS BRC
ADAPTOR ONLY
MIDI
OUTIN
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
RL(MONO
MADE IN JAPAN
)
Een voetschakelaar gebruiken om een
fill-in in te voegen
Indien u een speciale kabel (PCS-31; optie) gebruikt om de
voetschakelaar aan te sluiten, kan u twee voetschakelaars
aansluiten.
EŽn voetschakelaar wordt toegewezen voor het starten en
stoppen van de playback en de andere kan voor het spelen
van een fill-in of voor een andere functie toegewezen
worden.
Aansluitingen
fig.107-02a
POWER AC IN 14V
700mA
ON
OFF
USE BOSS BRC
ADAPTOR ONLY
MIDI
OUTIN
WhiteRed
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
PCS-31: Optional
RL(MONO
)
MADE IN JAPAN
OPMERKING
NOTE
Om slecht functioneren en/of beschadiging van de luidsprekers en
andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume op de
laagste stand zetten de stroom van alle toestellen uitzetten
vooraleer u de voetschakelaar aansluit.
OPMERKING
NOTE
Wanneer u een voetschakelaar (FS-5U; optie) op de PEDAL SW-
jack aansluit, moet u de Polarity-schakelaar verschuiven (zie
volgende afbeelding).
fig.107-01b
Polarity switch
Procedure
■
Nadat de playback van een song of patroon is gestopt,
zal de playback starten als de voetschakelaar wordt
ingedrukt.
■
Wanneer een song of patroon wordt gespeeld, zal de
playback stoppen als de voetschakelaar wordt
ingedrukt.
De voetschakelaar die aangesloten is op de fiche met de witte
streep wordt toegewezen voor het starten/stoppen van de
Chap.7
playback.
Een functie toewijzen aan de voetschakelaar
1.
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Utility-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò8 FOOT 2Ó te selecteren.
fig.107-03a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
EFFECTS
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de functie te
selecteren die zal worden toegewezen.
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
69
Hoofdstuk 7. De voetschakelaar gebruiken
DisplayFunctie
CHASE:
FWD:
RWD :
Bewaart het patroon dat zal worden gespeeld
volgens het patroon dat op dit moment wordt
gespeeld.
Indien niet in DPP-modus: bewaart het
patroon van Òpatroonnummer + 1Ó.
Indien in DPP-modus: bewaart het patroon dat
aan Òpad-nummer + 1Ó is toegewezen.
Wanneer u de voetschakelaar indrukt terwijl u
een patroon speelt waarvoor Realtime Pattern
Change-instellingen werden gemaakt, dan zal
het Fill-in To Variation patroon gespeeld
worden. Als het Fill-in To Variation patroon
stopt met spelen, zal de playback overgaan
naar het variatiepatroon.
Wanneer u de voetschakelaar indrukt terwijl u
een patroon speelt waarvoor Realtime Pattern
Change-instellingen werden gemaakt, dan zal
het Fill-in To Original patroon gespeeld
worden. Als het Fill-in To Original patroon
stopt met spelen, zal de playback overgaan
naar het originele patroon.
RESET:
REC:
PAD 1–16:
De playback-locatie gaat terug naar het begin
van het patroon.
De DR-770 gaat over naar record-standby
modus, wanneer pattern recording mogelijk is.
Het indrukken van de voetschakelaar heeft
hetzelfde resultaat als het aanslaan van een
pad met het overeenkomstige nummer.
Indien de DR-770 in DPP-modus staat, zal een
patroon afgespeeld worden.
70
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
U kan verschillende instellingen van een drum-kit
veranderen en maximaal 64 eigen originele drum-kits
cre‘ren (user drum-kits).
U kan de pads van pad bank A en B gebruiken om
instrumenten te selecteren die zijn toegewezen aan
pad-nummers 01 (A01)Ð32 (B16) en daarna de
instellingen van elk instrument veranderen.
Het is eveneens mogelijk de instellingen te wijzigen
●
van de instrumenten die zijn toegewezen aan padnummers 33 (-01)Ð55 (-23) en die daarom niet vanuit de
pads kunnen worden gespeeld.
Selecteer eerst de drum-kit waarvan u de instellingen wenst
te veranderen.
OPMERKING
NOTE
Voor de vooringestelde drum-kits (1Ð64) kunnen alle instellingen,
uitgezonderd de naam van de drum-kit (p.77) tijdelijk gewijzigd
worden. De instellingen zullen echter overgaan in de originele
instellingen wanneer u een andere drum-kit selecteert.
De instellingen van een
instrument wijzigen
Een instrument selecteren en het aan
een pad toewijzen (Instrument Assign)
Hieronder wordt beschreven hoe u instrumenten moet
selecteren en ze moet toewijzen aan de pads of de pad-banks
A en B en aan de pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
MEMO
Zie ÒInstrumentenlijstÓ, voor een lijst van de 255 ingebouwde
instrumenten (p. 96).
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò1 ASSIGNÓ te selecteren.
fig.108-01a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
1.
Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ gaat
flikkeren.
fig.01-27a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
2.
Gebruik [VALUE*] om een drum-kit te selecteren.
Preset: 1Ð64
User: 65Ð128
fig.108-40a
Drum kit number
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEAB
Drum kit name
3.
Druk nogmaals op [DRUM KIT] nadat u een drum-kit
hebt geselecteerd.
ÒDRUM KITÓ stopt met flikkeren en gaat over in de
gewone display.
3.
Druk op [ENTER].
fig.108-02a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Pad number
4.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
INSERT
REAL
COPY
STEP
DELETE
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
Instrument to be selected
(name / number)
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
selecteren.
5.
Druk op de pad waarvan u het instrument wenst te
veranderen.
Om het instrument van een pad-nummer 33 (-01)Ð 55 (-
■
23) te veranderen, moet u [] [] gebruiken om het
pad-nummer te selecteren.
6.
Gebruik [VALUE*] om het instrument te selecteren dat
u als het nieuwe wil toewijzen.
Selecteer ÒOFFÓ indien u geen instrument wil toewijzen.
■
Druk op [ENTER] en u bent in staat om het
geselecteerde instrument te spelen.
7.
Herhaal stappen 4Ð6 zo vaak als nodig.
8.
Druk op [STOP/EXIT] wanneer u klaar bent en een
instrument voor een pad-nummer 33 (-01)Ð55 (-23) hebt
geselecteerd.
9.
Druk op [STOP/EXIT] nadat u het gewenste instrument
hebt geselecteerd.
Chap.8
71
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
Het volume aanpassen (Level)
Hieronder wordt beschreven hoe u het volume (level) van
elk instrument moet aanpassen. Door de snelheid waarmee u
de pad aanslaat zal het volume veranderen in het niveau dat
u hier bepaalt.
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò2 LEVELÓ te selecteren.
fig.108-03a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien u pad bank layering selecteert, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan het volume niet worden aangepast.
4.
Druk op de pad van het instrument waarvan u het
volume wil aanpassen.
■
Indien u het niveau wil aanpassen van een instrument
van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u de volgende
procedure gebruiken om het pad-nummer te
selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5.
Gebruik [VALUE*] om het volume in te stellen.
Bereik: 0Ð15
Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
■
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6.
Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u het volume hebt aangepast van de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
De toonhoogte aanpassen (Pitch)
De toonhoogte van elk instrument kan in stappen van 10
hondersten worden aangepast.
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om 3 PITCHÓ te selecteren.
fig.108-04a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad banks in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan de toonhoogte niet worden aangepast
4.
Druk op de pad van het instrument waarvan u de
toonhoogte wil aanpassen.
■
Indien u de toonhoogte wil aanpassen van een
instrument van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u
de volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5.
Gebruik [VALUE*] om de toonhoogte in te stellen.
Bereik: -2400Ð +2400
±0: Originele toonhoogte
+ instellingen: Het verhogen van de waarde, verhoogt de
- instellingen: Het verhogen van de waarde, verlaagt de
OPMERKING
NOTE
Bij sommige instrumenten kan de toonhoogte niet worden
gewijzigd buiten een vastgesteld punt.
REAL
STEP
EFFECTS
INSERT
TEMPO DPP
COPY
DELETE
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
toonhoogte. 100 hondersten verhogen de
toonhoogte met ŽŽn halve toon.
toonhoogte. 100 hondersten verlagen de
toonhoogte met ŽŽn halve toon.
72
Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
■
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6.
Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u de toonhoogte hebt aangepast van de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
De decay langer of korter
maken (Decay)
U kan de tijd bepalen waarin de klank van elk instrument tot
stilte uitsterft.
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò4 DECAYÓ te selecteren.
fig.108-05a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
■
Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6.
Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u de uitsterftijd hebt aangepast van de
instrumenten voor de pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
De plaats van de slag
aanpassen (Nuance)
Wanneer u bijvoorbeeld een cymbaal aanslaat, zal de aard
van de klank afhankelijk zijn van de plaats waar het cymbaal
werd aangeslagen (het midden of de rand).
Instrumenten die met * of ** zijn gemerkt in de
Instrumentenlijst (p. 96) zijn voorzien van een Nuanceinstelling die u kan aanpassen om de toon te wijzigen zodat
deze de plaats van de slag weergeeft.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad banks in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan de uitsterftijd niet worden aangepast.
4.
Druk op de pad van het instrument waarvan u de
uitsterftijd wil aanpassen.
■
Indien u de uitsterftijd wil aanpassen van een
instrument van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u
de volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5.
Gebruik [VALUE*] om de uitsterftijd aan te passen.
Bereik: -31Ð +31
±0: Originele uitsterftijd
+ instellingen: Verhoogt men de waarde dan wordt de
uitsterftijd langer.
- instellingen: Verhoogt men de waarde dan wordt de
uitsterftijd korter.
Bij sommige instrumenten zullen de wijzigingen niet erg
groot zijn.
fig.108-06a
Level
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò5 NUANCEÓ te selecteren.
fig.108-07a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEABB
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad banks in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan de plaats van de slag niet worden
aangepast.
4.
Druk op de pad van het instrument waarvan u de
Nuance wil aanpassen.
■
Indien u de Nuance wil aanpassen van een instrument
van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u de volgende
procedure gebruiken om het pad-nummer te selecteren
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5.
Gebruik [VALUE*] om de Nuance aan te passen.
Bereik: -7Ð +7
Chap.8
Decay
Time
NOTE
OPMERKING
Bij instrumenten die niet voorzien zijn van een Nuance-instelling,
zal de waarde als Ò- - -Ó in de display verschijnen.
73
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
Instrument met merkteken *
±0: Originele nuance
+ waarden: Het verhogen van de waarde verhoogt de
lage frequenties (gesimuleerde slag in het
midden).
- waarden: Het verhogen van de waarde verlaagt de
lage frequenties (gesimuleerde slag op de
rand).
fig.108-08a
Instrument met merkteken ** (hi-hat, ride cymbaal, enz.)
±0: Originele nuance
+ waarden: Het verhogen van de waarde verplaatst de
gesimuleerde slag naar het midden.
- waarden: Het verhogen van de waarde verplaatst de
gesimuleerde slag naar de rand.
fig.108-09a
De stereo-positie instellen
(Pan)
U kan voor elk instrument van een drum-kit een plaats in het
stereo-klankbeeld selecteren (pan) uit 15 beschikbare
posities.
1.
Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò6 PANÓ te selecteren.
fig.108-10a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad banks in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan het stereobeeld niet worden ingesteld.
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
■
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6.
Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u de Nuance hebt aangepast van de instrumenten
voor de pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
4.
Druk op de pad van het instrument waarvan u het
stereobeeld wil instellen.
■
Indien u het stereobeeld wil instellen van een
instrument van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u
de volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5.
Gebruik [DEC] [INC] of[VALUE] om het stereobeeld in
te stellen.
Bereik: L7ÐCÐR7, INDIV
Als ÒINDIVÓ geselecteerd is, zal de klank niet worden
uitgestuurd door OUTPUT L/R en de PHONES-jack.
fig.108-11a
CR7L7L1R1
74
OPMERKING
NOTE
De instelling van het stereobeeld (uitgezonderd indien ÒINDIVÓ)
van instrumenten met merkteken *** in de ÒInstrumentenlijst" (p.
96) worden genegeerd.
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
OPMERKING
NOTE
Zelfs indien ÒINDIVÓ geselecteerd is, zal er geen klank worden
uitgestuurd vanuit de INDIV-jack tenzij de individuele uitgang
(p. 82) op ÒINDÓ is ingesteld.
■Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6. Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7. Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u het stereobeeld hebt ingesteld van de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
U kan voor elk instrument bepalen hoe het zal klinken
(Assign Type) wanneer meerdere noten op dat instrument of
op andere instrumenten worden gespeeld.
1. Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2. Gebruik [] [] om Ò7 A.TYPEÓ te selecteren.
fig.108-12a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
POLY
Wanneer ŽŽn enkel instrument herhaaldelijk wordt gespeeld,
wordt elke opeenvolgende noot in een laag gezet op de noten
die op dat moment klinken (zonder deze laatste uit te zetten).
Dit is effici‘nt in het geval van klanken met een lange
uitsterftijd, zoals cymbalen..
fig.108-13a
Level
Time
Mixed
POLY EXC
Herhaaldelijke slagen op ŽŽn enkel instrument worden in
lagen gezet, maar zullen niet samen klinken met een ander
instrument dat op hetzelfde EXC-nummer is ingesteld.
Dit is effici‘nt in het geval van instrumenten zoals de open
en gesloten hi-hat die normaal gezien niet samen kunnen
klinken, maar die gelaagde noten zullen produceren
wanneer ŽŽn enkel instrument herhaaldelijk wordt
aangeslagen.
fig.108-14a
Level
Time
Mixed
3. Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad bank in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de display.
In deze toestand kan het Assign Type niet worden ingesteld.
4. Druk op de pad van het instrument waarvan u het
Assign Type wil instellen.
■ Indien u het Assign Type t wil instellenvan een
instrumen van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet u
de volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het Assign Type
in te stellen.
Bereik: POLY, POLY EXC1Ð7, MONO, MONO EXC1Ð7
Level
EXC1
EXC1EXC2
Not mixed
Mixed
Time
MONO
Wanneer ŽŽn enkel instrument herhaaldelijk wordt
aangeslagen, zal de noot die tervoren klonk, uitgezet worden
vooraleer de volgende noot zal klinken.
fig.108-15a
Level
Not Mixed
Time
75
Chap.8
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
MONO EXC
Het instrument zal niet tegelijkertijd klinken met om het
even welk ander instrument dat aan hetzelfde EXC-nummer
is toegewezen. Herhaaldelijke aanslagen op het instrument
zullen ook niet in lagen worden gezet. Dit is effici‘nt in het
geval van instrumenten als de korte en de lange guiro,
waarbij het normaal gezien onmogelijk is om de twee
uitvoeringstechnieken tegelijkertijd te laten klinken.
fig.108-16a
Level
Time
Time
Level
EXC1
Not mixed
EXC1EXC2
MixedNot mixed
Selecteren hoe de aanslagkracht de
klank beïnvloedt (Sensitivity Curve)
U kan voor elke pad-bank A en B een responsiecurve
(Sensitivity Curve) selecteren die bepaalt hoe het volume, de
toon, enz. zullen veranderen in functie van de kracht
waarmee u de pads aanslaat.
OPMERKING
NOTE
De Sensitivity Curve kan niet onafhankelijk voor elke pad worden
ingesteld.
1. Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2. Gebruik [] [] om Ò8 CRVÓ te selecteren.
fig.108-17a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
■Indien een pad-nummer 33(-01)Ð55(-23) is geselecteerd,
kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
6. Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7. Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u het Assign Type hebt ingesteld van de
instrumenten voor de pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
3. Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad banks in lagen staan, flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan de Sensitivity Curve niet worden
ingesteld.
4. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de Sensitivity
Curve in te stellen.
Bereik: EXP1, LIN1, EXP2, LIN2, XFDO, XFDI, FIX1,
FIX2
fig.108-18a
Level
EXP1
LIN1
EXP2
Strength
31
Velocity
=15
Level
FIX1
LIN2
XFDI
FIX2
XFDO
Strength
76
Als XFDI of XFDO geselecteerd zijn, kan u de pad bank
layering gebruiken om een sfeer van natuurlijke dynamiek te
cre‘ren.
5. Herhaal stappen 3Ð4 zo vaak als nodig.
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
Een drum-kit benoemen
(Drum Kit Name)
Indien een andere drum-kit dan een vooringestelde drum-kit
(nummers 1Ð64) is geselecteerd, kan u deze een naam geven
(drum kit name) van maximaal zeven lettertekens.
1. Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2. Gebruik [] [] om Ò9 KITNAMÓ te selecteren.
fig.108-19a
PAD BANKFUNCMODEABB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3. Gebruik [VALUE*] om een karakter te selecteren
(letter/nummer/symbool).
fig.104-13a
Space
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
—
—
—
Effect-instellingen
Door het wijzigen van de instellingen van de ingebouwde
effecten (reverb/flanger/equalizer) kan u de effecten aan uw
smaak aanpassen.
De Ambience-functie gebruiken
om instellingen te maken
U kan de Ambience-instellingen copi‘ren naar de effectinstellingen die voor een user drum-kit (nummers 65Ð128)
werden gemaakt en daarna de gecopieerde instellingen naar
believen wijzigen.
Door eerst een stel Ambience-instellingen te copi‘ren en
daarna de instellingen voor elk effect te wijzigen, kan u het
gewenste resultaat op een meer effici‘nte manier verkrijgen.
Het is niet mogelijk de instellingen van Ambience in een
vooringestelde drum-kit te copi‘ren, maar u kan dezelfde
instellingen maken als de Òvooringestelde drum kit +
AmbienceÓ door ze in een user drum-kit te copi‘ren met
behulp van de procedure die op pagina 84 wordt
beschreven en daarna de Ambience-instelling naar de
drum-kit te cop•eren.
1. Selecteer de user drum-kit waarnaar u Ambience-
instellingen wil copi‘ren. (p. 71)
4. Druk ŽŽn maal op [CURSOR] nadat u het gewenste
karakter heeft geselecteerd om naar het volgende
karakter te gaan .
5. Herhaal stappen 3Ð4 zo vaak als nodig voor het
benoemen van de drum-kit.
2. Druk op [AMBIENCE].
De volgende display verschijnt.
fig.108-41a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
BEAT
LENGTH
PATTERN
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEAB
Ambience type
3. Gebruik [VALUE*] om het type Ambience te selecteren
dat u wenst te copi‘ren.
4. Druk op [COPY].
In de display verschijnt ÒModify Kit?Ó waarmee u
gevraagd wordt het copi‘ren van de Ambienceinstellingen te bevestigen.
fig.108-20a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Chap.8
77
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
5. Druk op [ENTER] om de gegevens te copi‘ren.
De Ambience-instellingen worden gecopieerd enÒDoneÓ
verschijnt in de display.
fig.108-24a
Druk op [STOP/EXIT] indien u de instellingen niet wil
copi‘ren.
In de display verschijnt ÒAbortedÓ en de Ambienceinstellingen worden niet gecopieerd.
De reverb-instellingen aanpassen
Hieronder wordt beschreven hoe u de instellingen
(parameters) van reverb (galm) kan selecteren en wijzigen.
1. Druk op [EFFECTS] nadat u een drum-kit heeft
geselecteerd zodat ÒEFFECTSÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Effects-modus.
2. Gebruik [] [] om de parameter te selecteren die
u wenst te wijzigen.
1 R.TYPE (galmtype)
Bereik: HALL, ROOM, PLATE, DELAY, PAN-DLY
fig.108-21a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
3. Gebruik [VALUE*] om de waarde aan te passen.
Functies van elke parameter
1 R.TYPE (galmtype)
HALL: Simuleert de galm van een concertzaal.
ROOM:
PLATE:
DELAY: Is de conventionele echo.
PAN-DLY: Wisselt de echo tussen links en rechts.
2 R.TIME (galmtijd)
Past de lengte van de galm aan. Het verhogen van de waarde
verlengt de galm, met een meer ruimtelijk gevoel als gevolg.
4 D.FDBK (echo-feedback)
Bereik: 0Ð15
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Simuleert de galm van een kamer
Simuleert een galmtoestel (metalen plaat).
.
2 R.TIME (galmtijd)
Bereik: 0Ð31
fig.108-22a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
3 R.LPF (galm-low pass filter)
Bereik: 0Ð7
fig.108-23a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
3 R.LPF (galm low pass filter)
Bepaalt de afsnijfrequentie waarop de hoge frequentie
componenten van de galm zullen worden afgesneden. Het
verhogen van de waarde vergroot het aantal hoge frequentie
componenten die moeten worden afgesneden, met een
zachtere galm als gevolg.
4 D.FDBK (echo-feedback)
Wanneer het galmtype op DELAY of PAN-DLY is ingesteld,
regelt deze parameter het aantal keren dat de echoklank
wordt herhaald.
78
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
De flanger-instellingen aanpassen
Hieronder wordt beschreven hoe u de instellingen
(parameters) van de flanger kan selecteren en wijzigen.
1. Druk op [EFFECTS] nadat u een drum-kit heeft
geselecteerd zodat ÒEFFECTSÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Effects-modus.
2. Gebruik [] [] om de parameter te selecteren die
u wenst te wijzigen.
5 F.TYPE (flangertype)
Bereik: CHORUS, FLANGER
fig.108-25a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
6 F.DPTH (flanger-diepte)
Bereik: 0Ð15
fig.108-26a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
fig.108-29a
3. Gebruik [VALUE*] om de waarde aan te passen.
Functies van elke parameter
5 F.TYPE (flanger-type)
FLANGER: Geeft de klank een gedraaid of Òsuizend Ó
CHORUS: Past een chorus-effect toe om de klank een
6 F.DPTH (flanger-diepte)
Past de modulatiediepte aan voor flanger of chorus. Het
verhogen van deze waarde leidt tot een diepere modulatie.
7 F.RATE (flanger-snelheid)
Bepaalt de modulatiefrequentie voor flanger of chorus. Het
verhogen van deze waarde versnelt de modulatie.
9 F.DLY (flanger-echo)
Bereik: 0Ð31
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
kenmerk .
ruimtelijke sfeer te geven.
7 F.RATE (flanger-snelheid)
Bereik: 0Ð15
fig.108-27a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
8 F.FDBK (flanger-feedback)
Bereik: 0Ð15
fig.108-28a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
8 F.FDBK (flanger-feedback)
Bepaalt de hoeveelheid feedback voor flanger en chorus. Het
verhogen van deze waarde leidt tot een sterker bepaalde
klank.
Hoeveelheid feedback: de hoeveelheid klank die opnieuw wordt
gemaakt door flanger of chorus nadat de klank reeds gemaakt was.
9 F.DLY (flanger-echo)
Bepaalt de echotijd voor flanger en chorus. Het verhogen van
deze waarde leidt tot een lange echotijd.
Chap.8
79
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
De equalizer-instellingen aanpassen
Hieronder wordt beschreven hoe u de instellingen
De reverb/flanger-diepte
aanpassen
(parameters) van de equalizer kan selecteren en wijzigen.
De diepte van reverb en flanger kan worden aangepast voor
1. Druk op [EFFECTS] nadat u een drum-kit heeft
geselecteerd zodat ÒEFFECTSÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Effects-modus.
2. Gebruik [] [] om de parameter te selecteren die
u wenst te wijzigen.
zowel de volledige drum-kit als voor elk individueel
instrument.
Drum-kits en instrumenten zijn verbonden met de reverb/
flanger-effecten, zoals in onderstaand diagram wordt
getoond.
fig.108-32a
EQ HIGH (equalizer high gain)
Bereik: -12б0Р+12 dB
fig.108-30a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Reverb
EQ LOW (equalizer low gain)
Bereik: -12б0Р+12 dB
fig.108-31a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Sound Generator
Reverb
Send Level
Reverb LevelFlanger Level
Flanger
Send Level
Flanger
Equalizer
3. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de waarde aan te
passen.
Functies van elke parameter
EQ HIGH (equalizer high gain)
Past het niveau (volume) aan van het hoge frequentiebereik
in stappen van 2 dB. Het originele niveau is een instelling
van ±0 dB. Negatieve instellingen (-) verminderen het
volume, positieve instellingen (+) verhogen het volume.
EQ LOW (equalizer low gain)
Past het niveau (volume) aan van het lage frequentiebereik in
stappen van 2 dB. Het originele niveau is een instelling van
±0 dB. Negatieve instellingen (-) verminderen het volume,
positieve instellingen (+) verhogen het volume.
OPMERKING
NOTE
Het is mogelijk dat u een geluid hoort wanneer de waarde van de
equalizer veranderd is (wanneer een ambience of een drum-kit in
een andere werd veranderd).
LR
OUTPUT
INDIVIDUAL
● Om de algemene reverb/flanger-diepte van de
volledige drum-kit aan te passen, moet u Reverb Level
of Flanger Level aanpassen.
● Om de algemene reverb/flanger-diepte van een
individueel instrument aan te passen, moet u het
niveau aanpassen van het signaal dat naar de reverb/
flanger wordt gestuurd (Send Level).
OPMERKING
NOTE
Het is echter onmogelijk om de equalizer-diepte van een individueel
instrument aan te passen.
80
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
De reverb-diepte aanpassen
OPMERKING
NOTE
Als de uitgangsbestemming op de individuele uitgang is ingesteld,
kan reverb niet worden gebruikt.
1. Druk meerdere malen op [REV/FLANG] nadat u een
drum-kit heeft geselecteerd zodat ÒREVERBÓ gaat
flikkeren.
2. Gebruik [VALUE*] om het galmniveau (de volledige
galmdiepte voor de ganse drum-kit) in te stellen.
Bereik: 0Ð9
fig.108-33a
PAD BANKAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
OPMERKING
NOTE
Als het galmniveau op Ò0Ó is ingesteld, hoort men geen galm, ook
al werd het Reverb Send Level (zie onder) verhoogd.
3. Druk op de pad van het instrument waarvan u het
Reverb Send Level wil instellen.
Gebruik, indien nodig [PAD BANK] om van pad-bank te
wisselen.
Het pad-nummer en het Reverb Send Level dat op dit
moment geldt, verschijnen in de display.
fig.108-34a
PAD BANKAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
padnummer waar het Reverb Send Level moet worden
Pad number where the Reverb Send Level should be set
■ Indien u het Reverb Send Level wil instellen van de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet
u volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Nu kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
4. Gebruik [VALUE*] om het Reverb Send Level in te
stellen.
Bereik: 0Ð9
■ Indien u op [STOP/EXIT] drukt, keert u terug naar de
instelling van het Reverb Level (in de display
verschijnt ÒALLÓ).
Indien u in stap 3 [PAD BANK] gebruikt om de pad-banks in
lagen te zetten, kan u het Reverb Send Level van
instrumenten A en B gelijktijdig instellen.
Dit is een gemakkelijke manier om instellingen te maken
voor een drum-kit waarin pad bank layering wordt gebruikt.
Indien er echter verschillende waarden werden ingesteld
voor banks A en B zal het gebruik van [VALUE*] de waarden
aanpassen en blijft de verhouding behouden.
drum-kit heeft geselecteerd zodat ÒFLANGERÓ gaat
flikkeren.
2. Gebruik [VALUE*] om het flangerniveau (de volledige
flangerdiepte voor de ganse drum-kit) in te stellen.
Bereik: 0Ð9
fig.108-35b
PAD BANKAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
OPMERKING
NOTE
Als het flangerniveau op Ò0Ó is ingesteld, hoort men geen flanger,
ook al werd het Flanger Send Level (zie onder) verhoogd.
3. Druk op de pad van het instrument waarvan u het
Flanger Send Level wil instellen.
Gebruik, indien nodig [PAD BANK] om van pad-bank te
wisselen.
Het pad-nummer en het Flanger Send Level dat op dit
moment geldt, verschijnen in de display.
fig.108-35C
PAD BANKAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
padnummer waar het Flanger Send Level moet worden ingesteld
Flanger Level
Chap.8
81
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
Audio cable
Power Amplifier
Mixer etc.
POWER AC IN 14V
700mA
OUTIN
RL(MONO
)
INDIVIDUALPEDAL SWOUTPUTPHONES
ON
OFF
USE BOSS BRC
ADAPTOR ONLY
MADE IN JAPAN
MIDI
■ Indien u het Flanger Send Level wil instellen van de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23), moet
u volgende procedure gebruiken om het pad-nummer
te selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Nu kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
4. Gebruik [VALUE*] om het Flanger Send Level in te
stellen.
Bereik: 0Ð9
■ Indien u op [STOP/EXIT] drukt, keert u terug naar de
instelling van het Flanger Level (in de display
verschijnt ÒALLÓ).
Indien u in stap 3 [PAD BANK] gebruikt om de pad-banks in
lagen te zetten, kan u het Flanger Send Level van
instrumenten A en B gelijktijdig instellen.
Dit is een gemakkelijke manier om instellingen te maken
voor een drum-kit waarin pad bank layering wordt gebruikt.
Indien er echter verschillende waarden werden ingesteld
voor banks A en B zal het gebruik van [VALUE*] de waarden
aanpassen en blijft de verhouding behouden.
Klank door de individuele
uitgang sturen
U kan voor elk instrument van een drum-kit bepalen of de
klank vanuit de individuele uitgang wordt verzonden.
Er worden geen effecten (reverb/flanger/equalizer)
toegepast op klanken die vanuit de individuele uitgang
worden verzonden. Het is ook niet mogelijk om het
uitgangsniveau (volume) aan te passen.
OPMERKING
NOTE
Instrumenten die vanuit de individuele uitgang worden gestuurd
worden niet door de stereo-uitgangen verzonden.
OPMERKING
NOTE
Wanneer u de individuele uitgang gebruikt, wordt er geen galm
toegepast op klanken van beide stereo-uitgangen.
OPMERKING
NOTE
Ambience kan niet gebruikt worden in drum-kits waar de
individuele uitgang werd ingesteld.
82
Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken
1. Druk op [PAD] nadat u een drum-kit hebt geselecteerd,
zodat ÒPADÓ in de display verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Pad-modus.
2. Gebruik [] [] om Ò6 PANÓ te selecteren.
fig.108-10a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEABB
3. Druk op [PAD BANK] om de gewenste pad-bank te
selecteren.
OPMERKING
NOTE
Indien de pad-banks in lagen staan, dan flikkert ÒLAYERÓ in de
display. In deze toestand kan het stereobeeld niet worden ingesteld.
4. Druk op de pad van het instrument dat u vanuit de
individuele uitgang wil versturen.
■ Om een instrument van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23),
te selecteren moet u de volgende procedure gebruiken:
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
5. Gebruik [DEC] [INC] of[VALUE] om ÒINDIVÓ te
selecteren.
■ Indien u een van de pad-nummers 33(-01)Ð55(-23) hebt
geselecteerd, kan u op [ENTER] drukken om het
instrument te spelen.
6. Herhaal stappen 3Ð5 zo vaak als nodig.
7. Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen
nadat u ÒINDIVÓ hebt geselecteerd voor de
instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23).
Het uitgangsniveau aanpassen
Men kan het volume (niveau) dat door de individuele
uitgang wordt verstuurd voor elk instrument afzonderlijk
bepalen.
1. Druk [REV/FLANG].
ÒINDÓ of ÒREVERBÓ gaan flikkeren.
2. Gebruik [] [] om ÒINDÓ te doen flikkeren.
3. Druk op een pad waarvan een instrument vanuit de
individuele uitgang wordt verzonden.
Gebruik, indien nodig [PAD BANK] om van pad-bank te
wisselen.
fig.108-37a
PAD BANKAB
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Pad number where the Output Level should be set
■ Om de instrumenten van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-
23) vanuit de individuele uitgang te versturen, moet u
onderstaande procedure volgen om het pad-nummer te
selecteren.
1) Druk op [ENTER].
2) Gebruik [] [] om het pad-nummer te selecteren.
Nu kan u op [ENTER] drukken om het instrument te
spelen.
Druk op [STOP/EXIT] als u opnieuw pads wil
gebruiken om instrumenten te selecteren.
4. Gebruik [VALUE*] om het uitgangsniveau in te stellen.
Indien u in stap 3 [PAD BANK] gebruikt om de pad-banks in
lagen te zetten, kan u het uitgangsniveau van instrumenten
A en B gelijktijdig instellen.
Dit is een gemakkelijke manier om instellingen te maken
voor een drum-kit waarin pad bank layering wordt gebruikt.
Indien er echter verschillende waarden werden ingesteld
voor banks A en B zal het gebruik van [VALUE*] de waarden
aanpassen en blijft de verhouding behouden.
Reverb Type, Reverb Time, Reverb Low Pass Filter, Delay
Feedback, Flanger Type, Flanger Depth, Flanger Rate,
Flanger Feedback, Flanger Delay, Equalizer High Gain,
Equalizer Low Gain
● Pad Bank Layer
● Note Number Assign (P.87)
● Drum Kit Name
1. Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ gaat
flikkeren.
5. Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt het copi‘ren van de gegevens te bevestigen.
fig.108-39a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
6. Druk op [ENTER] om de gegevens te copi‘ren.
De drum-kit wordt gecopieerd en ÒDoneÓ verschijnt in
de display.
Druk op [STOP/EXIT] indien u niet wil copi‘ren.
Het copi‘ren van de drum-kit wordt geannuleerd
enÒAbortedÓ verschijnt in de display.
Indien u een ambience-type heeft geselecteerd door op
[AMBIENCE] te drukken wanneer een vooringestelde
drum-kit geselecteerd is.
2. Gebruik [VALUE*] om de drum-kit te selecteren
waarvan u gaat copi‘ren.
3. Druk op [COPY]. (ÒCOPYÓ verschijnt in de display).
4. Gebruik [VALUE*] om de drum-kit te selecteren
waarnaar u gaat copi‘ren.
fig.108-38a
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
Source Drum KitDestination Drum Kit
OPMERKING
NOTE
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
(number / name)
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
PAD BANKFUNCMODEAB
Een vooringestelde drum-kit (nummers 1Ð64) kan niet worden
gecopieerd.
Als men stappen 3-6 volgt copieert men zowel de instelling
van de vooringestelde drum-kit als de instelling van
ambience die in de user drum-kit was geselecteerd net
voordat [COPY] werd ingedrukt .
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
internationale standaard die voorziet in de uitwisseling van
muziekgegevens tussen elektronische muziekinstrumenten
en computers. Toestellen die over MIDI-connectoren
beschikken kunnen via een MIDI-kabel verbonden worden
en kunnen gebruikt worden om gegevens te verzenden en te
ontvangen.
MIDI-connectoren
De DR-770 beschikt over een MIDI IN-connector en een MIDI
OUT-connector.
fig.109-01a
MIDI IN
Deze connector ontvangt gegevens vanuit een extern MIDItoestel. De connector moet verbonden worden met de MIDI
OUT-connector van het externe MIDI-toestel.
MIDI OUT
Deze connector verzendt gegevens vanuit de DR-770. De
connector moet verbonden worden met de MIDI INconnector van het externe MIDI-toestel. Indien de ÒMIDI
Thru SwitchÓ (MIDI-modus instelling; p. 88) op ON staat,
worden de gegevens die in MIDI IN worden ontvangen
zonder verandering vanuit MIDI OUT opnieuw verzonden.
MIDI-kanalen
MIDI gebruikt het concept van MIDI-kanalen (kanalen 1Ð16),
die men zou kunnen vergelijken met televisiekanalen. Er
worden alleen gegevens ontvangen als het MIDI-kanaal van
het ontvangende toestel overeenkomt met het MIDI-kanaal
waarop de gegevens verzonden worden.
fig.109-02a
T.V. information from many different broadcasting station is
Broadcasting
Station A
Broadcasting
Station B
Broadcasting
Station C
Als de MIDI-kanalen worden ingesteld zoals hierna
aangegeven, zal alleen klankmodule B klank voortbrengen
wanneer er op het toetsenbord wordt gespeeld.
sent through an antena.
Select the channel of the
broadcasting station you
wish to watch
fig.109-03a
Sound
Module A
Sound
Module B
MIDI
Transmit Channel: 1
OUT
MIDI IN
Receive Channel: 2
Receive Channel: 1
MIDI THRU
MIDI IN
MIDI-commando’s van de
DR-770
MIDI gebruikt verschillende soorten commandoÕs om een
brede waaier muziekinformatie over te brengen. In het
algemeen kunnen MIDI-commandoÕs onderverdeeld worden
in commandoÕs die voor elk MIDI-kanaal afzonderlijk
worden behandeld (kanaalcommandoÕs) en commandoÕs die
los van het MIDI-kanaal worden behandeld
(systeemcommandoÕs).
Commando’s die voor elk MIDI-kanaal afzonderlijk worden behandeld (Kanaalcommando’s)
Deze commandoÕs worden gebruikt voor het overdragen van
muziekuitvoeringshandelingen.
Nootcommando’s
Deze commandoÕs worden door de DR-770 gebruikt om
gegevens van drumuitvoeringen over te brengen. Op een
toetsenbord brengen ze informatie over betreffende welke
noten er gespeeld worden. NootcommandoÕs omvatten
volgende informatie:
NootnummerGegevens die het instrument specifi‘ren (het
nummer van de pad waaraan het instrument
is toegewezen)
Noot aan:
Noot uit:
Snelheid:
Het nootnummer is een waarde van 0 tot 127 waarbij de
midden do (C4) 60 is. Op de DR-770 werd aan elk instrument
van een drum-kit een ander nootnummer toegekend.
Dit betekent dat elk nootnummer een ander instrument
speelt.
OPMERKING
NOTE
De DR-770 gebruikt de nootnummers 27Ð81.
Program Change-commando’s
De DR-770 gebruikt deze commandoÕs om drum-kits om te
wisselen.
Control Change-commando’s
Deze commandoÕs kunnen gebruikt worden om het totale
volume van de DR-770 te sturen.
Aanslagen van een pad
Loslaten van een pad
De kracht waarmee de pad wordt
aangeslagen
Chap.9
85
Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten
Commando’s die onafhankelijk van het MIDIkanaal worden behandeld (Systeemcommando’s)
SysteemcommandoÕs bevatten exclusieve gegevens,
gesynchroniseerde gegevens en commandoÕs die gebruikt
worden om systeemproblemen op te lossen.
System Exclusive-commando’s
Deze commandoÕs worden gebruikt voor het verzenden ter
bewaring van patronen of drum-kitinstellingen van de DR770 naar een andere DR-770 of een externe sequencer.
Een extern MIDI-toestel gebruiken om de
DR-770 te spelen/ De DR-770 gebruiken
om een extern MIDI-toestel te spelen
Muziekgegevens die vanuit een extern MIDI-toestel worden
verzonden, kunnen worden gebruikt om klanken op de DR770 te spelen. Op dezelfde manier kan u de DR-770
gebruiken om klanken op een extern MIDI-toestel te spelen.
fig.109-05a
Common-commando’s
Deze categorie commandoÕs omvat het Song Selectcommando dat gebruikt wordt om songs te selecteren en het
Song Position Pointer-commando dat gebruikt wordt om een
Pad Controller
plaats in een song te bepalen.
Realtime-commando’s
Deze commandoÕs worden gebruikt voor synchronisatie. Ze
omvatten clock-commandoÕs voor het synchroniseren van
het tempo, start en stop-commandoÕs voor het starten/
stoppen van playback en continue (waardoor de playback
herstart vanaf de plaats waar hij was gestopt).
Active Sensing-commandoÕs worden gebruikt voor het
voorkomen van ÒvastgelopenÓ noten op een externe MIDIklankmodule wanneer een MIDI-kabel toevallig is
losgeraakt.
MIDI OUT
MIDI Sound Module
VOLUME
MIN
MAX
)
(
PUSHPREVIEW
PHONES
UTILITY F1 F2 F3 F4 F5 F6 EXIT
ROM PLAY
MIDI IN
MIDI INMIDI OUT
PAD BANKFUNCMODE
VALUE
DEC
INC
PATCH RHYTHM
PERFORM
SYSTEM
SETUP
UNDO
USER PRESET
INT CARD A B
TONE SWITCH
ACDB
1234
TONE SELECT
A
5678
PART SELECT
DATA
CARD
EFFECTS
ON/OFF
MIDI MESSAGE
POWER
CDB
Over de MIDI-implementatiekaart
Niet elk MIDI-toestel is in staat alle soorten MIDIcommandoÕs te verzenden en te ontvangen. Om een bepaald
soort MIDI-commando tussen twee MIDI-toestellen te
versturen, moeten beide MIDI-toestellen in staat zijn dit
commando te gebruiken.
Daarom wordt bij de handleiding van elk MIDI-toestel een
MIDI-implementatiekaart gevoegd waardoor u snel kan
uitmaken welke MIDI-commandoÕs er tussen twee toestellen
kunnen worden overgebracht. Door de MIDIimplementatiekaarten van de twee toestellen te vergelijken,
kan u de commandoÕs controleren die ze kunnen uitwisselen.
.
fig.109-04a
MIDI Device AMIDI Device B
Fold here
TransmitFunction
Recognized
Remarks
DR-770
MIDI-kanaalinstelling
De MIDI-kanaalinstelling van de DR-770 moet zodanig
ingesteld zijn dat er MIDI-commandoÕs naar en van een
extern MIDI-toestel kunnen worden verzonden en
ontvangen.
1.
Druk op [MIDI] zodat ÒMIDIÓ in de display verschijnt
De DR-770 staat nu in de MIDI-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò2 MIDIchÓ te selecteren.
fig.109-06a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
EFFECTS
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Gebruik [VALUE*] om het MIDI-kanaal in te stellen.
Stel dit kanaal in op hetzelfde kanaal als dat van het
MIDI-toestel dat u hebt aangesloten.
Bereik: 1Ð16
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
86
Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten
Instellingen voor het spelen
van de DR-770-instrumenten
Indien u de instrumenten van de DR-770 vanuit een extern
MIDI-toestel wil spelen, moet u het instrument bepalen dat
door elk inkomend nootnummer wordt gespeeld. U kan een
nootnummer bepalen voor elk instrument van de drum-kit.
OPMERKING
NOTE
De vooringestelde drum-kits (1Ð64) kunnen tijdelijk gewijzigd
worden, maar zullen tot hun originele instellingen herleid worden
wanneer u een andere drum-kit selecteert.
1.
Druk op [DRUM KIT] zodat ÒDRUM KITÓ flikkert.
2.
Gebruik [VALUE*] om de user drum-kit te selecteren
waarvoor u nootnummers wil bepalen.
3.
Druk nogmaals op [DRUM KIT] nadat u de drum-kit
hebt geselecteerd.
4.
Druk op [MIDI] zodat ÒMIDIÓ gaat branden.
5.
Gebruik [] [] om Ò1 NOTE#Ó te selecteren.
6.
Druk op [ENTER].
fig.109-07a
PAD BANKFUNCMODEAB
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
BEAT
LENGTH
PATTERN
INSERT
COPY
DELETE
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
PATTERN
SONG
PAD NUMBER
Andere MIDI-instellingen
Deze instellingen bepalen op welke manier de DR-770 de
MIDI-commandoÕs zal behandelen.
1.
Druk op [MIDI] om ÒMIDIÓ te doen branden.
De DR-770 staat nu in de MIDI-modus.
2.
Gebruik [] [] om het voorwerp (parameter) te
selecteren dat u wil instellen.
4 PRG (program change-schakelaar)
Bereik: ON/OFF
fig.109-08a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
EFFECTS
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
5 RxVOL (volume receive-schakelaar)
Bereik: 0Ð127, ON/OFF
fig.109-09a
SONG
PATTERN
PAD
EFFECTS
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
MIDI
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
FUNCMODE
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Note
Note number
Pad number
Instrument
7.
Druk op de pad van het instrument waarvan u het
nootnummer wil instellen.
Gebruik, indien nodig [PAD BANK] om van pad-bank te
wisselen.
Om de nootnummers te bepalen van de instrumenten
■
van pad-nummers 33 (-01)Ð55 (-23) moet u [] []
gebruken om het pad-nummer te selecteren.
8.
Gebruik [VALUE*] om het nootnummer te bepalen.
Bereik: 27Ð81
9.
Herhaal stappen 7Ð8 zo vaak als nodig.
10.
Druk op [STOP/EXIT] om de procedure te be‘indigen.
OPMERKING
NOTE
Zelfs indien u hetzelfde nootnummer gebruikt voor twee of meer
instrumenten zal slechts ŽŽn van de instrumenten klinken. In dit
geval zullen de instrumenten van pad-bank A voorrang krijgen en
zal het instrument klinken dat aan de pad met het laagste nummer
is toegewezen.
OPMERKING
NOTE
Wanneer de pads van de DR-770 worden aangeslagen, worden de
nootnummers verzonden die u hier hebt bepaald. Het is echter niet
mogelijk om nootnummers van de instrumenten van pad-nummers
i33 (-01)Ð55 (-23) te verzenden.
MIDI Volume
6 RxEXPR (expression receive-schakelaar)
Bereik: ON/OFF
fig.109-10a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
7 RxEXC (exclusive receive-schakelaar)
Bereik: ON/OFF
fig.109-11a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Chap.9
87
Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten
8 THRU (MIDI thru-schakelaar)
Bereik: ON/OFF
fig.109-12a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
3.
Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om elke parameter
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
op ON/OFF te zetten.
Functies van elke parameter
4 PRG (program change-schakelaar)
Bepaalt of er al dan niet program change-commandoÕs
ontvangen en verzonden worden. Staat deze op ON, dan zal
een inkomend program change-commando de drum-kit
verwisselen. Wanneer een drum-kit op de DR-770 is
geselecteerd, zal een program change-commando worden
verzonden.
Programmanummers 1Ð128 komen overeen met drumkitnummers 1Ð128.
OPMERKING
NOTE
Tijdens een bulk dump (p. 89), wordt de Thru-instelling, zelfs
indien de instelling op ON staat, tijdelijk uitgeschakeld.
Synchroniseerde playback
Externe MIDI-toestellen zoals een ander ritmetoestel of een
sequencer kunnen synchroon met de DR-770 afgespeeld
worden.
■
Indien de DR-770 synchroon met het tempo en de start/
stop-operatie van het externe toestel moet worden
afgespeeld, dan wordt het externe MIDI-toestel de
master
fig.109-14a
MIDI OUT
en wordt de DR-770 de
slave
PAD BANKFUNCMODE
.
MIDI IN
5 RxVOL (volume receive-schakelaar)
Bepaalt of er al dan niet volume-commandoÕs worden
ontvangen. Staat deze op ON, dan zullen de inkomende
volume-commandoÕs het totale volume van de DR-770
sturen en wordt de waarde van het ontvangen MIDIvolumecommando in de display getoond.
U kan [] [] gebruiken om de waarde te doen flikkeren
en daarna [VALUE*] gebruiken om de waarde van het MIDIvolume te wijzigen; het MIDI-volume van de bewerkte
waarde wordt dan door MIDI OUT verzonden.
6 RxEXPR (expression receive-schakelaar)
Bepaalt of er al dan niet expressie-commandoÕs worden
ontvangen. Staat deze op ON, dan zullen de inkomende
expressie-commandoÕs het totale volume van de DR-770
wijzigen.
De expressiewaarde wordt niet in het geheugen opgeslagen
en wordt tot de maximumwaarde herleid wanneer de stroom
wordt aangezet.
7 RxEXC (exclusive receive-schakelaar)
Bepaalt of er al dan niet exclusieve commandoÕs worden
ontvangen. Staat deze op ON, dan zullen er exclusieve
commandoÕs ontvangen worden.
8 THRU (MIDI thru schakelaar)
Bepaalt of de commandoÕs die via MIDI IN worden
ontvangen al dan niet zonder verandering via MIDI OUT
opnieuw worden doorgestuurd.
Staat deze op ON, dan worden de commandoÕs die via MIDI
IN worden ontvangen zonder verandering via MIDI OUT
opnieuw doorgestuurd, maar de muziekgegevens die door
de DR-770 zelf worden gemaakt, worden niet langer door
MIDI OUT verzonden. Staat deze uit, dan worden
boodschappen die via MIDI IN worden ontvangen niet
opnieuw verzonden worden vanuit MIDI OUT.
Master
Slave (DR-770)
Indien het master-toestel Song Select of Song Position
Pointer-commandoÕs kan verzenden, dan worden het
songnummer en de locatie van de song-playback die voor
het master-toestel zijn bepaald, eveneens vastgelegd voor de
DR-770.
■
Indien het externe MIDI-toestel synchroon met het
tempo en de start/stop-operatie van de DR-770 moet
worden afgespeeld, dan wordt de DR-770 de
en wordt het externe MIDI-toestel de
slave
.
master
fig.109-15a
MIDI OUT
PAD BANKFUNCMODE
Master (DR-770)
MIDI IN
Slave
Indien het slave-toestel Song Select of Song Position PointercommandoÕs kan ontvangen, dan worden het songnummer
en de locatie van de song-playback die voor de DR-770 zijn
bepaald, eveneens vastgelegd voor het slave-toestel.
88
Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten
Maak volgende instellingen om gesynchroniseerde playback
uit te voeren.
OPMERKING
NOTE
Volg het handboek van het andere toestel voor de juiste werking.
1.
Druk op [MIDI] omÒMIDIÓ te doen branden.
De DR-770 staat nu in de MIDI-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò2 MIDIchÓ te selecteren.
3.
Gebruik [VALUE*] om het MIDI-kanaal in te stellen.
Stel dit in op hetzelfde kanaal als dat van het andere
MIDI-toestel.
Bereik: 1Ð16
4.
Gebruik [] [] om Ò3 SYNCÓ te selecteren.
fig.109-16a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Gegevens van de DR-770
verzenden (Bulk Dump)
De gegevens van de DR-770 kunnen door een sequencer of
een andere DR-770 verstuurd worden. Dit proces wordt bulk
dump genoemd.
Aansluitingen
fig.109-18a
MIDI OUT
PAD BANKFUNCMODE
Transmit device (DR-770)
Procedure
MIDI sequencer
Receive device
MIDI IN
Computer
etc.
5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de sync-modus
in te stellen.
INT: Selecteer dit als de DR-770 de master moet zijn.
Het externe MIDI-toestel zal gelijklopen met het
tempo van de DR-770.
MIDI: Selecteer dit als de DR-770 de slave moet zijn.
De DR-770 zal gelijklopen met de MIDI ClockcommandoÕs van het externe MIDI-toestel.
OPMERKING
NOTE
De sync-modus wordt niet in het geheugen opgeslagen. Wanneer
men het toestel aanzet, is de instelling steeds ÒINTÓ.
Over de tempo-display
Indien de sync-modus op ÒMIDIÓ is ingesteld, zal volgende
tempo-display verschijnen en zal het niet mogelijk zijn om
het tempo op de DR-770 te controleren.
fig.109-17a
TEMPO DPP
DRUM KIT
REVERB IND
FLANGER
Wanneer geen timing clock-commandoÕs verzonden worden
vanuit het externe toestel en u drukt op [START], dan blijft
de tempo display ÒPlayingÓ aangeven maar zal het afspelen
niet starten tot er timing clock-commandoÕs binnenkomen.
1. Druk op [MIDI] omÒMIDIÓ te doen branden.
De DR-770 staat nu in de MIDI-modus.
2. Gebruik [] [] om Ò9 BULKÓ te selecteren.
fig.109-19a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
Data to be transferred
3. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het soort
gegevens te selecteren dat moet verzonden worden.
ALL: Alle gegevens van deDR-770
SEQ: Alle patronen en songs
GLOBAL: DPP/roll/metronoom/MIDI-instelingen
DRMKITS: Alle user drum-kits
1DRMKIT: EŽn enkele bepaalde drum-kit (Indien deze
gegevens naar de DR-770 worden gestuurd,
dan zal de drum-kit die op dit moment op
het ontvangende toestel is geselecteerd de
drum-kit instellingen krijgen die ontvangen
werden.)
4. Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ó waarmee u gevraagd
wordt of u werkelijk met de bulk dump wil doorgaan.
Chap.9
89
Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten
fig.109-20a
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
BEAT
LENGTH
PATTERN
■ Als u Ò1DRMKITÓ hebt geselecteerd, dan moet u
[DEC] [INC] of [VALUE] gebruiken om de drum-kit te
selecteren waarvan u de gegevens wil verzenden.
5. Druk op [ENTER] om de bulk dump uit te voeren.
In de display verschijnt ÒTrnsmitÓ (verzenden) →
ÒDoneÓ en de bulk dump is voltooid.
Druk op [STOP/EXIT] indien u de bulk dump wil
annuleren.
De bulk dump wordt geannuleerd en ÒAbortedÓ
verschijnt in de display.
OPMERKING
NOTE
Indien u ÒALLÓ selecteert en de bulk dump uitvoert, dan zal het
geheugen op het ontvangende toestel vol zijn vooraleer de bulk
dump voltooid is en is het niet meer in staat nog meer gegevens te
ontvangen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de te verzenden gegevens veranderen
inÒSEQÓ , ÒGLOBALÓ, ÒDRMKITSÓ of Ò1DRMKITÓ en daarna
de bulk dump opnieuw uitvoeren.
De verzonden gegevens opnieuw naar de DR-770 sturen
Hieronder wordt beschreven hoe u gegevens die in een
sequencer werden bewaard opnieuw naar de DR-770 kan
sturen, of hoe de gegevens die vanuit een DR-770 worden
verstuurd door een andere DR-770 kunnen worden
ontvangen.
Aansluitingen
fig.109-21a
MIDI OUT
MIDI sequencer
Computer
etc.
Transmit device
Receive device
Aansluitingen
1. Druk op [MIDI] om ÒMIDIÓ te doen branden.
De DR-770 staat nu in de MIDI-modus.
MIDI IN
PAD BANKFUNCMODE
(DR-770)
2. Gebruik [] [] om Ò2 MIDIchÓ te selecteren.
3. Gebruik [VALUE*] om het MIDI-kanaal in te stellen.
■ Indien u gegevens wil herstellen die voordien naar een
sequencer werden verstuurd, moet het toestel op
hetzelfde MIDI-kanaal worden gezet als datgene wat
werd gebruikt toen de gegevens werden verzonden.
■ Indien u gegevens wil ontvangen die vanuit een
andere DR-770 worden verzonden, dan moeten beide
DR-770Õs op hetzelfde MID-kanaal worden gezet.
4. Gebruik [] [] om Ò7 RxEXCÓ te selecteren.
fig.109-11a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
EFFECTS
REAL
STEP
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de instelling op
ÒONÓ te zetten.
De gegevens worden ontvangen terwijl de playback op de
DR-770 is gestopt.
90
Hoofdstuk 10. De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
De fabrieksinstellingen van de DR-770 kunnen opnieuw
worden ingevoerd.
Deze handeling noemt men Factory Reset Ò.
1.
Druk op [UTILITY] zodat ÒUTILITYÓ in de display
verschijnt.
De DR-770 staat nu in de Utility-modus.
2.
Gebruik [] [] om Ò9 F.RSTÓ te selecteren.
fig.01-06a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
3.
Gebruik [INC] [DEC] of [VALUE] om de gegevens te
selecteren die tot de fabrieksinstellingen zullen
worden herleid.
ALL: Alle patronen/songs worden gewist.
(Andere instellingen worden tot de
fabrieksinstellingen herleid).
SONG: Alle songs worden gewist.
PATTERN: Alle patronen worden gewist. (Drum-kit
instellingen worden tot de
fabrieksinstellingen herleid).
DRUMKIT: Alle drum-kits worden tot de
fabrieksinstellingen herleid.
EFFECT: De effectinstellingen van de op dit moment
geselecteerde drum-kit worden tot de
fabrieksinstellingen herleid.
4.
Druk op [ENTER].
In de display verschijnt ÒSure?Ówaarmee u gevraagd
wordt om de factory reset te bevestigen.
fig.01-07a
FUNCMODE
SONG
PATTERN
PAD
UTILITY
QUANTIZE
NEXT PTN
PART
REAL
STEP
EFFECTS
MIDI
INSERT
COPY
DELETE
BEAT
LENGTH
PATTERN
5.
Druk op [ENTER] om Factory Reset uit te voeren.
De Factory Reset wordt voltooid en in de display
verschijnt ÒDoneÓ.
Druk op [STOP/EXIT] om de handeling te annuleren.
De handeling wordt geannuleerd en ÒAbortedÓ
verschijnt in de display.
Chap.10
91
Foutmeldingen
Indien u probeert een onjuiste handeling uit te voeren of als
een handeling niet kan worden uitgevoerd, verschijnt er een
foutmelding in de display. Vergelijk ze met deze lijst en
neem de juiste maatregelen.fig.111-01a
Er kunnen geen patronen meer worden opgenomen.
●
❍
Druk op [STOP/EXIT]. Indien u verder wil gaan met het
opnemen van patronen moet u eerst overbodige
patronen verwijderen. (p. 62)
fig.111-02a
●
Er kunnen geen songs meer worden opgenomen.
❍
Druk op [STOP/EXIT]. Indien u verder wil gaan met het
opnemen van songs moet u eerst overbodige songs
verwijderen. ( (p. 67)
fig.111-03a
fig.111-06a
Een buitensporige hoeveelheid MIDI-gegevens werd
●
opeens ontvangen en de DR-770 kon het niet
verwerken.
Druk op [STOP/EXIT],
❍
Indien de boodschap verschijnt terwijl er gegevens
worden ontvangen, moet u de hoeveelheid MIDIgegevens verminderen die naar de DR-770 wordt
verstuurd.
Verander de instelling van de MIDI-modus zodat
❍
overbodige MIDI-commandoÕs niet ontvangen of
verzonden worden. (p. 87)
fig.111-07a
Tijdens het bewerken van patronen bevatte het
●
geselecteerde patroon geen gegevens toen ÒCopy
PatternÓ of ÒDelete PatternÓ werd gebruikt.
Druk op [STOP/EXIT] en selecteer een ander patroon.
❍
fig.111-04a
Tijdens het bewerken van songs bevatte het
●
geselecteerde patroon geen gegevens toen ÒInsert
PatternÓ of ÒDelete PatternÓ werd gebruikt.
Druk op [STOP/EXIT] en selecteer een andere partij.
❍
fig.111-05a
Tijdens het bewerken van songs bevatte de
●
geselecteerde song geen gegevens toen ÒCopy SongÓ of
ÒDelete SongÓ werd gebruikt.
Druk op [STOP/EXIT] en selecteer een andere song.
❍
Een exlusief commando kon niet juist ontvangen
●
worden.
Druk op [STOP/EXIT] en probeer de handeling opnieuw
❍
uit te voeren.
fig.111-08a
De geheugen-backup batterij in de DR-770 is leeg.
●
(Deze boodschap verschijnt wanneer de stroom wordt
aangezet).
Vervang de batterij zo snel mogelijk. Gelieve een Roland
❍
Service Center te contacteren voor het vervangen van de
batterij.
fig.111-09a
●
De gegevens in het interne geheugen zijn verloren
gegaan. (Deze boodschap verschijnt wanneer de
stroom wordt aangezet).
❍
Nadat deze boodschap wordt getoond, verschijnt ÒPress
ENTERÓ. Als men daarna op [ENTER] drukt, worden de
fabrieksinstellingen opnieuw opgeroepen.
92
Problemen oplossen
Geen klank
Staat [VOLUME] in de minimumstand? (p. 14)
❏
❏
Staat het instrumentvolume op Ò0Ó? (p. 72)
❏
Hebt u een patroon of song geselecteerd die geen
muziekgegevens bevatten?
Staat de Pan parameter op ÒINDIVÓ? (p. 74)
❏
Noten worden onderbroken
Probeert u meer dan 14 noten tegelijkertijd te spelen?
❏
De DR-770 kan maximaal 14 noten (stemmen)
tegelijkertijd spelen.
❏
Is de instelling van Assign Type juist? (p.75)
Er kan geen roll of flam worden gespeeld
Staat het roll-type op ÒFLÓ? (p. 47)
❏
Zijn de Flam Interval en de Flam Ratio juist ingesteld?
❏
(p. 47)
(Bij het opnemen van een patroon)
Het lampje van REC brandt niet, zelfs
niet als men op [REC] drukt
Hebt u een vooringesteld patroon geselecteerd (1Ð400) ?
❏
(p. 53, 57)
De metronoom klinkt niet
Staat het volume van de metronoom op Ò0Ó? (p. 56)
❏
Er kan geen song worden opgenomen
in realtime
Hebt u een reeds opgenomen song geselecteerd? (p. 63)
❏
De aangepaste instellingen van de
drum-kit zijn opnieuw de voorgaande
instellingen
Hebt u een vooringestelde drum-kit geselecteerd (1Ð64)?
❏
(p. 71)
Playback begint niet wanneer u op
[START] drukt
Staat de Sync-modus op ÒMIDIÓ? (p. 89)
❏
Hebt u een patroon of song geselecteerd die geen
❏
muziekgegevens bevatten?
Quick search kan niet worden
gebruikt
Bevindt u zich in pattern/ song record-modus (brandt
❏
het lampje van REC )?
Reverb/flanger kunnen niet worden
toegepast
Hebt u instellingen gemaakt om de klank vanuit een
❏
individuele uitgang te versturen ?(p. 82)
Staat het reverb/flanger-volume op Ò0Ó? (p. 81)
❏
❏
Staat het reverb/flanger send-volume op Ò0Ó? (p. 81)
De DR-770 kan niet vanuit een extern
MIDI-toestel worden gespeeld
Een extern MIDI-toestel kan niet vanuit
de DR-770 worden gespeeld
Is de instelling van het MIDI-kanaal juist? (p. 86)
❏
Is de instelling van het nootnummer juist? (p. 87)
❏
Appendices
93
Parameterlijst
[SONG/PTN] (Patroon)
---PatroonnaamMaximum 7 karakters
---Realtime Pattern ChangeOFF / ON, Variation (VAR), Fill-in to Variation
(FTV), Fill-in to Original (FTO),
119 909StkTR-909 cross stick
* 120 StdT1Sstudio tom 1 soft
* 121 StdT1Hstudio tom 1 hard
* 122 StdT2Sstudio tom 2 soft
* 123 StdT2Hstudio tom 2 hard
* 124 VintT1vintage tom 1
* 125 VintT2vintage tom 2
* 126 JazzT1jazz tom 1
* 127 JazzT2jazz tom 2
* 128 FuseT1fusion tom 1
* 129 FuseT2fusion tom 2
* 130 BowlT1bowl tom 1
* 131 BowlT2bowl tom 2
* 132 AmboT1 ambient tom 1
* 133 AmboT2 ambient tom 2
* 134 BrshT1brush slap tom 1
* 135 BrshT2brush slap tom 2
* 136 DbHdT1 double head tom 1
* 137 DbHdT2 double head tom 2
* 138 LiteT1light tom 1
* 139 LiteT2light tom 2
* 140 RealT1real tom 1
* 141 RealT2real tom 2
96
Instrumentenlijst
No. Display Instrument Name
* 142 RingT1ring tom1
* 143 RingT2ring tom2
* 144 RoomT1 room tom 1
* 145 RoomT2 room tom 2
* 146 RockT1rock tom 1
* 147 RockT2rock tom 2
* 148 ElecT1electronic tom 1
* 149 ElecT2electronic tom 2
* 150 808Tom TR-808 tom