Roland DR-770 User Manual [nl]

1

VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL

INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDING VAN PERSONEN

Over WAARSCHUWING en OPGEPAST

Wordt gebruikt voor instructies die de WAAR- gebruiker wijzen op levensgevaar of

SCHUWING ernstige verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel.

Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.

OPGEPAST

* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten die aan het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen, worden toegebracht.

Over de Symbolen

Het -symbool maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het symbool hier links duidt op algemene verwittigingen of waarschuwingen, of vestigt de aandacht op gevaar.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies verboden is. Het symbool hier links betekent dat het toestel nooit mag worden gedemonteerd.

Het -symbool maakt de gebruiker attent op zaken die moeten worden uitgevoerd. De tekening in de cirkel geeft aan wat er precies dient te gebeuren. Het symbool hier links betekent dat de stekker van de stroomkabel moet worden uitgetrokken.

NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT

Gelieve onderstaande instructies en de gebruikershandleiding te lezen vooraleer u dit toestel gebruikt.

..........................................................................................................

• Maak het toestel of de AC-adaptor niet open en wijzig er niets aan .

..........................................................................................................

Vervang geen onderdelen van het toestel (behalve wanneer hierover in dit handboek specifieke instructies zijn opgenomen) of probeer het niet te

herstellen. Laat elk onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbij gelegen Roland Service Center, of een erkende Roland verdeler, die op de “informatie”pagina zijn opgegeven.

..........................................................................................................

Het toestel nooit op plaatsen gebruiken of opslaan waar het:

Onderhevig is aan extreme temperaturen (bv. rechtstreeks zonlicht in een afgesloten voertuig, in de nabijheid van een hittebron, boven op een verwarmingstoestel); of die

Vochtig zijn (bv. badkamers, waslokalen, op natte vloeren); of die

Nat zijn; of die

Stoffig zijn; of die

Onderhevig zijn aan hoge trillingsniveaus..

..........................................................................................................

Plaats het toestel altijd waterpas en zorg ervoor

dat het stabiel staat. Plaats het nooit op staanders die kunnen trillen en ook nooit op hellende oppervlakken..

..........................................................................................................

• Gebruik uitsluitend de gespecifieerde AC-adaptor. Zorg er voor dat de netspanning bij de installatie overeenstemt met de inkomende spanning die op

de AC-adaptor is aangeduid. Andere AC-adaptors gebruiken mogelijk een andere polariteit of zijn ontworpen voor een andere spanning; hun gebruik kan leiden tot schade, foutieve werking of elektrische schok.

..........................................................................................................

Beschadig het elektrische snoer niet. Buig het niet overmatig, ga er niet op staan, plaats er geen zware voorwerpen op, enz. Een beschadigd snoer vormt een risico op schokken of brand. Een beschadigd snoer nooit meer gebruiken.

..........................................................................................................

Dit toestel kan, alleen of in combinatie met een versterker, een hoofdtelefoon of luidsprekers, geluids-niveausvoortbrengen die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Werk niet gedurende een langere periode aan een hoog

geluidsniveau of op een oncomfortabel niveau. Indien u gehoorverlies of fluiten van de oren gewaar wordt, dient u onmiddellijk het gebruik van dit toestel te stoppen en een gehoorspecialist te raadplegen.

..........................................................................................................

Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp (bv. brandbare materialen geldstukken, pinnen) of vloeistof (water, frisdrank, enz.) het toestel

binnendringt.

..........................................................................................................

2

WAARSCHUWING

• •Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de ACadaptor van de uitgang, en vraag om een onderhoudsbeurt bij uw leverancier, Roland Center of erkende Roland verdeler, zoals vermeld op de “informatie”pagina wanneer:

De AC-adaptor, het stroomsnoer, of de fiche beschadigd zijn; of er

Voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn gevallen of gelopen; of wanneer

Het toestel aan regen werd blootgesteld (of op een andere manier nat werd); of wanneer

Het toestel niet normaal lijkt te werken of een

duidelijke prestatiewijziging vertoont.

..........................................................................................................

• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden tot het kind in staat is de noodzakelijke regels te volgen voor een veilig gebruik van het toestel.

..........................................................................................................

• Bescherm het toestel tegen grote schokken. (Laat het niet vallen!)

..........................................................................................................

Probeer het stroomsnoer van het toestel niet aan een onredelijk aantal andere toestellen te koppelen. Wees vooral voorzichtig met verlengsnoeren -de totale stroom die wordt verbruikt door alle toestellen die aan de verleng - snoeruitgang is gekoppeld, mag het stroomvermogen (watt/ampère) van het verlengsnoer niet overschrijden. Overdreven belasting kan het opwarmen en het doorbranden van de isolatie van het snoer veroorzaken.

..........................................................................................................

• Gelieve uw leverancier, het dichtstbij gelegen Roland Service Center, of een erkende Roland verdeler, vermeld op de “Informatie” pagina, te raadplegen vooraleer u het toestel in het buitenland gebruikt.

..........................................................................................................

OPGEPAST

• Het toestel en de AC-adaptor moeten zodanig geplaatst worden dat hun positie de nodige ventilatie niet in de weg staat.

..........................................................................................................

• Neem steeds uitsluitend de fiche van het stroomsnoer van de AC-adaptor vast wanneer u deze in een connector van dit toestel steekt of eruit trekt.

..........................................................................................................

• Wanneer men het toestel niet gebruikt gedurende een langere periode, moet de AC-adaptor afgekoppeld worden.

..........................................................................................................

• Probeer ervoor te zorgen dat snoeren en kabels niet in de war raken. Alle snoeren en kabels moeten ook buiten het bereik van kinderen worden gelegd.

..........................................................................................................

Ga nooit op het toestel staan en plaats er geen zware voorwerpen op.

..........................................................................................................

Raak de AC-adaptor of de fiches nooit met natte handen aan wanneer u ze in een connector van dit

toestel steekt of ze eruit trekt.

..........................................................................................................

• Vooraleer u het toestel verplaatst, moet de ACadaptor en alle snoeren van de externe toestellen worden afgekoppeld .

..........................................................................................................

• Zet de stroom uit en ontkoppel de AC-adaptor van de uitgang vooraleer u het toestel schoonmaakt.

..........................................................................................................

• Wanneer het in de buurt bliksemt, moet men de AC-adaptor van de uitgang loskoppelen.

3

Inhoud

 

Hoofdkenmerken.....................................................................................

8

BELANGRIJKE OPMERKINGEN ............................................................

9

Beschrijving van het paneel ................................................................

10

Snel starten

 

Aansluitingen maken............................................................................

12

De stroom aanzetten.............................................................................

14

De stroom uitzetten.................................................................................................................................

14

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ...........................

15

De demo-song beluisteren...................................................................

17

De pads gebruiken om klanken te spelen ..........................................

19

Verschillende klanken spelen (de pad-bank omwisselen).............................................................

19

Een roll spelen..........................................................................................................................................

21

Patronen spelen ....................................................................................

22

Een patroon selecteren en spelen .........................................................................................................

22

Het tempo aanpassen..............................................................................................................................

23

Een patroon spelen dat tevoren werd geselecteerd (DPP)...............................................................

24

Snel patronen selecteren (Quick Search)............................................................................................

25

Andere klanken spelen (De drum-kit omwisselen) .........................................................................

27

Effecten gebruiken om de gewenste klank te verkrijgen (Ambience) .........................................

29

Een patroon opnemen (Realtime Recording).....................................

31

De opname opnieuw maken .................................................................................................................

34

Opnieuw opnemen van een specifiek instrument ...................................................................

34

Opnieuw opnemen vanaf het begin ...........................................................................................

35

Een song opnemen (Step Recording).................................................

37

De opname opnieuw maken .................................................................................................................

39

4

Hoofdstuk 1. Vooraleer u ritmes maakt ..............................................

41

Drum-kits en pad-banks ........................................................................................................................

41

Drum-kits .......................................................................................................................................

41

Pad-bank.........................................................................................................................................

41

Ritmes maken...........................................................................................................................................

42

Een patroon maken.......................................................................................................................

42

Een song maken ............................................................................................................................

43

Werkmodi van de DR-770......................................................................................................................

44

Song-modus ...................................................................................................................................

44

Pattern-modus ...............................................................................................................................

44

Pad-modus .....................................................................................................................................

44

Effect-modus..................................................................................................................................

44

Utility-modus.................................................................................................................................

44

MIDI-modus ..................................................................................................................................

44

[VALUE]/[DEC] [INC]/Numerieke toetsen gebruiken ....................................................................

45

Hoofdstuk 2. Ritmes spelen.................................................................

46

Klanken spelen vanuit de pads ............................................................................................................

46

Een drum-kit selecteren ...............................................................................................................

46

De pad-bank selecteren ................................................................................................................

46

De pad-banks A en B tegelijkertijd gebruiken (Pad Bank Layer) .......................................

46

Een pad gebruiken om een roll te spelen ...........................................................................................

47

De roll-instellingen veranderen ..................................................................................................

47

De flam-instellingen veranderen ................................................................................................

47

Een gemakkelijke manier om effecten toe te passen (Ambience).................................................

48

Patronen spelen........................................................................................................................................

48

Het tempo aanpassen ...................................................................................................................

48

De DPP-functie gebruiken om patronen te spelen...................................................................

48

Een patroon aan een pad toewijzen............................................................................................

49

Quick Search gebruiken om een pad te selecteren...................................................................

49

Een fill-in toevoegen (Realtime Pattern Change) .....................................................................

50

Een song spelen .......................................................................................................................................

51

Vanaf het midden van een song spelen .....................................................................................

52

Opeenvolgende playback van meerdere songs (Song Chain)................................................

52

Hoofdstuk 3. Een patroon opnemen ...................................................

53

Een patroon opnemen in realtime .......................................................................................................

53

Een patroon opnemen in step recording ............................................................................................

54

De instellingen van de metronoom veranderen................................................................................

56

Hoofdstuk 4. Een patroon bewerken...................................................

57

Een enkele noot wissen..........................................................................................................................

57

Een enkele noot toevoegen....................................................................................................................

57

5

Het volume van een enkele noot aanpassen ......................................................................................

57

Een instrument vervangen.....................................................................................................................

58

Een drum-kit vervangen.........................................................................................................................

59

Een “Swing”-sfeer aan een patroon toevoegen (Swing)..................................................................

59

Het tempo veranderen waarin een instrument klinkt (Timing Shift) ..........................................

60

De originele /fill-in/variatiepatronen bepalen ..................................................................................

61

Een patroon benoemen...........................................................................................................................

61

Een patroon verwijderen........................................................................................................................

62

Een patroon copiëren ..............................................................................................................................

62

Hoofdstuk 5. Een song opnemen ........................................................

63

Realtime recording..................................................................................................................................

63

De DPP-functie gebruiken voor Realtime Recording ..............................................................

63

Step recording ..........................................................................................................................................

64

Hoofdstuk 6. Een song bewerken .......................................................

65

Vermijden dat de drum-kit wordt veranderd....................................................................................

65

Een song benoemen ................................................................................................................................

65

Het tempo van de song bepalen (Initial Tempo) ..............................................................................

66

Een ongewenst patroon verwijderen...................................................................................................

66

Een patroon in een song invoegen .......................................................................................................

67

Een song verwijderen .............................................................................................................................

67

Een song copiëren....................................................................................................................................

68

Hoofdstuk 7. De voetschakelaar gebruiken .......................................

69

Een voetschakelaar gebruiken om playback te starten/stoppen ....................................................

69

De voetschakelaar gebruiken om een fill-in in te voegen...............................................................

69

Hoofdstuk 8. Een originele drum-kit maken......................................

71

Een drum-kit selecteren om van te vertrekken..................................................................................

71

De instellingen van een instrument wijzigen ...................................................................................

71

Een instrument selecteren en het aan een pad toewijzen (Instrument Assign) ...................

71

Het volume aanpassen (Level)....................................................................................................

72

De toonhoogte aanpassen (Pitch) ...............................................................................................

72

De decay langer of korter maken (Decay) .................................................................................

73

De plaats van de slag aanpassen (Nuance) ...............................................................................

73

De stereo-positie instellen (Pan) .................................................................................................

74

Gelijktijdige instrumenten verhinderen/toelaten (Assign Type) ..........................................

75

Selecteren hoe de aanslagkracht de klank beïnvloedt (Sensitivity Curve) ......................................

76

Een drum-kit benoemen (Drum Kit Name) .......................................................................................

77

Effect-instellingen...................................................................................................................................

77

De Ambience-functie gebruiken om instellingen te maken....................................................

77

6

De reverb-instellingen aanpassen...............................................................................................

78

De flanger-instellingen aanpassen..............................................................................................

79

De equalizer-instellingen aanpassen..........................................................................................

80

De reverb/flanger-diepte aanpassen....................................................................................................

80

De reverb-diepte aanpassen ........................................................................................................

81

De flanger-diepte aanpassen .......................................................................................................

81

De klank door de individuele uitgang sturen ...................................................................................

82

Het uitgangsniveau aanpassen ...................................................................................................

83

Een drum-kit copiëren............................................................................................................................

84

Hoofdstuk 9. Externe MIDI-toestellen aansluiten...............................

85

Wat isMIDI? .............................................................................................................................................

85

MIDI-connectoren .........................................................................................................................

85

MIDI-kanalen.................................................................................................................................

85

MIDI-commando’s van de DR-770.............................................................................................

85

Over de MIDI-implementatiekaart.............................................................................................

86

Een extern MIDI-toestel gebruiken om de DR-770 te spelen /

 

De DR-770 om een extern MIDI-toestel te spelen ...........................................................................

86

MIDI-kanaalinstelling...................................................................................................................

86

Instellingen voor het spelen van de DR-770 instrumenten.....................................................

87

Andere MIDI-instellingen............................................................................................................

87

Gesynchroniseerde playback................................................................................................................

88

Gegevens van de DR-770 verzenden (Bulk Dump)..........................................................................

89

De verzonden gegevens opnieuw naar de DR-770 sturen...............................................................

90

Hoofdstuk 10. De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)...91

Foutmeldingen .........................................................................................................

92

Problemen oplossen................................................................................................

93

Parameterlijst ...........................................................................................................

94

Instrumentenlijst ......................................................................................................

96

Lijst van de vooringestelde drum-kits ...................................................................

98

Lijst van de vooringestelde patronen ..................................................................

106

MIDI-implementatie ................................................................................................

107

MIDI-implementatiekaart........................................................................................

114

Specificaties ...........................................................................................................

115

Index........................................................................................................................

116

Blanco kaart ...........................................................................................................

120

7

Hoofdkenmerken

Hoogkwalitatieve klankgenerator

Beschikt over 255 verschillende hoogkwalitatieve klanken van ritme-instrumenten en voldoet zo aan de eisen van een brede waaier van muziekstijlen, van rock en jazz tot Latin en rap.

128 verschillende drum-kits

Een drum-kit bestaat uit 55 klanken die uit de 255 beschikbare klanken geselecteerd werden. De DR-770 beschikt over 64 vooringestelde drum-kits, en maakt de creatie van 64 user drum-kits mogelijk.

Door elke klank van een user drum-kit te bewerken, kan men in totaal 3.520 originele klanken creëren (55 klanken x 64 drum-kits). (pagina 71)

Snelheidsgevoelige pads

De DR-770 beschikt over snelheidsgevoelige pads, zodat de klankkleur en het volume variëren in functie van de kracht waarmee men de pads aanslaat. Daarenboven kan men met de aftertouch-gevoeligheid realistische wijzigingen aanbrengen in het volume van een roll door druk uit te oefenen op een pad nadat men deze heeft aangeslagen.

Pad Bank Layering

Men kan de pad-banks A/B omwisselen zodat twee verschillende klanken door eenzelfde pad gespeeld worden. Daarenboven kan men met de Pad Bank Layer-functie de banks A en B in lagen zetten, zodat klanken kunnen omgewisseld of in lagen gezet worden door het verschil in kracht waarmee men een pad aanslaat. Deze eigenschap kan op verschillende interessante manieren worden gebruikt.

(pagina 46)

400 verschillende ritmepatronen creëren

Naast de 400 vooringestelde ritmepatronen kan men 400 eigen originele ritmepatronen creëren (pagina 53)

DPP en Quick Search

De DR-770 beschikt over handige functies om ritmepatronen te spelen. Met “DPP” (Direct Pattern Play) kan men een volledig ritmepatroon spelen door eenvoudigweg een pad aan te slaan. (pagina 48)

Met Quick Search kan men snel ritmepatronen van een bepaalde categorie -zoals rock en jazzvinden en spelen.

(pagina 49)

Realtime Pattern Change

Met Realtime Pattern Change kan men snel overgaan naar een fill-in patroon of een variatiepatroon door eenvoudigweg op een knop te drukken terwijl een ritmepatroon wordt afgespeeld. (pagina 50)

Creatie van 100 songs

Er kunnen 100 songs gecreëerd worden, waarbij elke song uit ritmepatronen bestaat die in de gewenste volgorde worden gezet. Elke song kan uit 250 patterns samengesteld zijn en alle songs kunnen gebruik maken van 10.000 patronen.

(pagina 63)

Wanneer men de Song Chain-functie gebruikt, kan men achtereenvolgens 100 songs afspelen. (pagina 52)

Gemakkelijke effectinstellingen door de Ambience-functie

Naast de ingebouwde reverb/flanger/chorus-effecten, is de DR-770 voorzien van een Ambience-functie waardoor deze drie effecten eenvoudig kunnen worden gestuurd. Wanneer men deze functie gebruikt, kan men gemakkelijk een combinatie van effectinstellingen maken om de gewenste akoestische sfeer te creëren, zoals het spelen in een concertzaal of een club. (pagina 48)

Individuele uitgangen

Naast de conventionele uitgangsjacks, is de DR-770 voorzien van individuele uitgangsjacks, die de klank zonder effect uitsturen. Wanneer men deze jacks gebruikt, kan men een extern effect uitsluitend op een bepaalde klank toepassen of klanken op een meer verfijnde manier mixen. (pagina 82)

Sturen van de voetschakelaar

Men kan een voetschakelaar aansluiten op de jack van de voetschakelaar om de playback te starten of stoppen zonder de handen te moeten gebruiken. Daarenboven kan men een afzonderlijk verkrijgbare PCS-31 verbindingskabel gebruiken om twee voetschakelaars aan te sluiten. Eén voetschakelaar kan worden gebruikt om het afspelen te starten of te stoppen en de andere kan worden gebruikt om een fill-in, enz. te spelen. (pagina 69)

MIDI-connectoren

De DR-770 is voorzien van MIDI IN/OUT-connectoren, waardoor het toestel met een externe sequencer kan worden gesynchroniseerd of waardoor de gegevens van de DR-770 bewaard kunnen worden door ze naar een sequencer te sturen. (pagina 85)

8

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Gelieve naast “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, het volgende te lezen en in acht te nemen:

Stroomtoevoer

Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroomcircuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).

Na een lange periode van voortdurend gebruik zal de AC-adaptor warmte voortbrengen. Dit is normaal en mag geen aanleiding geven tot ongerustheid.

Zet de stroom van alle apparaten uit vooraleer dit toestel aan andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier voorkomt men het slecht functioneren en/of beschadigen van luidsprekers of andere apparatuur.

Plaatsing

Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomversterkers (of andere apparatuur met omvangrijke stroomtransformatoren) kan ruis veroorzaken. Om dit probleem op te lossen moet men de richting van het toestel veranderen of het van de interferentiebron verwijderen.

Dit apparaat kan interfereren met radioen televisieontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke ontvangers.

Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of ontkleuren.

Om een mogelijke panne te vermijden, mag men het toestel niet gebruiken in een natte omgeving, zoals een plaats die blootgesteld is aan regen of vocht.

Onderhoud

Voor alledaags gebruik maakt men het toestel schoon met een zachte, droge doek of met een doek die met een beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van hardnekkig vuil wordt een doek gebruikt die in een zachte, niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel afdrogen met een zachte, droge doek.

Om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen mogen nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmiddelen van om het even welke soort worden gebruikt.

Herstellingen en gegevens

Gelieve eraan te denken dat alle gegevens die in het geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan als het toestel ter reparatie wordt binnengebracht. Belangrijke gegevens moeten steeds in een ander MIDIapparaat (bv. een sequencer) worden opgeslagen of (indien mogelijk) worden opgeschreven. Tijdens herstellingen wordt het nodige gedaan om gegevensverlies te voorkomen. Nochtans is het in bepaalde gevallen (zoals wanneer het aan het geheugen gekoppeld circuit zelf buiten werking is) echter niet mogelijk om de gegevens te herstellen, en Roland verwerpt elke verantwoordelijkheid voor zulk verlies van gegevens.

Backup van het geheugen

Dit toestel bevat een batterij die de geheugencircuits van het toestel aandrijft terwijl de hoofdstroom is uitgeschakeld. Wanneer de batterij op raakt, zal de onderstaande boodschap op het scherm verschijnen. Om het verlies van alle gegevens in het geheugen te voorkomen, moet de batterij zo snel mogelijk door een nieuwe worden vervangen wanneer u deze boodschap ziet. Gelieve uw leverancier, het dichtstbij gelegen Roland Service Center, of een erkende Roland-verdeler, vermeld op de “Informatie” pagina te raadplegen om de batterij te laten vervangen.

“Battery Low!”

Bijkomende voorzorgsmaatregelen

Gelieve er aan te denken dat de inhoud van een geheugen onherroepelijk verloren kan gaan door foutieve werking, of door het onjuiste gebruik van het toestel. Om uzelf tegen het verlies van belangrijke gegevens te beschermen, raden wij aan om regelmatig een back-up copie op een ander MIDI-apparaat (bv. een sequencer) te maken van de belangrijke gegevens die in het geheugen van het toe-stel zijn opgeslagen.

Jammer genoeg is het niet altijd mogelijk om de inhoud van de gegevens te herstellen die in een ander MIDIapparaat zijn opgeslagen (bv. een sequencer) eens ze verloren zijn gegaan. Roland Corporation is niet verantwoordelijk voor zulk verlies van gegevens.

Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefuncties, eveneens als de jacks en de aansluitingen van het toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behandeling kan een foutieve werking tot gevolg hebben.

Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen.

Bij het aansluiten of losmaken van de kabels moet de connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel trekken. Op deze manier vermijdt men kortsluiting en beschadiging van de interne elementen van de kabel.

Probeer het volume van het toestel binnen redelijke perken te houden zodat de buren niet gestoord worden. Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon, zodat u zich geen zorgen moet maken over degenen die u omringen (vooral ‘s avonds laat).

Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.

9

Beschrijving van het paneel

Voorpaneel

fig.00-01a

(1) (9) (8) (11) (21) (22) (23) (24) (25) (26)

 

 

MODE

FUNC

PAD BANK

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(2)

 

(3)

 

 

(5)

 

 

 

 

 

 

 

 

(4)

 

 

 

 

 

 

 

 

(6) (7)

 

 

 

 

 

 

 

 

(10)

 

 

 

 

 

(27)

 

 

(12)

 

 

 

 

 

 

 

 

(13)

 

 

 

 

 

 

 

 

(14) (15)

 

(17) (19)

 

 

 

 

 

(16)

(18)

(20)

 

 

 

(1)

Display

 

 

 

(21)

Roll/Flam-knop

 

(2)

Volume-schijf

 

 

 

(22)

Direct Pattern Play (DPP)-knop

 

(3)

Value-schijf

 

 

 

(23)

Tempo-knop

 

(4)

Mode Select-knop

 

 

 

(24)

Drum Kit-knop

 

 

Song/Pattern

 

 

 

(25)

Reverb/Flanger-knop

 

 

Pad

 

 

 

(26)

Ambience-knop

 

 

Effects

 

 

 

(27)

Pads (1–16)

 

 

Utility

 

 

 

Achterpaneel

 

 

MIDI

 

 

 

 

(5)

Realtime/Step-knop

 

 

 

fig.00-02a

 

 

(6)

Copy-knop

 

 

 

 

 

 

 

(7)

Delete-knop

 

 

 

 

POWER AC IN 14V

PHONES PEDAL SW INDIVIDUAL

OUTPUT

(8)

Numerieke toetsen

 

 

 

 

700mA

R

L(MONO)

 

 

 

 

ON

 

 

(9)

Decrement (DEC)-knop /Increment (INC)-

 

OFF

OUT MIDI IN

MADE IN JAPAN

 

ADAPTOR ONLY

 

 

 

 

 

 

USE BOSS BRC

 

 

knop

 

 

 

 

 

 

 

(10)Pad Bank-knop

(11)

Cursor-knop

(28) (29)

(30)

(31) (32) (33)

(34)

 

 

 

 

(12)Reset-knop

(13)

REC (Record)-indicator

(28)

Stroomschakelaar

(14)

Record-knop

(29)

AC Adaptor-jack

(15)

Rewind-knop

(30)

MIDI-connector (In/Out)

(16)

Tempo-indicator

(31)

Jack van de hoofdtelefoon

(17)

Start-knop

(32)

Jack van de pedaalschakelaar

(18)

Foward-knop

(33)

Individuele jack

(19)

Stop/Exit-knop

(34)

Output-jack (L/R(mono))

(20)Enter-knop

10

Beschrijving van het paneel

fig.00-03a

SNEL STARTEN

Afspraken in dit handboek

Om dit handboek zo duidelijk mogelijk te maken, worden volgende afspraken gehanteerd:

Tekst, cijfers of symbolen tussen vierkante haken [ ] duiden knoppen, toetsen of schijven aan.

[TEMPO]

Tempo-knop

[

 

] [

 

]

 

Cursor-toetsen

 

 

 

 

 

 

[

 

CURSOR]

Cursor

 

-toets

 

 

 

 

[CURSOR

 

]

Cursor

 

 

-toets

 

 

 

 

 

 

[VALUE]

Value-schijf

Verwijzingen zoals (p. **) duiden aan bladzijden van dit handboek waarnaar u kan refereren.

11

Aansluitingen maken

De DR-770 is niet voorzien van een versterker of van luidsprekers. Om klanken voort te brengen, moet men over een versterker of audio-systeem beschikken of een stereohoofdtelefoon gebruiken.

De audiokabels, MIDI-kabels, de stereohoofdtelefoon en de voetschakelaars zijn niet inbegrepen,

OPMERKINGNOTE

U kan ze afzonderlijk bij uw verdeler aankopen.

1. Gelieve het volgende te controleren vooraleer u aansluitingen maakt.

-Werd de volumesturing van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de minimumstand gezet?

-Werd de stroom van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem uitgezet?

-

-

Om slecht functioneren en/of beschadiging van de luidsprekers of andere toestellen te

OPMERKINGNOTE

voorkomen, moet men het volume van alle toestellen in de minimumstand zetten en de stroom uitzetten vooraleer men aansluitingen maakt.

fig.01-01a

Stereo headphones (RH-20/80/120 etc.)

To AC power outlet

POWER

AC IN 14V

 

 

PHONES PEDAL SW INDIVIDUAL

OUTPUT

 

700mA

 

 

R

L(MONO)

 

ON

 

 

 

 

 

 

 

 

OFF

OUT

MIDI

IN

 

 

USE BOSS BRC

 

 

ADAPTOR ONLY

 

 

 

MADE IN JAPAN

AC adaptor (BRC series)

Audio cable

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Monitor speaker

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Audio set

(BOSS MA-12 etc.)

12

2. Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de DR-770 en prik deze in een AC-uitgang.

3. Sluit uw versterker of audiosysteem aan zoals aangegeven in het diagram.

U kan eveneens een stereo-hoofdtelefoon aansluiten.

Om van alle mogelijkheden van de DR-770 gebruik te maken, is het aan te raden dat u het

OPMERKINGNOTE

toestel in stereo speelt.

Indien u het toestel in MONO wil gebruiken, moet u aansluitingen maken naar de

OUTPUT L (MONO) jack.

MEMO

Zie pg. 85 voor details over de MIDI-connectoraansluitingen.

Zie pg. 69 voor details over de PEDAL SW jack-aansluitingen.

Zie pg. 82 voor details over de individuele jack-aansluitingen.

Start Quick

13

DE STROOM AANZETTEN

Wanneer alle aansluitingen zijn gemaakt, moet u de verschillende apparaten in de gegeven volgorde aanzetten. Indien u de apparaten in een andere volgorde aanzet, is het mogelijk dat de luidsprekers en andere apparaten fout zullen functioneren en/of beschadigd worden.

1. Controleer volgende punten vooraleer de stroom aan te zetten.

-Werden de aansluitingen met de externe toestellen juist gemaakt?

-Werd het volume van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de minimumstand gezet?

2.Zet de POWER-schakelaar aan die zich op het achterpaneel van de DR770 bevindt.

fig.01-02a

POWER

AC IN 14V

 

PHONES PEDAL SW INDIVIDUAL

OUTPUT

 

700mA

 

R

L(MONO)

 

ON

 

 

 

 

 

 

OFF

OUT MIDI

IN

 

 

USE BOSS BRC

 

 

ADAPTOR ONLY

 

 

MADE IN JAPAN

On

Off

3. Zet de stroom van uw versterkingssysteem aan.

4. Draai aan de [VOLUME]-schijf terwijl u de pads aanslaat om het volume van de DR-770 aan te passen.

fig.01-03a

Regel het volume van het aangesloten versterkingssysteem tot op een aangepast niveau.

OPMERKINGNOTE

Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Nadat de stroom is aangezet, volgt er een korte tijdspanne (enkele seconden) vooraleer het toestel normaal zal werken.

De stroom uitzetten

1. Controleer volgende punten vooraleer de stroom uit te zetten.

-Staat de volume-schijf van de DR-770 en het aangesloten versterkingssysteem in de minimumstand?

2.Zet de stroom van het versterkingssyteem uit.

3.Zet de stroom van de DR-770 uit.

14

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

Indien u de instellingen van de DR-770 na aankoop hebt gewijzigd, is het mogelijk dat het toestel niet exact hetzelfde functioneert zoals beschreven in dit handboek “Snel Starten”. Wanneer dit het geval is, moet u de volgende Factory Reset-procedure uitvoeren om de fabrieksinstellingen te herstellen vooraleer u het Snel Starten-handboek leest.

Wanneer u de Factory Reset uitvoert, zullen alle gegevens in het geheugen herleid worden tot de OPMERKINGNOTE fabrieksinstellingen. Indien het geheugen belangrijke gegevens bevat die u wenst te behouden,

moet u de bulk dump-procedure (p. 89) uitvoeren om de gegevens op een extern MIDI-toestel te bewaren (sequencer of een gelijkaardig toestel) vooraleer een Factory Reset uit te voeren.

fig.01-04a

3 3

MODE

FUNC

PAD BANK

1

2

4,5

1. Druk op de [UTILITY]-knop zodat “UTILITY” in de display verschijnt.

fig.01-05a

 

 

 

MODE

 

 

 

 

 

 

FUNC

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

REAL

 

INSERT

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

STEP

 

COPY

 

 

 

 

PAD

 

 

EFFECTS

 

DELETE

 

 

 

 

UTILITY

 

 

 

 

MIDI

 

 

 

2.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik [

 

 

 

] [

] om “9 F.RST” te selecteren.

fig.01-06a

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

 

 

 

FUNC

 

 

 

 

 

SONG

 

REAL

 

INSERT

 

 

 

 

 

PATTERN

 

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

 

 

 

 

UTILITY

 

 

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

QUANTIZE

 

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

 

LENGTH

 

 

 

 

 

PART

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Gebruik [DEC] [INC] om [VALUE] om “ALL” te selecteren.

15

Start Quick

De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)

4. Druk op [ENTER].

In de display verschijnt “Sure?” waarmee u gevraagd wordt om het uitvoeren van de Factory Reset te bevestigen.

fig.01-07a

 

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

 

 

FUNC

 

 

SONG

REAL

 

INSERT

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Indien u besluit de Factory Reset niet uit te voeren, drukt u op [STOP/EXIT].

5. Druk opnieuw [ENTER].

In de display verschijnt “Done” wat aangeeft dat de factory Reset voltooid is.

MEMO

Het is eveneens mogelijk om slechts een gedeelte van de gegevens naar de fabrieksinstellingen te herleiden.

Zie “herstellen van de fabrieksinstellingen” (p. 91).

16

De demo-song beluisteren

De DR-770 bevat een demo-song waarin de functionaliteit van het toestel wordt gebruikt. Hierna wordt beschreven hoe u de demo-song kan beluisteren.

fig.01-08a

2 2

MODE

FUNC

PAD BANK

1

4

34

1.Druk op [SONG/PTN] zodat “SONG” in de display verschijnt.

fig.01-09a

 

MODE

 

FUNC

 

 

 

 

 

 

 

 

REAL

INSERT

 

SONG

 

PATTERN

STEP

COPY

PAD

EFFECTS

DELETE

 

UTILITY

MIDI

 

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] zodat “– – –” in de display verschijnt.

De demo-song staat voor song nummer 1.

OPMERKINGNOTE fig.01-10a

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Demo song name Song number

Start Quick

17

De demo-song beluisteren

3. Druk op [START] om de playback te beginnen.

Het “DEMO”-commando flikkert tijdens de playback.

Song-titel: Doctor’s Party

Muziek door Naoki Matsuura

 

Copyright ©1999, Roland Corporation

4. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te beëindigen.

Indien u opnieuw op [START] drukt, zal de playback hervat worden vanaf het punt waar hij is gestopt. (Dit wordt Continue Play genoemd).

Houd [RESET] ingedrukt en druk op [START] om de playback te starten vanaf het begin van de song.

Profiel van de componist

OPMERKINGNOTE

OPMERKINGNOTE

.

Naoki Matsuura (GigBag)

GIGBAG vertrok in 1982 vanuit Japan naar de Verenigde Staten en begon zijn professionele activiteiten terwijl hij nog aan het Berklee College of Music studeerde. Hij werd populair als bassist in Boston, Europa en Azië.

Alle rechten voorbehouden. Onrechtmatig gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan eigen, persoonlijk gebruik vormen een inbreuk op de van kracht zijnde wetten.

Er worden geen gegevens van de gespeelde muziek vanuit MIDI OUT verzonden.

18

Roland DR-770 User Manual

De pads gebruiken om klanken te spelen

Hieronder wordt beschreven hoe de pads moeten gebruikt worden om de klanken van de ritme-instrumenten van de DR-770 te spelen.

fig.01-11a

MODE

FUNC

PAD BANK

1

1. Wanneer u een pad aanslaat, wordt de instrumentale klank (instrument) gespeeld die aan deze pad werd toegewezen.

Aangezien de pads snelheidsgevoelig zijn, zal het volume en de toon veranderen in functie van de kracht waarmee de pad wordt aangeslagen.

Verschillende klanken spelen (De pad-bank omwisselen)

De pad-bank kan omgewisseld worden zodat dezelfde pads verschillende instrumenten spelen.

MEMO

Een pad-bank is een groep van instrumenten die aan 16 pads is toegewezen. Er zijn

twee padbanks: A en B.

 

Zie “Drum-kits en pad-banks” (p. 41) voor meer details. fig.01-12a

2 2

MODE

FUNC

PAD BANK

1

3

Start Quick

19

De pads gebruiken om klanken te spelen

1. Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.

fig.01-17a

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

FUNC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

REAL

INSERT

 

 

 

PATTERN

STEP

COPY

 

 

 

PAD

EFFECTS

DELETE

 

 

UTILITY

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] zodat “1” in de display verschijnt.

Selecteer patroonnummer 1.

ig.01-13b

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pattern number

3. Druk op [PAD BANK].

Telkens u op de knop drukt, zal de instelling door A -> B -> AB lopen (zowel A als B), en de pad-bank zal worden omgewisseld tussen A -->B -->AB (zowel A als B).

fig.01-14a

Pad Bank A

PAD BANK A

Pad Bank B

PAD BANK B

Pad Bank Layer

PAD BANK A B

Wanneer de pad bank veranderd is, zal men andere klanken (instrumenten) horen wanneer men de pad aanslaat.

MEMO

Indien zowel A als B in de display verschijnen, zullen beide klanken tegelijkertijd klinken. (Pad Bank Layer-functie: p. 46)

20

De pads gebruiken om klanken te spelen

Een roll spelen

Een “roll” is een uitvoeringstechniek waarin een instrument herhaaldelijk en met gelijke tussenpozen wordt gespeeld.

fig.01-15a

1

MODE

FUNC

PAD BANK

1. Terwijl u [ROLL/FLAM] ingedrukt houdt, moet u een pad blijven indrukken.

Men kan de afstand van de roll aanpassen.

MEMO

Zie “de instellingen van de roll wijzigen” (p. 47).

MEMO

Men kan instellingen maken zodat er een flam wordt gespeeld wanneer men op [ROLL/FLAM] drukt.

Zie “de instellingen van de roll wijzigen” (p. 47).

Start Quick

21

Patronen spelen

De DR-770 bevat 400 vooringestelde patronen en 400 gebruikerspatronen (userpatronen). Gebruik de volgende procedure om patronen af te spelen en te beluisteren.

MEMO

Op de DR-770 is een patroon een gedeelte van ritmegegevens dat 1, 2 of 3 maten lang kan zijn.

Een patroon selecteren en spelen

fig.01-16a

2,3 2,3

MODE

FUNC

PAD BANK

1

4

34

1.Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.

fig.01-17a

MODE

 

FUNC

 

SONG

REAL

INSERT

 

PATTERN

STEP

COPY

 

PAD

EFFECTS

DELETE

UTILITY

MIDI

 

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het patroon (1–400) te selecteren

dat u wenst te spelen.

Nummers 1–400 zijn vooringestelde patronen; nummers 401–800 zijn user-patronen.

fig.01-18a

 

 

Beat

MODE

 

FUNC

SONG

REAL

INSERT

PATTERN

STEP

COPY

PAD

EFFECTS

DELETE

UTILITY

MIDI

 

QUANTIZE

BEAT

 

NEXT PTN

LENGTH

PART

PATTERN

PAD BANK

A

B

TEMPO DPP

DRUM KIT

REVERB IND

FLANGER

PATTERN

SONG

PAD NUMBER

Pattern name

Pattern number

22

Patronen spelen

3. Druk op [START] om het geselecteerde patroon af te spelen.

Het lampje van Tempo-indicator flikkert op elke slag, en de slagteller verandert terwijl het patroon speelt.

Terwijl een patroon speelt, kan u [DEC] [INC] of [VALUE] gebruiken om “NEXT PTN” in de display te laten verschijnen. Nu kan u het patroon selecteren dat hierna moet worden gespeeld.

Wanneer het huidige patroon stopt, zal het geselecteerde patroon beginnen te spelen.

fig.01-19a

 

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

 

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pattern number to be played next

4. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te stoppen.

Wanneer u opnieuw op [START] drukt, zal de playback hernomen worden vanaf het punt waar hij gestopt was. (Dit noemt men Continue Play.)

Indien u op [RESET] drukt en daarna op [START] drukt, zal de playback starten vanaf het begin van het patroon.

Het tempo aanpassen

Hierna wordt beschreven hoe het tempo waarin het patroon speelt, moet worden aangepast.

fig.01-20a

2

1,3

2

MODE

FUNC

PAD BANK

1. Druk op [TEMPO] zodat “TEMPO” gaat flikkeren.

fig.01-21a

TEMPO DPP

DRUM KIT

REVERB IND

FLANGER

23

Start Quick

Patronen spelen

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het tempo aan te passen.

Het tempo kan aangepast worden binnen een bereik van 20–260.

3. Druk opnieuw op [TEMPO] nadat u het gewenste tempo hebt ingesteld.

“TEMPO” zal ophouden met flikkeren en overgaan in de gewone display.

Een patroon spelen dat tevoren werd geselecteerd (DPP)

Wanneer men een pad aanslaat, wordt in normale omstandigheden het instrument gespeeld dat aan deze pad werd toegewezen. Met de DPP (Direct Pattern Play)-functie kan u echter de pads gebruiken om patronen te spelen die aan elke pad werden toegewezen.

Door DPP kan u patronen afspelen door gewoonweg de pads in te drukken.

Hierna wordt beschreven hoe u de DPP-functie kan gebruiken om de patronen te beluisteren die aan de pads werden toegewezen toen de DR-770 de fabriek verliet.

fig.01-22a

1,4

MODE

FUNC

PAD BANK

32

1.Druk op [DPP] zodat “DPP” in de display verschijnt.

fig.01-23a

TEMPO DPP

DRUM KIT

REVERB IND

FLANGER

2. Sla een pad aan en het patroon dat aan deze pad werd toegewezen zal beginnen spelen.

Het lampje vanTempo flikkert op elke slag en het slagnummer verandert in de loop van de playback.

In de display verschijnt het nummer en de naam van het patroon dat gespeeld wordt.

24

Patronen spelen

fig.01-23b

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pattern name Pattern number

Indien u tijdens de playback een andere pad indrukt, zal het huidig gespeelde patroon tot aan het einde verder spelen; daarna zal het patroon beginnen te spelen dat aan de pad is toegewezen waarop u hebt gedrukt.

3. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te stoppen.

Iniden u de pad opnieuw indrukt, zal het patroon vanaf het begin worden afgespeeld.

4. Om de DPP (Direct Pattern Play)-functie uit te zetten, moet u op [DPP]

drukken zodat de “DPP”-display verdwijnt.

Zie “Een patroon aan een pad toewijzen” (p. 49) voor meer details.

MEMO

Snel patronen selecteren (Quick Search)

Door de Quick Search-functie kan u een gewenst patroon zoeken per Categorie (vb., een muziekstijl zoals rock of jazz).

fig.01-24a

 

2

1

2

MODE

FUNC PAD BANK

 

 

43

1.Druk op [DPP] terwijl u [ROLL/FLAM] ingedrukt houdt.

25

Start Quick

Patronen spelen

De volgende display verschijnt.

fig.01-25a

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Category

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om de gewenste categorie te selecteren.

HD ROCK.......

Hard Rock, Heavy Metal

ROCK .............

Rock

 

POP ................

Pops, 16 beat, 8 beat

FNK&BLS ......

Funk, Blues, Soul

JAZZ...............

Jazz, Fusion

 

DANCE...........

Hip-Hop, Techno, enz.

LATIN .............

Bossa Nova, Samba, enz.

WORLD ..........

World

 

USER 1...........

User-patroon

401–416

USER 2...........

User-patroon

417–432

USER 3...........

User-patroon

433–448

:

:

:

USER25..........

User-patroon

785–800

Nadat u een categorie heeft geselecteerd, worden de patronen van deze categorie aan de pads toegewezen (1–16).

3. Wanneer u een pad aanslaat, begint het toegewezen patroon te spelen.

Het lampje van Tempo flikkert op elke slag, en het slagnummer verandert tijdens de playback.

Indien u tijdens de playback een andere pad aanslaat, zal het patroon dat aan het laatst aangeslagen pad werd toegewezen.vanaf de volgende slag beginnen te spelen.

Afhankelijk van de door u gekozen categorie, is het mogelijk dat niet aan alle zestien pads een

OPMERKINGNOTE

patroon werd toegewezen. Wanneer u in dit geval op een pad drukt waaraan geen patroon werd toegewezen zal “- - -” gedurende ongeveer 1 seconde in de rechteronderhoek van de display verschijnen.

4. Druk op [STOP/EXIT] om de playback te beëindigen.

Wanneer u nogmaals op de pad drukt, zal het patroon vanaf het begin worden afgespeeld.

5. Om de Quick Search-functie te verlaten, moet u op [ENTER] drukken.

26

Patronen spelen

Andere klanken spelen (De drum-kit omwisselen)

MEMO

fig.01-26a

Zelfs binnen eenzelfde patroon kan men de sfeer (uitvoering en klank) van dat patroon veranderen door de instrumenten te veranderen waarmee het patroon is samengesteld.

Hieronder wordt uitgelegd hoe u de drum-kit kan omwisselen terwijl een patroon aan het spelen is en hoe u hetzelfde patroon kan spelen terwijl u verschillende instrumenten gebruikt.

Een “drum-kit” is een set van 55 instrumenten die werden geselecteerd uit een totaal van 255 instrumenten waarmee de DR-770 is uitgerust.

Het toestel beschikt over 64 vooringestelde drum-kits. Daarenboven zijn 64 user drumkits voorzien die op het even welke manier kunnen worden gewijzigd.

Zie “Drum-kits en pad-banks” (p. 41) voor meer details.

2 4,6 2,5

MODE

FUNC

PAD BANK

1

37

1.Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.

fig.01-17a

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

FUNC

 

 

 

SONG

REAL

INSERT

 

 

 

PATTERN

STEP

COPY

 

 

 

PAD

EFFECTS

DELETE

 

 

UTILITY

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om patroonnummer “1” te selecteren.

Indien u dat wenst, kan u een ander patroon selecteren.

3. Druk op [START] om de playback te starten.

4. Druk op [DRUM KIT] zodat “DRUM KIT” gaat flikkeren.

27

Start Quick

Patronen spelen

fig.01-27a

TEMPO DPP

DRUM KIT

REVERB IND

FLANGER

5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om een drum-kitnummer te selecteren.

Selecteer verschillende drum-kits en luister hoe de klank verandert.

fig.01-28a

Drum kit number

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

 

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Drum kit name

6. Druk nogmaals op [DRUM KIT] om uit het selectieproces van de drumkit te gaan.

De “DRUM KIT” indicatie zal stoppen met flikkeren en overgaan in de gewone display.

7. Druk op [STOP/EXIT] om het afspelen van het patroon te beëindigen.

Zie “Lijst van de vooringestelde drum-kits” (p. 98) voor meer details.

MEMO

MEMO

Zie Hoofdstuk 8 “Een originele drum-kit maken” (p. 71) indien u de instelllingen van de drum-kit wenst te veranderen.

28

Patronen spelen

Effecten gebruiken om de gewenste klank te verkrijgen (Ambience)

Hierna wordt beschreven hoe u de gewenste sfeer kan scheppen door een effect toe te passen met de Ambience-functie op de playback van een patroon.

MEMO

Ambience is een functie die de drie interne effecten (reverb/flanger/equalizer) zodanig stuurt dat men snel en eenvoudig een effectklank verkrijgt. Door deze functie kan u effectinstellingen maken voor het gewenste soort akoestische sfeer, zoals “spelen in een concertzaal” of “spelen in een club”.

fig.01-29a

2,5 2,5

MODE

FUNC

PAD BANK

1 4,6

37

1.Druk op [SONG/PTN] zodat “PATTERN” in de display verschijnt.

fig.01-17a

 

 

 

 

 

 

 

MODE

 

FUNC

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

REAL

INSERT

 

 

 

PATTERN

STEP

COPY

 

 

 

PAD

EFFECTS

DELETE

 

 

UTILITY

MIDI

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om patroonnummer “1” te selecteren.

Indien u dat wenst, kan u een ander patroon selecteren.

3. Druk op [START] om de playback te beginnen.

4. Druk op [AMBIENCE].

De volgende display verschijnt.

29

Start Quick

Patronen spelen

fig.01-30a

MODE

 

 

 

FUNC

 

PAD BANK

A

B

SONG

REAL

 

INSERT

 

TEMPO DPP

 

 

PATTERN

STEP

 

COPY

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD

EFFECTS

 

DELETE

 

DRUM KIT

 

 

UTILITY

 

MIDI

 

 

 

REVERB IND

 

 

QUANTIZE

 

BEAT

 

 

 

 

 

NEXT PTN

 

LENGTH

 

FLANGER

 

 

PART

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

PATTERN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SONG

 

 

 

 

 

 

 

 

PAD NUMBER

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ambience type

5. Gebruik [DEC] [INC] of [VALUE] om het soort sfeer te selecteren.

1

LoBoost

(Lo-Boost)

2

Flang’n

(Flanging)

3Bright

4Hi-Fi

5Dark

6Lo-Fi

7Room

8Studio

9Garage

10Club

11Hall

12Stadium

13Space

14Echo

15

Doublin

(Doubling)

16

Flat

 

Selecteer verschillende soorten ambience en beluister het resultaat.

6. Druk nogmaals op [AMBIENCE] om de functie uit te zetten.

Telkens u op [AMBIENCE] drukt, wordt ambience aan/uitgeschakeld.

7. Druk op [STOP/EXIT] om de playback van het patroon te beëindigen.

MEMO

Zie “Effectinstellingen” (p. 77) voor meer details over het maken van instellingen voor elk effect (reverb/flanger/equalizer).

MEMO

Voor het reverben flanger-effect kan u voor elk instrument de effectdiepte afzonderlijk instellen. Zie “De reverb/flanger-diepte aanpassen” (p. 80) voor meer details.

30

Loading...
+ 92 hidden pages